'JoorisarseoüeeiEs ©saSwangfesr. F. O.
dleijcrissftraat 27. Tel. '1770
BINNENLAND.
lügeionden nrcedecleeling.
en,
Slaum* vutcCa Anoop,/
Wat anderen zeggen.
Vragen bus.
InyezuNden Ritiieiieebiigen.
Overwerkte luieren*
Onze Lardboiw-Vracjenbus.
KERKNIEUWS.
J, TEN HOPE, Rotterdam.
geeft wel een welig gewas, maar steeds slech
ter opbrengst. Ook wordt de kwaliteit bij
van de degradatie van hun kameraad, die
zich achter den chef hield.
Kom voor 't front hondenkind 1 riep
de vertoornde Pasja, toén daar een of
ficier voor hem trad, met een gezicht, zoo
glad als een kinderwangetje en een aller
onschuldigst voorkomen.
Zijne Excellentie zag hem met een blik
van de hoogste verbazing aan en terwijl
een waardeerende g'im'.aeh over zijne stren
ge gelaatstrekken sjeelde, wen 1de hij zich
tot de verzamelde ieren en zeide: „Mijn
heeren, uw oude minister is een gek en
uw jonge luitenant is kapitein.
Een originenle brn'loft.
Te New-York is onlangs een paartje in
den echt verbonden, wier nuwe'.ijksstoet zich
kenmerkte door zeer buitengewone perso
nen. Van den bruidegom tot den laatsten
gast was ieder' een wondermenseh. De brui
degom was een Duitscher, die langen tijd
op de Zuidzee-eilanden was geweest, had
zich daar op de meest kunstvolle wijze doen
tatoeëeren, en verdiende nu zijn brood met
deze kunstpraestaties in kijktentcn te la
ten zien. De bruil is een Spaansche schoo-
ne, en in het gelukkig bezit ypn een langen
zwarten baard, waarmee ze geld als water
verdiend. De gasten behoorden ook alle
maal tot het genre kermis-ar.i ten; twee
acrobaten, een vuurvrec-ster, een Decnsche
tweeling met twaali vingers en twaalf tee-
nen, een dikke dame, die niet minder dan
360 pond woog, een dwerg en een Russische
reuzin. De voorstelling had zoo kunnen be
ginnen.
heer G. Nijpels benoemd werd, een zoodanige
j uitdrukkelijke- vermelding voorkomt; doch
dat genoemd wetsartikel, in de pensioensbe
palingen voorkomende, uitteraard niet wijzi
ging brengt in den algemeenen rechtstoe
stand, zoodat art. 7 van genoemde wet voor
j bet reservepersoneel dien voor het geheele
reservepersoneel regelt, doch slechts de strek
king heeft om aan de bekleeders van sommi
ge betrekkingen een hooger pensioen te ver
zekeren.
'anderen winkel wel vernemen. Wij hebben
al eens gehoord van file brillant.
Vr. van J. P. K. te IJ.
Antw.: Het is een zeer lastig geval. Er
uit moet u in alle geval, doch als het u
niet lukt zoo spoedig iets anders te vinden,
kunt u het misschien wel langs minnelijken
weg schikken, of nog wat laten sloffen en
afwachten. Een anderen raad weten wij .er
niet op.
Dagelijks wordt door iemand met gezonde
nieren een hoeveelheid., schadelijke stoffen
afgescheiden, die wanneer zij in het lichaam
achterbleef, voldoende is om tot een nootlot-
tig einde te leiden. Alleen uw nieren kunnen
u redden, want zij alleen dragen zorg voor
het i'iltreèren van het bloed.
Wanneer de nieren echter overwerkt zijn,
blijft een gedeelte der schadelijke stoffen in
het bloed achter en dientengevolge gevoelt
gij u vermoeid en dof, gij begint last te krij
gen van rugpijn, hoofdpijn, stijfheid in de
spiereu en gewrichten, duizeligheid, water
zuchtige zwellingen in de enkels of rond de
oogen enz.
Waneer de bovenstaande verschijnselen
verwaarloosd worden, kunnen gevaarlijke en
ongeneeslijke ziekten zich ongestoord ontwik
kelen en plotseling, zonder waarschuwing,
optreden. Geneest uw nieren terwijl het tijd
is, leeft zoo rustig mogelijk, vermijdt buiten
sporigheden van welken aard dan ook, houdt
u aan een eenvoudig diëet en zet een kuur
met Foster's Rugpijn Nieren Pillen door,
totdat ieder spoor van uw «waal verdwenen
is. Dit geneesmiddel herstelt de goede wer
king der nieren, liet verdrijft cfe onzuiverhe
den, welke de oorzaak vormen van lenden
jicht, rheumathiek, niersteen, enz., en het
voert het overtollige water af, waardoor de
oorzaak van waterzucht wordt weggenomen.
Te Haarlem -verkrijgb. bij de bh. K. van
Eden, Spaarne 38, en J. J. Göppinger, Groote
Houtstr. 147a. Toezending geschiedt franco
na ontv. v. postwissel h
1.75 voor één, of 10.—
voor zes rioozen. Eischt de
echte Foster's Rugpijn
N ieren Pillen, weigert
elke doos, die niet voor
zien is van neveustaand
tote handelsmerk.
RAADSLID LANDWEERCOMMANDANT.
In het besluit van Gedeputeerde Staten
van Zuid-Holland tot handhaving van het
besluit van den Gemeenteraad van 'sGra-
venhage, houdende toelating van den heer
G. Nypels die het ambt van districtscom
mandant bij de landweer bekleedt, ajp lid
van dien Raad, wordt O.a. overwogen: dat tot
beroepsmilitairen (waarvoor de in art. 23 k
deT Gemeentewet vervatte incomptabiliteit
blykens de toelichting uitsluitend geldt) niet
is te rekenen het reservepersoneel, waartoe
ook behoort een districtscommandant bij de
landweer; dat weliswaar in art. 63 van de
„Wet voor 't reservepersoneel der landmacht
1905" wordt gezegd, dat aan een militair, be-
hooremle tot het reservepers. der landmacht
die met zoodanige betrekking is belast dat
hij geacht kan worden voortdurend in werke-
lijken dienst te zijn welke omstandigheid
in het besluit zijner benoeming of aanstel
ling uitdrukkelijk zal worden vermeld,
een op bijzondere wijzé berekend pensioen
zal worden verleend, terwijl in het Konink
lijk besluit van 19 October 1912, waarbij de
Vr. Kunt u mij ook het privé-adres op
geven van Zijne Excellentie den Minister
jvan Koloniën?
A ntw. Zijne Exc. J. H. do Waal Malefijt,
Minister van Koloniën, Jan van Nassaustraat
13, Den Haag.
I Vr. Ik heb een zoomje, dat 12 jaar is
en met April de school verlaat. Aan de leer
plicht heeft hij dus voldaan. Hij wil smid
worden. Mag hij nu in het vak of moet
Dij wachten, tot hij 13 jaar oud is?
Antw.: Uw zoontje heeft, natuurlijk al
le klassen der schiol doorloo;en, niet waar?
Hi mag dan van school af gaan en aan den
arbeid, maar u moet zich voor liern voorzien
van een schriftelijke verklaring van het
hoofd der school, die hij het laatst bezocht
heeft, waarin deze verklaart dat uw zoontje
niet langer bij hem op school kan blijven,;
zonder dat hij herhaling van het onderwijs'
krijgt. Wendt u dus tot het schoolhoofd.
i Vr. Ik heb een gutta-percha boord, waar
aan een vieze gele rand zit. Wat moet ik doen
icrn die weer helder te krijgen? Ik heb het
al vruchteloos met zeep geprobeerd.
Antw.: Daar is niets anders aan te doen,
dan dat u een nieuwe kooptI
Vr. Op welke wijze kan ik het best lan
caster gordijnen schoonmaken?
Antw.: U moet do gordijnen aan beide
zijden goed afwrijven met. een stukje oud
brood, totdat zij schoon zijn.
i ,Vr- Kunt u mij ook zeggen, hoe men olie
uit een vloerkleed verwijdert?
Antw.: U doet het beste met er zoo
weinig .mogelijk aan te dóen. De vlek gaat
er vanzelf wel uit.
I Vr. van J. W. te. Haarlem.
Antw.: Wij begrijpen uwe vraag niet.
U zegt dat u twee jongens hebt, van den
leeftijd van 7 en 5 jaar, en of wij daar
oen R. K. inrichting voor minvermogenden
voor welen. Wat zijn het voor jongens, en
welk soort inrichting verlangt u daarvoor?
i Vr. Zijn er te Amsterdam Katholieke H.
B. S„ waarvan het einddiploma gelijk staat
met dat der neutrale II. B. Scholen?
Antw.: Do R. K. II. B. S. met 5-jarigen
cursus aan de Hobbemakade.
Vr. Wij zijn ingeschreven voor eeii Mu-
ziek-concours, dat zou plaats hebben op He
mel vaartdag en hebben daarvoor een bedrag
van f 5.— opgestuurd, wat in de meeste ge
vallen moet. Maar nu heeft men dien datum
verzet en houdt het concours op Zondag
4 Mei. Onzo voreomging gaat na niet omdat.
het öp Zondag valt. Kunnen wij nu het ge
storte geld terug vorderen? Zij zijn tot nog
toe achterwege gebleven om het terug te
zenden.
Antw.: U kunt het gestorte bedrag te
rugvorderen.
Vr. Een buiten-meisje is per jaar gehuurd
en ontvangt haar geld per drie maanden. Zij
zegde voor enkele weken haar betrekking op
tegen het einde van het kwartaal, omdat
het liaar te druk was. Mevrouw heeft toen ge
antwoord, dat zij dan wel over 6 weken kan
vertrekken, hetgeen het meisje niet heeft aan
genomen. Wanneer mevrouw zich nu aan haar
woord houdt, heeft het meisje dan toch recht
op loon en kostgeld tot Mei en zoo het niet
geschikt wordt, tot wien kan zij zich dan
wenden om haai* gold te krijgen?
Antw.: U hebt recht op loon tot 1 Mei.
U kunt zich wenden tot het Consultatiebureau,
dat Vrijdagmiddags om half twee zitting houdt
in liet, Paleis van Justitie aau de Jansstraat.
Daarvoor moot u zicli voorzien van een briefje
van onvermogen.
Vr. Wat is eigenlijk „perlgaren"? Zoudt
u me de juiste Frausche vertaling van dit
woord niet kunnen opgeven? Welke is de
afleiding van dit woord?
Antw.: Perlgaren is glanzend, een soort
imitatie-zijde. Het wordt gebruikt, voor hand
werkjes. Op de strengen kunt u het fabrieks
merk vinden en daarop lezen Pcrl-stickga-
ren, hetgeen er op wijst dat het een Duitsch
fabrikaat is. Wij meonen dus dat men hier
te doen heeft met een afleiding, die „parel"
,boteekent. In het Hollandsch heet het: Glans-
garen. Welke de beteekenis in het Fransch
is, zouden wij u niet durven zeggen. Wellicht
kunt u dat bij u in Leuven in de een of
Vragen op bet gebied van Landbouw, tuin
bouw. kamerplanten, bemesting, bloembollen
cultuur o.a. moeten worden opgezonden aan
den Redacteur dezer rubriek, den lieer J.
Tromp, tuinbouw-medewerker der Nieuwe
Hanrl. Courant te Heemskerk. Eens per
week worden de gestelde vragen in deze ru
briek beantwoord.
V r. Wanneer moet ik mijn bol-begonia's
planten? Moeten ze dadelijk in den vollen
grond?
Antw. Wanneer men de begonia-knollen
terstond in den vollen grond wil planten,
moet men hiermee wachten tot eind April,
doch dan heeft men ze eerst einde Juli in
bloei. Beter is bet daarom, ze in het voorjaar
oppervlakkig in een bak te begraven. Bij ma
tig vochtig houden zijn de knollen dan spoe
dig van wortels voorzien. Wil men ze oppot
ten, zoo zorgt men voor zeer voedzame aarde,
b.v. zuiver verteerde mestaarde of turfstrooi-
selmest. Men mengt er wat roet en fijn ver
deeld beendermeel door, later, als de pot met
wortels gevuld is, geeft men vloeimest. Nog
dient men te zorgen, dat de planten in het
begin niet de volle zon mogen hebben en dat
ze, door steeds meer te luchten, gehard moe
ten worden. Wanneer er geen nachtvorsten
meer zijn te duchten, komen ze in den vollen
grond.
V r. Welke behandeling moeten bladbego
nia's hebben?
A n t w. Zorg vóór lichte, luchtige en voed
zame aarde, een vochtige temperatuur en
éene flink beschaduwde standplaats.
V r. Wat verstaat men ouder „korte mest"
en waarin onderscheidt het zich van langen
mest.
A n w. Onder „korte mest" verstaat men
mest, die geruimen tiid op een hoop gelogen
heeft, en door toetreding van lucht is gaan
ontleden en rotten, waardoor het ten laatsten
een aardachtig voorkomen heeft verkregen. I
In versche of lange mest komen de voedende
bestanddeelen niet in zoo gemakkelijk op-1
neembaren toestand voor
Vr. Is kippenmest een geschikte meststof;
voor een bloementuin?
Antw. Kippenmest kenmerkt zich door
een hoog stikstof gehalte, evenals dat van
phosphorzuur. (1, 6 pCt. stikstof 1, 5 pCt.
phosphorzuur, 0,8 pCt. kali). Men doet dns
goed op 100 Kilo kippenmest b.v. 5 Kilo been
dermeel en 10 K.G. patentkali toe te voegen.
V r. Waaraan kan ik zien, dat mijn appel
en pereboom en last hebben van schurft? Wat
moet ik er tegen doen?
Antw. De schurft, die veel bij appel- en
pereboomen voorkomt, wordt veroorzaakt
door een zwam, Fnsieladinm gebeeten. In u u
regel openbaart die zwam zich eerst op de
bladeren, hetgeen te zien is aan do onregel
matige, bruinzwarte vlekken. Soms worden
de bladeren gekroesd. Het gevolg hiervan is,
dat de bladeren hun functiën niet zoo goed
kunnen vervullen en de boom slecht groeit.
Ook op scheuten cn jonge twijgen, vooral bij
peren, woekert de zwam. Ze schilferen af en
sterven spoedig.
Bij de vruchten veroorzaakt de zwam zwar
te vlekken en geeft er een afwijkenden vorm
aan. Sommige soorten zijn zeer vatbaar, o.a.
de Westlandsche Bellefleur, de Zoet Kandij,
de Gravesteiner en bij de peren de Louise
Bonne d'Avranches, Conseiller de la Cour, I
Beui-ré Diel enz. De beste bestrijding is het
besproeien met Bordeanxsche pap (IK kilo
kopervitriool en kilo kalk opgelost in 100
L. water in een houten vat). De geschikste
tijd is kort voor het opengaan der bloemen.
V r. Wat verdient de voorkeur bij broeira-
men, wit of licht groen gekleurd glas?
Antw. Daar licht groen gekleurd glas het,
zonlicht niet zoo goed doorlaat als wit glas,
is het voor de teelt van vroege groenten niet
zoo goed geschikt als hét witte glas. In den
zomer moet men echter met wit glas vroeger
en meer luchten om een te hóoge tempera
tuur tc voorkomen.
V r. Hoe moet ik Artisjok voorttelen?
Antw. Hoewel Artisjok in't buitenland
veel geteeld wordt, komt het bij ons niet veel
voor. Wat voor de consumptie dient, zijn
enkel de omwindselblaadjes van de bloem-
hoofdjes. Wil men zaaien, zoo doet men het Het is dat gevoel van Roomsche saamhoö-
m de maand Maart,, en wel onder glas. Men righeid, dat steun heeft en voedsel in de een-
MeffnPS l r ieS(°"'wZC heid van geloof, van gedachte en levensdoel,
hall Mei in den vollen grond over te planten Vnnr orw)
op een afstand van 75 a 100 e.M. De bloem-,Y°.°r de ande,'en hJkt bekrompenheid en
hoofdjes worden met, een stengeldeel van afsIultlng van d« bronnen des grooten Levens,
ongeveer 10 e.M. afgesneden. Het overgeble- maar het 16 onze meest te duchten, onze meest
ven stengeldeel wordt tot het benedeneind af- onoverwinnelijke kracht.
gesneden, om verzwakking der plant te voor-1 Overal waar die gemeenschap der liefde scha-
komen. 's Winters bedekt men de plant met de lydt, sluipt de vijand binnen, want hij heeft
turfmolm of tnrtstrooisel. een bres geschoten in onzen machtigsten burcht.
V r. Welke meststoffen mogen niet met el
kaar vermengd worden?
Krachtens dat gevoel van Roomsche saamhoo-
righeid, dat ons begeleidt van de wieg tot aan
Antw. Kalk, of thomas slakkenmeel, dat het graf, laten wjj onze kinderen bidden en
veel kalk bevat, mogen niet vermengd wor- maken wij ons bidden sterker door hun gebed,
den met snperphosphaat, daar dit er minder' Die kinderen immers zijn van ons geslacht,
oplosbaar door wordt; verder niet met zwa- In hunne aderen stroomt ons Roomsche
elzuie-ummoniak of andere ammoniak be- bloed, en door onze bezieling en ons idealisme
yateiu e meststoffen, (stalmest). Ook behoort moet,en die jonge levens worden aangekweekt
b.v. de asch niet op de mesthoop gebracht te
worden.
V r. Hoe moet de bemesting voor aardappe
len zijn?
Antw. Wil men een goede oogst verkrij
gen, waarbij de aardappelen tevens uitmun
ten door smaak, zoo is oen goed bewerkte los
se, voedzame bodem een vereisehte. Een
grond, die rijk is aan stikstof, geeft wel een
welig, geel bladgewas, doch de opbrengst en
do kwaliteit is er niet evenredig aan, terwijl
de vatbaarheid voor ziekte grooter is. Ook
aan kalk heeft de aardappel weinig behoefte;
sommige soorten kunnen zelfs een afzonder
lijke kalkbemesting slecht verdragen, door
dat de knollen roestig of schurftig worden.
Een aanhoudende bemesting met beer, dat
rijk is aan stikstof, doch aan hetgeen de aard-
nppcl liet meest noodig beeft; <lo kali arm Is,
aanwending van beer slechter, en worden de saamhoorigheid, die later, wanneer de stormen
aardappelen spoedig pokkig. Stalmest is uit-1 roeden, hen terughoudt binnen den Roomschen
stekend, in 't voorjaar neme men geen ver- levensoirke]j dicht mog6iijk bij Christus, het
sclie, maar verteerde. Voor enkel kunstmest
geve men per Are plm. 6 K. G. patentkali, j W«nde, ^denpunt van den cirkel.
5 K.G. superphosphaat, 3 K.G. zwavelzure Zo° lccien van Jongsaf meeleven met onze
amoniak en als overbemesting bij bot boven iw>oden en behoeftenzoo, by den opgang van
tot den vollen wasdom van den Roomschen
man en de Roorische vrouw.
Die kleinen, het zijn de dragers van het ge
loof der toekomst, de hoop en de steun van
de kerk na ons.
Laten wij hen dus bidden voor de verkiezin
gen, dan bidden zij het allereerst voor zich
zelf, want grooter zullen de gevaren zijn, die
zij, eenmaal in het leven aangeland, zullen te
doorstaan hebben, geduchter dian die ons ge
slacht bedreigen.
Daarom planten wij nu reeds diep in hun
gemoed die vrees voor „afscheiding van ter
reinen", voeden ze op in Katholieke scholen, die
een voortdurend en welsprekend protest tegen
die afscheiding zijn, laten hen bidden voor ver-
klozingen evenals wij ben kiten biddon voor
ons aller gemeenschappelijk belang en kwee
ken we met zorg in hen aan die Roomsche
den grond komen 1 a 2 K.G. Ohili.
Het gebed onzer kinderen.
Tegenover het zonderlinge oordeel van Mr.
Struyoken in „Van Onzen Tijd" schrijft Rec
tor Thompson in het laatste no. van „Rome"
een geharnast en prachtig artikel, waaruit wij
het volgende overnemen:
Nu moeten wij, Katholieken, ons toch niet
door karikaturen laten afbrengen van onze hei
lige inzichten en gevoelens, van ons katholiek
besef, noch van de middelen, die ons het beste
toeschijnen om ook in dit gemengde land de
katholieke zaak naar vermogen vooruit to
brengen.
Wij hebben een geheel eigen Róomsclie le
vensfeer, waarin wij alleen kunnen ademen, en
die voor den buitenstaander is en blijft als een
met zeven zegelen gesloten boek.
Wat binnen die sfeer met ons Roomsche hart
gevoeld, met onzen Roomschen geest gedacht
en begrepen wordt, kan door geen ander, zelfs
die het dichtst bij ons staat, worden benaderd.
Het is de gemeenschap der heiligen, die ons
verbindt.
het leven, nemen wij hen op in onze geloofs
praktijken en komt met den dag klaarder in hen.
het besef, dat de Katholieke Kerk niet maar
is een cultuurmacht, die evengoed als de andere
belijdenissen kennis en beschaving brengt,
maar boven alles een zuurdeeeem des geloofg.
die heel het menschenleven moet doordringen
en uitzetten tot het allerzuiverst beleven der
Katholieke idealen
Zóó zal de integrale heerlijkheid van het
Katholicisme in die jonge zielen openbaar
worden en reeds met de kinderen begonnen
worden om op alle terrein het intrinsieke ver
band weer te herstellen, dat de Kerk met alle
uiting van geestelijk-maatschappelijk leven
noodzakelijk verbindt
MGR. DR. H. J. TH. BROUWER.
Gisteren was het 12i/a jaar geleden dat Mgr.
'dr. Henricus Joannes- Theodorus Brouwer,
vicaris-generaal van het aartsbisdom Utrecht,
in die functie werd benoemd.
Mgr. Brouwer herdacht dieu dag op zijn
verlangen zonder eenig uiterlijk vertoon in
huiselijken kring en droeg des morgens als
naar gewoonte in de O. L. Vrouwekerk een
stille H. Mis op. Msb.
den hoed in de oogen en neemt de lantaarn.
Kan niets je hart vermurwen? smeekt
Ada.
Niets ter wereld! Goeden nacht Ada.'
zorg dat je niet verkouden wordt. In den
loop der week zul je van mij hooren
Hij groet hoffelijk, terwijl een spottende
laeh om zijne lippen ligt.
Buiten is het pikdonker. Zonder lantaarn
'had Gaston moeilijk den weg door het park
gevonden.
Een stevige wandeling van hier naar St.
Mary, fluisterde hij, en toch is het de moeite
waard. Arme Ada. Rijk zijn is zoet, maar
zijn wraak koelen nog zoeter. Neen Ada, voor
jou is geen hulp.
Hij gaat onder de droppelende hoornen door
'<de wind zweept hem den regen in 't gezicht,
'hij denkt er niet aan om te kijken, want hij
heeft alle inspanning noodig, om niet mis
,te loopen. Hij ziet dns niet dat eene donkere
gestalte volgt die gelijktijdig met hem blijft
staan en hem niet uit het oog verliest.
Eene hooge slanke vrouwengesalte is hem
reeds van St. Mary gevolgd, en heeft onder
Ie boonien nabij het prieel gewacht, tot de
samenkomst geëindigd was.
XIV.
LEA HET KAMERMEISJE.
Ais bestiereter^ is Augusta Sutherland hij
ie dienstboden niet zeer bemind.
1 Tengevolge eener kleine scène zeggen de
keukenmeid en het kamermeisje den dienst
op.
Het kost moeite eene nieuwe keukenmeid
te vinden, maar nog moeilijker schijnt het,
een geschikt kamermeisje te krijgen.
Augusta zit op haar kamer en peinst wéér
op wraak.
Hoe lang nogl zucht ze. Wat helpt mij
dat stukje papier van hare hand, indien ik
geen zekerder bewijzen heb.... Wat wil je?
Toornig wendt ze zich tot het dienstmeisje
wier zacht kloppen zij niet gehoord heeft.
Een jonge juffrouw wenscht u te spre
ken, ze komt voor den dienst.
Van waar komt ze?
Van Boston. Ze ziet er zeer netjes uit en
zegt, goede getuigschriften te hebben.
Breng haar boven.
Een paar minuten later verschijnt het meis
je, door wier uiterlijk Augusta dadelijk ge
troffen wordt. Het is slank en hoog van ge
stalte, lippen en wangen vertoonen een fris-
sche kleur. De zwarte oogen schitteren en 't
haar is zoo weelderig als dat eener Indiaan-
sehe. Hartstochtelijkheid ligt er in die leven
de oogen, en list om dien snamgetrokken
mond.
Wenscht u in aanmerking te komen voor
kamermeisje?
Ja juffrouw.
Hoe heet u?
Lea Stones.
Waar was je het laatst in dienst?
Bij een familie in Boston. Ik vertrouw,
dat U over mij tevreden zult zijn, juffrouw, j
Haar uiterlijk maakt een gnnstigen indruk 1
op miss Sutherland, die de vreemde door
dringend aankijkt.
Hoe oud zijt gij?
Vijf en twintig jaar. Hier zijn mijn ge
tuigschriften.
Die zijn uitmuntend, zegt Augusta, na ze
doorbladerd te hebben. Daar wij noodzake
lijk een kamermeisje moeten hebben, kunt
ge in dienst treden, zoodra ge wilt.
Ik ben met alles tevreden, juffrouw.
Goed, wanneer wilt u komen?
Vandaag nog, als u het .wilt, juffrouw.
Aangenomen.
Lea verliet de kamer en Augusta kijkt
haar met belangstelling na.
Ze schijnt karakter te bezitten, denkt
ze, doch ik geloof niet, dat ze reeds lang ge
diend heeft, ik zal een waakzaam oog op haar
houden.
Dit doet ze ook, maar zonder gevolg. Lea
gedraagt zich onberispelijk, ze ie ijverig en
kan dus veel vrijen tijd hebben. Dit verlangt
ze echter niet. Wanneer ze haar werk klaar
heeft, vraagt ze miss Sutherland om naai
werk, en gaat dan aan een der ramen zitten,
die op het park uitzien.
Weldra heeft zij de gunst van miss Suther
land gewonnen. Bij 't andere dienstpersoneel
valt ze echter niet in den smaak, want ze is
terughoudend.
Doch Lea kan alle kleine plagerijen verdu
ren. Wanneer ook de zwarte oogen van toorn
fonkelen, blijft ze toch bedaard, zij is meester
over zich zelve. Voor miss Sutherland is zij
een raadsel: heide ziin even achterdochtig en
ze kan niets van haar verleden te weten ko
men.
Het mooie meisje wekt opzien te Maple-
wood.
Van waar hebt ge dat meisje, Gnsta,
vraagt Mr. Sutherland. Ze lijkt meer op een
Indiaansche prinses, dan op een kamermeis
je. Zie streng toe, dat men het kind met rust
laat.
Lea echter is ontoegankelijk voor iedereen,
ze laat zich vrij bewonderen, doch meer niet;
ze is niet koket en niet praatziek. Ze is een
toonbeeld van een kamermeisje en toch is
Augusta niet tevreden. Haar wantrouwen
J wordt telkens grooter.
Waarom zou ze toch de andere dienst
boden ontwijken en zon ze zoo graag aan de
bovenramen zitten naaien? Daar zit meer
achter.
Miss Sutherland heeft gelijk. Jnist zooals
zij ligt Lea op de loer en reede de tweede
week verschijnt de verwachte persoon.
Het is een luwe Augustus-avond, geen
windje beweegt de bladeren. Lea zit aan het
raam en houdt de oogen naar het westen ge
richt.
De maan is opgekomen en in 't zachte licht
ziet ze Mr. Benoir aankomen, die behaaglijk
eene sigaar rookt. Hare oogen beginnen te
fonkelen als ze hem ziet.
Eindelijk! fluistert ze, eindelijk is hij ge
komen!
Ze kijkt hem na, totdat hij in de schaduw
der boomen verdwijnt.
Vlug staat ze op, gaat naar hare kamer,
werpt een groote doek om en verlaat
ongemerkt het huis. Ze wendt hare schreden
naar het terras, daar Gaston ook dien weg
heeft ingeslagen.
Weldra ziet ze hem tegen de leuning van
het terras. Achter een groep boomen blijft
ze staan en wacht. Gaston Benoir schijnt in
gedachten verdiept, want hij bemerkt haar
niet. Ze treedt nader, laat den doek van het
hoofd glijden en zegt:
Gaston!
XV
HET GESPREK.
Ofschoon Gaston Benoi# niet licht schrikt,
wijkt hij op dit eene woord toch eenige schre
den terug.
Duivel! xegt hij.
Het meisje treedt in 't volle maanlicht,
haar lang zwart haar golft over haren hals,
en de groote oogen schitteren als sterren.
Neen, Gaston, niet uw heer en gebieder,
maar een zijner geesten. Je hadt niet ver
wacht, mij hier terug te zien.
Gaston Benoir rookt bedaard door.
Verwacht je hier te zien? Zoo min als
den Groot-Mogol; hoe kom je hier, Lea?
Van New-York. Ik heb je spoor gevolgd.
Mijn spoor? Dat klinkt mooi. En wat
doe je dan hier?
Ik ben kamermeisje.
Wat? roept Benoir verbluft
(Wordt vervolgd).