Het ondoorgrondelijke
geheim.
BUITENLAND.
BINNENLAND.
Üu Bobi BBarché.
HaapBevn*Bi*ugseBa Jtöamtecliioenen w®®** aiSe geBeganBieden*
DB ZEGENINGEN DER REPUBLIEK
PORTUGAL.
„ÜSSJfMS»
FEUILLETON
NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT
Uit de „PatrioW vertalen wij de volgende
belangrijke ecw*apoudentie uit Portugal:
De meest volkomen anarchie heersckt nog
steeds onder de auspiciën van den tyrau Af-
foaso Costa. Zijn dweeperii wedijvert met xijn
evermoed: hij weerstaat alles, maar siddert
voor die 7.elide bevolking, die hü zelf tot re
volutie en anarchie heeft gebracht. Weder
om is de vereeniging waar de Katholieke
jeogelingschap van Lissabon bijeenkomt,
overvallen; de carbonarios bedreigden do le
den van die vereeniging, die zij op straat
ontmoetten, zij hielden hen gedurende eonige
uren gevangen, terwijl zij hou met hunne
revolvers bedreigden.
In hun vereenigiugslokaal hebben zij de
boekeu uit do bibliotheek op den grond ge
worpen, eveneens do platen en portretten
met godsdienstige onderwerpen; zii braken
de gaslampen, beschadigden het portret van
den patriarch enz. enz. Ten slotto voerden zij
een jongen man, dien zij in het gebouw aan
troffen, naar de gevangenis en sloten het
vereen igingsgebouw.
I)at gebeurt te Lissabon, onder het geluk
kige toezicht, ja, onder bescherming van de
Regeeriug
Wij moeten helaas! nog eens terugkomen
op do slechte behandeling der politieke ge
vangenen.
Voor het militair gerechtshof te Coïmbra
werd onlangs een proces gevoerd, dat meer
dere dagen duurde: de beschuldigden waren
zoogenaamde samenzweerders. Eén van hen,
een priester, verklaarde, dat hij gedurende
meerdere dagen verblijf had gehoudeu ineen
gevangenis, die tweo pas breed en drio lang
was en zonder eenig meubelstuk, dan veen
kuipje, dat voor hoofdkussen en verder voor
alles diendel
Een andero gevangene werd gedurende 28
dagen in een cel opgesloten, daarna, met en
kele dagen tusschonpooze, werd hij er we
derom in gesloten voor 38 dagen.
Meerdere malen werd hij ondervraagd, dik
wijls in den nacht. Toen do rechter eens
langs zijn cel ging, zag hij een kleine opening
waardoor de lucht binnenkomt: de gevange
ne was met zijn ontbijt bezig: de magis
traat liet hem zijn schraal ontbijt ont
nemen en den gevangene zelf opsluiten in
oen donkere cel. Des avonds begon het ver
ho»r: de rechter had onder do oogen van zijn
slachtoffer, die sinds den morgen niet meer
gegeten had, een heerlijk diner gereed laten
maken. De rechter gaf hem te kennen, dat
hij niet meer te eten zou hebben, dan hij voor
zijn ontbijt had gehad, „indien hij zijn mis
daad niet bekende"!
De zoogenaamde samenzweerder bekende
zijn onschuld met klem: de rechter beval toen
het diner weg te nemen, en hij liet den ge-
waarschuwden royalist wegvoeren.
Een andere gevangene krees: van twee af
gevaardigden de toezegging, dat hii in vrij
heid zou gesteld worden, indien hii valsche
vork Ia ringen, die compromittecrend waren
voor «lorrlen, wilde afleggen; iemand beloof-
de hem later duizend francs voor hetzelfde
doel.
En zulke meuschen durven nog spreken
ever de misbruiken van de inquisitie!
Het dagblad „Alvorada", orgaan van een
revolutinnnair advocaat te Lissabon, publi
ceerde eiken dag aanvallen tegen bekende re
publikeinen, die hen in geen mooi daglicht
stelden.
De regeering heeft bet dagblad verboden
cn laat sinds dien de typografische ateliers
bewaken, waar het weer gedrukt zou kunnen
werden.
Meer nog: do politie heeft de eigenaren van
drukkerijen te Lissabon gewaarschuwd en
hen verboden dit dagblad of welk geschrift
van dien advocaat ook, te drukken.
I)e persoonlijke conflicten tusschon afge
vaardigden komen steeds veelvuldiger voor.
Om de geringste zaak zenden zij elkander
hun getuigen of maken een einde aan hun
twisten op nog vlugger wijze: in den gang
van het gebouw der Kamer zijn twee afge
vaardigden handgemeen geraakt: meerderen
moesten tusschenbeiden lcomen om hen te
scheiden.
De „Socialista" schrijft:
„Terwijl de regeering het geld verspilt aan
onnutte zaken, en het geld van het volk
wordt opgelokt door de „haaien" (die teveel
baantjes hebben)wordt het volk, dat ar
beidt, in de gevangenissen van het land ge
worpen!.... Terwijl do regeering tot de arbei
ders, die werkloos zijn, zegt, dat er geen geld
is, wordt het geld van ons allen door do ven
sters van alle ministeries in zee geworpen.....
Waarom geven de afgevaardigden en sena
toren niet de helft van lnmne salarissen of
liever geheel in de schatkist?
Wat heeft men in de Kamer van afgevaar
digden gedaan? Niets. E11 in den Senaat?
Het is bedroevend om het to zeggen: ook
niets.
Men speelt met het volk, dat hun dagelijks
3,333 reis (ƒ8.25) betaalt. De Senaat heeft de
wet op de ratten uitgevaardigd"
iV.-^^aMMBaaBBiwaBi«gaBMBi8aMaaBKaMiw?waiiBBaBi8«a»wraiwBBBaBga8aga
De wijntjes van Nestor Wilmart!
Thaus is op het kasteel van Nestor Wil
mart, te Morialmé, do openbare verkooping
aangovangen van den wijnkelder -Bij een zoo
fameuzen flesschentrekker als den baron van
Gent-Terneuzen kon het wel niet anders, zegt
de N. Qaz., of dat gedeello van de huiselijke
inrichting moest buitengewoon verzorgd zijn.
Om een idee te geven van deze bibliotheek:-
Er zijn 566 koopen vorsckillsmlo wiinen met
aanduiding van oorsprong en dan nog 15 zon
der aanduiding van oorsprong. Van de Bor
deaux- en Bourgognewünen alleen zijn er
niet minder dan 289 verschillende partijen
van 35 flesscheu.
Do veiling van dezo partijen is tot heden
uitgesteld geworden, op aanvraag van twaalf
fijnproevers uit Antwerpen, die er een „ha-
zaard" wilde komen doen.
We kunnen ons licht voorstellen, zegt het
Vlaamsche blad, dat het bericht van deze
verkooping aan het gevoelig hart van den
braven Nestor heel wat meer pijn zal doen,
dan alles wat hij over het slecht humeur der
aandeelhouders van Gent-Terneuzen 11a zijn
vlucht zal vernomen hebben.
Een winstgevend bedrijf.
De speelbank van Mo.nte Carlo heeft over
het afgeloopen jaar een zuivere winst van
40 milliocn francs te boeken. De onderne
ming van Monsieur Blanc, dio reeds lang
een der rijkste meuschen ter wereld is, mag
dus wel winstgevend genoemd worden. Wat
doet het er toe, dat het zaakje een beetje-
vies ia? Wat kan de bank er aan doen,
als een uitgekleede arme duivel zich in de
speelzaal een kogel door het hoofd jaagt.
Zij is immers edelmoedig genoeg, om een
ieder, die zij de zakken ledigdehet reis
geld te geven om huiswaarts te koeren.
425 Dagen op zee rondgedobberd.
Na 425 dagen op zee to hebben rondge
zworven is liet jacht „Edris" de haven van
San Francisco binnengeloopen.
Met een bemanning van zeven personen
uit New-York vertrokken, werd het na het
omzeilen van Kaap Hoorn door een hevigen
storm overvallen en zoodanig ontredderd,
dat het aan het spel der winden overgele
verd was. Op het laatst voedde de beman
ning zich slechts met thee en beschuit. De
zeilen had men door beddelakens en beddc-
tijken vervangen.
Japan's vlootuitbreiding.
Naar het .Tapansche blad „Asaki Sjimboen"
verneemt overweegt de .Tapansche regcering
een belangrijke vlootuitbreiding., Er zullen
11 dreadnoughts, 4 groot kruisers, 8 kleino
kruisers en 40 torpedojagers worden aange
bouwd. De kosten van dit program (dat in-
tusschen bescheidener is dan liet oorspron
kelijke) bedragen 450 inillioen gulden.
De militaire uitbreiding in Europa.
De „Times" publiceert een lang arti
kel van den bekenden militairen schrijver
overste Reeingten over Rusland en bet mili
taire evenwicht in Europa. In het artikel
heet het o.a.: De geheele pers heeft zich tot
nu toe bezig gehouden met de verhouding
der militaire sterkte tusschen Duitsckland
on Frankrijk, niet echter de Russische leger-
sterkte op het oog gehad.
Wat Frankrijk aangaat, deze mogendheid
maakte zijn militaire voorstellen aanhan
gig voor Duitschland er aan dacht, zijn mili
tair program te ontwikkelen. De Franschc
legermacht zal reeds grooter zijn wanneer
Duitschland zijn nieuwe legerontwerpen uit
gewerkt heeft. Dit resultaat heeft men in
Duitschland niet verwacht en de Duitsche
generale staf heeft zich in zijn zienswijze ver
gist. De huidige toestand zal Rusland benut
ten, om de uoodige maatregelen te treffen
zonder zich in financieele zorgen te begeven.
Het cenige feit dat in Frankrijk verwonde
ring kan baren is, dat het concentratiepunt
van de Russische legers 150 K.M. naar het
binnenland terug verlegd is, en dat een groot
aantal regimenten van de grenzen naar het
binnenland van Rusland verplaatst wordt.
Ten slotte schrijft overste Reeingten o.a.
nog, dat het tijdstip der maatregelen van
de Fransche regoering zeer goed gekozen is,
en het Fransche leger wel in staat is een
Duitschen aanval tegen te houden.
Engeland zou in zoodanig geval direct
50.000 man ter hulp zenden, welke het Fran
sche leger zeer goed diensten zou kunnen be
wijzen. Later zou Engeland nog 200.000 man
ter ondersteuning der Franse-ho legermacht
kunnen zenden.
Een en ander natuurlijk geheel voor reke
ning van den militairen deskundige.
Soldaten-relletjes in China.
Aan een scbrij/en van den procurator der
Franciscaanscbe missie in Tsjifoo (Oost-
Sjiantoeiig) van den 21 Februari is het vol
gende ontleend:
„Na den 5den Januari hebben hier de ont
slagen soldaten een rooftocht gehouden,
waarbij zij zes handelszaken geplunderd heb
ben.
Do huurlingen, die, den 6en Januari hun
ontslag kregen, hadden in de stad een ge
heim wapendepot aangelegd om onverwacht
te kunnen toriigkceren en revolutie maken,
doch een der samenzweerders in Port-Arthur
had het geheim verraden en daardoor werd
erger voorkomen. Dezer dagen zal het ge
heele garnizoen, bijna geheel bestaande uit
doortrapte landloopers eu straikroovers. ont
bonden worden.
De kooplui en handelaars verkeeron in de
grootste onrust; want do „wakkere" landver-
dedigers zullen er hun „dolce far niente" niet
zoo gemakkelijk aan geven. Om hen in bo
dwang te houden, rukken reeds 4000 man re-
geeringstroepen naar Tsjifoe, welke in de
omliggende dorpen zullen kampeeren; verdor
ligt er oen kruiser in de haven. Eergisteren
trokken 1000 man de stad binnen.
Onder deze omstandigheden zal nu de ont
binding der onregelmatige troepen waar
schijnlijk een kalm verloop hebben, tenmin
ste wij hopen hot.
De kiesrechtwijven.
Eindelijk neemt het verstandige publiek
tegen de kiesrechtwijven een energieke hou
ding aan. Uit de Eugelsche bladen blijkt, zoo
als reeds in dit blad werd medegedeeld, dat
het optreden der suffragettes bij do parlö-
meutsopening groote verontwaardiging wek
te bij koning George, die rood vau boosheid
werd, toen de vrouwen pamfletten naar zijn
rijtuig wierpen. Maar ook de menigte was
zeer verontwaardigd en dreigde de vrouwen,
toen ze door de politie werden weggeleid, te
lijf te gaan. Duizeude menscken drongen aan,
om do vrouwen in oen der vijvers van St.
James Park te dompelen maar de politie kon
meester blijven.
Steeds feller wordt echter de woede onder
het volk over de baldadigheden en brand
stichtingen der militante kiesrecht,vrouwen
en meer en meer hoort men stemmen opgaan
om het recht nu maar in eigen lmnd te ne
men. In Londeneche clubs vertelt men, dat
dezer dagen op een speelveld van een der
golfclubs, een paar dames op heeterdaad be
trapt werden toen ze daar het veld onbruik
baar wilden maken. De dames werden in het
clubgebouw opgesloten eu men liet daarop
vier stevige juffers komen, die de dames een
duchtige kastijding toedienden. Of het ver
haal waar is, valt moeilijk na te gaan, want
de aldus afgestraften zullen zich wel niet
durven beklgen, uit vrees nog te worden uit
gelachen bovendien. Maar bet verhaal toont
in elk geval, dat de stemming wel zoo is. dat
de dames bij verdere baldadigheden zich op
zulk een lot kunnen voorbereiden.
De Roomsche liefdezusters in Fransche
hospitalen.
In de Fransche hospitalen wordt het gemis
der Roomsche ziekenzusters hard gevoeld.
Men bemerkt wel, dat men deze engelen der
naastenliefdo niet missen kan eu zoo zijn
er dan ook reeds meermalen voorstellen in
gediend om de Zusters van Barmhartigheid
wederom in de ziekenhuizen toe te laten.
Een raadslid der gemeente Parijs heeft er
op aangedrongen de Zusters op een bepaalde
zaal toe te laten, opdat ieder, die zulks ver
langt, door haar kan geholpen worden.
Dit voorstel is thans weder opgenomen
door een gemeenteraadslid, de Puymaigre,
die hoeveel lof toezwaaiend aan de grootste
meerderheid van het verplegerspersoneel,
hetwelk de sell ooi d°r Salpétrière verlaat,
toch moét erkennen, dat sommigen dezer
verpleegsters on opPassöressen niet geheel en
al op de hoogte van haar taak zijn.
Tot nog toe is van do wed er-toelating der
Zusters niets gekomen. Nu moet echter de
verplegingsdienst uitgebreid worden en daar
mee gaan groote onkosten gepaard, vooral
door de hooge traktementen der ziekenver-
plegers.
In de Figaro schrijft nu Jonville of het
geen aanbeveling zou verdienen, het leeken-'
personeel aan te vullen met zusters, die als
vakkundige verpleegsters zeer hoog stonden
aangeschreven en wier toewijding boven al
len lof verheven is, terwijl zij zich bovendien
tevreden stellen mot een toelage van 200 frs.
per jaar. Als verpleegsters staan zij veel
hooger en zijn zij veel heter dan leekenper
soneel. Ook do geneeeheeren denken er, wat
de grooto meerderheid betreft, evenzoo over,
en het is buiten twijfel of de minvermogende
ziekeu zouden een althans gedeeltelijke we
deropneming der zusiers in de ziekenhuizen
zeer gaarne zien.
Zoo zijn te Cherbourg do zusters, dio in
1905 uit het hospitaal waren verdreven, daar
weder ingehaald. In 1907 riep men te Tou
louse, tijdens een roodvonk-epidemie, de zus
ters te hulp, nadat de hospitalen reeds ge
deeltelijk geiaïciseerd waren.
EEN ENGELSCHE MINISTER OVER
NEDERLAND.
Wij hebben rlezer dagen gemeld dat de En-
gelsche minister van Landbouw Runciman
in Nederland een studiereis gemaakt heeft
en o.m. ook in Haarlem vertoefde.
Minister Runciman heeft zich nu ovev zijn
Hollandsche reis uitgelaten en dat wel zeer
vleiend!
De Telegraaf-correspondent te Londen
schrijft daarover o.m. het volgende:
Dat een groot land nog wol van een klein
kan leeren, hoeft de Eugelsche minister van
Landbouw pas bewezen. Do right honourable
W. Runciman beheerde liior te lando eerst
het departement van onderwijs. Twee jaar
geloden werd hij minister vau Landbouw.
Als zoodanig heeft hij plamien in overwe
ging om den Engelschen land- en tuinbouw
vooruit te brengen. En nu deed hij verleden
week ons land do eer aan van een bezoek,
om er een en ander voor zijn plannen te
leeren. Zooals men weet, bracht minister
Runciman de laatste dagen der vorige week
in Friesland door. Zondag kwam hij hier te
rug. En nu deelde hij aan eeu vertegenwoor
diger van de „Daily Mail" liet volgende om
trent zijne reis mede:
„Ik ging in Nederland de boomkweekerijen
en zuiveldistricteu bezichtigen", zeide hij,
„om er het stelsel van omzet en verkoop te
bestndeeren. Be had geen tijd genoeg, mijne
onderzoekingen verder uit te strekken.
„Het is onmogelijk, de methoden, zooals die
in Nederland bestaan, hier to lande toe te
passen. (Minister Runciman doelde op de
iandbouw-coöperatie). Hier zijn de boerde
rijen grooter en picer afgelegen, hetgeen op
zichzelf al zekere vormen van coöperatie be
zwaarlijk, zooal niet onmogelijk maakt. Onze
voornaamste markten worden dichter bij de
boerderijen gehouden en het is b.v. hier voor-
deeliger de melk to verkoopen, dan ze voor
't maken van kaas en boter te gebruiken.
Voor zoover 't groote boerderijen betreft, zul
len wij de haast onoverkomelijke bezwaren
van coöperatieve productie, door een zorg
vuldiger opleiding van den landbouwer te
gemoet moeten komen.
„Met de kleine boeren staat, de zaak anders.
De volle voordeelen van kleine hofsteden in
iederen vorm, hetzij dienende om groenten
voor de markt te produceeren, voor veefok-
ken of voor zuivelbereiding, kunnen zonder
coöperatieven omzet niet worden verworven.
En iedereen, die Holland bezoekt, moet daar
tot do gevolgtrekking komen, dat, zoowel
voor groote als voor kleine boeren, een hooge
fokkerij en melkopnamen voor een compleet
succes beslist noodig zijn. Zonder de con
trol es tat ions en de handhaving van een Imo
gen standaard der Eriesclio koeien, zouden
de Friezen bun wereldwijde reputatie voor
productieve dieren eu goede voortbrengse
len nimmer hebben verworven.
„Ik hoop, door de combinatie van mijn plan
voor veefokken'en do hulp, die ik binnenkort
hior to lando aan vereeniging voor melk-
eontrole zal kunnen verlcenen, aan Holland
het beste compliment te betuigen, dat in inijn
macht staat".
Minister Runciman verklaarde ten slotte,
veel verschuldigd te zijn aan minister Tal-
ma, voor diens genomen maatregelen, opdat
hij in korten tijd, zooveel mogelijk kon zien.
Eveneens vas minister Runciman zeer er
kentelijk voor de hartelijke gastvrijheid, hem
in ons land door particuliere heeren geboden.
Hij vertelde zijn interviewer nog een boel,
omtrent alles, wat hij zag. De nitloopende
bollen, rond Haarlem, leverden een pracli-
tigen aanblik op. De boomkweekerijen van
Boskoop wekten zijne bewondering. Hij vond
er een veel grootere samenwerking tusschen
de tuiniers voor hun verkoop, dan in eenig
ander deel van Europa. Met.de boter-con«
trolestatious in Friesland, was bij zeer in<
genomen. De boekhouding der coöperatieve
zuivelfabrieken vond hij schitterend geren
geld. Do veemarkt te Leeuwarden trok hem
zeer aan. Eu rond do Friescbe hoofdstad
vond hij het hoogste gespecialiseerde zuivel-!
district, dat dat hij ooit zag. Do heeren-boer-»
derijen, waar het vee gestald is in salons, in
„drawing-rooms-apartments", en gehouden
„door ruillionnairs", liet hij opzettelijk links
liggen.
Kortom, minister Runciman was zeer vol
daan over zijn reis door Holland, over alles
wat hij daar zag en hoorde. En als hü hier
nu dra het Hollandsche hooi onthief van het
invoerverbod, dan zouden onze hoeren ook
dankbaar zijn. Want minister Runciman zal
nu in ons land ook overtuigend hebben ge
leerd, dat daar de veestapel gezonder is, dan
men hier to lande soms meent.
De Eugelsche kranten zoo kunnen wij
hieraan toevoegen zijn over deze gunstigo
beoordeoling van ons land niet erg tevreden.
Een Engelschman acht zijn eigen land altijd
't beste. Maardat doet aan dit oordeel
niets af! 't Bewijst trouwens weer eens, hoe
onder dit Ministerie ook op landbouwgebied
ons vaderland een uitnemende positie beeft
weten te veroveren!
Het decorum bij tabaksvcilingeu. Men
schrijft uit Amsterdam aan de „N. Rotfc.
Crt.":
Wanneer eens de room van PruLson's ainb-
tenaarsdom, wolke thans, al staatsweten
schap studeerend, ons land bereist en over
al. plochtstatolijk wordt ingehaald, wanneer
zij eens, bij noodlottige vergissing door een
onvergeeflijke slordigheid, het veilingsge
bouw Frascati niet Donderdag, maar Vrij
dag te bezoeken had gehad I
Wat ware dat oen..., een allergrobsten;
Unfung geweest! x
Zij, wier lotsbestemming nimmer met ta-
baksveilingen en tabaksinschrijvingen sa
menloopt, bevroeden niet het afgrijselijke
het krankzinnige van deze veronderstelling.
Maar laat ik mij beroepen op de gansche
Amstordamsche tabaks wereld, die van Vrij
dagmorgen af in den razenden maalstroom
der Sumatra-inschrij vingen rondholt. Laat
de tabaksmannen, die Donderdag, onder 't
rustig taxeorca van do uitgelegde monsters
misschien even gestoord werden door do
staatswetenschap vergarende vreemdelin
gen, eens antwoorden op de vraag, or ook!
zij toen niet zich evon vermaakt hebben
met den ondeugenden inval: „Die heeren
moesten morgen eens naar ons komen kij
ken!"
Na den eersten dag d.i. den grooten
dag te hebben medegemaakt, zoude ik
mijn indruk van het voor een buitenstaan
der zeker allermerkwaardigst en allerzon
derlingst verschijnsel, dat tabaksinschrij-
ving heet, in één enkel, veel zeggend woord
kunnen weergeven. Ik doe het niet, al
zoude het misschien gemakkelijker zijn. Hd
wacht mij er voor, want do op dezen dag
in Frascati verkregen wetenschap, dat ruw
geweld en ellebogen-argumenten bij tabaks-
inschrijvingen buiten het gemoed omgaan,
waarborgt mij bij do betrokkenen geen on
kwetsbaarheid voor een zeker zeer on
vriendelijke kwalificatie.
En dies tracht ik te omschrijven dat
gene, wat met dat ééne veelzeggende woord
zoo afdoend geteekond ware.
Tabaksinschrijvingen brengen mede een
volslagen en algeheel afrekenen met be
schaafde, goede manieren. Zelfs kan men er
nauwelijks spreken van slechte manieren,
omdat wat hier beoefend wordt gansche',ijk
t,oen manieren meer zijn.
Men stelle zich voor een eivolle zaal,
waarin niemand langer dan een oogenblik'
op dezelfde plaats blijft staan, en waarin
allen voortgedreven worden in één groote,
dolle jacht om elkander vliegen af te van
gen. Wie hier correct zoude willen blijven
in zijn optreden (wat absurd is), of wie zijn
Hollandsche bezadigdheid niet zou willen
verloochenen, heeft hier niets te maken,
kan hier niets beginnen. Dus is or niemand
correct, nóch iemand bezadigd. Wie een an
der wil passeoren, zegt, niet onder een be
leefd hoed-afnomen: „Pardon"; hij geeft den
sta-in-den-weg eenvoudig met schouders en
ellebogen een flinken opstopper, of bokst
hem weg, zoodat er ruimte komt. Niemand
zal zulk een bejegening hier kwalijk nemen,
omdat ieder het op zijn beurt en onophoude
lijk doet, onder het alles verschoonendo
motto: „Zoo zijn onzo manieren."
Dit is slechts onbeduidend voorspel. Piot-
99
(Naar het Amerikaansch).
10.)
Het gesprek loopt hoofdzakelijk over het
concert. Een der dames neemt niet deel aan
de conversatie. Met zichtbaar ongeduld houdt
ze de oogen op de deur gevestigd, 'tls een
mooi meisje met goudblond haar en blauwe
oogen, Julie, een dochter van mevrouw Wel
don.
Wat is er, Julie? vraagt een blond meisje
naast haar. Anders ben je zoo vroolijk en
spraakzaam en vandaag zoo ernstig, je kijkt
alleen maar naar de-deur.
Dat wil zeggen, dat ze Mr. Benoir ver-
Wacht, zegt Julie's oudere zuster.
Het geheele gezelschap laclit, terwül het
jonge meisje bloost.
Benoir is gelukkig bij de dames, merkt
©en der zanger» op, wat opmerkelijk is bij
fcoo'n donkere gelaatskleur.
Wat doet de kleur er toe? vraagt een j
longü i~i.ii, die door de zaal wandelt. I
Julie's oogen fonkelen als sterren, als de
■deur opengaat. j
Brown zegt -daar zoo pas, dat je veel
weg bad van een neger. Ben je van den
schrik van gisteren bekomen, Benoir?
Voor den drommel, wie was de dame, 1
die bewusteloos werd?
Mevrouw Arthur Sutherland van Maple-1
wood, herneemt de oudste dochter des huizes.
Denkelük was de hitte de oorzaak, ze is een
teedere plant.
Ik kon haar goed zien, zegt een zanger, I
ze is buitengewoon schoon.
Ja, zegt Julie, ik kan haar somtijds niet
genoeg beschouwen. U gelukt veel op haar,
Mr. Benoir.
j Gaston Benoir maakt eene buiging.
Ik dank u, juffrouw, ik beu er zeer
trotsck op. Ik ben nieuwsgierig de dame te
zien; denkt ge, dat ze vandaag naar het con-
j eert zal komen?
Ik geloof bet niet, ze gaat zelden uit, en
meestal gesluierd.
1 Sluiers moesten aan mooie dames ver
boden worden
Benoir gaat niet verder. Julie is aan het
venster gegaan en roept verrast uit:
Emilie, is dat niet miss Sutherland?
Die komt zeker niet naar ons, herneemt
do oudste zuster, eens is ze hier geweest om
voor eene kerk te oollecteeren. Doch waar
lijk.... ze komt naar hier.
Er ontstaat een heele beweging als miss
Sutherland, geleid door mevrouw Weldon, in
den kring verschijnt.
Ik hoop u niet te storen, zegt. Augusta
glimlachend, ik wilde slechts naar Lilly ko
men vragen, die niet wel is, naar men mü
zegt.
Ik dank u zeer, miss Sutherland, ant
woordt Lilly, de jongste dochter des huizes,
de keelpijn, die ik gisteren zeer erg had, is
bijna geweken.
En hoo vaart meyrouw Sutherland?
vraagt mevrouw Weldon, is ze weer hersteld?
Neen, herneemt Augusta, en ze werpt
eeu scherpen blik op do negerzangers, nog
niet heelemaal. Ze heeft pas van morgen eeu
weinig geslapen.
De hitte was er zeker de oorzaak van!
Mogelijk. Ada was altijd zwak.
Mr Benoir schijnt als door een electrischeu
stroom getroffen. Hij ziet Augusta nieuws
gierig aan.
Pardon, juffrouw, heette de dame Ada?
Augusta kijk; den zanger verrast aan. Hij
is een buitengewoon flinke man, die Mr. Be
noir, edele trekken, grooto zwarte schitteren
de oogen e.n donker haar. De hooge gestalte
heeft eeu juisto evenredigheid, het gelaat is
een'weimg olijfkleurig. Voor 'tscherpe oog
van Augusta is dit gebruind gelaat een spie
gel van zijn verraderlijk karakter.
Mevrouw Sutherland heet Ada, zegt ze.
Heeft u daar belang hij?
Wei zeker, want ik kende een persoon i
van dezen naam te Louisiana.
Voor zoover ik weet, was mevrouw Su-1
tkerland nooit daar, haar vaderland is Cuba.
Cubal
Gaston verraadt opnieuw zijn nieuwsgie
rige belangstelling.
Cuba! roept hü nog eens, en beette de
dame Rohan?
Allo aanwezigen zien Mr. Benoir ten hoog
ste verbaasd aan.
Ja, spreekt Augusta langzaam, zoo heet
te müne nieht voor haar huwelük. Kent u
misschien Ada Rohan?
Gaston Benoir wendt zyno blikken naar het
venster.
Ik heb haar nog nooïc gezien, doch wel
van Mr. Rohan en zgn kleindochter gehoord,
toen ik vroeger op Cuba was.
Hü maakt eene buiging voor de dames eu
gaat naar buiten. I
Spoedig daarna vertrekt ook miss Suther
land. I
'tis zooals ik dacht, denkt ze bü zich'
zelf, de hitte was do oorzaak niet. In welke
betrekking staat ze tot dezen man? Hij heeft j
haar gekend, al loochent hij dit ook; bij hem j
is de sleutel van dit donker geheim te vin- i
don, dat haar leven en dat baars grootvaders
vergalde. De dag der vergelding is nader
dan ik dacht.
Er verloopt geruimen tüd, eer Gaston Be
noir weer in de eetzaal komt.
Ik ben treurig gestemd, zegt hü tot Ju
lie. Wil u wat met my in den tuin wandelen?
Julie Welden is dadeliik bereid. De neger
zanger heeft reeds het hart van het meisje
gewonnen.
Lang wandelen ze in den grooten tuin, de
boomen staan in volle pracht, 'tis een beer-
lüke morgen. Gaston vertelt van zijne reizen
en brengt, ongemerkt hoe dikwijls zij hot
zich in de volgende verschrikkelijke dagen
ook zocht te binnen te brengen, zij kou zich
maar niet meer herinneren hoe het ge
sprek op mevrouw Sutherland. Openhartig
vertelt hem het meisje wat ze weet. VecL
weet ze niet. Hü luistert opmerkzaam en
laat haar praten.
De Sutherlands zijn zeker zeer trotsolif
vraagt hü.
Het is de meest trotsche familie uit den
omtrek. Geen prinses ware mevrouw Suther
land te goed geweest voor haar zoon, en ware
miss Rohan niet van zulke voorname fami
lie, dan hadde zij niet in het huwelük toe
gestemd, al was de jonge dame nog zoo rgk.
Een helsche vreugde schittert in de oogen
van Mr. Beu oir.
ik geloof, dat men u roept, zegt hg.
Julie, Julio, waar ben je? roept Emilie,
Waar ga je heen? vraagt eeu der ka
meraden, als hij met Julie versckijut,
Ik wil 't stadje eens bekükcn.
En wil je geen gezelschap?
Ik dank u.
Gaston Benoir gaat niet naar do stad, maar
begeeft zich naar Maplewood.
Eindelük eindelük! spreekt hü bü zich
zelf, eindelük is mijn uur gekoment Jaren-