BLAD
ilELlifliSPHËA ÉTE1ÉDE1 f2,89 EH BIlEÜBAÜEHf 1.69 EEN JAAR BURSITIS H. J. VAN DER HEER, 8chagc3ief$!raat 9, ïeief. 2422.
BUITENLAND
BINNENLAND.
DE ANJELIER
DER ROSECCO's
ku Ben Üfcaarciïé.
HaarSem-ipusseB. Handschoenen woon alle gelegenheden.
e.
DOiaEESfiS 20 FEgeUARI ISI8
DE PAUS EN DE WAARBORGENWET.
Meermalen hoort men de opmerking ma
ken van niet-Katholieke zijde, dat de Pans
door de Italiaansche waarborgenwet, geen
belemmering in zijn vrijheid te duchten heeft;
dat de feiten er zijn om te bewijzen, dat Ita
lië er .niet aan denkt de nitoefening van het
'geestelijk gezag van den Paus over de Ka
tholieke wereld aan handen te leggen of ook
maar te beperken. En de conclusie van dit
"betoog luidt dan: De H. Stoel zou wel doen,
zich nu maar in het onvermijdelijke te schik
ken.
Zeer ter snede, beantwoordt het H. v. A.,
naar aanleiding der 600-jarige herdenking
van t vrijheids-edict van Milaan, uitgevaar
digd door keizer Constantijn den Groote, dit
kortzichtig betoog: Het zou niet moeilijk val
len aldus onze Antwerpsche confrater
'het gebrekkige van de voorgaande bewijs
voering aan te toonen en zelfs eene reeks fei
ten aan te halen die het tegenovergestelde
zouden bewijzen.
Maar geven wij nog toe, dat feitelijk de Pan-
Bclijke vrijheid sedert 1870 niets werd in den
weg gelegd. Zouden wij in die onderstelling
zoo" maar aanstonds het besluit mogen trek
ken, dat de toestand, waarin het Opperhoofd
der H. Kerk zich bevindt, een normale toe
stand mag genoemd worden?
Hoegenaamd niet. We mogen immers niet
tiit het oog verliezen, dat de drie laatste Pau
sen niet hebben opgehouden protest aan te
teekenen tegen den toestand waarin zij dooi
de Italiaansche revolutie zijn gebracht, en
dat zij nooit in het minst de waarborgwet
hebben erkend of aangenomen.
Daarom hebben we nog geen gelegenheid
gehad om de waarborgenwet in hare normale
uitwerkselen na te gaan. De diepe invloed die
het Pausdom nog voortdurend uitoefent op
heel de christenheid, de geestelijke vrijheid,
die het in de uitvoering van zijn verheven
ambt heeft behouden, zijn wellicht te danken
aan de afwijzende houding die het Pausdom
tegenover de waarborgenwet heeft aangeno
men; deze wet zelve is daar voor niets tus-
schen. Onderstellen wij het onmogelijke: na
melijk dat de Paus de waarborgenwet zou
aanvaarden. Wat. zon daarvan het noodzake
lijk gevolg zijn? Zou de Paus, door zich te
onderwerpen aan een Italiaansche wet, en
zich meteen als onderdaan van Italië's ko
ning te erkennen, het vertrouwen der katho
lieken van de heele wereld blijven behouden?
En zouden de regeeringen, die nu al zoo
veel noten op hunnen zang hebben, toelaten,
dat een Italiaansch onderdaan de geestelijke
leiding van hun eigen onderdanen zoude op
zich nemen? Ziedaar wat de ondervinding
zou moeten uitmaken, om volgens hare uit
werkselen de waarborgenwet te kunnen be-
oordeelen.
Al wat tot hiertoe gebeurde, bewijst ten
hoogste dit, dat de Pans het strikt noodza
kelijke van zijn geestelijke vrijheid behoudt,
zoolang hij weigert zich aan een Italiaansche
wet te onderwerpen.
Wie daaruit zou willen hesluiten dat de
waarborgenwet zoowel als het tijdelijk gezag
de Pauselijke vrijheid verzekert, zou met
evenveel reden mogen beweren, dat de gewe
tensvrijheid der christene martelaren niet
werd gekrenkt, omdat men hun de vrijheid
liet, voor hun geloof en hunnen God hun
bloed te vergietefi".
mocraten, Leopold Kunsehal den broeder van
Schumeier's moordenaar te dooden. Freiber-
ger legde een bekentenis af.
De koning geen kiezer.
Bij het opmaken der nieuwe kiezerlijsten
was een ernstige strijd ontbrandt over de
vraag, of de koning als kiezer mocht wor
den ingeschreven. Victor Emmanuel zelf ver
klaarde, dat gedaan moest worden wat de
wet voorschrijft. De koning werd 'daarop
ingeschreven: een redacteur van de „Popoio
Romano" kwam, om de in in de pers ontbran
de polemiek tot een einde te brengen, in ver
zet hiertegen, op grond dat de inschrijving
van den koning als kiezer in strijd was^ met
de grondwet. Met het gevolg, dat de kiezer
Victor Emmanuel van de lijst geschrapt werd.
De commissie, belast met het onderzoek
der kiezerslijsten, verklaart volgens het Hbld.
dat de souveroin naast de volksvertegenwoor
diging zelf een, wetgevende factor is, en als
zoodanig niet kan deelnemen aan de verkie
zing van het lichaam, dat met den koning
de weggevende macht uitoefent.
Ongeval met een vliegtuig.
Dezer dagen deed graaf de Lambert een
vluchtje op zijn watervliegtuig hoven de
Seine te Parijs. Nabij de brug van Auteuil
daalde Lambert, om onder de brug door te
vliegen, toen hij plotseling eene boot be
merkte, die in tegenovergestelde richting
kwam aangestoomd.
Om eene botsing te vermijden, wilde de
vlieger over de brug, doch de staart kwam
in de telegraafdraden boven de brug te
recht, zoodat het vliegtuig Neerplofte op
het pad over de brug, dat bestemd is voor
voetgangers. De graaf was ree'ds uit zijn
zeteltje gesprongen en had dus blijkbaar
geen letsel bekomen. Zijn toestel is echter
geheel vernield.
Een dure berg te koop.
De berg Popocatepeth in Mexico zal ver
kocht worden, schrijft het „Hsgzn." Deze
vulcaan is 18000 voet hoog, en werd reeds
voor eenige jaren te koop geboden. De ver-
kooper natuurlijk de staat beweert dat
de berg de grootste zwavelprodueent ter we
reld is. Cortes moet meeds in 1520 van den
zwavel van dezen berg gebruik gemaakt heb
ben en men heeft uitgerekend dat alleen
den top van den vulkaan, met een omtrek
van 500 voet, niet minder dan 128 millioen
ton zwavel bevat. Ook moet de berg zoo
rijk aan bouwsteen zijn, dat daaruit het ge-
heele Britsche werelddeel zou kunnen wor
den opgetrokken. De Popocatepeth (Rookberg)
is op één na de hoogste berg des lands en
steekt 3000 Meter boven de omringende ber
gen uit. Sinds 1802 is de vulkaan werkeloos.
Een adellijke kleermaker?
Te Berlijn is een kleerenmaker aangehou
den, die ettelijke kamerverhuursters opge
licht had. Hij had een adelijken naam aange
nomen en gaf zich uit voor candidaat in de
medicijnen. Als hij een kamer gehuurd had,
wist hij al spoedig de juffrouw tot een lee-
ning te bewegen, met de verzekering, dat
hij aan het einde van de maand zijn gewone
uitkeering van huis zou krijgen. Voor dien
tijd placht hij dan te verdwijnen zegt de
„N. R. Crt." Bijna overal vond hij goed
geloof, dank zij eenige fraaie litteekens, die
van studentenduels afkomstig leken. Het
schijnt, dat de oplichter zich die japen door
een barbier met een scheermes had laten
toebrengen.
Een van zijn slachtoffers kwam hem op
straat tegen. De kordate juffrouw greep hem
bij een arm en hield hem zoo lang vast,
tot de politie hem van haar overnam.
Wraak.
De politie te Weenen heeft den meubel-
inakersgezel Frank Freiberger in hechtenis
genomen schrijft het „Hbld." Hij kwam uit
Miinchen met'het voornemen om den moord
op den Rijksdag-afgevaardigden Schumeier
te wreken door den leider der christen-de-
GODSDIENST PRIVAATZAAK
Het socialistische hoofdorgaan schijnt er
den laatsten tijd zijn fort van te maken,
waar mogelijk te velde te trekken tegen
alles wat Katholiek is of met het Katholi
cisme verband houdt.
Het oude afgedraaide refrein, dat de roode
broederen gansch niet tegen den godsdienst
zijn, wordt tegenwoordig in „Het Volk" nog
maar zelden gehoord; en in stee daarvan hakt
de redactie onbarmhartig los op de Roomscho
Kerk, onder alle tegenstrevers van de so
ciaal-democratie de geduchtste.
Neem b.v., zoo schrijft de „Msb." 't nummer
van Maandagavond ter hand. Men vindt er
om te beginnen een aanval op de Katholieke
economie; met „het biddende kind" wordt
weer eens voor de zooveelste maal gesold;
een Roomsehe wethouder en een voorman
der Katholieke vakorganisatie krijgen elk hun
deel; schunnig wordt met een schetsje onder
de streep geïnsinueerd dat de Katholieken
wel mooi praten maar er niet naar hande
len; hetgeen dan een „onschuldig" gemengd
nieuwtje uit Venlo nog eens nader moet
bevestigen; de Nijmeegsche kermis geeft ook
al stof tot kleineerenden spot; het heibeltje
van de „N. R. Ct." tegen de Katholieke gees
telijkheid van Tilburg wordt met smaak over
genomen; het doorluchtig Episcopaat wordt
ten slotte op de vischmarkt-manier de lea
gelezen.
Zoo wordt in een exemplaar van acht blad
zijden niet minder dan negen maal de Ka
tholieke idee aangevallen.
Natuurlijk alles uit overmaat van eerbied
voor ieders godsdienstige overtuiging.
Maar hoeveel Roomsehe arbeiders zijn er
helaas nog, die dagelijks hun geweten be
zwaren met de lectuur van dit anti-Katho
lieke scheidblad?
DE WERKING DER ZEDELIJKHEIDS-
WET.
Onder het hoofd „Het Neo-Malthusianis-
me tot staan gebracht?" wijst Mr. H. in
het „Centrum" op het verblijdende ver
schijnsel dat in het afgeloopen jaar het
geboorte-cijfer in vergelijking met 1911 niet
onbelangrijk gestegen Is. Terwijl dit cijfer
in 1911 bedroeg 27.83 per 1000 inwoners,
liep het in 1912 op tot 28.10. Wat betee-
kent eene flinke 4000 geboorten meer dan
in 1911, terwijl in de beide laatste jaren
dit cijfer met ongeveer 2000 verminderde.
Zulk eene plotselinge en belangrijke stij
ging in een economisch verschijnsel moet
een oorzaak hebben, meent de schrij ver.
En hij zoekt die oorzaak in de zegenrijke
werking der zedelij kheidswetten.
„Het moge waar zijn, aldus de schrijver,
dat vooral op dit gebied, het verband tus-
schen oorzaak en gevolg moeilijk met ze
kerheid is vast te stellen het feit, dat
zulk een geweldige kentering is ingetreden,
eenige maanden na het in werking treden
der zedelij kheidswetten van minister Re-
gout geeft te denken. Het onschadelijk ma
ken van een 40-tal beruchte „deskundigen"
moet hier van grooten invloed zijn ge
weest. Want het lijdt niet den minsten twij
fel dat, hadden deze misdadige vrouwen
hun moord werk ongestraft kunnen blijven
voortzetten, vele, wellicht honderde, jon
ge levens niet tot ontwikkeling gekomen
zijn."
Het is inmiddels weer de vraag of deze
verbetering zal stand houden.
Al moge de gelegenheid tot misdadige
geboorte-verhindering verminderd zijn, de
oorzaak is daarom niet weggenomen. De
oorzaken nu zijn vele en zeer verschei
den. Gemakzucht, het streven naar weelde,
naar vooruitkomen; maar ook armoede, de
onzekerheid van het bestaan, gebrek aan
levenslust en moed, gebrek aan zelf- en
Godsvertrouwen; en zeker niet in het minst
het menschelijk opzicht, de publieke
opinie, die zich nu eenmaal in vele krin
gen keert, met schamperen spot, tegen het
hebben van een groot gezin.
En onder dit laatste opzicht vooral kan
van de werking der zédelij kheidswetten
veel goeds worden verwacht, waar nu in
de breede kringen van het gewone volk
verreweg de voornaamste factor van het
volksbestaan niet meer de idee wordt
aangekweekt, dat de overheid onverschil
lig staat tegenover de gewelddadige voor
koming van geboorten.
Minister Regout heeft heel wat moeten
verduren om zijn, wat men noemdev «hui
chelachtige" zedelijkheidswetten. Nu bewij
zen de feiten, welk een prachtig hulpmid
del zij vormen voor de bewaring der na
tionale volkskracht.
Zoodat ten slotte de groote ontwerper,
helaas ons te vroeg ontvallen, op de dank
baarheid der geheele natie mag aanspraak
maken.
DE TWEEDE KAMER EN HET TARIÊF-
ONTWERP.
Voorop stellende dat de Kamer niet meer
dan ten hoogste twee maanncn tijd heeft
voor de behandeling der Tariefwet, geeft
„De Maasbode" den raad om gedurende de
thans ten einde spoedende regeeringsperi-
ode het ontwerp-Kolkman niet meer in be
handeling te nemen.
Het blad motiveert dit als volgt:
„Voordat de Tweede Kamer uiteengaat,
zat' men onmogelijk verder kunnen komen
dan aan de algemeene beschouwingen; er
is geen sprake van, dat het tariefontwerp
nog in dit zittingsjaar zal kunnen worden
afgewerkt, maar zelfs al ware dat het
geval, dan is er toch zeker geen kwestie
van, dat het ook in de Eerste Kamer nog
zal kunnen worden behandeld, en nog vóór
de algemeene verkiezingen in het „Staats
blad" zal kunnen verschijnen.
„Zelfs dus in het allergunstigste geval
wordt, wanneer in Juni a.s. een linker meer
derheid uit de stembus komt, absoluut niets
bereikt. Het gevolg hiervan is dan ook,
dat zelfs de weerleggingen der regeering
geen ander effect zullen kunnen hebben dan
indruk te maken op de kiezers, en dat
dus minister Kolkman bij de behandeling
van een zoo ernstig en gewichtig staatsstuk
hoogstens nuttig zal kunnen zijn als., ver
kiezingsagent! En daarvoor staat Zijne Ex
cellentie veel te hoog.
„Houden wij een rechtsche meerderheid,
dan heeft de tegenpartij in September a.s.
geen reden meer, ter wille van verkiezings
propaganda, obstructie te voeren, en zal
men dus een bezadigde en zakelijke be-
handeling van het ontwerp-Kolkman kun
nen verwachten, wat voor een wet, die van
zulke vérstrekkende gevolgen zal blijken,
in het belang van ons vaderland moet wor
den geëischt.
„Komt er een linksche meerderheid, dan
zal het tariefontwerp vermoedelijk wel niet
dadelijk aan de orde worden gesteld, maar
dat zei zeker evenmin het geval zijn,
al heeft men van Paschen tot half Mei den
tijd met algemeene beschouwingen nutte
loos zoek gebracht.
„Hoe men de zaak" ook mag keeren of
wenden, het na Paschcn nog in dit zit
tingsjaar houden van algemeene beschou
wingen over het ontwerp-Kolkman, terwijl
men er zeker van is, dat de tijd voor ern
stige behandeling ontbreekt, is een opoffe
ren van een deel van den nationalen tijd
aan verkiezingspropaganda en een dwingen
van Hare Majesteits regeering daaraan
deel te nemen, wat in strijd is met de meest
elementaire begrippen omtrent de hoogheid,
ook van het Wereldlijk Gezag.
„En wij durven er gerust bij voegen,
ook met de waardigheid onzer Staten-Gene-
raal"
Maar wat wel kan in die twee maanden,
meent het blad, dat is practisch en nuttig
werk doen, waarmee „De Maasbode" be
doelt het in een afzonderlijk wetsontwerp
aan de orde stellen en afdoen van de tech
nische verbeteringen, die in het tariefont
werp worden voorgesteld, omvattende
wat thans in artt. 3 tot en met 8, 12
tot en met 26 en 28 is bepaald, aangaande
de rechtspraak, de vrijstellingen, de tarra-
regeling enz., verbeteringen die veel in
stemming hebben gevonden en weinig te
genstand hebben ontmoet.
De voorbereiding van zoodanig ontwerp
kan zeer spoedig afloopen, daar immers
meent het blad tegen technische wijzi
gingen niemand, van welke richting ook,
bezwaar kan hebben en waaruit evenwin
iemand munt kan slaan voor de a.s. ver
kiezingen.
Met een klein beetje goeden wil kunnen
dan ook nog de wetsontwerpen Grootboeken
der Nationale schuld, Pensioenregeling voor
de Gemeente-ambtenaren en voor hun we
duwen en weezen en Wijziging en aanvul
ling van de Burgerlijke Pensioenwet, wor
den afgedaan.
„Men heeft dan iets werkelijk goeds tot
stand gebracht, en het komt ons voor, dat
dit een goeden indruk zal maken op ons
Nederlandsche volk en verre te verkiezen
is boven het vullen van den nationalen tijd
van Paschen tot half Mei a.s. met „words,
words, words."
HET GEBED DER KINDEREN VOOR DE
A.S. VERKIEZINGEN.
Over het gebed voor de verkiezingen op
de scholen schrijft S. (Prof. Struycken) in
„Van Onzen Tijd":
Zijn er velen, die niet het hoofd hebben
geschud, toen zij het eerst in de couranten
het bericht lazen, dat de R. K. Kiesvereeni-
ging te Haarlem tot verschillende scjmlen
het verzoek heeft gericht, om met het oog op
de groote belangen van den godsdienst, die
op spel staan hij de a.s. verkiezingen, het zoo
krachtdadig gebed der kinderen te verzoe
ken voor den goeden uitslag daarvan? Zoo'n
gebed doet aanvankelijk vreemd aan, vreemd,
als het gebed van de soldaten vóór den veld
slag, de gewapende handen ten hemel hef
fende, vragende aan God de overwinning
hunner vijanden. Waarom? Zonde het zijn,
dat wij aarzelen Gods hulp in .te roepen in
den strijd van menseh tegen mensch? In een
strijd, waarvan wij weten, dat in het alge
meen aan heide zijden het goede tenminste
wordt bedoeld. Of zoude ook tot ons spreken
de wetenschap, dat, hoe zeer wij ook over
tuigd zijn, dat ons de overwinning behoort,
dat onze overwinning ons volk ten zegen zal
zijn, in den strijd'zelf niettemin het klein
menschelijke, kleine belangen, kleine ijdelhe-
den, allerlei ongerechtigheden tegen de naas
tenliefde, de waarheid, de goede trouw, dwa
ling ook en misverstand, maar al te veel een
rol spelen?
En dan onze kinderen? Wanneer wij hen
niet in de politiek inwijden, zoude het alleen
zijn, omdat wij vreezen, en terecht vreezen,
dat hun verstand nog niet voldoende is ont
wikkeld, zelfs de hoofdlijnen ervan te he
grijpen? Of zoude het ook eerbied zijn voor
de kinderziel, die wij nog niet willen laten
weten, hoeveel strijd er is in de wereld van
mensch tot mensch, hoe die strijd niet
alleen bestaat in de ver verwijderde oorlo
gen, maar dagelijks met felheid wordt ge
voerd in hun eigen volk, hunne eigen omge
ving? De politieke strijd is zoo 1 e e 1 ij k. Znl-
len wij daarvoor de belangstelling vragen
van het kind? En dat moeten wij doen, als
wü zi.in gebed vragen voor den uitslag. In
het gebed der kinderen, waarin tot nu toe
slechts hun eigen kinderleven was betrok
ken, menge men niet dien strijd der ouderen.
Zeker is het, dat het niet aan de onderwij
zers, maar aan de ouders toebehoort, te he
slissen, of znlks zal geschieden.
Aldus de heer Striijjcken.
Erg duidelijk is dit stuksken niet. Maar
daar de bedoeling van den schrijver blijkt te
zijn, te waarschuwen voor een vermenging
van die leelijke politiek met het kinder
leven, kan volstaan worden met de verkla
ring dat de politiek met het gebed der
kinderen niets heeft nit te staan.
Wij laten onze kinderen bidden niet nit
politieke, maar uit godsdienstige be
weegredenen: voor het behoud van het
Roomsehe onderwijs dat voor de toekomst
van ons Roomsch-Katholiek geslacht een le
venskwestie is.
EXAMEN ADSP.-LANDMETER EN
TEEKENAAR-KADASTEK.
j Op een nader te bepalen dag in Augustus
zal te 's Gravenhage een aanvang worden ge
maakt met het examen voor de betrekking
van adsp.-landmeter van het kadaster, vooi
ten hoogste 15 plaatsen.
Tot het vergelijkend examen worden torge
laten zij, die op 1 Jan. 1913 hun 18e jaar zijn
ingetreden en den vollen ouderdom van 23
jaar niet hadden bereikt en bij een geneesk.
onderzoek lichamelijk geschikt zijn bevon
den. Later zal worden hekend gemaakt, wan
neer de candidaten zich hebben aan te mel
den.
Het eerstvolgend examen voor de betrek
king van teekenaar van het kadaster zal ver
moedelijk een aanvang nemen op een nader
te bepalen dag in Jan. 1914.
Om tot dit examen te worden toegelaten,
moet de candidaat op 1 Jan. a.s. zijn 18de
jaar zijn ingetreden en den vollen ouderdom
van 23 jaar niet hebben bereikt en bij een
geneesk. onderzoek lichamelijk geschikt zijn
bevonden.
Later zal worden bekend gemaakt, wan
neer de candidaten zich hebben aan te mel
den St.-Ct.
Een gevaarlijke landsverdediger! Zon
dag was te Hedel aan de Maas één soldaat
met één goéd hart verzeild geraakt met
zijn Trui. De soklaat, een recruut, die pas
kort geleden onder de wapenen was geko
men, selieen al wat veel aan Bacchus ie
hebben geofferd, en zag in de hem omrin
genden niets dan vijanden. Nu, waar een
soldaat is, vooral een recruut, daar hoort
ook een vijand zegt het D. v. N.-Br. Deze
twee zijn eenvoudig pendanten. Maar in
plaats van één vijand, zag onze milicien
een leger van vijanden rondom zich ver
rijzen, en in de meening, dat men hem,
ter wille van zijn meisje, wilde molestee-
teeren, zette hij zich in gevechtspositie en
zou zijn leven duur verkoopen als het er
op aankwam.
Enkele boerenjongens, die schik kregen
in het geval, draaiden de lamp in het kof
fiehuislokaal uit, en dit was voor onze mi
licien het sein, dat de vijand nu niet lan
ger meer mocht gespaard worden. Hij trok'
een revolver en loste in het wilde enkelo
schoten, gelukkig zonder iemand te raken.
Dat de vijand aftrok, bij zulke gevaarlijke
manoeuvres, laat zich begrijpen en de mi
licien bleef met zijn Trui meester van de
gevechtslinie en van het heele terrein.
Weldra toog hij als overwinnaar in
marschtempo naar het station, waar hij nog
een schot loste op een conducteur, zonder
echter ook dezen „vijand" eenig letsel te
veroorzaken.
Inmiddels werd naar de politie in zijn
garnizoensplaats getelefoneerd, dat er met
trein nummer zóóveel een gevaarlijk va
derlands-verdediger zou arriveeren, met ver
zoek om hem bij zijn uitstappen te arres
teeren en aan de militaire macht over te
leveren.
Intusschen bereikte de milicien een coupe
waar een stuk of wat boerinnen hadden
plaats genomen, om den terugtocht naar
huis te aanvaarden. Met de revolver in
de hand waggelde de zoon van Mars met
zijn meisje de coupé binnen, waar onmid
dellijk een groote consternatie volgde. Maar-
toevallig zat er ook een wachtmeester van
zijn wapen in de coupé en toen onze mili
cien dezen meerdere zag, was hij dadelijk
koest en zoo mak als een lammetje. Naast
zijn meisje nam hij plaats in het hoekje
van de coupé. Toen de trein in de garni-
S 9
r t l J I L L l' O iv
(Naar het Italiaansch.)
In Londen bereikt deze brief hem niet
toeer. Welk adres gaf hij op m Amerika,
nonno?
Haar grootvader wist echter geen adres, bij
liad er niet naar gevraagd, in de vaste mee-
ning, dat Livia het wel zou weten.
Hij sprak er wel van, antwoordde Ro
secco, doch hij wist zelf niet nauwkeurig ue
straat en het huisnummer. O, ja, ik herinner
me dat hij mij beloofde van uit Londen zijn
adres te zullen zenden. Nu hij dat niet ge-
idaan heeft, bambina, zult ge wel moeten
iwachten, tot hij in Amerika is, want hij is
(thans reeds in volle zee.
En hoelang zal dit duren?
Minstens drie weken.
Drie weken 1 O grootvader, hoe zal ik
ïoolang kunnen leven!
Dit gesprek had plaats den 20 Juli, zoodat
fvolgens Livia's berekening den lOen Augus-
•tsu bericht moest komen.
Zij kon den voorafgaanden nacht nauwe-
dijks slapen, en was bii het aanbreken van
den dag reeds weder opgestaan, schoon ze
wist dat de post voor acht uur nooit kwam.
Rusteloos wandelde ze voor het paviljoen op
en neer in gestadige gejaagdheid naar het
groote uurwerk starende dat in den hoek
stond van het salon.
De klok gaat bepaald niet goed, riep ze
eindelijk. Het is toch al veel later dan kwart
na zeven!
Wel neen, figlia mea, sprak de groot
vader zijn penseel neerleggend.
Ongeduldig- zuchtend keerde Livia naar
haar wachtpost terug. Het duurde evenwel
nog een vol uur, eer de post naderde; het was
zijn gewoonte, eerst de brieven aan het slot
af te geven en dan het paviljoen en de wo
ningen der dienstbaren te bezoeken.
Doch Livia liep hem te gemoet, en riep
reeds uit de verte: Iets voor mij? En toen
de bode eenen brief in de hoogte stak, ijlde
zij met vreugdestralende oogen naar hem
toe, rukte snel den brief uit zijne handen en
las het adres. Wat zou het anders zijn dan
een brief van Guido? Daar liet ze met een
kreet van smartelijke teleurstelling den
brief op den grond vallen; een Italiaansche
postzegel met den stempel Rome stonden op
de enveloppe.
Er moet nog een andere brief zijn.ik
zeg u, hij moet er zijn, riep ze in vertwijfe
ling uit, terwijl de postbode den gevallen
brief weder opraapte.
Niets, mejuffrouw, antwoordde de man,
niets, ik verzeker het n.
Kijk dan toch uwe tasch eens na, drong
ze aan.
De tasch bevatte niets dan een paar brief
kaarten, die aan den tuinier gericht waren.
Langzaam en treurig keerde Livia naar
het paviljoen terug. Ze deed niet eens de
moeite den brief te lezen, want het adres
zeide haar dat hij van een schoolvriendin
kwam.
Weet ge wat, nonno, sprak ze na eenige
minuten, ik ga naar het slot, en vraag ->f de
brief hij vergissing misschien daar is afge
geven. Graaf Sturm ontvangt dagelijks zoo
veel brieven en dagbladen, dat een eenvoudige
brief van mij licht ertussclien kan geraakt
zijn. Herinnert ge u nog, hoe de Gravin
laatst met de meeste verontschuldigingen
ons een krant heeft toegezonden?
Ga in ieder geval vragen, zei de oude
man, het zal je gerust stellen.
Hij had pensee] en palet terzijde gelegd,
want hij was een weinig zenuwachtig gewor
den door Livia's opgewondenheid en had al
thans geen lust meer aan de hoekige koppen
der Sturms te arbeiden.
De Gravin en haar zoon zaten nog aan de
ontbijttafel, toen Livia binnentrad. In elk an
der geval had de tegenwoordigheid des Gra
ven haar schrik aangejaagd, doch zoo koorts
achtig opgewonden als ze thans was, hadden
tien Graven Sturm haar niet kunnen weer
houden.
I Nog geen brief, arm kind, vroeg de Gra-
vin, toen Livia haar vraag had gedaan. Ook
hier is niets. Ik zelf heb de bus vanmorgen,
gelicht; behalve eenige couranten en aanbie
dingen bevatte ze slechts een brief, dezen.
Hij komt van een vriendin van me.
Livia zat als verpletterd, een beeld van
wanhoop en moedeloosheid.
Ge moet hier blijven en een kop choco-
lade met ons drinken, zei de Gravin goedig.
Dat zal u verkwikken. En waarom niet? Alle
hoop is immers nog niet verloren. Men kan
nooit met volkomen zekerheid den tijd bere
kenen, waarop overzeesche brieven arrivee
ren. Stormen en ongelukken kunnen zoo ge
makkelijk vertraging brengen.
Een flauwe straal van hoop lichtte door
haar vochtige oogen,
Misschien komt hij morgen nog.
Wolfram, die tot hiertoe geen deel had
genomen aan het gesprek, doch van achter
zijn dagblad elke beweging van Livia had
gadegeslagen, boog zich thans over de tafel
tot Livia, terwijl hij met zonderling trium-
feerenden blik haar een prijscourant voorleg
de met de woorden:
- Verwacht ook morgen maar niets, sig-
norina. Ziehier een geïllustreerde prijscou
rant van nieuwe geweren, die ik zoo juist uit
New-York heb ontvangen. De post uit Ame
rika is dus reeds aangekomen.
XI.
MISS MAUD NICHOLSON.
Traag kropen de weken heen en October
kwam, zonder dat eenig bericht het raadsel
had opgelost. Livia had reeds lang opgehou
den den postbode te gemoet te treden; zij zat
dagen lang droomerig voor de diepe ven
sters, de handen in den schoot en wachtend
op dingen, die niet wilden komen.
Zes weken waren sedert de onverklaarbare
verdwijning van Guido verstreken, en wat e
zaak nog ingewikkelder maakte was, dat zijn
vrienden elk uitgangspunt misten om te on
derzoeken; ze kenden noch den naam, noch
het bedrijf van zijn rijken Amerikaan. Zij
verwonderden er zich nu zelfs over, doch de
twee dagen van Guido's oponthoud waren
zoo snel vervlogen, dat aan alles niet was
gedacht. Guido had wel is waar in den loop
van het gesprek den naam des rijken Ameri
kaans genoemd, doch het waren ongewone
klanken in Italiaansche ooren, en terwul de
oude Rosecco meende, dat hij Prixet of Ki-
chet heette, geloofde Livia Dircket of Nelset
te hebben gehoord. Het eenige, wat ze zich
herinnerde, was de naam van het groote ho
tel, waar Guido zijn weldoener zou ontmoe
ten. Rosecco schreef naar den directeur van
het hotel en ontving per omgaande bericht,
hetwelk echter geen licht in de zaak ontstak.
NIEUWE
HAARLENSCHE COURANT
-o