Het ondoorgrondelijke
geheim.
BINNENLAND.
Roomsche opvoeding.
BUITENLAND.
Au Bon Nlarché.
Noyons.
Haarlem-Brussel. I Handschoenen voor alle gelegenheden.
IX.
Niet alle rakkon leenen zich cr zoo toe
do godsdienstkennis der leerlingen uit to brei
den, als het lezen dit doet. Ik noem bij
voorbeeld schrijven en rekenen. Schrijven kan
echter ook nog in zijn voorbeelden heel wat
hansluiting met het godsdienstonderwijs ge
ven, terwijl van don anderen kant, juist het
rekenen voor don socialistischen onderwijzer
een middel kan zijn om ongemerkt en zon
der dat het to controleeren is, zijn ideeën
reeds over te gieten in het kinderhart. Maar
al waren er nu ook vakken, die on3 niet
het minste voordeel voor de uitbreiding der
godsdienstkennis bezorgden, dat zou voor den
tegenstander nog geen roden zijn, waarop
hij zich beroepen kan. Wij, voorstanders van
do Katholieke school, behoeven niet aan te
töonen dat wij juist in alle vakken be
paald Katholiek onderwijs kunnen geven. Ons
recht op eigen scholen is reeds ten volle
aangetoond, wanneer wij bewijzen, dat er
slechts één of desnoods meerdere vakken zijn,
waarbij aansluiting met het godsdienstonder
wijs mogelijk en gewenscht is. En dat heb-
ben we voor het lezen reeds gedaan.
Toch zal liet zeker zijn nut hebben, eens
na te gaan hoe verschillende andere vakken
zich daartoo ook bijzonder leenen. Ik. noem
het vak Nederlandsoho Taal. Heb onderwijs
hierin heeft een tweeledig doel. Ten eer
ste: Wij moeten de leerlingen zoover bren
gen, dat ze instaat zijn later een fatsoenlij
ken brief te schrijven, dus op papier hun ge
dachten ordelijk en geregeld weer te ge
ven. Ten tweede: Ze moeten dat weten te
doen in den daarvoor gebruikelijken vorm,
of liever, ze moeten de woordjes goed we
ten to schrijven. Om dit laatste te berei
ken, laat men de leerlingen zoogenaamde taal
oefeningen maken, en nu zit het Roomsche
van ons onderwijs niet hierin, dat in zoo'n
taaloefening ieder 5 tal zinnetjes afwisselt met
één zoogenaamd „Roomsch zinnetje". Ik ge
loof. niet, dat dit ons voel voordeel zal aan
brengen. In hot eerste zit hot voordeel. Wij
willen de leerlingen hun gedachten ordelijk
leeren uitdrukken, het middel daartoe is: het
hen heel dikwijls laten doen. Oefening brengt
ook hier do kunst. In schoolscho termen ge
zegd: We laten do leerlingen dikwijls een
opstel maken. Daarbij laten we de kinderen
maar vertellen over iets wat ze beleefd of
gezien hebben, we laten hun een stukje van
hun eigen leven in eigen woorden weerge
ven, een brief schrijven is immers precies
hetzelfde.
Duizend onderwerpen zijn aan te geven:
Ons huis, mijn kleine broertje, onze hond, hoe
pelen, een sneeuwpop maken, leeren fiet
sen, 's avonds gezellig thuis, een hoed te
water, winkels kijken, enz. enz. Het ge-
heele kinderleven, alle voorvalletjes, ze
leveren stof om over te schrijven.
Ge merkt al, hoe onze Katholieke school
hier weer over een reeks onderwerpen kan
beschikken, die de openbare school niet mag
aanroeren, onderwerpen juist, die ons bij
de katholieke opvoeding der kinderen van
onberekenbaar nut zijn." Ik bedoel hier de
onderwerpen, die met godsdienst en kerk
in verband staan. De voorbeelden liggen
hier weer met hoopen voor hot grijpen:
Mijn avondgebed, 's morgens naar de kerk,
in de kerk, 's avonds in het Lof, het al
taar, in de Catechismus, ik ga te biechten,
ik ga te communie, het Kerstkribbetje in
de kerk, enz. enz. Ik noem nog: verschil
lende verhalen uit Bijbelsche en kerke
lijke Geschiedenis mot eigen woorden laten
weergeven, de beteekenis van de voor
naamste feestdagen laten behandelen.
Bij ons snijdt het mes dus van twee kan
ten. Do leerlingen leeren evengoed stellen
als op de openbare school, de hoofdzaak
toch, wil dit onderwijs vruchtbaar zijn,
de belangstelling, is bij de leerlingen zeker
aanwezig. Bovendien echter wordt de gods-
dienstkennis der leerlingen bevestigd en
versterkt, en mocht een of andere zaak
een onkelen leerling nog niet duidelijk zijn,
de onderwijzer komt het nu juist te we
ten, en kan, nu juist afdoende, het ver-
keerdo even recht zetten.
Zoo zal ook dit onderwijs dus den leer
ling meer belangstelling brengen voor zijn
godsdienst, zijn godsdienstkennis verster
ken en uitbreiden, en het zijne er toe bij
dragen, om reeds van jongsaf den leerling
bij al zijn doen en laten te doen medele
ven met zijn Heilig Geloof.
o
Een massa-bokeering in Eugeland.
In een brief uit Londen aan de „Patri-
ote" wordt besproken de overgang tot de
Roomsch-Katholieke Kerk van drie en twin
tig monnikken, onder wie de abt van het
Benedictijnerklooster op liet eiland Caldy,
en van dertig vrouwelijke religieuzen uit
het Klooster St. Bride.
Men zegt, dat deze bekeering de zwaar
ste slag is die de Anglikaansche Kerk na
de bekeering van later Kardinaal Newman
getroffen heeft, van welke laatste bekee
ring een bekend Staatsman zeide „dat zij
aan de kerk een slag had toegebracht, dien
zij nog niet is te boven gekomen."
Men vreest vooral den terugslag van de
bekeering dezer Benedictijnen eu Benedic
tinessen iu de ritualistische parochieën van
Londen en Oxford, waar zij zeer vele vol
gelingen en bewonderaars hadden.
De geschiedenis der stichting van het
klooster van Caldy, is zeer interessant.
Benig© jaren geleden zeide een jong ge
neesheer, do heer Garlyle, dat hij 'liever
zich wilde wijden aan de genezing der zie
len, dan van het lichaam. HÜ wilde de
orde van den H. Benedictus in de Angli-
oaansche kerk doen herleven. Hij ging in
het Novicaat bij de Paters van Cowley, een
Anglicaansche congregatie te Oxford, waar
van de meeste leden Katholieke priesters
geworden zijn.. Na een jaar verzamelde hij
om zich heen eenige vrienden, die op zijn
voorbeeld het kleed van den H. Benedic
tus aaunamen en wiens kloosterregels zij
onderhielden.
Na meerdere wisselvalligheden vestigde
de nieuwe congregatie zich op het eilandje
Caldy, dicht bij Tenby, dat een Anglicaan
sche pastoor do Rev. William D. Bushell
hun in eigendom afstond.
Daar waren nog de ruïnen van een oud
klooster van vóór de Reformatie. De nieu
we Benedictijnen restaureerden de kerk en
de oude gebouwen, waarvan zij een soort
pension voor vreemdelingen gemaakt heb
ben, terwijl zij een nieuw klooster bouw
den.
Carlyle, die den naam van Aelred een
Angel-Saksische heilige had aangenomen
en als abt van het klooster optrad, had
zich in verbinding gesteld met Dr. Grafton,
bisschop van de episcopale kerk der Ver-
eenigde Staten en zich door dezon priester
laten wijden. (Men weet dat de priester
wijdingen in de Anglicaansche kerk niet
geldig zijn, omdat hunne bisschoppen niet
de opvolgers dor Apostelen genoemd kun
nen worden).
Toen deze bisschop gestorven was richtte
dom Aelred zich tot den Anglicaan-
schen bisschop van Oxford dr. Gore, en
vroeg hem het toezicht over hunno beide
kloosters op zich to willen nemen.
Deze verklaarde dit op zich to willen
nemen, doch stelde voorloopig do volgende
voorwaarden die later mogelijk door
andere gevolgd zouden wordendat de re
ligieuzen zouden verzaken aan de dogma's
van de waarachtige tegenwoordigheid van
Jesus in de H. Eucharistie; van de On
bevlekt© Ontvangenis der H. Maagd Maria
en Hare ten Hemelopneming en bovendien
aan allo godsdienstige oefeningen en ge
woonten, die met deze dogma's verband hou
den.
„Dat nooit!" riepen dom Aelred en zijne
gezellen. En terzelfder tijd kondigden zij aan,
dat zij zich zouden onderwerpen aan de
Kerk van Rome.
Do schrijver van dezen brief heeft verno
men!, dat do abt van Marodsous en de
Roomsch-Katholieke bisschop van het dio
cees zich naar Caldy zullen begeven om
met de neophyten de détails te regelen van
hun afzwering van de dwaling on hun op
neming in de orde van den H. Benedictus.
Het is te begrijpen, dat deze gebeurtenis
in Anglicaansche kringen en in 't bijzonder
in de „High Church" een grooto emotie
heeft verwekt.
Noderlandsoli in Frankrijk.
'A'aiï een opstel in „Neerlandia" over den
toestand en do opkomst van het Vlaamsch
in Frankrijk ontleenen wij het volgende:
Eenerzijds beschouwt men het (d.w.z. het
Vlaamsch in Noord-Frankrijk) als een bol
werk voor een Katholiek reactionnair stre
ven, anderzijds doemt, wat de uitwendige
politiek betreft, het spookbeeld op van
staatkundige afscheiding.
Wat het eerste betreft is dat gevaar ïiiet
onoverkomelijk', omdat er ook wel Republi-
keinsche Vlamingen zullen voorkomen en
tevens juist in Vlaanderen Lemire staat met
zijn partij, dio practisch tracht aan te too-
nen, dat men Katholiek kan wezen en to-
vens do Republikeirsche beginselen toege
daan zijn, en dio zelve het bewijs is, dat
men geboren Franschsprekend Franschman
kan zijn, en toch warm voorstander van
het Vlaamsch in Frankrijk. Niettemin blijft
het gevaar bestaan, dat men, evenals nog
van zekere zijde in België, ook in Frank
rijk' aanvankelijk een opleving van het
Vlaamsch als anti-na Hinaat gaat beschou
wen. Dat dit gevaar niet geheel en al denk
beeldig is, bewijst het feit, dat, toen de
zen zomer eenige leeraars en leerlingen van
het Koninklijk Vlaamsch Conservatorium te
Antwerpen in Fransch-Vlaanderen eenige
Vlaamsche zang- en voordrachtavonden wil
den inrichten, de onderhandelingen in Belle
afsprongen, omdat men de menschen daar
had wij3 gemaakt, dat hun streven panger-
manistisch was. To Steenvoordo en Haze-
broek genoten zij gelukkig die medewer
king wél, en naar allen schijn is het hun
thans, althans voorloopig, gelukt, overal
waar zij optraden, dien laster, den kop in
te drukken, ook to Belle.
Maar naarmate het Vlaamsch herleeft, zal
de Verguizing toenemen. Laat ons dus het
gevaar onder de oogen zion.
Mogen er hier of daar heethoofden eens
opluiken, die nergens ontbreken, drio droo-
mon van een Groot-Nederland, niet in gees
telijken zin, maar in staatkundigen zin, la-
tan zij zich dan geen illusies maken:
Fransch-Vlaanderen ig Vlaamsch van taal,
maar bovenal Fransch van overtuiging. Wie
do kerkhoven in dorpen en steden bezoekt,
zal overal een gedenkteeken ontwaren, ge
wijd aan do nagedachtenis van do zonen,
die voor het grooto Frankrijk vielen, zal
op menig dorpsplein een gedenkteeken zien
opgericht van dezelfde strekking.
Zooals Oostenrijk, Duitschland, en Duitsch
Zwitserland naast elkaar staan en Frank
rijk', Waalsch-België en Fransch-Zwitser
land, zoo kunnen Nederland, .Vlaamsch-Bel
gië en Fransch-Vlaanderen naast elkaar
staan. Eén in taal, drieledig in staatsvorm.
Een frank' is een frank, of er een konings
hoofd op gestempeld staat, of de vrijheids
maagd, als hot gehalte maar goed is.
Gedaan wordt or veel in stilte, wat nie-
niemand nog ziet. In de Vlaamsche koppen
woelt het e.n groeit het, zonder dat een
buitenstaander de diepte peilen kan. Er
hoeft voor Fransch-Vlaanderen slechts oen
man op to staan als Conscience, en het
pleit is gowonnen. Immers zij arbeiden in
stilte, in dagbladen waar zij het Vlaamsch
haast ongemerkt binnenleiden, in het huis
gezin!, waar zij het aloude Vlaamsch in eero
houden, in zich zelf waar zij hun Vlaam
sche kennis trachten te verdiepen en ver
dichten. Van den kansel waar zij het volk
langzaam opleiden van hot platvioersche
Vlaamsch', doorspekt mot Fransche woorden
en begrippen, tot hooger geestelijk peil;
in het studeervertrek, waar zij uit oude
bronnen opsporen al wat hot Vlaamsch ras
in Frankrijk wrocht in dicht en weten
schap 1).
Nog staat te Roodebeek'e overeind de Hol-
landsch-Vlaarnscho Protestantsche gemeen
te.
Te Duinkarko bestaat er een Hoilandslch
Zeemanshuis (Rue Gaspard Malo).
To Eecko bestaat er oen Rederijkerska
mer: „De Verblijders in 't Kruys".
In den aanvang, van September 1912 to
gen zes hoeren uit op een rondtocht door
Fransch-Vlaanderen waar zij, toondich
ters en voordragers, deels leeraars en deels
leerlingen van het Koninklijk .Vlaamsch
conservatorium van Antwerpen de macht
van het gezongen on gesprokén Vlaamsche
woord zouden doen voelen aan de bewo
ners van Fransch-Vlaanderen.
Maar zij hebben het daarbij niot 'gelaten.
In overleg mot do notabelen ter plaatse
richten zij leergangen in om er langza
merhand too to raken, dat in iedere stad,
in ieder, dorp een avondschool voor
Vlaamsch ontsta. Do eerste komen in Ha-
zebroek en in Steenvoorde. De dagbladen
zuilen langzamerhand hun Vlaamsche ru
briek' uitbreiden enz., enz.
Als dus de voorteekenen niet bedriegen,
zal binnen afzienbaren tijd een jong
Vlaamsch leven zich ontwikkelen in het
Noorden van Frankrijk. En indien het aan
de ongeveer 150.000 Fransch-Vlamingen, die
in een haast aaneengesloten geheel de lan-
1) Naar Abbé' Descamps mededeelde, zijn.
er nog 80 parochiën waar. in 't Vlaamsch
gepreekt wordt,
douwen benoorden het heuvelland van Ar-
tesië bewonen, gelukt de taal der vaderen
te handhaven, opent zich voor het Neder-
landsche ras een nieuw verschiet. De
lachende veklen langs de Leije, het land
van Breedenaerdo tot Kales, misschien de
van diepe dalen doorsneden krijtheuvols van
Artesië en 't. lancl van Boulonnais, waar
dorp na dorp nog de oude Germaansche
namen draagt, zouden een nieuw arbeids
veld kunnen zijn voor vrije boeren, die een
voor een de plaats zouden innemen van ido
wijkende eigen bevolking.
Het Dietsche ras telt nu in Noord-Wes
telijk Europa ruim 10.000.000 zielen. Nog
is er vrij voldoende ruimte in 't eigen land
sinds de bodemcultuur bij ons verbeterd
werd. Misschien vergroot Noord-Nederland
zijn gebied nog met een <leei der Zuider
zee. Maar een grens voor gezonde ontwik
keling zal spoedig bereikt zijn als onze
voorspoedige aangroei niet te zeer. daalt.
Ernstige brand.
Een ernstige brand is in de handelswijk
van Yokohama in Japan uitgebroken. Do
beurs, zijdenfabrieken winkels en 250 an
dere gebouwen zijn uitgebrand. De schade
bedraagt anderhalf millioen yen.
Woelige stakers.
Ernstige opstootjes hebben zich Maandag
'to Brooklyn voorgedaan, in verband met
de voortgezette staking der werklieden in
het confectievak. Een aantal stakers viel
een groep niet-stakers aan, kwetste velen
van hen en doodde een persoon. De on
ruststokers kouden slechts na herhaalde
charges door do politie uiteengejaagd wor
den.
Ongeluk met een locomotief.
Bij Coligny in het Fransche departement
Ain is een locomotief van een goederen
trein uiteenges prongen.
De stoker en de machinist werden gedood.
55. H. de Pans ongesteld.
Naar de Osservatore Romano mededeelt
lijdt Z. H. do Paus aan een bronchiaal-
katarrh. De audiënties zijn wel voorloopig
afgezegd, doch de ongesteldheid is niet van
ernstigen aard.
De „Osservatore Rornano" meldt d.d. 9
Maart, dat de toestand vhan den paus ver
beterd is. De zuster van den Paus scheen,
toen zij het Yatikaan verliet, aanmerkelijk
opgebeurd.
De ramp te Baltimore.
Volgens de laatste berichten zijn er bij
de ontploffing van het schip met dynamiet
te Baltimore 50 dooden en 60 gekwetsten
w.o. 15 doodelijk gewond. Dc schade wordt
op een half millioen dollars geraamd.
Een benzineonfcploffing.
Aan do B. Z. arn Mittag wordt, volgaas
de N. R. Ot. uit Rome geseind: Aan boord
van de nieuwe torpedojager Intrepid© is
tengevolge van een breuk in de pijpen de
benzine ontploft in de machinekamer. Ten
gevolge van het vastberaden ingrijpen van
den hoofdmachinist, welke don brand onmid
dellijk bluschtc, werd groot onheil voorko
men.
Een moord in Porzië.
Toen de directeur der Perzische douinan
te Boesjir, de delg Constant, na buitens
huis te hebben gedineerd, met zijn vrouw
in een rijtuig naar zijn woning terugkeer
de, hield een onbekende Pers het rijtuig
aan en lostte verscheiden revolverschoten
op do inzittenden.
oi Mevr. Constant was op slag dood; de
heer Constant is zwaar gewond.
Hampen der Duitsche Marine.
Het ongeluk, de Duitsche torpedoboot „S
178" bij Helgoland overkomen, herinnert aan
vroegere ongelukken, die de Duitsche vloot
getroffen hebben en door do „Berliner Lo-
kal Anzeiger" in chronologische volgorde als
volgt worden vermeld:
Den 2deu September 1860 ging hij een wer
velstorm in Oost-Azië de schoener „Frauen-
lob" verloren, 't kornetten-schoolschip Ama
zone zonk in November 1861 bij een orkaan
op do Hollandsche kust, het pantserfregat
Groszer Kurfurst den Bisten Mei 1878 bij Fol
kestone door een aanvaring, waarbij onge
veer 300 personen het leven verloren. Den
27sten October 1884 strandde in ©en storm
aan do westkust van Jutland het sclioolschip
„Undine", waarvan de equipage echter werd
gered. De kruiser-korvet August© ging in
het begin van Juni 1885 by een wervelstorm
in de golf van Aden verloren. Den 16en Maart
1889 strandde bij een orkaan in de haven van
Afia do kruiser Adler, en de kanonneerboot
Eber, waarbij ongeveer 100 officieren en ma
trozen het leven verloren. Den 16en Septem
ber 1894 had door het springen van een
stoompijp bij een oefentocht van het destijds
nieuwo pantserschip „Brandenburg" eene
vreeselijke ontploffing plaats, waarbij 39 per
sonen door de ontsnappende lieeten stoom
den dood vonden. Den 23sten Juli 1896 leed
de kleine kanonneerboot litis in een wervel
storm bij Shanghai schipbreuk, de grootste
helft der bemauning kon echter gered wor
den. Een zeer zwaar verlies trof de mariue
door het vergaan van de torpedoboot „S 26",
die in 1897 bij het binuenloopen in de Elbe
zonk. Hierbij verloor hertog Friedrich Wil
helm van Mecklenburg Sckwcrin met zeven
man der equipage liet leven. Vervolgens ver
loor de Duitsche vloot de opleidingstorpedo-
boot „S 42", dio den 24sten Juni 1902 op de
vaart van Helgoland naar Cuxliaven met
het Engelsch© stoomschip „Firsby" in aan
varing kwam. Do boot zonk spoedig en met
den commandant vonden nog drie man der
equipage den dood in de golven. De volgende
catastrophe had plaats in November 1905,
toen de torpedoboot „S 126" met den kruiser
„Undine" tijdens de nachtelijke manoeuvres
bij Bulk in aanvaring kwam. De torpedoboot
zouk spoedig daarna door een ketelontplof
fing, waarbij meer dan 20 man omkwamen.
Bij een ketelontploffing op bet schoolschip
„Blueher" in de Flensburger fjorden, den
6en November 1907, verloren acht personen
der bemanning bet leven. Den 14en Januari
1910 zonk bij ecu aanvaring bü Sasznitz do
torpedoboot „S 122", terwijl de torpedoboot
„S 12" den 18en Januari 1911 bij een ketel»
ontploffing verloren ging.
In aller herinnering leeft nog de catastro
fe voort, die plaats had met de duikboot
„U 3", die den 18 Januari 1911 bij een oefe
ning in den omtrek van do Kielerhaven bü
Hcrkeudorf zonk en waarbü de beide officie
ren en een lid dor bemauning omkwamen.
Een paar maanden daarna wewlen bü oen
ontploffing op den pantserkruiser „Yoi-ck"
twee manschappen gedood en drie man zwaar
gewond. Einde Juli 1912 sloeg de sloep van
bet linieschip „Thurtugon", die met 14 officie
ren en marinebea mbt.en bezet was, om. Twee
der opvarenden verdronken.
HET MINISTERIE VAN DEFENSIE.
Naar liet Hbld. verneemt zou bij de Re
geering het voornemen bestaan, om voors
hands geen maatregelen te nemen tot uit
voering-van den Algemecnen Maatregel van
Bestuur, waarbij de departementen van Oor
log en Marine werden saamgevoegd in één
departement van Defensie.
Zoowel in den Raad van State als in.'
Mavinekvingcn moeten veel bezwaren tegen
opheffing van het departement van Marino
bestaan.
Tot de Kamerverkiezingen zal de tegen
woordige toestand in ieder geval gehand»
haafd blijven.
UIT DE STAATSCOURANT.
Bij K. B. is met ingang van den tweeden
Dinsdag der maand Mei van dit jaar, be
noemd in den Kolonialen Raad der kolonie
Curasao, tot voorzitter M. S. L. Maduro,
en tot ondervoorzitter A. G. Statius Mul
ler, thans onderscheidenlijk' die functiën be-'
kleedende.
DE A..S. KAMERVERKIEZINGEN.
TOE BIJ DUURSTEDE. De Roomsch-
Katholieke centraio kiesvereeniging in het
district Wijk-bij-Duurstede, heeft het aftre
dende lid mr. J. B. L. O. C. baron do
Wyckerslooth do Weerdesteyn (R.K.) op
nieuw candidaat gesteld.
,Weer oen onvoorzichtige. Do barbier,
M. te 'Brake heeft, naar de Avondpost meldt,
Donderdag zijn zesjarig nichtje 'bij onge
luk doodgeschoten. Hij meendo, dat zijn re
volver niet geladen was en richtte het wa
pen op het. kind. Het schot ging af en
doodelijk getroffen stortte ljet kind neer.
M. is gearresteerd.
Inbraken. Dieven hebben uit dc wo
ning van juffrouw M., in de C. P. Tiole-
straat te Rotterdam, tijdons afwezigheid van
do bewoonster, een vloerkleed, een overjas
en het geld, dat zich in de muntgas
meter, bevond, gestolen.
Door overklimming, vermoedelijk van
de zijde der Oosterkade te Rotterdam, heeft
men zich aldU3 de N. R. Ct. toegang we
ien te verschaffen tot het kantoor van den
heer H. de V., expediteur, op den Haring-
99
FEUILLETON
(Naar het Amerikaansch).
6.)
I Arm kind, zucht hij, hoe zult gü uw le
aven slüten, als gij dezen gelezen hebt?
De millionnair heeft een onrustigen nacht.
iWat hy geschreven heeft, wekte een aantal
(onaangename herinneringen by hem op, de
oude wonden bloeden opnieuw. Toch is hy
reeds voor dag en dauw wakker en begeeft
\fcich naar buiten om zich in de koele moz--
(fenluclit te verfrisschen.
Met welken trein wilt u ons verlaten?
.'Vraagt mevrouw Sutherland, als hij in de
éetzaal komt.
Met den middagtrein.
Bijna den heelen voormiddag blijft Mr. Ro
lkan in de zaal, waar zyn kleindochter voor
ern speelt en zingt. Mevi'ouw Sutherland en
1 b willen hem naar het station vergezellen,
jouist voor zijn vertrek roept hij Ada op zijne
Ada, zoo begint hy met onvaste stem,
ik beloofde je.spoedig 'tgeheim van je le
ven bekend te maken. Het je mondeling te
zeggen, gaat boven müne krachten, daai'om
heb ik jo geschreven. Indien je dezen avond
dezen brief leest, zal je alles duidelyk zijn.
Lief kind, kon ik je die kwelling met myn
leven sparen, gaarne gaf ik het. Doch ik kan
niet, je moet het weten, en daai'om.... God
lielpe n.
Maar grootpapa, is 'tdan zoo vreeselük?
Ja kind, bid, voordat je dezen brief open
breekt, opdat ge niet bezwylct.
Bevend neemt Ada den brief aan.
God behoede je lief kind, binnen acht
dagen keer ik terug, en dan kun je hier blü-
ven of naar huis gaan, zooals je verkiest.
Mogen do Engelen je beschermen, totdat ik
terugkeer.
Hij kust haar op 't voorhoofd, geleidt haar
naar de deur en beveelt haar den brief on-
middellük weg te sluiten, opdat geen vreem
de hem leze.
Het rijtuig is voor, mevrouw Sutherland
on Ada brengen Mr. Rolian naar het station.
Arthur rijdt naast den wagen, vast besloten
den dag niet to laten voorbijgaan, zonder
zieli aan Ada to verklaren.
Als de trein niet meer in zicht is, verlaten
do achterblyvenden eerst het perron.
Go weent, Ada? zegt mevrouw Suther
land, en grootpapa blijft maar acht dagen
uit! Kom, we zullen in St. Mary eenige be
zoeken maken, dat zal u verstrooien.
Ada ware liever dadolyk naar Maplewood
tei'Uggekeerd, doch ze moest zich naar den
wensck van mevrouw Sutherland schikken.
Toen ze terugkeerden, neigde de zen ter kim
me. De dag was snikkend heet geweest, on-
beweeglük was elk blaadje op de boomen.
Angstig ziet Ada rond als Arthur haar uit
het ry'tuig helpt.
Er komt onweer, zegt hy'.
In de eetzaal toeft Ada niet lang, want zo
verlangt naar frissehe lucht en gaat naar
buiten. Nn is voor Arthus het gewenschte
©ogenblik gekomen. Hy volgt haar naar hot
terras.
Wat ziet er de lucht rooskleurig nit,
zegt ze.
Ja, 'tonweer komt dicliterby.
Do vreemde klank zyner stem doet Ada
naar hem opzien. Fluisterend bokent hy haar
zijn liofde, en met een kloppend hart ver
beidt liü 't antwoord van do rüko erfgename.
Mevrouw Sutherland zit aan 'traam, veol
to moe om haren waaier op te heffen. Nau
welijks vyf minuten na het vertrek van ha-
reu zoon wordt bezoek gemeld.
Waar is Ada? vraagt do dame des huizes.
Zis in den tuin gegaan, herneemt
Augusta.
Ga dan eens kyken, Gusta, ze is zeker
op hot terras en zeg haar, dat we haar in
het salon wachten en dat er bezoek is.
Langzaam gaat Augusta door do kastanja-
Iaan en reeds in de verte bemerkt zo den,
grooten slanken man naast Ada's witte go-
stal te.
Ik mag dus met grootpapa spreken,
Adat hoort zy hem zeggen.
En nu worden Augusta's wangen nog falee-
ker als zy bü het paar komt on hare bood
schap mededeelt.
Met een glimlach van geluk neemt Arthur
Ada's arm, terwül Augusta zwügend volgt.
In don salon komt ze niet meer, doch zij gaat
dadelük naar hare kamer.
VII.
DOOR DEN BLIKSEM GETROFFEN.
Een nooit gekend zalig geluk doortrilt
Ada's borst. Tot nu was haar loven een hel
dere Meidag geweest, doch heden gaat oen
paradys voor haar oogen open; haar geluk
kent geene grenzen. Eerst toen zy Arthur's
gloeiende liefdetaal hoorde, werd zij zich van
hare liefde bewust. Hoe dierbaar hij haar al
lengs geworden is en waarom z(j' Roderich
heeft afgewezen, wordt haar eensklaps dui
delyk. Hot kind is een maagd geworden,
voor wie vele dingen geen raadsel meer zyn.
Op hare kamer brandt reeds licht.
Ik zal nog een paar uurtjes opblyven,
Trinette, je behoeft niet op my te wachten.
Trinette, haar kamermeisje, gaat heen, en
Ada gaat aan hot venster zitten en staart
droomend in het donkero uitspansel. In de
nachtelyke stilte hoort zy duidelyk het zacht
gemisoh dor boomen, 't ritselen dor adders in
't onderhout eu nu en dan den vleugelslag
van een vogel.
Lang zit Ada daar in zoete droomea ver
zonken. Hare gedachten zweven iu dc toe
komst, door Arthur met lichte kleuren ge-
teekend, de grooto reis door Europa en den
volgenden winter weer te Cuba te midden
van magnolia's en accacia's en in deu zomer
j te Maplewood.
Als een lachend bloeiend landschap breidt
zich het leven voor haar geestesoog uit
te schoon om als een lata morgana te vcr-
dwünen.
De tüd verloopt; eerst als Ada opslaat om
zich ter rusto te begeven, valt haar oog op
de schrüftafcl, waarin zü den brief van groot
papa bewaart. In haren roes van geluk heeft
ze dien heelemaal vergeten.
Een rilling doorloopt haar. Wat mocht het
geheim zijn, dat nacht en duisternis over
haar levenspad zou brengen? Met bovemle
vingersneemt zy den brief, zü durft hem
niet meteen openen.
Wat ben ik dwaas, zegt ze, 'tzal zoo erg
niet wezen. Grootpapa ziet alles donker in en
overdraft do zaak. Het is geen misdaad, geen
schande, geen erfelyke ziekte en al moest it'
myn heel fortuin verliezen, 'tzou zoo erg
niet zyn.
Menigmaal bob ik gewonscht in een
klein zindelük huisje te wonen en eenvoudige
kleoren te dragen. Grootpapa wilde, dat ik
zou bidden, oer ik den brief las.
Bovon haar bed hangt hangt, eene Mater
HIEUWE HAARLEWSCHE COURANT
99