I
AD
ZWAAR BEPROEFD
Dames- en Kinderkieeding
MANTEL- EN
STOFFENMAGAZIJN
Blouses.
Coityumpokken.
BINNENLAND.
STADSNIEUWS.
AiBsterdaiMe Beurs.
Au Bon lüai*cfié
ipBoyons."
Haaplem*Bpussel. Handschoenen woon alle gelegenheden.
J. HUI Z1 li G. I Groote Houtstraat No. 44. Telef. no. 36$.
©PBUiüüH© was? pestante paren
S!
tèssê
IS JANU&ttl 191*
KONINGSTRAAT,
nasr Maat.
Opgegeven door Oe Spaarbank
Me
-8<
>*lt
76
3 I 3
FEUILLETON.
ff n
NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT ™ER
mm
UIT DE STAATSCOURANT.
Bij Kon. besluit is benoemd tot ridder in
de orde van den Nederlandseben Leeuw F.
L. de Graeff, oud-voorzitter van het college
van regenten over de gevangenissen te Den
Haag, wonende aldaar.
Bij Kon. besluit is benoemd tot griffier bij
den raad van beroep (Ongevallenverzeke
ring) te Rotterdam, mr. G. A. M. S me enk,
advocaat en procureur te Amsterdam.
Bij Kon. besluit is benoemd tot schoolop
ziener in het arrondissement Amsterdam
VII, mr. C. Witholt te Rijswijk, met gelijk
tijdige toekenning van eervol ontslag uit zijn
betrekking van schoolopziener in het arron
dissement Delft.
Bij Kon. besluit zijn benoemd bij bet Rijks
prentenkabinet te Amsterdam tot directeur
jhr. H. Teding van Berkbout, thaus onder
directeur, en tot onderdirecteur mr. N. Beets,
thans assistent bij dat kabinet.
Bij Kon. besluit is aan N. J. J. de Voogd,
op zijn verzoek, eervol ontslag verleend als
leeraar aan de R. H. B. S. te Den Helder.
Bij Kon. besluit is bij het wapen der genie,
bij den staf, benoemd: tot kolonel, de luite
nant-kolonel W. J. A. Colthoff, van dien
staf, commandant in het 2de genie-comman-
dement; tot luitenant-kolonel, de majoor J.
A. Nebbens Sterling, van dien staf, eerst-
aanwezend-ingenieur te Gorinchem;
bij het personeel van den geneeskundigen
dienst der landmacht, tot dirigeerend paar
denarts, met den rang van majoor, de paar
denarts der lste klasse A. Frederikse, van
bet lste regiment veld-artillerie.
DE MINISTER VAN JUSTITIE.
De minister van Justitie mr. E. R. H. Re-
gout, wiens toestand, naar wij reeds
mededeelden, daar zeer verminderde, is Za
terdagavond 10 uur uit Nizza in den Haag
aangekomen, in een speciaal ingericht sa
lonrijtuig van de Fransche spoorwegmaat
schappij P. L. M. De toestand van den beer
Regout is ernstig, hoewel de lange reis hem
niet te zeer vermoeid beeft.
Wij lezen in de Haagscbe Brieven van „De
Tijd":
Door ons, Katholieken van 's Gravenhage,
heeft het een schok gejaagd op het bericht,
dat een zijner beste en nobelste mannen, in
de volle kraebt van zijn leven, zoo rijk aan
beloften, verre van huis op 't ziekbed werd
neergelegd. In het oude jaar waren wij al
een weinig verontrust geworden door de tij
ding, dat minister Regout, om redenen van
gezondheid, zijn arbeid tijdelijk had moeten
staken en zich gereed maakte, in het buiten
land herstel te zoeken. Wij troostten ons ech
ter, dat wij stonden voor een lichte overspan
ning van een man, aan wien de arbeid lief
was en die daardoor uit den aard geneigd
is, zijn krachten wat te overschatten, en wij
hielden ons overtuigd, dat wij den kloeken
werker weldra frisscher dan ooit terug zou
den zien, om de begrooting van Justitie in
de Eerste Kamer te verdedigen met het suc
ces, dat na zijn optreden onafscheidelijk was.
En al is er zeker ook thans nog alle reden
te hopen, dat wij den nog geen 50-jarigen
bewindsman in ongerepte kracht zijn werk
zullen zien hervatten, zoo wijst toch alles er
op, dat zijn ongesteldheid ernstiger is, dan
wij, onzen'wensch nemende voor de werke
lijkheid, dachten en dat althans zijn gedwon
gen rust van langeren duur zal moeten zijn,
dan gedacht werd, ook al slaagt het gebed
van het Katholiek Nederland, dat zooveel
mogelijk te bespoedigen. Dat katholiek 's Gra
venhage in dat gebed zal voorgaan, is iets
dat vanzelf spreekt. Minister Regout heeft
zich in de kleine acht jaren, dat hij hier
woonachtig is, niet alleen volkomen inge
burgerd, maar was vanaf den eersten dag,
dat hij hier kwam wonen, een stuk van de
katholieke ziel, van de katholieke beweeg
kracht. Hij gaf zich met al zijn toewijding en
al zijn kracht onmiddellijk en geheel aan de
katholieke zaak en het katholieke leger be
groette hem, alsof zij hem .altijd had gekend,
onmiddellijk als zijn leider en nam hem aan
als een der aanvoerders, in wiens beleid men
het allergrootst vertrouwen had. Er kon haast
niets meer gebeuren, of Regout moest er hij
zijn, Regout moest de leiding hebben, van
Regout moest de bezieling uitgaan. Toen in
Juli 1910 door zijn benoeming tot minister
van Justitie, mr. Regout huiten het dage-
lijksch openhaar leven werd gesteld, werd
dit hoewel hij geen 5 jaar hier woonde
als een verlies in bijna alle katholieke krin
gen gevoeld. Men begrijpt dus, hoe schrij
nend het leed was, dat wij gevoelden, toen
een der eerste dagen van dit jaar juist
vier jaren nadat onze onvergetelijke Bevers
midden in de uitoefening van zijn ambt plot
seling werd geveld het bericht van zijn
ziekte kwam en hoe wij, Katholieken, vanaf
dien dag den hemel geweld doen, om te ver
krijgen, dat deze man, die met zijn talenten
zoo wist te woekeren voor onze zaak, voor
ons niet alleen gespaard hlijve met behoud
van zijn volle arbeidskracht. Wij zouden hem
gaarne erbij zien, wanneer straks naar wij
nog altijd hopen, door de bevestiging der
rechtsche meerderheid het Kabinet-Heems
kerk wordt ingehuurd".
en welke bevoegdheden van bij zonderen
aard casu quo naar haar oordeel, overigens
aan het bezit der daarbij 'behaalde getuig
schriften waren te verbinden. Haar werd de
bevoegdheid verleend om in het door haar
haar uit te brengen advies bovendien hare
inzichten uiteen te zetten omtrent andere
rechtstreeks of zijdelings met de regeling
der opleiding verband houdende punten, van
welken aard het zij.
Het rapport is thans verschenen, en aan
den Minister uitgebracht.
BESCHERMING VAN DIEREN.
Het hoofdbestuur van de Nederlandsche
Vereeniging tot bescherming van dieren
heeft dezer dagen vergaderd onder voor
zitterschap van jhr. mr. R. A. Klerck.
Een herhaald verzoek aan het hoofdbe
stuur der posterijen en telegrafie, om even
als in 1905 af te zien van het denkbeeld om
hondentractie in te voeren voor het trans
porteeren van postpakketten ten plattelan-
de, heeft ditmaal geen succes gehad.
Evenwel werd van het hoofdbestuur de
verzekering verkregen, dat met de gemaak
te opmerkingen rekening zal worden ge
houden.
Daar wellicht de tentoonstelling De Vrouw
18131913 een gewenschte gelegenheid
geeft om meer in het bijzonder, de mode
te brandmerken, die zoo talloos veel slacht
offers eischt in de dierenwereld, hebben de
dames-leden van het hoofdbestuur zich in
commissie gesteld om daartoe een geschikt
plan te ontwerpen.
JHR. DE SAVORNIN LOHMAN.
Jhr. mr. A. F. De Savornin Lobman zal,
zoo bericht het Vaderland, om redenen van
gezondheid gedurende eenigen tijd de Ka
mervergaderingen niet ,dan bij uitzondering
bijwonen.
OPLEIDING VAN DE HOOGERE INDI
SCHE BESTUURSAMBTENAREN.
Bij beschikking van den Minister van Ko
loniën van 18 September 1912, werd eene
commissie ingesteld met de opdracht om
advies uit te brengen nopens de vraag aan
welke eischen, wat betreft hunne weten
schappelijke voorbereiding, de bij de voor
genomen regeling van het bestuurswezen in
Nederlandsch-Indië bedoelde Europeesche
ambtenaren, bestemd voor de uitoefening
van de algemeene bestuursleiding, zullen
hebben te voldoen, welke inrichting aan de
daartoe vereischte studiën zal zijn te geven
en welke algemeene eischen van bekwaam
heid voor de toelating tot die studiën dan
wel tot de daarbij gevorderde examens te
stellen zullen zijn; voorts, hoedanig die exa
mens in het door de commissie gewenschte
stelsel van opleiding zullen zijn te regelen
Een moedige daad beloond. In den
avond van 30 Juli van het vorig jaar riepen
eenige kinderen, die op den hoek van Wol-
wevershaven en Vlak te Dordrecht speel
den, dat er een te water was gevallen. Het
bleek te zijn de 6-jarige Toon Dans, die in
levensgevaar verkeerde. Gelukkig kwam
juist de 13-jarige Jansje Bouman per rij
wiel aanrijden en terstond den toestand
overziende, stapte zij af, trok haar mantel
uit en sprong als ervaren zwemster in de
haven. 'Zij wist den knaap te grijpen en naar
den kant te brengen, waar anderen hem
een stok toestaken om hem naar zich toe
te trekken. De jongen lie-t dien stok echter
los en viel opnieuw in het water, maar het
moedige meisje greep hem opnieuw, zoo
dat de drenkeling toen met behulp van een
haak op den wal gebracht kon worden, zon
der letsel te hebben bekomen.
Die moedige daad bleef niet onbeloond.
Gistermiddag was Jansje Bouman 'door den
Burgemeester van Dordrecht ten Raadhuize
genoodigd, om een huldeblijk in ontvangst
te nemen.
Zooals men weet, heeft de Amerikaansche
philantroop Carnegie een aanzienlijke geld
som ter beschikking gesteld van eene com
missie om uit de renten daarvan beloonin
gen toe te kennen voor daden van helden
moed in het burgerlijk leven. Van dat fonds,
dat over de gansche wereld werkt, bestaat
ook in Den Haag eene commissie en deze
heeft in de moedige redding aanleiding ge
vonden om onze jeugdige stadgenoote een
kostbare herinnering te schenken.
In tegenwoordigheid van den gemeente
secretaris en den vader van het meisje,
den heer G. Bouman, sprak de burgemeester
Jansje hartelijk toe, wenschte haar geluk
met de moedige redding en sprak de hoop
uit, dat zij mocht voortgaan met het betoo-
nen van menschlievendheid en anderen ten
voorbeeld zou strekken.
Als aandenken stelde hij de redster ter
hand een fraaien massief gouden schakel
armband met gedenkpenning, waarop ge
graveerd staat: „Het Carnegie-Heldenfonds
aan Jansje Bouman ter herinnering aan 30
Juli 1912", in een keurig étui.
(„Dordt. Ct.")
Vergaan. Tijdens een hevigen storm
is hij Carnoustie dicht bij Dundee, de Ne
derlandsche schoener „Anfiena", van Bre
men komende, op het strand geworpen. Van
de bemanning werd alleen de kapitein ge
red. Drie man 'verdronken.
De Roerdinkholders. De ontslagen be
ambte van de Haagsehe Tramweg Mij. en
diens echtgenoote, die, nadat tegen hen bij
verschillende vonnissen, ter zake van de be
kende straatrelletjes in het vorige jaar ge
vangenisstraffen van respectievelijk 6 dagen
en 7 maanden waren uitgesproken, naar Bel
gië waren uitgeweken, zijn Zaterdag, kort
nadat zij uit het buitenland in Den Haag wa
ren teruggekeerd, in de Vlamingstraat ge
arresteerd. Op het bureau kreeg de vrouw
een toeval en werd onder geneeskundige be
handeling gesteld. Voor hun twee kinderen
wordt zorg gedragen door de politie.
De oplichting in den Haag. In de gemeen
telijke Bank van Leening te Rotterdam is in
beslag genomen een gouden ring met bril
janten, afkomstig van een oplichting van
een juwelier in Den Haag gepleegd. De op
lichter was per auto naar Rotterdam ge
gaan en beleende daar den ring. Hij ontving
er 25 voor.
Moord? Vrijdag is te Noordbroek de
vrouw van S. voorover in de regenbak ge
vallen en verdronken. Er wordt aan misdaad
gedacht.
Branden. Op het landgoed Staverden
nabij Elspeet is de dubbele boerenwoning
„De Haverkamp" tot den grond afgebrand.
De stinkende gouwe. Dezer dagen wan
delde ik, schrijft het Hbld., aan den voet
van het „kopje", terwijl twee jongens, op
zoo'n imitatie-auto, gemaakt van wielen van
een kinderwagen, er hard kwam afrijden.
Achter hun auto hing aan een touwtje een
groote, halfvergane bokking te bungelen.
„Wat voeren jullie toch uit?" vroeg ik.
„Auwto" reesen", was natuurlijk het ant-
„Maar wat beduidt dat vieze ding?" vroeg
ik op den bokking wijzend.
„Da's 't stank."
Een ontmoeting. Zij zaten bij elkaar
in de wachtkamer van het station.
„Mijnheer, zoo begon de een tot den an
der, dien hij niet kende en hij haalde zijn
notitiehoekje voor den dag: heeft u wel
eens ernstig nagedacht over de onbestendig
heid van dit leven, zoqdat men "in tijds
behoort te zorgen voor hen, die men lief
heeft, en
Of ik daarover wel eens heb nagedacht?
Dat zou 'k' meenen. Ik ben agent eener
Levens verzek er ing.
„Ah hm 'k' geloof dat we vandaag
regen krijgen! zei no. 1 en met een nijdige
beweging stak hij zijn notitieboekje in zijn
Ziaik.
Gelukkige lamp. Zij„Gek, hé man,
telkens als we 's avonds mama verwachten,
gaat de lamp uit."
Hij: „Jal... ik zou liefst hetzelfde doen".
Onnavolgbaar. Een der rijkste mannen
van Chicago, zekere Armour, spreekt nooit
over zichzelven.
„Hoe is het u gelukt, van niet tot iet
te komen?" vroeg'een vriend der jeugd.
Het lakonieke antwoord was: „Door mijn
mond te houden."
/WELDADIGHEID NAAR VERMOGEN."
Men schrijft ons vanwege de Vereeniging
„Weldadigheid naar Vermogen":
Van 25 December 19126 Januari 1913
werden de volgende extra-giften ontvangen:
N. N., Jkvr. L. J. Q. v. U., Mej. H. F. S
v. L., A. 6., ieder f 100; J. H. iW. d. B., f 75;
H. H. B., f 60; W. A. v. V., Mevr. wed. B.
J. W., Mevr. Douair. Q. v. U., ieder f 50;
B. G. t. B., Dames K., ieder f 40; Mevr.
wed. D. de ,W., Jbr. F. T. v. B., Mr. A.
A. v. d. M., Mevr. T. v. B., G. J. v. W,
Mej O. A. v. W. C., Mevr. wed. E. A., Mr.
Dr. W. F. v. L., Mevr. Douair. H., C. D. v. d
V., ieder f 25; Mevr. wed. Mr. J. d. C. v.
W., Mevr. Douair. S., A. de O., ieder f 20;
O. K., f 12; N. N. (postm. Bloemendaal),
J. H. A. K., Jhr. Mr. D. E. v. L., Mevr.
wed. Ds. H. S., J. V., Mevr. wed. Prof. A.,
A. B. de H., Mr. P. D.; W. M. t. H. d. L,
Mevr. wed. J. H. A. A. K., A. J. K., Mevr.
wed. J. J. L., S. R. A. v. d. M., A. B C,
Mej. E. A. C. A.; M. V. P., W. J. P., Mevr
wed. A. de C. P., Mr. C. H. B., J. A. F.,
L. P. de S., Mevr. wed. Dr. N. D. S., N. N.,
Jkvr. W. A. J. H., Mej. L. C. B. M., Mevr.
wed. Mr. C. P. H., G. H. L. V., J. A. W,
ieder f 10; Mej. J. G. F., N. N., Ds. A. B.
J. Ph. O., Mevr. wed. P. G., Mevr. wed.
Sz., T. C. A. B., W. J. B. v. B., J. R
J. Ph. C., Mevr. wed. P. G., Mevr. wed. W.
v. H., O. M. J. v. d. H. R., H. L. J v R,
Mevr. wed. M. O. K., H. C. K., H. D. M. B,
G. K. M., P. en O., S. R. S., Mr. F. G.A S,
Mr. A. A. S„ Mevr. T., Mr. J. N. J. E. H T,
H. D. Tj. W., Jr., Mevr. wed. H. H. v. W.,
H. W-, Mr. Dr. J. W., Mr. A. W. T., Mevr. J
H. M. v. d. V., Mej. J. O., Mevr. wed.
W. H., W. T. K., Mevr. wed. W. K. L., M.
W. S., E. A. V., Mevr. Wed. Ds. J. C., Mevr.
wed. J. J. H., Mevr. wed. Mr. W. Th. P. de
M., H. P. M. A. V., ieder f 5; F. C., fam.
v. G., Ds. H. de L., A. S. v. L., firma C.
G. L., ieder f 3; D. A., Mej. A. de C. v. W.,
Mej. J. de O. v. W., Mej. C. de C. v. W.,
Dr. J. P. J. G., Mevr. wed. S. S. Rv G. P
de B., Mevr. wed. J. J. F. B., W. B. Cz.,
Mej. A. E. B.; Dr. H. J. O., Mej. A. v. O,
Mevr. wed. Mr. J. F. F. v. D., M. F., Dr. A
H. G., J. A. G., B. H., Mevr. wed. F. G. N
H. M.; Mej. D. H., F. E. H., J. M. G„ CH,
L. H., L. M. J. I., D. O. K., V. L., Dr W
E. M., Mr. A. S. M., Dr. A. R. v. d. L, A O
S., J. L. F., Mevr. wed. C. A. T., Mevr. wed.
E. V., Dames v. Y., Mevr. W., Mevr. wed.
J. B. A. M. W., Mevr. wed. A. D. Z. M.,
C. H. A. de 1, P., J. C. B., Mr. A. H. J M
E. V. Jr., Dames B., ieder f 2.50. Mevr.
wed. J. W. D., Mej. W. S. L. O. D. v. T,
A. v. d. L-, O. J. J. N., N. P., C. L W,
v. IJ., A. R., firma R. en Co., C. D., ieder
f 2; A. v. d. L. Jr., H. K., ieder f 1.50; T.
C. N., H. G. v. d. P., C. E. R., Jr., Mevr wed
A. C. A., Dames B., Mej. J. P. A. B., J. H.
B., Ds. J. O. B., A. D., Dr. A. C. D., G
J. v. G., Mej. J. J. K., G. F. P., Mevr. wed
W. F. R., W. B. V., J. B., Dr. G. W. B,
G. J. J. G., J. L., J. E. S., P. v. T,Z H S,
ieder f 1. Doktersbusjes f 0.61. Totaal
f 1710.61.
Van de 1500 Kerstmis-kaarten zijn 'thans
169 terugontvangen; 1331 kaarten ontbre
ken nog! 24 jaren heeft W. n. V. gearbeid,
om na grondig onderzoek de werkelijk hulp
behoevenden te steunen, maar dit is alleen
door samenwerking en algemeene medewer
king mogelijk; 8 Januari 1912 was ontvan
gen f 2248.39Vz.
Helpt ons, steunt ons, menschenvrienden,
de hulpbehoevenden zullen er u zoo innig
dankbaar voor zijn.
Zendt s.v.p. de ingevulde kaarten of gif
ten aan den Penningmeester, den heer S.
Crommelin, Staten Bolwerk 5.
Vorige
II januari.
3 pCt. Cert. Ned. W. S.
21/j pCt. Cert.
pCt. Tabaks! Buig.
4 Oblig. Kroueurenls
5 pCt. April—Ocloberrcnle
4 Jan.—Julirenle.
i
fiusiand 1SJC9
iwangor Dombröwo
s» Groote Russ.sp. 1898
Nico la i Sp.
Ruslanu iggo
Zuid-West
Rusland Hope
Rusland 1891 lie Em.
Rusland Binnen!
5 pCt Imp. Lr «n Japan
5 pCL Brnnf Mexico.
5 Goud! tn p. SL
5 pCL Funding Brazilië,
5 Bahia in p. S!
5 Para lUUZ
5 Kio de Janeiro (F. D
5 SSo Paulo löüg
5 pG! Dominica
4 Alus remain 1904
4 pG! Algeiu. 11.11. R.
4 Haat;! 11.Bk.
5 pCt. RoUerd. Can. H. B
pG! Argent il.B.L.
5 dito Cedula R.
4y» Ung. Land C.Sp.
4yz'',o liong H.B. comm. oh..
Aand. Amalgamated Cóppei
t, Am. Gar «u x o.
f, Am. Hide en Leuih
Unileo Cigar Al. cy
United Stales Steel
I, Cut! Mij. Vorsieai,
Hand. Maa Lscn
Ketanoen gew.
Ketanoen prei.
AancL Reujang Lebung.
Sinkep Tin Mij.
Great Conor
Aam! üeconauu Petrol.
Intern. Rum.-Petro!
RoninkLyae petr.
A and. Amatei'd. Rubber.
Pp Deti-Baiavia
Neder!
Oost-Java Rubber.
K. Ned. Slooinb. Ai.
Ned. Amer. St. Mij.
Comm. Marine
t> Pref. id.
D/g pCi. om. alarms
AancL Amsterdam Deli
Amst. Ca-,0„a,.. gew
Arenusburg labak.
Medau 'l ab. Al ij.
Ass. Mereita Is le pre.
Pref. Peruv. Corp.
Aam! Hon. Spoot
Aam! Staatsspoor
4Vj pG! Gin. ünaergrouu,
R/gpG! Alosk. Kieuw „Wor.
4 Va p, W ladikawkas.
4 pGt. .WiauiK.awk.us 1894
Comm. Atcbison. Top.
4 pG! Atg. lijp. iopeka
4 Gonv. Bd. idem.
5°/o Cuba Railr. Cy. le liyp.
Common Denver
Common Erie
4 pCL general Erie
Common Kansas C. Sou in.
Pret. Kansas C. South.
Common Missouri K. I,
4 pCL lc hyp. idem.
4yj pCLNa! Railw oi Mexi.
Common New-York Oatan
Common Norioik
Common Rock Island
Common South Pacific
4 pCL Convert idem
4 pp le Rel. Hyp. idem
Comm. Southern Railw,
Common Union Pacific
4 pC! goud Ob! idem
4 Convert Ob! idem
Common Wabash Sh,
Canadian Pacif.
41/} pC! Brazil Railw.
5 pCt. Yucatan.
41/3 pCt Soraeabana
lyt pC! Antwerpen 1887.
2 pCt. Antwerpen 1903
Turkije 1870.
AancL Batavia Electr,
v Madocra Stm. Pref.
Prolr-
781/, j 7g31
16-|r 66y/8
9
8
881/,
861 2 SG'/o
y-7s
y-u u
8d1/2 87
y d/w
851/,f 87
S4U/
1J7 '6
'8<jyv
9zi/8
9
4 B/.
lUJl
y?
y/i/p
9öi 4
lUi 6/ie
lOo
i,08
Ui
955/,
91*/16
cl/2
v 1/
1 oSj,
1771/p
1
Aö
tUfh
"141it 1045j)f
7
9o y4
77
öö-ï/p
'ö'/8
I
b 1,
I
.684/4
81
«61/2
96-/4
754/4
Ö4?/q
26 72
l U
679;i6
lob
17 hl/2
91/4
U 27
Ü8
.4 275
11/ic 67
.1/2 -2aJ/2
.91/3 1251/2
JÖ3J/2
1.81/2 -U'/.,
i.ó2i i
8 67
i«4'|B loïl/.i
l3D/h laiö/
194
413/m öl/lt
oo<716 bui/ie
64. 08 7
0041/f) 801
t
1U. i>/4
obi/2
68 jg
90
iUO',1,
96 ./u
iOt)? if
9<-l/2
1U*9 16
.016/,
2o9,
*7%
971/2
90
101
961 f
551,
95
0 '/ie
166'/ir
yïu/i6
16
ic
óL
2ö6/g
02 ib|,(
28a/4
94 R/16
681 4
32l/2
lu
'iOoy/16
92»,
93
10l6/8
V lHi
311 »/|f
76
2b'7g
6^1/
266/g
946/g
32i/2
*4ii/1( 24ö/8
10oi/16 lubi/4
V2-/4
93 9211»/,e
281/,
162»/ 8 16284
967|8 98'/g
9bi/2 97
4 31 /,f
Uö81/2
»1"/U «l'/l
96Vg
88»/4 838/4
81 801/.-
69»/u 69»/,c
4o
»3
9616/lf 968/4
783
bÖ^/g
76i/s
551/g
27
5Ul/g
678/4
93/4
280
871/4
2251/2
128
>651 n
222
88!/2
.32
197/,
3031/4
f64
37/4
6.)
Door diep medelijden bewogen, kwam bij
langzaam nader, aanhoorde 's zangers oot
moedige bede en was niet ten onrechte ver
ontwaardigd over de hardvochtigreid, waar-
Van de ruwe portier blijken gaf.
Zich niet langer kunnende weerhouden, was
de graaf, zooals wij reeds weten, te voor
schijn getreden,
Ongelukkige, vervolgde hij tot zijn be
diende, gij gevoelt alzoo in uw schuldig hart
geen zweem van medelijden met uw armen
broeder? Ik ontsla u uit mijn dienst! Mor
gen zult gij vertrekken.
De portier stond op, slaakte een diepen
zucht en begaf zich weer naar zijn vertrekje.
-De graaf echter richtte het woord tot Fer
nando en sprak:
Nader, vriend! Ik wil het ongelijk her
etellen, dat mijn portier u aandeed.
Dat de Heer u immer zegene, edele
Staaf, zei thans Fernando; ik durf u ver
zekeren, dat uw goedheid niet met ondank
beloond zal worden.
Gij zijt geen gewoon bedelaarher
nam de Croix, terwijl hij Fernando hij de
hand nam en hem vorschend in het gelaat
keek. De zachtheid uwer handen, uw fiere
houding, kortom alles zegt mij duidelijk dat
deze armoedige kleeding een man van rang
herbergtOngetwijfeld is een zware ramp
over u neergekomen. Welaan, stort uw hart
uit in het mijne; ik beloof u, op verlangen,
gaarne stilzwijgendheid en indien mij zulks
mogelijk is, herstel dan het onrecht, dat u
's menschen hoosheid wellicht heeft aange
daan. Hierop verpand ik mijn eerewoord.
Duld, edele heer, dat ik den sluier niet
verscheure, die het geheim mijner ongeluk
ken verbergt, antwoordde Fernando. Ik ge
voel zulk een walging van de wereld dat het
mij onmogelijk is rust te vinden, tenzij bui
ten het gewoel der samenleving, waar ik in
vrijheid mijn voor immer vervlogen geluk
kan beweenen. Gij hebt u niet vergist; ik
behoor tot den eersten adel van Spanje....
Ziet, vervolgde hij, zich thans de borst ont-
blootende. men verleende mij het grootkruis
van Santiago.
Uw gelaatstrekken, heer, hernam de
graaf, terwijl hij een buiging maakte, ver-
schoonen n van elk bewijs; ik eerbiedig uw
stilzwijgen en zal geen onbescheiden vragen
meer stellen. Het is mij genoeg te weten,
dat gij ongelukkig zijt. Welaan, treedt bin
nen, en aanvaard met onbevangen gemoed
de herbergzaamheid, die ik u van ganseker
harte verleen.
Vervolgens liet graaf De Croix voor zijn
nieuwen gast een kamer in gereedheid bren
gen, geleidde hem daarheen, beval dat men
den uitgeputten reiziger een versterkend
maal zou opdisschen en verwijderde zieb, na
Fernando met warmte de hand te hebben ge
drukt.
Het behoeft wel geen betoog, dat Fernan-
do's erkentelijkheid jegens den edelen afge
zant grenzeloos was.
IX.
DE SCHUILPLAATS tusschen de
BERGEN.
Reeds had de lente tweemaal den winter
opgevolgd, sedert Valeria de hut des vis-
schers kwam bewonen.
Hare smart was_ niet meer zoo hevig; de
zoete vrede, welke in haar omgeving heersch-
te, had de wonde, in heur jeugdig hart ge
slagen, een weinig gezalfd. Desniettegen
staande verdween de herinnering aan Fer
nando geen oogenblik uit haar geest.
Van hun zijde ontzagen de valleibewoners
geen moeite, om Valeria het leven zooveel
mogelijk te veraangenamen. Fernando's ge
malin leefde in den boezem dier brave fa
milie als bevond zij zich op het voorvaderlijk
slot, dat wil zeggen: zij beoogde slechts één
doel, een nauwkeurige plichtsbetrachting.
Op zekeren avond kwam echter Ruperto
later dan naar gewoonte van Sevilla thuis.
Men kon den rechtschapen visscher aanzien,
dat hem iets pijnlijks op het hart lag, want
zijn anders blij gelaat was met een waas van
treurigheid overtogen. Op een liefdevolle
vraag, door Valeria tot haar weldoener ge
richt, ontving zij het volgende antwoord:
„Edele vrouw, ik heb te Sevilla vernomen,
dat men nieuwe pogingen in het werk stelt
om uw schuilplaats te ontdekken. Reeds zijn
talrijke spionnen uitgezonden; door wie? Ik
weet zulks niet, doch men gelooft algemeen,
dat graaf Oviédo hun diensten heeft inge
roepen. Men beweert, dat hij met uw vader
gebroken heeft en hem een eeuwige vijand
schap zwoer. Ik acht het mij ten plicht, me
vrouw, u nopens het dreigend gevaar te ver
wittigen
Niet weinig ontsteld door deze onverwach
te tijding, bewaarde Valeria gedurende eeni
ge oogenhlikken het stilzwijgen. Vervolgens
sloeg zij den blik en hemel en antwoordde:
De Heer heeft mij tot nu toe tegen mijn
vijanden beschermd; ik stel mijn vertrouwen
op zijn goedheid en zal niet beschaamd wor
den. Wat u betreft, waarde Ruperto^ gij hebt
mij reeds zoovele bewijzen uwer goedheid
gegeven, dat ik ook voor de toekomst op
u durf rekenen.
God verhoede dat ik u ooit *ou«e ver
laten! riep de brave vissoher u»t, «oen uw
leven is in gevaar en daarvoor moet gij, ten
minste voor eenigen tijd, een veiliger schuil-
23
271/,
6 '2l/2
287/,
33
2484
28
4*/ie
918/4
plaats opzoeken. Ik zal u naar de vallei van
Almeria, aan den voet van Alpujarra's ber
gen geleidden. Daar wonen bloedverwanten
mijner echtgenoote, die u met liefde gast
vrijheid zullen verleenen. Als gij dit voor
stel aanneemt, begeven wij ons reeds morgen
bij het aanbreken van den dageraad op weg.
De gravin stemde gaarne toe en zette zich
aan den arbeid, om de noodige toebereidse
len voor de reis te maken, terwijl Ruperto
zijn schreden naar een niet ver afgelegen
pachthoeve richtte, waar hij ten behoeve van
Valeria en haar kind een muildier wilde
leenen.
Nauwelijks vlamde het eerste morgenrood
aan den oostelijken hemel, of de gravin ver
liet haar legerstede en maakte zich gereed,
om met Pedro en Lucia den tocht te aan
vaarden. tj,,
Vaarwel, sprak Valeria tot de ««cd® 1-
vira; een hartelijke kus en de tr®ne
gij op mijn wangen ziet j di
eenige teekenen van dankbaarhe d ctie ik
voor het oogenblik kan geven. Doch wanneer
de Almachtige zich ee,amaal verwaar»dtgt m«
het verlorene terug te schenken, 0! wees dan
overtuigd, dat ik u nimmer zal vergeten!..
Den volgenden dag tegen het invallen der
duisternis, bereikte men het dal van Alme
ria. De gravin werd door Elvira's bloedver
wanten met groote hartelijkheid welkom ge-
heeteu, en na onderlinge beraadslaging, gaf
men Valeria een fraaie schilclerachimr fc.lo-