DAGBLAD voor NOORD- en ZUID-HOLLAND.
1000
400
300
150
100
10
15
Nog meer Theorie!
STADSNIEUWS.
„Gysfereeht van Aemstel."
omsc
Kindei*huisvest 29-3I-33, Haarlem
EERSTE BLAD.
NS DAG 14 JANUARI 1913
>l>7ste Jaargang No. 8034
Bureaux van Redactie en Administratie
Intercommunaal Telefoonnummer 1426.
X?if jnuenmsi*
tvsee bSaden.
bestaat
n.
Haarlemsche Aliedagjes No. 763.
s
HK HMfKXHE COffltl
ABONNEMENTSPRIJS»
Per B maarden voor Haarlem 1 y 1.35
Voor de plaatsen, waar een agent ïs gevestigd (kom der gem.) - 1.35
Voor de overige plaatsen in Nederland franco per post 1.80
Afzonderlijke nummers 0.03
PRIJS DER ADVERTENTlëNi
Van 1—0 regels 60 cent (contant 50 cent). Iedere regel meer 16 et.
Buiten Haarlem en de Agentschappen J5 et per regeL Bnitent 20 ct
Dienstaanbiedingen 25 et. (6 regels), driemaal voor 50 et contant).
GULDEN bij
levenslange onge
schiktheid tot
werken.
Alle betalende ahonné'a op dit blad, die in Kei bezit eener verzekeringspolis *0n> *8n volgens de bepalingen op de polissen vermeld, tegen ougelokken verzekerd voor»
GULDEN bij .9 fff f| GULDEN b>3 9 39 GULDEN bij
jrerlies van
GULDEN b8
overlijden.
Verlies van een
hand of voet.
verlies van
één duim.
één oog.
De nltkeerfng dezer bedragen wordt gegarandeerd door de Maatschappij „Hollandscbe Algemeens Verzekeringsbank" te Schiedam,
SULDEN bij
verlies van
één
wijsvinger.
GULDEN bjj
verlies van
één andere»
vinger.
AGENDA. 15 Januari.
Gebouw St. Bavo R. K. Volksbond
8Vt uur R. K. Kiesvereeniging. Algemeene
vergadering.
Sociëteit „Ve reen i gin g" 8 uur
Haarl. Muziekkorps. Concert.
Bioscoop theater Groote Markt
Voorstellingen.
Apoll o-tbeater Bftrteljorisstraat
Voorstellingen.
Teylers Museum Tentoonstelling
van moderne aquarellen.
Bisschoppelijk Museum (Jansstraal,
79). Geopend eiken dag van 10—5 uur, tegen
betaling van 25 cents. Uitgezonderd Zaterda
gen en II. K. Feestdagen.
Het /erslag maakt vervolgens melding van
dagbladartikelen, waarin het standpunt, van
het anticomitó wordt uiteengezet. Ongeluk-
kig zijn deze artikelen meestal verschenen,
niet in de streken die door den vrijhandel
geteisterd zijn maar daar, waar de vrijhan
del in merg en bloed zit, waar men gewoon
is de agent te zijn van den buitenlander,
waar men do nadeelen niet ondervindt en
dus van alle zijden gelijk krijgt. Terwijl men
ook_op den steun van die bladen kan re
kenen, die deze regoering niot mogen heb
ben. Dat gaat er daar in als gesneden koek.
Maar in de arme provinciën hoeft men der
gelijke artikelen' als ze eens een enkele
maal tot verbazing van velen verschenen,
niet onbelicht en onbeantwoord voorbij laten
gaan. De door den voorzitter zoo zeer ge
smade provinciale pers heeft zich ferm ge
houden en had eenvoudig lak aan de onbe
wezen stellinkjes en artikelen van het anti
comité. Men zag rond en voelde onmiddellijk,
dat van uit Amsterdam geen heil, noch ver
betering te wachten was.
Heel voorzichtig, maar toch doorzichtig,
door den woordenvloed heen, hooren wij over
de inmenging in de Ommensche keuze pra
ten wat heel weinig klopt met de latere
verzekering van den voorzitter „het aller
gevaarlijkste in ons land is de vermenging
van politiek met bescherming". Waarom niet
gesproken van „de vermenging van politiek
met vrijhandel." Wat deden de anti-tarief-
menschen in die netelige politieke kwestie
dari?
Nu wij verwachten, dat het Anti-Comité
in dit jaar 1913 dan eens openlijk zal too-
nen, dat het niet aan politiek meedoet; wij
zullen niet nalaten de hoeren op de vingers
te kijken.
Vele onverdiende verwijten zijn het Anti-
Comité naar het hoofd geslingerd, zegt men.
Wij gelooven het! Ondankbaarheid is nu een
maal zeer verspreid en aangeboden diensten
zijn zelden welkom. Maar mogen wij eens
vragen, hoeveel verdiende verwijten het
Anti-Comité ontving? Geene? Geen enkel
van de gekrompen klein-industrie Geen en
kel van de noodlijdende fabrikanten? Geen
enkele van de klantenlooze kunstindustriee-
len? Geen enkele van de zwakke bouwmate
rialen vakken? Hé, dat is toch een mirakel 1
Maar wat men niet gaarne hoort, hoort men
niet, dat is de kwestie en vertelt men
dus ook niet.
Het anticomité heeft nog veel strijdma
teriaal, zegt het en is er van overtuigd, dat
de strijd nog lang niet uitgevoch
ten is. Dat noemt de Franschman: enfon-
cer des portes ouvertes, open deuren intrap
pen 1 Dacht het anticomité, dat de tegenstan
ders voor het oorlogsgeweld het veld zouden'
ruimen, waar zij de pro-argumenten en Strijd
middelen overal zoo maar voor 't grijpen
hebben? Dacht het soms, dat de voorstanders
van het tarief de regeering, die op voor
treffelijke wijze in deze zaak tiaar plicht doet,
in den steek zou laten? Geen noodl Dacht
het anticomité een waarachtig volksbelang
weg te adverteeren met eon aantal briefjes
van duizend gulden aan advertenties wegge
worpen
Meende het een dringende wet tegen te
houden met ettelijke millioenen plakzegel-
tjes, de provincies ingezonden? 'tGaat ,om
een beginsel, dat men daaraan denkei
Moeten wij, op enkele uitlatingen na, te
vreden zijn over de wijze, waarop over de te
genstanders gesproken werd, onze openlij
ke afkeuring mogen wij niet weerhouden voor
de hooghartige vernederende manier waarop
do Voorzitter geliefde te spreken over de
tweedehands-plionograafpers. Welke is deze?
is natuurlijk niet te ontkomen, maar nn er
sneeuw ligt en de gemeente niet zorgt voor
zandstrooiing of wegruiming daar ter
plaatse, is het daar inderdaad méér dan le
vensgevaarlijk. Een rijtuig, zoo meldt men
ons, slipte er gistermiddag, en twee kinde
ren kwamen als door een wonder nog vrij,
fietsers en voetganger vallen er herhaalde
lijk....
Wü vestigen er de aandacht op: 'tis een
kleinigheid, maar.... een ongeluk liet in een
klein hoekje!
EEN KLACHT VAN 'TOOGENBLIK.
Men vraagt -ons de aandacht te vestigen
op een zeer gevaarlijke plaats, die in dezen
tijd van vorst en sneeuw blijkbaar aan de
aandacht van wie het aangaat, ontsnapt.
't Betreft n.l. den zeer gevaarlijken afrit
aan beide zijden van de Schoterbrug naar
het Kenaupark, onder het viaduct der H.S.M.
door. Aan het gevaar dat deze onderdoor
gang altijd oplevert door de onverantwoor
delijke wijze waarop do weg daar dalen moet,
ALGEMEEN NEDERLANDSCH .VER
BOND.
Voor de afd. Haarlem en Omstreken van
het A. N. V. zal de heer A. A. van*Rijn-
baoh, van Alkmaar, lid van de Rijkscommis
sie van de Nederlandsche Monumenten van
Geschiedenis en Kunst een voordracht houden
oven: „Oude Nationale Kunst en Moderne
Nationale onverschilligheid". Deze voordracht,
mot vele fraaie lichtbeelden, wordt gehou
den in de bovenzaal van de „Vereeniging",
op Vrijdag 17 Januari 1913( 's avonds ten acht
uur.
Op Dinsdag 21 Januari a.s. houdt do af-
deeling een gewone ledenvergadering in „de
Nijverheid", aan de Jansstraat, alhier,
SCHAKEN.
Zondag is te Wormervoer een eendaagsohe
schaakwcstrijd gehouden, uitgeschreven dooi
den Nederlandsehen Schaakbond.
Br waren 28 deelnemers. Br werd gespeeld!
in drie ronden, elk van 3 uur.
In de Hoofdklasse behaalde de heer M.
Gorter, van hier den 2den prijs; in de hoofd
klasse B, werd de le prijs behaald door
den heer Wielinga, van hier.
SCHOOL VOOR KUNSTNIJVERHEID.
De cursus voor het emailleeren, die aan de
School voor Kunstnijverheid gedurende 1913
eiken Zaterdag wordt gegeven, zal het ge-
heele jaar worden voortgezet.
Men kan dezen cursus bijwonen, zonder
het overige onderwijs der school te volgen,
doch moet eenige bedrevenheid in de metaal
bewerking bezitten.
Proeven van de werkstukken in email door
de leerlingen vervaardigd, zijn in het Museum
van Kunstnijverheid te bezichtigen.
DE BIOSCOOP. IN HAARLEM.
Apollo-tlieater.
Het nieuwe programma, dat thans het
Apollo-theater te zien geeft, heeft ook deze
week wederom groote belangstelling. Het
hoofdnummer is: Overtroefd, een spannend
verhaal, maar ook de vele bij nummers zijn
de moeite waard om gezien te worden. De
explicatie van de vertoonde film laat ook
niets te wensclien over. Ook mooie natuur
beelden weder te gemeten gegeven, ter
wijl de komische nummers, vol humor, voor
aangename afwisseling zorgen.
Bioscoop-theater. Groote Markt.
Ook' hier wordt een programma vol af
wisseling, ernst en luim, wetenschappelijke
en dramatische films, vertoond, die de vele
bezoekers geen oogenblik vervelen. Het
hoofdnummer is als altijd boeiend en doet
naar het einde verlangen van de film, zooals
men naar het einde van een spannend ver
haal verlangt, niet naar het einde, maar
alleen om de nieuwsgierigheid bevredigd te
voelen. Ook hier vullen de andere nummers
het programma zeer aardig en afwisselend
aan.
NATUURSCHOON .VAN HOLLAND.
Met dubbel genoegen denken wij terug
aan de belangwekkende lezing door me
vrouw J. M. SterckProot gisterenavond
in de concertzaal „De Kroon" gehouden.
Eenerzijds verheugt het ons dat de ruime
zaal voor verreweg de grootste helft bezet
was, terwijl ook op de balcons nog menige
zitplaats was ingenomen. Dit brengt mede
dat de kas der St. Elisabethsvereeniging
ten bate waarvan de lezing werd gehouden,
werkelijk voordeelen er van zal trekken en
anderzijds aanhoorden wij mét genoegen liet
pleidooi, dat de begaafde spreekster hield
over Mooi-Holland.
Mevrouw SterckProot deed zich gister
avond kennen als een fijnvoelende vrouw,
die oog en oor heeft voor het kleine en
toch zoo machtig grootsche in de natuur;
die de natuur en wat meer zegt, de natuur
uit onze onmiddellijke omgeving, die toch
voor zoovelen van ons een gesloten boek
is, door en door kent, er in leeft en er
een niet gering deel van haar levensgeluk
weet te vinden. Wat mooi leven is het,
als men, zooals mevrouw SterckProot,
langs Spaarneboorden en Mooie Nel, in pol
derland en in den Hout, niet alleen des
zomers, maar liet geheele jaar door, weet
te genieten van de onschatbare vreugde die
de natuur zoo kwistig in het water en de
boomen, en de wolken en de lucht heeft
verborgen. De spreekster had het niet on-
schikt geleken, zoo zeide zij in den aan
vang, om ten bate van een vereeniging,
die leeft van weldaden, te spreken over .de
onnoemelijke weldaden, dio de natuur ons
biedt in onze onmiddellijke nabijheid. Spe
ciaal wenschte zij te spreken, zoo verwit
tigde zij de aanwezigen dadelijk daarop
over het polderland, want aan de schoon
heid van den glanzenden diadeem, die den
westkant v&n Haarlem afsluit van Voge
lenzang tot .Velsen, twijfelt niemand. Dat
behoort dan ook tot de mooiste plokjes van
ons vaderland. Maar over polderland, het
echt Hollandsche land tusschen Bennebroek
en Spaarndam, daarover wenschte zij te
spreken en daarvan wenschte zij de schoon
heid in al haar glans te ontsluieren.
Mevrouw SterckProot is in dezen opzet,
uitstekend geslaagd. Met gespannon aan
dacht hebben wij geluisterd, van half ne
gen tot even tien uur, naar dit pleidooi
voor "het eenvoudige, het gesmade pol
derland, zooals de spr. het noemde. De
keurige licht plaatjes, voor een groot ge
deelte amateurs-opnamen, en welwillend aan
spr., zooals zij mededeelde, afgestaan door
den heer Bispinck te Bloemendaal, onder
streepte wondermooi de krachtige taal van
de spr.
De 19de eeuw meende spr. zal in de ge
schiedenis van Haarlem's omstreken met
zwarte kool worden opgeteekend om de
vele mooie plekjes, die zij door bebouwing
als anderszins heeft doen verloren gaan en
spr. beval in ieders sympathie aan de ver
eeniging „Haerlem," die een pleister wist
te leggen op die tijdwonde en veel van
het mooi-Hollandsche nog heeft weten te
redden.
Spr. betreurt het dat de stadsmenschen
in onzen tijd van fietsen, auto's en sporen
hoe langer hoe minder voor het sclioono
gaan gevoelen om zich heen; hoe velen vroeg
spr. wandelen döor de Groote Houtstraat
en hoe weinigen kennen het mooie gezicht
in de Kerkstraat met die kerk op den ach
tergrond. En dit is toch het werk van den
grooten De Keijser, die ook de Westerto-
ren te Amsterdam bouwde. Bijna geen
grachtje of singel, betoogde spr., of er valt
iets typisch, iets teekenends te bestudeeren.
Wij kregen daarna eenige kiekjes uit Haar
lem te zien o.a. den molen aan den Kouden-
horn met de oude brug nog: een aardig
kiekje 1 Daarna eenige kiekjes uit den Hout
en van den zelfkant van Haarlem, om dan
met de spreekster in den geest naar huiten
te wandelen en daar het verrukkelijk spel
van kleuren en ljjnen te bewonderen. Prach
tige opnamen vertoonde de spr. ons van
zonsondergang aan de zee, welk zelfde
schouwspel aan de boorden van het Spaarne
is te bewonderen. Het spel van licht en
donker; de worsteling van de zon met .de
zwarte wolken; de schittering van de zon
nestralen in 't waterdat was subliem. Hulde
aan de amateurs, die zulke opnamen maak
ten, maar ook gelukkig wij, die zooveel
schoons kunnen genieten, zonder naar het
veelbesproken Italië of naar het begeerde
Alpenland te gaan. Wat wij gisteravond za
gen was mooi inderdaad als een zonsopgang
op de Rigi of op de Brockern.
Daarna togen wij in den geest het polder
land in, geleid door de vriendelijke spreek
ster. Zij logenstrafte de bewering van zoo
vele Hollanders, die slechts een oppervlak
kig oordeel hebben over hun eigen land en
het polderland eentonig noemen. Het land
schap verscheen de aanwezigen in bijna
grenzenlooze verscheidenheid: een weelde
Vondel's treurspel, vertoond door het gezel
schap van Willem Royaards.
De ooren nog vol van Joost van den Vondel's
zoete tale het oog verzaad aan één rijke
en kostbare en harmonieuze en zware weelde
van kleur en gewaad, het hart vol dank
aan den hoogen uitbeelder van 't treur- j deel aan den onsterfelijken dichter toch im
spel der oude stad, die neerploft urbs mer komt, maar die Royaards en door hem
En ik eer dezen Royaards niet alleen als
verzenzegger en Vondelbegrijper, die ook èn»
heel de schoone taal van den dichter wéét
te doen begrijpen zoo klaar als glas, maar
óók en niet het minst als de tooneelschikker,
die al deze afzonderlijke tooneelen wist te
maken tot kostelijke juweeltjes van lijn en
kleur in harmonie, die overal zoo smaak
vol het juiste gebaar, de juiste geste, de
juiste situatie weet te vinden
Naast de heerlijkheid van het zeggen der
statige alexandrijnen, waarvan het hoogste
schikking verkregen. "V oor dit tooneel plooiden j volmaakt toonde, volmaakter dan Jan
zich zware gordijnen, die bij wijlen dichtge- j Musck, die zijn Bode-verhaal wel wat al te
schoven werden en waarop de wapens van ae dramatisch speelde, volmaakter dan Co
Amstelstad en het geslacht van Aemstel
prijkten, en dan verscheen daarvóór het
koor, in eenkleurig gewaad: zeven edelingen,
- of maagden, of burchtzaten, of bondgonoo-
j ten, waarvan de middenste de rey zegde.
Eéns slechts werd de rey gesproken bij
open doek, toen Badeloeh treurend ineenge-
zegen was in den lioogeu zetel na liet ver
haal van Arentt°en kwam de rey be-
Balfoopt. die als Arent zijn verhaal van den
slag toch ook werkelijk schitterend voor
droeg!
En mevrouw Royaards, de teere en toch
fiere Badeloeh, was een hoogstaande neven
figuur naast dezen Gijsbrecht. Ziet haar stil
spel, zoo pakkend en roerend, bij de ijselijko
verhalen van den ondergang der stad, bare
gloeiende beschrijving van den droom, waar-
ook de zijnen, weten te buigen en te onder
lijnen en te doen voorbijzweven in harmoni
sch en cadans, naast de schoonheid van
zeggen is die schoonheid van tooneelschikking
wel de grootste verdienste van Royaards.
De kleur vooreerst: bruinrood, warm van
toon was Gysbrecht's wapenrok, waarover
't geblokte kruis van Aemstel, dat denbruin-
rooden zwaarfluweelen mantelomboorde, ook
als een kruis samenviel wanneer GysbreeUi
de plooien van den mantel zich om sloeg.
Bruinrood óók Arent van Aemstel, maar
minder zwaar en minder vorstelijk van uiter
lijk, zooals den jongere past. Egmont en
Haarlem in lichtere kleuren, met de eigen
wapenkleuren op den rok en den mantel
Bisschop Gozewijn in goudgeel gewaad
(waarom d i t niet paars gekleurd?) waar
over de gouden koorkap sierlijk plooide, al
ontbrak de stool; Badeloeh in heerlijk
trant gemonteerd" zagen, dat dit treurspeldiepblauw en groen met witte huive, en
«niet te spelen" is?jdan de Reyen, zoo rustig van kleur en toon....
Royaards, de Vondelkenner, en de groote 'tWas prachtig, die kleurenvondst, die bij
Werker die Vondel's schoonheid weet te bren-den tooneelbouw ook zoo heerlijk harmo
gen tot het volk, tot de menigte, toont het u nieerde. Immers: een grijsgrauw fond van
a n t i q u a ruit, is het moeilijk, een vol-
ledigen indruk nqer te schrijven van deze
waarlijk zoo goed als volmaakte, geest ea
hart en oog verheugende Vondel-voorstel
ling: de voordracht, die Willem Royaards
en zijn gezelschap gisteravond in onzen
Schouwburg gaven van Vondel's treurspel
„Gijsbrecht van Aemstel"!
Wat is er niet op dat treurspel vaak ge
smaald: zoo leeg als het was van actie, zoo
gezwollen van toon, zoo slecht van bouw en
gewrongen van oplossingik zal over dat
alles na deze heerlijke voorstelling niet spre
ken en mij bepalen tot deze uitbeelding-
zelve, maar d i t mag gezegd: ziet hoe Roy
aards den „Gijsbrecht" speelt en boe hij en
de zijnen Vondel's geniale tooneelvondsten
uitwerken en Vondel's taal u levend-maken
-...en wie durft dan nog zeggen, zooals toen
we vroeger den „Gijsbrecht" in modernen
scheiden terzijde en klonk bet zoo roerend in vrouwe Machteld baar verscheen, maar
op dat moment: bovenal en vóór alles de felle dramatische
j „Waer werd oprechter trouw kracht, die zij in stem en voordracht wist te
Dan tusschen n>an en vrouw j leggen bij het afscheid van Gijsbrecht in het
Ter waereld oit gevonden?"j vijfde bedrijf, waarbij de toon al van den be-
En evenzoo sprak zich de schoonheid vanginne zóó hoog werd ingezet dat men zou
deze tooneelschikking uit in de kleinigheden: vreezen voor een afnemen in kracht, doen
tot in het minst was alles verzorgd. Zoo was j waarin mevrouw Royaards ten slotte al hare
het een aandoenlijke schoonheid van geste: dramatische plastiek in gebaar en zeggen
i toen Badeloeh na Arent's dood haren diep-zóó beeldend wist te leggen, dat bet fel
groenen zwaren mantel loshaakte en die schrijnde ieders gemoed en dit tooneeltje er
anders!
't Is één feest voor de oogen geweest, deze
Opvoering die het publiek in ademlooze span
ning van half acht tot bij twaalf heeft ge
boeid één heerlijkheid voor 't oor, dit
schitterend zeggen van die magistrale ver
zen van den eersten langen monoloog af,poort, dan weer een doorgang, dhn een stuk
wnarin Aemstel zijn historie vertelt, tot dat muur met .contreforten vóór de burcht. Ook
Wondermooie tafereel (wondermooi inder- de kapel van het Klarisseklooster, waar bo-
uad, hoe is het mogelijk!) waarin op het ven 't altaar 't gebrandschilderde raam gloei
end van het spel Rat'aël Amsterdam'» toe- de in glans van rood en kleuren, was zóó op
hperlLikheid suelt1 Je eenvoudigste wijs met kleine tooneelver-
den muur vormde steeds den achtergrond
vóór den stadsmuur, vóór de stadspoort, in
het burchtvertrek, maar dan telkens wisse
lend van middenstuk, dat nu eens een ro-
meinsehe nis was, waarbij dan de muur met
groote geplooide tapijten behangen was, om
zóó de ridderzaal te vormen, dan weer een
spreidde over het lijk, en hoe schoon dat
laatste tafereel waar ik al van sprak, en dat
zoo vaak bij andere vertooningen van den
„Gijsbrechf" door de onnatuur van den klas
sieken „deus ex machina", den engel, storend
werkt, maar nu een en al natuur werd door de
prachtige vondst, om Rafaël te doen ver
schijnen in een gouden nis boven achter de
personages, vol licht en heerlijkheid, als een
werkelijk hemelsch wezen uit hooger sferen
dat w ij toeschouwers zien, maar niet de
personen van het treurspel, die alleen de
stemme hooren
Inderdaad, ook dat was schoon boven mate!
Maar nu sprak ik uog niet eens van het
prachtige verzen-zeggen, van Royaards al
weer vooral! Zijn lange monologen, waarin
hij schilderde met de stem en intonatie,
meest niet met het gebaar, waren juweeltjes
van voordrachtkunst. Zoo de eerste, bij het
begin van het treurspel: fiere vorst en groo
te held was hij werkelijk in zijn donkerroo-
den fluweelen mantel vóór de stadspoort, on
beweeglijk staandeen heel het levens
drama van dezen Aemstel ging ons voorbij,
een werd om nooit te vergeten 1
Ik kan niet alles vermelden, 't zou te
lang worden.
Wel Vosmeer de Spie (Jan Museh), wiens
expressieve kracht al maar groeit. Wat is
hij toch een acteur van drastische uitbeel
dingskracht, een groote onder de grootsten
geworden, sinds Royaards dit talent gelegen
heid gaf zich te ontvouwen! Als Bode ik
zei het al was hij mij è.1 te dramatisch, en
zijn verhaal werd te veel „gespeeld." Sober
heid zou hier schooner zijn geweest. En dat
zelfde moet worden gezegd van zijn al te
realistische grime als de Spie: tegenover
het romantische van den zwaarbefluweelden
Gijsbrecht, die met een plooienden, afhan
genden mantel ten strijde trekt, werkte het
al te natuurgetrouwe type van den Spie wat
stootend en disharmonisch. M6 dunkt: de
heer Royaards moet dit zélf, hij eenig naden
ken, toegeven.
Ik moet óók noemen Bisschop Gozewijn....
den zanger Gerard Zalsman, die nu als ver
zenzegger zoo schitterend debuteerde. De
heer van Gasteren die zijn leermeester was
ook in dezen „Gysbrecht" gezongen: de Rey
van Klarissen en Vader Gozewijn zingen
werkelijk „den lofzang van oude Simeon" op
een soort van Gregoriaansche wijze, die wel
goed deed. 'tls een compositie van Theo van
der Bijl. Eén s a t z valt door een chromati-
j sche figuur wat uit dezen Gregoriaanschen
toon, maar overigens is dit een wel pakkend
intermezzo, dat echter het eenige muzikale
had moeten blijven in het stuk: in het laat
ste bedrijf namelijk hoorden we plotseling
zonder eenige reden m.i. 't harmonium een
soort begeleiding geven van Peter's en Gys
brecht's laatste beden en woorden.... dio
„muziek" kon best gemist!
Nog een woord moet gezegd over de Reijen,
Ik gaf al aan, hoe ze afzonderlijk, vóór het
plooidoek, hun verzen zegden: een van de
zeven sprak, en meest was het heel mooi,
zooals do rey-aanvoerder het deed; alléén de
Rey van Edelingen, wier woordvoerster
Charlotte Kohier was, viel door een onaan
gename wijze van uitspreken der (als ft:
„ter kareke gaen", voor „ter kereke ga en"
enz.) wat uit den mooien voordrachttoon, die
overigens bij allen zoo zuiver was!
Ik moet eindigen. Daar zou makkelijk ovei
deze superieure Vondel-opvoering, over dit
heerlijk spel, toch wel Roomscli in opzet en
uitwerking, in détails en kleine schoonheden,
en waarvan het Roomsche karakter en de
Roomsche ziel toch juist het mooiste ook is
wat is Vondel toch een geniaal kunste
naar! nog kolommen vol zijn te schrijven!
Zooveel goed-verzorgde détails, zooveel
smaakvolle momenten, zooveel schoonheden
van uitvoering en uitbeelding, die telkens
troffen en opvielen! Maar het bovenstaande
zij genoeg. Wij zijn Royaards en do zijnen
dankbaar voor dit schoons, en nu moge
hij nog eens komen in Haarlem mot zijn
„Gijsbrecht" en ons nóg eens dit p^^oe' em
schoon gevenen dan zal ernm 1 van
allen, die werkelijk deSC^^h®'d-
Roomsche schoonheid óok, liefhebben, la
den Schouwburg ontbreken!
Nog eens: Royaards dank!
geschilderd enkel door zijn stem. Zoo óók hierin, heeft er eere van! Waardig en mooi i
en vooral het verhaal van den overval in het! van intonatie waren zijn verzen, prac g
vijfde bedrijf, tot Badeloeh, waarin Roy-zijn houding en sober-edcl zijn gebaar. j
aards zich de meesterlijke verzen-zegger zoo' Hoe kwam Zalsman daariLjr worn-