Voorjaarscollectie ontvangen. P. W. TWEEHUIJSEN, Barteljorlsstraat 27. Tel. 1770»
Spoil en Wedstrijden,
Posterijen en Telegrafie
Handel en Nijverheid.
ONDERWIJS.
Leger en Vloot.
het gangreen hebben we hier al tienmaal
meer moeten amputeeren, dan in den geheelen
Zuid-Afrikaanschen oorlog. Tk wil nu niet
spreken van 't aantal been-amputaties of van
„Lisfranc's" of „Pirogoff's", dio misschien»
geen eehte kunstledematen behoeven. Maar1
ik heb b.v. op mijn zaaltje alleen drie jonge
kerels, bij wie beide beenen moesten worden
geamputeerd, en op de andere zalen zijn er
nog zeven, die één been, en drie, die twee
beenen missen.
Turkije zal weldra relatief meer geampu-
teerden hebben dan eenig ander land tor
wereld, want in geen enkelen oorlog speelde
het gangreen, geloof ik, zulk een rol.
Terwijl wij ultra-conservatief zijn bij de
behandeling, en alleen bij uiterste noodzaak
amputeeren, is dit bij de collega's dikwijls
heel anders: men moest ook wel eens gauw
amputeeren ver in 't nog gezonde weefsel,
om spoedige genezing te krijgen en plaats
voor nieuwe slachtoffers te maken.
Maar aan al het lijden komt spoedig een
eind, en onze patiënten genezen ten slotte
en hebben thans kunstledematen rioodig.
Nu kom ik u vragen; hebt u daarvoor fond
sen disponibel of is er Snders een menschen-
vriend, die ons in staat wil stellen, de be
doelde patiënten onzer ambulance eenvoudi
ge, sterke kunstbeenen te geven? Met een
paar duizend gulden komen we al een heel
eind. Wel is hier geen goede bandagist en
moet alles uit het buitenland worden betrok
ken, wat extra onkosten meebrengt, maar-
ik geloof toch wel, dat wij meer dan 2 a
3000 gulden voor dit doel noodig zullen heb
ben.
Waar het ons, mede dank zij de goede uit
rusting, die men ons door de milddadigheid
van het Nederlandsehe publiek kon mede
geven, gelukt is, "den naam van ons land hier
in den vreemde hoog te houden, en de Neder
landsehe ambulance alhier te doen zijn de
plaats, waar de zieken en gewonden het best
.worden verpleegd en verzorgd en daarom het
liefst worden opgenomen, twijfel ik er niet
aan, of men zal ons in staat willen stellen,
de kroon te zetten op ons werk door deze
allcrongelukkigsten van onze zieken op weg
te helpen, om weer in hun onderhoud te voor
zien, zoodat ze niet later moeten dienen, als
een droevige „baksch'isch" vragende, aan den
groeten krijg herinnerende decoratie der Ga
la la-brug.
Een dominé, die emigreert uit armoe
de. Ds. S. C. Kijlstra, van St. Jacobi-Paro-
chie, vertelt in „De Wekker" welke re
denen hem dreven tot het besluit, om met
de zijnen naar Amerika te emigreeren.
Hij schrijft:
„Menigeen, als hij het mooie huis ziet,
Waarin de dominé woont, en hoort van het
traktement, dat hij geniet, denkt, dat hij
een zeer bevoorrechte positie heeft, een ge
makkelijk, onbezorgd leventje, enz. Wie zoo
denkt, vergist zich zeer. De dominé be
hoort tot zekeren stand en deze stand stelt
zekere eischen, waaraan hij zich niet ctnt-
trekken kan en mag en wil. Maar zijn in
komen is in den regel op geen stukkien
daarnaar berekend. Er zijn sommige goede
traktementen. Er zijn ook predikanten, die
zelf geld hebben of rijk getrouwd zijn. Er
zijn er ook, die op allerlei wijzen geld we
ten te krijgen (rijke familie, studiebeurzen,
enz.) Maar er zijn er ook, en ik denk heel
velen, die op een fatsoenlijke en zooveel
mogelijk verborgene wijze armoede lijden
en voortdurend te worstelen hebben met
nijpende zorgen. Vooral de zoogenaamde mi-
nimumlijders zij, die 't moeten doen met
pl.m. f 1400, zooals ik, en die dan ook nog
een gezin hebben te onderhouden en kinde
ren aan een positie te helpen hebben
een armelijk leven en worden door hun
stoffelijke zorgen gebroken in hun levens
lust en werkkracht en ijver om hun taak
in de gemeente te vervullen. Dat is de
[korte waarheid. En de kans, dat 't voor
mij ooit veel anders en beter zal worden,
is zeer gering.
„Dat is de reden, waarom ik een voor mij
en mijn gezin gewichtig besluit nam. Ik ga
mij nog eens weer losbreken uit mijn domi-
héslcven en trek naar Amerika. Ik kan
werken en heb lust om te werken, -met
mijn handen evengoed als met mijn hoofd.
Ik zai mij weten te redden. En mijn kin
deren zullen zich in Amerika een positie
veroveren, zonder dat hun ouders daarvoor
jaren lang, ja hun heele leven lang krom
behoeven te liggen.
„Ik stel heel nadrukkelijk voorop, dat
mijn armoede en mijn onvermogen om mijn
kinderen te geven, wat zij noodig hebben,
de hoofdreden is, die mij nu tot deze din
gen voert."
Ecu goede vangst. Als bijzonderheid
kunnen wij melden, datf op de rivier „De
Merwede" bij Hardinxveld in 2 dagen tijd
225 zalmen gevangen zijn. Verscheidene wa-
Het jonge paar gaat naar Europa en zal zoo
spoedig niet terug wezen.
Dat mevrouw Sutherland zoo vertrouwe
lijk niet Augusta spreekt, is iets buitenge
woons; in haar overdreven vreugde vergeet
ze echter, dat het meisje haar niet gene
gen is. Augusta gaat heen en doet hare bood
schap.
Als de bel luidt, gaat Augusta met de an
deren naar de eetkamer. Een schaduw ligt
er op haar gelaat, zij ziet er uit als een stand
beeld. En toch bloedt heur hart. Hoe ze hem
bemind heeft, gevoelt ze nu eerst, nu bij voor
altijd verloren is.
Natuurlijk wordt er aan het diner over
niets anders gesproken dan over de schoone
rijke bruid. No tafel speelt Augusta piano
en middernacht is reeds voorbij, eer ze ter
ruste kan gaan.
Hoe menig hart werd teleurgesteld even
als 'thare? Als ze alleen is, werpt ze het mas
ker af en de vrouw komt tot haar recht. Wat
echter in die oogenblikken in hare ziel om
gaat, weet God alleen.
Na de feestdagen van Vastenavond verlaat
Üe familie het huis.
Waarschijnlijk denkt niemand eraan, hoe
feenzaam Augusta zich in het groote huis
moet gevoelen. Maandelijks krijgt zb een
brief van Carola.
Zij en mama amuseeren zich heerlijk en
ontvangen brieven van Arthur en Ada, die
Frankrijk, Duitsehland en Italië doorreizen
en geen woorden genoeg vinden om hun ge
luk uit te drukken.
Zoo gaat de tijd voorbij. De boonien heb
reu gebeten door zeehonden! De totale waar
de bedroeg f 2(100.
De president vooraan! Het verschil tus-
schen een ambtenaar en een gewoon mensch
is, dat een gewoon mensch niet meer ver
dient, dan ieverdient, en een ambtenaar,
dat, waarop zijn aantal dienstjaren en de
verordening hem recht geven.
In een vereeniging is de positie van een
ambtenaar als voorzitter en een gewoon
mensch als voorzitter heel verschillend. Een
gewoon mensch als voorzitter is de man, die
de openingsredevoeringen uitspreekt en hun,
die het woord verlangen, dat geeft, hij amb
tenaren is de voorzitter de man, die naar
dienstjaren en strenge statuten leidinggeeft,
maar dan ook heelemaal alleen, gelijk een
chef op een bureau. Vandaar dat we volko
men rationeel vinden, zegt het R. Nbld., dat
in de statuten van de schaakclub onzer ge
meente-ambtenaren één der artikelen luidt:
„Hij, die beter speelt dan de voorzitter, wordt
als lid geroyeerd".
Zóó behoort het in een schaakclub van
ambtenaren.
Een grap?
Uit Borgharen (Limb.) meldt men aan de
L. (K.
Aan de landweerplichligen dezer gemeen
te werd Woensdagavond door den veldwach
ter een briefje thuisbezorgd, vermeldende,
dat zij zich zouden gereed houden, om op
geroepen te worden.
Menig vrouwtje zat in angst, dat man
lief „naar den oorlog" moest.
Wat dc kranten zeggen over het 33 spel
Zondag jl. te Antwerpen.
De geheele pers denkt erover, zooals onze
eigen verslaggever gisteren schreef: „het Ne
derlandsehe Elftal zit zwakjes in elkaar, en
tegen Engeland zal er wel verandering ko
men 1"
De „sportman" van De Maasbode, die
internationaal is van kop tot teen na zijn
Balkanreis, oordeelt:
Natuurlijk zijn wij niet tevreden over ons
elftal,-dat geen internationaal spel te zien
gaf. Göbel liet ons enkele malen in den
steek; de backs waren vrij goed; Wijn-
veldt na de rust zelfs uitstekend. Onze mid
denlinie was zeer zwakjes. De Korver in
den beginne niet al te best, was spoedig,
toen het tempo een beetje minder snel ging,
weer in zijn oude doen. Wolff, we zeiden
het reeds, hoort niet thuis in dit elftal en
Bosschaert stond niet op zijn plaats. Aan
deze onzekere achterhoede is het te wijten
dat de Belgen plotseling zoo'n voorsprong
hadden. De Belgen waren voor de rust
goed, en vooral door hun snel en vurig
spel waren zij aanmerkelijk in de meer
derheid.
Even voor de rust en na de rust waren
de onzen veel heter. De wing Bouvy—Vos
was zeer goed. Fraiicken had goede oogsn-
blikkeu, doch geen vast schot, Haak be-
teekende niet veel en Breda Kolff kreeg
niets te doen. De Korver was na half time,
toen de Belgen vermoeid en minder snel
waren, schitteren cl, en ook de twee halfs
knoeiden toen niet gelijk voor de rust.
Wijnveldt deed in de tweede helft prachtig
werk.
Bij de Belgen, die zeker gehandicapt wa
ren, doordat zij drie invallers hadden: De
Veen, Saeys en Becquevort, was de doel-
verdediger Mayné uitstekend. Ook de backs
waren zeer betrouwbaar. In de middenlinie
viel Braeckman op en in de voorhoede, die
in den beginne verbluffend snel was, die
nen de Veen, Nizot en Becquevort genoemd
te worden.
De man van het Handelsblad schrijft:
Het resultaat is wel tegengevallen 1
Aan wie de schuld1?
De voorhoede als geheel viel bepaald te
gen. Zoo nu en dan was er combinatie, was
er verband; en dan ging het goed, dan
werd de veste van Mayné bestormd en in
gevaar gebracht. Maar het grootste deel
van den tijd presteerde de voorhoede vrij
wel niet. Jur Haak was een bepaalde mis
lukking. En ook Mannus Francken viel
zeer tegen.
In de middenlinie kon De Wolff zijn
wing niet baas, telkens werd hii gepas
seerd, waardoor tweemaal een doelpunt is
ontstaan.
Ook Bosschaert was niet dat. Vooral zijn
wijze van werken met de armen om een
tegenstander heen, welke prackijtk hem
nog al eens straf bezorgde, leek ons al zeer
zwak.
In de achterhoede viel Bouman niet mee.
De andere spelers waren goed. Jan Vos
was de beste midden-voor speler en Bouvy
voldeed zeer op den vleugel. Breda Kolff
heeft weinig te doen gehad en al was hij
ben zich in zomergewaad. gehuld en vroolijk
weerklinkt 't gekweel der vogels. Den heelon
zomer blijft Augusta in Maplewood en eerst
in den herfst keert mevrouw Sutherland met
liare dochter en tal van andere gasten naar
het buitengoed terug.
-- Om 's Helmels wil, Gusta, wat heb jij
den lieelon tijd gedaan? roept Carola. Je ziet
er uit als iemand, die lang gestorven is en
nog eens bij toeval in de wereld is gekomen.
Roderick Sutherland is ook weer in Maple
wood, de tijd heeft zijne wonde geheeld, vijf
tien maanden zijn daartoe voldoende. Zoo is
dokter Sutherland weer de oude, al is het
geliefde meisje ook met een ander getrouwd.
Hij is er beter op geworden, ernstiger en
meer nadenkend.
Lieve Gusta, je ziet er uit als een lijk,
zegt hij, te verwonderen is het echter niet,
als men bedenkt, dat je hier moederziel al
leen bent geweest.
Augusta glimlacht verachtelijk.
Hij spreekt over dingen, die hii niet ver
staat, denkt ze, nu onder al die gasten zal
ik mij pas eenzaam gevoelen.
Dagen en weken vliegen voorbij, in 't voor
jaar gaan mevrouw Sutherland en haar
dochter weer op reis om eerst midden Juni
terug te keeren, wanneer Arthur met ziine
jouge vrouw verwacht wordt. Het oude hee
renhuis wordt opgeknapt en staat daar als
een nieuw Eden.
Mevrouw en hare dochter zijn verrast over
de verandering. Arthur en Ada zullen wel
naar rust en stilte verlangen na de lange
reis. Ook is Ada nog in rouw over haar groot-
niet zóó als hij zijn kan, slecht kunnen wij
zijn spel niet noemen. De Korver was de
beste van het veld. Deze ondere in de rij
der spelers, die zich overal tusschen wringt
en immer kalm, zeker weet te plaatsen, ver
deelt het spel op een manier die zijn we
derga niet heeft. Wijnveldt was, na de rast
althans, in prachtconditie, een lenig speler
van groote snelheid als het moet.
Göbel was zeer betrouwbaar. Na de rast
meer dan daarvoor. O.i. mogen de doel
punten niet aan hem geweten worden, maar
aan het snelle overbluffende spel der Bel
gische voorhoede, waarin Nizot en Saeys
magnifiek spel vertoonden.
De Belgische aehterspelers waren zeer
goed, de keeper echter wat onzeker. De Bel
gische middenlinie viel niet op, alleen de
links-halfback Braackman werkte verdien*
stelijk.
In De Telegraaf lezen we de volgende
nabetrachting:
Inderdaad is het spel van zes der elf spe
lers hitter tegengevallen. De eenige, die
allen lof verdient is Bok de Korver, de
aanvoerder, die voortdurend het goede
voorbeeld gaf, doch onvoldoende nagevolgd
werd. Nadat even na het begin Bosschart
door meer geluk dan wijsheid gedoelpunt
had, verslapte het spel der onzen dermate,
dat de Belgen in de gelegenheid werden
gesteld, driemaal te Doelpunten, tweemaal
van links, doordat eerst de buitenman to
taal ongedekt bleef, daarna bij een hoek
schop De Veen ongehinderd kon scoren ên
ten slotte eenmaal door den rechtsbinnen,
wien totaal vrij spel werd gelaten. Drie
kapitale fouten, die niet ongestraft bleven
en evenveel doelpunten opleverden, waar
hij De Wolff en Wijnveldt bij het eerste;
Göbel bij het tweede; Bouman bij het derde
geval, de hoofdscbuldige(n) waren.
Göbel heeft overigens lang niet zooveel
te doen gehad als verleden jaar, toen hij
den wedstrijd voor Holland won. In de
eerste helft had hij in ieder geval z'n Hull-
vorm niet te pakken. Ware dit het geval
geweest, wellicht zou er geen enkel doel
punt gemaakt zijn geworden. Tegen het
einde van den wedstrijd heeft hij op kra
nige wijze eenige moeilijke en harde scho
ten verwerkt. Wijnveldt, die na de pauze
zeer goed op dreef was, speelde stukken he
ter dan Bouman, wiens spel is tegengeval
len. Deze laatste trapt zelden ineens weg,
bovendien lang niet ver genoeg en schijnt
bovendien zeer slap op z'n beenen te staan.
De Korver als spil was, zoowel hij het
verdedigen al6 bü den aanval subliem.
Bosschart en Wolff begingen heiden de
zelfde tactische font: zij hielden hun wing
niet, waardoor de buitenspelers der tegen
partij voortdurend vrij spel hadden. Deze
uitmuntende clubspelers vertoeven gaarne
overal waar gevaar dreigt, wat echter hij
„internationals" hun taak niet is. Wolff
liad zicli meer met Wijnveldt moeten ver
staan, dat lukte tusschen Bouman en Bos
schart ten minste beter. In de tweede helft
scheen er meer overeenkomst te bestaan,
althans dekten onze halfs toen de Jbinnen-,
onze backs de buitenspelers, veelal met
De zwakste linie was ontegenzeggelijk de
voorhoede. Bouvy en Vos waren verreweg
de hesten, zij verstonden elkander en werk
ten hard. Vooral de U. V. V.'er heeft enorm
gezwoegd, hij had alleen weinig succes met
z'n schoten. Mannns Francken is de oude
niet meer, is minder snel en mist zijn schot.
De grootste tegenvaller was Jur Haak, die,
uiterlijk althans, naar-kalm deed en zelden
of nooit moeite deed een hal te gaan ha
len. Do Haarlemmer schijnt z'n schitteren
den vorm van den aanvang van dit seizoen
totaal kwijt te zijn. Breda Kolff was ook
niet dht, hij speelde echter met een ver
rekte spier in zijn dij, wat natuurlijk een
handicap was.
De Belgische pers oordeelt al precies
eender, maar milder.
De Patriote vindt de Hollandsehe ploeg
mooier en zuiverder spelen dan de Belgen,
die te woest doen.
La Metropole vindt het eene mooie
partij, maar toch bleef er veel te wenschen.
De Nederlandsehe voorhoede speelde een klas
beter dan de Belgische. Het blad vindt dat
België bl« mag zijn met bet gelijke spel.
De Petit Bleu looft ook de onzen. Het
spel van de Nederlanders heeft op haar een
gunstigen indruk gemaakt. De Hollandsehe
spelers hebben, volgens dit blad, meer con
trole over den hal en hun aangeven is zui
verder. De Korver was enorm; Wijnveldt,
Romulus en Bouvy waren met hem de besten.
Over het aantal deelnemers loopen de mee
ningen ook van de Belgen, uiteen. De schat
tingen zijn tusschen de 12,000 en 20,000. Wij
voor ons meenen dat een 18,000 menschen te
genwoordig waren, een record!
vader, die een half jaar geleden het tijdelijke
met het eeuwige heeft verwisseld, zonder dat
het hem vergund is geweest het kind te zien,
dat het gelukkige paar in Florence gebo
ren is.
Ik hen nieuwsgierig het kind te zien,
zegt Carola, dat ik tante hen geworden, lijkt
mij zoo vreemd.
Op een prachtigen Juni avond keeren de
lang verbeiden terug. Mevrouw Sutherland,
Carola en Augusta staan in het portaal, de
laatste is doodsbleek. Arthur is gebruind
door de zon en Ada bleeker dan vroeger, zij
weent tranen van blijdschap aan de borst
barer moeder.
Een Zwitsersch kindermeisje draagt de
kleine; Carola slaakt een kreet van verba
zing.
O, welk een prachtig kind. Precies Ada,
't lijkt in het geheel niet op u, Arthur!
Des te heter, zegt Arthur lachende. Het
teedere wicht lijkt sprekend 'op zijne Creool-
sche moeder, dpch heeft niets van deSuther-
lunds. Zoo moet Ada er ook uitgezien hebben,
toen ze vijf maanden oud was.
Augusta houdt zich op den achtergrond en
slaat aanhoudend Arthurs vrouw gade.
Waarvandaan die verandering? Voor twee
jaar nog bijna een kind, is ze nu reeds ern
stig geworden.
l)e rouw over haren grootvader kan hier
van de oorzaak niet wezen; wat heeft haar
voorhoofd reeds zoo ontijdig gegroefd?
Deze vraag houdt Augusta bezig, als ze zoo
peinzend aan het venster zit. Volgens men-
schelijk verstand is de toekomst helder voor
De Sport-Echo schrijft nog 'tvolgende
vrij optimWisehe oordeel:
Over 't algemeen stond het spel van de
Belgen heneden het middelmatige. 'tLag
eenigszins in de verschillende taktiek van
de Brugsche en Brasselsehe spelers, meer
nog in het armzalig knoeien van sommige
elementen. De Hollanders waren ons in
techniek weer de haas. In de 1ste helft was
dat nog niet zichtbaar, maar na de rust
werd mooi gecombineerd en verdienden zij
meer dan Ijet gelijkmakende doelpunt. In
den aanval was de linkervleugel onhoud
baar en de lan&e Bouvy heeft er ettelijke
duizenden bewonderaars in den vreemde
hij gewonnen. De andere 3 waren wel niet
zoo schitterend, maar Mannus Francken
heeft het nog niet heelemaal verleerd, ter
wijl Haak met een machtig schot begaafd
is. Bok de Korver was toch weer de beste
speler. Als er gevaar dreigt is de Spar
taan steeds aanwezig en vooral zijn puik
voeden van de voorhoede is onverbeterlijk.
Romulus heeft een prachtig schot en geeft
het nooit op. Hij maakt wel misbruik van
zijn kracht. De Wolff is een wilskrachtig
werker. In de achterlinie was de donker
bruine Wijnveldt d e man. In de 2de helft
beheerschte hij volkomen het spel en miste
nooit een bal. Bouwman, alhoewel minder,
is een betrouwbare kracht, terwijl Göbel,
niettegenstaande hü aansprakelijk blijft
voor het 3de punt, weer prachtig speelde.
De leiding berustte in handen van den
heer F. Kirkham, zeker een oud-speler; Hij
zag de „fouls" buitengewoon goed, nam
snelle én juiste besluiten en uitgezonderd
een paar buitenspelgevallen, waren ze alle
goed. De heeren Aertssen en Eymers ston
den hem voortreffelijk ter zijde.
Van de 89 slechts 29 geslaagd.
Verschenen is het verslag der commissie,
in 1912 belast geweest met het examinee-
ren van hen, die een akte van bekwaam
heid verlangden tot het geven van middel
baar onderwijs in de Nederlandsehe taai
en letterkunde, de geschiedenis, de aard
rijkskunde, de staathuishoudkunde en sta
tistiek en de staatsinrichting.
Met name over de examens in dit laatste
vak van de 89 candidaten slaagden 29
laat de commissie zich hoogst ongun
stig uit. Zij schrijft:
„Vooral met 'betrekking tot deze examens
is het dringend noodig, dat ten spoedigste
maatregelen worden genomen, opdat de
groote toeloop van zoovele blijkbaar on-
bekwamen worde tegengehouden. Jaar in,
jaar uit neemt het aantal van lien, die zich.
voor dit examen aanmelden, toe; dit jaar
bedroeg het reeds 89. Onder dit groote
aantal zijn er slechts enkelen, die de akte
begeeren met het oog op het doel, waar
voor het examen is ingesteld: het onder
wijs op de middelbare scholen en de gym-
nasiën. Bijna alle candidaten wenschen de
akte,-om daarin een titel te hebben, hetzij
voor plaatsing, hetzij voor bevordering of
salarisverhooging in de lagere administra
tieve UetreKUinfjen bij Rijk, provinciën en
gemeenten.
DE JUBILEUM-POSTZEGELS.
Men schrijft aan het Huisgezin:
De Maasb. deelt omtrent de jubilé-post-
zegels, die niet vóór November verkrijg
baar zullen gesteld worden, nog mee, dat
ze niet langer dan twee maanden geldig
het jonge paar, doch Augusta ontdekt er een
zwart punt in, dat aanhoudend nader komt.
Ik haat haar, fluistert ze, ik haat Ada, en
hoop, dat ik liet nog beleef, dat smaad en
schande over baar komen. In haar verleden
ligt een geheim, dat ik ontsluieren wil, al
moest ik er mijn geheel leven aan wijden. En
eerst als ge in het stof aan mijne voeten zult
liggen, hen ik gewroken, Ada Sutherland!
X
HET CONCERT.
Reeds klaar, Augusta? roept Ada
lachend. Je bent nog geen kwartier in uwe
kamer geweest. Daar kunnen Carola en ik
eens een staaltje aan nemen.
Carola trekt de schouders op, deze bewe
ging heeft ze van Ada's kindermeisje Philip
pine geleerd.
Ik zal Gusta nooit tot voorbeeld nemen,
ik wil niet zoo precies wezen. Trouwens, dat
kluizenaarsleven heeft haar zeer veranderd.
Hoe zie ik er uit?
Om te stelen! roepen mevrouw Suther
land e'u Philippine als uit één mond.
Augusta blijft echter kalm en ziet 't meisje
bijna verachtelijk aan.
Jij vindt mij dus niet mooi, lieve Gusta?
vraagt Carola uitdagend. Of heb je de spraak
verloren van bewondering? Adieu Ada, ik
moet mij nog aan mama laten zien, eer ik in
de zaal ga.
Ze snelt heen en buigt spottend voor hare
nicht.
zullen zijn en dat ze in alle thans bestaan
de Nederlandsehe postzegelwaarden zullen
worden uitgegeven.
Dit wordt min of meer bedenkelijk".
We krijgen derhalve twintig jubilé-zcgols:
van i/a cent tot 10 gulden. En deze maar
twee maanden geldig.
Dit beteekent dus, dat slechts zeer weini
gen in het bezit der volledige serie zullen
kunnen komen. Niet iedereen schikt het,
ruim f 20 te besteden voor een volledigi
ongebruikte serie, En gebruikt zal de serie
slechts weinig goedkooper worden, daar in
twee maanden tij cis maar weinig zegels van
de hooge waarden f 1, f 2.50, 1' 5, en f 10
benoodigd zijn.
Waarom niet óf den duur der geldigheid
veel langer gesteld dan twee maanden
de jubilé-zegels, in Engeland in 1887 bij
gelegenheid van het gouden regeeringsju-
bilé van koningin Victoria uitgegeven, zijn
tot het overlijden der vorstin in omloop
gebleven óf de serie beperkt tot de lagere
waarden, b.v. van een halvcn cent tot een
kwartje? In het laatste geval heelt men
nog altijd vijftien jubilé-zegels. De reeks is
nog groot genoeg, en iedereen, die er lief
hebberij in heeft, kan ze zich voor een be
trekkelijke kleinigheid aanschaffen.
De vraag is ook, indien de duur van den
omlooptijd zoo kort is, wat men met de
restanten zal doen. Zal men ze, evenals met
de De Ruyter-zegels, droeviger nagedachte
nis, gebeurd is, overdrukken en zoo allerlei
speculatie in de hand werken'?
Een stel jubilé-zegels is heel goed en heel
aardig, maar het is belachelijk, ook de hoo
ge vaarden daarin op te nemen, en voorn!
is dit belachelijk als ze maar tv u maanden
in omloop mogen zijn.
Onze handel met België.
Men schrijft aan de N. lt. Ct. hierover het
volgende:
De invoer van Nederlandsehe boter in
België is in de laatste maanden sterk toe
genomen. Op de mijnen te Luik en te Brus
sel wordt hoofdzakelijk Nederlandsehe bo
ter verhandeld, waarvoor dc hoogste prijs
betaald wordt. In cle eerste maand van dit
jaar bedroeg onze uitvoer naar België
513.744 K.G., tegen 497.556 K.G. in de
maand December van het vorige jaar.
Nog belangrijker dan onze uitvoer naar
België van boter blijft die van kaas, vooral
van Edammer en Goudsclie kaas. Deze uit
voer steeg in de maand Januari tot 911.944
K.G., tegen 700.558 K.G. in Januari 1912
en 609.690 K.G. in 1911.
België kocht in de eerste maand van dit
jaar in ons land 1.293.426 eieren en 4.831.555
K.G. aardappelen, 55.716 K.G. groene ebi-
coreiwortel en 79.439 K.G. gebrande, 996.881
K.G. erwten en boonen en 2.691.645 K.G.
andere groenten. Wij verzonden verder nog
naar onze zuidelijke naburen 29.625 K.G.
verscke appels.
In de maand Januari leverden wij aan
België slechts 648.192 gezwingalcE.cn
gezwingeld vlas.
DE „MILITAIRE.LASTEN" VAN ONS VOLH
Voor velen zeer lezenswaardig achten, wij
de volgende woorden die de Utrechtsche af
gevaardigde, de heer Van Karncbcek, in de
Tweede Kamer heeft gesproken bij de ver
dediging van zijn amendement op de Land
weerwet en die wij uit de Handelingen (blz.
2665) hier overdrukken:
„Er is een voorstelling van zaken ge
geven, alsof de laatste hervorming van
onze militaire instellingen zou geweest zijn
een vermeerdering van militaire lasten. Dat.
is volstrekt het geval niet. Het is reeds in
de gewisselde stukken bij de behandeling van
de Militiewet, ook van de zijde der Regee
ring, in het licht gesteld: ons leger is niet
vergroot, de militaire lasten die op de be
volking zijn gelegd zijn niet vergroot bij
de laatste hervorming. De 8 lichtingen die er
bestonden op het oogenblik dat die hervor
ming is ingevoerd, brachten het eigenlijke
leger op 121.450 man, en de 6 lichtingen
waaruit het eigenlijke leger voortaan zal be
staan, volgens de nieuwe Militiewet, bren
gen het op 121.670- man; dit is dus nage
noeg hetzelfde. Bij dit eigenlijke leger komt
dan een getal van 85 a 87.000 man van do
landweer, die vroeger opgeleverd werden door
de zeven lichtingen en thans, voelgens het
geen nu wordt voorgesteld, uit de vijf lich
tingen zullen opkomen. Dat is dus samen een
oorlogsweermacht van 208.670 man; laten wij
zeggen van 208,000 man.
Een dergelijke oorlogsweermacht is voor
een land met onze bevolking inderdaad zeer;
Nadat 't jonge paar van de reis terugge
keerd was, wilde Augusta Maplewood ver
laten.
Doe het niet, Augusta, smeekt Ada, je
zoudt mij in verlegenheid brengen. Ik kan
het huishouden niet leiden, en zonder u zou
Maplewood in wanorde geraken.
Je meent daarmee, dat ge mij als huis
bestierster wilt aanstellen.
Wel ja, indien je dat wilt aannemen. An
ders zou Arthur vaak zonder middagmaal
moet rondspringen.
Voor een onbemiddeld meisje als Augusta
is dit eene zeer winstgevende betrekking.
Hare dankbaarheid echter wil ze niet ver
raden.
Eu zoo bestuurt Augusta het dienstperso
neel zonder haar stelsel van bespieden op te
geven. Ada geeft haar veel kostbare geschen
ken en Augusta neemt ze aan, omdat ze die
wellicht gebruiken kan, om Ada te gronde te
richten. Zij neemt de gave en haat de geef
ster, mevrouw Sutherland gevoelt dit in
stinctmatig.
Ze houdt niet van mij, zegt ze tot haar
echtgenoot, waarschijnlijk vindt ze mij te kin
derachtig.
Omdat je niet kunt koken, lieve, lacht
Arthur. Zou je wel een kop thee kunnen
zetten?
De moeder van Arthur is zeer blij, van de
zorg voor Augusta ontheven te zijn.
Ze is in 't geheel niet liefzegt ze tot hare
I schoondochter, doch wel oppassend.
(Wordt vervolgd).
succes.-
tmmm wÉS—imm .>var jgp—g—itmam
Dit feit is ook de hoofdoorzaak, dat zich
voor dit examen zoovelen aanmelden, die
en wdt algemeene ontwikkeling en wat be
schaving betreft, verre staan beneden het
peil, dat van een leeraar aan eene middel
bare school of een gymnasium moet wor
den verwacht. Het is mede de oorzaak van
het geregeld zoo groote aantal afwijzingen.
Uwe Excellentie gelieve daarbij te overwe
gen, dat niet van hen, die geroepen wor
den in eene commissie voor de middelbare
akten zitting te nemen, kan worden ver
wacht, dat zij steeds meer van hun tijd
beschikbaar zullen stellen voor het in vele
opzichten minderwaardige werk, dat het
examineeren van de bedoelde candidaten van
hen vergt. Er moeten maatregelen worden
genomen, om de ontaarding van dit examen
tegen te gaan, zoowel door het stellen van
den eisch van algemeene ontwikkeling, uit
andere examina blijkende, als uit het doen
betalen van eene zekere som, vóór tot het
examen wordt overgegaan, wellicht ook
het instellen van een ander examen voer
een andere commissie, dat aan de blijk
baar bestaande behoefte van een examen in
de staatsinrichting voor de lagere admini
stratieve ambtenaren kan voldoen."