Restanten. P. W. TWEEHUIJSER, BarteljoHsstraat 27. Tel. 1770. Restanten.
BINNENLAND.
NIEUWS UIT OEN UMTBEÏ.
VROOLIJK ALLERLEI.
Boekbeoordeeling,
Sport en Wedstrijden.
ONDERWIJS.
Scheep vaartberichten.
HET GEBED DER KINDEREN.
Wij hebben dezer dagen medegedeeld het
turieuze stukje dat prof. Struycken in „Van
Onzen Tijd" schreef over het kindergebed
voor den uitslag der verkiezingen.
De „Gelderlander" drukt ook dit vreem
de stukje in haar kolommen af, en schrijft
daaronder het volgende, waarmede wij, zoo
als al uit ons bijschrift bij het stukje bleek,
het volmaakt eens zijn:
Zijn er velen onder ons katholieken,
die, dit lezende, niet het hoofd schudden?
Wat is er voor den christen vreemds
in een gebed voor den strijd?
Hebben niet te allen tijde de strijders,
die God vreesden, den zegen van den
Heer der heirscharen afgesmeekt over
hun wapenen vóór zij ten strijde togen?
Wie denkt hier niet aan Gideon, aan
de Kruisvaarders, aan den slag van Le-
panto, aan De Ruyter, aan Körner's diep
ontroerend „Gebet vor der Schlacht"?
Zij hielden zich overtuigd voor een
rechtvaardige, heilige zaak te strijden en
aarzelden dan ook geen oogenblik, Gods
hulp in te roepen in den strijd van
mensch tegen mensch.
Waarom zouden wij dan aarzelen te
bidden om de overwinning, als ook wij
ons overtuigd houden, dat die overwin
ning ons volk ten zegen zal zijn?
Om de wetenschap, dat in den strijd
maar al te veel het klein menschelijke
een rol zal spelen?
Maar die wetenschap is juist een reden
om, op het voorbeeld der groote, edele
strijders van alle tijden, ons diep voor
God te verootmoedigen, Hem te smeeken
dat wij rein en zuiver mogen zijn van
onheilige bijoogmerken en alleen zijn hei
lige zaak voor oogen mogen hebben, opdat
onze ongerechtigheden geen beletsel mo
gen zijn voor de zege, die wij Hem af
bidden.
In plaats van iets vreemds, zien wij
in het gebed vóór den strijd veeleer iets
natuurlijks, iets hoog verheffends.
Als wij God niet zouden mogen vragen,
als helper aan onze zijde te staan, dan
zouden wij den strijd zelfs niet durven
strijden. „Buyten Godt is 't nerghens vey-
ligh", zei Vondel terecht.
En nu onze kinderen.
Niemand denkt er aan, hen te willen
inwijden in de geheimen der politiek, die
zij nog niet kunnen begrijpen. Maar het
is hun zeer goed aan het verstand te
brengen, dat het bij de verkiezingen gaat
over de keuze der mannen, die hef land
zullen regeeren; dat het van het hoogste
belang is, hoe die keuze uitvalt; dat wij
ons uiterste best willen doen om tot heil
van land en volk de wijste, de beste,
de braafste mannen gekozen te krijgen,
dat wij daarop den zegen van onzen Lie
ven Heer vragen en dat zij ons moeten
helpen dien zegen af te bidden.
Wanneer hun dat, naar hun bevatting,
duidelijk wordt gemaakt met dien tact,
welken wij van onze katholieke onder
wijzers mogen verwachten, dan zien wij
d: urin niets leelijks. Integendeel, dan be
schouwen wij dat als in hooge mate op
voedend voor het leven van strijd, dat
hen later als groote menschen wacht.
Ten slotte de opmerking dat het niet
aan de onderwijzers, maar aan de ouders
behoort, te beslissen of de kinderen op
school zullen bidden.
Die is volkomen juist; maar feitelijk
hebben de ouders, door hun kinderen aan
de katholieke school toe te vertrouwen,
al beslist dat dezen zullen worsen opgeleid
oin tot God te bidden in alle noodwen
digheden des levens.
Wij kunnen ons moeilijk voorstellen,
dat katholieke ouders bezwaar zouden
maken, hun kinderen te laten meebidden
voor een aangelegenheid, waarvoor onze
Bisschoppen reeds de gebeden van pries
ters en kloosterlingen gevraagd hebben,
ongetwijfeld in de verwachting dat heel
het katholieke volk zich daarbij zal aan
sluiten.
Poü.ieke slitnmelingen mogen lachen
met het kindergebed, wij schuddên er
het hoofd niet over, maar knikken in
stemming.
Wij denken aan het sublieme woord
van dr. Schaepman over den Kinderkruis
tocht
De wijsheid der Hellenen
Vergaat in al haar trots.
De dwaasheid van die kleenen
Is toch de wijsheid Gods.
VIJFJES EN TIENTJES.
Op de vraag, hoe het komt dat gouden
vijfguldenstukken rooder zijn dan de dito
tienguldenstukken ontving de redactie van
„De Natuur" het volgende antwoord van
den heer Hoitsema, 's rijks muntmeester.
De gouden vijfejs en de gouden tientjes
worden van dezelfde legeering vervaardigd,
en wel op geheel dezelfde wijze, wat be
treft, het Uiterlijk. Men mag dan ook, in
't algemeen, niet van een verschil van kleur
spreken, al zijn er onder de 10-gulden
stukken wel eenige van iets te gele tint.
Beide munten moeten de kleur van de
legeering zelve hebben (100 goud, 100 ko
per), maar men heeft natuurlijk rekening
te houden met den minderen of meerderen
glans, dien de stukken, afhankelijk van
ouderdom en circulatie, hebben behouden.
De muntplaten van beide soorten worden
buiten toetreding van lucht gegloeid en dan
in verdund zwavelzuur gelescht. Laat men
daarbij wel lucht toe, waardoor het koper
gedeeltelijk oxydeert, dan zal na behande-
deling met zuur de kleur van het metaal
meer geel worden.
Noch bij ons, noch bij het meeste buiten-
landscho goud, volgt men echter deze han
delwijze. Wel is dit het geval bij de ook
hier vervaardigde dukaten (die bovendien
het hooge goudgehalte van 983 duizendsten
hebben), waarvan de kleur dan ook hoog
geel is.
schoon, wij meer schoolschheid, meer regel
zouden toejuichen. Zijn we haar dankbaar
voor haar toevoegsel, dat ons laat mee pro-
fiteeren van haar pelgrimage naar het H.
Land, we hopen dat zij uit haar voorwoord
weglichten zal het nietszeggend woord van
den ontmaskerden huichelaar Tyrell.
Betreuren wij in Nova Vetera een te
kort aan sckerp-logischen opbouw; we vin
den er volop echte eerlijke piëteit, warme
geloofsovertuiging en veelzijdige kennis.
B.
Nova et Vetera. Apologetische
brieven aan een modern pro
testant, door B. T. P. Wasz-
klewici vai Scl;i fgaarde. Bij
de Holiandia-drukkerij te
Baarn.
Sinds de Apologetische Vereeniging de spa
de in den grond stak en meer systematisch
de zoo vruchtbare terreinen begon te be
arbeiden, bleven de arbeiders niet uit.
Werkwilligen waren er niet alleen in over
vloed, maar ook het terrein was groot ge
noeg opdat ieders kracht en talent daar het
zijne kon bijbrengen tot de voorbereiding
van een goeden oogst'.
Apologetische brieven hadden we echter
nog niet. Dat de zoo gunstig bekende brief
schrijfster van „de Tijd" en de „N. H. C."
zich bij voorkeur aan dit genre waagde,
zal wel niemand verwonderen, die het be
nijdenswaardig talent dezer begaafde dame
gadesloeg.
Als de too verprinses in het bosch schijnt
ze slechts haar staf, ik wil zeggen, haar
pen, behoeven te nemen, en als hupsche
kabouters springen en dartelen de zinnen
in het rond. 't Is dan ook geen wonder
dat dit jongste boek van haar zoo prettig
leest, dat het u volstrekt geen moeite kost
het tot het einde toe door te gaan. Ze kent
de causerie toon en weet de lezer te boeien.
Maar we spraken van een waagstuk, want
al kan men een madame de Sevigné zijn,
als het den vorm betreft, men is daarom
niet altoos een madame de Stael als 't aan
komt op den inhoud.
Voor wie apologie wil schrijven is noo-
dig kennis, diepe en breede kennis van
de zoo diepgaande en wijdvertakte vraag
stukken van den godsdienst. En naast ken
nis en juist inzicht, voorzichtig oordeel, pië
teit en warme geloofsovertuiging.
En wie dan niet een of ander leerstuk
of geschilpunt wil bespreken, maar een an
der wil toonen, hoe logisch de bovenbouw
van de Roomsche kathedraal rust op den
onderbouw, hij dient daartoe meer dan ha
bitué te zijn in de kerk.
AL kan iemand meenen dat „de vrucht
van zijn studie toonen" ostendere en „zijn
studie toonen" twee aparte dingen zijn; één
ding loochent toch de aandachtige lezer van
Nova et Vetera niet, dat het geheel veel
studie, veel eruditie verraadt.
Maar zoo gaarne zag men dan ook bij
zooveel kennis, wat meer orde en regel
maat; als we eerst op den koepel en dan
op het altaar en dan op de gewelven wor
den gewezen; als we van de archiefkamer
naar den toren worden gebracht, en dan
weer naar de doopkapel, zal men gaarne
gelooven aan de veelzijdige kennis van
zijn cicerone, maar bij meer logischer rond
en opgang toch grooter practisch resultaat
bereiken.
Of ge op blz. 11 de oplossing van de
vicieuze cirkel zoo gelukkig meent gevon
den, of ge door Nova et Vetera werkelijk
overtuigd zijt geworden laat ik in het mid
den. M. i. had een scherpe uiteenzetting
van wat wij en wat de Protestanten ver
staan onder traditie hier meer en afdoend
licht gegeven.
De schrijfster maakt van de zoogenaamde
intieme kenmerken voor de waarheid van
den godsdienst een dankbaar gebruik. Soms
niet wat al te veel?
Het geheel is zeker een aanwinst, of-
VOETBAL.
GEEL-WIT II—„WOESDUIN" I.
Als om 2 uur wordt begonnen blijkt al
dadelijk dat Geel-Wit sterker is en het weet
dan ook spoedig twee-maal te doelpunten.
Door missen der Geel-Wit-achterhoede weet
Woestduin echter spoedig gelijk te maken.
Vóór rust sooort Geel-Wit nog twee keer,
ort Woestduin maakt een goal. Stand met
rust 43. Na rust maakt Geel-Wit nog een
doelpunt, zoodat deze wedstrijd een welver
diende 53 overwinning brengt voor Geel-
Wit n.
BelgiëHolland te Antwerpen.
Voor den op Zondag 9 Maart te Antwer
pen plaats hebbenden traditioneelen wed
strijd om „Het Koperen Dingetje" tussehen
do nationale elftallen van België en Neder
land, heeft het bestuur van den Belgischen
Bond een bepaald aantal entrée-biljetten ver
krijgbaar gesteld bij het secretariaat van den
Nederlandsehen Voetbalbond, Van Boetze-
laerlaan 29, Scheveningen, tot 6 Maart.
De Hollandsche Spoor laat op 9 Maart een
goedkoopen trein loopen van Amsterdam
naar Haarlem, Leiden, den Haag, Delft en
Schiedam (niet van Rotterdam), en daar ten
vorigen jarevan dezen trein gebruik werd ge
maakt door personen, die den wedstrijd niet
gingen bijwonen, waardoor de voetbal-sup
porters geen kaarten konden krijgen, werd
dit jaar met de administratie van den Ne-
derlandschen Voetbal Bond overeengekomen
dat door dc plaatsen-bureaux van de Hol
landsche Spoor geen goedkoope reisbiljetten
verkrijgbaar zullen worden gesteld dan op
vertoon van een toegangsbewijs voor den
wedstrijd, dat dus van te voren bij het Bonds-
secretariaat moet gekocht worden.
De reisbiljetten voor den goedkoopen trein
worden aan bovengenoemde stations alleen
op 3 Maart uitgegeven op vertoon van het
eutrée-biljet voor den wedstrijd. Op de vol
gende dagen tot 6 Maart aan personen die
geen entrée-biljet hebben. De voetbal-li ef-
hrbbers dienen er dus op den bepaalden dag
tijdig bij te zijn, om teleurstellingen als ver
leden jaar te voorkomen.
DE COMPETITIESTAND.
eeniging en Patronage-vereeniging staan on
der haar leiding. Deze loge kenmerkt zich
door hei-antikatholieke richting.
Demokratia-loge (Budapest). Haar leden
houden zich thans hoofdzakelijk met tie
schoolkwestie en met agrarisch-sociale vraag
stukken bezig. De Loge wil een groot we-
reldsch verbond stichten, waarvan het doel
is, de schoolkwestie in de Hongaarsche poli
tiek tot punt van behandeling te brengen. Op
het program zouden deze punten staan: 1.
Het volksbewustzijn te doordringen van de
noodzakelijkheid van schoolhervorming. 2.
Het werken der scholen met nauwlettende op
merkzaamheid gade te slaan. 3. Hervorming
van het schooltoezicht. 4. Oprichting van re
form-scholen voor proefnemingen. 5. De ou
ders der schoolgaande kinderen in vereeni-
gingen samenbrengen, die in den geest van
de Loge voor schoolhervorming willen wer
ken. 6. Het schrijven van een leekenmoraal
en het nastreven van den eisch, dat deze in
de verschillende scholen bij wijze van proef
onderwezen worde. 7. Verwereldlijking der
school. 8. In het geheele land propaganda te
maken voor het denkbeeld, dat ieder onder
wijzer verplicht is de stelling te verkondi
gen, dat alleen godsdiensloos onderwijs goed
I onderwijs kan zijn. Deze loge voert een in
de pers heftige campagne tegen de katholie
ke scholen. Toen de salaris-kwestie aan de
orde was, heeft de loge veel aanhangers ge
wonnen. Thans werken de broeders al sinds
maanden aan een algemeene staking van de
Hongaarsche onderwijzers 1
Könyves Kalman-loge (Budapest). Ook deze
loge houdt zich vooral met het onderwijs be-
zig. De leden zijn meest onderwijzers van
het lager- en middelbaar onderwijs. Ze geeft
bovengenoemd paedagogisch tijdschrift uit;
van haar ook gaat uit de Hetze tegen de
Maria-congregaties.
Alföld-loge (Szolnok). Haar voornaamste
werk is do opvoeding der j.eugd in mapon-
nieken geest. „Overeenkomstig haar oud
grondbeginsel heeft zij verschillende paeda-
gogen aan den vrijmetselaarsketen gebon
den." Zij is een landelijke actie begonnen
tot het stichten van provinciale loges en heeft
daarmede reeds goede resultaten bereikt.
Minerva-loge (Budapest). Ze wil een ma<?on
niek kindertijdschrift uitgeven. De daartoe
benoodigde 25.000 kr. zijn echter nog niet
bijeen.
„Dat de andere loges het terrein der school
niet braak laten liggen, laat zich denken. Ge
lijk in Hongarije, zoo is ook in bijna alle
landen de Loge op schoolgebied ijverig in
de weer; met welk gevolg, blijkt wel in Span-
je, Portugal en Frankrijk. Daarom is liet
zeker tijd, dat de geloovige elementen zich
aaneensluiten, om de christelijke school te
verdedigen."
Overleden. A. v. Noord 30 j. L
J„ z. van M. Drost en M. Vis 5 j. A.
van Breda, echt. van A. van Egmond, 58
j. D. Duivenbodo echtg. van J. Drost,
68 j. T. van Leeuwen, wed. van M. Don
ker, 61 j. F. F., d. van J. Th. Homan
en J. W. v. d. Voort, 20 maanden.
HAARLEMMERMEER. Geboren: d. van H.
van der Oetelaarvan der Leest. 2 d. v.
J. GedaanMulder. z. van B. Meyer
Betjes. d. van A. M. GrootemanVerleun.
is na de
Zondag
gespeelde wedstrijden als
volgt:
Sparta
16
12
3 1
27
47 15
1.69
D. F. C.
16
12
2 2
26
53—21
1.60
H. V. V.
16
8
2 6
18
46—34
1.12
H. B. S.
16
5
5 6
15
25—34
0.94
Ajax
16
6
2 8
14
20—34
0.87
V. O. c.
16
5
3 8
13
27—25
0.81
Quick
16
5
3 8
13
24—36
0.81
H. F. O.
16
5
1 10
11
29-44-
-0.69
Velocitas
16
1
2 13
4
22—62
0.25
Biljartséance.
Te Amsterdam is tussehen de heeren Ro-
bijns en Wiemers een biljartséance gehou
den, georganiseerd door de Biljartvereeni-
ging „Amsterdam" en die eindigde met een
overwinning van Robijns, die daarvoor de
gouden medaille ontving.
Robijns maakte 1600 punten in 137 beurten;
Wiemers 1234 in 136 beurten.
De lieer Robijns werd door zijn tegenstan
der, die ridderlijk erkende niet te kunnen
spelen, zooals R. dit doet, gelauwerd.
VRIJMETSELARIJ EN SCHOOL.
Karei Hussar, lid van de Hongaarsche Ka
mer, publiceert in de Bonifatiuskorrespon-
denz no. 2 het derde jaarverslag van de groot-
loge van Hongarije, waaraan het K. S. eenige
bijzonderheden ontleent, die betrekking heb
ben op de werkzaamheid der loge op school
gebied.
Eötvös-loge (Budapest). Elf onderwijzers
ontvingen gratificaties voor hun maconnieken
arbeid op paedagogisch terrein.
Koning I.adïsiaus-logo (Grosswardein). Dei
loge heeft een abonnement op het.:, vakblad
Uj Korszak (Nieuwe Tijd) voor honderd on
derwijzers van het comitaat van Bihar voor
uit betaald. Volksbureau, Kindervriend-ver-
BURGERLIJKE STAND.
VELSEN. Geboren van 1521 Febr. z. v.
M. van Roden—Kooi. z. van G. Hoogeduin
Oorthuis. z. van F. M. ter VoortBe
ringen. z. van H. DemmersSnellenberg.
d. van J. GlasZwart. z. van G.
Stam—Zwart. d. van G. Voorting—Hester-
beek. z. van O. Vlaarkamp—Buiter.
d. van D. MinkemaFöreh. d. van E.
StamPrins.
Ondertrouwd: F. Schipper en M. v.
Riessen. O. J. v. He ijst en C. Ch. Mel-
sert. E. Zonneveld en C. vaa Wieringen
A. van den Dool en A. Siewertsen.
'GetrouwdW. A. Ch. Jonkman en N.
Bakker. J. Louwen en H. Mars. W.
Bos ©n D. Schipper. S. Wielinga en J.
j Zwemmer. P. Schellevis en J. H. Rans-
huijsen. E. K. J. Bortling en J. J. Plugge.
Overleden: J. O. Smit 18 j. T. Hoog-
tvorst 46 jaar. J. P. Polló 38 jaar.
A. N. en Adv.
BEVERWIJK. Geboren: z. van O. J. Voor-
derhaak—Nijssen. z. van A. M. Gerritse
Schook. z. van M. P. Bootv. d. Kloot.
WIJK AAN ZEE EN DUIN. Geboren: z.
J. A. SlatmanVan Zon. z. van A. A. Nio-
manSchoo.
Overleden: A. M. Heine, 12 dagen.
NOORDWIJK. Geboren: 16 Febr. d. vaa
M. B. Schroder en M. Voorneveld. d. van
O. J. de Groot en C. M. Hiep. 17 Febr.
d^van J. de Bruin en H. Vijnands.
Overleden: 14 Febr. R. v. d. Haak,
60 j. 16 Febr. O. v. Reijzen, 57 j.
17 Febr. J. Plug, 27 j. 18 Febr. J. Vink
78 j. 20 Febr. L. Verloop—van Duijn, 51 j.
WARMOND. Overleden: W. J. Oudshoorn
48 jaar.
Ondertrouwd: K. J. v. d. Laan en
M. M. J. Oh. Moor.
SASSENHEIM. Geboren: d. van H. van
Munsteren en M. v. d. Star. d. van H.
J. Th. Hulsbosch en M. A. v. d. Krogk
IJMUIDEN, 24 Febr. O.
Gearriv. 24 Febr.:
Iris, 3. Stettin.
Vertrokken 24 Febr.:
Rotterdam, s. Newyork.
NEDERL. STOOMVAARTLIJNEN.
Kon. der Nederlanden, van Amsterdam n.
Batavia, pass. 22 Febr. Perim.
Vondel arriv. 23 Febr. te Batavia vaa
Amsterdam.
Bacchus arr. 23 Febr. te St. Ubes van
Algiers.
Castor vortr. 23 Febr. v. Lissabon naar
Algiers.
Leda vertrok 23 Febr. van Pillau naar
Amsterdam.
Neptunus vertrok 23 Febr. v. Piraeus n.
Smirna.
Stella vertrok 23 Febr. v. Algiers naar
Salonica.
Titan vertr. 23 Febr. v. Cuxhaven naar
Amsterdam.
Polyphemus, van Batavia n. Amsterdam,
vertrok 21 Febr. van Port Said.
Alcinous, v. Java n. Amsterdam, pass. 22
Febr. Perim.
Ophir, v. Rotterdam n. Batavia, arriv. 23
Febr. te Southampton.
Medan, v. Batavia n. Rotterdam, pass. 23
Febr. Perim.
Menado, v. Batavia n. Rotterdam, pass. 24
Febr. vm. Dover en wordt hedenmiddag al
daar verwacht.
Amsbelland, v. Amsterdam n. Buenos Ayres
vertrok 22 Febr. van Santos.
Eemland arriv. 22 Febr. te Buenos Ayrea
van Amsterdam.
Zaanland, v. Amsterdam n. Buenos Ayrea
arriv. 22 Febr. te Fernambuck.
Frisia, v. Amsterdam n. Buenos Ayres
vertrok 23 Febr. van Vigo.
Callisto, v. Rotterdam n. Wilmington, ver
trok 22 Febr. v. Hamburg.
Gorredijk, v. Cuba en Mexico n. Rotterdam,
arriv. 22 Febr. te New-Orleans.
Maartensdijk, v. Rotterdam n. Cuba Mexi
co en New-Orleans pass. 22 Febr. 8 u. nm.
Prawlepoint.
Wittekind, v. Rotterdam n. Portia d. M.
pass. 22 Febr. Dover.
Epsom, v. Philadelphia n. Rotterdam, pass.
23 Febr. 3.20 n.m. Wight.
Zaandijk arriv. 22 Febr. te Newyork vaa
Rotterdam.
Rijndam, v. Rotterdam n. Newyork vertr.
22 Febr. 2.30 n.m. van Boulogne s.M. en pass.
Jason, v. Rotterdam n. Madras, pass. 22
Febr. Perim.
Juno arriv. 22 Febr. te Napel3 v. Genua.
Mercurius arriv. 23 Febr. te Carthagena v.
Malaga.
Apollo vertrok 23 Febr. v. Holtenau naar
i Neufahrwasser.
Diana, v. Neufahrwasser n. Amsterdam,
vertrok 24 Febr. v. Brunsbuttel.
GOEDE RAAD.
„Verbeeld je, die Muller heeft zich ver
meten, mij te zeggen dat ik 'n schobbejak
ben. Wat zou jij doen in mijn plaats?"
j „Ik. zou 't vooral niet verder vertellen 1"
AARDRIJKSKUNDE.
Een Engelsche krant beweert, dat er in
Amerika aardrijkskundige schoolboekjes ini
gebruik zijn, waarin o.m. deze vraag voor
komt:
Vr.„Wat is Londen?"
Antw.: „Londen is—do voornaamste stad
van een langwerpig eilandje aan de kust
f van Frankrijk."
ZOO NIET BEDOELD.
Een jonge man krijgt van zijn medicus
den raad, eiken dag een uur vóór het ontbijt
warm water te drinken.
„Heeft u het gedaan?" vraagt de dok
ter hem later.
i „Ik heb mijn best gedaan, dokter",
antwoordt de jonge man, „maar ik heb het
maar tien minuten lang kunnen uithouden."
„Hbld."
Hoe? U staat alleen op deze wereld en
hebt niemand, tot wien ge u kunt wenden?
Neen, niemand. Ik sta alleen, gansch
alleen!
Wat wilt ge dan beginnen, arm kind?
vroeg de Gravin met ontwakende deelne
ming. Waar zult gij leven en hoe?
Ik weet het niet, zeide het jonge meisje
moede. Ik denk naar Florence of Pisa, of
misschien naar Bologna te reizen; het is mij
onverschillig waarheen ik ga,zoolang ik ar
beid vind voor mijne naald. Ik hoop, dat ik
met borduren in mijn onderhoud zal kunnen
voorzien.
Gravin Sturm had een onrustigen nacht
en bracht vele uren slapeloos door, gekweld
door twijfel en plannen. Wereldlijke voor
zichtigheid ried haar, de afreis van Livia
niet te verhinderen, als het eenige middel,
Wolfram van zijn dwaze neiging te genezen;
haar go'ed hart verzette zich tegen de ge
dachte, de arme wees in de gevoellooze we
reld te stooten. Eindelijk had zij een plan,
dat met beide zeer vereenigbaar was.
Zoodra de dag aanbrak, sloop zij in haar
nachtjapon naar Livia's kamer.
Beider onderhoud duurde lang; toen zij
scheidden waren alle bijzonderheden der
vlueht vastgesteld. Livia morst weg, hieraan
viel niets te veranderen; ze behoefde echter
niet heel ver en onbeschermd de wijde we
reld in te gaan om zich daar het brood door
arbeid te verdienen. De eenigo eisch was,
*'ch voor de oogen van Wolfram te verber-
gfn, en welke betere schuilplaats zou zij kun
nen kiezen dan liet klooster St. Notburga?
Gravin Sturm nam het op zieh de aangele
genheid met de abdis te regelen. Zij zou Li
via ongetwijfeld liefderijk opnemen, waar
voor deze diensten, zooals het versieren der
kapel met naai- en borduurwerk, zou bewij
zen.
Daar graaf Wolfram het plan had opgevat
naar eene verre jacht op everzwijnen te ver
trekken, kon Livia, lang voordat hij terug
kwam, in dit toevluchtsoord verborgen zijn;
onder den schijn eener reis naar Italië zou
een vertrouwd bediende, op wiens stilzwijgen
men rekenen kon, Livia begeleiden. Daar zou
zij een vreedzaam en naar de Gravin hoopte,
ook een gelukkig thuis vinden. Den volgen
den zomer zou het dan nog tijd genoeg wezen
om voor haar verdere toekomst te zorgen.
Livia vermocht geen beter voorstel uit te
denken. Na de smartelijke gebeurtenissen der
vorige weken en maanden, verlangde zij naar
rust en eenzaamheid, en waar kon zij die be
ter vinden dan in het vreedzame klooster?
XVTI.
LENTE.
De winter was van langen duur geweest en
streng. Toen Livia eers in haar smal, hel
derwit kloosterbedje ontwaakte, kwam zij tot
de ontdekking, dat de aarde weer baar lente-
gewaad had aangetrokken. Dezelfde natuur,
die zij voor eenige dagen had gekend als een
witlokkig moedertje, had nu hare vermom
ming afgeworpen en aan hare blikken ver
toonde zich nu een jonge stralende bruid
de lente. De botten en knoppen, welke maan
den lang op een zonnestraal hadden gewacht,
sproten uit den grond en verheugden zich in
het leven. De beken en stroomen, zoolang in
ijsboeien gekneld en. tot zwijgen veroordeeld,
zij murmelden en huppelden door weide en
veld, als spelende kinderen.
De kalmte van het kloosterleven had Li
via's zielstoestand genezen. Nadat zij alles
verloren had, vat haar lief en dierbaar was
in de wereld, wilde zij ook niet meer er in
torugkrereii. Bedrogen en verlaten door den
man dien zij boven alles had bemind, zocht
zij nu slechts haar troost in God.
Toen zij voor het eerst der abdis haar
wensch mededeelde, den sluier te willen aan
nemen, om zich geheel aan God te wijden,
schudde de kloeke vrouw het hoofd. Kind, ge
zijt te jong voor zulk een gewichtigen stap.
Gij kent u eigen hart, nog niet.
Een hart? Ik heb geen hart meer, ant
woordde Livia treurig.
Veronderstel echter, dat uw verloofde
plotseling terugkwam, dat gij ontdektet, dat
hij u steeds trouw bleef.
Dat is niet mogelijk, eerwaarde moeder.
TT weet, het is onmogelijk. Waarom zou hij al
dien tijd gezwegen hebben? Neen, hij heeft
mij vergeten!
De laatste was eene vraag, waarop de lange
ervaring der abdis geen antwoord kon geven;
toch streed het tegen haar geweten, zulk
jeugdig wezen, dat van de wereld nog zoo
weinig wist, toe te staan, zich door onher
roepelijke beloften te verbinden; zij had reeds
zoo menig gewond hart zien genezen, zoo
menig vernietigd bestaan zien opbloeien, dat
zij dat rassche besluit niet kon goedkeuren.
Zoo dikwijls dan ook Livia die bede herhaal-1
de, in 't novicaat opgenomen te worden,
raadde haar moeder Kunigonde nog te wach
ten en zichzelve op de proef te stellen.
Een namiddag evenwel ontving Livia een
brief, die oorzaak werd, dat deze aangelegen
heid bespoedigd werd. Een brief was een
zeldzaam voorval in haar eentonig leven, en
oen zekere opgewondenheid maakte zich van
haar meester, toen zij de liandteekening van
haar vriendin Guilla Mazetti ontwaarde, de
vurige mondaine, wier oppervlakkig gepraat
de eerste oorzaak was geweest, dat in Livia's
gemoed twijfel rees aan Guide's trouw.
De lange dweepende brief hield voorname
lijk gloeiende beschrijvingen in over haar nu
zes maanden oud zijnde eersteling, in welke
de dwaze moeder alle mogelijke en onmoge
lijke goede eigenschappen ontdekte.
Ik kan u niet beschrijven, ging zij voort,
hoe gelukkig ik ben. Sedert Baby's geboorte
leerde ik eerst begrijpen, waarom ik op de
wereld ben. Het gevoel, niet meer een ijdel,
nutteloos lid der maatschappij te zijn te
weten, dat men iemand toebehoort, en dat dit
geliefd wezen mijn uitsluitend eigendom is,
o Livia, dat is eene weelde, die ik zelfs nooit
gehoopt had, in mijne droomen. Zoudt gij wil
len gelooven, dat ik niet meer den geringsten
wensch koester, gezelschappen en bals te be
zoeken, en dat 'tvoor mij een grooter genoe
gen is mijn kleinen engel in slaap te wiegen,
dan de schoonste opera bufia, die ooit werd
opgevoerd, bij te wonen?
Livia las deze teedere ontboezemingen, ter
wijl zij in den kloostertuin over het breede
kiezelpad tussehen de goed onderhouden
bloemenperken voortschreed. Bloemen van
alle soort en kleur bloeiden er in weelderigen
overvloed en een meerlenpaar huppelde be
hoedzaam heen en weer, vlijtig halmen en
veertjes zoekend, tot het bouwen van hun
nest. Onwillekeurig vulden Livia's oogen zieh
met tranen. Zieh bewust te zijn, dat men ie
mand toebehoort, en dat het geliefde wezen:
geheel uw eigendom is deze woorden gre
pen haar in het hart.
Een jaar geleden behoorde zij ook iemand
toe, doch de droom was vluchtig en kort, erf
het ontwaken had eene bitterheid nagelaten,
welke door niets te verzoeten was.
De kloosterklok luidde voor de vespers, en
met een zucht vouwde Livia den brief dicht,
om in huis terug te keeren. Toen zij het
schrijven weder in het couvert wilde steken,
bemerkte ze in deze een klein briefje met het
uitknipsel eener courant. Zij nam het en las:
P.S. Nadat ik mijn brief gesloten had,
viel mij eensklaps in, dat gij eenmaal veel
belang steldet in de schoone miss Maud Ni-
colson, die 't vorig jaar zoo'n groot opzien
in onze hoofdstad verwekte. Hierbij voeg ik
een uitknipsel van een onzer locale bladen.
(Wordt vevolgd).
doelp.
gesp.g^w
gel. ver!.punt. v. t.
gent.
Haarlem
16
8
3 5
19
38-26-
-1.19
d. van C. W. Hopmanvan den Heuvel.
23 Febr. 11.30 v.m. Scilly.