BLAD ilELlifliSPHËA ÉTE1ÉDE1 f2,89 EH BIlEÜBAÜEHf 1.69 EEN JAAR BURSITIS H. J. VAN DER HEER, 8chagc3ief$!raat 9, ïeief. 2422. BUITENLAND BINNENLAND. DE ANJELIER DER ROSECCO's ku Ben Üfcaarciïé. HaarSem-ipusseB. Handschoenen woon alle gelegenheden. e. DOiaEESfiS 20 FEgeUARI ISI8 DE PAUS EN DE WAARBORGENWET. Meermalen hoort men de opmerking ma ken van niet-Katholieke zijde, dat de Pans door de Italiaansche waarborgenwet, geen belemmering in zijn vrijheid te duchten heeft; dat de feiten er zijn om te bewijzen, dat Ita lië er .niet aan denkt de nitoefening van het 'geestelijk gezag van den Paus over de Ka tholieke wereld aan handen te leggen of ook maar te beperken. En de conclusie van dit "betoog luidt dan: De H. Stoel zou wel doen, zich nu maar in het onvermijdelijke te schik ken. Zeer ter snede, beantwoordt het H. v. A., naar aanleiding der 600-jarige herdenking van t vrijheids-edict van Milaan, uitgevaar digd door keizer Constantijn den Groote, dit kortzichtig betoog: Het zou niet moeilijk val len aldus onze Antwerpsche confrater 'het gebrekkige van de voorgaande bewijs voering aan te toonen en zelfs eene reeks fei ten aan te halen die het tegenovergestelde zouden bewijzen. Maar geven wij nog toe, dat feitelijk de Pan- Bclijke vrijheid sedert 1870 niets werd in den weg gelegd. Zouden wij in die onderstelling zoo" maar aanstonds het besluit mogen trek ken, dat de toestand, waarin het Opperhoofd der H. Kerk zich bevindt, een normale toe stand mag genoemd worden? Hoegenaamd niet. We mogen immers niet tiit het oog verliezen, dat de drie laatste Pau sen niet hebben opgehouden protest aan te teekenen tegen den toestand waarin zij dooi de Italiaansche revolutie zijn gebracht, en dat zij nooit in het minst de waarborgwet hebben erkend of aangenomen. Daarom hebben we nog geen gelegenheid gehad om de waarborgenwet in hare normale uitwerkselen na te gaan. De diepe invloed die het Pausdom nog voortdurend uitoefent op heel de christenheid, de geestelijke vrijheid, die het in de uitvoering van zijn verheven ambt heeft behouden, zijn wellicht te danken aan de afwijzende houding die het Pausdom tegenover de waarborgenwet heeft aangeno men; deze wet zelve is daar voor niets tus- schen. Onderstellen wij het onmogelijke: na melijk dat de Paus de waarborgenwet zou aanvaarden. Wat. zon daarvan het noodzake lijk gevolg zijn? Zou de Paus, door zich te onderwerpen aan een Italiaansche wet, en zich meteen als onderdaan van Italië's ko ning te erkennen, het vertrouwen der katho lieken van de heele wereld blijven behouden? En zouden de regeeringen, die nu al zoo veel noten op hunnen zang hebben, toelaten, dat een Italiaansch onderdaan de geestelijke leiding van hun eigen onderdanen zoude op zich nemen? Ziedaar wat de ondervinding zou moeten uitmaken, om volgens hare uit werkselen de waarborgenwet te kunnen be- oordeelen. Al wat tot hiertoe gebeurde, bewijst ten hoogste dit, dat de Pans het strikt noodza kelijke van zijn geestelijke vrijheid behoudt, zoolang hij weigert zich aan een Italiaansche wet te onderwerpen. Wie daaruit zou willen hesluiten dat de waarborgenwet zoowel als het tijdelijk gezag de Pauselijke vrijheid verzekert, zou met evenveel reden mogen beweren, dat de gewe tensvrijheid der christene martelaren niet werd gekrenkt, omdat men hun de vrijheid liet, voor hun geloof en hunnen God hun bloed te vergietefi". mocraten, Leopold Kunsehal den broeder van Schumeier's moordenaar te dooden. Freiber- ger legde een bekentenis af. De koning geen kiezer. Bij het opmaken der nieuwe kiezerlijsten was een ernstige strijd ontbrandt over de vraag, of de koning als kiezer mocht wor den ingeschreven. Victor Emmanuel zelf ver klaarde, dat gedaan moest worden wat de wet voorschrijft. De koning werd 'daarop ingeschreven: een redacteur van de „Popoio Romano" kwam, om de in in de pers ontbran de polemiek tot een einde te brengen, in ver zet hiertegen, op grond dat de inschrijving van den koning als kiezer in strijd was^ met de grondwet. Met het gevolg, dat de kiezer Victor Emmanuel van de lijst geschrapt werd. De commissie, belast met het onderzoek der kiezerslijsten, verklaart volgens het Hbld. dat de souveroin naast de volksvertegenwoor diging zelf een, wetgevende factor is, en als zoodanig niet kan deelnemen aan de verkie zing van het lichaam, dat met den koning de weggevende macht uitoefent. Ongeval met een vliegtuig. Dezer dagen deed graaf de Lambert een vluchtje op zijn watervliegtuig hoven de Seine te Parijs. Nabij de brug van Auteuil daalde Lambert, om onder de brug door te vliegen, toen hij plotseling eene boot be merkte, die in tegenovergestelde richting kwam aangestoomd. Om eene botsing te vermijden, wilde de vlieger over de brug, doch de staart kwam in de telegraafdraden boven de brug te recht, zoodat het vliegtuig Neerplofte op het pad over de brug, dat bestemd is voor voetgangers. De graaf was ree'ds uit zijn zeteltje gesprongen en had dus blijkbaar geen letsel bekomen. Zijn toestel is echter geheel vernield. Een dure berg te koop. De berg Popocatepeth in Mexico zal ver kocht worden, schrijft het „Hsgzn." Deze vulcaan is 18000 voet hoog, en werd reeds voor eenige jaren te koop geboden. De ver- kooper natuurlijk de staat beweert dat de berg de grootste zwavelprodueent ter we reld is. Cortes moet meeds in 1520 van den zwavel van dezen berg gebruik gemaakt heb ben en men heeft uitgerekend dat alleen den top van den vulkaan, met een omtrek van 500 voet, niet minder dan 128 millioen ton zwavel bevat. Ook moet de berg zoo rijk aan bouwsteen zijn, dat daaruit het ge- heele Britsche werelddeel zou kunnen wor den opgetrokken. De Popocatepeth (Rookberg) is op één na de hoogste berg des lands en steekt 3000 Meter boven de omringende ber gen uit. Sinds 1802 is de vulkaan werkeloos. Een adellijke kleermaker? Te Berlijn is een kleerenmaker aangehou den, die ettelijke kamerverhuursters opge licht had. Hij had een adelijken naam aange nomen en gaf zich uit voor candidaat in de medicijnen. Als hij een kamer gehuurd had, wist hij al spoedig de juffrouw tot een lee- ning te bewegen, met de verzekering, dat hij aan het einde van de maand zijn gewone uitkeering van huis zou krijgen. Voor dien tijd placht hij dan te verdwijnen zegt de „N. R. Crt." Bijna overal vond hij goed geloof, dank zij eenige fraaie litteekens, die van studentenduels afkomstig leken. Het schijnt, dat de oplichter zich die japen door een barbier met een scheermes had laten toebrengen. Een van zijn slachtoffers kwam hem op straat tegen. De kordate juffrouw greep hem bij een arm en hield hem zoo lang vast, tot de politie hem van haar overnam. Wraak. De politie te Weenen heeft den meubel- inakersgezel Frank Freiberger in hechtenis genomen schrijft het „Hbld." Hij kwam uit Miinchen met'het voornemen om den moord op den Rijksdag-afgevaardigden Schumeier te wreken door den leider der christen-de- GODSDIENST PRIVAATZAAK Het socialistische hoofdorgaan schijnt er den laatsten tijd zijn fort van te maken, waar mogelijk te velde te trekken tegen alles wat Katholiek is of met het Katholi cisme verband houdt. Het oude afgedraaide refrein, dat de roode broederen gansch niet tegen den godsdienst zijn, wordt tegenwoordig in „Het Volk" nog maar zelden gehoord; en in stee daarvan hakt de redactie onbarmhartig los op de Roomscho Kerk, onder alle tegenstrevers van de so ciaal-democratie de geduchtste. Neem b.v., zoo schrijft de „Msb." 't nummer van Maandagavond ter hand. Men vindt er om te beginnen een aanval op de Katholieke economie; met „het biddende kind" wordt weer eens voor de zooveelste maal gesold; een Roomsehe wethouder en een voorman der Katholieke vakorganisatie krijgen elk hun deel; schunnig wordt met een schetsje onder de streep geïnsinueerd dat de Katholieken wel mooi praten maar er niet naar hande len; hetgeen dan een „onschuldig" gemengd nieuwtje uit Venlo nog eens nader moet bevestigen; de Nijmeegsche kermis geeft ook al stof tot kleineerenden spot; het heibeltje van de „N. R. Ct." tegen de Katholieke gees telijkheid van Tilburg wordt met smaak over genomen; het doorluchtig Episcopaat wordt ten slotte op de vischmarkt-manier de lea gelezen. Zoo wordt in een exemplaar van acht blad zijden niet minder dan negen maal de Ka tholieke idee aangevallen. Natuurlijk alles uit overmaat van eerbied voor ieders godsdienstige overtuiging. Maar hoeveel Roomsehe arbeiders zijn er helaas nog, die dagelijks hun geweten be zwaren met de lectuur van dit anti-Katho lieke scheidblad? DE WERKING DER ZEDELIJKHEIDS- WET. Onder het hoofd „Het Neo-Malthusianis- me tot staan gebracht?" wijst Mr. H. in het „Centrum" op het verblijdende ver schijnsel dat in het afgeloopen jaar het geboorte-cijfer in vergelijking met 1911 niet onbelangrijk gestegen Is. Terwijl dit cijfer in 1911 bedroeg 27.83 per 1000 inwoners, liep het in 1912 op tot 28.10. Wat betee- kent eene flinke 4000 geboorten meer dan in 1911, terwijl in de beide laatste jaren dit cijfer met ongeveer 2000 verminderde. Zulk eene plotselinge en belangrijke stij ging in een economisch verschijnsel moet een oorzaak hebben, meent de schrij ver. En hij zoekt die oorzaak in de zegenrijke werking der zedelij kheidswetten. „Het moge waar zijn, aldus de schrijver, dat vooral op dit gebied, het verband tus- schen oorzaak en gevolg moeilijk met ze kerheid is vast te stellen het feit, dat zulk een geweldige kentering is ingetreden, eenige maanden na het in werking treden der zedelij kheidswetten van minister Re- gout geeft te denken. Het onschadelijk ma ken van een 40-tal beruchte „deskundigen" moet hier van grooten invloed zijn ge weest. Want het lijdt niet den minsten twij fel dat, hadden deze misdadige vrouwen hun moord werk ongestraft kunnen blijven voortzetten, vele, wellicht honderde, jon ge levens niet tot ontwikkeling gekomen zijn." Het is inmiddels weer de vraag of deze verbetering zal stand houden. Al moge de gelegenheid tot misdadige geboorte-verhindering verminderd zijn, de oorzaak is daarom niet weggenomen. De oorzaken nu zijn vele en zeer verschei den. Gemakzucht, het streven naar weelde, naar vooruitkomen; maar ook armoede, de onzekerheid van het bestaan, gebrek aan levenslust en moed, gebrek aan zelf- en Godsvertrouwen; en zeker niet in het minst het menschelijk opzicht, de publieke opinie, die zich nu eenmaal in vele krin gen keert, met schamperen spot, tegen het hebben van een groot gezin. En onder dit laatste opzicht vooral kan van de werking der zédelij kheidswetten veel goeds worden verwacht, waar nu in de breede kringen van het gewone volk verreweg de voornaamste factor van het volksbestaan niet meer de idee wordt aangekweekt, dat de overheid onverschil lig staat tegenover de gewelddadige voor koming van geboorten. Minister Regout heeft heel wat moeten verduren om zijn, wat men noemdev «hui chelachtige" zedelijkheidswetten. Nu bewij zen de feiten, welk een prachtig hulpmid del zij vormen voor de bewaring der na tionale volkskracht. Zoodat ten slotte de groote ontwerper, helaas ons te vroeg ontvallen, op de dank baarheid der geheele natie mag aanspraak maken. DE TWEEDE KAMER EN HET TARIÊF- ONTWERP. Voorop stellende dat de Kamer niet meer dan ten hoogste twee maanncn tijd heeft voor de behandeling der Tariefwet, geeft „De Maasbode" den raad om gedurende de thans ten einde spoedende regeeringsperi- ode het ontwerp-Kolkman niet meer in be handeling te nemen. Het blad motiveert dit als volgt: „Voordat de Tweede Kamer uiteengaat, zat' men onmogelijk verder kunnen komen dan aan de algemeene beschouwingen; er is geen sprake van, dat het tariefontwerp nog in dit zittingsjaar zal kunnen worden afgewerkt, maar zelfs al ware dat het geval, dan is er toch zeker geen kwestie van, dat het ook in de Eerste Kamer nog zal kunnen worden behandeld, en nog vóór de algemeene verkiezingen in het „Staats blad" zal kunnen verschijnen. „Zelfs dus in het allergunstigste geval wordt, wanneer in Juni a.s. een linker meer derheid uit de stembus komt, absoluut niets bereikt. Het gevolg hiervan is dan ook, dat zelfs de weerleggingen der regeering geen ander effect zullen kunnen hebben dan indruk te maken op de kiezers, en dat dus minister Kolkman bij de behandeling van een zoo ernstig en gewichtig staatsstuk hoogstens nuttig zal kunnen zijn als., ver kiezingsagent! En daarvoor staat Zijne Ex cellentie veel te hoog. „Houden wij een rechtsche meerderheid, dan heeft de tegenpartij in September a.s. geen reden meer, ter wille van verkiezings propaganda, obstructie te voeren, en zal men dus een bezadigde en zakelijke be- handeling van het ontwerp-Kolkman kun nen verwachten, wat voor een wet, die van zulke vérstrekkende gevolgen zal blijken, in het belang van ons vaderland moet wor den geëischt. „Komt er een linksche meerderheid, dan zal het tariefontwerp vermoedelijk wel niet dadelijk aan de orde worden gesteld, maar dat zei zeker evenmin het geval zijn, al heeft men van Paschen tot half Mei den tijd met algemeene beschouwingen nutte loos zoek gebracht. „Hoe men de zaak" ook mag keeren of wenden, het na Paschcn nog in dit zit tingsjaar houden van algemeene beschou wingen over het ontwerp-Kolkman, terwijl men er zeker van is, dat de tijd voor ern stige behandeling ontbreekt, is een opoffe ren van een deel van den nationalen tijd aan verkiezingspropaganda en een dwingen van Hare Majesteits regeering daaraan deel te nemen, wat in strijd is met de meest elementaire begrippen omtrent de hoogheid, ook van het Wereldlijk Gezag. „En wij durven er gerust bij voegen, ook met de waardigheid onzer Staten-Gene- raal" Maar wat wel kan in die twee maanden, meent het blad, dat is practisch en nuttig werk doen, waarmee „De Maasbode" be doelt het in een afzonderlijk wetsontwerp aan de orde stellen en afdoen van de tech nische verbeteringen, die in het tariefont werp worden voorgesteld, omvattende wat thans in artt. 3 tot en met 8, 12 tot en met 26 en 28 is bepaald, aangaande de rechtspraak, de vrijstellingen, de tarra- regeling enz., verbeteringen die veel in stemming hebben gevonden en weinig te genstand hebben ontmoet. De voorbereiding van zoodanig ontwerp kan zeer spoedig afloopen, daar immers meent het blad tegen technische wijzi gingen niemand, van welke richting ook, bezwaar kan hebben en waaruit evenwin iemand munt kan slaan voor de a.s. ver kiezingen. Met een klein beetje goeden wil kunnen dan ook nog de wetsontwerpen Grootboeken der Nationale schuld, Pensioenregeling voor de Gemeente-ambtenaren en voor hun we duwen en weezen en Wijziging en aanvul ling van de Burgerlijke Pensioenwet, wor den afgedaan. „Men heeft dan iets werkelijk goeds tot stand gebracht, en het komt ons voor, dat dit een goeden indruk zal maken op ons Nederlandsche volk en verre te verkiezen is boven het vullen van den nationalen tijd van Paschen tot half Mei a.s. met „words, words, words." HET GEBED DER KINDEREN VOOR DE A.S. VERKIEZINGEN. Over het gebed voor de verkiezingen op de scholen schrijft S. (Prof. Struycken) in „Van Onzen Tijd": Zijn er velen, die niet het hoofd hebben geschud, toen zij het eerst in de couranten het bericht lazen, dat de R. K. Kiesvereeni- ging te Haarlem tot verschillende scjmlen het verzoek heeft gericht, om met het oog op de groote belangen van den godsdienst, die op spel staan hij de a.s. verkiezingen, het zoo krachtdadig gebed der kinderen te verzoe ken voor den goeden uitslag daarvan? Zoo'n gebed doet aanvankelijk vreemd aan, vreemd, als het gebed van de soldaten vóór den veld slag, de gewapende handen ten hemel hef fende, vragende aan God de overwinning hunner vijanden. Waarom? Zonde het zijn, dat wij aarzelen Gods hulp in .te roepen in den strijd van menseh tegen mensch? In een strijd, waarvan wij weten, dat in het alge meen aan heide zijden het goede tenminste wordt bedoeld. Of zoude ook tot ons spreken de wetenschap, dat, hoe zeer wij ook over tuigd zijn, dat ons de overwinning behoort, dat onze overwinning ons volk ten zegen zal zijn, in den strijd'zelf niettemin het klein menschelijke, kleine belangen, kleine ijdelhe- den, allerlei ongerechtigheden tegen de naas tenliefde, de waarheid, de goede trouw, dwa ling ook en misverstand, maar al te veel een rol spelen? En dan onze kinderen? Wanneer wij hen niet in de politiek inwijden, zoude het alleen zijn, omdat wij vreezen, en terecht vreezen, dat hun verstand nog niet voldoende is ont wikkeld, zelfs de hoofdlijnen ervan te he grijpen? Of zoude het ook eerbied zijn voor de kinderziel, die wij nog niet willen laten weten, hoeveel strijd er is in de wereld van mensch tot mensch, hoe die strijd niet alleen bestaat in de ver verwijderde oorlo gen, maar dagelijks met felheid wordt ge voerd in hun eigen volk, hunne eigen omge ving? De politieke strijd is zoo 1 e e 1 ij k. Znl- len wij daarvoor de belangstelling vragen van het kind? En dat moeten wij doen, als wü zi.in gebed vragen voor den uitslag. In het gebed der kinderen, waarin tot nu toe slechts hun eigen kinderleven was betrok ken, menge men niet dien strijd der ouderen. Zeker is het, dat het niet aan de onderwij zers, maar aan de ouders toebehoort, te he slissen, of znlks zal geschieden. Aldus de heer Striijjcken. Erg duidelijk is dit stuksken niet. Maar daar de bedoeling van den schrijver blijkt te zijn, te waarschuwen voor een vermenging van die leelijke politiek met het kinder leven, kan volstaan worden met de verkla ring dat de politiek met het gebed der kinderen niets heeft nit te staan. Wij laten onze kinderen bidden niet nit politieke, maar uit godsdienstige be weegredenen: voor het behoud van het Roomsehe onderwijs dat voor de toekomst van ons Roomsch-Katholiek geslacht een le venskwestie is. EXAMEN ADSP.-LANDMETER EN TEEKENAAR-KADASTEK. j Op een nader te bepalen dag in Augustus zal te 's Gravenhage een aanvang worden ge maakt met het examen voor de betrekking van adsp.-landmeter van het kadaster, vooi ten hoogste 15 plaatsen. Tot het vergelijkend examen worden torge laten zij, die op 1 Jan. 1913 hun 18e jaar zijn ingetreden en den vollen ouderdom van 23 jaar niet hadden bereikt en bij een geneesk. onderzoek lichamelijk geschikt zijn bevon den. Later zal worden hekend gemaakt, wan neer de candidaten zich hebben aan te mel den. Het eerstvolgend examen voor de betrek king van teekenaar van het kadaster zal ver moedelijk een aanvang nemen op een nader te bepalen dag in Jan. 1914. Om tot dit examen te worden toegelaten, moet de candidaat op 1 Jan. a.s. zijn 18de jaar zijn ingetreden en den vollen ouderdom van 23 jaar niet hebben bereikt en bij een geneesk. onderzoek lichamelijk geschikt zijn bevonden. Later zal worden bekend gemaakt, wan neer de candidaten zich hebben aan te mel den St.-Ct. Een gevaarlijke landsverdediger! Zon dag was te Hedel aan de Maas één soldaat met één goéd hart verzeild geraakt met zijn Trui. De soklaat, een recruut, die pas kort geleden onder de wapenen was geko men, selieen al wat veel aan Bacchus ie hebben geofferd, en zag in de hem omrin genden niets dan vijanden. Nu, waar een soldaat is, vooral een recruut, daar hoort ook een vijand zegt het D. v. N.-Br. Deze twee zijn eenvoudig pendanten. Maar in plaats van één vijand, zag onze milicien een leger van vijanden rondom zich ver rijzen, en in de meening, dat men hem, ter wille van zijn meisje, wilde molestee- teeren, zette hij zich in gevechtspositie en zou zijn leven duur verkoopen als het er op aankwam. Enkele boerenjongens, die schik kregen in het geval, draaiden de lamp in het kof fiehuislokaal uit, en dit was voor onze mi licien het sein, dat de vijand nu niet lan ger meer mocht gespaard worden. Hij trok' een revolver en loste in het wilde enkelo schoten, gelukkig zonder iemand te raken. Dat de vijand aftrok, bij zulke gevaarlijke manoeuvres, laat zich begrijpen en de mi licien bleef met zijn Trui meester van de gevechtslinie en van het heele terrein. Weldra toog hij als overwinnaar in marschtempo naar het station, waar hij nog een schot loste op een conducteur, zonder echter ook dezen „vijand" eenig letsel te veroorzaken. Inmiddels werd naar de politie in zijn garnizoensplaats getelefoneerd, dat er met trein nummer zóóveel een gevaarlijk va derlands-verdediger zou arriveeren, met ver zoek om hem bij zijn uitstappen te arres teeren en aan de militaire macht over te leveren. Intusschen bereikte de milicien een coupe waar een stuk of wat boerinnen hadden plaats genomen, om den terugtocht naar huis te aanvaarden. Met de revolver in de hand waggelde de zoon van Mars met zijn meisje de coupé binnen, waar onmid dellijk een groote consternatie volgde. Maar- toevallig zat er ook een wachtmeester van zijn wapen in de coupé en toen onze mili cien dezen meerdere zag, was hij dadelijk koest en zoo mak als een lammetje. Naast zijn meisje nam hij plaats in het hoekje van de coupé. Toen de trein in de garni- S 9 r t l J I L L l' O iv (Naar het Italiaansch.) In Londen bereikt deze brief hem niet toeer. Welk adres gaf hij op m Amerika, nonno? Haar grootvader wist echter geen adres, bij liad er niet naar gevraagd, in de vaste mee- ning, dat Livia het wel zou weten. Hij sprak er wel van, antwoordde Ro secco, doch hij wist zelf niet nauwkeurig ue straat en het huisnummer. O, ja, ik herinner me dat hij mij beloofde van uit Londen zijn adres te zullen zenden. Nu hij dat niet ge- idaan heeft, bambina, zult ge wel moeten iwachten, tot hij in Amerika is, want hij is (thans reeds in volle zee. En hoelang zal dit duren? Minstens drie weken. Drie weken 1 O grootvader, hoe zal ik ïoolang kunnen leven! Dit gesprek had plaats den 20 Juli, zoodat fvolgens Livia's berekening den lOen Augus- •tsu bericht moest komen. Zij kon den voorafgaanden nacht nauwe- dijks slapen, en was bii het aanbreken van den dag reeds weder opgestaan, schoon ze wist dat de post voor acht uur nooit kwam. Rusteloos wandelde ze voor het paviljoen op en neer in gestadige gejaagdheid naar het groote uurwerk starende dat in den hoek stond van het salon. De klok gaat bepaald niet goed, riep ze eindelijk. Het is toch al veel later dan kwart na zeven! Wel neen, figlia mea, sprak de groot vader zijn penseel neerleggend. Ongeduldig- zuchtend keerde Livia naar haar wachtpost terug. Het duurde evenwel nog een vol uur, eer de post naderde; het was zijn gewoonte, eerst de brieven aan het slot af te geven en dan het paviljoen en de wo ningen der dienstbaren te bezoeken. Doch Livia liep hem te gemoet, en riep reeds uit de verte: Iets voor mij? En toen de bode eenen brief in de hoogte stak, ijlde zij met vreugdestralende oogen naar hem toe, rukte snel den brief uit zijne handen en las het adres. Wat zou het anders zijn dan een brief van Guido? Daar liet ze met een kreet van smartelijke teleurstelling den brief op den grond vallen; een Italiaansche postzegel met den stempel Rome stonden op de enveloppe. Er moet nog een andere brief zijn.ik zeg u, hij moet er zijn, riep ze in vertwijfe ling uit, terwijl de postbode den gevallen brief weder opraapte. Niets, mejuffrouw, antwoordde de man, niets, ik verzeker het n. Kijk dan toch uwe tasch eens na, drong ze aan. De tasch bevatte niets dan een paar brief kaarten, die aan den tuinier gericht waren. Langzaam en treurig keerde Livia naar het paviljoen terug. Ze deed niet eens de moeite den brief te lezen, want het adres zeide haar dat hij van een schoolvriendin kwam. Weet ge wat, nonno, sprak ze na eenige minuten, ik ga naar het slot, en vraag ->f de brief hij vergissing misschien daar is afge geven. Graaf Sturm ontvangt dagelijks zoo veel brieven en dagbladen, dat een eenvoudige brief van mij licht ertussclien kan geraakt zijn. Herinnert ge u nog, hoe de Gravin laatst met de meeste verontschuldigingen ons een krant heeft toegezonden? Ga in ieder geval vragen, zei de oude man, het zal je gerust stellen. Hij had pensee] en palet terzijde gelegd, want hij was een weinig zenuwachtig gewor den door Livia's opgewondenheid en had al thans geen lust meer aan de hoekige koppen der Sturms te arbeiden. De Gravin en haar zoon zaten nog aan de ontbijttafel, toen Livia binnentrad. In elk an der geval had de tegenwoordigheid des Gra ven haar schrik aangejaagd, doch zoo koorts achtig opgewonden als ze thans was, hadden tien Graven Sturm haar niet kunnen weer houden. I Nog geen brief, arm kind, vroeg de Gra- vin, toen Livia haar vraag had gedaan. Ook hier is niets. Ik zelf heb de bus vanmorgen, gelicht; behalve eenige couranten en aanbie dingen bevatte ze slechts een brief, dezen. Hij komt van een vriendin van me. Livia zat als verpletterd, een beeld van wanhoop en moedeloosheid. Ge moet hier blijven en een kop choco- lade met ons drinken, zei de Gravin goedig. Dat zal u verkwikken. En waarom niet? Alle hoop is immers nog niet verloren. Men kan nooit met volkomen zekerheid den tijd bere kenen, waarop overzeesche brieven arrivee ren. Stormen en ongelukken kunnen zoo ge makkelijk vertraging brengen. Een flauwe straal van hoop lichtte door haar vochtige oogen, Misschien komt hij morgen nog. Wolfram, die tot hiertoe geen deel had genomen aan het gesprek, doch van achter zijn dagblad elke beweging van Livia had gadegeslagen, boog zich thans over de tafel tot Livia, terwijl hij met zonderling trium- feerenden blik haar een prijscourant voorleg de met de woorden: - Verwacht ook morgen maar niets, sig- norina. Ziehier een geïllustreerde prijscou rant van nieuwe geweren, die ik zoo juist uit New-York heb ontvangen. De post uit Ame rika is dus reeds aangekomen. XI. MISS MAUD NICHOLSON. Traag kropen de weken heen en October kwam, zonder dat eenig bericht het raadsel had opgelost. Livia had reeds lang opgehou den den postbode te gemoet te treden; zij zat dagen lang droomerig voor de diepe ven sters, de handen in den schoot en wachtend op dingen, die niet wilden komen. Zes weken waren sedert de onverklaarbare verdwijning van Guido verstreken, en wat e zaak nog ingewikkelder maakte was, dat zijn vrienden elk uitgangspunt misten om te on derzoeken; ze kenden noch den naam, noch het bedrijf van zijn rijken Amerikaan. Zij verwonderden er zich nu zelfs over, doch de twee dagen van Guido's oponthoud waren zoo snel vervlogen, dat aan alles niet was gedacht. Guido had wel is waar in den loop van het gesprek den naam des rijken Ameri kaans genoemd, doch het waren ongewone klanken in Italiaansche ooren, en terwul de oude Rosecco meende, dat hij Prixet of Ki- chet heette, geloofde Livia Dircket of Nelset te hebben gehoord. Het eenige, wat ze zich herinnerde, was de naam van het groote ho tel, waar Guido zijn weldoener zou ontmoe ten. Rosecco schreef naar den directeur van het hotel en ontving per omgaande bericht, hetwelk echter geen licht in de zaak ontstak. NIEUWE HAARLENSCHE COURANT -o

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1913 | | pagina 5