TWEEDE BLAD Onze Nijverheid is te beperkt, BUITENLAND. De kunst van Adverteeren. J. HUIZBHG. jHaarsem. Gr. Houtstraat 44.| Telef. no. 365. Magazijn wam Schoenen en Laarzena Hu Bon Klarchéa Haarlem-ipussel. Handschoenen voor alle gelegenheden. &SAAHDAG IQ FEBRUARI I9IS L Meer nijverheid moet er in ons vaderland ftomenzoo zegt terecht het jongste vlug- Schrift van het Vóór-Tariefwet-Comité. Wij zijn geen stilstaand, maar een sterk (Wassend volk. Bedroeg ons zielental in 1880 nog slechts 4.060.592, in 1910 was dit reeds geklommen tot 5.945.155. Onze economische toekomst moet daarom Vooral gezocht in uitbreiding van on ze n ij v e r h e i d. Op een breede industriëele ontwikkeling valt echter in Nederland nog niet te wijzen. De vooruitgang der laatste jaren wordt vol strekt niet geloochend. Dat ook onze industrie thans van de hoog-conjunctuur in het bui tenland voordeelen geniet, spreekt wel van zelf. Maar dat onze nijverheid niet zeer om vangrijk is, dat het productievermogen van ons volk niet geheel benut wordt, dat velen hier te lande geen loonenden arbeid kun nen vinden, blijkt overtuigend uit de volgen de feite n. Een groot aantal Nederlandsche werklieden gaat jaarlijks naar het buitenland. Men zie slechts de officieele cijfers, verzameld door het Centraal Bureau voor de Statistiek. Jaarlijks worden afgegeven pl.m. 30.000 na tion al i te its - b ew ij ze n Waarlijk niet voor hun genoegen gaan deze arbeiders in den vreemde .werken! Hun hui selijk leven wordt op bedenkelijke wijze ge schaad. Zij moeten in hun tijdelijke woon plaats in den Kost gaan en met het bedrag, dat zij na aftrek van kostgeld enz. overhou den, hun achterblijvende familie steunen. iVoordeelig is deze levenswijze stellig niet. Maar zij kunnen dan toch in Duitschland een vrij hoog loon verdienen, terwijl zij hier te lande blijkbaar weinig of geen werk kun nen vinden. Hoeveel arbeiders gaan bovendien niet da gelijks over do grenzen heen en weer! Men informeere maar eens in onze grensplaatsen! Blijkens een artikel in „De .Tijdspiegel" van Juni 1910 gingen in dat jaar dagelijks over de grenzen arbeiden: uit Lim burg meer dan 5000 personen, uit Gelderland Jruim 2000 en uit de Twentsche gemeenten meer dan 4000 werklieden. Voor Groningen en Drente ontbreken dergelijke cijfers. Men mag daarbij stellig aannemen, dat sedert 1910 het aantal Nederlandsche arbeiders, dat op 'deze wijze in den vreemde gaat werken, nog belangrijk vermeerderd is. Dan vergete men ook vooral niet, dat vele Nederlanders zich in Duitschland voor goed of althans voor zeer lan gen tijd gaan vestigen. Immers bij de volkstelling van 1910 werden in Duitschland gevonden: 144.175 personen (mannen, vrou wen en kinderen) van Nederlandsche natio naliteit. In 1905 bedroeg dit aantal nog slechts 100,997. Maar, zegt men misschien, er komen ook Duitschers hier te lande wonen. Zeker, dat is zoo. Hun aantal is echter betrekkelijk gering. Volgens onze volkstelling was het aan tal Duitschers hier te lande in 1889: 28.667; 1899 31.815; in 1909: 37.732, waaronder na tuurlijk ook vrouwen en kinderen. Bovendien lette men er op, dat de samenstelling van deze laatste groep aanmerkelijk van die der eerstgenoemde verschilt. Hier vestigen zich veel Duitsche handels-agenten, reizigers, mu sici, enz. Daarentegen zeer weinig werklie den. De Nederlanders die in Duitschland gaan .wonen, belmoren echter voor het over groots te deel tot de arbeidende klasse in engeren zin. Ook in andere landen vestigen zich vele Nederlanders. Volgens de Anuaire Statistique waren, bij de volkstelling in 1900, 54,491 ge boren Nederlanders in België. Volgens de jaarcijfers waren, einde 1909, .daarentegen slechts 18.338 Belgen in Ne derland. Wijzen al deze gegevens niet op een chro nisch gebrek aan loonenden ar beid hier te lande? Voor ons volk gaat metterdaad op deze wij ze een kapitaal aan werkkracht en energie verloren. Het is dan ook een hoogst bede n- kelijk verschijnsel. Steeds werd, cn te recht, het op groote schaal in het buitenland gaan werken, beschouwd als bewijs voor de betrekkelijke armoede eener natie. Wie niet alleen in het studeervertrek ver toeft, maar ook in het volle leven verkeert, komt ook afgezien nog van al deze cij fers al spoedig tot de ontdekking, dat ons arbeidsveld te weinig uitgebreid is. Voor de geringste betrekkingen bieden zich vaak honderden sollicitante^ aan. De locale winkelhandel is bijna op alle plaatsen de centra der export-in dustrieën uitgezonderd overvuld. Zeer ve len gaan uit nood een winkeltje opzetten. Deze, buiten alle redelijke grenzen zich uit breidende, détail-handel is oorzaak, dat de winkeliers individueel hun cliëntele zien ver minderen, en daarom hun winst pér eenheid wel noodgedrongen moeten verhoogen. Zoo betaalt de consument het gelag. Bekend js ook, dat aan de locale am- bachtsbedrijven een te groot aantal per sonen deelneemt. Per 1000 inwoners werken hier in locale bedrijven als bakkerijen, slage rijen, schilderszaken, timmermans-bedrijven, enz. meer menschen dan in Duitschland. Ook dat wijst op gebrek aan beter betaalden ar beid in de industrie. Voorts letto men nog op de stijging der uitgaven voor armenzorg. Wellicht valt deze stijging ten deele te verklaren uit het veld winnen van mildere denkbeelden inzake de verzorging der armen. Er worden wat hoo- gere bedragen uitgekeerd. Maar ook het aantal behoeftigen vermeerdert. Er is een te veel op de arbeidsmarkt. Voor wie niet tot de zeer sterken behoort en voor wie op ze keren leeftijd komt, is de bestaansstrijd daar om dubbel zwaar. Werklieden van ongeveer vijftig jaren kunnen, indien zij door de een of andere oorzaak werkloos worden, hoogst moeilijk meer passenden arbeid vinden. Maar al te dikwijls' moeten zij hun toevlucht ne men tot de armenverzorging. Onze fabric k a n ij v e if h e i d is jioë- wel men soms het 'tegendeel wil volhouden betrekkelijk weinig uitgebreid. Ook een deskundig man als dë lieer H. A. van IJsselstein, Directeur-Generaal van den Arbeid, heeft daarop gewézen in de vergade ring van het Kon. Instituut van Ingenieurs van Zaterdag 15 October 1910. Dat ér in Nederland een exces van werklieden is, toon de hij aan met een beroep op verschillende feiten. De spreker zeide woordelijk: „Resumeert men den indruk van de sta tistieken die ik u gegeven heb, dan kan het toch zeker niet ontkend worden, dat, al kun nen wij op menig gebied met groote voldoe ning op de ontwikkeling van zoo menige in dustrie wijzen, een cijfer van pl.m. 300.000 arbeiders, die door do nijverheid gevoed worden, niet wijst op een groote industrieele ontwikkeling. „Indien men in aanmerking neemt, dat Nederland sedert de helft, der vorige eeuw in zielental verdubbeld is, dan houdt de toe name der industrieele bevolking slechts nau welijks gelijken tred met dieu aanwas. „De graphische lijn, die op groncl van do cijfers der volksstellingen in de laatste 60 jaren van het percentage der in de zooge naamde industriegroep. werkzamen kan ge geven worden, loopt tamelijk wel horizon taal. Het zoo vaak gehoorde argument, dat ons volk bij uitstek handeldrijvend en niet in dustrieel is, geeft geen troost ten opzichte van de vraag, hoe de toenemende bevolking kan gevoed worden. „De handel, of liever hot expeditievak moge in de havensteden cn iri het bijzonder te Rotterdam aan velen arbeid geven, in het overige deel van het land uit de handel zich ten opzichte van het voedsel geven aan de bevolking als kleinhandel, en de vraag mag gesteld worden, of de toename van hen, die op die wijze in hun onderhoud voorzien, niet een bedenkelijk economisch verschijnsel is. Het belangrijke accres van het aantal winkeltjes in de buitenwijken onzer groote gemeenten of zelfs in onze kleine provin cieplaatsen is m. i. een symptoon, dat er zeer velen gevonden worden, die, geen vak verstaande cn op geen andere wijze iets kun nende winnen, trachten op die manier een, zij het ook in het algemeen uiterst scha mel stuk brood te verdienen." Met nadruk concludeerde de heer van IJs selstein „Het is m. i. niet tegen te spreken, d a t e r een exces van werkkrachten in ons land is! Niets wijst daarop sterker dan dat er zich in hot jaar 1908-1909 bij de Feldarbeiter-Centrale in Duitschland 41.791 Nedeidaixdsclie werklieden aanmeldden. „Velen van dezen getroosten zich een no madisch bestaan; hunne gezinnen blijven hier te lande, de mannen trekken over de grenzen en houden zulk een moeilijk leven vol opof fering vaak lange jaren vol." Volkomen juist! (Slot volgt.) Gepeperde brieven! De Engelsche kiesrechtvrouwen zijn onuitput telijk in net vinden van middelen om de leden der regeering te plagen, schrijft de N. R. Ct. Zij hebben hun allen een orief thuis gestuurd met peper er in. Het snuifje moet den ministers niet best bekomen zijn. Acland, de onderstaatssecre taris van buitenlandsche zaken, heeft peper in zijn oogen gekregen en is twee uur land nage noeg blind geweest. De Daily Mail beweert dat voortaan alle ver dachte brieven door de secretarissen moeten wor den opengemaakt en verwacht onder dezen een algemeene staking. Een merkwaardige gemeente. Kan men gelooven, zegt het Hbld. v. Antw., dat Zoetenaeye, tot nu toe gekend als de kleinste gemeente van België, toch 206 hectaren groot is, omtrent het dubbele van Sint-Joost-ten-Noo- de? Hare bevolking is immer de kleinste: 24 zielen. Er zijn te Zoetenaeye 5 kiezers, allen maken van rechtswege deel uit van den gemeenteraad die de overige twee noodige leden ontleent aan de gemeenten Eeggewaerts-Capelle en Avecapel- le. De gemeente-secretaris is van Adinkerke, de ontvanger van Alveringhem, de postbode van Veurne en de veldwachter van Avecapelle. Een Noordpool-expeditie. Victor Stefansson, de poolreiziger die de zoo genaamde Witte Eskimo-baai in de Noordelijke IJszee heeft ontdekt, zal in Mei aanstaande met een nieuwe expeditie vertrekken, schrijft „de Tijd". Hij heeft de regeering van Canada om een toelage gevraagd voor zijn reis, die hij niet al leen van groote wetenschappelijke waarde acht, maar ook dienstbaar wil maken aan de bescher ming van de Eskimo's in het Mackenzie-district, die langzamerhand uitsterven. Een eigenaardige operatie. Een eigenaardige operatie is kort geleden uit gevoerd door den Duitschen geneesheer Lusk. De patiënt was een 50-jarige schrijnwerker, die aan een levensgevaarlijke veiwijding der groote slagaderen leed. De dokters hadden hem opge geven en verwachtten ieder oogenblik, dat het bloed de aderen zou doen springen. Dr. Lusk echter besloot tot een operatie, welke ten doel had de slagaderen te verharden, zoodat zij den druk van het bloed konden verdragen. De pa tiënt was zoo zwak, dat hij geen aether- of chloroform-verdooving kon verdragen, zoodat de geneesheer slechts een plaatselijke ongevoelig heid te voorschijn kon ï'oepen door een inspuiting in den rug. Terwijl de patiënt bij 't volle be wustzijn bleef, maakte de dokter een snede in zijn rug en legde de omgeving van den ader bloot. Toen wond hij een 35 voet langen, haar fijnen metaaldraad om den ader en liet een uur lang- een electrischen stroom door den draad gaan. Aldus werd de slagader inderdaad ver sterkt en verhard en toen de operatie volbracht en de wond dichtgenaaid was, sloeg het hart van den patiënt weder normaal. Hij is thans weder geheel op krachten gekomen, deelt het R. N. mede. Weergevonden na 39 jaren. Iets txuitengewoons viel voor in het stadje Vico Fantasia al Mereato. Een vrouw, Tom- niassina Vincenzi genaamd, vond haar zoon Antonio Perri terug, dien zij sedert.39 jaar dood waande. Weduwe geworden te Palermo, was be doelde vrouw te Napels gaan wonen. Zij had haar kind toevertrouwd aan een vrouw van buiten. Op zekeren dag, toeu zij aan baar zoon een bezoek wilde brengen, werd haar gemeld, dat het kind dood was en werd baar eene overlijdensakte getoond. De be grafenis had dadelijk plaats gehad. Gedurende vele jaren beweende de arme moeder haar zoon en wist niet dat bij nog leefde en dat de boerin het kind opvoedde onder baren naam. Bedoelde persoon, die haar kind bad ver loren, bad inderdaad een overlijdensakte la ten opmaken op den naam van den zoon van Tommassina Vincenzi. Zij had aldus gehan deld, omdat zij den kleine liefhad. Het kind werd intusscken een man. Toen bij 25 jaar oud was, openbaarde zijne pleegmoeder het geheim zijner kinderjaren. De jongen spoor- de van dan af onverdroten zijne echte moe der op en zocht haar 14 jaar lang. Dezer dagen vond hij haar terug bij toe val. Men begrijpt de ontroering der arme oude, toen zij, na 39 jaar, baar zoon terug zag. Een Rothschild als bedelaar. Dezer dagen is in Engeland een xxitgebreid werk verschenen over de geschiedenis van 'thuis Rothschild, en in verhand hieimede weet de West Minster Gazette nog de vol gende historie uit het leven van baron Ja mes Rothschild, die destijds te Parijs woon de, mede te deelen: Op zekeren dag verzocht de bekende kunst schilder Delacroix den baron voor hem als model te poseeren, en wel naar een origi- neelen inval van den schilder als een in lompen gekleede bedelaar. Deze zonderlinge voorslag viel zoozeer in den smaak van Roth schild, dat hij zich onmiddellijk bereid ver klaarde en den volgenden dag in lompen gehuld aan het atelier van den kunstenaar aanklopte. Een der leerlingen van Delacroix opende de deur en toen hij op den drempel den ar men bedelaar zag, drukte hij deze in opwel ling van medelijden een francstuk in de hand. Rothschild nam het geldstuk aan en liet zich later door Delacroix inlichten over de positie van den jongen man. Toen hij vernam dat deze volstrekt geen Croesus was, besloot hij revanche te nemen. Den volgenden dag verscheen hij den jon gen man een bode van het liuis Rothschild, die hem een brief overhandigde, van den volgenden inhoud: „Zeer geachte heer, inliggend kapitaal dat gij mij gisteren op den drempel van het ate lier Delacroix overhandigde met interest op interest. Wil s.v.p. bijgaande cheque, ten bedrag van 10,000 francs hij mijn hank, rue Lafitte laten presenteeren". De aanstaande ondergang van Turkije. Onder dezen titel geeft de Tel. de vol gende mededeelingen van den correspon dent van de „Daily Telegraph" dato 4 Fe bruari. Omtrent de ïxxeening der Turken wat de hervatting der vijandelijkheden en de gevolgen ervan, betreft. De Turken leggen een volmaakte onver schilligheid aan den dag, en wellicht heb ben zij zich reeds lang gewend aan het denkbeeld, Adrianopel te moeten verliezen. De meesten zijn ook veel te druk bezig met het zoeken naar middelen om het hoofd hoven water te houden, dan dat zij xiog belang zouden stellen in het lot der mos keeën en sultansgraven. De ellende, die te Constantinopel en in geheel Klein-Azië lieerscht, is buitengewoon groot. De bevolking lijclt in den waren zin van 't woord hongersnood. Duizenden uit gewekenen, afkomstig uit Tliracië, die bij het begin van den oorlog naar Klein-Azië waren getrokken, om daar een nieuw tehuis te zoeken, zijn naar Constantinopel terugge keerd, daar zij niets te eten vonden. lederen dag zinkt de regeering dieper weg in het moeras. Men ziet nu de zuiver politieke beweegredenen van den jongst en staats greep. Allerwege geeft men thans toe, dat de Jong-Turken een onherstelbare fout hebben begaan door Kiamil pasja te do-en vallen vóór het sluiten van den vrede. Na de onderteekening van liet vredestractaat had den zij kunnen uitroepen: „Gij hebt het land vei*raden en zijt liet vertrouwen van 't volk niet langer waardigi" Het comité zou dan zonder slag of stoot aan liet be wind zijn gekomen en stellig zou 'het ge heel© leger en zou de bevolking op zijn hand zijn geweest. Thans hebben de Jong-Turken zichzelf tot de erfgenamen gemaakt van alle moeilijk heden, door den val van Kiamil in het le ven geroepen. Malnnoed Sjefket is slechts een werktuig in de handen van het comité en zal thans wei hitter betreuren, dat hij liet groot-viziraat heeft aanvaard. Het kabinet kan slechts één ding doen, n.l. de politiek van Kiamil aanvaarden en Adrianopel afstaan. Doet het dat echter, dan zullen de partijgangers van Nazim pasja wil len weten, waarom hij gedood is en hem willen wreken. De schatkist is geheel ledig en de open bare diensten functionneeren niet meer. Ie der oogenblik hoort men spreken over nieu we plannen om aan geld te komen. Van daag vertelt men, dat Lenden 1 millioen pond sterling zal sturen. Gisteren beweer de men, dat de Deutsche Bank de helft van dat bedrag had voorgeschoten. Nog andere geruchten doen de ronde, maar het wordt hoe langer hoe duidelijker, dat Turkije geen duit van Europa krijgt, zoolang de vrede niet geteekend is. De schatkistbons, ten bedrage van 75 mil lioen francs, die omstreeks het midden van den oorlog werden uitgegeven, komen te gen liet eind dezer maand te vervallen, en er is geen geld om ze te honoreeren. Men ziet zelfs niet goed in, hoe me?i deze assignaties zal kunnen hernieuwen, als de regeering geen leening kan sluiten, want zij zelf heeft zich meester gemaakt van de bronnen van inkomst, welke de uitgifte de zer scliatkistbons waarborgden. Men spreekt er thans over, een binnen- landsche leening te sluiten; scliatkistbons zouden dan in het gekeele Ottomaansche rijk in omloop gebracht worden, en men hoopt, dat de geloovigen deze zullen koo- pen en dan vernietigen, daar de Koran aan een waar Muzelman verbiedt om interest van zijn geld te ontvangen. Zekere pas ja's en andere rijkspersonen, die zicli niet bijzonder door liun sympathie tegenover de nieuwe regeering onderscheiden, zullen uii- genoodigd worden om schatkistbiljetten te koopen voor 125.000 francs. Weigeren zij, dan za! op hen een altijd vriendschappelijke, maar toch krachtige pressie worden uitge oefend. Men spreekt zelfs over het coni'is- eeeren van een zeker percentage van het fortuin van a!le burgers. Zondag heeft voor het ministerie van Oor log een groote manifestatie plaats gehad als protest tegen de hervatting der vijan delijkheden. Ambtenaren, soldaten, dokters, alles nam er aan deel. Makmoed Sjefket pasja verscheen op liet balcon en wilde een toespraak houden, maar door allerlei min- vleiende kreten werd hem het spreken on mogelijk gemaakt. De haat tegen de Jong- Turken is schijnbaar vrij groot en noch Sjefket pasja, noch Enver bey durven zich naar Tschataldja begeven. De correspondent van de „Daily Tele graph" heeft verder een onderhoud gehad met den Turkschen grootvizier over den militairen toestand, waarin deze het vol gende verklaarde: I ndezen tijd van het jaar is het bijna onmogelijk om een to.t eenige krachtige ac tie over te gaan. De beide legers bij Tcka- taldja zijn door een moeras, dat meer dan 6 K.M. breed is van elkander gescheiden en hierdoor is het onmogelijk, om de artil lerie te laten voortrukken." Deze woorden aldus merkt de corres pondent op schilderen den toestand zeer juist af. De beide legers te Tchataldja zijn tot onmacht gedoemd. De ellende in de Turksclie kampen is onbeschrijflijk. Er heérscht een intense koude en sedert twee dagen sneeuwt liet. De Turksche soldaten worden slecht gevoed en zijn slechts op gebrekkige wijze tegen liet weder be schermd, zoodat dan ook een groot aantal hunner ziek zijn. Ik verneem, dat de Tur ken hun effectief hij Tchataldja tot 120.000 man hebben teruggebracht, welke strijd macht, naar liun meening, voor de bescher ming der liniën voldoende is. Daarentegen zijn aanzienlijke versterkin gen gezonden naar Zekki pasja, den com mandant der Turksche troepen op het schiereiland Gallipoli. Thans beschikt hij over 70.000 man. Men spreekt over een ontscheping te Rodosto, teneinde de Bul garen in de flank aan te vallen, maar zulk een plan is in den grond der zaak onuit voerbaar uit hoofde van de desorganisatie der verbindingen. Verlaat het leger de kust, dan komt het om van honger. Alles en alles hij elkander genomen, is do toestand van Turkije werkelijk wanho pig- Volgens oen telegram uit Weencn, door den correspondent van de „Daily Chronicle" aan zijn blad gezonden, zijn aldaar berich ten uit Constantinopel ontvangen, die een spoedig einde van de thans hervatte vij andelijkheden doen voorzien. Het kabinet van Malnnoed Sjefket pasja zou n.l. geneigd zijn, nog meerdere concessies te doen en Adrianopel af te staan, als de Turken dan een soort vatikaan in de stad mogen vor men, waar de moskeeën en heilige graven geëerd zullen blijven. De positie van Malnnoed Sjefket's kabinet wordt als onhoudbaar afgeschilderd. De hoop op een leening, van Duitschland te verkrijgen, is in duigen gevallen en een poging om elders geld los te krijgen, heeft al even weinig kans op slagen. Naar aanleiding van het conflict in het leger bij Tchataldja, heeft de_ groot-vizier, een vergadering van partij-leiders op de Porte bijeen geroepen en geeft bij de vor ming van een „concentratie"-kabinet in overweging. Dit voorstel is nogal koel ont vangen en men dringt aan op het aftreden van Mahmoed Sjefket en de vorming van een kabinet-Said pasja. Het leger schijnt thans beslist tegen Mah moed Sjefket te zijn. De generaals Touad en Pertof hebben verklaard, dat Mahmoed Sjefket's bewind bezoedeld is door den' moord op Nazim pasja. „Ho^iiSe" Aan een rede van den heer van Zeyl, voor zitter der Arnhemsclie Vereeniging voor Handel en Nijverheid, ontleent de Arnh. Ct. liet volgende over het adverteeren dn cou ranten, dat de heer Van Zeyl liet meest doel treffende reclamemiddel acht: „Voor men tot het stellen zijner adverten ce's overgaat, zal men zich ernstig reken schap moeten geven waarin, wanneer en hoe anen adverteeren wil. Tijdschriften en illustratie'» worden ge woonlijk, evenals de grootste dagbladen, over «et geheele land verspreid. De daarin ge- Phiutste annonces worden daardoor duur, en Bén zeer doeltreffend voor hen, die de be- fK'toiers van het geheele land willen hereiken. Advertenties in programm's van concer- SiV 8chouwburgvoorstellmgen, feesten, enz. thebhen m.i. maar betrekkelijke waarde; het (puoliek heeft zijn aandacht dan hij de voor stelling en niet hij de annonces. Organisa toren van een feest hebben de gewoonte er hij hunne leveranciers op aan te dringen, dat zij een advertentie plaatsen in hun feest programma; daarvan wordt werkelijk mis bruik gemaakt. De leveranciers voelen zich iverplieht aan het verzoek van hun klant te voldoen. Zij dragen zoodoende hij in de kos ten van het feest en voordeel levert het hun *i«t of zeer weinie- op. Hij, die handelt in artikelen voor een be paald bedrijf, zal het beste resultaat berei ken door te adverteeren in een vakblad. De groot-handelaar in dames-artikelen be- pale zijn keuze bijv. op een modeblad of een courant, waarvan bekend is, dat zij hij voor keur door dames gelezen wordt. Een reëel koopman zal hij voorkeur zijne annonces plaatsen in een blad, dat zwendel-, dubbelzinnige en aanstootgevende adverten ties weert, zoodat hij met zijn aankondigin gen niet in een slecht, doch in goed gezel schap verkeert en om die reden niet aan zijn betrouwbaarheid kan getwijfeld worden. De gewone middenstander zal noodzokelijk belang hebben hij het adverteeren in een plaatselijk blad, daar hij zijne begunstigers gewoonlijk moet zoeken in zijn onmiddel lijke omgeving. Een koetsier of huisknecht, die zijne dien sten aanbiedt, moet zijne advertenties niet plaatsen in het volksblad dat hij zelf gewend is te lezen, maar in het voornaamste plaat selijk blad, daar zijn aanstaande patroon dit leest. Dit is een voorbeeld, dat wel is waar niet direct op reclame betrekking heeft, maar waaruit de bedoeling duidelijk blijkt. Behalve met de soort lezers, die menhe reiken wil, houde men ook rekening met het aantal lezers. Zoo mogelijk moet men zich dus op de hoogte stellen van het aantal nbonné's en de oplage van het desbetreffend blad, om daar uit af te leiden, of de aankondiging door velen gelezen zal worden. Een absoluut ze kere maatstaf is de oplage daarvoor niet; meermalen komt een blad in verschillende handen en ontvangen het de lezers geduren de eenige uren. Een blad dat een oplage heeft van 2000 exemplaren, wordt wellicht door 3 tot 4000 personen gelezen, daartegenover staat weer het feit, dat de advertentie meer waarde heeft wanneer het blad in het bezit van den lezer blijft. Wie zijn courant slechts gedurende enkele uren ontvangt, zal wellicht alleen liet redactioneel© gedeelte lezen. Ten slotte houde men, hij de keuze van het blad, waarin men adverteeren wil, rekening met den prijs, die daarvoor gevraagd wordt en trachte men de gunstigste condities te be dingen. Heeft men, rekening houdende met al deze factoren, de bladen gekozen, waarin men ad verteeren wil, dan volgt de vraag wanneer men deze annonces zal plaatsen. In het algemeen weet elk adverteerder na tuurlijk in welk seizoen dikwijls op welke dagen het meest gebruik gemaakt wordt van zijne artikelen of zijne inrichting, en hij zal zich vanzelf hij zijne aankondigingen daarnaar richten. Dat kleederen en mode-artikelen veel ge kocht worden voor liet Paaschfeest, dat con sumptie-artikelen en delicatessen het meeste aftrek vinden voor Zon- en feestdagen, is even bekend, als dat hij voorkeur gebruik gemaakt wordt van uitspanningen en ver voermiddelen in de mooie zomermaanden en, dat gedurende een lange regenperiode para- pluies, regenjassen en overschoenen veel ge kocht worden. We behoeven daarbij niet lang stil te staan. Er zijn echter vele artikelen, die steeds gekocht worden, onafhankelijk van seizoen en weergesteldheid: hierop kau van toepas sing zijn hetgeen ik hiervoor vermeldde om trent bepaalde voorvallen en crisissen, die dikwijls ongezocht aanleiding geven tot het maken van doeltreffende reclame. Vele adverteerders plaatsen hunne aan kondigingen het liefst des Zaterdags, ómdat deze courant dikwijls ook des Zondags nog eens ter hand wordt genomen; een nadeel is echter, dat om die reden des Zaterdags vele advertenties worden geplaatst^ en de annon ce gevaar loopt in die veelheid verloren te gaan. Het moeilijkste punt blijft steeds: hoe de annonce te stellen. De kunst om adverten ties te smeden is inderdaad niet gemakke lijk. Ik herhaal, dat men er steeds op bedacht moet zijn om niet alleen de attentie te trek ken ,maar vooral ook om de belangstelling van den lezer gaande te houden en de over tuiging te vestigen, dat liet aangebodene ook voor hen van belang is. De advertentie moet waar eu betrouwbaar zijn. niet al te heseheiden en evenmin over dreven brutaal: originaliteit, actualiteit of een artistiek cachet kunnen met of zonder gebruikmaking van cliché's dikwijls aan de annonce bijzondere waarde verleenen. Vooral ook het principe om in weinig woor den veel te zeggen, en acht te geven op een gunstige verdeeling van den tekst en open witte ruimte, kan er veel toe bijdragen, dat de annonce gelezen wordt, ook door hen, die slechts een vluehtigeu blik over de adverten tiekolommen laten gaan. In elke advertentie plaatst men het arti kel of de zaak, waarom het gaat, groot, zun eigen naam bescheidener. Wekt men belang stelling voor liet aangebodene, dan wordt vanzelf van het adres wel notitie genomen, tenzij, zooals ik reeds deed opmerken, het 'noemen van den naam alleen reeds aan de voortreffelijke eigenschappen van het aange bodene doet denken. Het steeds in denzelfden vorm gieten zij ner annonce en steede dezelfde omraming te gebruiken, heeft zoowel voor- als nadeel. By! het zien van zulk een advertentie wordt met één oogopslag artikel en firmanaam in hei- innering gebracht, tot dusver wordt het doel bereikt, maar over zulk een advertentie, die! men ontelbare malen geeien heeft, wordt- heen gelezen. Heeft de adverteerder v at nieuws mede te deelen, dan kieze hij een an deren vorm, anders zal hen voor zijn nieuws de gewenschte aandacht niet trekken. Annonces geplaatst tusschen het redaotKH NIEUWE HAARLEfflSCHE COURANT L0

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1913 | | pagina 5