DERDE BLAD
1913,
BUITENLAND
BINNENLAND.
DE ANJELIER
DER ROSECCD's
9BeMb*f«M0aziji« Bafeenessergracht 6, Huisfioaasieiljke artikelen. Op afbetaling.
u üssgi iiar&iié
yyüoycns»"
llaar#ieifi*i&i*&sssel8i Handschoenen voer aïie geïeffenliedera
ZATEÜ0A8 SM F£BBUA -I 1912
«ML
NIEUWE
COURANT
(Ta gezond en.)
ITwgen, Zondag 23 Februari, zuflen do kop
stukken der groote? sociaal-democratische ar
beiderspartij hun sullige, gedweeë en misleide
rel gel in gen, die in eerbiedig ontzag opzien naar
do grootmeesters der partij, weer eens rondom
ziek verzamelen om hen opnieuw te verzadigen
van wraaklust tegen en van ontevredenheid over
de bestaande misstanden in onze liedendaagsche
maatschappij. Rotterdam zal ditmaal het beden-
keliïke genoegen smaken uit alle oorden van ons
land want helaas, zijn er z.g. bewusten ge
noeg, die juist door hunne onbewustheid trouwe
slaven der leiders zijn vertegenwoordigers
van het roode strijdende proletariaat binnen
hare muren te zien. Met groot misbaar en veel
lawaai Duys behoort immers ook tot de spre
kers maar zonder deugdelijke gronden zullen
daar de maatregelen, die in het belang van de
arbeidersklasse genomen zijn en nog behandeld
worden, aan de kaak gesteld en afgebroken wor
den, terwijl de nooden en misstanden zoo zullen
worden geëxploiteerd dat de onbenullige en zelf
niet doordenkende geesten iu oproerige en
wraakgierige stemming huiswaarts zullen kee-
ren. Daarmede heeft men dan weer een schrede
verder gezet tot het doel dat men zich voor
oogeiï stelt en dat men met onverantwoordelij-
ken durf nastreeft: de klassestrijd voeren tot in
zijn uiterste oonsequenties.
Morgen worden de scharen bijeengetrommeld
om een vlammend protest te doen hooren tegen
bet tontwerp-Talma, dat de arbeiders verplicht
ziek voor een Invaliditeits- en Ouderdomspen
sioen te verzekeren en tegen het ontwerp-Kolk-
man tot verhooging der invoerrechten. Natuur
lijk zullen er deelnemers genoeg zijn en even
natuurlijk zal het ook zijn dat er uitsluitend so
cialistische arbeiders aanwezig zullen zijn. De
rechtsche arbeidersopmerkelijk dat dezen niet
bebooi ui tot de Nederlandsche arbeiders, want
om daartoe te behooren moet men „bewust"
d t is socialistisch zijn zullen daarbij roet
tegenwoordig zijn, want dezen vinden het abso-
h 1 r' noodig tegen de genoemde wett n te
protesteeren. Dezen zijn omtrent deze wetten be
er ingelicht door hunne leiders, die de urn-
der ontwikkelden niet misleiden en hun geen
onbereikbare idealen voorspiegelen en daardoor
tot ontevredenheid opwekken, maar die hun
eenvoudig hun toekomst voor oogen stellen en
hen aansporen genoegen te nemen met dat
gene, wat op eene redelijke en billijke wijze
verkregen kan worden. En zoolang de meerder
heid van ons Nederlandsche arbeidersvolk
want het socialistisch proletariaat is toch altijd
nog maar een zeer klein, zij 't ook een groot-
schreeuwerig en rumoerig troepje hun volle
adhacsie nog betoonen voor deze wetsontwerpen,
zal ten demonstratie, zooals die morgen in Rot
terdam gehouden zal worden, geen succes heb
ben en van zeer weinig invloed zijn.
Het Bestuur der S. D. A. P. moge in zijn
manifest uitvaren tegen deze rechtsche Regee-
ilugstneerderheid, omdat zij in deze vijfjarige
periode de belangen der arbeiders verwaarloosd
heeft, het nuchtere verstand, dat de zaken objec
tief bekijkt zal anders oordeelen en dit verwijt
verre van zich terugwerpen op de Linker
zijde, en voor een zeer groot gedeelte op de
roode Kamerfractie, die de Regeering op alle
mogelijke wijzen in hare werkzaamheden heeft
belemmerd en oorzaak is geweest dat veel
vruchtbaar werk niet tot stand is gekomen. En
kele wetten op sociaal gebied de S. D. A. P.
vindt het blijkbaar, zelfs voot hare goedgeloo-
vige volgelingen, al te kras alle goede wetten
en maatregelen va" deze Regeering te ontken
nen die tot stand zijn gekomen worden in
het manifest gememoreerd, maar nauwkeurig
wordt verzwegen welk aandeel de roode broe
ders er aan gehad hebben om ze in het Staats
blad te krijgen. Daar passen ze wel heilig voor
op warit de balans zou zeker niet ten hunnen
gunste zijn. Zoo wordt o. a. aangehaald de wij
ziging, die in de Arbeidswet tot stand is geko
men ter bescherming van vrouwen en kinderen,
maar verzwegen wordt natuurlijk dat deze wij
ziging slechts half werk is geweest, omdat de
gehuwde vrouwen niet genoeg in bescherming
warden genomen. Bij de behandeling van deze
wijziging der Arbeidswet is door de heeren Aal-
bexse en Passtoors een amendement ingediend
ea verdedigd, strekkende den.arbeid der gehuw
de vtouw in fabrieken, ea werkplaatsen te ver
bieden. Welnu, dit amendement, hetwelk beoog
de een zeer grooten misstand in onze maatschap
pij, die vooral in de textielindustrie tot uiting
komt, op te heffen, werd, door het tegenstem
men van deze verdedigers der volksbelangen,
verworpen. Hadden zij voorgestemd, dan was
ook deze bepaling in de Arbeidswet opgenomen
en waa er aaa dezen wantoestand een einde
gekomen.
Welnu, zoo is er meer en het is goed' dit den
kiezers duidelijk voor oogen te stellen. En nu
kan men wal protestmeetingen houden en in
brallende .termen schrijven dat do Rechterzijde
nu weer de schuld draagt dat er niets tot stand
gekomen is, de waarheid evenwel is anders.
Maar deze waarheid wordt den onbenulligen
volgelingen der S. D. A. P. niet verteld, want
dat zou te veel schade doen aan den groei dei-
partij en afbreuk doen aan de eerzucht en den
machtshonger der kopstukken. Daarvoor wordt
dus de waarheid maar verdraaid, ja ©rger zelfs,
wordt den „bewusten" volgelingen de waarheid
valsch en leugenachtig voorgesteld. Daarvoor
wordt ook weer deze protestmeeting gehouden,
waar men opnieuw met de oude leugens om
trent de Pensioenwet en de Tariefwet zal schet
teren. Hoe vaak deze leugens ook weerlegd zijn,
komt er niet op aan, de trouwe „bewusten"
slikken ze wel opnieuw.
Met groote woorden en in opzweependen toon
zal men de arbeiders weer vertellen van die
slechte Arbeidersverzekering, waarvoor de Re
geering zelfs premies van de betrokkenen, van
de direct belanghebbenden, premies die bestemd
waren om daarvoo-* brood voor vrouw en kin
deren o horribile dictu te koopen, durft
eischen terwijl de uitkeeringen gelijk zijn aan
aalmoezen. Hoe verschrikkelijk, niet waar?
Waarom laat men de patroons deze premies niet
betalen De patroons behooren niet tot den
gevleiden arbeidersstand en daarom zijn deze
aangewezen om te betalen voor hunne onder-
hoorigen. Dit is immers een gevolg van de
meerwaardetheorie die, socialistisch in haar
aard, leert dat de arbeider recht heeft op meer
loon dan hij verdient.
Maar neen, ook dat kan de heeren niet te
vreden stellen en met deze stelling kan men den
verbitterden en revolutionairen gedachtengang
van een socialistisch hoofd niet kalmeeren.
Daarom wordt deze stumperds dan maar wijs
gemaakt dat Staatspensionneering de eenige
ware en goede oplossing is waardoor de arbei
ders tevreden gesteld worden. Dit is de eisch,
die men stelt maar men vraagt zioh niet af
of deze eisch voor vervulling vatbaar is. Wan
neer men voor de vervulling geplaatst werd dan
zouden er wel andere dingen komen kijken en
zou men zelfs met een successieverhooging van
elf millioen, aooals nu door den „financier" en
„economist" Vliegen wordt voorgesteld, niet de
onkosten kunnen dekken. Bovendien vraagt men
niet of de geheele arbeidersstand van eene der
gelijke bedeeling gediend is, want het kleine
troepje woelwaters dat zich bij de S. D. A. P.
heeft aangesloten kan men toch moeilijk be
schouwen als die Nederlandsche Arbeiderspartij.
Wanneer men dan ook goed met den stand van
zaken op de hoogte is. haalt men voor dergelijk
gedoe minachtend de schouders op en verbaast
men zich over de onnoozelheid van de arbei
ders, die zulke nonsens gelooven en vertrou
wen in de bewerkers van deze bedriegerij stel
len.
Want bedriegerij is heel deze beweging. Men
toornt tegen de Invaliditeitswet, omdat deze
vele misstanden uit de maatschappij wegneemt
en den arbeider een zekere geruststelling voor
den ouden diag geeft, dat voor hem een waar
borg kan zijn om niet in het socialistische vaar
water verzeild te raken, waardoor de kans om
op de schouders van deze proletariërs naar bo
ven te klimmen, geringer wordt; men fulmi
neert tegen de Tariefwet, omdat daardoor de
gelden gevonden worden, waardoor de invoering
van het eerste mogelijk wordt. Het eene houdt
onvoorwaardelijk verband met het andere en,
waar de Invaliditeitswet niet meer tegen te
houden is, daar wordt het nu maar eens ge
probeerd met de Tariefwet. Doch ook dit zal
de heeren volksdemagogen niet helpen, want
de Tariefwet zal er komen trots den tegenstand
der oppositie, daar zij moet dienen om het geld
voor de Invaliditeitswet te vinden en tevens om
de nationale nijverheid te bevorderen. Nu lezeu
wij wel in het „Manifest" dat de Tariefwet
vloekt met ons nationaal bedrijfsleven, dat ge
toond beeft bij vrijen handel siob het besta te
kunnen ontwikkelen, doch dit rijn praatjes, die
door de bewijzen van het tegenovergestelde,
welke wü dagelijks rondom ana kunnen aan
schouwen, worden te niet gedaan. Men denke
slechts aan de honderden werkloozen, die in ons
land tevergeefs werk zoeken en aan de duizen
den die de grenzen overgaan om hun brood te
verdienen.
Waar de Regeermg zioh nu worstelt de in-
landsche industrie te bevorderen om den arbei
der werk en brood te verschaffen, daar komt
dit in de kraam van het socialisme weer niet
te pas. Den werkman moet het niet zoo voor
spoedig gaan; beter is het dat hij narigheid
ondervindt en armoede lijdt want dan wordt hij
een steunpilaar van het socialisme, dat zich nu
in schijn zoo beijvert om zijn toestand te ver
beteren.
Zoo is dit manifest dus reeds te beschouwen
als een voorproefje van de leugens, die de onge
lukkige volgelingen van de S. D. A. P. morgen
in Rotterdam te hooren krijgen. In opruiende
taal en revolutionaire termen zullen zij opgezet
worden tegen diegenen, die het waarlijk goed
met hen meenen. Zelf niet in staat om over
deze zaken een goed oordeel te kunnen vellen,
gelooven zij alles wat bedriegers, opruiers en
demagogen, die slechts aan eigen belang den
ken, hun gelieven voor te zetten. Dat zij zelf
de slachtoffers van deze manoeuvre worden,
voelen deze arbeiders niet en kan de leiders
niet schelen. Dezen willen alleen een arbeiders-
betooging als een vlammend protest tegen het
spelen der burgerlijke partijen met de arbeiders
belangen, die tevens een flinken stoot zal toe
brengen aan deze „wankelende" coalitieregee-
ring als een „indrukwekkende" waarschuwing
en aansporing tot hare opvolgers. Deze mani
festatie is ook om een „onweerstaanbaren" roep
om steun tot de kiezers te richten opdat dezen
uiting zullen geven van „den vasten wil van
het Nederlandsche proletariaat om te strijden
voor die sociale hervormingen, die het voor zijne
verheffing noodig heeft en van zijn groeiende
maoht, om in dien strjjd eiken tegenstand te
overwinnen."
Arm proletariaat, de sociale hervorming die
men "met alle geweld wil bereiken is het Alge
meen Kiesrecht. Daarvoor moeten alle andere
belangen wijken; daarvoor lijdt de invalide ar
moede en gebrek omdat.de Invaliditeitswet niet
tot stand komt en daarvoor schreit de vrouw
van den werklooze in ?tilte en schreeuwen de
kinderen om brood omdat de Tariefwet met
kracht is tegengehouden. Het eerste zou den
invalide brood hebben gegeven en het tweede
den werklooze werk, doch dit strookte niet met
de plannen der kopstukken. Dezen vinden het
beter den arbeider knollen voor citroenen te
verkoopen en daarom worden ze gepaaid met
den eisch van het Algemeen Kiesrecht, dat door
niemand verlangd wordt en een groote pas
kwil is.
Wij beklagen de slachtoffers van deze tac
tiek en wij betreuren het ten zeerste dat er
onder de minder ontwikkelden nog zoovelen
gevonden worden, die verward raken in deze
strikken en hun heil gaan zoeken bij deze volks
bedriegers en onruststokers. Beter ware het,
wanneer deze slachtoffers objectief werden in
gelicht, zoodat zij zelfstandig konden oordeelen
en wij zijn er zeker van dat zij dan de S. D.
A. P. zouden verlaten. De uiterlijke schijn be
driegt hier danig.
Aan ons dus de plicht mee te werken dat de
slachtoffers der socialistische tactiek zoo weinig
mogelijk in aantal zijn. Laten wij het volk ver
tellen, wat deze regeering reeds gedaan heeft
voor de arbeiders en hoe zij nog veel meer ge
daan zou hebben, zoo zij in haar werkzaamheden
niet belemmerd ware geworden door de tactiek
diergenen die zeggen te strijden voor de be
langen der arbeiders. Wij moeten ben opwekken
dat zij met alle macht steunen dit Rechtsche
Ministerie, dat in werkelijkheid een zegen voor
den werkenden stand is geweest en dat, zoo het
bestendigd blijft, nog veel meer voor den ver
drukten arbeider zal doen. Wanneer men hier
daden tegenover woorden plaatst, dan weet men
wel waar men aan toe is. Dan gaat men zeker
niet naar Rotterdam om daar eenige leugens
en ophitsingen te hooren, maar dan laat men de
roode schreeuwers praten en werkt uit alle
macht mee om dezen zomer de. roode elementen
zoo weinig mogelijk in aantal en zoover moge
lijk van de ltegeering verwijderd te houden.
Russische uutebandieteu.
Nu veel moeite ia de geheime politie te
Moskou eria geslaagd, drie gevaarlijke apa
ches te arresteeren, wier wijze van doen
eenigszins overeenkwam met die van de
automobielbandieten te Parijs, schrijft het
Hbld. Tot terrein hunner werkzaamheid had
den zij twee drukke naar Moskou leidende
wegen uitgekozen, waar zij, in auto's geze
ten, uitzagen naar slachtoffers. Meer dan
honderd zware misdaden, waaronder ette
lijke moorden, hebben zij op hun kerfstok.
Uit het volgende lijstje van de door hen
in de laatste weken gepleegde feiten kan
men zich eenigszins een denkbeeld vormen
van hun driest optreden. In die enkele da
gen vermoordden en beroofden zij eenige
wielrijders, stalen zij bij prinses Eristow
de familiejuweelen, een waarde vertegen
woordigend van een millioen roebel, staken
zij de villa van den millionnair Procliorow
in brand, schoten zij een aantal politie
agenten dood en plunderden zij zes automo
bielen.
Tot de bende behoorden nog een aantal
andere misdadigers, die meer speciaal werk
maakten van het lichten van winkelladen.
De politie heeft reeds maatregelen getrof
fen om ook deze dieven ten spoedigste ach
ter slot en jjrendel te brengen.
De vrijmetselarij in Italië.
De vrijmetselaars van het „Palazzo di
Firenze" en de vrijdenkers van de „Por
ta Angelica", waar de bond van Giordano
Bruno zijn zetel heeft, hebben het besluit
genomen de feesten ter viering van het
Constantijnsche Eeuwfeest door allerlei be
toogingen tegen te werken. De „Osserva-
tore Romano" meldt daaromtrent: vooral
de Giordano-Bruno-bond, welke met alle re
volutionaire elementen, ook de anarchisti
sche soort, bereidt zich voor tot een reus
achtige anti-clericale beweging, om de radi
caalste partijen politiek te doen zege
vieren en aan het laïcisme de onbeperkte
heerschappij te bezorgen; een strijd tegen
de confessioneele scholen, tegen de onver
breekbaarheid van den huwelijksband, te
gen de kloosterorden en tegen ieder over
blijfsel van verdraagzame verhouding tus-
schen staat en kerk. Tegen dit drijven be
veelt de „Osservatore" den katholieken een
„wettige actie" aan. Tot nu toe waren de
Katholieken wel niet onverschillig, maar
te schuchter: „zij wisten zich niet van "het
juiste middel te bedienen, dat het recht
hun in handen geeft, om zich te onttrek
ken aan de verdrukking van een minder
heid". Dat moet nu anders worden, besluit
het blad.
De kerktoren van Orleans.
Indertijd is gemeld dat de burgemeester
van Orléans, een vrijmetselaar van de felste
soort, bevolen had, dat de toren van de St.
Paterne-kerk wegens bouwvalligheid zou af
gebroken worden. Ondanks de protesten van
de inwoners van Orléans, die groote som
men voor de restauratie van den kerktoren
hadden bijeengebracht liet de burgemeester
met de slooping beginnen. De politie moest
de sloopers bij hun werk beschermen.
Dezer dagen werd broeder Rabier, zoo
heet deze kerk-vervolger, naar Parijs ge
roepen. Toen hij terugkeerde gaf hij bevel
het sloopingswerk te staken 1
Do moord te Muhlheim.
Men meldt in verband met den moord,
in de kerk te Mulilheim gepleegd op pa
ter Petrus Wengeler, dat deze laatste ge
domicilieerd was in het klooster der Duit-
sche paters Jezuieten te Valkenburg.
Omtrent deze misdaad heeft de „Germa-
mania" nog de volgende bijzonderheden me
degedeeld: „Om zeven uur zou een Re
quiemmis worden opgedragen voor de over
ledenen der pa oehie. Vóór de H. Mis was
er gelegenheid om te biechten. Tegen kwart
voor acht sloop een man heel stil de kerk
binnen. Hij had onder zijn mantel een jacht
geweer verborgen. In een biechtstoel, dicht
bij den ingang, was juist een jong meisje
binnengetreden. De man sloop voort tot vlak
bij den biechtstoel, schoof bliksemsnel, eer
iemand het kon verhinderen, de gordijnen
van den biechtstoel weg, richtte zijn jacht
geweer en schoot den pater-missionaris mid
den door het hart. De pater was onmiddel
lijk dood. De dader is een 35 of 36-jarig
man, Weinand geheeten en afkomstig uit
Holland. Hij was de kerk binnen gekomen
op pantoffels en had behalve het jachtge-
weer nog een dolkmes bij zich benevens
13 patronen. Hij verklaarde zich ia den pe*»
•oen vaa zijn slachtoffer te hebben vergi«(
en bedoeld te hebben den pastoer, den eer»,
heer Weiter te vermoorden, wijl deze hens
zijn „engelbewaarder had ontstolen"! Va«-
daar dat men geloofde met ee* krankzinnig®
te doen te hebbea.
Do telegraaf LoadoftSas Francisco.
Volgens de Haek'ay-maatsehanpij, in wier
handen de voornaamste telegraafdiensten
der Vereenigde Staeten zijn, zal de tot
standkoming van een recbtstreeksche com
municatie per kabel tusschen Londen e»
St. Francisco mogelijk' zijn, John Gott, een
Bnge'sch ingenieur, die. sedert 1834 aan het
hoofd der maatschappij staat, vond een toe
stel uit, waarmede de punten en streepjes
van het Morse-stelsel kunnen overgeseind
worden on een afstand van meerdere dui
zenden mijlen. De Amerika-ansche pers prijst
ten zeerste de uitvinding.
Het postwezen in dienst der volksbescha
ving.
De Belgische regeering en de directie der
Belgische posterijen beramen een grootsch
plan, waardoor het postwezen zich met de
volksbeschaving zou bemoeien. Men wil n.l.
een soort gratis volksbibliotheek onrichten,
en deze in de postkantoren onderbrengen.
De boeken worden dan gratis aan het pu
bliek verstrekt. Door de organisatie vart
het postwezen kunnen de boeken van de
diverse kantoren onderling geregeld ver-'
wisseld worden. De lezers hebben bij het
ontvangen van het eerste boek een borg
stelling van drie francs te storten, tegen
eventueel verloren gaan. De oprichting van'
zulke boekerijen, zullen, vooral in de klei
ne dorpen van het platteland, een bron
vormen voor de volksbeschaving, de met
betrekkelijk weinig kosten gepaard gaat.
Chicago in geldelijke moeilijkheden.
De „Daily Telegraph" verneemt uit New-
York, dat daar ernstige berichten zijn ont
vangen over den financiëelen toestand van
de stad Chicago. De metropool aan het Mi-
chiganmeer zou feitelijk voor een bankroet
staan. Het stedelijk bestuur ziet zich ge
noodzaakt de uitgaven zooveel mogelijk te
bekrimpen. Het loon der stedelijke ambte
naren en beambten kan sleclits met groote
moeite en dan nog maar voor een gedeelte
worden uitbetaald.
Indien Chicago niet onmiddellijk wordt
gemachtigd tot het uitgeven van een lee
ning, zou de stad zich failliet moeten ver
klaren.
DE VOLKSBONDERS EN DE POLITIEKE
STRI.JD.
In „De Volksbanier" schrijft Maarten van
Dordt over het vele werk, dat ons. wacht
bij de aanstaande verkiezingen. Daaraan
moeten ook de leden van den Ned. R. K.
Volksbond nu eens meedoen, zegt hij, en
vervolgt dan:
Maar in den Bond hoort de poliiieke actie
niet thuis. Hoe graag we ook de zegepraal
van recht8 zien, ook nu hebben wij ons
onvoorwaardelijk te houden aan den eisch;
In den Bond geen politiek 1
Wij gaan deze stelling hier niet verde
digen. Voor wie even nadenkt, is het da
delijk helder, welke juiste redeneering hier
aan ten grondslag ligt, en hoezeer deze
gulden regel gehoorzaamheid verdient.
Maar moeten wij dan in 1913 ons onbe
tuigd laten?
Geenszins.
De Volksbonders zijn ook ourgers, ook
Christen-mannen.
En zij moeten daarom met kracht helpen
in den grooten strijd van dit jaar.
Nu heeft ook een Bonder maar één li
chaam. Hij kan niet op twee plaatsen te
gelijk zijn en niet tegelijk bij een kiezer
zitten praten en een vergadering bijwonen.
Daarom stellen wij voor, de vergaderingen
van den Bond, zijn vak- en andere afdee-
lingen en vooral die van de Prop.-clubs
zooveel mogelijk te beperken.
Zeker, heelemaal staken kunnen we niet.
Nu, in de Vasten, moeten we voorberei
den de zilveren bruiloft van onzen Bond.
Maar na Paschen.
Laten we dan de sociale actie eens 'n
paar maanden laten rusten.
En laten onze werkers zich ter beschik
king stellen van de Kiesvereenigingen ol
politieke Propagandaclubs.
En nu moet ge niet denken, dat we dan
zoo iets heel vreemds doen.
I O iS)
(Naar het Italiaansch.)
il.
Toen Livia in staat was hare kamer te ver
laten, had een blanke sneeuwlaag den aard-
heuvel, waaronder Rosecco's gebeente rustte,
bedekt. De winter was ingevallen en hoogst
verwonderd schouwde Livia naar den herme
lijnen mantel, waarin de aarde gehuld was.
Livia had nooit zooveel sneeuw te zamen ge
zien, hel stemde haar weemoedig, treurig, en
drukte haar gemartelde ziel nog sterker.
Ze stond voor het venster, toeu de Gravin
gevolgd door haren zoon, binnentrad.
Livia bad den Graaf nog niet weergezien en
do scène naast het lijk baars grootvaders
stuud baar zoo verward en onbepaald voor
den geest, dat ze alles hield voor koortsach
tige voorstellingen, toen Wolfram met zijn
koude, trotsche houding binnentrad, als al
tijd, en op zijn gewone wijze zijne gelukwen-
sciien aanbood.
Toch kleurde een hoog rood hare wangen,
toen ze Wolfram haar kleine hand bood en hij
do sidderende vingers langer drukte dan het
gebruik wil. i
Ge huivert, mijn kind, sprak de oude
dame.
Dat komt van dat schrikkelijk wit kleed,
antwoordde Livia, haar hand voor de oogen
houdend.
O, (lat zal gewennen. Het is u nog nieuw.
Doch na eenigen tijd rijden we met onze arre-
sleden door de besneeuwde wouden en ge zult
zien hoeveel genot onze winters opleveren.
Livia schudde het hoofd. Ik begrijp niet,
toe gij dien akeligen aanblik kunt verdragen.
Mij scbijut deze sneeuw een groot doodskleed,
dat boomen en bloemen bedekt.
Ze sprak bet woord „bloemen" en schrok.
Dat ze niet eerder eraan had gedacht.
1 Mijn anjelieren, riep ze uit, naar een an
der venster ijlend, wie heeft mijn anjelier
weggenomen?
i Niemand had ze weggenomen, want geen
enkele had aan de bloemen gedacht,
j Ze stonden nog tusschen de dubbele ven
sters. Livia beproefde te vergeefs met baar
sidderende vingers het raam te openen, al de
kracht van Wolfram was noodig om het vast
gevroren raam los te rukken.
Daar stond haar anjelier dood en bevroren.
Wat vroeger bloem was, vertoonde nog
slechts ren zwart skelet. Toen Livia in hevige
smart de plant wilde wegnemen, viel ook de
vaas in tweeën, want de hevige vorst had den
pot doen scheuren en tusschen hare vingers
bleef slechts een harde klomp aarde.
Mijn anjelieren zijn dood, riep zij uit, in
r_*t
ene armstoel vallend. De laatste Rosecco-an-
jeiier. Een barbaarsche vorst lieeft ze gedood.
O, spreek niet van een nieuw leven. Voor deze
bloemen bestaat geen hoop meer, dat ze tot
bet leven zullen terugkeeren.
Zo snikte krampachtig en onophoudelijk en
haar lichamelijke zwakte vermocht haar niet
te kalmeeren. Voor deze smart vond de goede
oude dame geen woord van troost, hulpeloos
stond zij naast Livia. Zeker, de anjelieren
zijn onherroepelijk verloren dacht de Gravin.
Wanneer slechts iemand de bloem had be
merkt, het ware immers zoo gemakkelijk ge
weest, ze den tuinier te geven, die haar zou
verpleegd en verzorgd hebben. Ach, hield
de kleine nu maar op met weenen. De t.ranen
brachten haar de anjelier toch niet weder.
Misschien zou een glas wijn goed voor haar
wezen. Vlug verliet de Gravin het vertrek
om hare gedachte uit te voeren.
Wolfram stond een weinig onbeholpen
naast Livia's sfoel, onbesloten of hij haar
toespreken, of zich teergevoelend zou terug
trekken om het meisje alleen te laten met
hare smart. Hij verlangde ernaar haar troost
toe te spreken, haar in zijne armen te slui
ten en de woorden te herhalen, welke hij op
den bewusten Novemberavond tot baar ge
sproken had, die zij echter scheen vergeten
te hebben. Kon hij haar sleclits zeggen, dat
bij haar slaaf was, dat hij niets vuriger
wensebte, dan haar zijn leven toe te wijden,
en haar gelukkig te maken!
Zijn verstand echter zeide hem, dat het
oogeublik voor eene verklaring nog niet ge
komen was. Terwijl hij nog aarzelend naast
haar stond, hield Livia plotseling op met
weenen en hare oogen met den zakdoek dro
gend, staarde zij hem aan.
Haar adem ging nog snel na de hevige op
gewondenheid, hare stem echter klonk vast,
bijna hard, toen zij meer tot zich zelve dan
tot liern sprak: Hoe dwaas van mij te wee
nen! Wat ligt er dan aan gelegen of de Ro-
secco anjelier dood is of niet! Misschien is
bet beter zoo. De bloem had toch geen waar
de meer voor mij, sedert ik Guido verloor.
Hare rol is ten einde! De Rosecco-anjelier is
dood als mijn eigen hart!
1 Door het binnentreden der Gravin, werd
Wolfram verhinderd haar te antwoorden. i
XIV.
1
OP HET MEER.
f
Livia kwam langzamerhand bij en was
weldra in staat op sclioone dagen korte sle
devaarten te ondernemen.
Hare oogen hadden zich zoetjes aan het
witte sneeuwkleed gewend en ook de angst,
welke zij in het begin voor de snelheid der
sledevaart koesterde, was allengs geweken,
ja zij had er zelfs genoegen in gekregen.
Behaaglijk in een warmen pels gebuid en
naast de Gravin zittend, vond zij in die blik
semsnelheid een soort afleiding.
Kerstmis bracht vele gasten naar bet slot
Sturmberg, want bet was gewoonte, dat de
familie Ültenfels en andere vrienden dien
tijd tot Nieuwjaar daar verbleven. Gaarne
bad Wolfram deze gewoonte afgeschaft, doch
hij kou geen voorwendsel vinden, om de be
zoeken te ontgaan. Hij gevoelde wellicht, dat
hij meer dan één geheim voor de blikken
der naburen moest verbergen.
In weerwil van al zijn zelfbeheersching,
bemerkte men spoedig dat sedert den afge-
loopen zomer eene groote verandering met
graaf Sturm had plaats gehad. De heeren
konden niet begrijpen, boe plotseling zijn
hartstocht voor de jacht verminderd was
en ook de dames waren verrast, nu eens over
zijn koude onverschilligheid jegens liaar, dan
over de overdreven heuschheid.
Het meest echter was Ebba Ottenfels ver
wonderd, die met het vaste plan naar Sturm
berg was gekomen om bet als bruid des gra
ven Sturm te verlaten. Hare zuster Kuna
was sedert eenige weken de bruid van een
jongen baron Riesentlial, die zich ook onder
de gasten bevond.
Ofschoon de gasten Ebba en Wolfram als
bruidspaar beschouwden, bad barones Oh-
tenfels niet het minste van Wolframs lip
pen vernomen wat zij als een huwelijksaan
zoek zou kunnen beschouwen. Misschien ver-
vulde de (lag van morgen haar wensch, want
dan zou men schaatsenrijden od het naburig