BROKKENHUIS. BUITENLAND BINNENLAND. DE ANJELIER DER ROSECCO's J. HUIZING. Haarlem. Gr. Houtstraat 44. Tefef. no. 361. Magazijn van Schoenen en Laarzen. iu B©bï „lopns. Ilsariero-Isrisssel!. Handschoenen veoi* alle gelegenheden. En het anti-rev. blad noemt eenige open bare ambten, op de bezetting waarvan dooï de katholieken zelfs nooit is gezinspeeld. Natuurlijk kan het de bedoeling der wak-, kere redactie niet zijn, den indruk te vesti gen, dat voor die functies geen Roomschea in aanmerking zouden mogen komen. Wij willen, zooals de St.Crt. tereoht schrijft „als volle Nederlanders aangezien en behan deld worden." En daartoe behoort, dat ook in het Nocrdert des lands katholieken, bij gebleken geschikt heid natuurlijk, voor gewichtige staats- of gemeentebetrekkingen in aanmerking dienen te komen. Het dwaze relletje, door de benoeming van een katholiek tot president der Tweede Kamer ontstaan, was spoedig voorbij en werd zelfs verloochend door mannen, die alles behalve van Roomsche sympathieën kunnen warden „verdacht". EEN EERETEEKEN. De directie der H.IJ.S.M. heeft bepaald, zoo meldt de N. R. Ct., dat aan hen, die met goed gevolg hebben deelgenomen aan de cursussen in het verleenen van eerste hulp bij ongelukken, welke onder leiding van dr. G. J. de Bruijn Kops zijn of nog zullen worden gehouden, als onderscheidings teelcen een bronzen kruisje zal worden ver strekt. Dit kruisje zal aan de voorzijde, behalve een vliegend wiel en de initialen der H.IJ.S.M., de letters E H. O. vertoo- nen. Het moet aan een donkerblauw lint zichtbaar op het bovenste kleedingstuk wor den gedragen. Wanneer de houder geacht kan worden de bedrevenheid in het verleenen van eerste hulp bij ongelukken niet meer in voldoen de mate te bezitten, alsmede bij het ver laten van den dienst, moet het kruisje wor den ingeleverd. Er zal een gratificatie worden toegekend aan dengene, die een reiziger of personeel der maatschappij bij een ongeval op doel treffende wijze de eerste hulp verleend heeft. ORDE VAN ORANJE-NASSAU. De burgemeesters zijn uitgenoodigd om voortaan ook te willen vermelden de over ledenen begiftigd met de eere-medaille van de orde van Oranje Nassau. De versierselen van de aan die perso nen toegekende medailles zullen behooren te worden toegezonden, aan den kanselier der orde van den Nederl. Leeuw, tevens kanselier der orde van Oranje Nassau. WAARDEERING. Mgr. Turinaz, een der meest bekende Fran- sche bisschoppen, heeft zijn vastenbrief al weer aan de Katholieke pers gewijd. Een paar zinnen trolfen ons, schrijft de N. T. Crt. Zoo deze: Overigens zijn de katholieken te streng jegens de schrijvers, die voor hen strijden en zijn zij te gemakkelijk voor hun vijanden." En verder: „Vergeten wij niet, dat die journalisten die schrijven nóch tot rijkdom nóch tot eer ko men. Hun zending is een zending van toewij ding en, niettegenstaande den besten wil, kunnen zij niet aan alle verlangens voldoen." De Fransche bisschop zegt de dingen zooals zij zijn. De katholieke dagbladschrijver, die van den morgen tot den avond zijn gedachten bezig houdt met de zaak waarvoor hij strijdt en waarvoor hij gewoonlijk zeer matig wordt be loond en in het gunstigste geval nog minder dan de liberale confraters voor hun werk, mag niet het ongeluk hebben wij zwij gen nog van verkeerd te schrijven maar te doen wat Jan, Piet of Klaas niet aan staat, of al het goede wat hij in zijn loop baan verrichtte wordt over het hoofd gezien, telt niet meer, weegt in het oordeel niet, hij wordt te licht bevondenla mort sans frase. En een misstap is een onherstelbaar feit in de oogen van die onedelmoedige men- schen, die wel zeer hoog moeten staan in hun eigen gedachteom het recht te hebben zoo den staf te breken over anderen, die dan toch in ieder geval op een zekeren staat van dienst voor de goede zaak kunnen wijzen. Iets wat van de bedillers dikwijls niet kan worden gezegd. Let nu wel, dat wij hier niet denken aan de gebeurlijkheden waarbij van integralen wordt gesproken of aan de verdeeldheden, die zich hier en daar voordoen en die vanzelf tot soms wederzij dscho verkeerde beoordee lingen aanleiding geven. Neen, wij spreken hier over de ondervinding, die men op ieder courantenbureau welhaast dagelijks opdoet. Bijvoorbeeld: men weigert een ingezon- Nu 8® Redactie, en ook de Zaterdag- avondichrijver, zoo goed waren de aandacht te vestigen op de liefdewerken „Oud pa pier" en „Brokkenhuis", kwam het mij, na de uiteenzetting van een en ander door den voorzitter van eerstgenoemd liefde werk, niet ondienstig voor, ook van het werk en nut, gesticht door de werking van de brokken-verzameling iets mede te dee- len. Het Brokkenhuis is dan opgericht als on- derafdeeling door de St. Vincentius-vereeni- ging, zooals deze vereeniging meerdere lief dewerken bezit. Nooit zal men van genoem de vereeniging kunnen zeggen, dat ze met veel rumoer naar buiten werkt met welk liefdewerk dan ook. Ditmaal zijn wij ech ter verplicht een uitzondering te maken, omdat ons gebleken is, dat men te Haarlem nog niet op de hoogte is van het doel, ja er zelfs dagelijks menschen gevonden worden, die van het bestaan niet eens iets afwisten. Twee jaar lang bestaat dan in de Zoete- atraat 15, een lokaal waar voorwerpen voor de armen van eiken Godsdienst verkrijgbaar zijn, tegen zulke lage prijzen, dat het nooit een beletsel kan zijn ook voor de armsten der armen of zij kunnen op elk gebied klaar komen, mits wat ze zoeken daar voor radig is. Hoe wij daar aan alles komen? Wel heel eenvoudig: als het maar goed begrepen werd. Een ieder welgesteld burger heeft wel eens iets, dat in de huishouding over bodig is geworden, dat óf door breuk óf slijtage óf afdanking óf overdaad óf ver andering geen dienst meer doet in het ge zin waarin het misschien jaren dienst heeft gedaan. Welnu, deze goederen worden bij de mees ten onzer stadgenooten naar den zolder ver huisd en blijven daar dikwijls jaren lig gen om elk vóór- en najaar verzet en schoongemaakt te worden, en dikwijls slaakt men dan de zucht: „Was ik den rommel maar kwijt, doch waarheen?" Weet dan nu dat het Brokkenhuis alles kan gebruiken, en dit'alles is zoo uit gebreid mogelijk. Om maar eenige dingen op te noemen tafels met of zonder pooten, dito stoelen al hebben ze ook een poot te kort, ledikan ten, wiegen, kinderwagens, kinderstoelen, mans- en vrouwenkleeren, ondergoederen, hoeden, petten, schoenen, glas en aarde werk, gas- en olielampen, ornamenten, oude metalen, enfin te veel om te noemen, doch letterlijk alles, tot vodden en prullen, oogelijk of zonder aanzien, alles wat voor u soms geen waarde heeft, kunnen wij productief maken of het een met het ander doen herstellen. Nu weet ik wel, dat het menschelijk op zicht ons in ons pogen groote parten speelt en weet ik bij ervaring dat menigeen zegt „Ik heb wel rommel maar ik durf het niet af te geven: ze hebben daar toch niets aan dien gebroken rommel en aan die ge dragen goederen, want er zitten scheurtjes in, of het goed is verkleurd, of de wurm zit in die meubels" Doch vergeet niet dat het Brokkenhuis overal raad voor weet, en overal weer wat van weet te maken. Och, neemt eens een proef en vraag of de knecht eens wat bij u komt halen en kom dan na eenigen tijd ons een met een bezoek vereeren om te zien wat er van uw zoogenaamde rommel geworden is, en ik verzeker u dat ge zult zeggen: „Als ik dat geweten had, dat ik met mijn zending zóóveel nut had kunnen stichten, zou ik het al eerder opgeruimd hebben." Tot nu toe hebben wij twee jaar lang aan twee gezinnen een eerlijk verdiend stuk brood verschaft doch wij zijn nog te jong en te onbekend om reeds, zooals andere liefdewerken, op een overschot te kunnen rekenen. Toch gaan wij de toekomst met veel vertrouwen tegemoet en hopen met aller medewerking behalve de twee genoem de gezinnen aan nog meerderen werk te kunnen verschaffen. Wij bereiken dan een tweeledig doel en wel: we verschaffen werk, en we zorgen dat de arme voor een luttel bedrag zich iets kan verzekeren, waaraan in gewone om standigheden niet zou kunnen worden ge dacht. Wat nu het papier betreft, dat soms on vermijdelijk bij een hoop oude boel ge raakt is, maakt u daarvoor niet ongerust. Alle weken bezorgen wij het ter plaatse waar het behoort, zoodat wij nooit treden in een ander's werk', terwijl wij als het kleine hoeveelheden zijn't met de rest gaar ne medenemen, of een boodschap sturen aan „Oud papier", en dus zorgen dat alles loopt zooals zulks behoort. Niemand dan alléén onze Commissie weet waar de „boel" of „rommel" vandaan ge haald wordt en Ieder kan zelf dag en uur bepalen waarop men gaarne ontlast zou worden. Men kan daarenboven aan den loo- per alles mede geven, wijl hij beproefd eer lijk en vertrouwd is, zonder dat hij zich ooit aan anderen uitlaat vanwaar alles ge haald wordt. Onze Commissie doet dit werk geheel be langeloos en begrijpt van zelf wel, dat men zijn nieuw salonameublement nu juist niet wegdoet,.wat trouwens ook niet in de waren zin van een „Brokkenhuis-verzame- Iing" zou zijn. Moge deze kennisgeving hebben bijgedra gen tot goed begrip van alle welwillende, maar tot dusver ten achter geblevene stad genooten, dan gaan wij hoopvol de toe komst tegemoet en we wenschen niets vu riger dan na verloop van tijd te mogen melden: „Het batig saldo van het „Brok kenhuis" bedraagtwat dan aan ver schillende instellingen ten goede kan ko men I A. F. J. NIEBERG. Voorzitter van het Brokkenhuis. De vlucht over de Dardanellen. De „Secuto" bevat, volgens de Tel., een uitvoerige beschrijving van de vlucht over de Dardanellen, die gedaan is door twee Grieksche militaire vliegers, Mutusis en Ma- raitemis. De vluoht geschiedde met toestem ming van admiraal Konduriotis. De Griek sche torpedojager „Velos" vertrok een nur vóór de hydroplaan. Om 9 uur 20 minuten, juist toen de torpedojager zich tusschen Lemnos en Imbros bevond, verscheen de "vliegmachine achter de Purniabaai in d# richting van de Dardanellen om spoedig daarop boven het scheireiland Gallipoli uit het gezicht te verdwijnen. Om 11 uur 30 werd de vliegmachine weer zichtbaar. De „Velos" voer haar tegemoet. Een sloep bracht in- tusschen de beide officieren, die met het vliegtuig op het water waren neergestreken, aan boord. De vliegers verklaarden, dat de vlucht alle verwachtingen overtroffen had. Z;i kruisten tweemaal in zigzaglijn over Gal lipoli en konden de Turksche stellingen ge makkelijk onderscheiden. Het scheireiland scheen hun één ontzaglijk verhaal toe. De vliegers bereikten het scheireiland bij Kaap Suwla, passeerden de stad Maidos en vlogen tweemaal over de Dardanellen. Toen zij zieh boven Nagara bevonden, kon Ma- raitimis zich met den verrekijker goed oriën- teeren. Ook wat de bij Nagara verzamelde Turksche vloot betreft, deden beide vliegers waarnemingen. De vliegers wilden eerst bij Madras landen, maar een motordefect noodzaakte hen spoediger te dalen. De vlucht duurde twee uur, de afgelegde afstand be droeg ruim 180 kilometer. Alpenongelukken. In de Alpen vielen in 1912 95 ongelukken met doodelijken afloop voor tegen 132 in 1911 en 128 in 1910. Gedurende de 12 jaar, dat deze statistiek door de Duitsche en Oostenrijksche Alpenvereeniging wordt op gemaakt, hebben in het geheel 1117 per sonen de dood door een Alpen-ongeluk ge vonden. Een zonderlinge kachel. Een Londensch parvenu heeft een groot heerenhuis laten bouwen, maar wil dat zoo zoo zuinig mogelijk bewonen. Voor een cen trale verwarming voelt hij absoluut niets, voor een electrische nog veel minder, en z'n zoo'n, een gymnasiast, heeft hem mee gedeeld, dat de oude Engelsche haard een boel verstookt en weinig warmte geeft. Hij heeft thans zijn toevlucht tot onze gewone vulkachels genomen, maarhij plaatst ze midden in zijn salons, met de tafel erom heen. De pijp loopt spiraalvormig naar bo ven. Het moet een kolossaal aardig gezicht zijn. Felix Diaz. Kolonel Felix Diaz, een neef van den vroe- geren president, is zooals men weet de aan voerder der opstandelingen in Mexico. Tij dens de regeering van zijn oom was bij een der meest bekwame hoofdofficieren van het regeeringsleger schrijft de Tel. maar nadat Madero het presidentschap aanvaard had, voegde hij zich bij de rebellen, met wie hij plannen smeedde om Madero af te zetten. Een eerste poging in deze richting, welke in October van het vorige jaar ondernomen en in de havenstad Vera Cruz aanvankelijk met eenig succes bekroond werd, eindigde met de gevangenneming van Felix Diaz. Hij werd naar Mexico City overgebracht en door den krijgsraad ter dood veroordeeld, maar door Madero begenadigd. Tijdens zijn verblijf in de gevangenis is het hem schijnbaar gelukt zich met zijn vrienden en bondgenooten in verbinding te stellen en zoodoende den thans uitgebroken opstand voor te bereiden. De eerste daad der muitende troepen was dan ook op te rukken naar de gevangenis en Diaz en den vroegeren minister van Oorlog van president Diaz, generaal Bernardo Reyes, in vrijheid te stellen. De sterkte der Europeesche legers. De „Sonntagszeitung fürs Deutsche Haus" heeft zich dezer dagen bezig gehouden met de vraag, welke groote mogendheid in Euro pa over het sterkste leger beschikt en daar bij de volgende cijfers gepubliceerd, overge nomen door de Tel.: Duitschland: in vredestijd 546,200 man, de eenjarige vrijwilligers inbegrepen. In oor logstijd kan Duitschland echter met zijn landweer en reserve-korpsen circa 5,000,000 man op de ben brengen. Frankrijk: in vredestijd 598,000 man en in oorlogstijd 4'A millioen. (Na de invoering der nieuwe Duitsche le- gerwetten wordt deze verhouding tusschen Frankrijk en Duitschland echter gewijzigd). Rusland: in vredestijd 1,420,000 man en in oorlogstijd circa 3,500,000. Engeland: in vredestijd 435,000 man en in oorlogstijd 953,000, het territoriale leger en de vrijwilligers daarbij inbegrepen. Oostenrijk-Hongarije: in vredestijd 395,000 man en in oorlogstijd 2,226,000. Dit zijn echter alleen'de geheel geoefende soldaten. Italië in vredestijd 294,000 man en in oor logstijd 3,600,000. Een nieuw boek van den Duitschen kroonprins. Naar uit Berlijn aan de Tel. gemeld wordt, js de Duitsche kroonprins thans bezig met 'het schrijven van een nieuw boek, dat een aantal schetsen uit het cavalerie-leven be vatten zal. Een geraamte te bed. De politie te Winborne lieeft dezer dagen een griezelige ontdekking gedaan, lezen we in de Tel. Ten huize van een oude dame, miss Sara Kearly, vond men n.l. in een bed op de slaapkamer het geraamte van een circa ze ventigjarige vrouw, zekere miss Ellen Grip- pon, die langen tijd bij Sara Kearly ge woond had. Terstond na de opzienbarende ontdekking werd miss Kearly aan een ver hoor onderworpen, waabij zij het volgende vertelde: Meer dan 30 jaar lang had zij met miss Griffin samengewoond en lief en leed met haar gedeeld. Miss Griffin had een zeer zwakke gezondheid en ging daarom zelden of nooit uit; trouw werd zij echter door haar vriendin verzorgd en van alles voorzien. Op zekeren ochtend stierf miss Griffin echter plotseling, nog voordat miss Kearly geneeskundige hulp kon halen. Gedurende twee nachten had zij naast haar doode vrien din geslapen, maar zij kon er niet toe beslui ten om haar te laten begraven. Drie jaar lang had zij de doode dan ook op het bed laten liggen in de hoop dat, wanneer ook zij eenmaal sterven zou, zij heiden tezamen begraven zouden worden. Waardoor alles duurder wordt. Hoe het komt dat alles opslaat verklaart het „H. v. Ant." op de volgende wijze: „In bijna alle landen stelt men vast, dat er minder kolen worden uitgemijnd. De heer, Rendu heeft daaromtrent eene studie ge maakt voor wat Frankrijk betreft. Zijne overtuiging is, dat de maatschappe lijke wetten daar voor veel in tusschen zijn. Daar men langsom dieper moet gaan om kolen te bereiken, zegt hij, worden de kosten van uitmijnen natuurlijk ook grooter. Van den anderen kant heeft de maatschap pelijke wetgeving in Frankrijk, niet alleen eene verhoogiug van kosten medegebracht, maar ook eene vermindering van voort- brengst. De loonen zijn gestegen, de voortbrengst is gedaald. In 1898 was de gemiddelde voortbrengst per dag en per werkman 1020 kilo's; in 1902 nog 858 kilo's, en in 1910 maar 915 kilo's meer. Dus in 12 jaren tijds met een tiende ver minderd. In denzelfden tijd stegen de loonen gemid deld van 6.05 tot 7.50, dus met 25 percent. En wie moet dat betalen, zult ge vragenl Natuurlijk ieder, gij, ik alleman. En ge betaalt dan niet alleen in de kolen die gij zeiven verbrandt in uw huis. Maar de smid moet ook de kolen duurder betalen hij moet dus zijne klanten meer doen betalen. De boer, die eten kookt voor zijne beesten om ze te vetten, moet meer betalen, hij moet dus opslaan. De fabrieken van lijnwaad, katoen, wol enz. moeten hunne kolen duurder betalen dus ze moeten hunne voortbrengselen opslaan. En aangezien de werklieden dier fabrie ken, meer moeten betalen voor hunne kolen, moeien ze meer loon hebben de fabrikant moet ze meer geven en moet dan ook meer vragen, enz. En zoo komt het dat alles opslaat!" NIETS VOOR ONS. Er heeft zich hier te lande een comité gevormd ter voorbereiding van de oprich ting eeuer vereeniging voor Moederbescher ming en sexueele hervorming. Wat dit co mité onder die zoogenaamde moederbescher ming en sexueele hervorming verstaat blijkt duidelijk uit een ons toegezonden circu laire, waarin het doel der te stichten ver eeniging nader wordt omschreven. Erkenning der vrije liefde, gezinsbeper king, verbetering der wetgeving ten aan zien der vrouw en moeder in de richting der rechtsgelijkheid, zie daar de voornaam ste punten welke het voorbereidend comité, blijkens deze circulaire, reeds op het pro gramma heeft gezet. Dat een Katholiek in zulk een vereeni ging niet thuis hoort, behoeft natuurlijk geen nader betoog schrijft de Maasbode. Toch meenden wij goed te doen door met een enkeL woord hier te wijzen op het verderfelijk streven dezer vereeniging, wel ke zich onder oen zeer onschuldigen naam bij het publiek aandient, aangezien het ons gebleken is dat het comité zich niet om ziet ook onder bekende Katholieken, door het toezenden van bovengenoemde circu laire, leden en begunstigers aan te werven. Mocht men zulk een circulaire ontvangen, dan werpt men die zoo spoedig mogelijk in de prullenmand of sture bij wijze van pro test naar een der comitéleden terug. VREES VOOR ROME. De Stichtsche Courant wijst op het bodem- looze van de vrees voor Rome, welke velen protestanten in het bloed zit, en schrijft o.m.: De Roomschen maken geen aanspraak op eene overwegende positie; zij vragen slechts wat hun naar recht en billijkheid gegeven moet worden. Is er ooit door hen zelfs gezin speeld op het hebben van een Roomschen burgemeester van Amsterdam, Utrecht, Den Haag, en andere groote steden boven den Moerdijk, of het hebben van een Roomschen commissaris der Koningin in Noord- of Zuid- Hollan.d, Zeeland, Utrecht of welke provincie in het Noorden des lands ook? Waarlijk, de eischen der Roomschen in ons 'land, zijn heel bescheiden. Zij houden reke ning met de historie maar willen als volle Nederlanders aangezien en behandeld wor den. En dit is hun recht. Recht voor allen is hun leuze. Hoe ter wereld het mogelijk is dat men wel angst heeft voor Rome maar veel minder gevaar ducht van de Socialisten, is ons ten eenemale een raadsel. Hoe orthodox protestanten den invloed kun nen versterken van een partij die de grondsla gen van ons maatschappelijk en godsdienstig leven bedreigt, is waarlijk niet te begrijpen. Door een waanvoorstelling omtrent de mo gelijkheid van een overheersching van Rome worden zij zoo beneveld, dat zij niet zien het groote gevaar, dat het Christendom bedreigt van Socialistische zijde. Zeer juist, zegt het Centrum: De anti papistisclre waanvoorstelling belet degenen, die daardoor aangetast zijn, de wer kelijkheid te zien. Door spookgestalten laten zij zich ver schrikken. Slechts een enkele opmerking zouden wij, naar aanleiding van 't bovenstaande nog wil len maken. De eischen der Roomschen in ons land zijn heel bescheiden, schrijft de Stichtsche Courant terecht. CEUILLETON (Naar het Italiaansch.) Haar echtelijk leven was in gestadige vrees voor haren echtgenoot voorbijgegaan, die evenzoo herculisch gebouwd was geweest als haar zoon. Meerdere dochters waren haar geschonken, doch alle waren gestorven voor ze volwassen waren. Lange jaren had ze ge vreesd, dat ze sterven moest zonder een en kelen stamhouder, toen na tijden van hoop en vreeze Wolfram werd geboren, in waar lijk verrassende gedaante groot, rood en Zwaar door en door een Sturm. Het was een ongemeen wild kind geweest. Het ontwikkelde zich tot een grooten on behouwen knaap, die zijne moeder nooit Waagde te liefkozen. Ze had hem gevreesd vanaf zijne jeugd, zooals ze voor zijnen va der steeds had gesidderd. En toch hoopte ze voor haren dood op eene ®ergeljjke roode verschijning als voor een ~Wart eeuw, een kleine baby, rood van haar wezen, die zijne moeder tyrauniseert en grootmoeder angst aanjaagt. 1 Wolfram, die ondanks alles een goede zoon was, toonde zich tot groote verrassing zijner moeder zeer toegevend; zij had niet verwacht dat hij zich zoo spoedig zou voegen naar de wenschen van haar hart. Waarom niet? Had hij gezegd. Hij erken de volkomen, dat zijn tijd was gekomen, en waarom zou hij Ebba of Kuna niet zoo goed tot zijne vrouw kunnen nemen als wie ook? Z» waren beide schoon en woonden in de nabijheid van zijn slot, zoodat hij niet eerst groote reizen behoefde te ondernemen en kennis te maken om dat doel te bereiken, j In zoover was alles goed voorbereid en schoon geen vaste afspraak was gemaakt, zoo bestond tusschen moeder en zoon een soort geheime overeenkomst, die beiden deed hopen, dat op den dag der gewone jaarlijk- sche bloemententoonstelling een besluit zou j worden genomen. Nu was de dag gekomen eu gegaan zon- j der dat het beslissende woord was gespro ken en de beide meisjes waren naar huis ge gaan na hun heelen voorraad nieuwe japons en nieuwe hoeden, hun gansclien schat be- tooverende lachjes en heusche lonkjes te hebben verbruikt, zonder tot een resultaat j te zijn gekomen. De oude dame kon zich de zen loop der gebeurtenissen onmogelijk ver'- klaren en nog niet lang was ze besloten bij den hoofdpersoon des drama's opheldering te zoeken. j Het ijs moest echter eindelijk worden ge- broken en terwijl ze geheel verdiept scheen in haar handwerk een bleekroode deken, die goed zou passen in een nieuw-model wiegje, door haar gefantaseerd peinsde ze over een passende inleiding. I Wolfi, zei ze eindelijk na eenige malen gekucht 'te hebben. Wolfi, hoe eenzaam, hoe stil is toch ons huis, nadat de gasten het hebben verlaten. Wolfram wendde zijn blik als met een ruk naar zijne moeder, dampte eenige dikke rook wolken uit en sprak dan: Och ja, 't is stil, doch beter dan dat gekef en gewauwel van de laatste dagen. Dit was geen goed begin. De zenuwachtig heid men heeft voor zenuwachtigheid ook reeds thermometers uitgevonden steeg verscheiden graden, toen ze angstig hernam: Aangenaam was het toch, die frissche heldere stemmen te hooren. Wat klonk Eb- ba's volle stem door de corridors! Ja, merkwaardig. Hoe bekoorlijk was Kuna's stem, als ze ons 's avonds volksliederen voorzong. Ge hoort gaarne volksliederen, nietwaar Wolfi? Ik heb er niets tegen. Hoe voortreffelijk rijdt Ebba te paard. Voortreffelijk, haast al te goed voor een dame. Denkt ge dat? O ja, misschien hebt ge gelijk, zoo ge Kuna's zachtmoedigheid voor trekt. Wie zegt, dat ik voortrekt 1 Ge zult toch eindelijk iemand moeten voortrekkeu. Ge kunt toch niet altijd heiden evenveel achten. Waarom neemt ge geen be sluit? j Al lang genomen. Wolfi, is uw besluit genomen? jubelde de oude dame, en ijverig nam ze haar werk weer ter hand, alsof het reeds aanstonds noo- dig ware geworden. Ik dacht nog steeds, dat ge de zaken te licht opvatte en nu zie ik, dat ge mijn goede, vastbesloten zoon zijt. Wie is het gelukkige meisje? Als ze zag dat hij aarzelde, haastte zij zich i erbij te voegen: Neen, neen, bewaar het geheim. Ik wil niet aandringen. Ebba en Kuna, beiden zijn me welkom. Als ge echter, zoo ge zegt, be sloten zijt, waartoe dan dit uitstel? Waarom liet ge dan het meisje vertrekken zonder u te verklaren? Wolfram zag naar zijn moedertje tegen over hem, dat met zenuwachtige haast de i naald bewoog; hij scheen door haar vreugde stralende oogen een weinig verlegen. Een I licht rood verfde zijne wangen, toen hij ant woordde: Waarom ik mij niet verklaarde? Och omdat ik geen gunstige gelegenheid ertoe had. Gedurende de gansche week niet? En Dinsdag dan op het bal? Onmogelijk zich op een bal te verkla ren, antwoordde Wolfram met de beslistheid, welke hem van af zijne jeugd eigen was. Waarom niet op een wandelrit? Mazeppa heeft de kwade gewoonte te steigeren had zieh gewis dit oogenblik ten nutte gemaakt. i Of gedurende het zeiltochtje op het j meer, verleden Maandag? j Ik stu#rde; men kan toch niet van iemand verwachten, dat hij twee zaken tege lijk doet. Foei. Ik had juist dezen tocht tot dit doel georganiseerd, en het zoo ingericht, dat ge eerst met Ebba, dan met Kuna zoudt zijn. Maar Zondag dan, toen ge met Kuna uit de kerk gingt en haar parapluie hieldt? j Veel te koud, mijn tanden klapperden. Of toen ge met Ebba naar de stad gingt. om bloeinenpapier te koopen? De lucht broeide en er was onweer op handen, en dan heb ik steeds hoofdpijn. Gravin Sturm liet thans haar werk in haren schoot vallen, en blikte met klimmen de ongerustheid naar haar grooten, onhan- delbaren zoon. Wolfi, riep zij uit, gij schijnt me te wil len kwellen. Als een man een besluit genomen heeft, laat hij zieh door dergelijke wissewasjes niet van zijn stuk brengen. Misschien wilt ge echter liever een brief schrijven, ging ze met eene laatste flikke ring van hoop in de lichtblauwe oogen voort HIEUWE HAARLEMSCHE COURANT 1tl I BH. 99

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1913 | | pagina 5