J.H.W. 6RÜN0EMAKN I ZWAAR BEPROEFD r 1 KONINGSTRAAT. Beslist Waterdicht, S Tarieven van Notarissen. BUITENLAND BINNENLAND. STADSNIEUWS. Kerknieuws. J. HUIZING. Groote Houtstraat No. 44. Telef. no. 365. OPRUHÜyHG van restant© paren* Mantelcostuums Costuumrokken en Blouses E6EIMANTELS in gummi- Wa- i terproof en echt 1YÜDLER g H lodenstof. Sport en Wedstrijden. Haaple&isoÜ^uss©!. Hanclseltoenen voor alle gelegenheden. Steeds voorradig de Nouvéaute's §1 jjjg in DAMES en KiNDERMANTELS ÊsKi Beai IHaF&iié» F£UILLl-TOi. "T NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT In „De Noord-Nederlander", officieel or gaan van den Noord-Nederlandsehen Mid denstandsbond, vinden we in een rubriek „Practische Middenstandsbelangen" een be schouwing over bovenstaand onderwerp, die ons de aandacht en de overweging waard lijkt. Natuurlijk willen wij volstrekt niet zeggen dat betgeen hier wordt aangevoerd, ook van toepassing is op onze omgeving. Toch mag deze Middenstandsklaelit, dunkt ons, ge hoord, al ware het alleen maar om nadere bespreking en gedachtenwisseling uit te lok- k»i. Het toezicht over de notarissen en de ean- didaat-notarissen wordt uitgeoefend door Hamers van Toezicht. Tot heden hebben deze Kamers niet veel van zich laten hooren, althans de maatregelen, welke zij noodig heb ben geacht om dat toezicht uit te oefenen, zijn voor het meerendeel niet publiek gewor den en noch minder populair. Evenwel is onlangs door de Kamer van Totóicht te Amsterdam een maatregel geno men, welke alleszins aanspraak mag maken op de belangstelling van hen, die het zich een eer rekenen tot den Middenstand te belmo ren. Het is aan zeer velen bekend, dat de open bare verkoopingen met veel kosten gepaard gaan. Zooals bekend is, betaalt de kooper de kos ten, welke minstens bedragen 6 pet., bier en daar ook 7, ja zelfs 8 pet. Nu spreekt het van zelf, dat mogelijke koopers bij de openbare veilingen daarmede rekening houden bij' bun bod; dus zijn het niet de koopers, doch de verkoopers die deze kosten betalen. In schijn betalen de koopers dat hooge percentage, doch in het wezen der zaak de verkoopers. Hoe komt men nu aan die groote kosten? Steunt dit op de wet? Het antwoord daarop moet ontkennend luiden; de toestand is deze: In onderscheidene Arrondissementen heb ben de notarissen zich vereenigd en hebben onderling bij overeenkomst zich verhonden,, dat zij bij de verkoopingen in liet openbaar nooit minder dan 6 pet. kosten in rekening zullen brengen, dat noemt men een „mini mum tarief", zij mogen dus wel 7 of 8 pet. kosten berekenen, doch geen 4 of 5 pet. Be rekent een notaris minder dan 6 pet., dan moet bij een hooge boete betalen. Nu weten wij allen dat bet maatschappe lijk leven (en dit is op zichzelf een gelukkig verschijnsel) ter goeder trouw is. Zegt de no taris dat er volgens plaatselijk gebruik 8 pet. moet worden betaald door den kooper, dan maakt de verkooper daarop gewoonlijk geen aanmerking en alles loopt zonder eenige stoornis af. Doch, indien aan den notaris re kening en verantwoording wordt gevraagd, hoe hij tot dergelijke hooge kosten-nota komt of indien de cliënt weigert de kosten te beta len, dan ontstaat er een kwestie. Wil de betrokken notaris zijn gedane ver schotten en beweerd honorarium op den cliënt verhalen, dan moet hij volgens wette lijk voorschrift zich wenden tot den Presi dent der Arrondissements-Bechtbank, aan wien moet worden overgelegd een gespecifi ceerde nota van verschotten en berekend sa laris en de notaris kan het bedrag dier nota alleen op zijn cliënt verhalen, voor zoover dat bedrag wordt goedgekeurd door dien presi dent. Gesteld nu, dat een boerenplaats wordt verkocht ter waarde van ƒ100,000 en dat vol gens de verkoopsvoorwaarden de kooper ge houden is om 7 pet. te betalen; alsdan bedra gen de mutatierechten ten behoeve van 's Landskas 2000 en de notaris verdient! in ieder geval meer dan 4000. Hoe kan hij dan het wettelijk tarief (zie de wet van 31 Maart 1847, St.bl. no. 12) toepas sen en meteen 4000 verdienen? Het spreekt vanzelf, dat dit niet gaat. En nu hebben zich inderdaad te Amsterdam, al waar zeer zeker het zakenleven niet altijd zoo gemoedelijk gaat, eenige moeilijkheden bij de afrekening van de kostenberekening voorgedaan. Volgens den hek end geworden maatregel der Kamer van Toezicht te Amsterdam, heb ben enkele notarissen zich beroepen op him onderlinge overeenkomst inzake het zooge naamd minimum-tarief (6 pet. p.v.) en an deren hebben allerlei bezigheden verzonnen, welke zij niet hadden verricht om toch maar tot het gewenschte hooge cijfer te kunnen komen. Doch alles te vergeefs! De gemelde Kamer van Toezicht heeft ge wezen op het bestaande wettelijk tarief en tevens herinnerd aan Art. 50c der wet op het Notarisambt, welk artikel luidt: „De no taris, die zijn ambtsplichten verwaarloost of zich schuldig maakt aan wangedrag of on zedelijkheid, of die-handelingen pleegt, strij dig met de eer of de waardigheid van zijn ambt, wordt., voor zoover daarop hij de wet niet bepaaldelijk straffen zijn gesteld, door de Kamer van Toezicht gewaarschuwd" etc. Gelden moet dus het wettelijk tarief en niet het minimum tarief, dat leidt tot zoo enorme belooningen voor zóó geringe dien sten, gering althans ten aanzien van tijd en moeite daaraan besteed. Een dergelijke maatregel van de K. v. T. verdient onze aandacht, aldus lezen wij in „De Middenstander", in bijzonderheid de aan dacht van den Middenstand, omdat het be rekenen van die hooge tarieven praetisch neerkomt op Middenstandsbelasting! Het is van belang, dat gemelde maatregel alsnu bekend wordt, en dat de Middenstands- vereeniging aan de algemeen® bekendheid van dien maatregel later de vraag gaat vast- knoopen: wat kunnen wij daaraan doen? Ook een Avonderkind. 'Tn Berlijn stond voor 'de kinder-rechtbank' een 12-jarig jongetje terecht,, beschuldigd van zijn oom, een slager, een bedrag van ruim 6000 Mark gestolen te hebben. De jeugdige dief is circa een meter groot en kon nauwelijks over de beklaagden-bank heen zien. De kleine man had gedurende langen tijd- „den fijnen mijnheer*' gespeeld qji het daartoe benoo'digde geld uit de kas van zijn oom die deze kas in zijn slaap kamer bewaarde ontvreemd. Het begon met kleine hoeveelheden, doch langzamer hand groeiden de telkens ontvreemde be dragen aan, zelfs tot 300 k 400 Mark tege lijk. Zijn oom 'had vroeger eens terloops gezegd, dat het neefje een goede gestalte had om later jockey te worden; de jon gen had dit in 't oor geknoopt en liet zich nu allereerst in een voorname manege rijles geven en was zelfs zoo brutaal om zich op een wandelrit te paard, met Zijn stalknecht, te laten photografeeren. Daarna werd hij een trouw bezoeker der renbanen, waar hij iederen dag in gezelschap eener vrouw per automobiel heenreed. Hij Avedde met, vakkennis a.an den totalisator en schijnt daarbij groote bedragen gewonnen te heb ben, 's Avonds bezocht hij geregeld in licht zinnig gezelschap allerlei wijnlokalen, waar natuurlijk allen op zijn kosten leefden. Eerst toen 'het gestolen geld tot 5000 Mark was opgeloopen, werd de diefstal ontdekt. De rechtbank nam verschillende verzach tende omstandigheden in aanmerking en veroordeelde den jongen tot 2 maanden ge vangenisstraf. Maar dat zulk een ongehoor de gescmedems mogefijk is, wijst er 'tocli wel op, dat er iets niet in den haak is in het Duitschland van onze dagen. Een held van zelfopoffering. De Fransche Academie van zedelijke en staatkundige wetenschappen heeft den prijs Audiffret 25,000 frs. voor daden van edel moedigheid en zelfopoffering toegekend aan Mgr. Augouard, bisschop van Fransch-Con go. Wij hebben dat al kortelings gemeld. Deze stichtte missiën tot op 900 kilometers van Brazzaville, werkhuizen, gasthuizen, hof- en 1 a 11iibouwinrichtingen, scholen die aan 1600 kinderen en aan volwassenen onderwijs bezorgen; hij vormde werklieden!, telegra- phisten, telephonisten; in de dorpen verving hij de veelwijverij door het christen huwelijk en maakte aldus gansche uitkwijnende stre ken, weer bloeiend en vruchtbaar. Hij heeft over de 2000 slaven vrijgekocht, enz. enz. De verslaggever der „Academie" besloot in dezer voege: „Van 1890 tot 1911 zijn 44 missionarissen bezweken. Een dezer werd door de Bondj os vermoord; de anderen vielen als slachtoffer der vermoeienissen, der ontberingen, der koorteen en van het moorddadig klimaat. Mgr. Augouard zelf is meermalen den dood nabij geweest. „Niettemin is hij steeds willen terugkee- ren in de streken, waar hij sedert 34 jaren niet heeft opgehouden te werken voor God en zijne lijdende broeders, thans is hij meer dan zestig Óuar oud. „Moest hij ginder tot God teruggeroepen worden, dan is hij gereed. Hij is het altijd geweest. „Wanneer hij in 1878 voor de eerste maal op Afrikaanschen bodem kwam, had hij op voorhand zijn leven ten offer gebracht. Een officier zegde hem: „Men kan hier niet lang leven, na twee jaren zult gij naar Frankrijk moeten terugkeeren". De jonge missionaris antwoordde: „Mijn heer, wij komen hier niet om te leven, maar om te sterven". ALWEER EEN DEMONSTRATIE. De heeren der S. D. A. P. roepen ide arbeiders weer op voor eene betooging in, Maart a.s. te 's Gravenhage. Tegen de schandelijke obstructie der link- sohe partijen in de Tweede Kamer, eene obstructie, die het onmogelijk maakt, om de vele degelijke sociale wetsontwerpen van mi nister Talma spoedig en praktisch te behan delen? vraagt Het Kath. Volk spottend.... Natuurlijk niet! Want dan zouden de betoogers kunnen be ginnen met bij de heeren der S. D. A. P. alle ruiten in te slaan. Neen, de arbeiders worden door genoemde heeren opgeroepen, om te protesteeren tegen deinvaliditeitswet van Talma en tegenj de Tariefwet, die het geld voor de sociale hervormingen verschaft. Verder om te ei- schen een Staatspensioen zonder premiebe taling. Dat het begin der invaliditeitsverzekering hier veel beter is dan in Duitsehland, waar voorname leiders der S. D. A. P- het thans afkeuren, dat hunne partijgenooten vroeger tegen die verzekering hebben gestemd; dat velo buitenlandsche sociaal-democraten op goede gronden voor een beschermend tarief en tegen Staatspensioen of bedeeling zijn, dat zijn feiten, waarmede de Nederlandsche „bewuste" arbeider niets te maken heeft. Die arbeider leeft hier immers op 't oogen- blik onder andere politieke omstandigheden! En daar zit de knoop! Geen partij, die zich minder schaamt om do werkelijke arbeidersbelangen aan de slechtste partijpolitiek op te offeren dan de S. D. A. P. met hare „beroepspolitici". De S. D. A. P. moet leven van protesten, agitatie en demonstratie 0f in één wooidi van ontevredenheid. Praktisch werk is van haar niet te wachten, omdat zij vasthoudt aan de bekende leuze: „Het komt er ten slotte niet op aan of wij. iets bereiken, hoofd zaak is, dat wij eischen stellen, die geen andere partij stellen kan". En hierbij moeten dan de „bewuste" ar beiders die hun eigen belangen niet be grijpen behulpzaam zijn. Wanneer de po litieke belangen van hunne partij het vra gen dan gaan zij, op bevel hunner leiders, betoogen of zetten hunne handteekening op een schriftelijk protest, waarvan zij de wer kelijke beteekenis niet snappen. Wat zal het nageslacht zich vermaken over de dwaasheden van socialistische arbeiders in het begin der 20e eeuwl KRAKEEL IN 'N LIJKSTOET. Wie heeft de jongste plaat van „De Am sterdammer" niet zien hangen voor de si garenwinkels? Het „D. v. N.-Br." schrijft: En zij hadden de Coalitie netjes in een doodskist gelegd, er het zwartst mogelijke kleed overheen gespreiden met de lijk baar waren ze op weg naar het graf. Dragers met glundere gezichten: Borgesius, Roodhuyzen, Patijn, en met 'n strakke tro nie: Tydeman. Als gemeld is drager Treub er vandoor gegaan heeft Druckev 'm gesmeerd, raakte Roodhuyzen hierdoor uit 't lood, en riep Borgesius benauwd: „Zoo komen wij' nooit aan 't graf!" Nu heeft de heer Tydeman verklaard, dat hij het beleid van dezen minister van oor log goedkeurde en er blij' mee was. Men moet weten dat deze minister van oorlog lak heeft aan alle mogelijke theorieën omtrent volks- en andere legers, wijl hij met bei z'n oogen de werkelijkheid ziet. Deze: dat er elk oogenblik een Europee- sche oorlog kan uitbreken, en wij dus klaar hebben te zijn om onze neutraliteit te ver dedigen. Niet te mankeeren, zooals het vroe ger heette, maar te verdedigen en te hand haven. Dus hebben wij noodig, naar de heer Ty deman het uitdrukte, een „paraat" leger, ge reed dus om elk uur ter verdediging der gren zen gereed te staan. Zoo richt deze minister van oorlog het leger nu in. Best! juicht de heer Tydeman. O jé, klaagde de unie-liberaal Verheijj daah gaat ons ideaal naar de maan: het volks leger. En hij klaagde nog heel gemoedelijk, want hij is van 'n kalm temperament. Kap. Thom son, die als militair attaché in den Balkan is, zou 't 'm anders hebben geleverd! Maar hij blijft nog 'n beetje in het verre Oosten, omdatja., hij zegt, omdat hij er nu een maal is. Maar wij vermoeden, dat hij weg blijft, om niet al te duidelijk de voorbarige ruzie in de concentratie te demonstreeren. Intusschen zijn de opscherpers op hun post. Paraat lanceerde dé heer Ter Laan een motie, waarin de leger-organisatie van dezen minister wordt afgekeurd. Nu zult gij* de concentratie eens uitel- kaar zien vallen. Tydeman-Van Karnebeek tegen Ver he ij- Borgesius I Handelsblad-Nieuwe Crt. tegen Vaderland- Telegraaf. En zij hadden de coalitie in een doodkist gelegd en poogden haar grafwaarts te dra gen. Twee der beste 'dragers liepen weg. De andere begonnen onder elkaar een luid krakeel. En de 'coalitie lag in haar doodkist te schudden van het lachen!" R. K. KIESVEREENIGING. De R K. Kies vereen i ging (Schoterkwar tier) vergaderde gisteravond in de Catéchis- muskamer aan de Gen. de la Reystraat. De voorzitter, de heer Th. "G. C. Hooy, heette allen welkom en hesprak vooraf eenige kwesties van actueelen aard. Daarna deed de secretaris voorlezing van de notulen der vorige algemeene vergade ring. Deze werden met dankzegging goedge keurd. De voorzitter deed mededeelingen betref fende de jongste algemeene vergadering van de Centrale te Beverwijk en betreffende het program van actie, dat op die i7erga(le ring werd ontwikkeld voor de a.s. verkie zingen. De voorzitter zette uiteen hoe groot de be hoefte is, die in het Sohoterkwai'tier gevoeld wordt aan een voldoend vergaderlokaal. Dit is ook de reden dat de cursusavonden niet ge regeld kunnen plaats hebben. Het bestuur is actief om een geschikt lokaal te vinden. De heer Venings deed rapport van een be zoek. dat hij had gebracht aan bet kamerlid, den heer Passtoors, inzake de forensenkwes tie. De geachte afgevaardigde en het bestuur der Kiesvereeniging, zoo deelde de heer Venings mede, houden hun aandacht op de zaak gevestigd. De heer Hooy deelde ook zijn meening over de kwestie mede. Hij verklaarde dat hij steeds over de zelfstandigheid van Schoten optimistisch is gestemd geweest, maar sinds de forensenkwestie er tusschen is ge komen (ook Amsterdam kan forensenhelas- ting gaan heffen) is spr. van optimist pessi mist geworden en ziet hij het eenige heil in annexatie van Schoten hij Haarlem, althans wat het stadskwartier betreft. Tot afgevaardigden naar de vergadering der Centrale te Beverwijk werden gekozen de heeren Venings en Reichert. Tot afgevaardigden en plaatsvervangers naar de vergadering van den Prov. Bond van R. K. Kiesvereenigingen werden benoemd de heeren Hooy, Olie, Reichert. Coblenz es Stam. De afdeeling Schoten zal aan de al gemeene vergadering voorstellen om zoo spoedig mogelijk met de andere Provinciale Bonden der coalitie in overleg te treden be treffende het stellen van candidaten voor de ajs. Kamerverkiezingen. De voorzitter zette daarna de wenschelijk- heid uiteen dat de afdeeling Schoten aan de afgevaardigden èn naar de algemeene verga dering van den Provincialen Bond cn aan die naar de Centrale te Beverwijk opdracht geeft om te spreken over een aanvulling van het katholiek staatsprogram voor de volgen de vierjarige periode. De wenschelijkheid werd betoogd om meer aandacht te schenken aan de sociale wetge ving voor den Middenstand. Den afgevaardig. den vanAvege de Beverwijksche Centrale naai den Algem. Bond van R. K. Kiesvereeni gingen te Utrecht zou dan opdracht knnnen gegeven worden de zaak ook daar ter sprake te brengen. Onder daverend applaus werd den afge vaardigde opgedragen als candidaat voor het district Beverwijk bij de verkiezingen ta stellen den beer W. C. J. Passtoors, het zit tend Tweede Kamerlid voor dat district. Voor de a.s. verkiezingen van de Prov. Staten in het district Velsen werd voorloo- pig candidaat gesteld het aftredend lid d< heer J. M. Goes te Castricum. Aan de orde was daarna de bespreking dei voorgestelde progressieve belasting. Die werd lang en breed besproken. De heer Hooy meende dat de raadsleden goed hebben ge daan het voorstel der sociaal-democratische raadsleden, toen dat inkwam, niet zoo dade lijk te behandelen, maar de zaak eerst rustig onder de oogen te zien, om de vele gevolgen, die er aan verbonden zijn. Na een vruchtbare gedachtenwisseling over het vóór en tegen van deze belasting stelde de voorzitter voor eene studie-commissie voor deze zaak te benoemen. Deze zou dan binnen niet te langen tijd rapport uitbrengen over de kwestie aan de R. K. Kies vereen iging. Dit voorstel werd met instemming aange nomen. Eenige heeren zullen aangezocht worden om in de commissie zitting te nemen. In de vacature, ontstaan in het bestuur der R. K. K. door het bedanken van den heer de Gier, werd bij stemming gekozen de heer N. Kooiman. Deze nam de benoeming aan. Bij de rondvraag deed de heer Venings een pleidooi hooren om de verkjezingskas te stijven. Hij meende dat Schoten, al bestaat het dan voor het meerendeel uit arbeiders, het zich tot een plicht moet rekenen om hij te aragen in de bestrijding der .verkiezings- kosten in liet district. Wanneer de finan- cieele commissie dan ook hij de kiezers om steun zal aankloppen, hoopt hij dat allen zou den bijdragen, zij het dan ook in geringe mate, voor het doel, waarvan het resultaat tenslotte henzelve ten goede komt. Ook van particulieren huiten het district zullen gaar ne giften ontvangen worden voor de kas te Schoten, die het best kan gebruiken. Reeds - werd een royale toezegging van zekere zijde gedaan. Een der leden klaagde er over dat sinds door het gemeentebestuur aan het muziek korps te Schoten vergunning is verleend tot het houden van repetities in het schoollokaal, daarvan tot laat in den avond wordt gebruik gemaakt, tot groot ongerief van de omwo nenden, die naar bed willen. Hij vroeg of een der aanwezige raadsleden niet kan bewerken dat een uur werd bepaald, waarna muziek maken in het schoollokaal verder verboden is. Met gebed werd de vergadering gesloten. De voorzitter verzocht in de gebeden ook te gedenken Z.Exc. Min. Regout, die zeer ern stig ziek is. BENOEMINGEN. Z. D. H. de Aartsbisschop van Utrecht heeft benoemd: tot kapelaan te Zevenaar, den Wel- eerw. heer Dr. H. J. Smit; tot kapelaan t© Steenwijkerwold, den Weleerw. heer R. J. B. Flipse; en tot kapelaan te Vaassen, den Weleerw. heer H. E. Elberssen. SPORTFEESTEN IN HET VATICAAN. In September van dit jaar zullen te Ro me internationale gymnastiekfeesten plaats hebben, uitgeschreven door den Bond van Katholieke Sportvereenigingen, waaraan ook' de Fransche Bonden meedoen. Alle gymnasten zullen door den Paus in audiëntie worden ontvangen. 7.) Na verloop van een kwartier bereikte hij de rots, waarop het klooster gelegen was. De jonkman schepte een weinig adem, heklom vervolgens den steilen, half door natuur, half door 's mensehen handen gevormden trap, en stond dra voor een poort des kloosters. Hij schelde aan en hoorde spoedig in de wijde gang het geluid van voetstappen weerklin ken. De groote deur knarste in haar hengsels en men heette den reiziger welkom met den groet: „Geloofd zij Jezus Christus". „Amen," antwoordde Don Carlos met een eerbiedige buiging. „Veroorloof mij, den drempel dezer heilige woon te betreden." „Mijn broeder", hernam de kloosterling, •wie gij ook zijn moogt, wees welkom! Doch Wat zie ik! Graaf de Bellamore, zy't gij het? ■Ja, ik vergis mij niet." „Welnu," hernam Don Carlos, terwijl de blos der schaamte zijn wangen purperde, „gij «ent mij en keert niet verachtelijk den blik *an mij af?" •Breng het verleden niet meer jn herinne ring," hernam de religieus; „gij hebt uw mis daad lag genoeg beweend. En dan, de Ovié- do's zijn de ware schuldigen.... Doch her kent gij mij niet?" „Hemel! zijt gij pater Francisco?" riep Don Carlos uit, en sloot den waardigen religieus in zijn armen. „Welk een geluk n hier te vin den! Wat tocli heeft bewogen, uw schreden naar deze eenzaamheid te richten?" Nadat de jonkman aan de geestelijke be hoeften van zijn hart voldaan had, wenschte hij tot zijn gezel te keeren, om hem deelge noot te maken van de heugelijke ontmoeting des kloosterlings. „Graaf de Croix wacht mij onder in de vallei," sprak Carlos tot Don Francisco; vergezelt mij, gij zult in hem een man vinden, kwistig begaafd met de schoon ste hoedanigheden naar hart, geest en lichaam." De grijsaard stemde gaarne toe, en heiden richtten hun schreden naar het schoone dal van Almeria. XIII. DE BERGSTROOM. Valeria had reeds drie jaren gesleten in de hut, welke men haar in de vallei van Al meria ter bewoning had afgestaan. Bij voort during mocht zij van de zijde harer bescher mers een behandeling ondervinden, waarin ierbied en genegenheid doorstraalden. Van haar zijde trachtte mevrouw Oliva zich erkentelijk te betoonen. Zij vergaderde een aantal jonge dochters van het dal om zich onderwees haar en liet ook niet na om de meisjes onderricht te geven in de nuttige en fraaie handwerken, tot dan toe weinig he kend onder de goedhartige, doch gebrekkig ontwikkelde bewoners dezer eenzame vallei. Het was voor Valeria een zoete troost, haar kind dagelijks in jeugd en schoonheid te zien toenemen. Pedro had zijn moeder zóó teeder lief, dat hij gevoelig was voor het geringste blijk harer goedkeuring- Dikwerf wanneer Olivia's echtgenoot© de eenzaamheid zocht, om buiten het oog der vallei-bewoners beur overkropt gemoed dooi- een vloed van tranen te ontlasten, vlijde de kleine Pedro het blonde hoofdje op den schoot zijner moeder en zag haar dan aan met een weemoedigen, vragenden blik, als wenschte hij te bevroeden, waarin de oor zaak van haar treurige gemoedstemming ge zocht moest worden. Op hetzelfde oogenblik dat Carlos en zijn eerbiedwaardige vriend de vallei betraden, wandelde Valeria aan de tegenovergestelde zijde met Pedro, die veelkleurige bloemen ln zijn korfje gaarde. Lucia was thuis geble ven, om het avondmaal te bereiden. Terwijl de kleine Pedro van bloem tot bloem snelde, vlijde zich Valeria onder de schaduw van een zwaren eik op. het donzige mostapijt neder, en haar geest verwijlde bij de dagen van vervlogen gelukVerschei dene malen kwam de knaap met een nieu wen ruiker terug, en telkens vroeg hij ver lof om verder te gaan. Valeria stond zulks gereedelijk toe, maar drukte hem op het hart, dat hij zich niet te ver op den steilen, glibbe- rigen oever des bergstrooms zou wagen. Kleine Pedro omhelsde Valeria, beloofde groote voorzichtigheid in acht te zullen ne men, en huppelde weg. Mevrouw Oliva verdiepte zich weder in haar treurige gepeinzen en bleef nog gerui- men tijd op het mos neder zitten. Na verloop van een kwartier nnrs evenwel, beangstigde Valeria zich over het lang wegblijven van haar lieveling. Hevige onrust greep haar aan; zij wierp zoekende blikken om zich heen, riep hem herhaalde malen bij den naam, dochontving geen antwoord. Haar angst verdubbelde, de arme moeder snelde naar den oever des strooms, doorzocht het kreupelhout en vond geen spoor van den kleinen Pedro. Wat is er van het knaapje geworden? Nadat Pedro zijn moeder verlaten had, schreed hij voorwaarts tusschen de rotsen en kwam zoo in de nabijheid van den woesten stroom. Een heerlijke myosotis dreef op het water; het kind beeldde zich in, nooit schoo ner bloem gezien te hebben. De bekoring was sterk.... Licht door het avondwindje bewo gen, neeg de my-osotis naar den oever, als wilde zli Pedro tot zich lokken. Hü hoog zich voorover, de bloem ontsnapte hem! Een tweede poging mislukte eveneens. Daar beproefde Pedro het nog eenmaal, zweefde met de helft van zijn lichaam boven den waterspiegel, greep naar de bloem, ver meesterde haar, dochverloor plotseling het evenwicht en verdween in de golven. Op dit vreeselijke oogenblik bespeurde hem zijn moeder; zij had alles gezien, werd lijk bleek, slaakte een hartverscheurenden kreet en stortte levenloos neer op den rotsaelitigen oever van den stroom. XIV. DE KLUIZENAAR VAN ALMERIA. Graaf De Croix was door een ravijn op den oever van den bergstroom afgedaald. Zooals men weet, werd hij voorafgegaan door Alexis wiens aardig gebabbel hem zeer vermaakte. Spoedig bereikten zij een met riet bedekte stulp, omringd door een heuvelachtig gras veld, waarin hier en daar eenige treurwilgen of berken wortelden. De gezant wierp een blik dooT het kleine venster der hut en zag met zonder weemoed, dat armoede, bittere armoede binnen deze naakte leemen wanden haar zetel had opge slagen. Op een i gen afstand aanschouwde men een groot steen en kruis, waarop Alexis de aandacht van den graaf vestigde. Ziet, sprak de knaap, vóór dat kruis gaat

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1913 | | pagina 5