Het ondoorgrondelijke geheim. BUITENLAND. BINNENLAND. Üu Bobi BBarché. HaapBevn*Bi*ugseBa Jtöamtecliioenen w®®** aiSe geBeganBieden* DB ZEGENINGEN DER REPUBLIEK PORTUGAL. „ÜSSJfMS» FEUILLETON NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT Uit de „PatrioW vertalen wij de volgende belangrijke ecw*apoudentie uit Portugal: De meest volkomen anarchie heersckt nog steeds onder de auspiciën van den tyrau Af- foaso Costa. Zijn dweeperii wedijvert met xijn evermoed: hij weerstaat alles, maar siddert voor die 7.elide bevolking, die hü zelf tot re volutie en anarchie heeft gebracht. Weder om is de vereeniging waar de Katholieke jeogelingschap van Lissabon bijeenkomt, overvallen; de carbonarios bedreigden do le den van die vereeniging, die zij op straat ontmoetten, zij hielden hen gedurende eonige uren gevangen, terwijl zij hou met hunne revolvers bedreigden. In hun vereenigiugslokaal hebben zij de boekeu uit do bibliotheek op den grond ge worpen, eveneens do platen en portretten met godsdienstige onderwerpen; zii braken de gaslampen, beschadigden het portret van den patriarch enz. enz. Ten slotto voerden zij een jongen man, dien zij in het gebouw aan troffen, naar de gevangenis en sloten het vereen igingsgebouw. I)at gebeurt te Lissabon, onder het geluk kige toezicht, ja, onder bescherming van de Regeeriug Wij moeten helaas! nog eens terugkomen op do slechte behandeling der politieke ge vangenen. Voor het militair gerechtshof te Coïmbra werd onlangs een proces gevoerd, dat meer dere dagen duurde: de beschuldigden waren zoogenaamde samenzweerders. Eén van hen, een priester, verklaarde, dat hij gedurende meerdere dagen verblijf had gehoudeu ineen gevangenis, die tweo pas breed en drio lang was en zonder eenig meubelstuk, dan veen kuipje, dat voor hoofdkussen en verder voor alles diendel Een andero gevangene werd gedurende 28 dagen in een cel opgesloten, daarna, met en kele dagen tusschonpooze, werd hij er we derom in gesloten voor 38 dagen. Meerdere malen werd hij ondervraagd, dik wijls in den nacht. Toen do rechter eens langs zijn cel ging, zag hij een kleine opening waardoor de lucht binnenkomt: de gevange ne was met zijn ontbijt bezig: de magis traat liet hem zijn schraal ontbijt ont nemen en den gevangene zelf opsluiten in oen donkere cel. Des avonds begon het ver ho»r: de rechter had onder do oogen van zijn slachtoffer, die sinds den morgen niet meer gegeten had, een heerlijk diner gereed laten maken. De rechter gaf hem te kennen, dat hij niet meer te eten zou hebben, dan hij voor zijn ontbijt had gehad, „indien hij zijn mis daad niet bekende"! De zoogenaamde samenzweerder bekende zijn onschuld met klem: de rechter beval toen het diner weg te nemen, en hij liet den ge- waarschuwden royalist wegvoeren. Een andere gevangene krees: van twee af gevaardigden de toezegging, dat hii in vrij heid zou gesteld worden, indien hii valsche vork Ia ringen, die compromittecrend waren voor «lorrlen, wilde afleggen; iemand beloof- de hem later duizend francs voor hetzelfde doel. En zulke meuschen durven nog spreken ever de misbruiken van de inquisitie! Het dagblad „Alvorada", orgaan van een revolutinnnair advocaat te Lissabon, publi ceerde eiken dag aanvallen tegen bekende re publikeinen, die hen in geen mooi daglicht stelden. De regeering heeft bet dagblad verboden cn laat sinds dien de typografische ateliers bewaken, waar het weer gedrukt zou kunnen werden. Meer nog: do politie heeft de eigenaren van drukkerijen te Lissabon gewaarschuwd en hen verboden dit dagblad of welk geschrift van dien advocaat ook, te drukken. I)e persoonlijke conflicten tusschon afge vaardigden komen steeds veelvuldiger voor. Om de geringste zaak zenden zij elkander hun getuigen of maken een einde aan hun twisten op nog vlugger wijze: in den gang van het gebouw der Kamer zijn twee afge vaardigden handgemeen geraakt: meerderen moesten tusschenbeiden lcomen om hen te scheiden. De „Socialista" schrijft: „Terwijl de regeering het geld verspilt aan onnutte zaken, en het geld van het volk wordt opgelokt door de „haaien" (die teveel baantjes hebben)wordt het volk, dat ar beidt, in de gevangenissen van het land ge worpen!.... Terwijl do regeering tot de arbei ders, die werkloos zijn, zegt, dat er geen geld is, wordt het geld van ons allen door do ven sters van alle ministeries in zee geworpen..... Waarom geven de afgevaardigden en sena toren niet de helft van lnmne salarissen of liever geheel in de schatkist? Wat heeft men in de Kamer van afgevaar digden gedaan? Niets. E11 in den Senaat? Het is bedroevend om het to zeggen: ook niets. Men speelt met het volk, dat hun dagelijks 3,333 reis (ƒ8.25) betaalt. De Senaat heeft de wet op de ratten uitgevaardigd" iV.-^^aMMBaaBBiwaBi«gaBMBi8aMaaBKaMiw?waiiBBaBi8«a»wraiwBBBaBga8aga De wijntjes van Nestor Wilmart! Thaus is op het kasteel van Nestor Wil mart, te Morialmé, do openbare verkooping aangovangen van den wijnkelder -Bij een zoo fameuzen flesschentrekker als den baron van Gent-Terneuzen kon het wel niet anders, zegt de N. Qaz., of dat gedeello van de huiselijke inrichting moest buitengewoon verzorgd zijn. Om een idee te geven van deze bibliotheek:- Er zijn 566 koopen vorsckillsmlo wiinen met aanduiding van oorsprong en dan nog 15 zon der aanduiding van oorsprong. Van de Bor deaux- en Bourgognewünen alleen zijn er niet minder dan 289 verschillende partijen van 35 flesscheu. Do veiling van dezo partijen is tot heden uitgesteld geworden, op aanvraag van twaalf fijnproevers uit Antwerpen, die er een „ha- zaard" wilde komen doen. We kunnen ons licht voorstellen, zegt het Vlaamsche blad, dat het bericht van deze verkooping aan het gevoelig hart van den braven Nestor heel wat meer pijn zal doen, dan alles wat hij over het slecht humeur der aandeelhouders van Gent-Terneuzen 11a zijn vlucht zal vernomen hebben. Een winstgevend bedrijf. De speelbank van Mo.nte Carlo heeft over het afgeloopen jaar een zuivere winst van 40 milliocn francs te boeken. De onderne ming van Monsieur Blanc, dio reeds lang een der rijkste meuschen ter wereld is, mag dus wel winstgevend genoemd worden. Wat doet het er toe, dat het zaakje een beetje- vies ia? Wat kan de bank er aan doen, als een uitgekleede arme duivel zich in de speelzaal een kogel door het hoofd jaagt. Zij is immers edelmoedig genoeg, om een ieder, die zij de zakken ledigdehet reis geld te geven om huiswaarts te koeren. 425 Dagen op zee rondgedobberd. Na 425 dagen op zee to hebben rondge zworven is liet jacht „Edris" de haven van San Francisco binnengeloopen. Met een bemanning van zeven personen uit New-York vertrokken, werd het na het omzeilen van Kaap Hoorn door een hevigen storm overvallen en zoodanig ontredderd, dat het aan het spel der winden overgele verd was. Op het laatst voedde de beman ning zich slechts met thee en beschuit. De zeilen had men door beddelakens en beddc- tijken vervangen. Japan's vlootuitbreiding. Naar het .Tapansche blad „Asaki Sjimboen" verneemt overweegt de .Tapansche regcering een belangrijke vlootuitbreiding., Er zullen 11 dreadnoughts, 4 groot kruisers, 8 kleino kruisers en 40 torpedojagers worden aange bouwd. De kosten van dit program (dat in- tusschen bescheidener is dan liet oorspron kelijke) bedragen 450 inillioen gulden. De militaire uitbreiding in Europa. De „Times" publiceert een lang arti kel van den bekenden militairen schrijver overste Reeingten over Rusland en bet mili taire evenwicht in Europa. In het artikel heet het o.a.: De geheele pers heeft zich tot nu toe bezig gehouden met de verhouding der militaire sterkte tusschen Duitsckland on Frankrijk, niet echter de Russische leger- sterkte op het oog gehad. Wat Frankrijk aangaat, deze mogendheid maakte zijn militaire voorstellen aanhan gig voor Duitschland er aan dacht, zijn mili tair program te ontwikkelen. De Franschc legermacht zal reeds grooter zijn wanneer Duitschland zijn nieuwe legerontwerpen uit gewerkt heeft. Dit resultaat heeft men in Duitschland niet verwacht en de Duitsche generale staf heeft zich in zijn zienswijze ver gist. De huidige toestand zal Rusland benut ten, om de uoodige maatregelen te treffen zonder zich in financieele zorgen te begeven. Het cenige feit dat in Frankrijk verwonde ring kan baren is, dat het concentratiepunt van de Russische legers 150 K.M. naar het binnenland terug verlegd is, en dat een groot aantal regimenten van de grenzen naar het binnenland van Rusland verplaatst wordt. Ten slotte schrijft overste Reeingten o.a. nog, dat het tijdstip der maatregelen van de Fransche regoering zeer goed gekozen is, en het Fransche leger wel in staat is een Duitschen aanval tegen te houden. Engeland zou in zoodanig geval direct 50.000 man ter hulp zenden, welke het Fran sche leger zeer goed diensten zou kunnen be wijzen. Later zou Engeland nog 200.000 man ter ondersteuning der Franse-ho legermacht kunnen zenden. Een en ander natuurlijk geheel voor reke ning van den militairen deskundige. Soldaten-relletjes in China. Aan een scbrij/en van den procurator der Franciscaanscbe missie in Tsjifoo (Oost- Sjiantoeiig) van den 21 Februari is het vol gende ontleend: „Na den 5den Januari hebben hier de ont slagen soldaten een rooftocht gehouden, waarbij zij zes handelszaken geplunderd heb ben. Do huurlingen, die, den 6en Januari hun ontslag kregen, hadden in de stad een ge heim wapendepot aangelegd om onverwacht te kunnen toriigkceren en revolutie maken, doch een der samenzweerders in Port-Arthur had het geheim verraden en daardoor werd erger voorkomen. Dezer dagen zal het ge heele garnizoen, bijna geheel bestaande uit doortrapte landloopers eu straikroovers. ont bonden worden. De kooplui en handelaars verkeeron in de grootste onrust; want do „wakkere" landver- dedigers zullen er hun „dolce far niente" niet zoo gemakkelijk aan geven. Om hen in bo dwang te houden, rukken reeds 4000 man re- geeringstroepen naar Tsjifoe, welke in de omliggende dorpen zullen kampeeren; verdor ligt er oen kruiser in de haven. Eergisteren trokken 1000 man de stad binnen. Onder deze omstandigheden zal nu de ont binding der onregelmatige troepen waar schijnlijk een kalm verloop hebben, tenmin ste wij hopen hot. De kiesrechtwijven. Eindelijk neemt het verstandige publiek tegen de kiesrechtwijven een energieke hou ding aan. Uit de Eugelsche bladen blijkt, zoo als reeds in dit blad werd medegedeeld, dat het optreden der suffragettes bij do parlö- meutsopening groote verontwaardiging wek te bij koning George, die rood vau boosheid werd, toen de vrouwen pamfletten naar zijn rijtuig wierpen. Maar ook de menigte was zeer verontwaardigd en dreigde de vrouwen, toen ze door de politie werden weggeleid, te lijf te gaan. Duizeude menscken drongen aan, om do vrouwen in oen der vijvers van St. James Park te dompelen maar de politie kon meester blijven. Steeds feller wordt echter de woede onder het volk over de baldadigheden en brand stichtingen der militante kiesrecht,vrouwen en meer en meer hoort men stemmen opgaan om het recht nu maar in eigen lmnd te ne men. In Londeneche clubs vertelt men, dat dezer dagen op een speelveld van een der golfclubs, een paar dames op heeterdaad be trapt werden toen ze daar het veld onbruik baar wilden maken. De dames werden in het clubgebouw opgesloten eu men liet daarop vier stevige juffers komen, die de dames een duchtige kastijding toedienden. Of het ver haal waar is, valt moeilijk na te gaan, want de aldus afgestraften zullen zich wel niet durven beklgen, uit vrees nog te worden uit gelachen bovendien. Maar bet verhaal toont in elk geval, dat de stemming wel zoo is. dat de dames bij verdere baldadigheden zich op zulk een lot kunnen voorbereiden. De Roomsche liefdezusters in Fransche hospitalen. In de Fransche hospitalen wordt het gemis der Roomsche ziekenzusters hard gevoeld. Men bemerkt wel, dat men deze engelen der naastenliefdo niet missen kan eu zoo zijn er dan ook reeds meermalen voorstellen in gediend om de Zusters van Barmhartigheid wederom in de ziekenhuizen toe te laten. Een raadslid der gemeente Parijs heeft er op aangedrongen de Zusters op een bepaalde zaal toe te laten, opdat ieder, die zulks ver langt, door haar kan geholpen worden. Dit voorstel is thans weder opgenomen door een gemeenteraadslid, de Puymaigre, die hoeveel lof toezwaaiend aan de grootste meerderheid van het verplegerspersoneel, hetwelk de sell ooi d°r Salpétrière verlaat, toch moét erkennen, dat sommigen dezer verpleegsters on opPassöressen niet geheel en al op de hoogte van haar taak zijn. Tot nog toe is van do wed er-toelating der Zusters niets gekomen. Nu moet echter de verplegingsdienst uitgebreid worden en daar mee gaan groote onkosten gepaard, vooral door de hooge traktementen der ziekenver- plegers. In de Figaro schrijft nu Jonville of het geen aanbeveling zou verdienen, het leeken-' personeel aan te vullen met zusters, die als vakkundige verpleegsters zeer hoog stonden aangeschreven en wier toewijding boven al len lof verheven is, terwijl zij zich bovendien tevreden stellen mot een toelage van 200 frs. per jaar. Als verpleegsters staan zij veel hooger en zijn zij veel heter dan leekenper soneel. Ook do geneeeheeren denken er, wat de grooto meerderheid betreft, evenzoo over, en het is buiten twijfel of de minvermogende ziekeu zouden een althans gedeeltelijke we deropneming der zusiers in de ziekenhuizen zeer gaarne zien. Zoo zijn te Cherbourg do zusters, dio in 1905 uit het hospitaal waren verdreven, daar weder ingehaald. In 1907 riep men te Tou louse, tijdens een roodvonk-epidemie, de zus ters te hulp, nadat de hospitalen reeds ge deeltelijk geiaïciseerd waren. EEN ENGELSCHE MINISTER OVER NEDERLAND. Wij hebben rlezer dagen gemeld dat de En- gelsche minister van Landbouw Runciman in Nederland een studiereis gemaakt heeft en o.m. ook in Haarlem vertoefde. Minister Runciman heeft zich nu ovev zijn Hollandsche reis uitgelaten en dat wel zeer vleiend! De Telegraaf-correspondent te Londen schrijft daarover o.m. het volgende: Dat een groot land nog wol van een klein kan leeren, hoeft de Eugelsche minister van Landbouw pas bewezen. Do right honourable W. Runciman beheerde liior te lando eerst het departement van onderwijs. Twee jaar geloden werd hij minister vau Landbouw. Als zoodanig heeft hij plamien in overwe ging om den Engelschen land- en tuinbouw vooruit te brengen. En nu deed hij verleden week ons land do eer aan van een bezoek, om er een en ander voor zijn plannen te leeren. Zooals men weet, bracht minister Runciman de laatste dagen der vorige week in Friesland door. Zondag kwam hij hier te rug. En nu deelde hij aan eeu vertegenwoor diger van de „Daily Mail" liet volgende om trent zijne reis mede: „Ik ging in Nederland de boomkweekerijen en zuiveldistricteu bezichtigen", zeide hij, „om er het stelsel van omzet en verkoop te bestndeeren. Be had geen tijd genoeg, mijne onderzoekingen verder uit te strekken. „Het is onmogelijk, de methoden, zooals die in Nederland bestaan, hier to lande toe te passen. (Minister Runciman doelde op de iandbouw-coöperatie). Hier zijn de boerde rijen grooter en picer afgelegen, hetgeen op zichzelf al zekere vormen van coöperatie be zwaarlijk, zooal niet onmogelijk maakt. Onze voornaamste markten worden dichter bij de boerderijen gehouden en het is b.v. hier voor- deeliger de melk to verkoopen, dan ze voor 't maken van kaas en boter te gebruiken. Voor zoover 't groote boerderijen betreft, zul len wij de haast onoverkomelijke bezwaren van coöperatieve productie, door een zorg vuldiger opleiding van den landbouwer te gemoet moeten komen. „Met de kleine boeren staat, de zaak anders. De volle voordeelen van kleine hofsteden in iederen vorm, hetzij dienende om groenten voor de markt te produceeren, voor veefok- ken of voor zuivelbereiding, kunnen zonder coöperatieven omzet niet worden verworven. En iedereen, die Holland bezoekt, moet daar tot do gevolgtrekking komen, dat, zoowel voor groote als voor kleine boeren, een hooge fokkerij en melkopnamen voor een compleet succes beslist noodig zijn. Zonder de con trol es tat ions en de handhaving van een Imo gen standaard der Eriesclio koeien, zouden de Friezen bun wereldwijde reputatie voor productieve dieren eu goede voortbrengse len nimmer hebben verworven. „Ik hoop, door de combinatie van mijn plan voor veefokken'en do hulp, die ik binnenkort hior to lando aan vereeniging voor melk- eontrole zal kunnen verlcenen, aan Holland het beste compliment te betuigen, dat in inijn macht staat". Minister Runciman verklaarde ten slotte, veel verschuldigd te zijn aan minister Tal- ma, voor diens genomen maatregelen, opdat hij in korten tijd, zooveel mogelijk kon zien. Eveneens vas minister Runciman zeer er kentelijk voor de hartelijke gastvrijheid, hem in ons land door particuliere heeren geboden. Hij vertelde zijn interviewer nog een boel, omtrent alles, wat hij zag. De nitloopende bollen, rond Haarlem, leverden een pracli- tigen aanblik op. De boomkweekerijen van Boskoop wekten zijne bewondering. Hij vond er een veel grootere samenwerking tusschen de tuiniers voor hun verkoop, dan in eenig ander deel van Europa. Met.de boter-con« trolestatious in Friesland, was bij zeer in< genomen. De boekhouding der coöperatieve zuivelfabrieken vond hij schitterend geren geld. Do veemarkt te Leeuwarden trok hem zeer aan. Eu rond do Friescbe hoofdstad vond hij het hoogste gespecialiseerde zuivel-! district, dat dat hij ooit zag. Do heeren-boer-» derijen, waar het vee gestald is in salons, in „drawing-rooms-apartments", en gehouden „door ruillionnairs", liet hij opzettelijk links liggen. Kortom, minister Runciman was zeer vol daan over zijn reis door Holland, over alles wat hij daar zag en hoorde. En als hü hier nu dra het Hollandsche hooi onthief van het invoerverbod, dan zouden onze hoeren ook dankbaar zijn. Want minister Runciman zal nu in ons land ook overtuigend hebben ge leerd, dat daar de veestapel gezonder is, dan men hier to lande soms meent. De Eugelsche kranten zoo kunnen wij hieraan toevoegen zijn over deze gunstigo beoordeoling van ons land niet erg tevreden. Een Engelschman acht zijn eigen land altijd 't beste. Maardat doet aan dit oordeel niets af! 't Bewijst trouwens weer eens, hoe onder dit Ministerie ook op landbouwgebied ons vaderland een uitnemende positie beeft weten te veroveren! Het decorum bij tabaksvcilingeu. Men schrijft uit Amsterdam aan de „N. Rotfc. Crt.": Wanneer eens de room van PruLson's ainb- tenaarsdom, wolke thans, al staatsweten schap studeerend, ons land bereist en over al. plochtstatolijk wordt ingehaald, wanneer zij eens, bij noodlottige vergissing door een onvergeeflijke slordigheid, het veilingsge bouw Frascati niet Donderdag, maar Vrij dag te bezoeken had gehad I Wat ware dat oen..., een allergrobsten; Unfung geweest! x Zij, wier lotsbestemming nimmer met ta- baksveilingen en tabaksinschrijvingen sa menloopt, bevroeden niet het afgrijselijke het krankzinnige van deze veronderstelling. Maar laat ik mij beroepen op de gansche Amstordamsche tabaks wereld, die van Vrij dagmorgen af in den razenden maalstroom der Sumatra-inschrij vingen rondholt. Laat de tabaksmannen, die Donderdag, onder 't rustig taxeorca van do uitgelegde monsters misschien even gestoord werden door do staatswetenschap vergarende vreemdelin gen, eens antwoorden op de vraag, or ook! zij toen niet zich evon vermaakt hebben met den ondeugenden inval: „Die heeren moesten morgen eens naar ons komen kij ken!" Na den eersten dag d.i. den grooten dag te hebben medegemaakt, zoude ik mijn indruk van het voor een buitenstaan der zeker allermerkwaardigst en allerzon derlingst verschijnsel, dat tabaksinschrij- ving heet, in één enkel, veel zeggend woord kunnen weergeven. Ik doe het niet, al zoude het misschien gemakkelijker zijn. Hd wacht mij er voor, want do op dezen dag in Frascati verkregen wetenschap, dat ruw geweld en ellebogen-argumenten bij tabaks- inschrijvingen buiten het gemoed omgaan, waarborgt mij bij do betrokkenen geen on kwetsbaarheid voor een zeker zeer on vriendelijke kwalificatie. En dies tracht ik te omschrijven dat gene, wat met dat ééne veelzeggende woord zoo afdoend geteekond ware. Tabaksinschrijvingen brengen mede een volslagen en algeheel afrekenen met be schaafde, goede manieren. Zelfs kan men er nauwelijks spreken van slechte manieren, omdat wat hier beoefend wordt gansche',ijk t,oen manieren meer zijn. Men stelle zich voor een eivolle zaal, waarin niemand langer dan een oogenblik' op dezelfde plaats blijft staan, en waarin allen voortgedreven worden in één groote, dolle jacht om elkander vliegen af te van gen. Wie hier correct zoude willen blijven in zijn optreden (wat absurd is), of wie zijn Hollandsche bezadigdheid niet zou willen verloochenen, heeft hier niets te maken, kan hier niets beginnen. Dus is or niemand correct, nóch iemand bezadigd. Wie een an der wil passeoren, zegt, niet onder een be leefd hoed-afnomen: „Pardon"; hij geeft den sta-in-den-weg eenvoudig met schouders en ellebogen een flinken opstopper, of bokst hem weg, zoodat er ruimte komt. Niemand zal zulk een bejegening hier kwalijk nemen, omdat ieder het op zijn beurt en onophoude lijk doet, onder het alles verschoonendo motto: „Zoo zijn onzo manieren." Dit is slechts onbeduidend voorspel. Piot- 99 (Naar het Amerikaansch). 10.) Het gesprek loopt hoofdzakelijk over het concert. Een der dames neemt niet deel aan de conversatie. Met zichtbaar ongeduld houdt ze de oogen op de deur gevestigd, 'tls een mooi meisje met goudblond haar en blauwe oogen, Julie, een dochter van mevrouw Wel don. Wat is er, Julie? vraagt een blond meisje naast haar. Anders ben je zoo vroolijk en spraakzaam en vandaag zoo ernstig, je kijkt alleen maar naar de-deur. Dat wil zeggen, dat ze Mr. Benoir ver- Wacht, zegt Julie's oudere zuster. Het geheele gezelschap laclit, terwül het jonge meisje bloost. Benoir is gelukkig bij de dames, merkt ©en der zanger» op, wat opmerkelijk is bij fcoo'n donkere gelaatskleur. Wat doet de kleur er toe? vraagt een j longü i~i.ii, die door de zaal wandelt. I Julie's oogen fonkelen als sterren, als de ■deur opengaat. j Brown zegt -daar zoo pas, dat je veel weg bad van een neger. Ben je van den schrik van gisteren bekomen, Benoir? Voor den drommel, wie was de dame, 1 die bewusteloos werd? Mevrouw Arthur Sutherland van Maple-1 wood, herneemt de oudste dochter des huizes. Denkelük was de hitte de oorzaak, ze is een teedere plant. Ik kon haar goed zien, zegt een zanger, I ze is buitengewoon schoon. Ja, zegt Julie, ik kan haar somtijds niet genoeg beschouwen. U gelukt veel op haar, Mr. Benoir. j Gaston Benoir maakt eene buiging. Ik dank u, juffrouw, ik beu er zeer trotsck op. Ik ben nieuwsgierig de dame te zien; denkt ge, dat ze vandaag naar het con- j eert zal komen? Ik geloof bet niet, ze gaat zelden uit, en meestal gesluierd. 1 Sluiers moesten aan mooie dames ver boden worden Benoir gaat niet verder. Julie is aan het venster gegaan en roept verrast uit: Emilie, is dat niet miss Sutherland? Die komt zeker niet naar ons, herneemt do oudste zuster, eens is ze hier geweest om voor eene kerk te oollecteeren. Doch waar lijk.... ze komt naar hier. Er ontstaat een heele beweging als miss Sutherland, geleid door mevrouw Weldon, in den kring verschijnt. Ik hoop u niet te storen, zegt. Augusta glimlachend, ik wilde slechts naar Lilly ko men vragen, die niet wel is, naar men mü zegt. Ik dank u zeer, miss Sutherland, ant woordt Lilly, de jongste dochter des huizes, de keelpijn, die ik gisteren zeer erg had, is bijna geweken. En hoo vaart meyrouw Sutherland? vraagt mevrouw Weldon, is ze weer hersteld? Neen, herneemt Augusta, en ze werpt eeu scherpen blik op do negerzangers, nog niet heelemaal. Ze heeft pas van morgen eeu weinig geslapen. De hitte was er zeker de oorzaak van! Mogelijk. Ada was altijd zwak. Mr Benoir schijnt als door een electrischeu stroom getroffen. Hij ziet Augusta nieuws gierig aan. Pardon, juffrouw, heette de dame Ada? Augusta kijk; den zanger verrast aan. Hij is een buitengewoon flinke man, die Mr. Be noir, edele trekken, grooto zwarte schitteren de oogen e.n donker haar. De hooge gestalte heeft eeu juisto evenredigheid, het gelaat is een'weimg olijfkleurig. Voor 'tscherpe oog van Augusta is dit gebruind gelaat een spie gel van zijn verraderlijk karakter. Mevrouw Sutherland heet Ada, zegt ze. Heeft u daar belang hij? Wei zeker, want ik kende een persoon i van dezen naam te Louisiana. Voor zoover ik weet, was mevrouw Su-1 tkerland nooit daar, haar vaderland is Cuba. Cubal Gaston verraadt opnieuw zijn nieuwsgie rige belangstelling. Cuba! roept hü nog eens, en beette de dame Rohan? Allo aanwezigen zien Mr. Benoir ten hoog ste verbaasd aan. Ja, spreekt Augusta langzaam, zoo heet te müne nieht voor haar huwelük. Kent u misschien Ada Rohan? Gaston Benoir wendt zyno blikken naar het venster. Ik heb haar nog nooïc gezien, doch wel van Mr. Rohan en zgn kleindochter gehoord, toen ik vroeger op Cuba was. Hü maakt eene buiging voor de dames eu gaat naar buiten. I Spoedig daarna vertrekt ook miss Suther land. I 'tis zooals ik dacht, denkt ze bü zich' zelf, de hitte was do oorzaak niet. In welke betrekking staat ze tot dezen man? Hij heeft j haar gekend, al loochent hij dit ook; bij hem j is de sleutel van dit donker geheim te vin- i don, dat haar leven en dat baars grootvaders vergalde. De dag der vergelding is nader dan ik dacht. Er verloopt geruimen tüd, eer Gaston Be noir weer in de eetzaal komt. Ik ben treurig gestemd, zegt hü tot Ju lie. Wil u wat met my in den tuin wandelen? Julie Welden is dadeliik bereid. De neger zanger heeft reeds het hart van het meisje gewonnen. Lang wandelen ze in den grooten tuin, de boomen staan in volle pracht, 'tis een beer- lüke morgen. Gaston vertelt van zijne reizen en brengt, ongemerkt hoe dikwijls zij hot zich in de volgende verschrikkelijke dagen ook zocht te binnen te brengen, zij kou zich maar niet meer herinneren hoe het ge sprek op mevrouw Sutherland. Openhartig vertelt hem het meisje wat ze weet. VecL weet ze niet. Hü luistert opmerkzaam en laat haar praten. De Sutherlands zijn zeker zeer trotsolif vraagt hü. Het is de meest trotsche familie uit den omtrek. Geen prinses ware mevrouw Suther land te goed geweest voor haar zoon, en ware miss Rohan niet van zulke voorname fami lie, dan hadde zij niet in het huwelük toe gestemd, al was de jonge dame nog zoo rgk. Een helsche vreugde schittert in de oogen van Mr. Beu oir. ik geloof, dat men u roept, zegt hg. Julie, Julio, waar ben je? roept Emilie, Waar ga je heen? vraagt eeu der ka meraden, als hij met Julie versckijut, Ik wil 't stadje eens bekükcn. En wil je geen gezelschap? Ik dank u. Gaston Benoir gaat niet naar do stad, maar begeeft zich naar Maplewood. Eindelük eindelük! spreekt hü bü zich zelf, eindelük is mijn uur gekoment Jaren-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1913 | | pagina 5