NIEUWE HAflRLEmSCHE COURANT
Het ondoorgrondelijke
geheim.
BUITENLAND.
BINNENLAND.
êu Boi? ülssrcfoé.
Haarieiti-ÜSsmssel. Handscfaoenen voor alle geSesgenheden.
volgende:
Mgr. Adplphc Nouel, de aartsbisschop van
San-Domingo, werd cenige maanden geleden
tot het voorloopig presidentschap der Domi-
nioaanscho republiek beroepen, na den val
van president Victoria.
ONVOLDOENDE VOEDING, VAN GEVAN
GENEN.
FEUILLETON
SSïkMiJMUBI ra.»*' "cwïTEJjauaaKi
DE SCHOLEN ZONDER GOD IN
FRANKRIJK.
Als een droevig bekroning op het helsche
■Werk van de revolutionnaire regeering in
Frankrijk zijn de wetten, die thans in de
Kamer behandeld worden en die niets meer
of minder bedoelen dan de ouders te dwin
gen hunne kinderen naar de openbare scho
len te zenden.
Ieder kent den geest van deze scholen
„zonder God", waar niet als bij ons een
zoogenaamde gevaarlijke neutraliteit be
tracht wordt, doch waarop het ongeloof
hoogtij viert.
Tegen dit satanisch drijven der maconnie-
kc regeering hebben, zooals begrijpelijk is,
de katholieke staatslieden hun stem ver
heven.
Aan de redevoeringen der heeren Grous-
seau en Piou ontleent „Le Patriote" het
volgende:
De afgevaardigdo van Lille, de heer
Grousseau, meent, dat de wezenlijke grond
van het échec der leekenschool gelegen is
in het conflict, dat zich openbaart tusschen
den gedaehlengang der onderwijzers en die
van de ouders der leerlingen.
Spr. .brengt in herinnering, dat volgens
de heer J. Ferry, den ontwerper der wet
van 1912 de school het geloof in God moet
onderwijzen en dat daartegenover in 1911
de heer Steeg, minister van onderwijs, de
lagere school heeft genoemd „de school zon
der God."
Een school zonder God moet, noodzake
lijk worden een school tegen God.
De heer Grousseau rechtvaardigt de in
menging van dc geestelijkheid in de school
kwestie. De eerste plicht van de geestelijk
heid is, te waken voor het zielenheil der
kinderen en de ouders voor te lichten. Hij
betreurt het, dat de ouders niets vermogen
tegen het mondeling onderricht der onder
wijzers. De vader heeft hot recht te wa
ken over het onderwijs, dat zijn kind ont
vangt en spr. zegt, dat de strafbepalingen
hem niet zullen kunnen verhinderen dit
recht uit to oefenen.
De tegenstanders van de vrije school, die
geen monopolie durven eische'n, zoeken al
lerlei middenwegen, die niemand bevredi
gen. Onder de onderwijzers zelf is geen
overeenstemming wat betreft do kwestie
van het monopolie. De heer Grousseau zegt
verwonderd te zijn over de belangrijke som
men, die men voorstelt voor de leeken
school, teneinde tégen dc vrije school te
kunnen strijden.
Frankrijk zal weldra de eenigc natie zijn,
waar het vrije onderwijs niet gesubsidieerd
wordt en waar men tracht hot te doen
verdwijnen. Spr. wijst dan op Holland, waar
het vrije onderwijs door een wet geregeld
is.
Hierop antwoordde Ferd. Buisson, dat dit
Ms anders is. Men kan aan de verschil
lende confgssioneele scholen gelijke subsi-
rFTo willen toekennen. Maar de Republiek
denkt er anders over: zij wil geen confes-
sioneele, of anii-corifessioneele school, doch
een nationale school, die open staat voor
alle kinderen waarin niets gezegd of gedaan
wordt, dat tegen iemands geloof of zelfs
ongeloof zou kunnen ingaan.
Do heer Grousseau zegt, dat dit een ide
aal is, geheel in strijd mot do feiten. Hij
beklaagt zich erover, dat de Staat dwaug
wil uitoefenen op de ouders door hen te
willen verplichten hunne kinderen naar de
leekenschool te zenden.
Volgens een onvervreemdbaar recht voor
God en de menschen vragen de ouders van
uwe onderwijzers de eerbiediging van hun
ne overtuiging en hun geloof, vragen zij
ongeschonden te laten dit hoogste erfdeel
van het gezin, dat is de waarborg van hun
zedelijke kracht en hunne verwachtingen.
Na deze door rechterzijde en centrum le
vendig toegejuichte re le, verkreeg dc pre
sident der „Action liberale" do heer Piou
het woord, die eveneens de noodzakelijk
heid betoogde aan den vader des huizes
het recht te laten om contrölo uit te oefe
nen over het onderricht, dat aan zijn kind
gegeven wordt.
Hij valt de wet heftig aan, die, zooals
hij zegt, aan don burger geen andere toe
vlucht laat, dan de welwillendheid, de fan
tasie, de gril van een minister.
Als men aldus de leekenschool moet ver
dedigen door voorrechten en schrik, dan is
dit, omdat de onmogelijke neutraliteit die
aanvankelijk een eenvoudige list was een
bedr.'cgelijk etiket is geworden, waarachter
is verborgen de scheiding van school en
God.
Uitvoerig gaat do heer Piou na de ont
wikkeling der leekenschool, die de geschie
denis heeft veranderd en de rol der H.
Kerk heeft omgekeerd.
Gij hebt, zeide spr. God aanvde deur der
school willen plaatsen, maar Frankrijk is
niet rijp voor een maatschappij zonder God.
Een beweging van geestelijke herleving
komt voort uit de puinhodpen die gij zelf
hebt doen ontstaan.
Er. komt een tijd, dat nieuwe geslach
ten zich zullen oprichten, het juk van al
die ondrageiijkheden zullen afschudden en
rekenschap zullen vragen van alle aansla
gen t.egeu het mcnschelijk geweten ge
pleegd.
Wij zijn nu gekomen tot dien tijdt
Ex-koning Manuel's huwelijk.
De Londensche correspondent van de Tel.
schrijft d.d. 4 Maart:
Er gaat hier een gerucht, dat binnenkort
't huwelijk van ex-koning Manuël met eene
Eugelscho prinses zal worden aangekondigd.
De jonge verdreven monarch van Portugal
verkeert tegenwoordig veel aan het Engel-
sche hof. De koningin-moeder, Alexandra,
heeft- veel met hem op. Met zijn moeder, ko
ningin Arnelie, is hij menigmaal bij haar to
gast. Naar verluidt, zou zij zeer gesteld zijn
op een dergelijk huwelijk. En als zijn a.s.
bruid noemt men een der nichten van ko
ning George.
Waarschijnlijk werpt het volgende daarop
eenig licht. Onlangs dejeuneerden hier ten
hovo met den koning en de koningin, de ko-
ningin-weduwe, Manuël en zijne moeder. En
des namiddags kreeg het koningspaar bezoek
van de xirincess royal, de zuster van koning
George en weduwe van den verleden jaar ge
storven hertog van Fife, met haar beide doc-h-
te,rs. Een dezer heet voor Manuël te zijn be
stemd. De oudste, prinses Alexandra en thans
ook hertogin van Fife getiteld, is 21 jaar;
haar zuster, prinses Mand, is twee jaar jon
ger. Zooals men weet, is Manuël 23 jaar.
Zijn huwelijk met een Engelsche prinses,
zóó nauw met den koning van dit land ver
want, zou hem, voor het herstel van zijn
troon, goed te pas kunnen komen. In verhand
daarmede verdient het ook wel de aandacht,
dat aanzienlijke Engelsche bladen af en toe
onverholen den gang van zaken van de Por-
fugcesche republiek afkeuren. Vooral de be
handeling der gevangen royalisten aldaar
vindt hier nu en dan scherpe afkeuring. Ma
nuel slaagde er bovendien in, vrij zeker (lqor
de tact zijner moedor, zich hier tamelijk po
pulair te maken. Hij interesseert zich Ijverig
voor Engelsche sport. Hij woont allerlei wed
strijden en vertooningen geregeld bij en ver
keert druk in de hooge kringen van dit land.
Zijn vroegere gezant te Londen, markies do
Sovcral, bevordert hier in stilte zijn zaak ook
onverpoosd.
Do Missionarissen in den Congo.
Mgr. Roelens, apostolisch, vicaris van den
Opper-Congo, heeft een nieuw schrijven gericht
tot minister Itenkin.
IIij laat nogmaals het licht vallen op de.cam
pagne dio tegen do missionarissen gevoeïd
wordt. Hij herinnert aan de beruchte rede van
Vandervelde en aan het rondschrijven dat on
middellijk daarop door den viee-gouverneur-ge-
neraal Chisluin tot de ambtenaren gericht
werd en waarbij verboden werd dienststukken
aan vreemden te verstrekken. Een dier „vreem
den" is zeker de logem an Vander velde geweest
en de gedienstige ambtenaren staan als loge-
broeders bekend. Bovendien is bet in de jongste
verdachtmakingen een staande trek dat het
steeds gaat over de moraliteit der missionaris
sen die verdacht moet worden gemaakt. De pre
laat verhaalt dan hoe huichelachtig do ambte
naren optreden. Een.igen tijd geleden vervoegde
zich een ambtenaar bij een der missieposten en
werd gastvrij ontvangen. Naar het scheen was
het een zeer vroom heer, later bleek dat hij tot
de lasteraars behoorde.
Ten slotte verklaart Mgr. Roelens dat liet
ontkennen van de vrijmetselaarseoalitie in den
Congo, en de medeplichtigheid van zekere amb
tenaren, het loochenen der klaarblijkelijkheid is.
Een regeoringsmaatregol.
Uit verschillende Pruisische districten, het
laatst nog uit 't district Kassei, wordt vermeld,
dat de regeeringspresid enten verordeningen
hebben uitgevaardigd, waarbij de algemeen ge
bruikelijke bekendmakingen van ondertrouw en
huwelijk door de couranten verboden worden.
Als reden voor dit verbod wordt in de eerste
plaats aangegeven, het lastig vallen van de
bruidslieden door leveranciers enz. van huwe
lijksuitzetten, meubelen, luiermand enz.
Maar in hoofdzaak is het verbod een maat
regel tegen de propaganda voor het Neo-Mal-
thusiapismo. Het is toch bekend, zegt de G. K„
dat de Burgerlijke Stand in de dag- en week
bladen den leveranciers een welkome adressen
lijst levert voor de aanprijzing hunner waren,
waarbij vaak brochures over Neo-Mialthusianis-
me gevoegd worden. Om dit zooveel mogelijk te
voorkomen, is het verbod uitgevaardigd, dat
zich langzamerhand wel over heel Pruisen en
daarna over geheel Duitsohland zal uitstrekken.
Do nederlaag der socialisten.
De geweldige nederlaag der socialisten,
die een groot fiasco gemaakt hebben met de
intrekking der stakingsbedreiging, het
einde van die opgeschroefde herrie, nog
voordat die zou begonnen zijn, heeft in do
Belgische politieke wereld een grooten in
druk gemaakt.
Het voornaamste is dc vraag, Wat de re
geering thans zal doen, nu men niet langer
dreigt maar vraagt.
De Brusselsche co»r. van het II. v. A.
echrij ft
Men weet, dat in do eerste redevoering
over de in overweging neming van het so
cialistische herzieniugyvoorstel, het achtbaar
kabinetslioofd verklaard heeft, dat, zoo de
bedreiging van algemeene werkstaking niet
ware ontstaan, hij er lang aan gedacht zou
hebben het provinciaal en gemeentelijk kies-
vraagpunt te onderwerpen aan eene com
missie, van dewelke hij zelfs namen voor-
uitzette.
De meerderheid nam akte van die ver
klaring en sprak ze niet tegen; zij blijft
dus bestaan. Maar het gouvernement heeft
er ook bijgevoegd, dat het er eventueel
aan hield, dat eerst de Kamer eene reeks
ontwerpen van zedelijk, maatschappelijk en
staathuishoudkundig belang zou stemmen,
waartusschen men rangschikt dc werk
manshuizen, do schoolwet, het orediet dor
kleine burgerij, do sociale verzekering enz.
De introkking der werkstaking brengt dus
geen verandering in den toestand.
Doch het valt te bezien of de bedreiging
met werkstaking, door de leiders in
getrokken, niet zal blijven behouden wor
den door hen, die zij in dit onzinnig avon
tuur hebben meegesleept.
In 1891 hadden de roodo kopstukken ook
eene dagorde gestemd, luidend dat er geen
reden bestond om hot werk te staken. Toen
nu de mijnwerkers van Charleroi desniet
tegenstaande toch den arbeid neerlegden,
besloot dezelfde landelijke raad do staking
te steunen en trachtte zelfs haar algemeen
te maken. En onlusten en dynamietaansla-
gen hadden allerwege plaats.
Zullen do leiders ditmaal beter aanhoord
en beter gevolgd worden? De regeering
heeft, het recht er zich eerst over te ver
zekeren.
Inderdaad, zegt liet Centrum, die „lei
ders" der roeden zijn meer slaven van hun
volgelingen clan meesters en men kan een
lirand dien men hoeft gesticht niet met één
gebaar weer blusscheu.
I)e bladen uit liet Waalsche kolenbekken
melden dat de arbeiders de tijding van het
opgeven der staking met kalmte vernomen
hebben. Gezien de omstandigheden waarin
zij genomen werd, boschouwen zij de be
slissing van het Landscomiteit voor A. S.
en A. W. als wijs en bezadigd; zij oordeelen
derhalvo dat zij moet nageleefd worden.
Geen werkman zal tegen de beslissing
mopperen, zoo hij weet dat hij 'iets beko
men zal inzake het kiesrochtvraagstuk.
Moclit de Regeering echter weigeren het
herzieningsvraagstuk in studie to nemen,
dan bestaat er, volgens de VI. Gaz., groot
gevaar voor eene scheuring in de socialis
tische partij.
De kosten van het autobandieten proces.
te Parijs, bedragen ongeveer 23.009 francs,
do instructie verslond er 13.000 francs, de
zittingskosten, geluigengelden enz., 10.000
francs. Voegt men bij dit bedrag dc kosten
door de politie gemaakt, den prijs van de
patronen en do bommen te Nogent en te
Chiosy-le-Roi verbruikt en alle mogelijke
bijkomstige dingen, dan blijkt, aldus de Tijd
het krijgen en berechten van de auto-ban
dieten een kostbare geschiedenis te zijn ge
weest, waarbij dan nog komen de 100.000
frs., died e Soeiété Génerale uitge'oofd heeft,
welke prijs de eigenlijke aanleiding tot het
pakken der bandieten geworden is.
Hoe langer hoe gekker 1
De Suffragettes steken nu al de spoor
wegstations in brandt Ze hebben n.l. te
Londen het Saudertonstation toebehoorend
aan de Great Western en Great Central
spoorwegmaatschappijen, in brand gestoken,
liet gebouw brandde tot den grond toe af.
De suffragettes lieten ter plaatse gedrukte
manifesten achter. Het station te Creanbey
van do London and North Western spoor
wegmaatschappij, brandde eveneens af. De
suffragétten worden verdacht, ook dit on
heil aangericht te hebben. Arrestaties had
den nog niet plaats.
Futuristenrelletjes te Rome.
In het Constanzi-theater te Rome aldus
seint do correspondent aldaar van hot „Ber
liner Tageblatt", 'naar wij in de Tel. lezen
heel't een, eerst door de politie verboden
en later toegestane propaganda-avond der
futuristen plaats gehadof liever niet
plaats gehad. Het grooto theater was door
een zeer elegant publiek tot de nok gevuld.
Nauwelijks had de kapelmeester zijn maat
stok opgeheven, om een futuristen-sympho-
nie te dirigeereu, of reeds vlogen van alle
kanten wortelen, artisjokken, tomaten, appe
len en sinaasappelen naar de muzikanten,
welke met zooveel vaart aankwamen, dat
verschillende instrumenten vernield werden
en de leden van liet orkest als hazen op de
vlucht sloegen. De futuristen-leider Marti-
netti en de overige futuristen, die op het too-
neel verschenen waren en het publiek belce-
digende woorden naar het hoofd slingerden,
werden eveneens met een hagel van projec
tielen en een vloed van obseeno verwen-
schingen begroet; vooral de Romeinschö boo-
gc adel liet zich daarin niet onbetuigd. Ein
delijk kwam het lot eeu formeele vechtpartij
tusschen het publiek en de futuristefff^v.iar-
Tbïj tal van personen gewond werden. Prins
Altieri en andere vorsten kregen van de fu
turisten een flink pak slaag. Martinetti ver
loor in den strijd zijn hoed en zijn schoenen;
bont en blauw geslagen, nam hij ten slotte
de vlucht. Een andere futurist, de bekende
schilder Boccioni, die prins Altieri een blauw
oog had geslagen, werd door de politie gevan
gen genomen. Toen zij hem naar den uitgang
geleidde, werd hij door't publiek ernstig mis
handeld. Onder een algemeenen helcsensab-
bath, waartegen de politie geheel machteloos
stond, eindigde deze eerste en waarschijnlijk
laatste futuristen-avond te Rome.
De president van San Domingo.
De correspondent van de New-York Herald
fc San Domingo seint, dat president Nouel,
die thans in Spanje vertoeft, mcdedecling
heeft gedaan van zijn voornemen, om af te
treden, aldus meldt een Reuter-telegram uit
New-York.
Do Amerikaansche kanonneerboot „Petrel"
is to San-Domingo City aangekomen, ter be
scherming van de belangen der vreemdelin
gen.
Over deze revolutie schrijft de Tel. het
Mgr. Nouel had in Januari 1.1. een verzoe-
nhigs.-kabinet geformeerd, waarin alle partij-
fracties Waren vertegenwoordigd en aan
welks hoofd do broeder van don president,
José Maria Nonol stond. De generaals Hora-
eiq Vasquez en Arias, en andere revolution
naire leiders, schenen ontwapend te zijn. Een
decreet van het Congres had algemeene am
nestie aan alle verbannenen toegekend, ter
wijl een ander decreet persvrijheid had toe
gestaan. Er was een liquidatie-leening van
1,500,000 dollar in voorbereiding, en ten slotte
werd er beraadslaagd over de grondwetsher
ziening, met liet oog op de aanstaande presi
dentsverkiezing, die in Mei moest plaats heb
ben. Do naijverige eerzucht der voormalige
presidenten Jimenez en Horaeio Vasquez,
van den ex-minister van Financiën Velas
quez c.a., die begeerig waren naar het presi
dentschap, heeft, naar het schijnt, dit vredes
werk, dat door den aartsbisschop van San-
Domingo was begonnen, onmogelijk gemaakt,
en men vreest, dat de kleine republiek wel
weder in haar clironischen staat van anar
chie zal vervallen.
Naar het „Vad." verneemt, hèoft het col
lege van regenten over de gevangenissen
te Groningen ten vorige jare den genees
heer dier gestichten. S. van Mesdag, uitge-
noodigd te willen nagaan of de voeding der,
gevangenen voldoende mag worden gelice-
ten. Genoemde arts heeft thans zijn over
wegingen neergelegd in een uitvoerig rap
port, en is daarbij tot een ontkennende be
antwoording van de gestelde vraag geko
men. Het college van regenten heeft ver
volgens dit rapport, vergezeld van zijn prae-
adviës, ter'kennis van den minister van Jus*
titie gebracht.
Men zal zich herinneren, (lat, toen on
langs in de Eerste Kamer de begrooting
van justitie voor 1913 behandóld werd, door
het lid van Voorst tot. Voorst die tegelijk
lid is van het college van regenten over
do gevangenissen te Arnhem op het on
voldoende der gevangenisvoeding is gewe
zen, en dat toen do minister ad interim
van een tegenovergestelde meening bleek
te zijn.
HET NEDERLAND^CHE ROODE KRUIS
IN TURKIJE.
Dr. Lengbcek schrijft uit Constant.inopeli
o.in. het volgende:
Reeds dagen lang staan de krijgsverrichtin
gen stil en het ziekentransport heeft gehoed
opgehouden. Ook in Stamboel komen goeno
gewonden, zeide men ons aan de Engelsche
ambulance. Uit Gallipoli ontvingen wij nog
niets, alleen een kleine bezending licht-ge
wonden van Tschataldja, die voor een deel
reeds wear genezen zijn ontslagen, zoodat wij
heden maar een groote tachtig van onze hon
derd bedden liezet hebben. De kolonel, dr.
Ibrahim Hakki, kreeg order in deze school
1509 liedden voor zieken en gewonden gereed
te maken, maar de patiënten laten nog op
zich wachten. Men schijnt ze naar den Klein-
Aziatisehen kant voorloopig te verspreiden en-
de bedden in Oonstantinopel open te houden
voor reserve. Wat goed is ook met het oog
op de duurte. Vleesch en brandstoffen en
eigenlijk allo levensbehoeften zijn zeer in
prijs gestegen. Wij krijgen trouwens sedert
eenige dagen ons vleeseh voor de aau do mi
litairen lie re kende prijzen, wat heel wat
scheelt, als men een honderdtal menschen
mGet voeden. Wij mogen wel niet klagen, dat
de gewonden veeleisohend zijn ze zijn met
alles tevreden maar zij moeten vaak geheel
nieuw worden opgebouwd na de uitputting,
hetzij in 't veld, hetzij door do geïnfecteerde
wonden, en ze moeten dus meerendeels extra
goed worden gevoed. Men kan zich geen voor
stolling maken van wat do arme kerels, aan
beirto zijden, in het veld thans hebben té lij
den. Er ligt een dikke laag smeltende modde
rige sneeuw op allo wegen en het is onmoge
lijk, iets uit te richten. De kanonnen blijven
steken en de soldaten kunnen niet voort in
hun natte plunje. Vanochtend kwamen er een
stuk of acht zieken binnen, die nog niet eens
in het veld waren geweest, maar die tegen
dit leven met dit hondenweer niet bestand
bleken; hoeveel erger moet het er buiten uit
zien, waar letterlijk aan alles gebrek moet
zijn?
In de stad zelve kunnen rijtuigen en motor
wagens bijna niet vooruit en alleen degenen,
die zaken hebben, wagen zich er door.
Ouzo patiënten kruipen hij hoopjes voor de
ramen om zich te verlustigen in het sneeuw
ballen gooien van do soldaten, die op bet
grooto plein tusschen de school en do cava-
lerie-kazerne in groepjes tegen elkaar zijn
opgesteld. Do voor kort in Stamboel ge
kochte krukken doen opgeld. „Pirogoff's" en
„Lisfranc's", zooals zij worden genoemd, dia
de als zoodanig bekende operaties ondergin-
gen, hompelen als de blinde; die den lamme
geleidt, naar 't licht, en alleen Hassaw, die al
zoo aardig Hollandsch praat en zijn consorten,
die als hij, Geide beencn moesten missen, of
die to ziek en te zwak zijn om op te staan,
moeten blijven liggen.
Ik wilde vandaag wel een goed woordje
bij liet Nederlandscho publiek doen voor do
arme kerels, die, hetzij door verwonding, het
zij door versterf na bevriezing, er con of
beide boenen bij hebben ingeschoten.
We hebben zoo successievelijk een aantal
„blijvers" gekregen, die hier al zijn van af
de eerste weken van onzen arbeid en die dat
beele langdurige en pijnlijke proces door
maakten na do bevriezing: democratie onder
koorts, d.w.z. telkens bij do verbandverwisse-
ling versnijden van afgestorven deolen, met
open behandeling en uiterst langzame gene
zing door de geringe „heelkraeht" in de nog
juist in het loven gebleven weefsels. Bij onze
gewonden is natuurlijk het verloop veel een
voudiger. Baarbij hebben we nog niet behoe
ven te amputeeren, dan als zo elders hopeloos
waren geïnfecteerd jen "bedorven. Maar door
(Naar het Amerikaanscli),
8.)
Lang zitten ze in 't schemerlicht. Mr. Ro
han is de spraakzaamste in den kleinen
kring. Het is, als ware hem een zwaren steen
van het hart gewenteld; doch wat hij ge
wonnen heeft, schijnt Ada verloren te heb
ben.
- Arthur js zeer bekommerd over de ver
andering, die met baar heeft plaats gehad.
Vroeger een bloeiende roos, schijnt zij nu een
kwijnende bloem. Zulke verandering kan
zelfs niet door de zwaarste ziel:te verklaard
worden. Wat was het dus! Was het weer dat
akelige geheim! Drukte het nu op 'tjonge
meisje!
Deze gedachten kwellen Arthur aanhou
dend. Hij bemint Ada met al de kracht zijner
liefde en zal haar toch tot vrouw nemen trots
«et geheim, dat zich als een spook tusschen
«en plaatst. Toch waagt hij het niet, zijn hart
herder to openen en er verloopt eerie week,
gelijk aan de gelukzalige dagen te Maple-
wood. Ada is ernstig en stil geworden en
niet meer zoo vol levenslust als weleer.
Op zekeren dag spreek't Arllius den groot
vader over de reden zijner komst.
U weet, wat inij hierheen dreef, Mr. Ro
han; mag ik Ada's hand vragen!
Zeker, toen wij de laatste maal erover
spraken, beloofde ik u, dat ik geen invloed
op mijne kleindochter wilde uitoefenen.
Dankbaar drukte Arthur des grijzen liand.
Mag ik haar dus vragen en aan die pijn
lijke onzekerheid een einde maken!
Ja, en ik neem genoegen met Ada's be
sluit. Haar gelukkig te zien, is mijn innige
wenseli.
Arthur gaat dadelijk naar Ada, hij vindt
haar in de ontbijtkamer.
Ik heb lang gewacht Ada, wijl uw groot
vader het verlangde, en nu heb ik ook recht
om gehoord te worden en u te vragen, wan
neer ge uwe belofte wilt houden en mij uwe
hand wilt schenken!
O, Arthur, roept ze en laat haar boek
uit de handen vallen, vraag me dat nooit
weer, ik kan en mag uwe vrouw nooit wor
den 1
Verbaasd ziet Arthur liaar aan.
Vergeef mij. Het hart breekt mij, doch
ik kan niet anders. Toen ik je dat beloofde,
wist ik niet, wat ik vandaag weet.
Je hebt dus met mijn hart gespeeld;
heb je mij nooit bemind?
O, Arthur, juist omdat ik je bemin, mag
ik uwe vrouw niet worden.
Je spreekt in raadsels, Ada. Wat ver
hindert je uwe belofte te houden!
j Zij wendt zieh oih en houdt de handen
j voor de oogen.
Een geheim, een vreeselijk geheim, dat ik
ie niet onthullen kan- Je moet gelooven, dat
een band tusschen ons onmogelijk is
En indien ik 'tdan niet geloof?
j Arthur!
Ze laat do handen in den schoot zinken en
ziet hem verwonderd aan.
i Ik ken dat geheim niet, en wil het niet
kennen; ik weet alleen, dat je onschuldig en
rein zijt. De schuld, een misdaad vau ande
reu mogen ons geluk niet in den weg staan.
Ik geef u uw woord niet terug, Ada, en vraag
je opnieuw, wanneer ge mij naar het altaar
zult volgen.
Denk goed na, Arthur, spreekt ze na
eene lange pauze, zul je niet later berouw
gevoelen over deze hartstochtelijkheid?
Nooit of nimmer. Wat ik zes maanden
geleden gezegd heb, herhaal ik vandaag en
zal 't nog na zes maanden herhalen, indien
ja mij nog zoo lang laat wachten.
t En zal uw vertrouwen in mij door 't ge-
lieim, dat ik je niet onthullen kan, nooit wor
den geschokt?
Tienduizend geheimen zullen mijn ver
trouwen niet schokken. Nooit zou ik de hand
van een meisje vragen, aau wier eer of <>n-
I schuld ik ooit 't minst zou twijfelen. Gij zijt
rein en vlekkeloos en de geheimen van an
deren, die op u een schaduw werpen, zullen
ons geluk niet verstoren.
- En indien later daaruit voor ons erge
gevolgen ontstaan, spreekt Ada bleek en
ademloos, zult ge u dan herinneren, dat ik
u gewaarschuwd heb en dat gij toch bij uw
besluit volhard hebt?
Ik zal 't nooit vergeten, wat ook de toe
komst brengen moge. Met u vereenigd, zie
ik do toekomst stout tegemoet, zonder u is
liet leven mij een last.
De zwarte oogen vullen zieh met tranen
en bedeesd legt, zij de handen in de zijne.
Ge zijt tdel en hooghartig, Arthur, het
is mijn levensplicht je dankbaar te zijn voor
je onbegrensd vertrouwen en je gelukkig te
maken. Weet grootpapa ervan?
Ik kwam met zijne toestemming. Wat je
ook zoudt besluiten, hij was ermee eens. Nu
«Ut ge voor eeuwig de mijne, roept hij en
drukt de kleine hand vurig aan zijne lippen.
IX.
WINDSTILTE VOOR DEN STORM.
Verre vau de citroenen- en oranjeboschjes
van het zonnige eiland Cuba met zijn blau
wen hemel dwarrelen de donzige sneeuw
vlokken door do lucht. Het is in de maand
Februari, als een groot lijkkleed dekt de
sneeuw Maplewood's weiden en velden.
Eenzaam en verlaten is de omgeving. De
vensters zijn gesloten en zware gordijnen
koeren liet grauwe daglicht.
Doch binnen in het huis is het gezellig en
overal brandt een lustig vuur.
i Er is veel bezoek uit de stad bij mevrouw
Sutherland, overal lieerscht vroolükheid in
den Vastenavondtijd.
Eén jonge dame neemt, echter weinig deel
aan dat woelige leven, het is Augusta Su-
therland.
j Op een somberen avond staat ze peinzend
laan 'tvenster der bibliotheek. Wat heeft zij
ook met die helder lachende stemmen te ma-
ken, met dans en muziek, met gelukkige men
schen uit te staan? Niemand mist haar of be
kommert zich om haar. Nog lang zit ze daar,
tot een. bediende licht brengt,
Zo wil heengaan, doch ontmoet mevrouw
Sutherland mot een geopendeu brief iu do
hand.
i Ben jij het, Carola? roept ze mot een
van blijdschap stralend gelaat. O neen,
jij bent 't, Gusta; weet je niet, waar Carola is?
Ik geloof in de oranjerie, wil ik haar
zoeken?
O ja, ik heb goede tijding uit Cuba,
Arthur is getrouwd.
Zondoy een spier te vertrekken hoort Au
gusta deze verpletterende tijding.
Uiterlijk is ze bedaard, en hare stem klinkt
even vast.
Veroorloof mij u geluk te wenschcn;
miss Rohan is zeker de gelukkige bruid.
Ja, miss Rohan. Arthur schildert ons
zijn overgroot geluk en zegt ons vaarwel.'