derde Blad
f
IDI3.
i
R. K. HSïddenstandsvereeniging.
BUITENLAND
NIEUWS Uil OEN OMTREK.
Rond de Liturgie.
door mt en meisjes.
Goedkooftsfte adres voor» BCarpetfew, Tafelkfeeileng enz, is P. J. JAgflSSEW, Anegang hosk Warmoesstraat.
Au Bon Süapché.
„üoyons."
HaaHenfBpysseS, Handschoenen voor alle gelegenheden.
Beste Uriendjes en Urietidinitetjes.
X
ZATERDAG A FEBRUA I ISIS
V.
a
>-
DE RAADSELREDAOTEUR.
DE AUTEURSWET.
NIEUWE
st
„ST. JOZEF".
Afdeeling Haarlem en Omstreken van
„DE HANZE",
gcefkeken-d hü Bisschoppelijk bestuit van den
2«en October 1909 en bü Kon. besluit
van 9 Mei 1908.
De R. K. Middenstandsvereeniging stelt zich
ten doel volgens art. 2 harer statuten, de zede
lijke en stoffelijke belangen van den handel-
drijvenden- en industriëelen middenstand in het
algemeen en van hare leden in het bijzonder te
behartigen, overeenkomstig de belangen van
den R. K. godsdienst. De voordeelen aan het
lidmaatschap verbonden zijn vele. Wij noemen
slechts:
le. Gratis informatiën en rechtskundige ad
viezen hunne zaken betreffende, het geven ter
incasseering hunner dubieuze posten.
2e. Gratis gebruik maken van het Bureau
plaatsing kantoor- en winkelpersoneel.
3e. Het verzekeren hunner spiegel- en an
dere ruiten bij de onderlinge glasverzekering
tegen uiterst lage premie.
4e. Deelname aan het fonds uitkeering bij
overlijden tegen geringe bijdrage onder koste
loos beheer.
5e. Gratis en franco ontvangst van een
weekblad, 16 pagina's druk, inhoudende wat
voor een middenstander van belang kan zijn.
6e. Tweemaal per jaar opdracht eener H
Mis voor de geestelijke en tijdelijke belangen
der leden. Bij overlijden van een lid één H. Mis
voor zijn zieierust in zijne Parochiekerk.
7e. Minstens zes maal per jaar eens leden
vergadering en eene feestelijke, wanneer de kas
zulks toelaat.
8e. Diocesane Coöperatieve Credietbank, ge-
legenheid gevende creaieten te vragen, gelden
te beleggen, hetzij deposito of rekening-courant;
spaargelden te beleggen tegen 3 pCt. rSnte, mi
nimum inleg 25 cents, tot een bedrag van 60
gulden terugbetaling onmiddellijk, hoogere be
dragen één dag opzegging.
Voqr inlichtingen of beleggingen gelegen
heid iederen werkdag van 94 uur bij den
administrateur J. H. Visser, Nieuwe Gracht 46.
9e. De Debatingclub heeft geregeld gezel
lige bijeenkomsten, ten doel hebbende het spre
ken in 't publiek eigen te doen worden.
Nog niet aangesloten R. K. Middenstanders
worden aangespoord als lid onzer vereenigïng
toe te treden. De contributie bedraagt slechts
1.30 per 3 maanden, zich verbindende voor een
geheel jaar.
Aanmelding voor het lidmaatschap bij den
secret. H. J. Ganzeboom, Groote Houtstraat 26.
Namens het Bestuur,
ANTON BOSSE. Voorzitter.
H, J. GANZEBOOM, Secretaris.
(Ingezonden).
De heer Th. M. Ketelaar, vrijzinnig-demo
craat, afgevaardigde ter Tweede Kamer voor
Amsterdam V, lid van Gedeputeerde Staten
van Noord-Holland, oud-onderwijzer en oud
schoolopziener, is een verwoed voorvechter
der openbare school, die hij beschouwt als de
eenigste goede school voor het volk en waar
van hij de verdediging altijd met lust en
ijver op zich neemt.
Wij hebben hiervan in Haarlem onlangs
nog bewijzen gehad, toen de heer Ketelaar
hier als paladijn voor die school optrad. Op
welke wijze hij dat toen gedaan heeft hebben
de lezers reeds in dit blad kunnen lezen,
waar toen een felle critiek op zijn rede werd
uitgeoefend. Duidelijk genoeg is het toen
aangetoond dat de heer Ketelaar wel de man
is, die, wat zijn kennis omtrent het openhaar
onderwijs betreft als een autoriteit kan gel
den maar de noodige eerlijkheid mist om
hem hiervoor een. absolute geloofwaardig
heid te schenken.
Hiermede weten wij dus wat wij aan dezen
palstaander hebben en zijn wij er tevens van
overtuigd dat wij omtrent zijne beweringen
'een zekere restrictie in acht moeten nemen.
Dit is wel ten duidelijkste gebleken hij het
onderwijsdebat dat in de Tweede Kamer ge
voerd is hij de behandeling van de begroo
ting van Binnenlandsche zaken.
Het onderwijsdebat is gewoonlijk een be
langrijk onderdeel van deze begrooting,
waaraan door verschillende ledén, vooral
van Links, wordt deelgenomen. Zoo ook nu
weer en de voornaamste daarvan was wel de
afgevaardigde uit Amsterdam V. Bij dit
debat is er veel gesproken over een besluit
dat door het bestuur der R. K. Kiesvereeni
ging te Haarlem genomen is en dat natuur
lijk in Linksche oogen algemeen afkeuring
verwierf.
De Haarlemsche Kiesvereeniging had het
besluit genomen, dat van hooge kerkelijke
zijde goedkeuring en adhaesie ondervond,
om niet alleen een strijd-campagne maar
ook een bid-campagne te beginnen. Wat was
er nu meer natuurlijk, toen eenmaal dit be
sluit genomen was, dat dat men zich wendde
tot de besturen der scholen en gestichten om
de kinderen, wier onschuldig gebed toch het
aangenaamst aan God moest zijn, te laten
bidden? Men weet toch dat het kinderenge-
bed veel invloed heeft hij O. L. Heer en men
kent daaromtrent toch wel de uitspraken,
door Jesus tijdens Zijn leven op aarde, ge
daan. Maar nu had men juist de poppen aan
het dansen. Zooiets was verschrikkelijk: de
politiek op de school halen en de onschul
dige kinderziel bederven door nu reeds het
vuur van den politieleen partijhartstocht te
ontvlammen en aan te wakkeren. Hoe kon
men toeh zoo laag gezonken zijn om het
kind voor iets te laten bidden dat het zelfs
niet begrijpt en waarvan het misschien la
ter een afschuw heeft? Maar dat nog niet
alleen, men teekende een protest aan dat op
deze wijze het gebed door het slijk werd ge
haald, dat de heiligheid van het gebed hier
door geheel verloren ging enz.
Waar in de bladen van Links, liberale zoo
wel als socialistische zoo tekeer getrokken
werd tegen dit besluit van onze R. K. Kies-
vereen. en waar er de belangen van het kind
met de haren bij gesleept werden, daar was
het te voorzien dat de palstaanders voor deze
zelfde belangen van het kind daarover wel
een hartig woordje hij het onderwijs-debat
zouden spreken. Dat is dan ook gebeurd en
verschillende leden van links hebben zich als
verdedigers van de „spes patriae" opgewor
pen. Daarbij had o.a. de heer Ketelaar, de
onderwijsspecialiteit zooals wij reeds gezien
hebben, de brutaliteit te beweren dat de
openbare onderwijzers zoo overtuigd zijn
van den eerbied, dien zij aan de kinderen
verschuldigd zijn, dat zij dergelijke dingen
nooit aan de kinderen zonden zeggen en nog
minder zouden toestaan.
Nu weet men wie de heer Ketelaar is en
dat men aan de beweringen van dezen ex-
paedagoog niet te veel waarde moet hechten.
Deze bewering is echter wel het toppunt van
de lofprijzingen, die men van links den open
baren onderwijzer toezwaait. Hieruit is toch
niet meer of minder te distilleeren dan dat
de openbare onderwijzers zoo consientieus
"hun taak opvatten dat wij zich met niets an
ders bemoeien dan alleen met het onderwijs
dat wij aan de kinderen geven. Want, niet
waar, de openbare onderwijzers zijn zoo hei
lig overtuigd van den eerbied aan het kind
verschuldigd dat zij dit jeugdig kinderhrein
met niets anders willen bezoedelen.
Men lacht onwillekeurig hij zoo'n bewe
ring en haalt er minachtend zijn schouders
voor op. Want de handelingen der openbare
onderwijzers zijn zoo zeer in strijd met de
werkelijkheid en zulke frappante bewijzen
worden ons iederen dag geleverd, dat het
heusch niet noodig is dezen hier allen aan te
halen. Prachtig toch die bewering; eerbied
voor het kind! Het is zeker allemaal eerbied
voor het kind wanneer men bijv. weigert deel
te nemen aan Oranjefeesten en dergelijke.
Zou men daardoor de kinderlijke fantasie,
die men door een gebed bedorven acht, dan
niet in zijn mooiste verbeelding krenken?
Men kan praten wat men wil, de openbare
school moge good zijn voor menschen zonder
geloof, zij is een bederf voor kinderen van
Christelijk© huize. En daaraan kunnen de
redevoeringen van oude palstaanders voor
deze school, zooals Ketelaar, Bos de Klerk
en ter Laan niets veranderen. Zij zouden dan
trouwens hij hunne geestverwanten moeten
beginnen, want onder deze zijn er reeds die
de openbare school zelfs voor liberale kin
dertjes een bederf vinden en daarom eigen
scholen oprichten. Dit is wel de grootste ver
oordeeling van de openbare school waarhij
alle andere aangevoerde bewijzen om dit aan
te toonen, in het niet verzinken. Deze bewij
zen spreken alle dagen opnieuw ten nadeele
van de openbare school, die in de laatste
jaren godsdienstloos, vaderlandsloos enz. is
geworden omdat de meeste openbare onder
wijzers in het socialistisch vaarwater ver
zeild zijn geraakt. Dit zijn de teekenen, die
de openbare school kenmerken en deze wor
den haar niet ontnomen door de redevoerin
gen van enkele Linksche Kamerleden, ook
niet door beweringen dat de openbare on
derwijzer zulk een eerbied heeft voor de
overtuiging van het kind, zelfs niet al wor
den deze geuit door den heer Ketelaar.
De heele „hetze" tegen het misbruiken van
de kinderen op de school heeft een anderen
grond. Men vreest eenvoudig den invloed,
die van dit gebed zal uitgaan. Met aplomp
en domme brutaliteit ontkent men voor de
wereld het bestaan van een Godheid, die
Zich inlaat met het doen en laten der men
schen. Men weet zelf wel de zaken te laten
marcheeren; het heden, de toekomst, het ver
loop van alle zaken in het menschelijk le
ven ja ziet u, dat hangt eenvoudig van
het toeval af. De oude liberale waanwijs
heid! In hun hart denken zij er echter wel
anders over en zijn zij heusch niet zoo erg
overtuigd van deze bewering. Wanneer zij
in hunne binnenkamers verscholen zijn en
nadenken over het menschelijk bestaan, dan
is hun gevoel en verstand wel geneigd te er
kennen dat er toeh zooiets van een Godheid,
die alles regelt en bestiert, moet bestaan.
En wanneer dat dan werkelijk het geval is,
dan moet noodzakelijkerwijze deze Godheid
ook macht hebben en dan kan deze macht
door smeekingen ten gunste van de een of
andere zaak geleid worden. Dat is de ge-
dachtengang van een liberaal en ongeloovig
menschenhoofd, waardoor hij zijn eigen on-
geloovige stellingen overboord gooit en zijn
vrees voor de Godheid toont. Iets waar men
geen waarde aan hecht, vreest men niet. En
juist het groote kabaal, dat men van Links
maakt, is het beste bewijs dat men den in
vloed van dit kinderengebed vreest.
Dit moet voor ons een aansporing zijn met
nog meer ijver te werken en te bidden voor
den gunstigen uitslag der verkiezingen.
Groote belangen, zooals wij weten, staan op
het spel en de heeren van Links ontzien
niets om hun zin door te drijven. En wat ons
dan te wachten staat, kunnen wij best be
grijpen, als wij letten op de voorteekenen.
Teekent het niet reeds voldoende den toe
stand, dat Minister Heemskerk aan den heer
Ketelaar verweet dat het anti-clericalisme
het „leitmotiv" van zijn rede scheen te zijn,
waarop deze bevestigend antwoordde?
Plicht is het daarom al onze krachten in
te spannen om de Christelijke regeering in
stand te houden. Veel en hard moeten wij
daarvoor werken, maar ook moeten wij
daarvoor bidden. Wij mogen God smeeken
dat Hij ons beware voor de ramp, die de
regeeringen van een anti-elericaal regiem
gebracht hebben aan Frankrijk, Portugal
e.a. En als wij dat doen, dan bidden wij nog
niet voor de „ongehinderde vulling van
brandkasten door bet exploiteeren van va
ders en moeders, ten koste van gezondheid
en geluk van ons en de onzen", zooals ka-
rakterbedervend en volksopzweepend het
pamflet, dat zich „Volksstem" noemt, het
aan haren lezers voorzet. Neen, dan bidden
wij voor het geluk vin ons vaderland, van
Koningin en Vorstenhuis, voor de onbe
perkte uitoefening van den godsdienst, voor
de instandhouding der bijzondere school,
voor de ziel van het kind, de hoop der toe
komst. Dit zij ons doel en wanneer wij iets
voor idealen voelen, dan zullen wij ook me
dewerken om dit doel te bereiken. Daarom
wil ik hier nog een kleine aansporing bij
doen voor diegenen, die nog geen kiezer zijn,
om toch te trachten het te worden. Deze
week wordt tr nog gelegenheid gegeven om
het te worden en daarna is bet voor dit jaar
weer te laat. Zorgt toch kiezer te worden,
want iedere stem is zoozeer noodig en als gij
op de kiezerslijst voorkomt, dan hebt gij het
recht, om niet alleen door bidden, maar
ook in werkelijkheid deel te nemen aan de
politieke worsteling, die ons dezen zomer
wacht. Dit moet voor ons een ideaal zijn,
want het geldt een strijd voor de vaan des
Kruizes.
De brief van den Oostenrijkschen Keizer
aan den Czaar.
De besprekingen over den eigenhandigen
brief, door keizer Frans Jozef aan Czaar Ni-
kolaas van Rusland gezonden, duren voort;
en evenzeer over het mogelijke resultaat er
van.
Algemeen wijst men er op, zoo schrijft het
Hbld., dat het niet de zaak van Oostenrijk-
Hongarije en het Drievoudig Verbond is,
een bewijs van vredelievendheid te geven,
maar van Rusland, dat voortdurend een po
litiek van bedreiging tegenover Oostenrijk
volgde. Oostenrijk wil nu door een daad too
nen, dat het niet voornemens is den vrede
te verstoren, en dat het een open en eerlijke
poging wil doen, den toestand te verduide
lijken, zijn positie tot Rusland op te helde
ren, 'de misverstanden, zoo zij er zyn. weg te
nemen en de verhouding tot Rusland te ver
beteren.
Nu de Balkan aan de Ralkanstaten zal ko
men, wat na de gebeurte: Jssen van de laat
ste manden niet meer twijfelachtig is. kan
er geen sprake meer zijn, dat tussehen Rus
land en Oostenrijk over den Balkan strijd zal
ontstaan. Er zijn geen andere geschilpunten
tussehen de heide rijken, en feitelijk is er
geen enkele reden waarom Rusland en Oos
tenrijk vijandig tegenover elkander zouden
staan. Sedert de dagen van het Heilig Ver
bond, vau de vriendschap tussehen Alexan
der I en Metternich, is er nooit strijd of aan
leiding tot strijd tussehen Rusland en Oos
tenrijk geweest. Alleen de Panslavistische
vrees, dat Oostenrijk zich van een deel van
den Balkan zon meester maken, dat Oosten
rijk plannen had op Saloniki en mogelijk
Rusland Konstantinopel en de Dajrdanellen
zou betwisten, was in staat de goede betrek
kingen te versitoren.
De eischen, die Oostenrijk aan Servië stel
de, waren niet van dien aard, dat daarvoor
Rusland een leger mobiliseeren en het aan
de grenzen van Galicië opstellen.
Van het schrijven van den keizer, dat
prins Hohenlohe overbracht, verwacht men
nu een ontspanning, die de mobilisatie ten
goede zal kunnen hebben.
Een grappenmaker.
Hassan-Riza, de commandant van Skoe-
tari, is een „pince-saus-rire"!
Toen de wapenstilstand werd afgekondigd,
zond de Montenegrijnsche generaal hem een
parlementair, om daarvan mededeeling te
doen. De commandant van Skoetari weiger
de dien parlementair te ontvangen, daar hij
geen mededeelingen van den vijand kon in
ontvangst nemen.
Zoo werd tijdens den geheelen wapenstil
stand de strijd om Skoetari voortgezet.
De Grieken bleven bij Janina den strijd
voortzetten, omdat zij het wenschten, de
Montenegrijnen moesten het bij Skoetari
doen, omdat zij er door Hassan-Riza toe wer
den gedwongen.
Maar nu de wapenstilstand geëindigd is,
zoo schrijft het Hbld., zendt Hassan-Riza
plotseling een parlementair met de mede
deeling: dat hij iets van een wapenstilstand
heeft vernomen, en daarover wel graag in
lichtingen wil hebben.
Zijn parlementair kan nu mededeelen, dat
de wapenstilstand, voor twee en een halve
maand gesloten, reeds weder geëindigd is.
Den verloren tijd inhalen, kan Hassan-Riza
niet. Hij zal dus nu moeten voortgaan.
Maar hij kan niemand wijs maken, dat hij
niet vroeger iets van den wapenstilstand ge
weten heeft. Deze plotselinge wetenschap
is in ieder geval wat „louche"!
VOOR DE JUNI-VERKIEZINGEN.
Denkt om 15 Februari!
Nog slechts één week scheidt ons van 15
Februari. Dat is de fatale datum, vóór wel
ken de kieswet, zonder pardon, van ons
eischt, dat wij onze plicht gedaan hebben.
Op 15 Februari moeten de verschillende
formaliteiten hebben plaats gehad en vol
doen wij daaraan niet, dan staan wij in Juni
naast de stembus; en zal men voor ons de
schouders ophalen.
Dat zou jammer zijn en dat kunnen wij
nu nog voorkomen.
Ik heb hier bijzonder het oog op de be
lastingkiezers, die hun aanslag in 's Rijks di
recte belasting en nog niet betaald hebben
en daarvoor tot 1 Maart nog op het belasting
kantoor terecht kunnen.
In uw; eigen belang; in het belang van
Recht3ch Beverwijk; in het belang van on
zen Kamer af ge vaardigde, den heer Passtoors,
dring ik bij u aan in de eerstvolgende weken
uw aanslag in zijn geheel te voldoen.
Doet ge het niet, dan wordt gij van de
lijst afgevoerd, of er niet opgezet.
Kunt ge het soms niet doen, geeft daarvan
dan onverwijld kennis aan het bestuur van
uw kiesvereeniging. Misschien wil men u.
dan wel helpen.
Ook zfij, die verhuisd zijn en ten vorigen
jare elders waren aangeslagen in 's Rijks be
lasting, moeten hun voor voldaan geteeken-
de aanslag-biljetten vóór 15 Februari bij hun
CXLII.
Ontstaan van het R. K. Kerkgebouw.
De eerste Christengemeente te Jerusalem
bleef in het begin deelnemen aan de Jood-,
sche godsdienstoefeningen. De Handelingen
der Apostelen bijv. berichten ons, dat Pe-
trus en Joannes op het uur des gebeds naar
den [Joodscheu] tempel gingen, alsook dat
de geloovigen bijeenkwamen in den [Jood-
schen] tempel, bij voorkeur in de galerij van
Salomon. Om echter aan Christus' bevel:
„Doet dit te Mijner gedachtenis" gevolg te
geven, moest ook de H. Mis gelezen en de
H. Communie ontvangen worden. Hiertoe
echter leenden zich noch de tempel noch de
synagogen in de stad, zoodat den volgelin
gen van Jesus niets anders overbleef, dan
dit in particuliere huizen te doen. Uitdruk
kelijk maken de Handelingen der Apostelen
hiervan gewag: „Zij waren dagelijks een
drachtig 'in den tempel, en in de huizen bra
ken zij het brood". Ook buiten Jerusalem
bestond dezelfde toestand. Van den H. Pau-
lus weten wij, dat hij in de stad Troas op
een Zondagavond in een zaal op de derde
verdieping de H. Mis las, bij welke gelegen
heid hij een jongeling, die van die derde ver-,
dieping nit dood op straat viel, ten leven op-1
wekte. In zijn Brief aan de Romeinen noemt
deze Apostel ook verschillende Christenen
op, zooals Aristobulus, Narcissus, Phlegan
en Hermes, die den geloovigen welwillend
hun huis beschikbaar stelden om de HH.
Geheimen te vieren.
In het tijdvak, dat onmiddellijk op den
dood der Apostelen volgde, trad hierin geen
verandering in. Evenals tevoren, dienden
de ruime particuliere huizen van welgestel
de christenen tot kerken. Toen echter het
Christendom zich krachtig uitbreidde, kon
van hun gastvrijheid niet langer gebruik ge-,
maakt worden en deed zich de besliste nood
zakelijkheid gevoelen speciaal voor den
godsdienst ingerichte gebouwen te bezitten.'
Zóó ontstonden tussehen 150 en 200 jaar na'
Christus de eerste R. K. kerkgebouwen.
Burgemeester inleveren, willen zij a!s kie
zer aangemerkt worden.
Vooral in gemeenten met steeds wisselen
de bevolking moet aan deze dingen gedacht
worden.
Wij denkon bijvoorbeeld aan IJmuiden.
Daar is altijd veel te doen ten behoeve
der belastingkiezers. Wordt dat niet gedaan,
dan zullen heele ritsen kiezers buitengeslo
ten worden en komen wij daar beslist stem
men te kort.
Ook noem ik speciaal IJmuiden, omdat
de vroegere voorzitter der kiesvereeniging,
zich metterwoon elders vestigde. Dat is voor
IJmuiden een groot verlies, omdat hij een
dergenen was. die bijzonder voor de kie-
zerskweek zorgde en die jaren lang den toon
heeft aangegeven.
Het gaat er nu om, zulk een kracht te
vervangen.
Laten de kopstukken te IJmuiden de han
den ineen slaan, dan wordt dit gewichtige
werk, evenals vroeger door den heer N. J,
Zwager, ongetwijfeld? evengoed verricht.
Laat IJmuiden in dit bijzondere geval nu
eens van zich laten spreken.
In 1909 stonden daar 969 kiezers op de
lijst, dit jaar zullen er wel 1300 zijn.
Maakt nu zelf maar uit hoeveel rechtsche
kiezers daarbij inbegrepen behooren te zijn
en bedenkt dat dit grootendeels ligt aan do
wijze, waarop gewerkt wordt en aan het
overleg, dat door de drie rechtsche partijen
gepleegd wordt.
Nu ons nog slechts één week rest, moet
over de geheele linie de grootst mogelijke
activiteit worden ontwikkeld.
Allereerst dus gezorgd voor de belasting
kiezers. De reeds voldane aanslagbiljetten van
kiezers die verhuisd zijn, ingeleverd vóór
15 Februari en gezorgd dat ook de nog niet
gequiteerde biljetten geheel worden betaald.
Verder met nauwkeurigheid gelet op de huur-
kiezers, de loonkiezers, de inwonende zoons,
de spaarbankkiezers, de pensioenkiezers en
de examenkiezers en alle formaliteiten op
gevolgd die voorgeschreven zijn.
Denkt er om, alle lauwheid, traagheid, ge
makzucht en het op een ander laten aan
komen, moet thans verre geworpen worden.
Overal behoort men op zijn qui vive te zijn.
Is de fatale datum eenmaal voorbij, dak
wordt de aard onzer werkzaamheden van
zelf geheel anders. Daar komen wij later
nog wel eens op terug.
Gij speelt wel eens het spelletje: „Ik zie wat
dat gij niet ziet," niet waar! Welnu, ik zal u
vandaag ook eens wat laten zien, wat ge niet
ziet, wanneer ge er gewoon naar kijkt! Vindt
ge d>at niet raar? En toch is 't zoo, er zijn ver
schillend© dingen, die er bij langer toekijken
anders uitzien dan wanneer ge er maar eventjes
naar kijkt, maar wat nog sterker lijkt is dat
er dingen zijn, die heel anders zijn dan gij ze
aiet.
Ik zal u hiervan eenige voorbeelden geven,
bekijk b.v. eens die
hoofdletter 8 en dat cijfer 8.
r Het bovenste en onderste stuk zijn evengroot
nietwaar; maar draai het papier nu eens om,
dan zult ge het verschil eens zien.
Hetzelfde hebt ge met twee lijnen.
Trek eens twee lijnen, die precies even lang
jdjn en teeken aan de eene lijn eens pijlpunten
en aan de andere vorkpunten, dan zult ge nooit
kunnen geloovên, dat beide lijnen even lang
zijn. Probeer het maar eens, ik zal het u voor
teekenen.
Lijn A.
Lijn B.
Een verticale of loodrechte lijn zal altijd lan
ger schijnen dan zij iszoodat wanneer ge een
horizontale lijn trekt, die even lang is als een
loodrechte lijn, gij altijd zult denken dat de
loodrechte lijn de langste is. Kjjk maar eens:
Hieronder ziet ge een figuur, die wel wat
lijkt op twee vischgraten en uwe eerste op
merking zal zijn, dat beide niet recht naast el
kander liggen. Ge hebt het alweer mis! De
beide zwarte horizontale lijnen loopen evenwij
dig, meet het maar eens na.
Maar er is in die figuur nog een ander ge
zichtsbedrog op te merken, 't Lijkt net, of de
ribies niet, tegen elkander passen en toch is dit
zoo, de zwarte horizontale lijn is pas getrokken,
toen de andere streepjes al gezet waren. Teeken
maar eens na.
En nu de figuur van de twee cirkels; ge moet
eens beschouwen de middelste cirkel van het
groote rad en de buitenste cirkel van het kleine
rad, welke van de twee zou nu de grootste zijn?
Ge raadt het niet: ze zijn beid© even groot,
maar een cirkel zal grooter schijnen als hij door
een grooter cirkel wordt omgeven en kleiner,
als er een nog kleiner cirkel in staat.
En nu een aardig plaatje met een vogeltje.
Kunt ge van één stukje tralie een kooitje
maken? Niet, ik wel, hoor, kijk maar eens strak
naar do tralies en gij zult weldra het vogeltje
in het kooitje zien wippen, dat had ge niet ge
dacht, hé?
Wat er aan die groote figuur met zwarte
blokken te zien is, hebt ge al dadelijk bemerkt,
niet waar? Er lijken donker© strepen over te
loopen, dwars en evenwijdig aan elkaar en
daarvandaan komen ook de donkere vlekken,
die ge op de witte lijnen tussehen d© hokjes
denkt te zien.
st-ififflÉ MS&ma
(De twee laatste figuren komen wegent
plaatsgebrek in het volgend nummer.)
Hier hebt ge dus een aangename tijdpan-
seering in den langen winteravond en zoo hebt
ge meteen geleerd, dat niet alles zóó is, als g«
het denkt te zien, en vooral wat afstanden be
treft, het oog u nogal eens bedriegt.
Denk er intusschen om, dat het vandaag <it
laatste dag is van inzending voor den raadsel
wedstrijd I Het adres kent ge, niet waarf
Kinder huisvest 29, Haarlem.
„Hé Marietje, wat lees je toch' saai!" oei
vader kriebelig tegen zijn dochtertje van,
tien, die hem een stukje uit de krant voor
zat te lezen, „al3 j© het niet beter kunt,
hou dan maar op".
„Maar vader" zei Mariotje het moet zoo.
er staat boven ..nadruk verboden"»