DERDE BLAD rrirjxr R. K. Middenstandsvereeniging. Waar het in Juni om gaat BUITENLAND. Rond de Liturgie. Goedkoopste «dras voor Karpetten, Tatfeikleeden, enz. is P. J. JANSSEZ, Aneganp hoek Warmoesstraat. HaaHem"^russei. Handschoenen voor alle yeiegenlhedseBï» HET HOOGSTE LOT UIT DE LOTERIJ. u ZATERDAG f FEBRUA I 19(2 „ÜOyOBISi FEUILLETO 1 ^enigszins vergeten was. Hij was er zich St. Petersburg in allerijl moeten verlaten, daar liij van politieke kuiperijen verdacht werd, hij was naar Londen gevlucht en daar na een langdurige ziekbed aan de tering ge storven. Zijne ziekte had al haar contant geld verslonden. 1 vrienden van haren echtgenoot. logeerd en dat de dokter haar herhaaldelijk DE FELDAU'S VERLATEN DEN „OLYMPUS". „ST. JOZEF**. Afdccling Haarlem en Omstreken van „DE HANZE", goedgekeurd bij Bisschoppelijk besluit van den 26en October 1906 en bjj Kon. besluit van 9 Mei 1908. De R. K. Middenstandsvereeniging stelt zich ten doel volgens art 2 harer statuten, de zede lijke en stoffelijke belangen van den handel- drijrenden- en industriëelen middenstand in het algemeen en van hare leden in het bijzonder te behartigen, overeenkomstig de belangen van den R. TC. godsdienst. De voordeelen aan het lidmaatschap verbonden zijn vele. Wij noemen slechts le Gratis infnmatiëu en rechtskundige ad viezen hunne zakeu betreffende, het geven ter incasseering hunner dubieuze posten. 2e. Gratis gebruik maken van het Bureau plaatsing kantoor- en winkelpersoneel, 3e. Het verzekeren hunner spiegel- en an dere ruiten bij de onderlinge glasverzekering tegen uiterst lage premie. 4e. Deelname aan het fonds uitkeering bij overlijden tegen geringe bijdrage onder koste loos beheer. 5e. Gratis en franco ontvangst van een weekblad, 16 pagina's druk, inhoudende wat voor een middenstander van belang kan zijn. 6e. Tweemaal per jaar opdracht eener H. Mis voor de geestelijke en tijdelijke belangen der leden. By overlijden van een lid één H. Mis voor zjjn zielerust in zijne Parochiekerk. 7e. Minstens zes maal per jaar eene leden vergadering en eene feestelijke, wanneer de kas zulk3 toelaat. 8e. Diocesane Coöperatieve Credietbank, ge legenheid gevende creaieten te vragen, gelden te beleggen, hetzij deposito of rekening-courant; spaargelden te beleggen tegen 3 püt. rente, mi nimum inleg 25 cents, tot een bedrag van 50 gulden terugbetaling onmiddellijk, hoogere be dragen één dag opzegging. Voqr inlichtingen of beleggingen gelegen heid iederen werkdag van 94 uur bij den administrateur J. H. Visser, Nieuwe Gracht 46. 9e. De Debatingclub heeft geregeld gezel lige bijeenkomsten, ten doel hebbende het spre ken in 't publiek eigen te doen worden. Nog niet aangesloten R. K. Middenstanders worden aangespoord als lid onzer vereoniging toe te treden. De contributie bedraagt slechts 1.30 per 3 maanden, zich verbindende voor een geheel jaar. Aanmelding voor het lidmaatschap bij den secret. H. J. Ganzeboom, Groote Houtstraat 26. Namens het Bestuur, ANTON BOSSE, Voorzitter. TlJ. GANZEBOOM, Secretaris. Aan het kort Verslag ontleenon we het volgende uit de voortreffelijke rede, door ba ron Van Wijnbergen in de zitting der Tweede Kamer van 28 Januari gehouden: „Een grief is: de Minister doet niets voor de onderwijzers. Wie doet wel iets voor hen? Is op de Haagsclie meeting hulde gebracht aan minister Kuyper, minister Borgesius of minister Rink, die toch voor de onderwijzers veel hebben gedaan? Evenmin werd iets ge legd ten gunste van minister Heemskerk. Alleen werd aan één man dank gebracht, te weten aan den heer Ter Laan, voor het vele, dat hij heeft gedaan. Ja, deze heeft lange redevoeringen gehouden en amendementen voorgesteld, waarvan hij vooruit wist, dat ze uiet konden worden aangenomen. Zijn de on derwijzers daarmee tevreden, dan is dit zeer gemakkelijk voor den minister van Finan- s'.'.reker meent echter dat er voor de rJveel meer reden was om dank- „Deze minister heeft nu reeds voorstellen gedaan, die het mogelijk maken, voorloopïg door een kindertoeslag wat ten bate der on derwijzers te doen, in afwachting dat later een geheele herziening der tractementen aan hangig zal worden gemaakt. „Spreker wil er een woord bijvoegen, na melijk of de Minister niet wil overwegen of niet nog eens aan Gedeputeerde Staten be ll U Gors lil a e*© hé. ter toezicht kan worden gevraagd op de sa- larieering van onderwijzers door de gemeen teraden, die inderdaad niet altijd goed is. Formeel hebben wij de best denkbare rege ling van onderwijzerssalarissen, plaatselijk door gemeenteraden, onder provinciaal toe zicht van Gedeputeerde Staten en onder op pertoezicht der Kroon. Moest men nn een stel sel kiezen, dan zou men geen heter kunnen vinden. Toch hapert er iets. In Gelderland is de toestand goed, omdat men er daar een bepaald stelsel op na houdt, dat zorgt voor goede salarissen. Er kan echter vaak meer worden gedaan door Gedep. Staten. „De laatste grief is dat de Regeering het openhaar onderwijs verwaarloost en het op treden der bestrijders van de openbare school vergoelijkt. Spreker krijgt, dit hoerende, den indruk dat de voorstanders der openbare school zich nog altijd beschouwen als de eerste-klas-biirgers, terwijl de overigen wor- deu gerekend als de minderen, die verheugd mogen zijn als ze iets krijgen. Het waren ook hier speciaal de sociaal-democraten, die zich op een exclusief standpunt stelden. Zij spre ken altijd van: Wij wenschen dit, wij wem schên dat. Maar de sociaal-democraten ma ken toch niet de geheele bevolking uit, even min als de sociaal-democratische Kamerle den de Kamer vormen. „Maar ook hij de andere linkscbe partijen valt een teruggang waar te nemen. Men spreekt opnieuw over de wenschelijkheid eener algemeene school, die aller gevoelen eerbiedigt, Eu toch weet men dat heeft de ervaring geleerd dat met de openbare school niet ieder zich kan vereenigen. Niette min willen zij die school weer aan iedereen opdringen. Men wil terugkeer tot de wet van 1878, gelijk blijkt uit het in de algemeene ver gadering van den Bond van Ned. Onderwij zers aangenomen voorstel-Haarlem. Het hoofdbestuur van den Bond heeft getracht die zaak meer diplomatiek te behandelen, maar niettemin is de ware bedoeling toch aan het licht gekomen. Daartegenover wil spreker de meening stellen de woorden van Buys: of de openbare of bijzondere school den voorrang zal hebben, kan niet door den wetgever worden uitgemaakt, maar wordt beslist door de maatschappij zelve, die aan een van beide do voorkeur zal geven. Het openbaar onderwijs kan slechts dienen als aanvullend onderwijs voor lien die van het bijzonder onderwijs geen gebruik willen ma ken. „Men lette vooral op deze woorden. Om vast te stellen, dat zij geen gebruik willen maken van de bijzondere school, moet er ook gelegenheid zijn dat zij wèl gebruik kunnen maken van de bijzondere school. „Het streven van dezen Minister om aan ieder de vrije keus to geven, is volkomen grondwettig. Het lilijkt, dnt de meerderheid van het volk is voor do bijzondere school, of schoon er nog niet volkomen gelijkstelling be staat. Toch spreekt men van bevoorrechting van het hijzonder onderwijs. Wanneer men er echter op let, dat de voorstanders van het bijzonder onderwijs nog altijd tonnen hebben bij te dragen voor het openbaar onderwijs, is het al te gok, en móest men zich schamen, te spreken van bevoorrechting van de bijzon dere scholen. „Zonder volkomen gelijkstelling is de meer derheid van het volk vóór de bijzondere school. De heer Ter Laan klaagt over de vele eenmansseholen, maar de Mi' er heeft zich daarvan niets aan te trekk' Wanneer op verschillende plaatsen zijn bijzondere scho len met meer leerkrachten en daarnaast een openbare school met één leerkracht, blijkt daaruit, dat de meerderheid der bevolking is vóór het bijzonder onderwijs. Terecht merkte de Minister reeds bij interruptie op, dat de ht Ter Laan dan consequent zou moeten willen dat hier de minderheid de school op drong aan de meerderheid. Dat zou ondrage lijke tyrannie zijn. „Nog eens, wij willen niemand onderwijs opdringen, maar wij wenschen gelijk recht voor allen. Wat de ondermijning der open bare school aangaat, de openbare school wordt niet ondermijnd door de Regeering, maar dooy haar eigen voorstanders. In de eerste plaats maakte men haar neutraal godsdienstig, geheel in strijd met de bedoe ling der wet. Over die godsdienstige neutra liteit wordt een eigenaardig licht geworpen door de bijdrage van den heer Ketelaar in het Gedenkboek van de verceniging „De Da geraad". De heer Ketelaar sprak daarin uit, dat die vereen iging zooveel had meegewerkt tot hef verspreiden van juiste denkbeelden over neutraal onderwijs. „Spreker zal niet alle dergelijke uitingen behandelen. Alleen vestigt bij de aandacht op het feit, dat in het orgaan der N. O. P. C. voor drankbestrijding protest werd aange- teekend tegen een uiting van den voorzitter van der Wouden, die op de algemeene ver gadering de woorden „God zjj dank" had ge bezigd, als een holle phrase. Zoo niet, dan zou hij zijn lidmaatschap opzeggen. Dat is geen maatstaf, hoort spreker zeggen. Maar de heeren hechten er toch blijkbaar waarde aan. De heer van der Wouden heeft de uiting gelaten voor wat ze was. Maar degene, die protest aanteekende, z©i uit veler naam te spreken. En dat er ook maar één onderwijzer is, die zóó durft spreken, is al erg genoeg, als men bedenkt, dat aan hem velen hun kin deren toevertrouwen moeten. „Het laatste snufje is "he-t verzet tegen het ophangen van platen voor „Onze Vloot" in de school. De Bode bestrijdt dit als een milita- ristischen maatregel. Dat zijn de opvoerders der jeugd. Is het dan wonder, dat velen zich van de openbare school afwenden? „Spreker meent, dat de echte hondsmannen eigenlijk in het geheel niet op onze nationale school thuis behooren, want zij zijn anti-na tionaal. Zonderling is het, dat in het concen- tratieprQgrain gesproken wordt van onver zwakte handhaving van het openhaar onder wijs, terwijl zooveel vrijzinnigen voor hun eigen kindereu hijzonder onderwijs verkie zen, en het openhaar onderwijsdus armelui's onderwijs zou worden. Dit is niet het werk der rechterzijde, maar van zoogenaamde voorstanders der openbare school. „Waar juist het streven van den Bond voortgaat, is spreker verheugd dat een Re geering als deze tegen den Bond kan optre den, als dit noodig mocht zijn. Een linksch Kabinet zal dit niet kunnen, omdat het af hankelijk zal zijn van de onderwijzers. In De Bode las spreker, dat het hoofdbestuur van den Bond xian drie partijen der linker zijde 700 onderwijzers aanbood. Spreker hoort zeggen aan vier partijen. Neen, aan de drie linksche partijen. Aan de sociaal-democraten is dat aanbod niet noodig, want dat zijn de heeren zelf. Zoolang spreker niet even krach tig dit aanbod heeft hooren weigeren, neemt hij niet aan, dat de drie partijen der concen tratie zich óók richten tegen de sociaal-de mocratie. „Spreker ontkent de grieven tegen deze Regeering. Deze Minister heeft in de stukken duidelijk aangetoond wat hij heeft gedaan en in welke richting van hem arbeid is te ver wachten. Deze Minister kan grooten invloed oefenen op de onderwijzers, opdat ook de openbare school zoo goed mogelijk en niet een godsdienstlooze 0f anti-godsdienstige school is. Onder dezen Minister zal aan nie mand in Nederland onderwijs worden opge drongen, maar zal ieder ouder voor zijn kin deren het onderwijs kunnen vinden dat hij naar geweten meent dat hun gegeven moet worden. En waar nu van de overzijde de wenscli wordt uitgesproken, dat deze Minis ter zoo spoedig mogelijk door een ander wor de vervangen; waar men het heeft doen voor komen alsof deze begrooting' de laatste zon zijn, die door hem zou worden ingediend en nien een woord van ai scheid heeft durven spreken, daar moge daartegenover van deze zijde een welgemeend woord tot weer ziens" tot dezen bewindsman weerklinken!" HOE (MEN HET MODERNE ITALIË „WAN- BEHEERT!" Men weet hoe er inderdaad door de Loge pers werd afgegeven op het „wanbeheer" van den Pauselijken staatI Meest gelogen, of sterk overdreven, maar dat komt er niet op aan! Hoort nu echter, hoe een liberaal corres pondent in een liberaal blad (de „Tel.") over het wanbeheer van 't hedendaagsche Ita lië schrijft: „Dat in Italië raar met het geld van den Staat wordt omgesprongen, is hier voor nie mand een geheim en de Italianen zelf zijn ge woonlijk de eersten, die de vreemdelingen daaromtrent inlichten. Gul als ze zijn met verdachtmakingen cn vaak ook met krasse bewijzen, moet men in Italië wel eindigen met geen al te hoog denkbeeld van Italiaansche administratie te kr ij gen. Men zal zich herinneren, dat in Juli 1910 eindelijk het nieuwe, reusachtige paleis van justitie, aan den Tiber, tegenover de Ripetta- brug, werd ingewijd. Niet, dat het gebouw reeds volkomen af was, maar bij de manie, die in dit land heerscht, om inauguraties te vieren vóór den tijd, moet men 't in dat op zicht zoo nauw niet nemen. Wat dat massieve, ontzettend groote paleis den Italiaanschen Staat heeft gekost, is onge looflijk. Oorspronkelijk aangenomen voor nog geen tien millioen, is'men in den loop der tij den de veertig millioen reeds genaderd. En beantwoordde liet gebouw nu nog maar aan 't doel, maar 'k herinner me dat, toen inder tijd Rome als zetel voor 't beruchte Camorra- procea vau Viterbo werd aangewezen, in de heele Italiaansche pers stemmen opgingen, om te bewijzen, dat zelfs de groote aula van het justitie-paleis nog te klein was om al de aan geklaagden, do advocaten en het nieuwsgie rige publiek te bevatten. Ook wat de kantoren betreft, moet het gebouw werkelijk veel te wenschen overlaten. Al de ruimte is bijna ge bruikt voor indrukwekkende hallen, voor ein- deloozo gangen en voor prachtige trappen. Do gerechtszalen hebben een slechte acoustiek en bij klaarlichten dag men kan wel zien, dat we in het land van do zon zijn! moet overal het electrisoh licht worden aangesto ken, zoo donker zijn do vertrekken. De architect Calderini, heeft tot nog toe dan ook weinig pleizier beleefd van z'n sche_p- ping, die tóch iets monumenteels bezit, maar die elk oogenblik door een ieder wordt aan gevallen als kunstgewrocht en als practisch justitie-paleis. Doch er is meer. Sinds lang gingen er geruchten door de Italiaansche pers, dat de boitw gepaard ia gegaan met een enorme geldverkwisting en met groote cor ruptie. Zoo luide en veelvuldig waren de be schuldigingen geworden, dat in April 1912 eindelijk, op voorstel van een Kamerlid, tot een „parlementair onderzoek" naar de uitga ven werd besloten. De commissie, die uit vijf Kamerleden en uit vijf Senatoren bestond, kreeg de uitgebreidste volmacht en zetelde zich in het paleis zelve. Den argeloozen be zoeker treft liet pijnlijk, als hij, ronddolend door die gangen, plotseling boven een der deuren leest: „zetel van de parlementaire commissie van onderzoek, inzake de uitgaven voor den bouw van het justitie-paleis". Zooals het meer in de wereld gaatals 't kalf is verdronken, wordt de put gedempt. Nauwelijks had de commissie zich geïnstal leerd, of oen nieuwe stortvloed van anonieme en van onderteekende aanklachten, daalde over haar hoofd neer. En toch was het aan tal reeds bekende beschuldigingen lang niet gering geweest. Nieuwe en oude beschuldi gingen betroffen, zooals gezegd, niet alleen de enorme geldverkwisting tijdens den bouw on tijdens de inrichting der zalen en der bureaux maar vooral de corruptie, die op groote schaal heette te zijn uitgeoefend, om van de administratieve commissie te verzwij gen, dat voor aanzienlijke sommen oordeelén (lodi) zouden worden uitgesproken in het voordeel van de maatschappij, die niet den bouw was belast. Het vraagstuk der zoogenaamde lodi vormt inderdaad het meest teere punt van de heele geschiedenis, daar hier de gepleegde knoeie rijen en omkoopingen 't duidelijkst aan het licht treden. Niet minder dan 12 van die dure „lodi" zouden door de bouwmaatschap pij zijn uitgelokt en op die wijze moeten eenige onnoodige millioenen door de admini stratie zijn uitgegeven. Vooral do laatste „oor- deelen", die den Italiaanschen Staat respec tievelijk 31/0 en 1 millioen moeten hebben gekost, zouden aanleiding geven tot scherpe critiek. Indien men de geruchten, welke thans door Rome gaan, gelooven mag, zullen de na men van een paar bekende Kamerleden en zakenmensehen niet schoon uit het schandaal te voorschijn komen. Men spreekt van vier millioen, waarvan men de verantwoording nog altijd zoekt. Dat alles in 't werk wordt ge steld, om de schuldigen uit de handen van 't gerecht te redden, is te begrijpen, maar de commissie van onderzoek die een jaar tijd kreeg, moet in April a.s. haar verslag binnen de Kamer uitbrengen en dan zal dus do leelijke bom losbarsten. Men spreekt reeds van een Panama-schandaal in 't klein." Padvinderskamp te Gent. Ter gelegenheid van de groote internatio nale tentoonstelling te Gent, die pl.m. 35 H.A. grooter zal zijn dan die van Brussel eenige jaren geleden, zal aldaar een Inter nationaal Padvinderskamp gehouden wor den. Het aantal padvinders, dat uit alle lan den verwacht worden. Het aantal padvin ders, dat uit alle landen verwacht wordt, is op 3000 geschat. Ter zelfder tijd zal te Gent een padvinders-congres gehouden worden ter bespreking van verschillende aangelegenhe den en zullen hieraan de padvinders-autori teiten uit alle landen deelnemen. Een commissie van Gentsche heeren was onlangs in Nederland, om ook de Nederland- sehe padvinders uit te noodigen aan dit In ternationale kamp deel te nemen CXLI. HET R. K. KERKGEBOUW. De plaats, waar wij bijeenkomen om God to loven, licet kerk. Dit woord komt van het Grieksche kuriake, d. i. Huis des H e e i' e n. Of mén dus spreekt van een k 0 r k of van een Huis des Heeren is precies hetzelfde. Dezen naam dragen onze bedehui zen terecht, omdat zij ook werkelijk woon- tenteu Gods zijn. Naar gelang van liaar rang onderscheidt men: kathedralen, parochieker ken, t>ii- of hulpkrr-ken, kloosterkerken, open bare kapellen, enz. Een kathedraal is de hoofdkerk van eeu bisdom, de kerk des Bisschops. Zij heet zoo, omdat de cathedra, d.i. de leerstoel, de zetel van den bisschop zich in haar priesterkoor bevindt. Een parochie kerk is de kerk van eeu bepaald gedeelte eens bisdoms, waarover door den bisschop aan een priester, als pastoor, met bijzondere plichten en rechten, de voortdurende zielzorg is opgedragen. Het geestelijk gebied van dien priester, waarvan de grenzen nauwkeurig omschreven zijn, wordt zijn parochie ge noemd, en hij zelf pastoor d.i. ÏI e r cl e r, wegens de nauwe betrekking tusschen hem en zijn parochianen. Hulp of bijkerken helpen, gelijk de naam aanduidt, wegens de uitgebreidheid der parochie in den dienst der hoofdkerk voorzien. Als teeken dat een bij kerk niet zelfstandig is, heeft zij geen doop vont. Bijzonder groote, vooral bisschoppelijke kerken lieeten ook dom. (Dom van Keulen, van Utrecht). Dit woord is eeu verkorting van het Latijnsche domus, hetwelk huis [des Heeren] beteek ent. Wijl de heidenen hunne kerken tempels noemden, vermeden de eerste Christenen, uit. afschuw voor den heidenschen afgodendienst, zooveel mogelijk deze benaming; ook thans nog komt zij be trekkelijk zelden voor. 99 Deze fijne, tactvolle wijze, waarop de Rus iet bedrag van den hoofdprijs, waarop Feldau ?een wettige aanspraak had, te zijner be schikking stelde, oefende op de geheele fami- 'ie een zeer goeden indruk. Onder de gegeven omstandigheden ware het onvoorzichtig, ja gevaarlijk geweest, om als de winner van den hoofdprijs voor den dag te komen, want zoo emand doet altijd zooveel van zich spreken, die dagbladen brengen bijzonderheden van !Iem en daaraan mocht Feldau zich niet 'dootstellen. De diplomatieke streek van °hitonoff om hem niet het lot, maar het be- i/fcg daarvan terug te geven en dit op de .'ansehe Bank te deponeeren, veranderde v°tsolmg den toestand en baande hem den e8 bij vader en dochter. ij^T Dij ie toch een beste man en heeft je "c 'l J26'1!0 Feldau, nadat hij de verrassende .;0("deeling van zijn aanstaanden schoon-- zeiven bewust van, dat deze 500,000 franks, eigenlijk gezegd, maar een geschenk waren, dat juist van pas kwam .Waarom nog den preutsche te spelen? Hij kon onmogelijk het geld, waarop hij geen de minste aanspraak had, aannemen en den Graaf de hand zijner dochter weigeren. Hoor eens, papa, wat er in Figaro staat, onderbrak Walter zijn gedachtengang en las het volgende voor: De onderzoeksrechter K. heeft van den oom van de arme, vermoorde mevrouw Sil- berkoff de telegrafische mededeeling ont vangen, dat deze van den moord kennis ge kregen en onverwijld de reis naar Parijs aan vaard heeft. Het telegram is gezonden uit Edinburg. Reeds na eenige dagen.meldde zich Kosko- vitsch bij den Rechter van instructie aan en legde de volgende verklaring af: Mevrouw Silberkoff was mijne nicht. Haar man dien ik nooit gekend heb heeft Zij hoopte van de opbrengst harer juwee- len zoolang te kunnen leven, totdat zij vol doende Fransch had geleerd, om de eene of andere betrekking te krijgen. Ik drong er zoo lang hii haar aan, totdat zij eindelijk mijn verzoek inwilligde en eene vrij aanzienlijke som van mij te leen nam. Eenige dagen huurde ik het paviljoen op den boulevard Lanues voor haar. Omtrent het Japansche kastje kan ik geenerlei inlichting geven, ik geloof echter niet, dat zij het ge- kocht heeft, want nooit heb ik bemerkt, dat zij voor dergelijke dingen eenige passie had, en bovendien klopt de som, die men in haar beurs heeft gevonden ongeveer met het be drag, dat ik voor mijn vertrek haar ter hand stelde, I Op de vraag van den onderzoekingsrechter of mevrouw Silberkoff in Parijs nog andere bekenden kon gehad hebben, en zoo niet, of niet een van haar Londensche vrienden over- j gekomen zijn en haar opgezocht hebben kon, werd Koskowitsch zeer onrustig en antwoord de niet terstond. Eerst op de herhaalde vraag j van den Rechter, antwoordde hij aarzelend, dat Teska hem vaak gezegd had, dat zij niets zoozeer vreesde, dan eene ontmoeting met de Aanvankelijk zeide zij, dat deze allen arme duivels waren, die geld van haar ter leen zouden vragen, doch later be kende zij mij, dat, dat.wederom zweeg Koskovitsch verlegen en hij was eerst op de herhaalde waarschuwing van den Rechter te bewegen, om met zijne verklaring door te gaan. Het arme ding is, helaas dood en ik kan haar door mijne onthullingen niet meer scha den. Welnu dan, haar echtgenoote behoorde tot eene gevaarlijke Nihilistenbende te Lon den, ja, hii was zelfs het hoofd daarvan, en Teska kende eenige gewichtige geheimen. Het is zeer wel mogelijk, dat zij door een lid dezer bende vermoord werd, eindigde Kosko vitsch, die slechts met groote zelfbeheer- i selling zijne verklaringen had afgelegd. Dat is niet alleen mogelijk, maar zelfs zeker, riep de rechter als geëlectriseerd. Wanneer hebt gij madame voor het laatst ge- I zien? i Ongeveer eene week voor haar vreese- lijk uiteinde. 1 En wat de familierelaties betreft, het was mij zoo bijzonder aangenaam niet, te verne men, dat haar echtgenoot nihilist was ge- weest en dat hij dat geworden was, wijl de Russische regeering zijne naaste bloedver wanten onbillijkerwijze naar Siberië had ver- bannen. En dat is alles wat ik weet. Verdere inlichtingen kan ik met den besten wil niet geven. Ik wil maar hopen, dat het gelukken mag den dader te vinden. En hiermede was het verhoor van Kosko vitsch afgeloopen. Het spreekt vanzelf, dat de politie een on derzoek instelde of de verklaringen van den dokter juist waren. De directeur en de kell- ners van het genoemde hotel bevestigden, I dat madame Silberkoff daar zooveel en zoo veel dagen met baar allerliefsten jongen ge-1 Groote subsidiën, zoowel van rijk, gemeen te, als tentoonstelling, zijn toegezegd, zoodat de onkosten per hoofd voor iederen padvin der zoo laag mogelijk zullen zijn. Met de spoorwegmaatschappijen zijn on derhandelingen aangeknoopt teneinde spe1- ciaie lage tarieven voor de padvinders te verkrijgen. Een reis Amsterdam—Gent en terug zou ongeveer op 2.50 komen te staan, zoodat zeer velen aan dit kamp deel zullen kunnen nemen. Nederland zelf zal naar men weet een grootseh gebouw op de tentoonstelling heb ben en tal van groote Nederlandscho firma's hebben toezeggingen gedaan daar te expo- seeren. Binnenkort zullen nadere hijzonder- heden omtrent dit kamp medegedeeld wor den. Voor inlichtingen kan men zich vervoe gen tot den lieer P. J. P. Netelerkamp, se cretaris van de Nederlandsche Padvinders- organisatie, 104 Heerengracht, Amsterdam. Hoe mevrouw Ticliaeck liaar negen zonen uithuwelijkt. Mevrouw Tickaeck is de echtgenoote van een welgesteld koopman te St. Louis en te vens de gelukkige moeder van een negental oppassende zoons. Mevrouw Tiekaeck's groot ste zorg is echter haar jongens aan een meisje te helpen, die haar handen uit de mouwen weet te steken, een goede burger pot koken kan etc. etc., met andere woorden dus een meisje, dat met eere de gewichtige functie vau vrouw des huizes kan vervullen. Doch waar meisjes te vinden, die aan alle door mevrouw Ticliaeck gestelde eischen be antwoorden? De moederliefde heeft ook echter deze moeilijkheid weten te overwinnen. Waaneer mevrouw Tiehaueck nl. een dienst bode huurt, belooft zij haar, wanneer zij vijf jaar lang trouw en eerlijk haar plicht heeft gedaan, haar aan een van haar zoons, die daarvoor door zijn leeftijd en zijn zelfstan dige positie in aanmerking komt, uit te hu welijken, mits natuurlijk door een der beide partijen geen onoverkomelijke bezwaren wor den geopperd. Drie harer zoons zijn, volgens de Tel., op deze wijze al met gunstig resultaat uitge huwelijkt en mevrouw Ticliaeck hoopt, dat ook haar andere zoons het voorbeeld hunner broeders zullen volgen, en zich niet tegen haar beschikking zullen verzetten. Papa Tichaeck is het in dezen met zijn vrouw roerend eens. „En waarom niet?" merkt hij laconiek op. „Hun moeder zorgt, dat zij goede vrouwen krijgen; ik zorg, dat bezocht had. Evenzoo getuigde de eigenaar van het paviljoen op den boulevard Lannes, dat een slanke, eenigszins bejaarde Rus dit gehuurd had, stipt de huur had betaald en hel huurcontract met dr. Paul Koskovitsch had onderteekend. Behangers, meubelmakers en dergelijken, die het paviljoen hadden inge richt, stemden hierin overeen, dat zij hun werk verricht hadden op last van den lijfarts van graaf Pohitonoff en door. dezen ook con tant betaald waren geworden'. De politie deed haar verdere nasporiu- gen, het eerst in de wijk, waarvan hekend was, dat veel nihilisten woonden. De ver onderstelling van den dokter, dat de moord door een nihilist begaan was, opdat me vrouw Silberkoff geen der gewichtige ge heimen zou kunnen verraden, was op zich zelve niet onmogelijk, doch welke rol speel de daarbij het geheimzinnige Japansche kastje, het zonderlinge verdwijnen daarvan, hoe moest dat verklaard worden. De oplos sing van dit raadsel veroorzaakte den rech ter van instructie en dei' politie veel lioofd- brekeus. X. Graaf Wladimir Pohitonoff had zijn invlod in dien geest doen gelden, dat do gerechte-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1913 | | pagina 9