derde Blad f IDI3. i R. K. HSïddenstandsvereeniging. BUITENLAND NIEUWS Uil OEN OMTREK. Rond de Liturgie. door mt en meisjes. Goedkooftsfte adres voor» BCarpetfew, Tafelkfeeileng enz, is P. J. JAgflSSEW, Anegang hosk Warmoesstraat. Au Bon Süapché. „üoyons." HaaHenfBpysseS, Handschoenen voor alle gelegenheden. Beste Uriendjes en Urietidinitetjes. X ZATERDAG A FEBRUA I ISIS V. a >- DE RAADSELREDAOTEUR. DE AUTEURSWET. NIEUWE st „ST. JOZEF". Afdeeling Haarlem en Omstreken van „DE HANZE", gcefkeken-d hü Bisschoppelijk bestuit van den 2«en October 1909 en bü Kon. besluit van 9 Mei 1908. De R. K. Middenstandsvereeniging stelt zich ten doel volgens art. 2 harer statuten, de zede lijke en stoffelijke belangen van den handel- drijvenden- en industriëelen middenstand in het algemeen en van hare leden in het bijzonder te behartigen, overeenkomstig de belangen van den R. K. godsdienst. De voordeelen aan het lidmaatschap verbonden zijn vele. Wij noemen slechts: le. Gratis informatiën en rechtskundige ad viezen hunne zaken betreffende, het geven ter incasseering hunner dubieuze posten. 2e. Gratis gebruik maken van het Bureau plaatsing kantoor- en winkelpersoneel. 3e. Het verzekeren hunner spiegel- en an dere ruiten bij de onderlinge glasverzekering tegen uiterst lage premie. 4e. Deelname aan het fonds uitkeering bij overlijden tegen geringe bijdrage onder koste loos beheer. 5e. Gratis en franco ontvangst van een weekblad, 16 pagina's druk, inhoudende wat voor een middenstander van belang kan zijn. 6e. Tweemaal per jaar opdracht eener H Mis voor de geestelijke en tijdelijke belangen der leden. Bij overlijden van een lid één H. Mis voor zijn zieierust in zijne Parochiekerk. 7e. Minstens zes maal per jaar eens leden vergadering en eene feestelijke, wanneer de kas zulks toelaat. 8e. Diocesane Coöperatieve Credietbank, ge- legenheid gevende creaieten te vragen, gelden te beleggen, hetzij deposito of rekening-courant; spaargelden te beleggen tegen 3 pCt. rSnte, mi nimum inleg 25 cents, tot een bedrag van 60 gulden terugbetaling onmiddellijk, hoogere be dragen één dag opzegging. Voqr inlichtingen of beleggingen gelegen heid iederen werkdag van 94 uur bij den administrateur J. H. Visser, Nieuwe Gracht 46. 9e. De Debatingclub heeft geregeld gezel lige bijeenkomsten, ten doel hebbende het spre ken in 't publiek eigen te doen worden. Nog niet aangesloten R. K. Middenstanders worden aangespoord als lid onzer vereenigïng toe te treden. De contributie bedraagt slechts 1.30 per 3 maanden, zich verbindende voor een geheel jaar. Aanmelding voor het lidmaatschap bij den secret. H. J. Ganzeboom, Groote Houtstraat 26. Namens het Bestuur, ANTON BOSSE. Voorzitter. H, J. GANZEBOOM, Secretaris. (Ingezonden). De heer Th. M. Ketelaar, vrijzinnig-demo craat, afgevaardigde ter Tweede Kamer voor Amsterdam V, lid van Gedeputeerde Staten van Noord-Holland, oud-onderwijzer en oud schoolopziener, is een verwoed voorvechter der openbare school, die hij beschouwt als de eenigste goede school voor het volk en waar van hij de verdediging altijd met lust en ijver op zich neemt. Wij hebben hiervan in Haarlem onlangs nog bewijzen gehad, toen de heer Ketelaar hier als paladijn voor die school optrad. Op welke wijze hij dat toen gedaan heeft hebben de lezers reeds in dit blad kunnen lezen, waar toen een felle critiek op zijn rede werd uitgeoefend. Duidelijk genoeg is het toen aangetoond dat de heer Ketelaar wel de man is, die, wat zijn kennis omtrent het openhaar onderwijs betreft als een autoriteit kan gel den maar de noodige eerlijkheid mist om hem hiervoor een. absolute geloofwaardig heid te schenken. Hiermede weten wij dus wat wij aan dezen palstaander hebben en zijn wij er tevens van overtuigd dat wij omtrent zijne beweringen 'een zekere restrictie in acht moeten nemen. Dit is wel ten duidelijkste gebleken hij het onderwijsdebat dat in de Tweede Kamer ge voerd is hij de behandeling van de begroo ting van Binnenlandsche zaken. Het onderwijsdebat is gewoonlijk een be langrijk onderdeel van deze begrooting, waaraan door verschillende ledén, vooral van Links, wordt deelgenomen. Zoo ook nu weer en de voornaamste daarvan was wel de afgevaardigde uit Amsterdam V. Bij dit debat is er veel gesproken over een besluit dat door het bestuur der R. K. Kiesvereeni ging te Haarlem genomen is en dat natuur lijk in Linksche oogen algemeen afkeuring verwierf. De Haarlemsche Kiesvereeniging had het besluit genomen, dat van hooge kerkelijke zijde goedkeuring en adhaesie ondervond, om niet alleen een strijd-campagne maar ook een bid-campagne te beginnen. Wat was er nu meer natuurlijk, toen eenmaal dit be sluit genomen was, dat dat men zich wendde tot de besturen der scholen en gestichten om de kinderen, wier onschuldig gebed toch het aangenaamst aan God moest zijn, te laten bidden? Men weet toch dat het kinderenge- bed veel invloed heeft hij O. L. Heer en men kent daaromtrent toch wel de uitspraken, door Jesus tijdens Zijn leven op aarde, ge daan. Maar nu had men juist de poppen aan het dansen. Zooiets was verschrikkelijk: de politiek op de school halen en de onschul dige kinderziel bederven door nu reeds het vuur van den politieleen partijhartstocht te ontvlammen en aan te wakkeren. Hoe kon men toeh zoo laag gezonken zijn om het kind voor iets te laten bidden dat het zelfs niet begrijpt en waarvan het misschien la ter een afschuw heeft? Maar dat nog niet alleen, men teekende een protest aan dat op deze wijze het gebed door het slijk werd ge haald, dat de heiligheid van het gebed hier door geheel verloren ging enz. Waar in de bladen van Links, liberale zoo wel als socialistische zoo tekeer getrokken werd tegen dit besluit van onze R. K. Kies- vereen. en waar er de belangen van het kind met de haren bij gesleept werden, daar was het te voorzien dat de palstaanders voor deze zelfde belangen van het kind daarover wel een hartig woordje hij het onderwijs-debat zouden spreken. Dat is dan ook gebeurd en verschillende leden van links hebben zich als verdedigers van de „spes patriae" opgewor pen. Daarbij had o.a. de heer Ketelaar, de onderwijsspecialiteit zooals wij reeds gezien hebben, de brutaliteit te beweren dat de openbare onderwijzers zoo overtuigd zijn van den eerbied, dien zij aan de kinderen verschuldigd zijn, dat zij dergelijke dingen nooit aan de kinderen zonden zeggen en nog minder zouden toestaan. Nu weet men wie de heer Ketelaar is en dat men aan de beweringen van dezen ex- paedagoog niet te veel waarde moet hechten. Deze bewering is echter wel het toppunt van de lofprijzingen, die men van links den open baren onderwijzer toezwaait. Hieruit is toch niet meer of minder te distilleeren dan dat de openbare onderwijzers zoo consientieus "hun taak opvatten dat wij zich met niets an ders bemoeien dan alleen met het onderwijs dat wij aan de kinderen geven. Want, niet waar, de openbare onderwijzers zijn zoo hei lig overtuigd van den eerbied aan het kind verschuldigd dat zij dit jeugdig kinderhrein met niets anders willen bezoedelen. Men lacht onwillekeurig hij zoo'n bewe ring en haalt er minachtend zijn schouders voor op. Want de handelingen der openbare onderwijzers zijn zoo zeer in strijd met de werkelijkheid en zulke frappante bewijzen worden ons iederen dag geleverd, dat het heusch niet noodig is dezen hier allen aan te halen. Prachtig toch die bewering; eerbied voor het kind! Het is zeker allemaal eerbied voor het kind wanneer men bijv. weigert deel te nemen aan Oranjefeesten en dergelijke. Zou men daardoor de kinderlijke fantasie, die men door een gebed bedorven acht, dan niet in zijn mooiste verbeelding krenken? Men kan praten wat men wil, de openbare school moge good zijn voor menschen zonder geloof, zij is een bederf voor kinderen van Christelijk© huize. En daaraan kunnen de redevoeringen van oude palstaanders voor deze school, zooals Ketelaar, Bos de Klerk en ter Laan niets veranderen. Zij zouden dan trouwens hij hunne geestverwanten moeten beginnen, want onder deze zijn er reeds die de openbare school zelfs voor liberale kin dertjes een bederf vinden en daarom eigen scholen oprichten. Dit is wel de grootste ver oordeeling van de openbare school waarhij alle andere aangevoerde bewijzen om dit aan te toonen, in het niet verzinken. Deze bewij zen spreken alle dagen opnieuw ten nadeele van de openbare school, die in de laatste jaren godsdienstloos, vaderlandsloos enz. is geworden omdat de meeste openbare onder wijzers in het socialistisch vaarwater ver zeild zijn geraakt. Dit zijn de teekenen, die de openbare school kenmerken en deze wor den haar niet ontnomen door de redevoerin gen van enkele Linksche Kamerleden, ook niet door beweringen dat de openbare on derwijzer zulk een eerbied heeft voor de overtuiging van het kind, zelfs niet al wor den deze geuit door den heer Ketelaar. De heele „hetze" tegen het misbruiken van de kinderen op de school heeft een anderen grond. Men vreest eenvoudig den invloed, die van dit gebed zal uitgaan. Met aplomp en domme brutaliteit ontkent men voor de wereld het bestaan van een Godheid, die Zich inlaat met het doen en laten der men schen. Men weet zelf wel de zaken te laten marcheeren; het heden, de toekomst, het ver loop van alle zaken in het menschelijk le ven ja ziet u, dat hangt eenvoudig van het toeval af. De oude liberale waanwijs heid! In hun hart denken zij er echter wel anders over en zijn zij heusch niet zoo erg overtuigd van deze bewering. Wanneer zij in hunne binnenkamers verscholen zijn en nadenken over het menschelijk bestaan, dan is hun gevoel en verstand wel geneigd te er kennen dat er toeh zooiets van een Godheid, die alles regelt en bestiert, moet bestaan. En wanneer dat dan werkelijk het geval is, dan moet noodzakelijkerwijze deze Godheid ook macht hebben en dan kan deze macht door smeekingen ten gunste van de een of andere zaak geleid worden. Dat is de ge- dachtengang van een liberaal en ongeloovig menschenhoofd, waardoor hij zijn eigen on- geloovige stellingen overboord gooit en zijn vrees voor de Godheid toont. Iets waar men geen waarde aan hecht, vreest men niet. En juist het groote kabaal, dat men van Links maakt, is het beste bewijs dat men den in vloed van dit kinderengebed vreest. Dit moet voor ons een aansporing zijn met nog meer ijver te werken en te bidden voor den gunstigen uitslag der verkiezingen. Groote belangen, zooals wij weten, staan op het spel en de heeren van Links ontzien niets om hun zin door te drijven. En wat ons dan te wachten staat, kunnen wij best be grijpen, als wij letten op de voorteekenen. Teekent het niet reeds voldoende den toe stand, dat Minister Heemskerk aan den heer Ketelaar verweet dat het anti-clericalisme het „leitmotiv" van zijn rede scheen te zijn, waarop deze bevestigend antwoordde? Plicht is het daarom al onze krachten in te spannen om de Christelijke regeering in stand te houden. Veel en hard moeten wij daarvoor werken, maar ook moeten wij daarvoor bidden. Wij mogen God smeeken dat Hij ons beware voor de ramp, die de regeeringen van een anti-elericaal regiem gebracht hebben aan Frankrijk, Portugal e.a. En als wij dat doen, dan bidden wij nog niet voor de „ongehinderde vulling van brandkasten door bet exploiteeren van va ders en moeders, ten koste van gezondheid en geluk van ons en de onzen", zooals ka- rakterbedervend en volksopzweepend het pamflet, dat zich „Volksstem" noemt, het aan haren lezers voorzet. Neen, dan bidden wij voor het geluk vin ons vaderland, van Koningin en Vorstenhuis, voor de onbe perkte uitoefening van den godsdienst, voor de instandhouding der bijzondere school, voor de ziel van het kind, de hoop der toe komst. Dit zij ons doel en wanneer wij iets voor idealen voelen, dan zullen wij ook me dewerken om dit doel te bereiken. Daarom wil ik hier nog een kleine aansporing bij doen voor diegenen, die nog geen kiezer zijn, om toch te trachten het te worden. Deze week wordt tr nog gelegenheid gegeven om het te worden en daarna is bet voor dit jaar weer te laat. Zorgt toch kiezer te worden, want iedere stem is zoozeer noodig en als gij op de kiezerslijst voorkomt, dan hebt gij het recht, om niet alleen door bidden, maar ook in werkelijkheid deel te nemen aan de politieke worsteling, die ons dezen zomer wacht. Dit moet voor ons een ideaal zijn, want het geldt een strijd voor de vaan des Kruizes. De brief van den Oostenrijkschen Keizer aan den Czaar. De besprekingen over den eigenhandigen brief, door keizer Frans Jozef aan Czaar Ni- kolaas van Rusland gezonden, duren voort; en evenzeer over het mogelijke resultaat er van. Algemeen wijst men er op, zoo schrijft het Hbld., dat het niet de zaak van Oostenrijk- Hongarije en het Drievoudig Verbond is, een bewijs van vredelievendheid te geven, maar van Rusland, dat voortdurend een po litiek van bedreiging tegenover Oostenrijk volgde. Oostenrijk wil nu door een daad too nen, dat het niet voornemens is den vrede te verstoren, en dat het een open en eerlijke poging wil doen, den toestand te verduide lijken, zijn positie tot Rusland op te helde ren, 'de misverstanden, zoo zij er zyn. weg te nemen en de verhouding tot Rusland te ver beteren. Nu de Balkan aan de Ralkanstaten zal ko men, wat na de gebeurte: Jssen van de laat ste manden niet meer twijfelachtig is. kan er geen sprake meer zijn, dat tussehen Rus land en Oostenrijk over den Balkan strijd zal ontstaan. Er zijn geen andere geschilpunten tussehen de heide rijken, en feitelijk is er geen enkele reden waarom Rusland en Oos tenrijk vijandig tegenover elkander zouden staan. Sedert de dagen van het Heilig Ver bond, vau de vriendschap tussehen Alexan der I en Metternich, is er nooit strijd of aan leiding tot strijd tussehen Rusland en Oos tenrijk geweest. Alleen de Panslavistische vrees, dat Oostenrijk zich van een deel van den Balkan zon meester maken, dat Oosten rijk plannen had op Saloniki en mogelijk Rusland Konstantinopel en de Dajrdanellen zou betwisten, was in staat de goede betrek kingen te versitoren. De eischen, die Oostenrijk aan Servië stel de, waren niet van dien aard, dat daarvoor Rusland een leger mobiliseeren en het aan de grenzen van Galicië opstellen. Van het schrijven van den keizer, dat prins Hohenlohe overbracht, verwacht men nu een ontspanning, die de mobilisatie ten goede zal kunnen hebben. Een grappenmaker. Hassan-Riza, de commandant van Skoe- tari, is een „pince-saus-rire"! Toen de wapenstilstand werd afgekondigd, zond de Montenegrijnsche generaal hem een parlementair, om daarvan mededeeling te doen. De commandant van Skoetari weiger de dien parlementair te ontvangen, daar hij geen mededeelingen van den vijand kon in ontvangst nemen. Zoo werd tijdens den geheelen wapenstil stand de strijd om Skoetari voortgezet. De Grieken bleven bij Janina den strijd voortzetten, omdat zij het wenschten, de Montenegrijnen moesten het bij Skoetari doen, omdat zij er door Hassan-Riza toe wer den gedwongen. Maar nu de wapenstilstand geëindigd is, zoo schrijft het Hbld., zendt Hassan-Riza plotseling een parlementair met de mede deeling: dat hij iets van een wapenstilstand heeft vernomen, en daarover wel graag in lichtingen wil hebben. Zijn parlementair kan nu mededeelen, dat de wapenstilstand, voor twee en een halve maand gesloten, reeds weder geëindigd is. Den verloren tijd inhalen, kan Hassan-Riza niet. Hij zal dus nu moeten voortgaan. Maar hij kan niemand wijs maken, dat hij niet vroeger iets van den wapenstilstand ge weten heeft. Deze plotselinge wetenschap is in ieder geval wat „louche"! VOOR DE JUNI-VERKIEZINGEN. Denkt om 15 Februari! Nog slechts één week scheidt ons van 15 Februari. Dat is de fatale datum, vóór wel ken de kieswet, zonder pardon, van ons eischt, dat wij onze plicht gedaan hebben. Op 15 Februari moeten de verschillende formaliteiten hebben plaats gehad en vol doen wij daaraan niet, dan staan wij in Juni naast de stembus; en zal men voor ons de schouders ophalen. Dat zou jammer zijn en dat kunnen wij nu nog voorkomen. Ik heb hier bijzonder het oog op de be lastingkiezers, die hun aanslag in 's Rijks di recte belasting en nog niet betaald hebben en daarvoor tot 1 Maart nog op het belasting kantoor terecht kunnen. In uw; eigen belang; in het belang van Recht3ch Beverwijk; in het belang van on zen Kamer af ge vaardigde, den heer Passtoors, dring ik bij u aan in de eerstvolgende weken uw aanslag in zijn geheel te voldoen. Doet ge het niet, dan wordt gij van de lijst afgevoerd, of er niet opgezet. Kunt ge het soms niet doen, geeft daarvan dan onverwijld kennis aan het bestuur van uw kiesvereeniging. Misschien wil men u. dan wel helpen. Ook zfij, die verhuisd zijn en ten vorigen jare elders waren aangeslagen in 's Rijks be lasting, moeten hun voor voldaan geteeken- de aanslag-biljetten vóór 15 Februari bij hun CXLII. Ontstaan van het R. K. Kerkgebouw. De eerste Christengemeente te Jerusalem bleef in het begin deelnemen aan de Jood-, sche godsdienstoefeningen. De Handelingen der Apostelen bijv. berichten ons, dat Pe- trus en Joannes op het uur des gebeds naar den [Joodscheu] tempel gingen, alsook dat de geloovigen bijeenkwamen in den [Jood- schen] tempel, bij voorkeur in de galerij van Salomon. Om echter aan Christus' bevel: „Doet dit te Mijner gedachtenis" gevolg te geven, moest ook de H. Mis gelezen en de H. Communie ontvangen worden. Hiertoe echter leenden zich noch de tempel noch de synagogen in de stad, zoodat den volgelin gen van Jesus niets anders overbleef, dan dit in particuliere huizen te doen. Uitdruk kelijk maken de Handelingen der Apostelen hiervan gewag: „Zij waren dagelijks een drachtig 'in den tempel, en in de huizen bra ken zij het brood". Ook buiten Jerusalem bestond dezelfde toestand. Van den H. Pau- lus weten wij, dat hij in de stad Troas op een Zondagavond in een zaal op de derde verdieping de H. Mis las, bij welke gelegen heid hij een jongeling, die van die derde ver-, dieping nit dood op straat viel, ten leven op-1 wekte. In zijn Brief aan de Romeinen noemt deze Apostel ook verschillende Christenen op, zooals Aristobulus, Narcissus, Phlegan en Hermes, die den geloovigen welwillend hun huis beschikbaar stelden om de HH. Geheimen te vieren. In het tijdvak, dat onmiddellijk op den dood der Apostelen volgde, trad hierin geen verandering in. Evenals tevoren, dienden de ruime particuliere huizen van welgestel de christenen tot kerken. Toen echter het Christendom zich krachtig uitbreidde, kon van hun gastvrijheid niet langer gebruik ge-, maakt worden en deed zich de besliste nood zakelijkheid gevoelen speciaal voor den godsdienst ingerichte gebouwen te bezitten.' Zóó ontstonden tussehen 150 en 200 jaar na' Christus de eerste R. K. kerkgebouwen. Burgemeester inleveren, willen zij a!s kie zer aangemerkt worden. Vooral in gemeenten met steeds wisselen de bevolking moet aan deze dingen gedacht worden. Wij denkon bijvoorbeeld aan IJmuiden. Daar is altijd veel te doen ten behoeve der belastingkiezers. Wordt dat niet gedaan, dan zullen heele ritsen kiezers buitengeslo ten worden en komen wij daar beslist stem men te kort. Ook noem ik speciaal IJmuiden, omdat de vroegere voorzitter der kiesvereeniging, zich metterwoon elders vestigde. Dat is voor IJmuiden een groot verlies, omdat hij een dergenen was. die bijzonder voor de kie- zerskweek zorgde en die jaren lang den toon heeft aangegeven. Het gaat er nu om, zulk een kracht te vervangen. Laten de kopstukken te IJmuiden de han den ineen slaan, dan wordt dit gewichtige werk, evenals vroeger door den heer N. J, Zwager, ongetwijfeld? evengoed verricht. Laat IJmuiden in dit bijzondere geval nu eens van zich laten spreken. In 1909 stonden daar 969 kiezers op de lijst, dit jaar zullen er wel 1300 zijn. Maakt nu zelf maar uit hoeveel rechtsche kiezers daarbij inbegrepen behooren te zijn en bedenkt dat dit grootendeels ligt aan do wijze, waarop gewerkt wordt en aan het overleg, dat door de drie rechtsche partijen gepleegd wordt. Nu ons nog slechts één week rest, moet over de geheele linie de grootst mogelijke activiteit worden ontwikkeld. Allereerst dus gezorgd voor de belasting kiezers. De reeds voldane aanslagbiljetten van kiezers die verhuisd zijn, ingeleverd vóór 15 Februari en gezorgd dat ook de nog niet gequiteerde biljetten geheel worden betaald. Verder met nauwkeurigheid gelet op de huur- kiezers, de loonkiezers, de inwonende zoons, de spaarbankkiezers, de pensioenkiezers en de examenkiezers en alle formaliteiten op gevolgd die voorgeschreven zijn. Denkt er om, alle lauwheid, traagheid, ge makzucht en het op een ander laten aan komen, moet thans verre geworpen worden. Overal behoort men op zijn qui vive te zijn. Is de fatale datum eenmaal voorbij, dak wordt de aard onzer werkzaamheden van zelf geheel anders. Daar komen wij later nog wel eens op terug. Gij speelt wel eens het spelletje: „Ik zie wat dat gij niet ziet," niet waar! Welnu, ik zal u vandaag ook eens wat laten zien, wat ge niet ziet, wanneer ge er gewoon naar kijkt! Vindt ge d>at niet raar? En toch is 't zoo, er zijn ver schillend© dingen, die er bij langer toekijken anders uitzien dan wanneer ge er maar eventjes naar kijkt, maar wat nog sterker lijkt is dat er dingen zijn, die heel anders zijn dan gij ze aiet. Ik zal u hiervan eenige voorbeelden geven, bekijk b.v. eens die hoofdletter 8 en dat cijfer 8. r Het bovenste en onderste stuk zijn evengroot nietwaar; maar draai het papier nu eens om, dan zult ge het verschil eens zien. Hetzelfde hebt ge met twee lijnen. Trek eens twee lijnen, die precies even lang jdjn en teeken aan de eene lijn eens pijlpunten en aan de andere vorkpunten, dan zult ge nooit kunnen geloovên, dat beide lijnen even lang zijn. Probeer het maar eens, ik zal het u voor teekenen. Lijn A. Lijn B. Een verticale of loodrechte lijn zal altijd lan ger schijnen dan zij iszoodat wanneer ge een horizontale lijn trekt, die even lang is als een loodrechte lijn, gij altijd zult denken dat de loodrechte lijn de langste is. Kjjk maar eens: Hieronder ziet ge een figuur, die wel wat lijkt op twee vischgraten en uwe eerste op merking zal zijn, dat beide niet recht naast el kander liggen. Ge hebt het alweer mis! De beide zwarte horizontale lijnen loopen evenwij dig, meet het maar eens na. Maar er is in die figuur nog een ander ge zichtsbedrog op te merken, 't Lijkt net, of de ribies niet, tegen elkander passen en toch is dit zoo, de zwarte horizontale lijn is pas getrokken, toen de andere streepjes al gezet waren. Teeken maar eens na. En nu de figuur van de twee cirkels; ge moet eens beschouwen de middelste cirkel van het groote rad en de buitenste cirkel van het kleine rad, welke van de twee zou nu de grootste zijn? Ge raadt het niet: ze zijn beid© even groot, maar een cirkel zal grooter schijnen als hij door een grooter cirkel wordt omgeven en kleiner, als er een nog kleiner cirkel in staat. En nu een aardig plaatje met een vogeltje. Kunt ge van één stukje tralie een kooitje maken? Niet, ik wel, hoor, kijk maar eens strak naar do tralies en gij zult weldra het vogeltje in het kooitje zien wippen, dat had ge niet ge dacht, hé? Wat er aan die groote figuur met zwarte blokken te zien is, hebt ge al dadelijk bemerkt, niet waar? Er lijken donker© strepen over te loopen, dwars en evenwijdig aan elkaar en daarvandaan komen ook de donkere vlekken, die ge op de witte lijnen tussehen d© hokjes denkt te zien. st-ififflÉ MS&ma (De twee laatste figuren komen wegent plaatsgebrek in het volgend nummer.) Hier hebt ge dus een aangename tijdpan- seering in den langen winteravond en zoo hebt ge meteen geleerd, dat niet alles zóó is, als g« het denkt te zien, en vooral wat afstanden be treft, het oog u nogal eens bedriegt. Denk er intusschen om, dat het vandaag <it laatste dag is van inzending voor den raadsel wedstrijd I Het adres kent ge, niet waarf Kinder huisvest 29, Haarlem. „Hé Marietje, wat lees je toch' saai!" oei vader kriebelig tegen zijn dochtertje van, tien, die hem een stukje uit de krant voor zat te lezen, „al3 j© het niet beter kunt, hou dan maar op". „Maar vader" zei Mariotje het moet zoo. er staat boven ..nadruk verboden"»

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1913 | | pagina 5