Voorjaarscolleetie ontvangen. P. W. TWEEHUIJSEN, Barteljorisstraai 27. Tel. 1770. Sociale Berichten. Kunst en Letteren. Leger en Viool Sport en Wedstrijden, soling toch maakt zich uit de in een dik- Wauw waas van sigarendamp gehulde me nigte ergens een groep los, en stormt met een schor gebrul de gangen van het gebouw in naar de trap. Onmiddellijk volgen eenige honderdtallen; als een woeste horde; stort, de lieele bende zich naar de trap; wie niet meedraait wordt onder den voet geloopen, of opzij gesmeten. Ieder tracht het eerst te zijn daar waar bekend wordt gemaakt, aan welken makelaar als hopgsten inschrij ver een partij tabak gegund is. Fn zoodra is de naam vernomen of het wordt weder een woeste stormloop naar diens box, waar hij de partij onmiddellijk namens zijn prin cipaal in (niet-officieele) veiling brengt. Dit geeft telkens een toonecl van onbe schrijfelijke wanorde en oorverdoovend la waai, waarmede misschien alleen Kanniba len-krijgsdansen vergeleken kunnen worden. Een blik van bovenaf in zulk een box waar ■..veiling gehouden" wordt, herinnert sterk aan de een of andere krankzinnige futuris tische buitensporigheid. Het is een chaos, een onontwarbaar kluwen van menschelijke ledematen, van hier een been, daar een arm, daar een voet, en hier weder een kop, die soms onmogelijk onder elkander thuis zijn te brengen. Langs alle koppen gudst't zweet tappelings neer; de gelaatstrekken zijn benauwd ver wrongen, en de monden als muilen wijd opengesperd; want al de koppen, welke zich wringen tusschen rompen, en worstelende boenen en armen door, naar den makelaar! naar den make'aarbrullen en schreeuwen rauwelings dooreen. En soms ziet men om zulk een rood-glimmenden gillenden kop plotseling twee handen zich klemmen; bij welke romp die handen bahooren is niet te onderscheiden; maar de handen duwen den kop weg, die al schreeuwend verdwijnt tus- üchen de rompen, en een andere kop neemt de veroverde plaats in. Zoo is het verloop der groote tabaks- inschrijvingen, waarbij op één enkelen mor gen honderdduizenden omgaan, en waarbij alle decorum zoolang buiten op straat te wachten gezet wordt. Geiroefd! Twee bekende Groninger anti quairs waren er op hun tocht naar entiek achter gekomen, dat een armoedig vrouwtje, dat woonde in een der slopjes van de acht erbuurten van die stad, in het bezit moest zijn van een.... onderwetsch kabinet.... Zoo meldt de N. Gr. Crt. De hceren er op af. Ein delijk na heel wat zoeken vonden ze liet cud ■vrouwtjeMet een oogopslag hadden ze reeds gezien, dat hier een „daghuur" te ver dienen viel, en als goede kooplui begonnen ze aanstonds over het begeerde voorwerp te praten, 't Was 'n mooi ding. Ze hadden er nog wel 'n paar centen voor over. Het was niet erg verstandig, meenden zij, om hier in het krotje dat wie weet misschien morgen reeds afgekeurd zou kunqgn worden, zoo'n ding te laten vermolmen. Bovendien, men komt niet allen dag bij je aan huis om geld te bieden. Maar het vrouwtje -bleef onverbiddelijk en wilde geen afstand doen van het oude fami liestuk, dat van geslacht op geslaclW over gegaan was. En zoo konden de heeren, zon der een „daghuur" opgestreken te hebben, gaan.... De heeren spraken er wjjsgeerig over. Wie weet, wat de één niet wist, wist mogelijk de ander wel. En ja wel, er was iets op gevon den. Op zekeren morgen komt een als heer ge kleed persoon het enge krotje van liet oude vrouwtje binnen. Hij zegt haar vriendelijk goeden dag en vei-telt haar, dat hij vanmor gen in de courant gelezen had, dat haar krotje onbewoonbaar verklaard is.... „Hé, is dat waor meneer? 't Spiet mie, beur Maor d'er zal wel nait veul an te ver- unnd'ren wezen, dunkt meneer wel!" „Meneer" was ook van meening, dat hier wel heel weinig aan zou kunnen veranderd worden. Maar mét wierp hij 'nblik op het „kabinet", en vroeg haar, wat ze nu met dat „ding" deed? Of ze misschien ook plan had om het van de hand te doen? „Je motten vrouger opstaon, as je dénken, 'dat je mie d'er denr kennen haolen, olie man", was het vrouwtje's antwoord. „Je d'er door halen, moeke?" vroeg on schuldig de koopman. „Jao, wat main joe nou, dat ik nait wait, dat jai dai koopman van lést binnen? En nou wat ik ook, dat de heeren mien hoesie ook nog nait anpakt hebben. En as je nou nou nait gauw maoken dat je weg komen, dan roup ik van moord!" Moeke woont nog steeds in gezelschap van haar antieke kast in haar achterbnurtwo- ninkje. Ze was de heeren te slim af geweest. Branden. Te Terborg brak op 2 avon den achtereen brand uit in het woonhuis van den heer Weenink. De eerste avond brandde het schuurtje, af, staande achter zzijn café en gisteravond het woonhuis zel ve. Het café bleef gespaard. Brand in een brievenbus. Een klein' rookwolkje dat wegkronkelde uit de boven ste gleuf van een brievenbus, geplaatst voor het kantoor der firma Adolph B'oissevain en Co., op de Heerengracht te Amsterdam, was voor de voorbijgangers het bewijs dat kwajongens een bekende Amsterdamsche baldadigheid hadden uitgehaald, zegt het Hbld. Spoedig was een auto-koolzuurspuit aanwezig en met een emmer water werd het brandje in de bus gebluscht. Een post bode opended aarop de bus en men vond er in behalve een aantal halfverbrande brie ven, eenige lucifers; de drukwerken kregen „waterschade". Blijkbaar was de bus pas gelicht, ten minste het getal brieven, dat gedeeltelijk verbrand was, was niet erg groot. Gedood. Tc Wych'en wilde de 18-jarige v. Z. op musschen gaan schieten. Door on voorzichtigheid stiet hij met het geladen geweer tegen een tafel, waardoor het schot afging en hem zoo ernstig in het lichaam trof, dat hij enkele uren later aan de ge volgen is overleden. Bijtijds gered. Aan het Spuiwater te Botterdam viel Woensdagmiddag de 4-jarige P. R,, uit de St. Laurensstraat te water. Daar de sluisdeuren, voor het doorlaten der schepen, juist geopend waren, werd het ventje door den sterken stroom meege sleurd. Gelukkig was er een agent van politic in de nabijheid, die terstond de dreg uitwierp en inet behulp van een liavenbe- diende het ventje uit het water wist op te halen. De 4-jarige knaap, die reeds in bewusteloozen toestand verkeerde, werd door de beide redders weer bijgebracht en naar de ouderlijke woning geleid. Zekere J. A., uit de Eendrachtsstraat en J. H., uit de Sionsdwarsstraat, die eveneens het gevaar, waarin de knaap verkeerde, be merkt hadden, waren .gekleed te water ge sprongen, om hulp te verleenen. Zij wer den door een schipper, liggende met zijn vaartuig in het Spuiwater, op het dróge gebracht. Treurig. Buren hebben Woensdagavond den 85-jarigen Gerrit van der, V., wonende Ilillestraat 24, te Botterdam, in vervuil den en hulpbehoevenden toestand op den vloer van zijn woning liggende gevonden, schrijft de N. B. Ct. Hij was, volgens zijn zeggen, met een petroleumlamp gestruikeld en gevallen en had daarbij een verwonding in het gelaat bekomen. Op advies van dr. Wolfson werd de man per ambulancewagen naar het Ziekenhuis aan den Coolsingel ver voerd en aldaar ter verpleging opgenomen. Om één uur 's nachts is hij overleden. Auto-ongeluk. .Woensdagavond is de auto van den heer H., uit Sneek, op weg van Harlingen naar Franeker, in vollen vaart op een melkwagen gereden. De bestuurder van den melkwagen brak op drie plaatsen het been. Zijn toestand is bedenkelijk. De auto werd gehavend. Overigens hadden geen persoonlijke ongelukken plaats. Gezonken. Door onbekende oorzaak is in de Nieuwe Haven te Botterdam de sleep boot „Charlotte Eugenie" gezonken. De boot behoorde toe aan den heer M. Zaal, wo nende aan het Oosteinde. Toen de boot in zinkenden toestand was, was niemand aan boord. De stoel van den den Burgemeester. We hebben bericht hoe beslag is gelegd op den zetel van Amsterdams burgemees ter. 't Vreeselijke is gebeurd!... 't Is nu al zoover gekomen, dat de boel verkocht moet worden. De deurwaarder is verschenen en heeft het huisraad van de gemeente aangepakt. De stoej van den Burgemeester kwam het eerst aan de beurt. „Wat een schande voor de buren," spot het Hbld. Hieronder volgt het exploit, zooals het openbaar is afgekondigd: Openbare verkoop bij executie. Ten verzoeke van Johannes Hendrik Schoch, koopman en aannemer van sloo pingen, wonende aan de Baarsjes te Slo ten (Noord-Holland), ten deze domicilie kie zende te Amsterdam aan het Westeinde no. 22 ten kantore van den advocaat en pro cureur mr. Alfred Levy. Zal op Zaterdag, den twee-en-twintigsten Maart 1900 dertien des voormiddags te elf uur op de plaats der inbeslagneming, zijn de in de kamer van den Burgemeester, ten Baadhuize te Amsterdam, in het openbaar worden verkocht; het, bij proces-verbaal van den ondergeteeken- den deurwaarder d.d. 11 Maart 1913 ten laste der gemeente Amsterdam in executo riaal beslag genomen, roerend goed te we ten: Een fauteuil, van boven voorzien van 2 in hout gesneden leeuwen, ieder vasthou dende het wapen der gemeente Amsterdam, zijnde de feuteuil van mahoniehout en be kleed met groen laken, hebbende een met groen laken bekleed kussen. De verkoop geschiedt om contant geld zonder opgeld. Het 'goed is een Half uur vóór den ver koop voor een ieder te bezichtigen. H. A. SCHMITT, deurw. Zegt het voort. DE SIGARENMAKERS-PATROONS. Prof. van Aken, redacteur van „Het Pa troonsblad" schrijft over een onjuistheid in Mr. Aalberse's artikel (Kath. Soc. Weekblad) dat wij 'dezer dagen grootendeels overnamen in De Maasbode het navolgende: Aan het slot van zijn artikel uit Mr. IA. eene bewering, welke eene nieuwe legen de in omgang dreigt te brengen, indien zij niet aanstonds wordt tegen gesproken. En daar deze te eeniger tijd ook' een valsch licht zou kunnen doen vallen op de katholiek geor ganiseerde sigarenfabrikanten, die ook niet altijd accoord kunnen gaan met de thans in staking zijnde sigarenmakers, acht ik het ge- wenscht, de .ware toedracht der zaak mede te deelen, Mr. A. beweert dan, dat de noordelijke si garenfabrikanten, die op het oogenblik hun ne werklieden hebben uitgesloten op grond van hun lidmaatschap eener neutrale pa- troonsvereeniging, dit gedaan hebben „om dat zij lid zijn van een (ook katholieke) vak- vereeniging". Dit nu is volkomen onjuist. De uitsluiting is geproclameerd. ik mag idit des te meer beweren, omdat de zuidelijke fabrikanten, mede door mijne tusschenkomsh het geschil aan arbitrage onderwierpen, wijl men omtrent de door do vakvereenigin- gen gestelde eischen niet tot een vergelijk kon komen. Die samenwerkende vakbonden hebben toen de afdeelingcn Botterdam, Dordrecht en Gorinchem aangegrepen en daar een staking begonnen. En dat heeft het Ver bond van sigarenfabrikanten tot de uitslui ting doen overgaan. Vele onderhandelingen heb ik persoonlijk medegemaakt. En ik kan getuigen, dat de fabrikanten wel degelijk tot concessies geneigd waren. Maar er bestondi verschil over het meer of minder. En feite lijk is de uitsluiting een daad van tegenweer. Niet een aanval tot vernietiging der vakbon den. Trouwens, zoo onnoozel, om aan de mo gelijkheid van zulke eene vernietiging te ge- loeven, zijn de fabrikanten niet. En een groot deel wenscht dat ook niet. In „De Voorhoede schreef E(ngels), 'de amb tenaar van de K. S. A., heel wat juister, toen hij verklaarde geen uitspraak te kunnen doen, aan welke zijde in deze het recht was. Indien hij aan een aanslag op het vereenigingsleven geloofd had, zou hij zich wel anders hebben uitgedrukt. Wanneer patroons zich genoopt achten, op te treden tegen een of andere vakvereeniging, dan wil dat toch nog niet zeggen, dat zij de vakvereeniging vermoorden willen. wensch van Mr. A., dat de katholieke patroons van het Noorden, zich bij katholieke bonden aansluiten, indien dat mogelijk is. Zelfs voor het Zuiden is dat geen overbodige wensch. WAT DE B. K. VA KORG ANISATIE DANKT AAN DEN NED. R. K. VOLKSBOND. In „De Volksbanier" lezen wij een zeer sympathiek artikel, ter gelegenheid van het 25-jarig bestaan van den Ned. R. K. Volks bond in ons Bisdom geschreven door I. van Schaik te Amsterdam, die er een aardige ondervinding ophaalt: In 1894 was er op een zekere fabriek te Amsterdam een gneven-beweging uitgebro ken, en op dien zelfden dag was vanwege het Bestuur van den B. K. Volksbond een oproep gedaan voor een vergadering van R. K. Ta bakbewerkers, wat tot resultaat had, dat er een onderafdeeling van sigarenmakers en Tabakbewerkers werd gesticht, welke, God zij dank, nog bestaat onder den naam van „St. Franciscus Xaverius. Maar toen werden de oprichters al bestempeld met den naam van verraders der bewuste staking. En toen in 1895 begon de Internationale Bond een groote werkstaking op touw te zetten met den eisch: Bondsfabrieken, waar natuurlijk aan verbonden was, dat niemand werk zou kunnen krijgen, als men geen lid van dien bond was. En toen werd het tijd voor den R. K. Volks bond om op te treden. En dit is ook ge schied. Eere wien eere toekomt. Het bestuur dat toen in functie was, in 1895, breng ik ook mijn huidel Want de Ned.. B. K. Volks bond is het geweest, die den eersten stoot heeft gegeven aan de R. K. Vakorganisatie. Maar toen in 1895 het Schrikbewind werd publiek gemaakt, van wege den Volksbond, toen was de maat vol en toen werd er een groote Protestmeeting gehouden in het Pa leis voor Volksvlijt, waar die bewuste motie bij den heer Passtoors werd gebracht. Maar hoe men ook heeft geprotesteerd tegen den R. K. Volksbond of niet, het is hun niet ge lukt, dezen te doen verdwijnen. En thans na 25 jaar staat hij nog fierder, daar "hij met trots mag terugzien op zoovele vak organisaties, welke uit den R. K. Volksbond zijn ontsproten. Dus een woord van hulde aan degenen welke het initiatief namen tot oprichting van dien Bond. Want zij zijn de eerste Pioniers geweest, die het hebben aan- gedurft een organisatie in het leven te roe pen op R. K. grondslag en alzoo ook aan hen de eer, dat, door hun toedoen zeer velen zijn behouden gebleven voor den R. K. Gods dienst. Mogen alle R. K. arbeiders eens goed be grijpen, welk een dank zij verschuldigd zijn aan den R. K. Volksbond. Dan zouden er niet zoovelen zijn, welke met minachting daarop neder zien. Maar als die Bond niet had bestaan, zouden die personen wellicht ge heel en al zijn afgedwaald. Een woord van dank aan God voor den zegen, gedurende 25 jaar geschonken aan den B. K. Volksbond. Dat Hij' de oprichters van dien Bond, welke nog in leven zijn, Zijn rijksten zegen moge schenken, en moge degenen, welke uit het leven zijn weggerukt, hun loon reeds*hcbben ontvangen in den Hemel. En als ik er nog een wensch bij mag voegen, dan is het deze: Dat de Volksbond moge blijven voortbestaan en de jongeren krachtig mogen strijden. Dat nu gekroond te zijn met het Zilver, de jon geren geroepen zijn om den gouden kroon te doen behalen tot eer van Kerk en Maat schappij. vain f 40.000 schadeloosstelling moeten ge ven, om alleen de officieren terstond in de nieuwe uniform te doen verschijnen. En dan de onderofficieren en minderen I Hun kleeding bezit een waarde naar schat ting van pl.m, f 10.000,000! Het afdragen van die kleeding duurt pi. m. 12 jaar, omdat van het geheele leger slechts pl. m. 1/10 ge deelte onder de wapenen is. Men zal zich dus in het overgangstijdperk wel in liet onvermijdelijke moeten schikken. DE NIEUWE LEGERORGANISATIE. Bi.; de formatie van de Oeiober-bataljona in dit jaar-, ter verdere uitvoering van de nieuwe legerindeeling, zullen nog twaalf hoofd-officiereplaatsen vervuld worden. DE LANDSTORMWET. Vorige week Vrijdag heeft de Tweede Kamer de z.g. „Landstormwet" aangeno men, en daarmede is een nieuw element ingevoerd in ons verdedigings-stelsel. Deze nieuwe wet bepaalt, dat tot den landstorm zullen behooren niet alleen de militairen, die bij de landweer hebben ge diend, maar ook degenen, die zijn vrijge steld geworden wegens broederdienst en kostwinnerschap of zijn vrijgeloot. Dus ieder mannelijk ingezetene, hetzij hij zich ooit in het soldatenpak zag gestoken, hetzij hij nimmer sabel of geweer hanteer de behoort tot den landstorm, zoolang hij de 40 jaar niet heeft overschreden. Men heeft langen tijd het art. 180 der Grondwet, bepalende, dat „alle Nederlan ders daartoe in staat, zijn verplicht mede te werken tot handhaving der onafhanke lijkheid van het Rijk en tot verdediging van zijn grondgebied" zóó opgevat als zou algemeene dienstplicht voorschrift zijn. Wij houden het echter met Buijs, dat men ook nog op andere wijze kan medewerken tot verdediging van het grondgebied; n.l. door het verstrekken van geldelijke bij zijn. De landstormwet voert een soort „alge meene", zij het, niet zware, dienstplicht in, althans „in geval van oorlog, oorlogsgevaar of andere buitengewone omstandigheden. Want alléén wanneer zulk een toestand intreedt wordt de landstorm opgeroepen. De landstorm wordt onderscheiden in: a. gewapende landstorm waartoe behoo ren, zij, die van landweer, mariniers of zeemacht er toe zijn overgegaan; b. ongewapende landstorm waartoe be hooren zij, die wegens broederdienst of kostwinnerschap, of vrij loten niet bij de militie hebben gediend. Van deze laatste categorie kan de naam duidt het reeds aan geen gewapende dienst worden gevorderd. Haar zullen de z.g. werkdiensten worden opgedragen, terwijl haar ook geen kleeding zal worden verschaft. Wanneer nu binnen korten tijd de Eerste Kamer de wet heeft aangenomen zullen 450.000 man, die jonger zijn dan 40 jaar tot den landstorm gaan behooren, waarvan 160.000 voor den gewapenden dienst en 290.000 voor werkdiensten. Wanneer we die eerstgenoemde 160.000 man tellen bij de 210.000 man waaruit land weer en leger bestaan, krijgen .we dus een totale strijdmacht van 370.000 man. DE UNIFORMEN. Het afdragen van de oude uniform i3 vol gens ïlen minister van oorlog onvermijde lijk. Wanneer men bedenkt, dat deze per officier gemiddeld een waarde vertegenwoor digt van pl.m. f 200, zou men een bedrag'lig bijeen. DE KATHOLIEKE ILLUSTRATIE van deze week bevat de volgende PLATEN: J. C. E. Keilerman Slotemaker. Een oude merkwaardige „Ficta" of „Nood Gods". Een interessant kiekje van de begra fenis van Donna Eosa Sarto. Pater Dr. Euge- nius Driessen. Watervliegtuigen voor do Dnitsche marineoefeningen te Wilbelmsha- fen. De slag bij Waterloo. Een vreeselijk on geval te Amsterdam. Kijkjes van de beroem de „Leipziger Mesee" (4). De Kluizenaar. Pastoor Petrus Key f Pastoor Pius van de Geest, t Een ernstige ketelontploffing te Pa rijs. Een buitengewoon interessant kiekje van den voetbalwedstrijd Nederland—België. Typisebe Nederlandsche volksdrachten (4). Hoe de Amerikaansche vrouwen voor vrou wenkiesrecht betoogden. TF.KST: Om wat levenslust (vervolg). J. C. E. Keilerman Slotemaker. Pater Frederik Eugenius Driessen O.C. Een grafelijk bezoek. Bij onze platen. Het beloor.de offer. Allerlei. Inhoudsopgave. Rebus-opgave. Dillettanten en Auteurswet. In een Zondag te Utrecht gehouden verga dering werd besloten tot de oprichting van een Verbond vau Dilettanten-Tooneclver- eenigingen. Het Verbond bedoelt voorname lijk de vele bezwaren, die de Auteurswet voor de dilettanten-tooneelvereenigingen me debrengt, te ondervangen door liet vormen van een eigen bibliotheek. Ter verkrijging hiervan zullen prijsvragen onder Nederland sche schrijvers worden uitgeschreven en bui- tenlandsclie tooneelwerken worden aange kocht. De vergadering, dio voorbereid was door de vereeniging V. Z. O. D. to Rotterdam, werd bijgewoond door afgevaardigden van 13 vereenigingen uit alle oorden des lands, van wie zich aanvankelijk tien bij het ver bond aansloten. Den Gden April zal te Amsterdam een twee de vergadering worden gehouden ter defini tieve vaststelling der statuten en verkiezing van een bestuur. ROBIJNS TE PARIJS. De Amsterdamsche biljartspeler Robijns prctatle blijft huldigen ka-ft nu tevreden telijlc WgfUiW na zijn iMpT* teg 'te Parijs behaald. Want hoewel de dei'im tieve beslissing van den wedstrijd om het kampioenschap nog niet gevallen is, is, zoo- als de Tel. opmerkt Bobijns niet alleen do moreele kampioen, doch vrij zeker de ef fectieve. Iedereen was vol bewondering over het prachtige spel van Robijns. In zijn partij met den Franschrnan U mal deed zich een incident voor, door de Tel. aldus verteld Robijns speelde met den verkeerden bal. Semal, die het zag, waarschuwde hem niet te Parijs wordt het achterlijke passieve scheidsrechterssysteem nog toegepast en profiteerde op weinig sportieve wijze van de begane fout. Twee beurten later slaagde Robijns er echter in de partij te beëindi gen. Dit geschiedde onder uitbundig ap plaus der enthousiaste toeschouwers, waar bij de Amsterdammer èn door zijn nobel spel èn door zijn geheele optreden de fa voriet was. Semal viel deze nederlaag bijs ter tegen. Op het perron van het Centraal Station te Amsterdam, was het dan ook een heele drukte toen de heer Robijns aankwam. In een wachtkamer 3e klas werd hij gehul digd en vervolgens ging men in een op tocht van rijtuigen en auto's naar het club lokaal van de biljartvereeniging Amsterdam, waar de officieele huldiging plaats had. Robijns kreeg een bloemstuk van den heer Salomon, den directeur der biljartfabriek' Wilhelmina, en een kunstvoorwerp van den heer Bus. Daarna bleef men in het aardige club lokaal der vereeniging eenigen tijd gezel- lang heb ik gewacht, hen over land en zee gereisd, en nu voert mij het toeval in dit afgelegen stadjeDe oude Rohan had lang genoeg de teugels in handen. Nu kom ik aan de beurt! Jammer dat hij dood is! Hij had s veel op zijn kerfstok. Nu moet Ada het mis gelden. Eindelijk gaat uw geluksster op, Gas ton Benoir. XII. DE BRIEF VAN GASTON BENOIR. [ras Welk een mooi oud gebouw, denkt hij, waar mag Ada nu zijn? Zou ze wel weten, dat ik zoo dicht bij ben? Hij slentert verder, en komt op het terras aan de zee. Peinzend kijkt hij over het ijzeren hek in de golven. Een smal voetpad door een boschje leidt naar een oud vervallen zomerhuisje, dat aan Roderieh Sutherland niet onbekend is. Be noir gaat op een der waggelende stoelen zit ten en geniet het heerlijk uitzicht op het ter- Maplewood's groote ijzeren hekken staan gastvrij open, als Benoir nadert. Hij blijft 6taan en laat zijne blikken over het landgoed gaan. Waarlijk een prachtig buitenverblijf, idenkt Benoir, waarop een ieder trotsch zou fcijn. En Ada is hier meesteres, de echtgenoo- ,te van een voornaam man. Des je beter, ik sou mjj zeer moeten vergissen wanneer het mij niet gelnkt haar te vernederen. Hij gaat door een open hek en komt bij «en tuinier, die bezig is met rozen op te «inden. Ik weet niet of ik hier mag hinnentre- zegt hij, ik vond het hek open; indien echter Jq toegang verboden is, ga ik dadelijk Jieen. De tuinier n«o.mt den hoed af. Neen mijnheer, n moogt vrij in bet park i Wandelen. Mr. Sutherland verbiedt dit geen I énkelen vreemdeling. Hij gaat verder en komt julot voor 't front van het huis. Een plek, bijzonder geschikt om uit te rusten, denkt hij. Zoo stil als bet graf en eenzaam als een oerwoud. Hier kon een moord begaan worden, zonder dat er een haan naar kraaide. Ik wou gaarne weten of mevr. Sutherland vaak op bet terras wandelt, van hier kon ik haar dan goed bespieden. Gaarne zou ik haar eens zien. De dame, die van mor- j gen in het hotel kwam, wilde niet gelooven, dat ik miss Rohan niet gezien had. Zou ze wel gelijken op Benoir spint zijne gedachten niet verder uit, staat op en gaat terug. Wel sir, hoe is het u bevallen? vraagt de tuinier. Een prachtig goed! Ik dacht niet, dat j er in St. Mary zoo iets te vinden was. In den ganschen omtrek vindt u er zoo geen, en ook niet zulk eene voorname plaats. Werkelijk? En hoe vaart de dame des huizes? Ik hoorde, dat ze ziek was? Ja, mijnheer, doch ze is beter, denkelijk komt zij weldra in den tuin. Heeft ze hier een lievelingsplekje? Het terras aan.,de zee. 't Is wel eenzaam daar, doch het bevalt haar. De smaak is verschillend. Ik denk hier eenigen tijd te blijven. Zou Mr. Sutherland er niets tegen hebben, als ik hier nu en dan wat kom wandelen? Mr. Sutherland heeft nog geen vreem deling den toegang geweigerd, herneemt de tuinier. Bezoekers mogen geen bloemen pluk ken of iets bederven, wandelen kunnen ze zooveel als ze willen. Dat is zeer lief van Mr. Sutherland, ik dank u voor de mededeeling. Goeden dag, vriend, waarschijnlijk kom ik morgen terug, Den heelen dag is Gaston Benoir verstrooid en teruggetrokken. Julie és slecht geluimd omdat hij zoo weinig notitie van haar neemt; ook vermijdt hij den omgang met zijne col lega's. Het avond-concert is weder prachtig. Van de familie Sutherland is echter niets te zien. Reusachtige plakkaten verkondigen den be woners, dat op algemeen verlangen de ne gerzangers nog een week blijven zullen. Dag op dag is Benoir op post in het oude zomerhuisje. Eens zag hij Mr. Sutherland op het terras. Een fier man, denkt Gaston, een man, die liever duizendmaal zou willen sterven dan vernederd worden. De zangers weten niet wat ze aan Benoir hebben, vroeger was hij zoo gezellig, nu is hij stil en somber geworden. Ze hebben zijn spoor tot Maplewood gevolgd; wat zou bij daar te zoeken hebben? Tegen het eind der week maken de zan- gers toebereidselen tot vertrek. Gaston Be- i noir verklaart, dat bij niet meegaat. Ik ben door geen contract gebonden, zegt hij tot den directeur, en daar het mij in St. Mary bevalt, blijf ik voorloopig nog hier. Julie Weldon is zeer verheugd over het besluit van Benoir, dat ze aan haren invloed toeschrijft. Doch waarom is hij zoo slecht ge- luimd en zoo afgetrokken? De dagelijksche bezoeken van Benoir trek- I ken de aandacht van het dienstpersoneel; mevrouw Sutherland is nog niet op het ter ras gekomen; zon haar een inwendige stem Waarschuwen? Ik kan niet langer meer wachten, zegt Benoir hij zich zelf. Indien de berg niet tot Mahomed komt, moet Mahomed tot den berg gaan. i Nog denzelfden avond schrijft hij eenige re gels op het papier: „Gij weet, dat ik hier ben en niet van hier zal weggaan, zonder u gesproken te j hebben. Wanneer dat gebeuren zal, laat ik. aan u over, de plaats daartoe wil ik be- I palen. Het oude prieeltje in 'tpark vind ik de meest geschikte plaats. G. B." Het briefje is met een vaste mannenhand geschreven, het adres echter zoo fijn als ware het van een meisjeshand afkomstig. Drie dagen wacht hij geduldig. Hij komt niet, te Maplewood en is weer zeer lief met Julie. Den derden dag is er een brief voor hem. Zijne oogen schitteren van vreugde. Op straat breekt hij hem open en leest: „Ik zal morgenavond om negen uur op de door u aangewezen plaats zijn. Vernie tig dezen brief". Dat is alles, geen letter voor onderteeke- ning. Miss Sutherland komt hem voorbij en kijkt hem uitvorschend aan. Een oogenblik later raapt ze een gescheur de enveloppe op. Een honderd schreden ver der gekomen bekijkt zij die nauwkeurig. Zij schrijft hem alzoo! denkt ze. Me vrouw Sutherland in correspondentie met dezen mooien vagebond. O, de dag der wraak breekt aan. Dit stukje papier zal ik zorgvul dig bewaren, wellicht komt het voor mijn doel te pas. XIII. DE SCHADUW VAN GASTON BENOIR. In treurige gedachten verdiept zit Ada op haar lievelingsplekje in bet salon. Het ia een gure onvriendelijke dag, klagend strijkt de wind door de boomen. Ik behoef geen licht, Martha! zegt *9 tot de meid, die de lamp wil opsteken, waar is juffrouw Augusta? In de eetzaal, z« sorteert het zilver. Goed, laat het licht maar, ik zit liever in 't donker. (Wordt vervolgd). IntnsecJien onOeroclrriir iK volkomen den dragen. Intusschen, wie de eerste inter- is bij zij" terugkomst te Amsterdam i •cs-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1913 | | pagina 6