i i
BINNENLAND.
Uw oixt 3e»flea$ ei IHeislit.
De „onzalige" Schoolstrijd.
Meubeimasjazijn BakeBses»erg8*aobi 6, HiaisbaudeBijke aHikelen. Op afbetaling
Beste Urieitdles ea Uiieedittttetfes.
De arise imikattt en zijn colkga.
NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT
Aandoenlijk heeft Üe heer Ketelaar Woens
dagavond gesproken voor de Jonge Vrijzin
nigen over de da-eigende gevaren voor het
Openbaar Onderwijs. Deze kampioen voor de
Openbare School meende da* de a.s. stem
busstrijd beheerscht zal worden door do on-
derwijekweefciei Het word dus een verkiezings
rede met een peroratie om bek coalitie-beest
te verdelgen.
De warn» strijd van rieaen zomer, dien wij
me* opgewektheid tegemoet gaan, zal ons
zeker wel gelegenheid geven om meermalen
de Wapens mot onze teg n«?6 uidars to krui
sen. Troelstr» vindt immers dat de stembus
dit jaar staat in het toeken van Algemeen
Kiesrecht eo wanneer wij de eer genieten
nog andore sprokers van Links in onze stad,
te hooren, zullen ook die wel een speciaal
Btokpaardje berijden. Eu somme echter ver
langen allen niets meer dan achter de groe
ne tafel op bot Haagsoho Binnenhof plaats
te nemen.
Vooralook met het oog op da fameuse
„hetze" ia het dan waarlijk zoo treu
rig met don bloei van het Openbaar Onder
wijs gesteld? die ook hier ter stede wordt
op touw geaet tegen de Bijzondere School,
kunnen wij echter den lust niet weerstaan
om eeniga beweringen van den heer Ke
telaar, Woensdagavond geuit betreffendo, wat
hij noemde, don „onzaligen" schoolstrijd en
wat bij ons hoot: do jarenlange worsteling om
de erkenning van ons goed recht, wat na
der t» bezien. Wij zullen niet diep op de
kwestie ingaan, om onze lezers niet tot
hoofdbrekende studies te noodzaken, maar
slechts hier en daar wat aanstippen wat gcxxB
kan zijn om do eerstvolgende maanden te
weten Do rede van don hoor Ketelaar zelf
is ons een# welkome handleiding voor dit
artikeltje
Dat do heer Ketelaar zijn redo bogen met
te consta-teoron dat de schoolstrijd nu roods
ieren wordt gestreden met groot succes voor
jle voorstanders der Bijzondere scholen, ne-
.«en wij voor kennisgeving aan. Wij wisten
not al e-n dat succes is ons een groot»
vreugd», dooh wij zijn nog lang niet vva»r wij
rezen willen en moeten.
Onmiddellijk daarop liet de hoer Ketelaar
echter e»n allerakeligst afgezaagd deuntje
hooren, oen wijsje dat door onze tegenstan
ders in all» toonaarden reeds js afgedraaid.
Hot aantal bijzondere scholen is zeer geste
gen, zeide hij n.l. maar er zijn verschillende
bijzondere scholen gekomen, die niet vol-
doon aan d» eiachen welke men aan een
goede school stellen mag.
Het is voorzichtig gezegd, maai- do bedoe
ling is duidelijk: het bijzonder onderwijs is
van minder qualiteit
Dat do heer K. zoo iets durft te komen
debiteeren in Haarlem, waar met name do
it. K. Bijzondere scholen, want over dezo
hebben wij hot hoofdzakelijk, in niets bij do
openbare achterstaan, integendeel waar zij
<h>ze in menig opzicht ver vooruit zijn, is
tooh wel wat kras I Gehouwen, leermiddelen,
onderwijskrachten, alles is in optima forma
en aan veel kan door de openbare scholen
oen lesjo genomen worden. Trouwens het
eerste bewijs dat het Bijzonder Onderwijs
van minderen aard is dan het open
baar moet door deze groot-schreeuwerige te
genstanders nog geleverd worden. Wel heb-
ix>n zij den mond vol over do inferioriteit
van het Bijzonder Onderwijs. Van alle da
ken hebben de openbare onderwijzers het
verkondigd, dat hun onderwijs het beste is
Berst geloofden zij het zelf niet, maar met
zooveel overtuiging logon zij hot der goe
gemeente voor, dat zij het ten slotte zelf
zijn gaan gelooven. Maar bewijzen, vragen
wij, meneeren geen beweringen 1
Waar zou die inferioriteit trouwens in be
staan
De bijzonder» onderwijzers hebben te vol
doen aan precies dezelfde examen-eisehen als
de opönbaro; met trots mogen wij wijzen
op oven goéde onderwijs-krachten als do
openbare school; of zou er bij de bijzondere
onderwijzers, die werken uit beginsel, ge
grondvest op den H. Godsdienst, soms min
der plichtsbesef zijn dan bij de openbare
die maar steeds schreeuwen om moer sa
laris, die...? Het is te onteorend om er over
te denkeu I
Maar waarin zit 'm dan de mindere kwa
liteit van het onderwijs? Het antwoord moe
ten wij schuldig blijven, evenals immers
onze tegenstanders.
De heer Keitelaar verwijt 'de katholieken,
dat zij in 1857 zoo innig tevreden waren
met de nieuwe onderwijswet, door 'Thor
becke in het leven geroepen. De Katho
lieken liepen weg met den liberalen heer
Thorbecke. Het Katholieke Maastricht
vaardigde hem af naar de Tweede Kamer.
En nu, zucht de heer Ketelaar verwijtend,
nu gaan die Katholieken te keer tegen die
zelfde onderwijswet, nu spannen zij samen
tegen de Vrijzinnigen, zij die eens Torbecke
zoo hoog vereerden. Zijn zij niet inconse
quent?
Het is waar dat de 'Katholieken in 1857
zeer waren ingenomen met don lilaeralen
heer Thorbecke, maar Thorbecke was ook
niet een mijnheer Ketelaar. Dat is het ver
schil, waarde heer! Dat wij in onzen schik
waren met de Torbecke-wet valt licht te
begrijpen voor hen, die de onderwijstoe
standen kennen, die vóór dien tijd heersch-
ten. De Katholieken waren blij met het
voordeel dat hun geboden werd en binnen
gehaald kon worden, n.I. om eigen bijz.
scholen te mogen oprichten en zij grepen
de gelegenheid mot beide handen aan, maar
dat neemt niet weg dat wij nu vragen op
denzelfden voet behandeld te worden als de
Vrijzinnigen. Ook wij zijn burgers van Ne
derland en hebben dezelfde rechten hls de
voorstanders der openbare school. Wordt
deze gesteund, dan vragen wij dezen steun
ook voor de Bijzondere scholen. ,Wi] vra
gen recht 1
„Vóór heel het volk', de gansche natie"
schetteren de heeren Vrijzinnigen, maar on
der dat hééle volk, die gansche natie, Ver
staan de Vrijzinnigen alle burgers, behalve
degenen, die hun beginselen niet toegedaan
zijn blijkbaar. Zei minister Kappeijne in
1.878 niet, bij de invoering van zijn onder
wijswet, waarbij hij allen mogelijken steun
aan de openbare school gaf, en aan de Bij
zondere geen enkelen: „Dan moeten de min
derheden maar onderdrukt worden!" Ziet,
zooiets gelieven wij niet meer te dulden i
Wij zijn lang genoeg geknecht.
Meneer Ketelaar wees er op dat de wet-
Kappeijne zoo prachtig heeft gewerkt. De
openbare school heeft Leerlingen afgedra
gen, die Holland nu groot maken op het
gebied van Handel en Nijverheid en haai
de concurrentie met het Buitenland doen
doorstaan. Nu draagt die wet haar vruch
ten! riep de heer K. uit.
Eiliove, slechts éëne vraag: zijn er ook
geen andere mannen, afkomstig van bij
zondere scholen, die nu ons land groot
maken, voor zooveel dat mogelijk is onder
het huidige handelsstelsel? Vergeet de heer
K. den Middenstand, de ruggegraat der
maatschappij, die toch voor een groot deel,
mogen wij zeggen: Katholiek is?
Dit ministerie heeft niets gedaan tot ver
hooging van het onderwijs in het land. Dat
is een aanklacht, decreteerde de heer Kete-
laax-. Sinds 1878 is er trouwens in het ge
heel niets gedaan tot verbetering van het
onderwijs.
De hoer Ketelaar had beter zijn verwijt
kunnen richten aan de liberale ministe
ries, die elkander in lange rijen opvolgden
enniets deden tot verhooging van het
onderwijs. Maar wat het huidige ministerie
betreft, de heer Ketelaar is een gewiekst
man als hij den- tijd aanwijst, waarop in
deze vierjarige periode een onderwijswet
had moeten behandeld worden. Den heelen
kostelijken tijd heeft de linkerzijde ver
praat en men komt zelfs niet klaar met
het meest urgente werk. Wanneer zou er
tijd geweest zijn om endcrwijs-wetten te
behandelen? En heeft tóch Heemskerk do
wet op het middelbaar onderwijs niet ver
beterd?
De lieer Ketelaar toont zich boos omdat
de subsidies ook aan Broeders- en Zusters-
scholen worden gegeven, die met zooveel
minder kunnen toekomen, omdat zij in ge
meenschap leven. Alles wordt gestort in de
kerkkassen, klaagt hij.
Ons dunkt dat de heer Ketelaar met zijn
democratische ideeën zal toegeven dat ie
der arbeider zijn loon waard is. En even
min als wij aan openbare onderwijzers ver
wijten dat zij een tientje offeren om de
yerkiezingskas voor een sociaal-democraat
te stijven, evenmin mag men Broeders en
Zusters vragen wat zij met hun eerlijk ver
diend geld doen. Daar komt nog dit bijhet
subsidiegeld wordt geheel gebruikt ten be
hoeve van het onderwijs. De heer Ketelaar
weet ook wel dat er van dat subsidiegeld
niet veel overblijft als de kosten van het
onderwijs bestreden zijn. En waar dit nog
wel het geval ia, daar wordt het aange
wend tot uitbreiding van het Bijzonder On
derwijs I Het is dus nog zoo kwaad niet.
De heer Ketelaar noemde eenige cijfers.
Van 1905 tot 1909 is het aantal bijzondere
scholen vermeerderd met 897; het aantal
onderwij zoi-s met 1700; het aantal openbare
scholen vermeerderde in dien tijd met 32,
het aantal onderwijzer» met 54.
Deze cijfers zijn voor ons, voorstanders
van Bijzonder Onderwijs, natuurlijk uiterst
verheugend, omdat daaruit de groei blijkt
van ons lievelingskind.
Intusschen kunnen wij begrijpen dat de
heer Ketelaar en alle voorvechters der open
bare school dit met leede oogen aanzien,
omdat zij in de verdwijning der openbare
bare school een gevaar zien voor de Vrij
zinnige idee.
Maar de heer Ketelaar noemde nog meer
cijfers. De uitgave uit de rijkskas voor
de openbare school was per leerling f 13.52
en voor het bijzonder onderwijs f 19.66. Dat
is een verschil van f 6.141
Ons antwoord daarop is een voorbeeld.
Wij nemen nu eens aan dat de cijfers juist
zijn. De St. Bavo-school hier ter stede vor
dert jaarlijks f 96.000 (zes en negentig dui
zend). De school ontvangt aan subsidie 4300
gulden (drie en veertig honderd). De rest
betalen dusde katholieken uit hun eigen
zak, terwijl de openbare school geheel
door de gemeenten wordt betaalddus
voor een deel óók weer uit den zak der Ka
tholieken.
Bovenstaand voorbeeld illustreert ook' de
dikwijls geuite bewering dat de bijzondere
school met volle handen put uit de Rijks
kas. Een vergelijking met de openbare scho
len ia wel leerzaam, zooala in dit geval.
Ziedaar! Voor liet oogenblik" willen wij
het hierbij laten. Allicht komt er eene gele
genheid om later nog wat meer over de
zaak te zeggen. Wij zijn geenszins volledig
geweest, want aan minutieus napluizen van
zulk een rede valt niet te denken. Zin voor
zin bijna bevat eene onwaarheid, een over
drijving of een scheeve voorstelling. Wij
willen nog goede trouw onderstellen bij ve
len onzer tegenstanders en aannemen dat
zfj het, wat de hoofdzaak betreft, nog zoo
kwaad niet ineenen, maar hun ideeën zijn
zoo absoluut gedesoriënteerd als zij over
partij zaken gaan praten; onze tegen
standers begrijpen nog zoo bitter weinig
van het standpunt waarop wij staan, hoe
heilig, hoe na aan het hart ons de godsdien
stige opvoeding van het kind is, dat wij
hen in eiken volzin bijna op een verkeerd
idee zouden moeten wijzen. Dat weinige
begrip, dat zij over godsdienstzaken heb
ben, is ook oorzaak dat zij in heel veel ge
vallen ons optreden in zaken het Bijzonder
Onderwijs betreffende, niet. snappen. Daar
staat tegenover dat wij fier en manmoe
dig voor onze rechten moeten opkomen. Wij
willen de school, die w ij verlangen en niet
do school die de vrijzinnigen ons toeden
ken. Laten zij gebruik maken van de open
bare school; laat deze gesteund worden door
Rijk en gemeente, inaar geef diezelfde voor
rechten voor onze school. Vreest men dat
dan de openbare school overvleugeld zal
worden door de bijzondere school; dat deze
laatste zich met de offers, die wij ons steeds
hebben weten te getroosten, in de hoogte
zal werken, welnu laten de vrijzinnigen clan
ook hun beurs open doen om hun school te
steunen. Wij hebben het zoolang voor de
Bijzondere gedaan. Maar daaraan denken
wij niet, zeide de heer Ketelaar Woensdag.
Neutraal d.i. vrijzinnig onderwijs, voor het
vólk, dat is de „nationale" school èn die
moet gesteund worden door het Rijk. Wie
er liefhebberij In heeft om er een godsdienst
op na te houden, zoo heet het dan verder
ongeveer, en daarnaar het onderwijs wil
inrichten, moet dat zelf dan maar betalen.
Met evenveel recht kunnen wij hetzelfde
toevoegen aan onze tegenstanders. Als zij
de liefhebberij er op nahouden om géén
godsdienst op de school te willen, welnu
dan moeten zij ook de offervaardigheid be
zitten daarvoor offer3 te brengen.
Maar een „nationale" school is niet die,
welke de rechten van een zeer groot deel
van ons miskent.
TWEEDE KAMERVERKIEZINGEN.
ZWOLLE. Naar „Do Tijd" verneemt heeft
mr. A. Baron v. Dedem, Tweede Kamer
lid voor Zwolle, thans definitief aan eenige-
vrienden verklaard, zich voor een hernieuw
de candidatuur niet weder beschikbaar te
stellen.
UIT DE STAATSCOURANT.
Bij K. B. is benoemd tot voorz. van het ooi
lege van regenten over de gevangenissen te
VGravenhage, B. J. van den Berkhof, lid
van sj^t college.
Bij Kon. besluit zijn in de orde van Oranje-
Nassau benoemd: tot commandeur mr. H.
Smeenge, lid van de Tweede Kamer der Sta-
ten-Genei-aal, voorzitter van het hoofdbest.
der sch ippers vereen. „Schuttevaer", Amster
dam; tot ridder H. Terwal, Kampen, Joh.
Volker, Rotterdam, resp. ondervoorzitter van
het hoofdbestuur en voorzitter van de af dee
ling Feijenoord van voormelde vereeniging.
gen.
Bij Kon. besluit is toegekend de aan de
orde van Oranje-Nassau verbonden eeremed.
in zilver, aan H. Slootjes, clief-kweeker bij
C. B. van Nes en Zonen, boomkweekerij, te
Boskoop.
VOOR TARIEF WET-COMITÊ.
Men meldt ons, dat tot het Comité nog
zijn toegetredeii de volgende personen en
firma's: Amstordamsche Verzinkerij, direc
teur Ch. van Messet, Amsterdam; Gebr3.
Aarts, leerlooiers, Dongen; Aaquist en Gott
lieb, lederfabriek, Tilburg; Bekking en Bon-
gers, de Ulftsche ijzergieterij, Gendringen;
W. J. J. A. Bareadtsen, Burgemeester, Gen-
dringen; Jos. Baetsers, dakpannenfabrikant,
Belfeld; E. Bruils, dakpannenfabrikant, Te-
gelen; H. G. van do Bij, RinsumageestJac.
Broeders, zoolleerlooierij en schoenfabrikant
Dongen; S. D. Boon en Go., handel in steen
kolen, Gouda; G. O. Bijlenga, Leeuwarden;
II. van Beek, Hazerswoude; Alph. Couwen-
berg, lederfabrikant, Oudenbosch; L. Gre
in ers, dakpannenfabrikant, Tegelen; C. W.
Baron van Dedem, Heino; O. van Dongen
van Alphen, leerlooier, Gilze Rijen; G. Dek
ker, Hilversum; A. Dijkstra, Djr. Coöp.
stoomzuivelfabriefc Hameland, Gendringen;
Bernard Eijkemans, coöp. inkoopvereeniging
„de Hanze", Tilburg; Th. Emaus, dakpan
nenfabrikant, Swalmen; ,C. Franken en Zn.,
leerlooiers, Gilze Rijen; Nic. Peijen, dak
pannenfabrikant, Reuver; Hub. Gfaudemans,
lederfabriek, Eindhoven; N. V. Gresbuizen-
industrie, Belfeld; Gebrs. van Gilse, kandij-
fabrikanten, Roozendaal; N. van Gooi, leer
looier, Gilze Rijen; van Gork, leerlooier,
Kiel; W. H. Horlings, vervener, Nieuwe Pe-
kela; firma Erven H. van Haeringen, De-
demsvaart; W. Hoek, aannemer, Haarlem;
O. Hoogendijk, .hout-exporteur, Hilversum;
Johan Huijsmans, fabrikant, Helmond; Ge
broeders Haagh, leerlooiers, Gilze Rijen;
L. Hendriks en Zonen, dakpannenfabrikan
ten, Swalmen; Hens en Co., dakpannenfa
brikanten, Swalmen; Hermans en Simons,
dakpannenfabrikanten, Swalmen; F. P. Kool
stra en Zonen, Centrale verwarmingsinstal-
latiën, Sneek; Fred. Kuiper, directeur De
venter stoomzeepfabriek, Deventer; F. Kui
pers, lederfabr., Hilvarenbeek; J03. Kurst-
jens, dakpannenfabrikant, Tegelen; Gebrs.
Kurstjens, dakpannenfabrikanten, Belfeld;
J. Larsen, en Zoon, schoen- en lederfabriek,
Amsterdam; P. Laméris, goud- en zilverwer
ken, Amsterdam; Gebrs. Lauman's en Co.,
dakpannenfabrikanten, Tegelen; J. Laumans
dakpannenfabrikant, Reuver; George Mer-
tens, handelaar in looistoffen, Tilburg; J.
Maas Donkers, lederfabriek, Woensel; Noo-
ten en Simons, dakpannenfabrikanten, Swal
men; firma Wed. Nads, dakpannenfabriek,
Belfeld; J. Oerlemans, lid der Prov. Staten
van Noord-Brabant, Drongelen bij Waalwijk
Gebrs. van Oerle, Bandfabrikanten, Box
tel; A. Pijl Jr., lid der Prov. Staten, Al-
blasserdam; A. Poeth, dakpannenfabrikant,
Tegelen; G. Relouw, dakpannenfabrikant,
[Tegelen; P. Rutten, dakpannenfabrikant, te
Reuven; W. Ramakers, dakpannenfabrikant,
Swalmen; Gebrs. Rosbenders, dakpannenfa
brikanten, Swalmen; N. V. Stoommeelmo»
len, v.h. Arie Verduijn, Oudshoorn; O,
Struyekon, 's Gravonhaagsclie matrassenfa-
briek, 's Gravenhage; firma Thissen, dak
pannenfabriek, Tegelen; H- Trienekens, dak
pannenfabriek, Reuver; Gebrs. Terstappen,
dakpannenfabriek, Swalmen; Th. Thomas
sen, dakpannenfabriek, Swalmen; Vitrage
weverij, N. V. Angio, Hilversum; S. Baron
de Vos van Steenwijk, Lindenhout; Firma
A. Vingerling en Zonen, Houthandel en
Stoomzagerij, Gouda; C. N. v. d. Veer,
stoombandfabriek, 's HertogenboschJoh. E.
Wolff Ezn., makelaar in effecten, Amster
dam; Van Wagonberg-Festen, lederfabrikant
Vlijmen; de ;Wit, steenfabrikant, Gendrin
gen- f
DE DERDE HERHALINGSOEFENING.
Ziehier wat Minister Colijn zeido over do
derde herhalingsoefening, en hoe de Minister
bewees, dat het belang des vaderlands die
eischt.
Dat door deze onemstootelijke argumenten
de heer Passtoors en anderen overtuigd wer
den, zal niemand die eerlijk is, verwon
deren 1
En nu kom ik aan de bespreking van het
amendement van den heer ter Laan, dat mij
eigenlijk gezegd buitengewoon verrast beeft,
èn wegens zijn motiveoring, èn wegens het
foit, dat nu al zoo bij herhaling over die der
de herhalings-oefening is gestreden. De ge
achte afgevaardigde heeft dit als uitgangs-
punt voor zijn betoog genomen: de nieuwe
Militiewet kent maai* twee herhalingsoefe
ningen, ergo moeten ook zij, die ouder de
oude Militiewet gediend hebben voortaan maar
twee herhalingsoefeningen hebben. Wanneer
men volstaan kan mot twee herhalingsoefe
ningen voor de menschen, die van af 1913
worden ingelijfd bij het leger, kan men toch
ook volstaan met twee herhalingsoefeningen
voor hen, die in vorige jaren zijn ingelijfd.
Ziedaar do motiveering van den geachten
afgevaardigde. Maar wat is nu de zaak?
Waarom is het aantal homalingsoofeningca
teruggebraoht van drie op twee? Omdat te
gelijker tijd de diensttijd van acht tot zea
jaar werd teruggebraoht; daarom kon men
met oen herhalingsoefening minder volstaan.
Maar voor de lichting, op welke de geachte
afgevaardigde nu het oog heeft, bestaat n i e
die zesjarige diensttijd. Voor die lichting
is de diensttijd van acht jaar blijven be
staan, en voor enkele lichtingen z^von jaar,
want er is een geleidelijke overgang van
acht op zes.
En nu is da vraag die te beoordeelen
valt, alleen deze. De wet bepaalt in art,
114 bij de overgangsbepalingen uitdrukkelijk,
dat zij, die vóór 1 Maart 1912 zijn ingelijfd,
den vérderen dienst volbrengen, waartoe zij
ingevolge die en die artikelen, in dit geval
art. Ill, van de Militiewet 1901, gehouden
waren. Nu zegt de geachte afgevaardigde;
er staat in art. 80, tweede lid, dat naar
door Ons te stellen regelen aan bijzondere
categorieën van ingelijfden geheele of ge
deeltelijke vrijstelling van herhalingsoefenin
gen kan worden verleend. Zeker, maar da*
slaat op dit geval de geachte afgevaar
digde houde mij dat ten goede als een
tang op een varken. Want daar heeft men
het oog op zeer enkele bepaalde groepen
van menschen, die bijv. in het dienstbelang
of in het algemeen staatsbelang elders werk
zaam zijn. Ik heb dat bijv. toegepast voor hen,
die drie jaar vrijwillig in het Indischo le
ger hebben gediend, en heb gezegd: die heb
ben geen herhalingsoefeningen noodig, want
die hebben drie jaar lang de practijk gehad!
en kennen het wel.
Maar de geachte afgevaardigde had zich
ook kunnen beroepen op het slot van de
eerste alinea van art. 114, waarin staat,
dat de dienstplicht moet worden volbracht,
tenzij Wij hen van den werkelijken dienst
voor een gedeelte vrijstelling verleenen.
Meent men nu, dat een dergelijke bepa
ling in de wet is opgenomen, om dat nu
maar 'te doen zooals het bij wijze van inval
lende gedachte te binnen schiet? Meent men,
dat aan deze bepaling de strekking moet
woeden toegekend, dat de Minister maar,
indien hij dat goéd vindt, drie herhalings
oefeningen vraagt, en wanneer hij het in
zijn hoofd krijgt er maar twee te vragen.
-- r mm I n ndS!»-—in --J3 «>H—MHMtaWl WillitW
stad is yan Oostenrijk en gelegen aan een zich niet langer en gH hem zijn viool over. Nu
groots rivier, do Donau. In die groote rivier nu begon de vreemdeling <>P hetzelfde instrument
tegenover Weenen ligt een mooi eiland, waar- zóó hartroerend en verwonderlijk schoon te
van een prachtig park is gemaakt en dat de spelen, dat de menschen van alle kanten kwa-
ultgaansplaats van de Weeners is. Dat park men toegeloopen. Toen hij eenige minuten ge
heet de Prater. j speeld had, gaf hij den ouden man een teeken,
Op een mooian zomerdag nu was er een grootwaarop deze met zijn P®t rondging bij het pu-
volksfeest in het park en van alle kanten kwa-1 bliek, en ziet, hij, die den heelen langen dag
men de menschen toegestroomd. Natuurlijk slechts enkele centen had kunnen ophalen, zag
8
Ik hob van een uwer eenige vragen gekregen
over de eerste opgaven in het nummer van 4
Januari. Ik wil die hier even beantwoorden,!
omdat er misschien meer zijn, wie die uitleg- i
ging te pas kan komen, doordat ze mij niet i
goed begrepen hebben I ',varen cr dien dag ook vele muzikanten, die bi.i nu gouden en zilveren munten van alle kanten
"in de eerste opgave mogen ook verkorte1 ?OV(f boz°fk °p ?en verdienste reken- j in zijn hoofddeksel geworpen.
eigennamen worden ingevuld, mits zij ook als dea-Z°° zat er ook °P hoc'k der De oude man wist van ontroering niet, hoe
zoodanig gebruikt worden, vijf letters tellen f.r?ote nevn een arme oude man- die door een hij zijn weldoener zou bedanken en drong er op
en d» eerste letter' de goede is. In no. 2 is in llckaamsgebrek, dat hij in den oorlog had op- aan den naam van z«n collega, die hem zoo
elk zinnetje maar één dierennaam verborgen, gedsT' VI"oeg ontslag had onverwachts en zoo edelmoedig was ter hulp
evenals het geval is bij raadsel no. 7. Als er men Ult dlenst en n,u slechts een klein Pen-gekomen, te mogen weten Toen deze hem ein- vuur^mcu cu uü
nu nnr» mo** A- v sioontjo had o m van te leven. Hij zocht daarom aeljjk zijn kaartje overreikte, waren er enkele xr A v, T 0 r. A
nu nog meer dingen zijn, die aan mna vriendjes i 7 l Noord-I1 rankryk. In lijn 2 en lijn 4 komt ook
vriflnfli'nnM^ niei. j «j v« t. door viooJspelen m zijn onderhoud te voorzien, omstanders, die ook den naam van den vreem-«iiond
ot vriendinnetjes niet heel duidelijk znn, moeten ,rrt i i i dezelfde naam voor en wel die van een eiiana
zij maar gerust vragen; ik zal er voor zorgen maar hn oud werd en zpn viool opraakte, deling lazen en met verbazing bemerkten, dat Oost-lndische bezittingen. Het middelste
de opgaren zoo duidelijk mogelijk te stellen, j glUg het ?&hn \em goed a, a,s dan groten Deenschen violis Gle Bull had- dug vult g0 dit mct een idin-
Bü de inzending der oplossingen behoevenSPt wekte me®f. den afk?er dea kooren 8pe,en' die *en wereldvermaardheid krfet ?e den naam van een rivier
de vragen niet herhaald te worden, maar wel **n belangstelling vnn het publiek en velen bezat. in Ilusland.
moeten de nummers der raadsels, zooals die in 7en den d a a s. Z1J 6ekras "°f r"j (Ingezonden door Hermina 17. Ge zoekt uit elk der volgende zinnetjes
de rubriek voorkomen, duidelijk worden opge- ,eD" kwam het, dat hy al laat op den mid- Gerrifcsma den Haag den naam van een dorp in ons land
geven. Kan men by een of ander raadsel de op-i dag' °P dlen dag van a^etneelle "oolykheul
lossing niet vinden, dan moet men bij de oplos-"°g slechta, 6nkele ce,,ten. had °Pgekaa!d
-G
n
In lijn 1 en lijn 3 moet hetzelfde woord
voorkomen en wel de naam van een stad in
singen ook het nummer van het raadsel over.1 0ngemerkt had een deftig'heer den ouden
slaan. Op de enveloppe hoeft geen .raadselwed- muz,kant al sinds enigen tijd gadegeslagen
stry"' tc staan
Hebt ge wel eens van Weenen gehoord, kin
deren Zeker wel, niet waar, want ge zult op
•obool wel geleerd hebben, dat Weenen de hoofd
en met leedwezen gezien, dat de arme oude man
zoo' weinig verdiende. Hij ging dus naar hem
toe, gaf hem een zilverstuk en vroeg„Mag ik
eens eventjes op uw viool spelen? Ik zou wel
eens willen weten wat voor een instrument het
is." De oude man was eerst verschrikt, dat zulk
een deftig heer hem aansprak en op zijn oude j belang bf} heeft
viool wilde spelen tusschen al dat nieuwsgierig
publiek, maar toen de hssr aesiiiold, bedacht hy IA.
Derde opgave van den nieuwen wedstrijd.
15, Ik ken een woord van 14 letters, hetwelk
iets aanduidt, dat gij in den winter graag doet.
Met 4, 5, 7 vangt men visch.
1, 2, 3, 8, 13, 9 is een lichaamsdeel.
7, 6, 4, 14, 12 is iets. waar een winkelier veel
De dief stak een valschen sleutel in het slot
en draaide de deur open.
De jager vertelde: Ik leg het geweer aan,
haal den haan over, schiet en het hert stort op
den grond neder.
Ik loop er henen en bewonder hot prachtige
gewei
En ben ik zwaar als lood,
Toch krijg ik u gezwind,
En 't einde is de. dood.
19. Ala ik twee streepjes neerzet, kunt gij
dan, door er twee bij to voegen, er het getal
15 van maken.
20. Hieronder volgt een letterraadsel, het
welk een spreuk betreft, go behoeft slechts naar
de punten te kijken. Het geheel vormt «en
spreekwoord.
Daar wij deze week niet moer dan zes raad
sels kunnen plaatsen, zullen er de volgende week
Het weer sloeg om, men merkte het aan den s geplaatst worden,
wind.
De verkoolde balken en de geblakerde muren
leverden een droevig schouwspel op.
18. Al loopt gij als de wind.
Denk om het adres: Kinder huisvest no. 29,
Haarlem.
DE RAADSELREDAOTEUK.