J.H.W. 6RÜN0EMAKN
I
ZWAAR BEPROEFD
r 1
KONINGSTRAAT.
Beslist Waterdicht, S
Tarieven van Notarissen.
BUITENLAND
BINNENLAND.
STADSNIEUWS.
Kerknieuws.
J. HUIZING.
Groote Houtstraat No. 44.
Telef. no. 365.
OPRUHÜyHG van restant© paren*
Mantelcostuums
Costuumrokken en
Blouses
E6EIMANTELS in gummi- Wa- i
terproof en echt 1YÜDLER g
H lodenstof.
Sport en Wedstrijden.
Haaple&isoÜ^uss©!. Hanclseltoenen voor alle gelegenheden.
Steeds voorradig de Nouvéaute's §1
jjjg in DAMES en KiNDERMANTELS
ÊsKi Beai IHaF&iié»
F£UILLl-TOi.
"T
NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT
In „De Noord-Nederlander", officieel or
gaan van den Noord-Nederlandsehen Mid
denstandsbond, vinden we in een rubriek
„Practische Middenstandsbelangen" een be
schouwing over bovenstaand onderwerp, die
ons de aandacht en de overweging waard
lijkt.
Natuurlijk willen wij volstrekt niet zeggen
dat betgeen hier wordt aangevoerd, ook van
toepassing is op onze omgeving. Toch mag
deze Middenstandsklaelit, dunkt ons, ge
hoord, al ware het alleen maar om nadere
bespreking en gedachtenwisseling uit te lok-
k»i.
Het toezicht over de notarissen en de ean-
didaat-notarissen wordt uitgeoefend door
Hamers van Toezicht. Tot heden hebben
deze Kamers niet veel van zich laten hooren,
althans de maatregelen, welke zij noodig heb
ben geacht om dat toezicht uit te oefenen,
zijn voor het meerendeel niet publiek gewor
den en noch minder populair.
Evenwel is onlangs door de Kamer van
Totóicht te Amsterdam een maatregel geno
men, welke alleszins aanspraak mag maken
op de belangstelling van hen, die het zich een
eer rekenen tot den Middenstand te belmo
ren.
Het is aan zeer velen bekend, dat de open
bare verkoopingen met veel kosten gepaard
gaan.
Zooals bekend is, betaalt de kooper de kos
ten, welke minstens bedragen 6 pet., bier en
daar ook 7, ja zelfs 8 pet. Nu spreekt het van
zelf, dat mogelijke koopers bij de openbare
veilingen daarmede rekening houden bij' bun
bod; dus zijn het niet de koopers, doch de
verkoopers die deze kosten betalen. In schijn
betalen de koopers dat hooge percentage,
doch in het wezen der zaak de verkoopers.
Hoe komt men nu aan die groote kosten?
Steunt dit op de wet? Het antwoord daarop
moet ontkennend luiden; de toestand is deze:
In onderscheidene Arrondissementen heb
ben de notarissen zich vereenigd en hebben
onderling bij overeenkomst zich verhonden,,
dat zij bij de verkoopingen in liet openbaar
nooit minder dan 6 pet. kosten in rekening
zullen brengen, dat noemt men een „mini
mum tarief", zij mogen dus wel 7 of 8 pet.
kosten berekenen, doch geen 4 of 5 pet. Be
rekent een notaris minder dan 6 pet., dan
moet bij een hooge boete betalen.
Nu weten wij allen dat bet maatschappe
lijk leven (en dit is op zichzelf een gelukkig
verschijnsel) ter goeder trouw is. Zegt de no
taris dat er volgens plaatselijk gebruik 8 pet.
moet worden betaald door den kooper, dan
maakt de verkooper daarop gewoonlijk geen
aanmerking en alles loopt zonder eenige
stoornis af. Doch, indien aan den notaris re
kening en verantwoording wordt gevraagd,
hoe hij tot dergelijke hooge kosten-nota komt
of indien de cliënt weigert de kosten te beta
len, dan ontstaat er een kwestie.
Wil de betrokken notaris zijn gedane ver
schotten en beweerd honorarium op den
cliënt verhalen, dan moet hij volgens wette
lijk voorschrift zich wenden tot den Presi
dent der Arrondissements-Bechtbank, aan
wien moet worden overgelegd een gespecifi
ceerde nota van verschotten en berekend sa
laris en de notaris kan het bedrag dier nota
alleen op zijn cliënt verhalen, voor zoover dat
bedrag wordt goedgekeurd door dien presi
dent.
Gesteld nu, dat een boerenplaats wordt
verkocht ter waarde van ƒ100,000 en dat vol
gens de verkoopsvoorwaarden de kooper ge
houden is om 7 pet. te betalen; alsdan bedra
gen de mutatierechten ten behoeve van
's Landskas 2000 en de notaris verdient!
in ieder geval meer dan 4000.
Hoe kan hij dan het wettelijk tarief (zie de
wet van 31 Maart 1847, St.bl. no. 12) toepas
sen en meteen 4000 verdienen?
Het spreekt vanzelf, dat dit niet gaat. En
nu hebben zich inderdaad te Amsterdam, al
waar zeer zeker het zakenleven niet altijd
zoo gemoedelijk gaat, eenige moeilijkheden
bij de afrekening van de kostenberekening
voorgedaan.
Volgens den hek end geworden maatregel
der Kamer van Toezicht te Amsterdam, heb
ben enkele notarissen zich beroepen op him
onderlinge overeenkomst inzake het zooge
naamd minimum-tarief (6 pet. p.v.) en an
deren hebben allerlei bezigheden verzonnen,
welke zij niet hadden verricht om toch maar
tot het gewenschte hooge cijfer te kunnen
komen. Doch alles te vergeefs!
De gemelde Kamer van Toezicht heeft ge
wezen op het bestaande wettelijk tarief en
tevens herinnerd aan Art. 50c der wet op
het Notarisambt, welk artikel luidt: „De no
taris, die zijn ambtsplichten verwaarloost of
zich schuldig maakt aan wangedrag of on
zedelijkheid, of die-handelingen pleegt, strij
dig met de eer of de waardigheid van zijn
ambt, wordt., voor zoover daarop hij de wet
niet bepaaldelijk straffen zijn gesteld, door
de Kamer van Toezicht gewaarschuwd" etc.
Gelden moet dus het wettelijk tarief en
niet het minimum tarief, dat leidt tot zoo
enorme belooningen voor zóó geringe dien
sten, gering althans ten aanzien van tijd en
moeite daaraan besteed.
Een dergelijke maatregel van de K. v. T.
verdient onze aandacht, aldus lezen wij in
„De Middenstander", in bijzonderheid de aan
dacht van den Middenstand, omdat het be
rekenen van die hooge tarieven praetisch
neerkomt op Middenstandsbelasting!
Het is van belang, dat gemelde maatregel
alsnu bekend wordt, en dat de Middenstands-
vereeniging aan de algemeen® bekendheid
van dien maatregel later de vraag gaat vast-
knoopen: wat kunnen wij daaraan doen?
Ook een Avonderkind.
'Tn Berlijn stond voor 'de kinder-rechtbank'
een 12-jarig jongetje terecht,, beschuldigd
van zijn oom, een slager, een bedrag van
ruim 6000 Mark gestolen te hebben. De
jeugdige dief is circa een meter groot en
kon nauwelijks over de beklaagden-bank
heen zien. De kleine man had gedurende
langen tijd- „den fijnen mijnheer*' gespeeld
qji het daartoe benoo'digde geld uit de kas
van zijn oom die deze kas in zijn slaap
kamer bewaarde ontvreemd. Het begon
met kleine hoeveelheden, doch langzamer
hand groeiden de telkens ontvreemde be
dragen aan, zelfs tot 300 k 400 Mark tege
lijk. Zijn oom 'had vroeger eens terloops
gezegd, dat het neefje een goede gestalte
had om later jockey te worden; de jon
gen had dit in 't oor geknoopt en liet
zich nu allereerst in een voorname manege
rijles geven en was zelfs zoo brutaal om
zich op een wandelrit te paard, met Zijn
stalknecht, te laten photografeeren. Daarna
werd hij een trouw bezoeker der renbanen,
waar hij iederen dag in gezelschap eener
vrouw per automobiel heenreed. Hij Avedde
met, vakkennis a.an den totalisator en schijnt
daarbij groote bedragen gewonnen te heb
ben, 's Avonds bezocht hij geregeld in licht
zinnig gezelschap allerlei wijnlokalen, waar
natuurlijk allen op zijn kosten leefden. Eerst
toen 'het gestolen geld tot 5000 Mark was
opgeloopen, werd de diefstal ontdekt.
De rechtbank nam verschillende verzach
tende omstandigheden in aanmerking en
veroordeelde den jongen tot 2 maanden ge
vangenisstraf. Maar dat zulk een ongehoor
de gescmedems mogefijk is, wijst er 'tocli
wel op, dat er iets niet in den haak is in
het Duitschland van onze dagen.
Een held van zelfopoffering.
De Fransche Academie van zedelijke en
staatkundige wetenschappen heeft den prijs
Audiffret 25,000 frs. voor daden van edel
moedigheid en zelfopoffering toegekend aan
Mgr. Augouard, bisschop van Fransch-Con
go. Wij hebben dat al kortelings gemeld.
Deze stichtte missiën tot op 900 kilometers
van Brazzaville, werkhuizen, gasthuizen, hof-
en 1 a 11iibouwinrichtingen, scholen die aan
1600 kinderen en aan volwassenen onderwijs
bezorgen; hij vormde werklieden!, telegra-
phisten, telephonisten; in de dorpen verving
hij de veelwijverij door het christen huwelijk
en maakte aldus gansche uitkwijnende stre
ken, weer bloeiend en vruchtbaar. Hij heeft
over de 2000 slaven vrijgekocht, enz. enz.
De verslaggever der „Academie" besloot in
dezer voege:
„Van 1890 tot 1911 zijn 44 missionarissen
bezweken. Een dezer werd door de Bondj os
vermoord; de anderen vielen als slachtoffer
der vermoeienissen, der ontberingen, der
koorteen en van het moorddadig klimaat.
Mgr. Augouard zelf is meermalen den dood
nabij geweest.
„Niettemin is hij steeds willen terugkee-
ren in de streken, waar hij sedert 34 jaren
niet heeft opgehouden te werken voor God
en zijne lijdende broeders, thans is hij meer
dan zestig Óuar oud.
„Moest hij ginder tot God teruggeroepen
worden, dan is hij gereed. Hij is het altijd
geweest.
„Wanneer hij in 1878 voor de eerste maal
op Afrikaanschen bodem kwam, had hij op
voorhand zijn leven ten offer gebracht. Een
officier zegde hem: „Men kan hier niet lang
leven, na twee jaren zult gij naar Frankrijk
moeten terugkeeren".
De jonge missionaris antwoordde: „Mijn
heer, wij komen hier niet om te leven, maar
om te sterven".
ALWEER EEN DEMONSTRATIE.
De heeren der S. D. A. P. roepen ide
arbeiders weer op voor eene betooging in,
Maart a.s. te 's Gravenhage.
Tegen de schandelijke obstructie der link-
sohe partijen in de Tweede Kamer, eene
obstructie, die het onmogelijk maakt, om de
vele degelijke sociale wetsontwerpen van mi
nister Talma spoedig en praktisch te behan
delen? vraagt Het Kath. Volk spottend....
Natuurlijk niet!
Want dan zouden de betoogers kunnen be
ginnen met bij de heeren der S. D. A. P.
alle ruiten in te slaan.
Neen, de arbeiders worden door genoemde
heeren opgeroepen, om te protesteeren tegen
deinvaliditeitswet van Talma en tegenj
de Tariefwet, die het geld voor de sociale
hervormingen verschaft. Verder om te ei-
schen een Staatspensioen zonder premiebe
taling.
Dat het begin der invaliditeitsverzekering
hier veel beter is dan in Duitsehland, waar
voorname leiders der S. D. A. P- het thans
afkeuren, dat hunne partijgenooten vroeger
tegen die verzekering hebben gestemd; dat
velo buitenlandsche sociaal-democraten op
goede gronden voor een beschermend tarief
en tegen Staatspensioen of bedeeling zijn,
dat zijn feiten, waarmede de Nederlandsche
„bewuste" arbeider niets te maken heeft.
Die arbeider leeft hier immers op 't oogen-
blik onder andere politieke omstandigheden!
En daar zit de knoop!
Geen partij, die zich minder schaamt om
do werkelijke arbeidersbelangen aan de
slechtste partijpolitiek op te offeren dan de
S. D. A. P. met hare „beroepspolitici".
De S. D. A. P. moet leven van protesten,
agitatie en demonstratie 0f in één wooidi
van ontevredenheid. Praktisch werk is van
haar niet te wachten, omdat zij vasthoudt
aan de bekende leuze: „Het komt er ten
slotte niet op aan of wij. iets bereiken, hoofd
zaak is, dat wij eischen stellen, die geen
andere partij stellen kan".
En hierbij moeten dan de „bewuste" ar
beiders die hun eigen belangen niet be
grijpen behulpzaam zijn. Wanneer de po
litieke belangen van hunne partij het vra
gen dan gaan zij, op bevel hunner leiders,
betoogen of zetten hunne handteekening op
een schriftelijk protest, waarvan zij de wer
kelijke beteekenis niet snappen.
Wat zal het nageslacht zich vermaken over
de dwaasheden van socialistische arbeiders
in het begin der 20e eeuwl
KRAKEEL IN 'N LIJKSTOET.
Wie heeft de jongste plaat van „De Am
sterdammer" niet zien hangen voor de si
garenwinkels?
Het „D. v. N.-Br." schrijft:
En zij hadden de Coalitie netjes in een
doodskist gelegd, er het zwartst mogelijke
kleed overheen gespreiden met de lijk
baar waren ze op weg naar het graf.
Dragers met glundere gezichten: Borgesius,
Roodhuyzen, Patijn, en met 'n strakke tro
nie: Tydeman.
Als gemeld is drager Treub er vandoor
gegaan heeft Druckev 'm gesmeerd,
raakte Roodhuyzen hierdoor uit 't lood,
en riep Borgesius benauwd: „Zoo komen
wij' nooit aan 't graf!"
Nu heeft de heer Tydeman verklaard, dat
hij het beleid van dezen minister van oor
log goedkeurde en er blij' mee was.
Men moet weten dat deze minister van
oorlog lak heeft aan alle mogelijke theorieën
omtrent volks- en andere legers, wijl hij
met bei z'n oogen de werkelijkheid ziet.
Deze: dat er elk oogenblik een Europee-
sche oorlog kan uitbreken, en wij dus klaar
hebben te zijn om onze neutraliteit te ver
dedigen. Niet te mankeeren, zooals het vroe
ger heette, maar te verdedigen en te hand
haven.
Dus hebben wij noodig, naar de heer Ty
deman het uitdrukte, een „paraat" leger, ge
reed dus om elk uur ter verdediging der gren
zen gereed te staan.
Zoo richt deze minister van oorlog het
leger nu in.
Best! juicht de heer Tydeman.
O jé, klaagde de unie-liberaal Verheijj daah
gaat ons ideaal naar de maan: het volks
leger.
En hij klaagde nog heel gemoedelijk, want
hij is van 'n kalm temperament. Kap. Thom
son, die als militair attaché in den Balkan
is, zou 't 'm anders hebben geleverd! Maar
hij blijft nog 'n beetje in het verre Oosten,
omdatja., hij zegt, omdat hij er nu een
maal is. Maar wij vermoeden, dat hij weg
blijft, om niet al te duidelijk de voorbarige
ruzie in de concentratie te demonstreeren.
Intusschen zijn de opscherpers op hun
post.
Paraat lanceerde dé heer Ter Laan een
motie, waarin de leger-organisatie van dezen
minister wordt afgekeurd.
Nu zult gij* de concentratie eens uitel-
kaar zien vallen.
Tydeman-Van Karnebeek tegen Ver he ij-
Borgesius I
Handelsblad-Nieuwe Crt. tegen Vaderland-
Telegraaf.
En zij hadden de coalitie in een doodkist
gelegd en poogden haar grafwaarts te dra
gen.
Twee der beste 'dragers liepen weg.
De andere begonnen onder elkaar een luid
krakeel.
En de 'coalitie lag in haar doodkist te
schudden van het lachen!"
R. K. KIESVEREENIGING.
De R K. Kies vereen i ging (Schoterkwar
tier) vergaderde gisteravond in de Catéchis-
muskamer aan de Gen. de la Reystraat.
De voorzitter, de heer Th. "G. C. Hooy,
heette allen welkom en hesprak vooraf eenige
kwesties van actueelen aard.
Daarna deed de secretaris voorlezing van
de notulen der vorige algemeene vergade
ring. Deze werden met dankzegging goedge
keurd.
De voorzitter deed mededeelingen betref
fende de jongste algemeene vergadering
van de Centrale te Beverwijk en betreffende
het program van actie, dat op die i7erga(le
ring werd ontwikkeld voor de a.s. verkie
zingen.
De voorzitter zette uiteen hoe groot de be
hoefte is, die in het Sohoterkwai'tier gevoeld
wordt aan een voldoend vergaderlokaal. Dit
is ook de reden dat de cursusavonden niet ge
regeld kunnen plaats hebben. Het bestuur is
actief om een geschikt lokaal te vinden.
De heer Venings deed rapport van een be
zoek. dat hij had gebracht aan bet kamerlid,
den heer Passtoors, inzake de forensenkwes
tie.
De geachte afgevaardigde en het bestuur
der Kiesvereeniging, zoo deelde de heer
Venings mede, houden hun aandacht op de
zaak gevestigd.
De heer Hooy deelde ook zijn meening over
de kwestie mede. Hij verklaarde dat hij
steeds over de zelfstandigheid van Schoten
optimistisch is gestemd geweest, maar
sinds de forensenkwestie er tusschen is ge
komen (ook Amsterdam kan forensenhelas-
ting gaan heffen) is spr. van optimist pessi
mist geworden en ziet hij het eenige heil in
annexatie van Schoten hij Haarlem, althans
wat het stadskwartier betreft.
Tot afgevaardigden naar de vergadering
der Centrale te Beverwijk werden gekozen
de heeren Venings en Reichert.
Tot afgevaardigden en plaatsvervangers
naar de vergadering van den Prov. Bond van
R. K. Kiesvereenigingen werden benoemd
de heeren Hooy, Olie, Reichert. Coblenz es
Stam. De afdeeling Schoten zal aan de al
gemeene vergadering voorstellen om zoo
spoedig mogelijk met de andere Provinciale
Bonden der coalitie in overleg te treden be
treffende het stellen van candidaten voor de
ajs. Kamerverkiezingen.
De voorzitter zette daarna de wenschelijk-
heid uiteen dat de afdeeling Schoten aan de
afgevaardigden èn naar de algemeene verga
dering van den Provincialen Bond cn aan
die naar de Centrale te Beverwijk opdracht
geeft om te spreken over een aanvulling van
het katholiek staatsprogram voor de volgen
de vierjarige periode.
De wenschelijkheid werd betoogd om meer
aandacht te schenken aan de sociale wetge
ving voor den Middenstand. Den afgevaardig.
den vanAvege de Beverwijksche Centrale naai
den Algem. Bond van R. K. Kiesvereeni
gingen te Utrecht zou dan opdracht knnnen
gegeven worden de zaak ook daar ter sprake
te brengen.
Onder daverend applaus werd den afge
vaardigde opgedragen als candidaat voor
het district Beverwijk bij de verkiezingen ta
stellen den beer W. C. J. Passtoors, het zit
tend Tweede Kamerlid voor dat district.
Voor de a.s. verkiezingen van de Prov.
Staten in het district Velsen werd voorloo-
pig candidaat gesteld het aftredend lid d<
heer J. M. Goes te Castricum.
Aan de orde was daarna de bespreking dei
voorgestelde progressieve belasting. Die
werd lang en breed besproken. De heer Hooy
meende dat de raadsleden goed hebben ge
daan het voorstel der sociaal-democratische
raadsleden, toen dat inkwam, niet zoo dade
lijk te behandelen, maar de zaak eerst rustig
onder de oogen te zien, om de vele gevolgen,
die er aan verbonden zijn.
Na een vruchtbare gedachtenwisseling over
het vóór en tegen van deze belasting stelde
de voorzitter voor eene studie-commissie voor
deze zaak te benoemen. Deze zou dan binnen
niet te langen tijd rapport uitbrengen over
de kwestie aan de R. K. Kies vereen iging.
Dit voorstel werd met instemming aange
nomen. Eenige heeren zullen aangezocht
worden om in de commissie zitting te nemen.
In de vacature, ontstaan in het bestuur der
R. K. K. door het bedanken van den heer de
Gier, werd bij stemming gekozen de heer N.
Kooiman. Deze nam de benoeming aan.
Bij de rondvraag deed de heer Venings
een pleidooi hooren om de verkjezingskas te
stijven. Hij meende dat Schoten, al bestaat
het dan voor het meerendeel uit arbeiders,
het zich tot een plicht moet rekenen om hij
te aragen in de bestrijding der .verkiezings-
kosten in liet district. Wanneer de finan-
cieele commissie dan ook hij de kiezers om
steun zal aankloppen, hoopt hij dat allen zou
den bijdragen, zij het dan ook in geringe
mate, voor het doel, waarvan het resultaat
tenslotte henzelve ten goede komt. Ook van
particulieren huiten het district zullen gaar
ne giften ontvangen worden voor de kas te
Schoten, die het best kan gebruiken. Reeds -
werd een royale toezegging van zekere zijde
gedaan.
Een der leden klaagde er over dat sinds
door het gemeentebestuur aan het muziek
korps te Schoten vergunning is verleend tot
het houden van repetities in het schoollokaal,
daarvan tot laat in den avond wordt gebruik
gemaakt, tot groot ongerief van de omwo
nenden, die naar bed willen.
Hij vroeg of een der aanwezige raadsleden
niet kan bewerken dat een uur werd bepaald,
waarna muziek maken in het schoollokaal
verder verboden is.
Met gebed werd de vergadering gesloten.
De voorzitter verzocht in de gebeden ook te
gedenken Z.Exc. Min. Regout, die zeer ern
stig ziek is.
BENOEMINGEN.
Z. D. H. de Aartsbisschop van Utrecht heeft
benoemd: tot kapelaan te Zevenaar, den Wel-
eerw. heer Dr. H. J. Smit; tot kapelaan t©
Steenwijkerwold, den Weleerw. heer R. J.
B. Flipse; en tot kapelaan te Vaassen, den
Weleerw. heer H. E. Elberssen.
SPORTFEESTEN IN HET VATICAAN.
In September van dit jaar zullen te Ro
me internationale gymnastiekfeesten plaats
hebben, uitgeschreven door den Bond van
Katholieke Sportvereenigingen, waaraan ook'
de Fransche Bonden meedoen.
Alle gymnasten zullen door den Paus in
audiëntie worden ontvangen.
7.)
Na verloop van een kwartier bereikte hij de
rots, waarop het klooster gelegen was. De
jonkman schepte een weinig adem, heklom
vervolgens den steilen, half door natuur, half
door 's mensehen handen gevormden trap, en
stond dra voor een poort des kloosters. Hij
schelde aan en hoorde spoedig in de wijde
gang het geluid van voetstappen weerklin
ken. De groote deur knarste in haar hengsels
en men heette den reiziger welkom met den
groet: „Geloofd zij Jezus Christus".
„Amen," antwoordde Don Carlos met een
eerbiedige buiging. „Veroorloof mij, den
drempel dezer heilige woon te betreden."
„Mijn broeder", hernam de kloosterling,
•wie gij ook zijn moogt, wees welkom! Doch
Wat zie ik! Graaf de Bellamore, zy't gij het?
■Ja, ik vergis mij niet."
„Welnu," hernam Don Carlos, terwijl de
blos der schaamte zijn wangen purperde, „gij
«ent mij en keert niet verachtelijk den blik
*an mij af?"
•Breng het verleden niet meer jn herinne
ring," hernam de religieus; „gij hebt uw mis
daad lag genoeg beweend. En dan, de Ovié-
do's zijn de ware schuldigen.... Doch her
kent gij mij niet?"
„Hemel! zijt gij pater Francisco?" riep Don
Carlos uit, en sloot den waardigen religieus
in zijn armen. „Welk een geluk n hier te vin
den! Wat tocli heeft bewogen, uw schreden
naar deze eenzaamheid te richten?"
Nadat de jonkman aan de geestelijke be
hoeften van zijn hart voldaan had, wenschte
hij tot zijn gezel te keeren, om hem deelge
noot te maken van de heugelijke ontmoeting
des kloosterlings. „Graaf de Croix wacht mij
onder in de vallei," sprak Carlos tot Don
Francisco; vergezelt mij, gij zult in hem een
man vinden, kwistig begaafd met de schoon
ste hoedanigheden naar hart, geest en
lichaam."
De grijsaard stemde gaarne toe, en heiden
richtten hun schreden naar het schoone dal
van Almeria.
XIII.
DE BERGSTROOM.
Valeria had reeds drie jaren gesleten in de
hut, welke men haar in de vallei van Al
meria ter bewoning had afgestaan. Bij voort
during mocht zij van de zijde harer bescher
mers een behandeling ondervinden, waarin
ierbied en genegenheid doorstraalden.
Van haar zijde trachtte mevrouw Oliva
zich erkentelijk te betoonen. Zij vergaderde
een aantal jonge dochters van het dal om
zich onderwees haar en liet ook niet na om
de meisjes onderricht te geven in de nuttige
en fraaie handwerken, tot dan toe weinig he
kend onder de goedhartige, doch gebrekkig
ontwikkelde bewoners dezer eenzame vallei.
Het was voor Valeria een zoete troost, haar
kind dagelijks in jeugd en schoonheid te zien
toenemen. Pedro had zijn moeder zóó teeder
lief, dat hij gevoelig was voor het geringste
blijk harer goedkeuring-
Dikwerf wanneer Olivia's echtgenoot© de
eenzaamheid zocht, om buiten het oog der
vallei-bewoners beur overkropt gemoed dooi-
een vloed van tranen te ontlasten, vlijde de
kleine Pedro het blonde hoofdje op den
schoot zijner moeder en zag haar dan aan
met een weemoedigen, vragenden blik, als
wenschte hij te bevroeden, waarin de oor
zaak van haar treurige gemoedstemming ge
zocht moest worden.
Op hetzelfde oogenblik dat Carlos en zijn
eerbiedwaardige vriend de vallei betraden,
wandelde Valeria aan de tegenovergestelde
zijde met Pedro, die veelkleurige bloemen ln
zijn korfje gaarde. Lucia was thuis geble
ven, om het avondmaal te bereiden.
Terwijl de kleine Pedro van bloem tot
bloem snelde, vlijde zich Valeria onder de
schaduw van een zwaren eik op. het donzige
mostapijt neder, en haar geest verwijlde bij
de dagen van vervlogen gelukVerschei
dene malen kwam de knaap met een nieu
wen ruiker terug, en telkens vroeg hij ver
lof om verder te gaan. Valeria stond zulks
gereedelijk toe, maar drukte hem op het hart,
dat hij zich niet te ver op den steilen, glibbe-
rigen oever des bergstrooms zou wagen.
Kleine Pedro omhelsde Valeria, beloofde
groote voorzichtigheid in acht te zullen ne
men, en huppelde weg.
Mevrouw Oliva verdiepte zich weder in
haar treurige gepeinzen en bleef nog gerui-
men tijd op het mos neder zitten. Na verloop
van een kwartier nnrs evenwel, beangstigde
Valeria zich over het lang wegblijven van
haar lieveling. Hevige onrust greep haar
aan; zij wierp zoekende blikken om zich
heen, riep hem herhaalde malen bij den
naam, dochontving geen antwoord.
Haar angst verdubbelde, de arme moeder
snelde naar den oever des strooms, doorzocht
het kreupelhout en vond geen spoor van den
kleinen Pedro.
Wat is er van het knaapje geworden?
Nadat Pedro zijn moeder verlaten had,
schreed hij voorwaarts tusschen de rotsen en
kwam zoo in de nabijheid van den woesten
stroom. Een heerlijke myosotis dreef op het
water; het kind beeldde zich in, nooit schoo
ner bloem gezien te hebben. De bekoring was
sterk.... Licht door het avondwindje bewo
gen, neeg de my-osotis naar den oever, als
wilde zli Pedro tot zich lokken. Hü hoog zich
voorover, de bloem ontsnapte hem!
Een tweede poging mislukte eveneens.
Daar beproefde Pedro het nog eenmaal,
zweefde met de helft van zijn lichaam boven
den waterspiegel, greep naar de bloem, ver
meesterde haar, dochverloor plotseling
het evenwicht en verdween in de golven.
Op dit vreeselijke oogenblik bespeurde hem
zijn moeder; zij had alles gezien, werd lijk
bleek, slaakte een hartverscheurenden kreet
en stortte levenloos neer op den rotsaelitigen
oever van den stroom.
XIV.
DE KLUIZENAAR VAN ALMERIA.
Graaf De Croix was door een ravijn op den
oever van den bergstroom afgedaald. Zooals
men weet, werd hij voorafgegaan door Alexis
wiens aardig gebabbel hem zeer vermaakte.
Spoedig bereikten zij een met riet bedekte
stulp, omringd door een heuvelachtig gras
veld, waarin hier en daar eenige treurwilgen
of berken wortelden.
De gezant wierp een blik dooT het kleine
venster der hut en zag met zonder weemoed,
dat armoede, bittere armoede binnen deze
naakte leemen wanden haar zetel had opge
slagen. Op een i gen afstand aanschouwde
men een groot steen en kruis, waarop Alexis
de aandacht van den graaf vestigde.
Ziet, sprak de knaap, vóór dat kruis gaat