DERDE BLAD 1913, BUITENLAND BINNENLAND. DE ANJELIER DER ROSECCD's 9BeMb*f«M0aziji« Bafeenessergracht 6, Huisfioaasieiljke artikelen. Op afbetaling. u üssgi iiar&iié yyüoycns»" llaar#ieifi*i&i*&sssel8i Handschoenen voer aïie geïeffenliedera ZATEÜ0A8 SM F£BBUA -I 1912 «ML NIEUWE COURANT (Ta gezond en.) ITwgen, Zondag 23 Februari, zuflen do kop stukken der groote? sociaal-democratische ar beiderspartij hun sullige, gedweeë en misleide rel gel in gen, die in eerbiedig ontzag opzien naar do grootmeesters der partij, weer eens rondom ziek verzamelen om hen opnieuw te verzadigen van wraaklust tegen en van ontevredenheid over de bestaande misstanden in onze liedendaagsche maatschappij. Rotterdam zal ditmaal het beden- keliïke genoegen smaken uit alle oorden van ons land want helaas, zijn er z.g. bewusten ge noeg, die juist door hunne onbewustheid trouwe slaven der leiders zijn vertegenwoordigers van het roode strijdende proletariaat binnen hare muren te zien. Met groot misbaar en veel lawaai Duys behoort immers ook tot de spre kers maar zonder deugdelijke gronden zullen daar de maatregelen, die in het belang van de arbeidersklasse genomen zijn en nog behandeld worden, aan de kaak gesteld en afgebroken wor den, terwijl de nooden en misstanden zoo zullen worden geëxploiteerd dat de onbenullige en zelf niet doordenkende geesten iu oproerige en wraakgierige stemming huiswaarts zullen kee- ren. Daarmede heeft men dan weer een schrede verder gezet tot het doel dat men zich voor oogeiï stelt en dat men met onverantwoordelij- ken durf nastreeft: de klassestrijd voeren tot in zijn uiterste oonsequenties. Morgen worden de scharen bijeengetrommeld om een vlammend protest te doen hooren tegen bet tontwerp-Talma, dat de arbeiders verplicht ziek voor een Invaliditeits- en Ouderdomspen sioen te verzekeren en tegen het ontwerp-Kolk- man tot verhooging der invoerrechten. Natuur lijk zullen er deelnemers genoeg zijn en even natuurlijk zal het ook zijn dat er uitsluitend so cialistische arbeiders aanwezig zullen zijn. De rechtsche arbeidersopmerkelijk dat dezen niet bebooi ui tot de Nederlandsche arbeiders, want om daartoe te behooren moet men „bewust" d t is socialistisch zijn zullen daarbij roet tegenwoordig zijn, want dezen vinden het abso- h 1 r' noodig tegen de genoemde wett n te protesteeren. Dezen zijn omtrent deze wetten be er ingelicht door hunne leiders, die de urn- der ontwikkelden niet misleiden en hun geen onbereikbare idealen voorspiegelen en daardoor tot ontevredenheid opwekken, maar die hun eenvoudig hun toekomst voor oogen stellen en hen aansporen genoegen te nemen met dat gene, wat op eene redelijke en billijke wijze verkregen kan worden. En zoolang de meerder heid van ons Nederlandsche arbeidersvolk want het socialistisch proletariaat is toch altijd nog maar een zeer klein, zij 't ook een groot- schreeuwerig en rumoerig troepje hun volle adhacsie nog betoonen voor deze wetsontwerpen, zal ten demonstratie, zooals die morgen in Rot terdam gehouden zal worden, geen succes heb ben en van zeer weinig invloed zijn. Het Bestuur der S. D. A. P. moge in zijn manifest uitvaren tegen deze rechtsche Regee- ilugstneerderheid, omdat zij in deze vijfjarige periode de belangen der arbeiders verwaarloosd heeft, het nuchtere verstand, dat de zaken objec tief bekijkt zal anders oordeelen en dit verwijt verre van zich terugwerpen op de Linker zijde, en voor een zeer groot gedeelte op de roode Kamerfractie, die de Regeering op alle mogelijke wijzen in hare werkzaamheden heeft belemmerd en oorzaak is geweest dat veel vruchtbaar werk niet tot stand is gekomen. En kele wetten op sociaal gebied de S. D. A. P. vindt het blijkbaar, zelfs voot hare goedgeloo- vige volgelingen, al te kras alle goede wetten en maatregelen va" deze Regeering te ontken nen die tot stand zijn gekomen worden in het manifest gememoreerd, maar nauwkeurig wordt verzwegen welk aandeel de roode broe ders er aan gehad hebben om ze in het Staats blad te krijgen. Daar passen ze wel heilig voor op warit de balans zou zeker niet ten hunnen gunste zijn. Zoo wordt o. a. aangehaald de wij ziging, die in de Arbeidswet tot stand is geko men ter bescherming van vrouwen en kinderen, maar verzwegen wordt natuurlijk dat deze wij ziging slechts half werk is geweest, omdat de gehuwde vrouwen niet genoeg in bescherming warden genomen. Bij de behandeling van deze wijziging der Arbeidswet is door de heeren Aal- bexse en Passtoors een amendement ingediend ea verdedigd, strekkende den.arbeid der gehuw de vtouw in fabrieken, ea werkplaatsen te ver bieden. Welnu, dit amendement, hetwelk beoog de een zeer grooten misstand in onze maatschap pij, die vooral in de textielindustrie tot uiting komt, op te heffen, werd, door het tegenstem men van deze verdedigers der volksbelangen, verworpen. Hadden zij voorgestemd, dan was ook deze bepaling in de Arbeidswet opgenomen en waa er aaa dezen wantoestand een einde gekomen. Welnu, zoo is er meer en het is goed' dit den kiezers duidelijk voor oogen te stellen. En nu kan men wal protestmeetingen houden en in brallende .termen schrijven dat do Rechterzijde nu weer de schuld draagt dat er niets tot stand gekomen is, de waarheid evenwel is anders. Maar deze waarheid wordt den onbenulligen volgelingen der S. D. A. P. niet verteld, want dat zou te veel schade doen aan den groei dei- partij en afbreuk doen aan de eerzucht en den machtshonger der kopstukken. Daarvoor wordt dus de waarheid maar verdraaid, ja ©rger zelfs, wordt den „bewusten" volgelingen de waarheid valsch en leugenachtig voorgesteld. Daarvoor wordt ook weer deze protestmeeting gehouden, waar men opnieuw met de oude leugens om trent de Pensioenwet en de Tariefwet zal schet teren. Hoe vaak deze leugens ook weerlegd zijn, komt er niet op aan, de trouwe „bewusten" slikken ze wel opnieuw. Met groote woorden en in opzweependen toon zal men de arbeiders weer vertellen van die slechte Arbeidersverzekering, waarvoor de Re geering zelfs premies van de betrokkenen, van de direct belanghebbenden, premies die bestemd waren om daarvoo-* brood voor vrouw en kin deren o horribile dictu te koopen, durft eischen terwijl de uitkeeringen gelijk zijn aan aalmoezen. Hoe verschrikkelijk, niet waar? Waarom laat men de patroons deze premies niet betalen De patroons behooren niet tot den gevleiden arbeidersstand en daarom zijn deze aangewezen om te betalen voor hunne onder- hoorigen. Dit is immers een gevolg van de meerwaardetheorie die, socialistisch in haar aard, leert dat de arbeider recht heeft op meer loon dan hij verdient. Maar neen, ook dat kan de heeren niet te vreden stellen en met deze stelling kan men den verbitterden en revolutionairen gedachtengang van een socialistisch hoofd niet kalmeeren. Daarom wordt deze stumperds dan maar wijs gemaakt dat Staatspensionneering de eenige ware en goede oplossing is waardoor de arbei ders tevreden gesteld worden. Dit is de eisch, die men stelt maar men vraagt zioh niet af of deze eisch voor vervulling vatbaar is. Wan neer men voor de vervulling geplaatst werd dan zouden er wel andere dingen komen kijken en zou men zelfs met een successieverhooging van elf millioen, aooals nu door den „financier" en „economist" Vliegen wordt voorgesteld, niet de onkosten kunnen dekken. Bovendien vraagt men niet of de geheele arbeidersstand van eene der gelijke bedeeling gediend is, want het kleine troepje woelwaters dat zich bij de S. D. A. P. heeft aangesloten kan men toch moeilijk be schouwen als die Nederlandsche Arbeiderspartij. Wanneer men dan ook goed met den stand van zaken op de hoogte is. haalt men voor dergelijk gedoe minachtend de schouders op en verbaast men zich over de onnoozelheid van de arbei ders, die zulke nonsens gelooven en vertrou wen in de bewerkers van deze bedriegerij stel len. Want bedriegerij is heel deze beweging. Men toornt tegen de Invaliditeitswet, omdat deze vele misstanden uit de maatschappij wegneemt en den arbeider een zekere geruststelling voor den ouden diag geeft, dat voor hem een waar borg kan zijn om niet in het socialistische vaar water verzeild te raken, waardoor de kans om op de schouders van deze proletariërs naar bo ven te klimmen, geringer wordt; men fulmi neert tegen de Tariefwet, omdat daardoor de gelden gevonden worden, waardoor de invoering van het eerste mogelijk wordt. Het eene houdt onvoorwaardelijk verband met het andere en, waar de Invaliditeitswet niet meer tegen te houden is, daar wordt het nu maar eens ge probeerd met de Tariefwet. Doch ook dit zal de heeren volksdemagogen niet helpen, want de Tariefwet zal er komen trots den tegenstand der oppositie, daar zij moet dienen om het geld voor de Invaliditeitswet te vinden en tevens om de nationale nijverheid te bevorderen. Nu lezeu wij wel in het „Manifest" dat de Tariefwet vloekt met ons nationaal bedrijfsleven, dat ge toond beeft bij vrijen handel siob het besta te kunnen ontwikkelen, doch dit rijn praatjes, die door de bewijzen van het tegenovergestelde, welke wü dagelijks rondom ana kunnen aan schouwen, worden te niet gedaan. Men denke slechts aan de honderden werkloozen, die in ons land tevergeefs werk zoeken en aan de duizen den die de grenzen overgaan om hun brood te verdienen. Waar de Regeermg zioh nu worstelt de in- landsche industrie te bevorderen om den arbei der werk en brood te verschaffen, daar komt dit in de kraam van het socialisme weer niet te pas. Den werkman moet het niet zoo voor spoedig gaan; beter is het dat hij narigheid ondervindt en armoede lijdt want dan wordt hij een steunpilaar van het socialisme, dat zich nu in schijn zoo beijvert om zijn toestand te ver beteren. Zoo is dit manifest dus reeds te beschouwen als een voorproefje van de leugens, die de onge lukkige volgelingen van de S. D. A. P. morgen in Rotterdam te hooren krijgen. In opruiende taal en revolutionaire termen zullen zij opgezet worden tegen diegenen, die het waarlijk goed met hen meenen. Zelf niet in staat om over deze zaken een goed oordeel te kunnen vellen, gelooven zij alles wat bedriegers, opruiers en demagogen, die slechts aan eigen belang den ken, hun gelieven voor te zetten. Dat zij zelf de slachtoffers van deze manoeuvre worden, voelen deze arbeiders niet en kan de leiders niet schelen. Dezen willen alleen een arbeiders- betooging als een vlammend protest tegen het spelen der burgerlijke partijen met de arbeiders belangen, die tevens een flinken stoot zal toe brengen aan deze „wankelende" coalitieregee- ring als een „indrukwekkende" waarschuwing en aansporing tot hare opvolgers. Deze mani festatie is ook om een „onweerstaanbaren" roep om steun tot de kiezers te richten opdat dezen uiting zullen geven van „den vasten wil van het Nederlandsche proletariaat om te strijden voor die sociale hervormingen, die het voor zijne verheffing noodig heeft en van zijn groeiende maoht, om in dien strjjd eiken tegenstand te overwinnen." Arm proletariaat, de sociale hervorming die men "met alle geweld wil bereiken is het Alge meen Kiesrecht. Daarvoor moeten alle andere belangen wijken; daarvoor lijdt de invalide ar moede en gebrek omdat.de Invaliditeitswet niet tot stand komt en daarvoor schreit de vrouw van den werklooze in ?tilte en schreeuwen de kinderen om brood omdat de Tariefwet met kracht is tegengehouden. Het eerste zou den invalide brood hebben gegeven en het tweede den werklooze werk, doch dit strookte niet met de plannen der kopstukken. Dezen vinden het beter den arbeider knollen voor citroenen te verkoopen en daarom worden ze gepaaid met den eisch van het Algemeen Kiesrecht, dat door niemand verlangd wordt en een groote pas kwil is. Wij beklagen de slachtoffers van deze tac tiek en wij betreuren het ten zeerste dat er onder de minder ontwikkelden nog zoovelen gevonden worden, die verward raken in deze strikken en hun heil gaan zoeken bij deze volks bedriegers en onruststokers. Beter ware het, wanneer deze slachtoffers objectief werden in gelicht, zoodat zij zelfstandig konden oordeelen en wij zijn er zeker van dat zij dan de S. D. A. P. zouden verlaten. De uiterlijke schijn be driegt hier danig. Aan ons dus de plicht mee te werken dat de slachtoffers der socialistische tactiek zoo weinig mogelijk in aantal zijn. Laten wij het volk ver tellen, wat deze regeering reeds gedaan heeft voor de arbeiders en hoe zij nog veel meer ge daan zou hebben, zoo zij in haar werkzaamheden niet belemmerd ware geworden door de tactiek diergenen die zeggen te strijden voor de be langen der arbeiders. Wij moeten ben opwekken dat zij met alle macht steunen dit Rechtsche Ministerie, dat in werkelijkheid een zegen voor den werkenden stand is geweest en dat, zoo het bestendigd blijft, nog veel meer voor den ver drukten arbeider zal doen. Wanneer men hier daden tegenover woorden plaatst, dan weet men wel waar men aan toe is. Dan gaat men zeker niet naar Rotterdam om daar eenige leugens en ophitsingen te hooren, maar dan laat men de roode schreeuwers praten en werkt uit alle macht mee om dezen zomer de. roode elementen zoo weinig mogelijk in aantal en zoover moge lijk van de ltegeering verwijderd te houden. Russische uutebandieteu. Nu veel moeite ia de geheime politie te Moskou eria geslaagd, drie gevaarlijke apa ches te arresteeren, wier wijze van doen eenigszins overeenkwam met die van de automobielbandieten te Parijs, schrijft het Hbld. Tot terrein hunner werkzaamheid had den zij twee drukke naar Moskou leidende wegen uitgekozen, waar zij, in auto's geze ten, uitzagen naar slachtoffers. Meer dan honderd zware misdaden, waaronder ette lijke moorden, hebben zij op hun kerfstok. Uit het volgende lijstje van de door hen in de laatste weken gepleegde feiten kan men zich eenigszins een denkbeeld vormen van hun driest optreden. In die enkele da gen vermoordden en beroofden zij eenige wielrijders, stalen zij bij prinses Eristow de familiejuweelen, een waarde vertegen woordigend van een millioen roebel, staken zij de villa van den millionnair Procliorow in brand, schoten zij een aantal politie agenten dood en plunderden zij zes automo bielen. Tot de bende behoorden nog een aantal andere misdadigers, die meer speciaal werk maakten van het lichten van winkelladen. De politie heeft reeds maatregelen getrof fen om ook deze dieven ten spoedigste ach ter slot en jjrendel te brengen. De vrijmetselarij in Italië. De vrijmetselaars van het „Palazzo di Firenze" en de vrijdenkers van de „Por ta Angelica", waar de bond van Giordano Bruno zijn zetel heeft, hebben het besluit genomen de feesten ter viering van het Constantijnsche Eeuwfeest door allerlei be toogingen tegen te werken. De „Osserva- tore Romano" meldt daaromtrent: vooral de Giordano-Bruno-bond, welke met alle re volutionaire elementen, ook de anarchisti sche soort, bereidt zich voor tot een reus achtige anti-clericale beweging, om de radi caalste partijen politiek te doen zege vieren en aan het laïcisme de onbeperkte heerschappij te bezorgen; een strijd tegen de confessioneele scholen, tegen de onver breekbaarheid van den huwelijksband, te gen de kloosterorden en tegen ieder over blijfsel van verdraagzame verhouding tus- schen staat en kerk. Tegen dit drijven be veelt de „Osservatore" den katholieken een „wettige actie" aan. Tot nu toe waren de Katholieken wel niet onverschillig, maar te schuchter: „zij wisten zich niet van "het juiste middel te bedienen, dat het recht hun in handen geeft, om zich te onttrek ken aan de verdrukking van een minder heid". Dat moet nu anders worden, besluit het blad. De kerktoren van Orleans. Indertijd is gemeld dat de burgemeester van Orléans, een vrijmetselaar van de felste soort, bevolen had, dat de toren van de St. Paterne-kerk wegens bouwvalligheid zou af gebroken worden. Ondanks de protesten van de inwoners van Orléans, die groote som men voor de restauratie van den kerktoren hadden bijeengebracht liet de burgemeester met de slooping beginnen. De politie moest de sloopers bij hun werk beschermen. Dezer dagen werd broeder Rabier, zoo heet deze kerk-vervolger, naar Parijs ge roepen. Toen hij terugkeerde gaf hij bevel het sloopingswerk te staken 1 Do moord te Muhlheim. Men meldt in verband met den moord, in de kerk te Mulilheim gepleegd op pa ter Petrus Wengeler, dat deze laatste ge domicilieerd was in het klooster der Duit- sche paters Jezuieten te Valkenburg. Omtrent deze misdaad heeft de „Germa- mania" nog de volgende bijzonderheden me degedeeld: „Om zeven uur zou een Re quiemmis worden opgedragen voor de over ledenen der pa oehie. Vóór de H. Mis was er gelegenheid om te biechten. Tegen kwart voor acht sloop een man heel stil de kerk binnen. Hij had onder zijn mantel een jacht geweer verborgen. In een biechtstoel, dicht bij den ingang, was juist een jong meisje binnengetreden. De man sloop voort tot vlak bij den biechtstoel, schoof bliksemsnel, eer iemand het kon verhinderen, de gordijnen van den biechtstoel weg, richtte zijn jacht geweer en schoot den pater-missionaris mid den door het hart. De pater was onmiddel lijk dood. De dader is een 35 of 36-jarig man, Weinand geheeten en afkomstig uit Holland. Hij was de kerk binnen gekomen op pantoffels en had behalve het jachtge- weer nog een dolkmes bij zich benevens 13 patronen. Hij verklaarde zich ia den pe*» •oen vaa zijn slachtoffer te hebben vergi«( en bedoeld te hebben den pastoer, den eer», heer Weiter te vermoorden, wijl deze hens zijn „engelbewaarder had ontstolen"! Va«- daar dat men geloofde met ee* krankzinnig® te doen te hebbea. Do telegraaf LoadoftSas Francisco. Volgens de Haek'ay-maatsehanpij, in wier handen de voornaamste telegraafdiensten der Vereenigde Staeten zijn, zal de tot standkoming van een recbtstreeksche com municatie per kabel tusschen Londen e» St. Francisco mogelijk' zijn, John Gott, een Bnge'sch ingenieur, die. sedert 1834 aan het hoofd der maatschappij staat, vond een toe stel uit, waarmede de punten en streepjes van het Morse-stelsel kunnen overgeseind worden on een afstand van meerdere dui zenden mijlen. De Amerika-ansche pers prijst ten zeerste de uitvinding. Het postwezen in dienst der volksbescha ving. De Belgische regeering en de directie der Belgische posterijen beramen een grootsch plan, waardoor het postwezen zich met de volksbeschaving zou bemoeien. Men wil n.l. een soort gratis volksbibliotheek onrichten, en deze in de postkantoren onderbrengen. De boeken worden dan gratis aan het pu bliek verstrekt. Door de organisatie vart het postwezen kunnen de boeken van de diverse kantoren onderling geregeld ver-' wisseld worden. De lezers hebben bij het ontvangen van het eerste boek een borg stelling van drie francs te storten, tegen eventueel verloren gaan. De oprichting van' zulke boekerijen, zullen, vooral in de klei ne dorpen van het platteland, een bron vormen voor de volksbeschaving, de met betrekkelijk weinig kosten gepaard gaat. Chicago in geldelijke moeilijkheden. De „Daily Telegraph" verneemt uit New- York, dat daar ernstige berichten zijn ont vangen over den financiëelen toestand van de stad Chicago. De metropool aan het Mi- chiganmeer zou feitelijk voor een bankroet staan. Het stedelijk bestuur ziet zich ge noodzaakt de uitgaven zooveel mogelijk te bekrimpen. Het loon der stedelijke ambte naren en beambten kan sleclits met groote moeite en dan nog maar voor een gedeelte worden uitbetaald. Indien Chicago niet onmiddellijk wordt gemachtigd tot het uitgeven van een lee ning, zou de stad zich failliet moeten ver klaren. DE VOLKSBONDERS EN DE POLITIEKE STRI.JD. In „De Volksbanier" schrijft Maarten van Dordt over het vele werk, dat ons. wacht bij de aanstaande verkiezingen. Daaraan moeten ook de leden van den Ned. R. K. Volksbond nu eens meedoen, zegt hij, en vervolgt dan: Maar in den Bond hoort de poliiieke actie niet thuis. Hoe graag we ook de zegepraal van recht8 zien, ook nu hebben wij ons onvoorwaardelijk te houden aan den eisch; In den Bond geen politiek 1 Wij gaan deze stelling hier niet verde digen. Voor wie even nadenkt, is het da delijk helder, welke juiste redeneering hier aan ten grondslag ligt, en hoezeer deze gulden regel gehoorzaamheid verdient. Maar moeten wij dan in 1913 ons onbe tuigd laten? Geenszins. De Volksbonders zijn ook ourgers, ook Christen-mannen. En zij moeten daarom met kracht helpen in den grooten strijd van dit jaar. Nu heeft ook een Bonder maar één li chaam. Hij kan niet op twee plaatsen te gelijk zijn en niet tegelijk bij een kiezer zitten praten en een vergadering bijwonen. Daarom stellen wij voor, de vergaderingen van den Bond, zijn vak- en andere afdee- lingen en vooral die van de Prop.-clubs zooveel mogelijk te beperken. Zeker, heelemaal staken kunnen we niet. Nu, in de Vasten, moeten we voorberei den de zilveren bruiloft van onzen Bond. Maar na Paschen. Laten we dan de sociale actie eens 'n paar maanden laten rusten. En laten onze werkers zich ter beschik king stellen van de Kiesvereenigingen ol politieke Propagandaclubs. En nu moet ge niet denken, dat we dan zoo iets heel vreemds doen. I O iS) (Naar het Italiaansch.) il. Toen Livia in staat was hare kamer te ver laten, had een blanke sneeuwlaag den aard- heuvel, waaronder Rosecco's gebeente rustte, bedekt. De winter was ingevallen en hoogst verwonderd schouwde Livia naar den herme lijnen mantel, waarin de aarde gehuld was. Livia had nooit zooveel sneeuw te zamen ge zien, hel stemde haar weemoedig, treurig, en drukte haar gemartelde ziel nog sterker. Ze stond voor het venster, toeu de Gravin gevolgd door haren zoon, binnentrad. Livia bad den Graaf nog niet weergezien en do scène naast het lijk baars grootvaders stuud baar zoo verward en onbepaald voor den geest, dat ze alles hield voor koortsach tige voorstellingen, toen Wolfram met zijn koude, trotsche houding binnentrad, als al tijd, en op zijn gewone wijze zijne gelukwen- sciien aanbood. Toch kleurde een hoog rood hare wangen, toen ze Wolfram haar kleine hand bood en hij do sidderende vingers langer drukte dan het gebruik wil. i Ge huivert, mijn kind, sprak de oude dame. Dat komt van dat schrikkelijk wit kleed, antwoordde Livia, haar hand voor de oogen houdend. O, (lat zal gewennen. Het is u nog nieuw. Doch na eenigen tijd rijden we met onze arre- sleden door de besneeuwde wouden en ge zult zien hoeveel genot onze winters opleveren. Livia schudde het hoofd. Ik begrijp niet, toe gij dien akeligen aanblik kunt verdragen. Mij scbijut deze sneeuw een groot doodskleed, dat boomen en bloemen bedekt. Ze sprak bet woord „bloemen" en schrok. Dat ze niet eerder eraan had gedacht. 1 Mijn anjelieren, riep ze uit, naar een an der venster ijlend, wie heeft mijn anjelier weggenomen? i Niemand had ze weggenomen, want geen enkele had aan de bloemen gedacht, j Ze stonden nog tusschen de dubbele ven sters. Livia beproefde te vergeefs met baar sidderende vingers het raam te openen, al de kracht van Wolfram was noodig om het vast gevroren raam los te rukken. Daar stond haar anjelier dood en bevroren. Wat vroeger bloem was, vertoonde nog slechts ren zwart skelet. Toen Livia in hevige smart de plant wilde wegnemen, viel ook de vaas in tweeën, want de hevige vorst had den pot doen scheuren en tusschen hare vingers bleef slechts een harde klomp aarde. Mijn anjelieren zijn dood, riep zij uit, in r_*t ene armstoel vallend. De laatste Rosecco-an- jeiier. Een barbaarsche vorst lieeft ze gedood. O, spreek niet van een nieuw leven. Voor deze bloemen bestaat geen hoop meer, dat ze tot bet leven zullen terugkeeren. Zo snikte krampachtig en onophoudelijk en haar lichamelijke zwakte vermocht haar niet te kalmeeren. Voor deze smart vond de goede oude dame geen woord van troost, hulpeloos stond zij naast Livia. Zeker, de anjelieren zijn onherroepelijk verloren dacht de Gravin. Wanneer slechts iemand de bloem had be merkt, het ware immers zoo gemakkelijk ge weest, ze den tuinier te geven, die haar zou verpleegd en verzorgd hebben. Ach, hield de kleine nu maar op met weenen. De t.ranen brachten haar de anjelier toch niet weder. Misschien zou een glas wijn goed voor haar wezen. Vlug verliet de Gravin het vertrek om hare gedachte uit te voeren. Wolfram stond een weinig onbeholpen naast Livia's sfoel, onbesloten of hij haar toespreken, of zich teergevoelend zou terug trekken om het meisje alleen te laten met hare smart. Hij verlangde ernaar haar troost toe te spreken, haar in zijne armen te slui ten en de woorden te herhalen, welke hij op den bewusten Novemberavond tot baar ge sproken had, die zij echter scheen vergeten te hebben. Kon hij haar sleclits zeggen, dat bij haar slaaf was, dat hij niets vuriger wensebte, dan haar zijn leven toe te wijden, en haar gelukkig te maken! Zijn verstand echter zeide hem, dat het oogeublik voor eene verklaring nog niet ge komen was. Terwijl hij nog aarzelend naast haar stond, hield Livia plotseling op met weenen en hare oogen met den zakdoek dro gend, staarde zij hem aan. Haar adem ging nog snel na de hevige op gewondenheid, hare stem echter klonk vast, bijna hard, toen zij meer tot zich zelve dan tot liern sprak: Hoe dwaas van mij te wee nen! Wat ligt er dan aan gelegen of de Ro- secco anjelier dood is of niet! Misschien is bet beter zoo. De bloem had toch geen waar de meer voor mij, sedert ik Guido verloor. Hare rol is ten einde! De Rosecco-anjelier is dood als mijn eigen hart! 1 Door het binnentreden der Gravin, werd Wolfram verhinderd haar te antwoorden. i XIV. 1 OP HET MEER. f Livia kwam langzamerhand bij en was weldra in staat op sclioone dagen korte sle devaarten te ondernemen. Hare oogen hadden zich zoetjes aan het witte sneeuwkleed gewend en ook de angst, welke zij in het begin voor de snelheid der sledevaart koesterde, was allengs geweken, ja zij had er zelfs genoegen in gekregen. Behaaglijk in een warmen pels gebuid en naast de Gravin zittend, vond zij in die blik semsnelheid een soort afleiding. Kerstmis bracht vele gasten naar bet slot Sturmberg, want bet was gewoonte, dat de familie Ültenfels en andere vrienden dien tijd tot Nieuwjaar daar verbleven. Gaarne bad Wolfram deze gewoonte afgeschaft, doch hij kou geen voorwendsel vinden, om de be zoeken te ontgaan. Hij gevoelde wellicht, dat hij meer dan één geheim voor de blikken der naburen moest verbergen. In weerwil van al zijn zelfbeheersching, bemerkte men spoedig dat sedert den afge- loopen zomer eene groote verandering met graaf Sturm had plaats gehad. De heeren konden niet begrijpen, boe plotseling zijn hartstocht voor de jacht verminderd was en ook de dames waren verrast, nu eens over zijn koude onverschilligheid jegens liaar, dan over de overdreven heuschheid. Het meest echter was Ebba Ottenfels ver wonderd, die met het vaste plan naar Sturm berg was gekomen om bet als bruid des gra ven Sturm te verlaten. Hare zuster Kuna was sedert eenige weken de bruid van een jongen baron Riesentlial, die zich ook onder de gasten bevond. Ofschoon de gasten Ebba en Wolfram als bruidspaar beschouwden, bad barones Oh- tenfels niet het minste van Wolframs lip pen vernomen wat zij als een huwelijksaan zoek zou kunnen beschouwen. Misschien ver- vulde de (lag van morgen haar wensch, want dan zou men schaatsenrijden od het naburig

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1913 | | pagina 17