BROKKENHUIS.
BUITENLAND
BINNENLAND.
DE ANJELIER
DER ROSECCO's
J. HUIZING.
Haarlem. Gr. Houtstraat 44.
Tefef. no. 361.
Magazijn van Schoenen en Laarzen.
iu B©bï
„lopns.
Ilsariero-Isrisssel!. Handschoenen veoi* alle gelegenheden.
En het anti-rev. blad noemt eenige open
bare ambten, op de bezetting waarvan dooï
de katholieken zelfs nooit is gezinspeeld.
Natuurlijk kan het de bedoeling der wak-,
kere redactie niet zijn, den indruk te vesti
gen, dat voor die functies geen Roomschea
in aanmerking zouden mogen komen.
Wij willen, zooals de St.Crt. tereoht schrijft
„als volle Nederlanders aangezien en behan
deld worden."
En daartoe behoort, dat ook in het Nocrdert
des lands katholieken, bij gebleken geschikt
heid natuurlijk, voor gewichtige staats- of
gemeentebetrekkingen in aanmerking dienen
te komen.
Het dwaze relletje, door de benoeming van
een katholiek tot president der Tweede Kamer
ontstaan, was spoedig voorbij en werd zelfs
verloochend door mannen, die alles behalve
van Roomsche sympathieën kunnen warden
„verdacht".
EEN EERETEEKEN.
De directie der H.IJ.S.M. heeft bepaald,
zoo meldt de N. R. Ct., dat aan hen, die
met goed gevolg hebben deelgenomen aan
de cursussen in het verleenen van eerste
hulp bij ongelukken, welke onder leiding
van dr. G. J. de Bruijn Kops zijn of nog
zullen worden gehouden, als onderscheidings
teelcen een bronzen kruisje zal worden ver
strekt. Dit kruisje zal aan de voorzijde,
behalve een vliegend wiel en de initialen
der H.IJ.S.M., de letters E H. O. vertoo-
nen. Het moet aan een donkerblauw lint
zichtbaar op het bovenste kleedingstuk wor
den gedragen.
Wanneer de houder geacht kan worden de
bedrevenheid in het verleenen van eerste
hulp bij ongelukken niet meer in voldoen
de mate te bezitten, alsmede bij het ver
laten van den dienst, moet het kruisje wor
den ingeleverd.
Er zal een gratificatie worden toegekend
aan dengene, die een reiziger of personeel
der maatschappij bij een ongeval op doel
treffende wijze de eerste hulp verleend
heeft.
ORDE VAN ORANJE-NASSAU.
De burgemeesters zijn uitgenoodigd om
voortaan ook te willen vermelden de over
ledenen begiftigd met de eere-medaille van
de orde van Oranje Nassau.
De versierselen van de aan die perso
nen toegekende medailles zullen behooren
te worden toegezonden, aan den kanselier
der orde van den Nederl. Leeuw, tevens
kanselier der orde van Oranje Nassau.
WAARDEERING.
Mgr. Turinaz, een der meest bekende Fran-
sche bisschoppen, heeft zijn vastenbrief al
weer aan de Katholieke pers gewijd. Een
paar zinnen trolfen ons, schrijft de N. T. Crt.
Zoo deze:
Overigens zijn de katholieken te streng
jegens de schrijvers, die voor hen strijden
en zijn zij te gemakkelijk voor hun vijanden."
En verder:
„Vergeten wij niet, dat die journalisten die
schrijven nóch tot rijkdom nóch tot eer ko
men. Hun zending is een zending van toewij
ding en, niettegenstaande den besten wil,
kunnen zij niet aan alle verlangens voldoen."
De Fransche bisschop zegt de dingen zooals
zij zijn.
De katholieke dagbladschrijver, die van den
morgen tot den avond zijn gedachten bezig
houdt met de zaak waarvoor hij strijdt en
waarvoor hij gewoonlijk zeer matig wordt be
loond en in het gunstigste geval nog minder
dan de liberale confraters voor hun werk,
mag niet het ongeluk hebben wij zwij
gen nog van verkeerd te schrijven maar
te doen wat Jan, Piet of Klaas niet aan
staat, of al het goede wat hij in zijn loop
baan verrichtte wordt over het hoofd gezien,
telt niet meer, weegt in het oordeel niet,
hij wordt te licht bevondenla mort sans
frase. En een misstap is een onherstelbaar
feit in de oogen van die onedelmoedige men-
schen, die wel zeer hoog moeten staan
in hun eigen gedachteom het recht te
hebben zoo den staf te breken over anderen,
die dan toch in ieder geval op een zekeren
staat van dienst voor de goede zaak kunnen
wijzen. Iets wat van de bedillers dikwijls
niet kan worden gezegd.
Let nu wel, dat wij hier niet denken aan
de gebeurlijkheden waarbij van integralen
wordt gesproken of aan de verdeeldheden, die
zich hier en daar voordoen en die vanzelf
tot soms wederzij dscho verkeerde beoordee
lingen aanleiding geven. Neen, wij spreken
hier over de ondervinding, die men op ieder
courantenbureau welhaast dagelijks opdoet.
Bijvoorbeeld: men weigert een ingezon-
Nu 8® Redactie, en ook de Zaterdag-
avondichrijver, zoo goed waren de aandacht
te vestigen op de liefdewerken „Oud pa
pier" en „Brokkenhuis", kwam het mij, na
de uiteenzetting van een en ander door
den voorzitter van eerstgenoemd liefde
werk, niet ondienstig voor, ook van het
werk en nut, gesticht door de werking van
de brokken-verzameling iets mede te dee-
len.
Het Brokkenhuis is dan opgericht als on-
derafdeeling door de St. Vincentius-vereeni-
ging, zooals deze vereeniging meerdere lief
dewerken bezit. Nooit zal men van genoem
de vereeniging kunnen zeggen, dat ze met
veel rumoer naar buiten werkt met welk
liefdewerk dan ook. Ditmaal zijn wij ech
ter verplicht een uitzondering te maken,
omdat ons gebleken is, dat men te Haarlem
nog niet op de hoogte is van het doel,
ja er zelfs dagelijks menschen gevonden
worden, die van het bestaan niet eens iets
afwisten.
Twee jaar lang bestaat dan in de Zoete-
atraat 15, een lokaal waar voorwerpen voor
de armen van eiken Godsdienst verkrijgbaar
zijn, tegen zulke lage prijzen, dat het nooit
een beletsel kan zijn ook voor de armsten
der armen of zij kunnen op elk gebied
klaar komen, mits wat ze zoeken daar voor
radig is.
Hoe wij daar aan alles komen? Wel heel
eenvoudig: als het maar goed begrepen
werd. Een ieder welgesteld burger heeft
wel eens iets, dat in de huishouding over
bodig is geworden, dat óf door breuk óf
slijtage óf afdanking óf overdaad óf ver
andering geen dienst meer doet in het ge
zin waarin het misschien jaren dienst
heeft gedaan.
Welnu, deze goederen worden bij de mees
ten onzer stadgenooten naar den zolder ver
huisd en blijven daar dikwijls jaren lig
gen om elk vóór- en najaar verzet en
schoongemaakt te worden, en dikwijls
slaakt men dan de zucht: „Was ik den
rommel maar kwijt, doch waarheen?"
Weet dan nu dat het Brokkenhuis alles
kan gebruiken, en dit'alles is zoo uit
gebreid mogelijk.
Om maar eenige dingen op te noemen
tafels met of zonder pooten, dito stoelen
al hebben ze ook een poot te kort, ledikan
ten, wiegen, kinderwagens, kinderstoelen,
mans- en vrouwenkleeren, ondergoederen,
hoeden, petten, schoenen, glas en aarde
werk, gas- en olielampen, ornamenten, oude
metalen, enfin te veel om te noemen, doch
letterlijk alles, tot vodden en prullen,
oogelijk of zonder aanzien, alles wat
voor u soms geen waarde heeft, kunnen
wij productief maken of het een met het
ander doen herstellen.
Nu weet ik wel, dat het menschelijk op
zicht ons in ons pogen groote parten speelt
en weet ik bij ervaring dat menigeen zegt
„Ik heb wel rommel maar ik durf het niet
af te geven: ze hebben daar toch niets
aan dien gebroken rommel en aan die ge
dragen goederen, want er zitten scheurtjes
in, of het goed is verkleurd, of de wurm
zit in die meubels"
Doch vergeet niet dat het Brokkenhuis
overal raad voor weet, en overal weer wat
van weet te maken. Och, neemt eens een
proef en vraag of de knecht eens wat bij
u komt halen en kom dan na eenigen tijd
ons een met een bezoek vereeren om te
zien wat er van uw zoogenaamde rommel
geworden is, en ik verzeker u dat ge zult
zeggen: „Als ik dat geweten had, dat ik
met mijn zending zóóveel nut had kunnen
stichten, zou ik het al eerder opgeruimd
hebben."
Tot nu toe hebben wij twee jaar lang
aan twee gezinnen een eerlijk verdiend stuk
brood verschaft doch wij zijn nog te jong
en te onbekend om reeds, zooals andere
liefdewerken, op een overschot te kunnen
rekenen. Toch gaan wij de toekomst met
veel vertrouwen tegemoet en hopen met
aller medewerking behalve de twee genoem
de gezinnen aan nog meerderen werk te
kunnen verschaffen.
Wij bereiken dan een tweeledig doel en
wel: we verschaffen werk, en we zorgen dat
de arme voor een luttel bedrag zich iets
kan verzekeren, waaraan in gewone om
standigheden niet zou kunnen worden ge
dacht.
Wat nu het papier betreft, dat soms on
vermijdelijk bij een hoop oude boel ge
raakt is, maakt u daarvoor niet ongerust.
Alle weken bezorgen wij het ter plaatse
waar het behoort, zoodat wij nooit treden
in een ander's werk', terwijl wij als het
kleine hoeveelheden zijn't met de rest gaar
ne medenemen, of een boodschap sturen aan
„Oud papier", en dus zorgen dat alles loopt
zooals zulks behoort.
Niemand dan alléén onze Commissie weet
waar de „boel" of „rommel" vandaan ge
haald wordt en Ieder kan zelf dag en uur
bepalen waarop men gaarne ontlast zou
worden. Men kan daarenboven aan den loo-
per alles mede geven, wijl hij beproefd eer
lijk en vertrouwd is, zonder dat hij zich
ooit aan anderen uitlaat vanwaar alles ge
haald wordt.
Onze Commissie doet dit werk geheel be
langeloos en begrijpt van zelf wel, dat men
zijn nieuw salonameublement nu juist niet
wegdoet,.wat trouwens ook niet in de
waren zin van een „Brokkenhuis-verzame-
Iing" zou zijn.
Moge deze kennisgeving hebben bijgedra
gen tot goed begrip van alle welwillende,
maar tot dusver ten achter geblevene stad
genooten, dan gaan wij hoopvol de toe
komst tegemoet en we wenschen niets vu
riger dan na verloop van tijd te mogen
melden: „Het batig saldo van het „Brok
kenhuis" bedraagtwat dan aan ver
schillende instellingen ten goede kan ko
men I
A. F. J. NIEBERG.
Voorzitter van het Brokkenhuis.
De vlucht over de Dardanellen.
De „Secuto" bevat, volgens de Tel., een
uitvoerige beschrijving van de vlucht over
de Dardanellen, die gedaan is door twee
Grieksche militaire vliegers, Mutusis en Ma-
raitemis. De vluoht geschiedde met toestem
ming van admiraal Konduriotis. De Griek
sche torpedojager „Velos" vertrok een nur
vóór de hydroplaan. Om 9 uur 20 minuten,
juist toen de torpedojager zich tusschen
Lemnos en Imbros bevond, verscheen de
"vliegmachine achter de Purniabaai in d#
richting van de Dardanellen om spoedig
daarop boven het scheireiland Gallipoli uit
het gezicht te verdwijnen. Om 11 uur 30 werd
de vliegmachine weer zichtbaar. De „Velos"
voer haar tegemoet. Een sloep bracht in-
tusschen de beide officieren, die met het
vliegtuig op het water waren neergestreken,
aan boord. De vliegers verklaarden, dat de
vlucht alle verwachtingen overtroffen had.
Z;i kruisten tweemaal in zigzaglijn over Gal
lipoli en konden de Turksche stellingen ge
makkelijk onderscheiden. Het scheireiland
scheen hun één ontzaglijk verhaal toe.
De vliegers bereikten het scheireiland bij
Kaap Suwla, passeerden de stad Maidos en
vlogen tweemaal over de Dardanellen. Toen
zij zieh boven Nagara bevonden, kon Ma-
raitimis zich met den verrekijker goed oriën-
teeren. Ook wat de bij Nagara verzamelde
Turksche vloot betreft, deden beide vliegers
waarnemingen. De vliegers wilden eerst bij
Madras landen, maar een motordefect
noodzaakte hen spoediger te dalen. De vlucht
duurde twee uur, de afgelegde afstand be
droeg ruim 180 kilometer.
Alpenongelukken.
In de Alpen vielen in 1912 95 ongelukken
met doodelijken afloop voor tegen 132 in
1911 en 128 in 1910. Gedurende de 12 jaar,
dat deze statistiek door de Duitsche en
Oostenrijksche Alpenvereeniging wordt op
gemaakt, hebben in het geheel 1117 per
sonen de dood door een Alpen-ongeluk ge
vonden.
Een zonderlinge kachel.
Een Londensch parvenu heeft een groot
heerenhuis laten bouwen, maar wil dat zoo
zoo zuinig mogelijk bewonen. Voor een cen
trale verwarming voelt hij absoluut niets,
voor een electrische nog veel minder, en
z'n zoo'n, een gymnasiast, heeft hem mee
gedeeld, dat de oude Engelsche haard een
boel verstookt en weinig warmte geeft. Hij
heeft thans zijn toevlucht tot onze gewone
vulkachels genomen, maarhij plaatst ze
midden in zijn salons, met de tafel erom
heen. De pijp loopt spiraalvormig naar bo
ven. Het moet een kolossaal aardig gezicht
zijn.
Felix Diaz.
Kolonel Felix Diaz, een neef van den vroe-
geren president, is zooals men weet de aan
voerder der opstandelingen in Mexico. Tij
dens de regeering van zijn oom was bij een
der meest bekwame hoofdofficieren van het
regeeringsleger schrijft de Tel. maar nadat
Madero het presidentschap aanvaard had,
voegde hij zich bij de rebellen, met wie hij
plannen smeedde om Madero af te zetten.
Een eerste poging in deze richting, welke in
October van het vorige jaar ondernomen en
in de havenstad Vera Cruz aanvankelijk met
eenig succes bekroond werd, eindigde met de
gevangenneming van Felix Diaz. Hij werd
naar Mexico City overgebracht en door den
krijgsraad ter dood veroordeeld, maar door
Madero begenadigd. Tijdens zijn verblijf in
de gevangenis is het hem schijnbaar gelukt
zich met zijn vrienden en bondgenooten in
verbinding te stellen en zoodoende den thans
uitgebroken opstand voor te bereiden. De
eerste daad der muitende troepen was dan
ook op te rukken naar de gevangenis en Diaz
en den vroegeren minister van Oorlog van
president Diaz, generaal Bernardo Reyes, in
vrijheid te stellen.
De sterkte der Europeesche legers.
De „Sonntagszeitung fürs Deutsche Haus"
heeft zich dezer dagen bezig gehouden met
de vraag, welke groote mogendheid in Euro
pa over het sterkste leger beschikt en daar
bij de volgende cijfers gepubliceerd, overge
nomen door de Tel.:
Duitschland: in vredestijd 546,200 man, de
eenjarige vrijwilligers inbegrepen. In oor
logstijd kan Duitschland echter met zijn
landweer en reserve-korpsen circa 5,000,000
man op de ben brengen.
Frankrijk: in vredestijd 598,000 man en in
oorlogstijd 4'A millioen.
(Na de invoering der nieuwe Duitsche le-
gerwetten wordt deze verhouding tusschen
Frankrijk en Duitschland echter gewijzigd).
Rusland: in vredestijd 1,420,000 man en in
oorlogstijd circa 3,500,000.
Engeland: in vredestijd 435,000 man en in
oorlogstijd 953,000, het territoriale leger en
de vrijwilligers daarbij inbegrepen.
Oostenrijk-Hongarije: in vredestijd 395,000
man en in oorlogstijd 2,226,000.
Dit zijn echter alleen'de geheel geoefende
soldaten.
Italië in vredestijd 294,000 man en in oor
logstijd 3,600,000.
Een nieuw boek van den Duitschen
kroonprins.
Naar uit Berlijn aan de Tel. gemeld wordt,
js de Duitsche kroonprins thans bezig met
'het schrijven van een nieuw boek, dat een
aantal schetsen uit het cavalerie-leven be
vatten zal.
Een geraamte te bed.
De politie te Winborne lieeft dezer dagen
een griezelige ontdekking gedaan, lezen we
in de Tel.
Ten huize van een oude dame, miss Sara
Kearly, vond men n.l. in een bed op de
slaapkamer het geraamte van een circa ze
ventigjarige vrouw, zekere miss Ellen Grip-
pon, die langen tijd bij Sara Kearly ge
woond had. Terstond na de opzienbarende
ontdekking werd miss Kearly aan een ver
hoor onderworpen, waabij zij het volgende
vertelde:
Meer dan 30 jaar lang had zij met miss
Griffin samengewoond en lief en leed met
haar gedeeld. Miss Griffin had een zeer
zwakke gezondheid en ging daarom zelden
of nooit uit; trouw werd zij echter door haar
vriendin verzorgd en van alles voorzien.
Op zekeren ochtend stierf miss Griffin
echter plotseling, nog voordat miss Kearly
geneeskundige hulp kon halen. Gedurende
twee nachten had zij naast haar doode vrien
din geslapen, maar zij kon er niet toe beslui
ten om haar te laten begraven. Drie jaar
lang had zij de doode dan ook op het bed
laten liggen in de hoop dat, wanneer ook
zij eenmaal sterven zou, zij heiden tezamen
begraven zouden worden.
Waardoor alles duurder wordt.
Hoe het komt dat alles opslaat verklaart
het „H. v. Ant." op de volgende wijze:
„In bijna alle landen stelt men vast, dat
er minder kolen worden uitgemijnd. De heer,
Rendu heeft daaromtrent eene studie ge
maakt voor wat Frankrijk betreft.
Zijne overtuiging is, dat de maatschappe
lijke wetten daar voor veel in tusschen zijn.
Daar men langsom dieper moet gaan om
kolen te bereiken, zegt hij, worden de kosten
van uitmijnen natuurlijk ook grooter.
Van den anderen kant heeft de maatschap
pelijke wetgeving in Frankrijk, niet alleen
eene verhoogiug van kosten medegebracht,
maar ook eene vermindering van voort-
brengst.
De loonen zijn gestegen, de voortbrengst is
gedaald.
In 1898 was de gemiddelde voortbrengst
per dag en per werkman 1020 kilo's; in 1902
nog 858 kilo's, en in 1910 maar 915 kilo's
meer.
Dus in 12 jaren tijds met een tiende ver
minderd.
In denzelfden tijd stegen de loonen gemid
deld van 6.05 tot 7.50, dus met 25 percent.
En wie moet dat betalen, zult ge vragenl
Natuurlijk ieder, gij, ik alleman.
En ge betaalt dan niet alleen in de kolen
die gij zeiven verbrandt in uw huis.
Maar de smid moet ook de kolen duurder
betalen hij moet dus zijne klanten meer
doen betalen.
De boer, die eten kookt voor zijne beesten
om ze te vetten, moet meer betalen, hij
moet dus opslaan.
De fabrieken van lijnwaad, katoen, wol enz.
moeten hunne kolen duurder betalen dus
ze moeten hunne voortbrengselen opslaan.
En aangezien de werklieden dier fabrie
ken, meer moeten betalen voor hunne kolen,
moeien ze meer loon hebben de fabrikant
moet ze meer geven en moet dan ook meer
vragen, enz.
En zoo komt het dat alles opslaat!"
NIETS VOOR ONS.
Er heeft zich hier te lande een comité
gevormd ter voorbereiding van de oprich
ting eeuer vereeniging voor Moederbescher
ming en sexueele hervorming. Wat dit co
mité onder die zoogenaamde moederbescher
ming en sexueele hervorming verstaat blijkt
duidelijk uit een ons toegezonden circu
laire, waarin het doel der te stichten ver
eeniging nader wordt omschreven.
Erkenning der vrije liefde, gezinsbeper
king, verbetering der wetgeving ten aan
zien der vrouw en moeder in de richting
der rechtsgelijkheid, zie daar de voornaam
ste punten welke het voorbereidend comité,
blijkens deze circulaire, reeds op het pro
gramma heeft gezet.
Dat een Katholiek in zulk een vereeni
ging niet thuis hoort, behoeft natuurlijk
geen nader betoog schrijft de Maasbode.
Toch meenden wij goed te doen door met
een enkeL woord hier te wijzen op het
verderfelijk streven dezer vereeniging, wel
ke zich onder oen zeer onschuldigen naam
bij het publiek aandient, aangezien het ons
gebleken is dat het comité zich niet om
ziet ook onder bekende Katholieken, door
het toezenden van bovengenoemde circu
laire, leden en begunstigers aan te werven.
Mocht men zulk een circulaire ontvangen,
dan werpt men die zoo spoedig mogelijk in
de prullenmand of sture bij wijze van pro
test naar een der comitéleden terug.
VREES VOOR ROME.
De Stichtsche Courant wijst op het bodem-
looze van de vrees voor Rome, welke velen
protestanten in het bloed zit, en schrijft o.m.:
De Roomschen maken geen aanspraak op
eene overwegende positie; zij vragen slechts
wat hun naar recht en billijkheid gegeven
moet worden. Is er ooit door hen zelfs gezin
speeld op het hebben van een Roomschen
burgemeester van Amsterdam, Utrecht, Den
Haag, en andere groote steden boven den
Moerdijk, of het hebben van een Roomschen
commissaris der Koningin in Noord- of Zuid-
Hollan.d, Zeeland, Utrecht of welke provincie
in het Noorden des lands ook?
Waarlijk, de eischen der Roomschen in ons
'land, zijn heel bescheiden. Zij houden reke
ning met de historie maar willen als volle
Nederlanders aangezien en behandeld wor
den. En dit is hun recht.
Recht voor allen is hun leuze.
Hoe ter wereld het mogelijk is dat men
wel angst heeft voor Rome maar veel minder
gevaar ducht van de Socialisten, is ons ten
eenemale een raadsel.
Hoe orthodox protestanten den invloed kun
nen versterken van een partij die de grondsla
gen van ons maatschappelijk en godsdienstig
leven bedreigt, is waarlijk niet te begrijpen.
Door een waanvoorstelling omtrent de mo
gelijkheid van een overheersching van Rome
worden zij zoo beneveld, dat zij niet zien het
groote gevaar, dat het Christendom bedreigt
van Socialistische zijde.
Zeer juist, zegt het Centrum:
De anti papistisclre waanvoorstelling belet
degenen, die daardoor aangetast zijn, de wer
kelijkheid te zien.
Door spookgestalten laten zij zich ver
schrikken.
Slechts een enkele opmerking zouden wij,
naar aanleiding van 't bovenstaande nog wil
len maken.
De eischen der Roomschen in ons land zijn
heel bescheiden, schrijft de Stichtsche Courant
terecht.
CEUILLETON
(Naar het Italiaansch.)
Haar echtelijk leven was in gestadige
vrees voor haren echtgenoot voorbijgegaan,
die evenzoo herculisch gebouwd was geweest
als haar zoon. Meerdere dochters waren haar
geschonken, doch alle waren gestorven voor
ze volwassen waren. Lange jaren had ze ge
vreesd, dat ze sterven moest zonder een en
kelen stamhouder, toen na tijden van hoop
en vreeze Wolfram werd geboren, in waar
lijk verrassende gedaante groot, rood en
Zwaar door en door een Sturm.
Het was een ongemeen wild kind geweest.
Het ontwikkelde zich tot een grooten on
behouwen knaap, die zijne moeder nooit
Waagde te liefkozen. Ze had hem gevreesd
vanaf zijne jeugd, zooals ze voor zijnen va
der steeds had gesidderd.
En toch hoopte ze voor haren dood op eene
®ergeljjke roode verschijning als voor een
~Wart eeuw, een kleine baby, rood van haar
wezen, die zijne moeder tyrauniseert en
grootmoeder angst aanjaagt. 1
Wolfram, die ondanks alles een goede zoon
was, toonde zich tot groote verrassing zijner
moeder zeer toegevend; zij had niet verwacht
dat hij zich zoo spoedig zou voegen naar de
wenschen van haar hart.
Waarom niet? Had hij gezegd. Hij erken
de volkomen, dat zijn tijd was gekomen, en
waarom zou hij Ebba of Kuna niet zoo goed
tot zijne vrouw kunnen nemen als wie ook?
Z» waren beide schoon en woonden in de
nabijheid van zijn slot, zoodat hij niet eerst
groote reizen behoefde te ondernemen en
kennis te maken om dat doel te bereiken,
j In zoover was alles goed voorbereid en
schoon geen vaste afspraak was gemaakt,
zoo bestond tusschen moeder en zoon een
soort geheime overeenkomst, die beiden deed
hopen, dat op den dag der gewone jaarlijk-
sche bloemententoonstelling een besluit zou
j worden genomen.
Nu was de dag gekomen eu gegaan zon-
j der dat het beslissende woord was gespro
ken en de beide meisjes waren naar huis ge
gaan na hun heelen voorraad nieuwe japons
en nieuwe hoeden, hun gansclien schat be-
tooverende lachjes en heusche lonkjes te
hebben verbruikt, zonder tot een resultaat
j te zijn gekomen. De oude dame kon zich de
zen loop der gebeurtenissen onmogelijk ver'-
klaren en nog niet lang was ze besloten bij
den hoofdpersoon des drama's opheldering
te zoeken. j
Het ijs moest echter eindelijk worden ge-
broken en terwijl ze geheel verdiept scheen
in haar handwerk een bleekroode deken,
die goed zou passen in een nieuw-model
wiegje, door haar gefantaseerd peinsde ze
over een passende inleiding.
I Wolfi, zei ze eindelijk na eenige malen
gekucht 'te hebben. Wolfi, hoe eenzaam, hoe
stil is toch ons huis, nadat de gasten het
hebben verlaten.
Wolfram wendde zijn blik als met een ruk
naar zijne moeder, dampte eenige dikke rook
wolken uit en sprak dan: Och ja, 't is stil,
doch beter dan dat gekef en gewauwel van
de laatste dagen.
Dit was geen goed begin. De zenuwachtig
heid men heeft voor zenuwachtigheid ook
reeds thermometers uitgevonden steeg
verscheiden graden, toen ze angstig hernam:
Aangenaam was het toch, die frissche
heldere stemmen te hooren. Wat klonk Eb-
ba's volle stem door de corridors!
Ja, merkwaardig.
Hoe bekoorlijk was Kuna's stem, als ze
ons 's avonds volksliederen voorzong. Ge
hoort gaarne volksliederen, nietwaar Wolfi?
Ik heb er niets tegen.
Hoe voortreffelijk rijdt Ebba te paard.
Voortreffelijk, haast al te goed voor een
dame.
Denkt ge dat? O ja, misschien hebt ge
gelijk, zoo ge Kuna's zachtmoedigheid voor
trekt.
Wie zegt, dat ik voortrekt
1 Ge zult toch eindelijk iemand moeten
voortrekkeu. Ge kunt toch niet altijd heiden
evenveel achten. Waarom neemt ge geen be
sluit?
j Al lang genomen.
Wolfi, is uw besluit genomen? jubelde
de oude dame, en ijverig nam ze haar werk
weer ter hand, alsof het reeds aanstonds noo-
dig ware geworden.
Ik dacht nog steeds, dat ge de zaken te
licht opvatte en nu zie ik, dat ge mijn goede,
vastbesloten zoon zijt. Wie is het gelukkige
meisje?
Als ze zag dat hij aarzelde, haastte zij zich
i erbij te voegen:
Neen, neen, bewaar het geheim. Ik wil
niet aandringen. Ebba en Kuna, beiden zijn
me welkom. Als ge echter, zoo ge zegt, be
sloten zijt, waartoe dan dit uitstel? Waarom
liet ge dan het meisje vertrekken zonder u
te verklaren?
Wolfram zag naar zijn moedertje tegen
over hem, dat met zenuwachtige haast de
i naald bewoog; hij scheen door haar vreugde
stralende oogen een weinig verlegen. Een
I licht rood verfde zijne wangen, toen hij ant
woordde:
Waarom ik mij niet verklaarde? Och
omdat ik geen gunstige gelegenheid ertoe
had.
Gedurende de gansche week niet? En
Dinsdag dan op het bal?
Onmogelijk zich op een bal te verkla
ren, antwoordde Wolfram met de beslistheid,
welke hem van af zijne jeugd eigen was.
Waarom niet op een wandelrit?
Mazeppa heeft de kwade gewoonte te
steigeren had zieh gewis dit oogenblik
ten nutte gemaakt.
i Of gedurende het zeiltochtje op het
j meer, verleden Maandag?
j Ik stu#rde; men kan toch niet van
iemand verwachten, dat hij twee zaken tege
lijk doet.
Foei. Ik had juist dezen tocht tot dit
doel georganiseerd, en het zoo ingericht, dat
ge eerst met Ebba, dan met Kuna zoudt zijn.
Maar Zondag dan, toen ge met Kuna uit de
kerk gingt en haar parapluie hieldt?
j Veel te koud, mijn tanden klapperden.
Of toen ge met Ebba naar de stad gingt.
om bloeinenpapier te koopen?
De lucht broeide en er was onweer op
handen, en dan heb ik steeds hoofdpijn.
Gravin Sturm liet thans haar werk in
haren schoot vallen, en blikte met klimmen
de ongerustheid naar haar grooten, onhan-
delbaren zoon.
Wolfi, riep zij uit, gij schijnt me te wil
len kwellen.
Als een man een besluit genomen heeft,
laat hij zieh door dergelijke wissewasjes
niet van zijn stuk brengen.
Misschien wilt ge echter liever een brief
schrijven, ging ze met eene laatste flikke
ring van hoop in de lichtblauwe oogen voort
HIEUWE HAARLEMSCHE COURANT
1tl I BH.
99