DERDE BLAD
rrirjxr
R. K. Middenstandsvereeniging.
Waar het in Juni om gaat
BUITENLAND.
Rond de Liturgie.
Goedkoopste «dras voor Karpetten, Tatfeikleeden, enz. is P. J. JANSSEZ, Aneganp hoek Warmoesstraat.
HaaHem"^russei. Handschoenen voor alle yeiegenlhedseBï»
HET HOOGSTE LOT
UIT DE LOTERIJ.
u
ZATERDAG f FEBRUA I 19(2
„ÜOyOBISi
FEUILLETO
1 ^enigszins vergeten was. Hij was er zich
St. Petersburg in allerijl moeten verlaten,
daar liij van politieke kuiperijen verdacht
werd, hij was naar Londen gevlucht en daar
na een langdurige ziekbed aan de tering ge
storven. Zijne ziekte had al haar contant geld
verslonden.
1 vrienden van haren echtgenoot.
logeerd en dat de dokter haar herhaaldelijk
DE FELDAU'S VERLATEN DEN
„OLYMPUS".
„ST. JOZEF**.
Afdccling Haarlem en Omstreken van
„DE HANZE",
goedgekeurd bij Bisschoppelijk besluit van den
26en October 1906 en bjj Kon. besluit
van 9 Mei 1908.
De R. K. Middenstandsvereeniging stelt zich
ten doel volgens art 2 harer statuten, de zede
lijke en stoffelijke belangen van den handel-
drijrenden- en industriëelen middenstand in het
algemeen en van hare leden in het bijzonder te
behartigen, overeenkomstig de belangen van
den R. TC. godsdienst. De voordeelen aan het
lidmaatschap verbonden zijn vele. Wij noemen
slechts
le Gratis infnmatiëu en rechtskundige ad
viezen hunne zakeu betreffende, het geven ter
incasseering hunner dubieuze posten.
2e. Gratis gebruik maken van het Bureau
plaatsing kantoor- en winkelpersoneel,
3e. Het verzekeren hunner spiegel- en an
dere ruiten bij de onderlinge glasverzekering
tegen uiterst lage premie.
4e. Deelname aan het fonds uitkeering bij
overlijden tegen geringe bijdrage onder koste
loos beheer.
5e. Gratis en franco ontvangst van een
weekblad, 16 pagina's druk, inhoudende wat
voor een middenstander van belang kan zijn.
6e. Tweemaal per jaar opdracht eener H.
Mis voor de geestelijke en tijdelijke belangen
der leden. By overlijden van een lid één H. Mis
voor zjjn zielerust in zijne Parochiekerk.
7e. Minstens zes maal per jaar eene leden
vergadering en eene feestelijke, wanneer de kas
zulk3 toelaat.
8e. Diocesane Coöperatieve Credietbank, ge
legenheid gevende creaieten te vragen, gelden
te beleggen, hetzij deposito of rekening-courant;
spaargelden te beleggen tegen 3 püt. rente, mi
nimum inleg 25 cents, tot een bedrag van 50
gulden terugbetaling onmiddellijk, hoogere be
dragen één dag opzegging.
Voqr inlichtingen of beleggingen gelegen
heid iederen werkdag van 94 uur bij den
administrateur J. H. Visser, Nieuwe Gracht 46.
9e. De Debatingclub heeft geregeld gezel
lige bijeenkomsten, ten doel hebbende het spre
ken in 't publiek eigen te doen worden.
Nog niet aangesloten R. K. Middenstanders
worden aangespoord als lid onzer vereoniging
toe te treden. De contributie bedraagt slechts
1.30 per 3 maanden, zich verbindende voor een
geheel jaar.
Aanmelding voor het lidmaatschap bij den
secret. H. J. Ganzeboom, Groote Houtstraat 26.
Namens het Bestuur,
ANTON BOSSE, Voorzitter.
TlJ. GANZEBOOM, Secretaris.
Aan het kort Verslag ontleenon we het
volgende uit de voortreffelijke rede, door ba
ron Van Wijnbergen in de zitting der Tweede
Kamer van 28 Januari gehouden:
„Een grief is: de Minister doet niets voor
de onderwijzers. Wie doet wel iets voor hen?
Is op de Haagsclie meeting hulde gebracht
aan minister Kuyper, minister Borgesius of
minister Rink, die toch voor de onderwijzers
veel hebben gedaan? Evenmin werd iets ge
legd ten gunste van minister Heemskerk.
Alleen werd aan één man dank gebracht, te
weten aan den heer Ter Laan, voor het vele,
dat hij heeft gedaan. Ja, deze heeft lange
redevoeringen gehouden en amendementen
voorgesteld, waarvan hij vooruit wist, dat ze
uiet konden worden aangenomen. Zijn de on
derwijzers daarmee tevreden, dan is dit zeer
gemakkelijk voor den minister van Finan-
s'.'.reker meent echter dat er voor de
rJveel meer reden was om dank-
„Deze minister heeft nu reeds voorstellen
gedaan, die het mogelijk maken, voorloopïg
door een kindertoeslag wat ten bate der on
derwijzers te doen, in afwachting dat later
een geheele herziening der tractementen aan
hangig zal worden gemaakt.
„Spreker wil er een woord bijvoegen, na
melijk of de Minister niet wil overwegen of
niet nog eens aan Gedeputeerde Staten be
ll U Gors lil a e*© hé.
ter toezicht kan worden gevraagd op de sa-
larieering van onderwijzers door de gemeen
teraden, die inderdaad niet altijd goed is.
Formeel hebben wij de best denkbare rege
ling van onderwijzerssalarissen, plaatselijk
door gemeenteraden, onder provinciaal toe
zicht van Gedeputeerde Staten en onder op
pertoezicht der Kroon. Moest men nn een stel
sel kiezen, dan zou men geen heter kunnen
vinden. Toch hapert er iets. In Gelderland
is de toestand goed, omdat men er daar een
bepaald stelsel op na houdt, dat zorgt voor
goede salarissen. Er kan echter vaak meer
worden gedaan door Gedep. Staten.
„De laatste grief is dat de Regeering het
openhaar onderwijs verwaarloost en het op
treden der bestrijders van de openbare school
vergoelijkt. Spreker krijgt, dit hoerende, den
indruk dat de voorstanders der openbare
school zich nog altijd beschouwen als de
eerste-klas-biirgers, terwijl de overigen wor-
deu gerekend als de minderen, die verheugd
mogen zijn als ze iets krijgen. Het waren ook
hier speciaal de sociaal-democraten, die zich
op een exclusief standpunt stelden. Zij spre
ken altijd van: Wij wenschen dit, wij wem
schên dat. Maar de sociaal-democraten ma
ken toch niet de geheele bevolking uit, even
min als de sociaal-democratische Kamerle
den de Kamer vormen.
„Maar ook hij de andere linkscbe partijen
valt een teruggang waar te nemen. Men
spreekt opnieuw over de wenschelijkheid
eener algemeene school, die aller gevoelen
eerbiedigt, Eu toch weet men dat heeft de
ervaring geleerd dat met de openbare
school niet ieder zich kan vereenigen. Niette
min willen zij die school weer aan iedereen
opdringen. Men wil terugkeer tot de wet van
1878, gelijk blijkt uit het in de algemeene ver
gadering van den Bond van Ned. Onderwij
zers aangenomen voorstel-Haarlem. Het
hoofdbestuur van den Bond heeft getracht
die zaak meer diplomatiek te behandelen,
maar niettemin is de ware bedoeling toch
aan het licht gekomen. Daartegenover wil
spreker de meening stellen de woorden van
Buys: of de openbare of bijzondere school
den voorrang zal hebben, kan niet door den
wetgever worden uitgemaakt, maar wordt
beslist door de maatschappij zelve, die aan
een van beide do voorkeur zal geven. Het
openbaar onderwijs kan slechts dienen als
aanvullend onderwijs voor lien die van het
bijzonder onderwijs geen gebruik willen ma
ken.
„Men lette vooral op deze woorden. Om
vast te stellen, dat zij geen gebruik willen
maken van de bijzondere school, moet er ook
gelegenheid zijn dat zij wèl gebruik kunnen
maken van de bijzondere school.
„Het streven van dezen Minister om aan
ieder de vrije keus to geven, is volkomen
grondwettig. Het lilijkt, dnt de meerderheid
van het volk is voor do bijzondere school, of
schoon er nog niet volkomen gelijkstelling be
staat. Toch spreekt men van bevoorrechting
van het hijzonder onderwijs. Wanneer men
er echter op let, dat de voorstanders van het
bijzonder onderwijs nog altijd tonnen hebben
bij te dragen voor het openbaar onderwijs,
is het al te gok, en móest men zich schamen,
te spreken van bevoorrechting van de bijzon
dere scholen.
„Zonder volkomen gelijkstelling is de meer
derheid van het volk vóór de bijzondere
school. De heer Ter Laan klaagt over de vele
eenmansseholen, maar de Mi' er heeft zich
daarvan niets aan te trekk' Wanneer op
verschillende plaatsen zijn bijzondere scho
len met meer leerkrachten en daarnaast een
openbare school met één leerkracht, blijkt
daaruit, dat de meerderheid der bevolking is
vóór het bijzonder onderwijs. Terecht merkte
de Minister reeds bij interruptie op, dat de
ht Ter Laan dan consequent zou moeten
willen dat hier de minderheid de school op
drong aan de meerderheid. Dat zou ondrage
lijke tyrannie zijn.
„Nog eens, wij willen niemand onderwijs
opdringen, maar wij wenschen gelijk recht
voor allen. Wat de ondermijning der open
bare school aangaat, de openbare school
wordt niet ondermijnd door de Regeering,
maar dooy haar eigen voorstanders. In de
eerste plaats maakte men haar neutraal
godsdienstig, geheel in strijd met de bedoe
ling der wet. Over die godsdienstige neutra
liteit wordt een eigenaardig licht geworpen
door de bijdrage van den heer Ketelaar in
het Gedenkboek van de verceniging „De Da
geraad". De heer Ketelaar sprak daarin uit,
dat die vereen iging zooveel had meegewerkt
tot hef verspreiden van juiste denkbeelden
over neutraal onderwijs.
„Spreker zal niet alle dergelijke uitingen
behandelen. Alleen vestigt bij de aandacht
op het feit, dat in het orgaan der N. O. P. C.
voor drankbestrijding protest werd aange-
teekend tegen een uiting van den voorzitter
van der Wouden, die op de algemeene ver
gadering de woorden „God zjj dank" had ge
bezigd, als een holle phrase. Zoo niet, dan
zou hij zijn lidmaatschap opzeggen. Dat is
geen maatstaf, hoort spreker zeggen. Maar
de heeren hechten er toch blijkbaar waarde
aan. De heer van der Wouden heeft de uiting
gelaten voor wat ze was. Maar degene, die
protest aanteekende, z©i uit veler naam te
spreken. En dat er ook maar één onderwijzer
is, die zóó durft spreken, is al erg genoeg,
als men bedenkt, dat aan hem velen hun kin
deren toevertrouwen moeten.
„Het laatste snufje is "he-t verzet tegen het
ophangen van platen voor „Onze Vloot" in de
school. De Bode bestrijdt dit als een milita-
ristischen maatregel. Dat zijn de opvoerders
der jeugd. Is het dan wonder, dat velen zich
van de openbare school afwenden?
„Spreker meent, dat de echte hondsmannen
eigenlijk in het geheel niet op onze nationale
school thuis behooren, want zij zijn anti-na
tionaal. Zonderling is het, dat in het concen-
tratieprQgrain gesproken wordt van onver
zwakte handhaving van het openhaar onder
wijs, terwijl zooveel vrijzinnigen voor hun
eigen kindereu hijzonder onderwijs verkie
zen, en het openhaar onderwijsdus armelui's
onderwijs zou worden. Dit is niet het werk
der rechterzijde, maar van zoogenaamde
voorstanders der openbare school.
„Waar juist het streven van den Bond
voortgaat, is spreker verheugd dat een Re
geering als deze tegen den Bond kan optre
den, als dit noodig mocht zijn. Een linksch
Kabinet zal dit niet kunnen, omdat het af
hankelijk zal zijn van de onderwijzers. In
De Bode las spreker, dat het hoofdbestuur
van den Bond xian drie partijen der linker
zijde 700 onderwijzers aanbood. Spreker hoort
zeggen aan vier partijen. Neen, aan de drie
linksche partijen. Aan de sociaal-democraten
is dat aanbod niet noodig, want dat zijn de
heeren zelf. Zoolang spreker niet even krach
tig dit aanbod heeft hooren weigeren, neemt
hij niet aan, dat de drie partijen der concen
tratie zich óók richten tegen de sociaal-de
mocratie.
„Spreker ontkent de grieven tegen deze
Regeering. Deze Minister heeft in de stukken
duidelijk aangetoond wat hij heeft gedaan en
in welke richting van hem arbeid is te ver
wachten. Deze Minister kan grooten invloed
oefenen op de onderwijzers, opdat ook de
openbare school zoo goed mogelijk en niet
een godsdienstlooze 0f anti-godsdienstige
school is. Onder dezen Minister zal aan nie
mand in Nederland onderwijs worden opge
drongen, maar zal ieder ouder voor zijn kin
deren het onderwijs kunnen vinden dat hij
naar geweten meent dat hun gegeven moet
worden. En waar nu van de overzijde de
wenscli wordt uitgesproken, dat deze Minis
ter zoo spoedig mogelijk door een ander wor
de vervangen; waar men het heeft doen voor
komen alsof deze begrooting' de laatste zon
zijn, die door hem zou worden ingediend en
nien een woord van ai scheid heeft durven
spreken, daar moge daartegenover van
deze zijde een welgemeend woord tot weer
ziens" tot dezen bewindsman weerklinken!"
HOE (MEN HET MODERNE ITALIË „WAN-
BEHEERT!"
Men weet hoe er inderdaad door de Loge
pers werd afgegeven op het „wanbeheer" van
den Pauselijken staatI
Meest gelogen, of sterk overdreven, maar
dat komt er niet op aan!
Hoort nu echter, hoe een liberaal corres
pondent in een liberaal blad (de „Tel.")
over het wanbeheer van 't hedendaagsche Ita
lië schrijft:
„Dat in Italië raar met het geld van den
Staat wordt omgesprongen, is hier voor nie
mand een geheim en de Italianen zelf zijn ge
woonlijk de eersten, die de vreemdelingen
daaromtrent inlichten. Gul als ze zijn met
verdachtmakingen cn vaak ook met krasse
bewijzen, moet men in Italië wel eindigen met
geen al te hoog denkbeeld van Italiaansche
administratie te kr ij gen.
Men zal zich herinneren, dat in Juli 1910
eindelijk het nieuwe, reusachtige paleis van
justitie, aan den Tiber, tegenover de Ripetta-
brug, werd ingewijd. Niet, dat het gebouw
reeds volkomen af was, maar bij de manie,
die in dit land heerscht, om inauguraties te
vieren vóór den tijd, moet men 't in dat op
zicht zoo nauw niet nemen.
Wat dat massieve, ontzettend groote paleis
den Italiaanschen Staat heeft gekost, is onge
looflijk. Oorspronkelijk aangenomen voor nog
geen tien millioen, is'men in den loop der tij
den de veertig millioen reeds genaderd. En
beantwoordde liet gebouw nu nog maar aan
't doel, maar 'k herinner me dat, toen inder
tijd Rome als zetel voor 't beruchte Camorra-
procea vau Viterbo werd aangewezen, in de
heele Italiaansche pers stemmen opgingen, om
te bewijzen, dat zelfs de groote aula van het
justitie-paleis nog te klein was om al de aan
geklaagden, do advocaten en het nieuwsgie
rige publiek te bevatten. Ook wat de kantoren
betreft, moet het gebouw werkelijk veel te
wenschen overlaten. Al de ruimte is bijna ge
bruikt voor indrukwekkende hallen, voor ein-
deloozo gangen en voor prachtige trappen. Do
gerechtszalen hebben een slechte acoustiek en
bij klaarlichten dag men kan wel zien, dat
we in het land van do zon zijn! moet
overal het electrisoh licht worden aangesto
ken, zoo donker zijn do vertrekken.
De architect Calderini, heeft tot nog toe
dan ook weinig pleizier beleefd van z'n sche_p-
ping, die tóch iets monumenteels bezit, maar
die elk oogenblik door een ieder wordt aan
gevallen als kunstgewrocht en als practisch
justitie-paleis. Doch er is meer. Sinds lang
gingen er geruchten door de Italiaansche
pers, dat de boitw gepaard ia gegaan met een
enorme geldverkwisting en met groote cor
ruptie. Zoo luide en veelvuldig waren de be
schuldigingen geworden, dat in April 1912
eindelijk, op voorstel van een Kamerlid, tot
een „parlementair onderzoek" naar de uitga
ven werd besloten. De commissie, die uit vijf
Kamerleden en uit vijf Senatoren bestond,
kreeg de uitgebreidste volmacht en zetelde
zich in het paleis zelve. Den argeloozen be
zoeker treft liet pijnlijk, als hij, ronddolend
door die gangen, plotseling boven een der
deuren leest: „zetel van de parlementaire
commissie van onderzoek, inzake de uitgaven
voor den bouw van het justitie-paleis".
Zooals het meer in de wereld gaatals
't kalf is verdronken, wordt de put gedempt.
Nauwelijks had de commissie zich geïnstal
leerd, of oen nieuwe stortvloed van anonieme
en van onderteekende aanklachten, daalde
over haar hoofd neer. En toch was het aan
tal reeds bekende beschuldigingen lang niet
gering geweest. Nieuwe en oude beschuldi
gingen betroffen, zooals gezegd, niet alleen
de enorme geldverkwisting tijdens den bouw
on tijdens de inrichting der zalen en der
bureaux maar vooral de corruptie, die op
groote schaal heette te zijn uitgeoefend, om
van de administratieve commissie te verzwij
gen, dat voor aanzienlijke sommen oordeelén
(lodi) zouden worden uitgesproken in het
voordeel van de maatschappij, die niet den
bouw was belast.
Het vraagstuk der zoogenaamde lodi vormt
inderdaad het meest teere punt van de heele
geschiedenis, daar hier de gepleegde knoeie
rijen en omkoopingen 't duidelijkst aan het
licht treden. Niet minder dan 12 van die
dure „lodi" zouden door de bouwmaatschap
pij zijn uitgelokt en op die wijze moeten
eenige onnoodige millioenen door de admini
stratie zijn uitgegeven. Vooral do laatste „oor-
deelen", die den Italiaanschen Staat respec
tievelijk 31/0 en 1 millioen moeten hebben
gekost, zouden aanleiding geven tot scherpe
critiek. Indien men de geruchten, welke thans
door Rome gaan, gelooven mag, zullen de na
men van een paar bekende Kamerleden en
zakenmensehen niet schoon uit het schandaal
te voorschijn komen. Men spreekt van vier
millioen, waarvan men de verantwoording nog
altijd zoekt. Dat alles in 't werk wordt ge
steld, om de schuldigen uit de handen van
't gerecht te redden, is te begrijpen, maar
de commissie van onderzoek die een jaar
tijd kreeg, moet in April a.s. haar verslag
binnen de Kamer uitbrengen en dan zal dus
do leelijke bom losbarsten. Men spreekt
reeds van een Panama-schandaal in 't
klein."
Padvinderskamp te Gent.
Ter gelegenheid van de groote internatio
nale tentoonstelling te Gent, die pl.m. 35
H.A. grooter zal zijn dan die van Brussel
eenige jaren geleden, zal aldaar een Inter
nationaal Padvinderskamp gehouden wor
den. Het aantal padvinders, dat uit alle lan
den verwacht worden. Het aantal padvin
ders, dat uit alle landen verwacht wordt, is
op 3000 geschat. Ter zelfder tijd zal te Gent
een padvinders-congres gehouden worden ter
bespreking van verschillende aangelegenhe
den en zullen hieraan de padvinders-autori
teiten uit alle landen deelnemen.
Een commissie van Gentsche heeren was
onlangs in Nederland, om ook de Nederland-
sehe padvinders uit te noodigen aan dit In
ternationale kamp deel te nemen
CXLI.
HET R. K. KERKGEBOUW.
De plaats, waar wij bijeenkomen om God
to loven, licet kerk. Dit woord komt van
het Grieksche kuriake, d. i. Huis des
H e e i' e n. Of mén dus spreekt van een k 0 r k
of van een Huis des Heeren is precies
hetzelfde. Dezen naam dragen onze bedehui
zen terecht, omdat zij ook werkelijk woon-
tenteu Gods zijn. Naar gelang van liaar rang
onderscheidt men: kathedralen, parochieker
ken, t>ii- of hulpkrr-ken, kloosterkerken, open
bare kapellen, enz.
Een kathedraal is de hoofdkerk van
eeu bisdom, de kerk des Bisschops. Zij heet
zoo, omdat de cathedra, d.i. de leerstoel,
de zetel van den bisschop zich in haar
priesterkoor bevindt. Een parochie
kerk is de kerk van eeu bepaald gedeelte
eens bisdoms, waarover door den bisschop
aan een priester, als pastoor, met bijzondere
plichten en rechten, de voortdurende zielzorg
is opgedragen. Het geestelijk gebied van dien
priester, waarvan de grenzen nauwkeurig
omschreven zijn, wordt zijn parochie ge
noemd, en hij zelf pastoor d.i. ÏI e r cl e r,
wegens de nauwe betrekking tusschen hem
en zijn parochianen. Hulp of bijkerken
helpen, gelijk de naam aanduidt, wegens de
uitgebreidheid der parochie in den dienst der
hoofdkerk voorzien. Als teeken dat een bij
kerk niet zelfstandig is, heeft zij geen doop
vont.
Bijzonder groote, vooral bisschoppelijke
kerken lieeten ook dom. (Dom van Keulen,
van Utrecht). Dit woord is eeu verkorting
van het Latijnsche domus, hetwelk huis
[des Heeren] beteek ent. Wijl de heidenen
hunne kerken tempels noemden, vermeden
de eerste Christenen, uit. afschuw voor den
heidenschen afgodendienst, zooveel mogelijk
deze benaming; ook thans nog komt zij be
trekkelijk zelden voor.
99
Deze fijne, tactvolle wijze, waarop de Rus
iet bedrag van den hoofdprijs, waarop Feldau
?een wettige aanspraak had, te zijner be
schikking stelde, oefende op de geheele fami-
'ie een zeer goeden indruk. Onder de gegeven
omstandigheden ware het onvoorzichtig, ja
gevaarlijk geweest, om als de winner van den
hoofdprijs voor den dag te komen, want zoo
emand doet altijd zooveel van zich spreken,
die dagbladen brengen bijzonderheden van
!Iem en daaraan mocht Feldau zich niet
'dootstellen. De diplomatieke streek van
°hitonoff om hem niet het lot, maar het be-
i/fcg daarvan terug te geven en dit op de
.'ansehe Bank te deponeeren, veranderde
v°tsolmg den toestand en baande hem den
e8 bij vader en dochter.
ij^T Dij ie toch een beste man en heeft je
"c 'l J26'1!0 Feldau, nadat hij de verrassende
.;0("deeling van zijn aanstaanden schoon--
zeiven bewust van, dat deze 500,000 franks,
eigenlijk gezegd, maar een geschenk waren,
dat juist van pas kwam .Waarom nog den
preutsche te spelen? Hij kon onmogelijk het
geld, waarop hij geen de minste aanspraak
had, aannemen en den Graaf de hand zijner
dochter weigeren.
Hoor eens, papa, wat er in Figaro staat,
onderbrak Walter zijn gedachtengang en las
het volgende voor:
De onderzoeksrechter K. heeft van den
oom van de arme, vermoorde mevrouw Sil-
berkoff de telegrafische mededeeling ont
vangen, dat deze van den moord kennis ge
kregen en onverwijld de reis naar Parijs aan
vaard heeft. Het telegram is gezonden uit
Edinburg.
Reeds na eenige dagen.meldde zich Kosko-
vitsch bij den Rechter van instructie aan en
legde de volgende verklaring af:
Mevrouw Silberkoff was mijne nicht.
Haar man dien ik nooit gekend heb heeft
Zij hoopte van de opbrengst harer juwee-
len zoolang te kunnen leven, totdat zij vol
doende Fransch had geleerd, om de eene of
andere betrekking te krijgen. Ik drong er zoo
lang hii haar aan, totdat zij eindelijk mijn
verzoek inwilligde en eene vrij aanzienlijke
som van mij te leen nam.
Eenige dagen huurde ik het paviljoen op
den boulevard Lanues voor haar. Omtrent het
Japansche kastje kan ik geenerlei inlichting
geven, ik geloof echter niet, dat zij het ge-
kocht heeft, want nooit heb ik bemerkt, dat
zij voor dergelijke dingen eenige passie had,
en bovendien klopt de som, die men in haar
beurs heeft gevonden ongeveer met het be
drag, dat ik voor mijn vertrek haar ter hand
stelde,
I Op de vraag van den onderzoekingsrechter
of mevrouw Silberkoff in Parijs nog andere
bekenden kon gehad hebben, en zoo niet, of
niet een van haar Londensche vrienden over-
j gekomen zijn en haar opgezocht hebben kon,
werd Koskowitsch zeer onrustig en antwoord
de niet terstond. Eerst op de herhaalde vraag
j van den Rechter, antwoordde hij aarzelend,
dat Teska hem vaak gezegd had, dat zij niets
zoozeer vreesde, dan eene ontmoeting met de
Aanvankelijk zeide zij, dat deze allen
arme duivels waren, die geld van haar
ter leen zouden vragen, doch later be
kende zij mij, dat, dat.wederom zweeg
Koskovitsch verlegen en hij was eerst op de
herhaalde waarschuwing van den Rechter te
bewegen, om met zijne verklaring door te
gaan.
Het arme ding is, helaas dood en ik kan
haar door mijne onthullingen niet meer scha
den. Welnu dan, haar echtgenoote behoorde
tot eene gevaarlijke Nihilistenbende te Lon
den, ja, hii was zelfs het hoofd daarvan, en
Teska kende eenige gewichtige geheimen.
Het is zeer wel mogelijk, dat zij door een lid
dezer bende vermoord werd, eindigde Kosko
vitsch, die slechts met groote zelfbeheer- i
selling zijne verklaringen had afgelegd.
Dat is niet alleen mogelijk, maar zelfs
zeker, riep de rechter als geëlectriseerd.
Wanneer hebt gij madame voor het laatst ge-
I zien?
i Ongeveer eene week voor haar vreese-
lijk uiteinde.
1 En wat de familierelaties betreft, het was
mij zoo bijzonder aangenaam niet, te verne
men, dat haar echtgenoot nihilist was ge-
weest en dat hij dat geworden was, wijl de
Russische regeering zijne naaste bloedver
wanten onbillijkerwijze naar Siberië had ver-
bannen. En dat is alles wat ik weet. Verdere
inlichtingen kan ik met den besten wil niet
geven. Ik wil maar hopen, dat het gelukken
mag den dader te vinden.
En hiermede was het verhoor van Kosko
vitsch afgeloopen.
Het spreekt vanzelf, dat de politie een on
derzoek instelde of de verklaringen van den
dokter juist waren. De directeur en de kell-
ners van het genoemde hotel bevestigden,
I dat madame Silberkoff daar zooveel en zoo
veel dagen met baar allerliefsten jongen ge-1
Groote subsidiën, zoowel van rijk, gemeen
te, als tentoonstelling, zijn toegezegd, zoodat
de onkosten per hoofd voor iederen padvin
der zoo laag mogelijk zullen zijn.
Met de spoorwegmaatschappijen zijn on
derhandelingen aangeknoopt teneinde spe1-
ciaie lage tarieven voor de padvinders te
verkrijgen. Een reis Amsterdam—Gent en
terug zou ongeveer op 2.50 komen te staan,
zoodat zeer velen aan dit kamp deel zullen
kunnen nemen.
Nederland zelf zal naar men weet een
grootseh gebouw op de tentoonstelling heb
ben en tal van groote Nederlandscho firma's
hebben toezeggingen gedaan daar te expo-
seeren. Binnenkort zullen nadere hijzonder-
heden omtrent dit kamp medegedeeld wor
den. Voor inlichtingen kan men zich vervoe
gen tot den lieer P. J. P. Netelerkamp, se
cretaris van de Nederlandsche Padvinders-
organisatie, 104 Heerengracht, Amsterdam.
Hoe mevrouw Ticliaeck liaar negen zonen
uithuwelijkt.
Mevrouw Tickaeck is de echtgenoote van
een welgesteld koopman te St. Louis en te
vens de gelukkige moeder van een negental
oppassende zoons. Mevrouw Tiekaeck's groot
ste zorg is echter haar jongens aan een
meisje te helpen, die haar handen uit de
mouwen weet te steken, een goede burger
pot koken kan etc. etc., met andere woorden
dus een meisje, dat met eere de gewichtige
functie vau vrouw des huizes kan vervullen.
Doch waar meisjes te vinden, die aan alle
door mevrouw Ticliaeck gestelde eischen be
antwoorden?
De moederliefde heeft ook echter deze
moeilijkheid weten te overwinnen.
Waaneer mevrouw Tiehaueck nl. een dienst
bode huurt, belooft zij haar, wanneer zij vijf
jaar lang trouw en eerlijk haar plicht heeft
gedaan, haar aan een van haar zoons, die
daarvoor door zijn leeftijd en zijn zelfstan
dige positie in aanmerking komt, uit te hu
welijken, mits natuurlijk door een der beide
partijen geen onoverkomelijke bezwaren wor
den geopperd.
Drie harer zoons zijn, volgens de Tel., op
deze wijze al met gunstig resultaat uitge
huwelijkt en mevrouw Ticliaeck hoopt, dat
ook haar andere zoons het voorbeeld hunner
broeders zullen volgen, en zich niet tegen
haar beschikking zullen verzetten.
Papa Tichaeck is het in dezen met zijn
vrouw roerend eens. „En waarom niet?"
merkt hij laconiek op. „Hun moeder zorgt,
dat zij goede vrouwen krijgen; ik zorg, dat
bezocht had. Evenzoo getuigde de eigenaar
van het paviljoen op den boulevard Lannes,
dat een slanke, eenigszins bejaarde Rus dit
gehuurd had, stipt de huur had betaald en hel
huurcontract met dr. Paul Koskovitsch had
onderteekend. Behangers, meubelmakers en
dergelijken, die het paviljoen hadden inge
richt, stemden hierin overeen, dat zij hun
werk verricht hadden op last van den lijfarts
van graaf Pohitonoff en door. dezen ook con
tant betaald waren geworden'.
De politie deed haar verdere nasporiu-
gen, het eerst in de wijk, waarvan hekend
was, dat veel nihilisten woonden. De ver
onderstelling van den dokter, dat de moord
door een nihilist begaan was, opdat me
vrouw Silberkoff geen der gewichtige ge
heimen zou kunnen verraden, was op zich
zelve niet onmogelijk, doch welke rol speel
de daarbij het geheimzinnige Japansche
kastje, het zonderlinge verdwijnen daarvan,
hoe moest dat verklaard worden. De oplos
sing van dit raadsel veroorzaakte den rech
ter van instructie en dei' politie veel lioofd-
brekeus.
X.
Graaf Wladimir Pohitonoff had zijn invlod
in dien geest doen gelden, dat do gerechte-