'JoorisarseoüeeiEs ©saSwangfesr. F. O. dleijcrissftraat 27. Tel. '1770 BINNENLAND. lügeionden nrcedecleeling. en, Slaum* vutcCa Anoop,/ Wat anderen zeggen. Vragen bus. InyezuNden Ritiieiieebiigen. Overwerkte luieren* Onze Lardboiw-Vracjenbus. KERKNIEUWS. J, TEN HOPE, Rotterdam. geeft wel een welig gewas, maar steeds slech ter opbrengst. Ook wordt de kwaliteit bij van de degradatie van hun kameraad, die zich achter den chef hield. Kom voor 't front hondenkind 1 riep de vertoornde Pasja, toén daar een of ficier voor hem trad, met een gezicht, zoo glad als een kinderwangetje en een aller onschuldigst voorkomen. Zijne Excellentie zag hem met een blik van de hoogste verbazing aan en terwijl een waardeerende g'im'.aeh over zijne stren ge gelaatstrekken sjeelde, wen 1de hij zich tot de verzamelde ieren en zeide: „Mijn heeren, uw oude minister is een gek en uw jonge luitenant is kapitein. Een originenle brn'loft. Te New-York is onlangs een paartje in den echt verbonden, wier nuwe'.ijksstoet zich kenmerkte door zeer buitengewone perso nen. Van den bruidegom tot den laatsten gast was ieder' een wondermenseh. De brui degom was een Duitscher, die langen tijd op de Zuidzee-eilanden was geweest, had zich daar op de meest kunstvolle wijze doen tatoeëeren, en verdiende nu zijn brood met deze kunstpraestaties in kijktentcn te la ten zien. De bruil is een Spaansche schoo- ne, en in het gelukkig bezit ypn een langen zwarten baard, waarmee ze geld als water verdiend. De gasten behoorden ook alle maal tot het genre kermis-ar.i ten; twee acrobaten, een vuurvrec-ster, een Decnsche tweeling met twaali vingers en twaalf tee- nen, een dikke dame, die niet minder dan 360 pond woog, een dwerg en een Russische reuzin. De voorstelling had zoo kunnen be ginnen. heer G. Nijpels benoemd werd, een zoodanige j uitdrukkelijke- vermelding voorkomt; doch dat genoemd wetsartikel, in de pensioensbe palingen voorkomende, uitteraard niet wijzi ging brengt in den algemeenen rechtstoe stand, zoodat art. 7 van genoemde wet voor j bet reservepersoneel dien voor het geheele reservepersoneel regelt, doch slechts de strek king heeft om aan de bekleeders van sommi ge betrekkingen een hooger pensioen te ver zekeren. 'anderen winkel wel vernemen. Wij hebben al eens gehoord van file brillant. Vr. van J. P. K. te IJ. Antw.: Het is een zeer lastig geval. Er uit moet u in alle geval, doch als het u niet lukt zoo spoedig iets anders te vinden, kunt u het misschien wel langs minnelijken weg schikken, of nog wat laten sloffen en afwachten. Een anderen raad weten wij .er niet op. Dagelijks wordt door iemand met gezonde nieren een hoeveelheid., schadelijke stoffen afgescheiden, die wanneer zij in het lichaam achterbleef, voldoende is om tot een nootlot- tig einde te leiden. Alleen uw nieren kunnen u redden, want zij alleen dragen zorg voor het i'iltreèren van het bloed. Wanneer de nieren echter overwerkt zijn, blijft een gedeelte der schadelijke stoffen in het bloed achter en dientengevolge gevoelt gij u vermoeid en dof, gij begint last te krij gen van rugpijn, hoofdpijn, stijfheid in de spiereu en gewrichten, duizeligheid, water zuchtige zwellingen in de enkels of rond de oogen enz. Waneer de bovenstaande verschijnselen verwaarloosd worden, kunnen gevaarlijke en ongeneeslijke ziekten zich ongestoord ontwik kelen en plotseling, zonder waarschuwing, optreden. Geneest uw nieren terwijl het tijd is, leeft zoo rustig mogelijk, vermijdt buiten sporigheden van welken aard dan ook, houdt u aan een eenvoudig diëet en zet een kuur met Foster's Rugpijn Nieren Pillen door, totdat ieder spoor van uw «waal verdwenen is. Dit geneesmiddel herstelt de goede wer king der nieren, liet verdrijft cfe onzuiverhe den, welke de oorzaak vormen van lenden jicht, rheumathiek, niersteen, enz., en het voert het overtollige water af, waardoor de oorzaak van waterzucht wordt weggenomen. Te Haarlem -verkrijgb. bij de bh. K. van Eden, Spaarne 38, en J. J. Göppinger, Groote Houtstr. 147a. Toezending geschiedt franco na ontv. v. postwissel h 1.75 voor één, of 10.— voor zes rioozen. Eischt de echte Foster's Rugpijn N ieren Pillen, weigert elke doos, die niet voor zien is van neveustaand tote handelsmerk. RAADSLID LANDWEERCOMMANDANT. In het besluit van Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland tot handhaving van het besluit van den Gemeenteraad van 'sGra- venhage, houdende toelating van den heer G. Nypels die het ambt van districtscom mandant bij de landweer bekleedt, ajp lid van dien Raad, wordt O.a. overwogen: dat tot beroepsmilitairen (waarvoor de in art. 23 k deT Gemeentewet vervatte incomptabiliteit blykens de toelichting uitsluitend geldt) niet is te rekenen het reservepersoneel, waartoe ook behoort een districtscommandant bij de landweer; dat weliswaar in art. 63 van de „Wet voor 't reservepersoneel der landmacht 1905" wordt gezegd, dat aan een militair, be- hooremle tot het reservepers. der landmacht die met zoodanige betrekking is belast dat hij geacht kan worden voortdurend in werke- lijken dienst te zijn welke omstandigheid in het besluit zijner benoeming of aanstel ling uitdrukkelijk zal worden vermeld, een op bijzondere wijzé berekend pensioen zal worden verleend, terwijl in het Konink lijk besluit van 19 October 1912, waarbij de Vr. Kunt u mij ook het privé-adres op geven van Zijne Excellentie den Minister jvan Koloniën? A ntw. Zijne Exc. J. H. do Waal Malefijt, Minister van Koloniën, Jan van Nassaustraat 13, Den Haag. I Vr. Ik heb een zoomje, dat 12 jaar is en met April de school verlaat. Aan de leer plicht heeft hij dus voldaan. Hij wil smid worden. Mag hij nu in het vak of moet Dij wachten, tot hij 13 jaar oud is? Antw.: Uw zoontje heeft, natuurlijk al le klassen der schiol doorloo;en, niet waar? Hi mag dan van school af gaan en aan den arbeid, maar u moet zich voor liern voorzien van een schriftelijke verklaring van het hoofd der school, die hij het laatst bezocht heeft, waarin deze verklaart dat uw zoontje niet langer bij hem op school kan blijven,; zonder dat hij herhaling van het onderwijs' krijgt. Wendt u dus tot het schoolhoofd. i Vr. Ik heb een gutta-percha boord, waar aan een vieze gele rand zit. Wat moet ik doen icrn die weer helder te krijgen? Ik heb het al vruchteloos met zeep geprobeerd. Antw.: Daar is niets anders aan te doen, dan dat u een nieuwe kooptI Vr. Op welke wijze kan ik het best lan caster gordijnen schoonmaken? Antw.: U moet do gordijnen aan beide zijden goed afwrijven met. een stukje oud brood, totdat zij schoon zijn. i ,Vr- Kunt u mij ook zeggen, hoe men olie uit een vloerkleed verwijdert? Antw.: U doet het beste met er zoo weinig .mogelijk aan te dóen. De vlek gaat er vanzelf wel uit. I Vr. van J. W. te. Haarlem. Antw.: Wij begrijpen uwe vraag niet. U zegt dat u twee jongens hebt, van den leeftijd van 7 en 5 jaar, en of wij daar oen R. K. inrichting voor minvermogenden voor welen. Wat zijn het voor jongens, en welk soort inrichting verlangt u daarvoor? i Vr. Zijn er te Amsterdam Katholieke H. B. S„ waarvan het einddiploma gelijk staat met dat der neutrale II. B. Scholen? Antw.: Do R. K. II. B. S. met 5-jarigen cursus aan de Hobbemakade. Vr. Wij zijn ingeschreven voor eeii Mu- ziek-concours, dat zou plaats hebben op He mel vaartdag en hebben daarvoor een bedrag van f 5.— opgestuurd, wat in de meeste ge vallen moet. Maar nu heeft men dien datum verzet en houdt het concours op Zondag 4 Mei. Onzo voreomging gaat na niet omdat. het öp Zondag valt. Kunnen wij nu het ge storte geld terug vorderen? Zij zijn tot nog toe achterwege gebleven om het terug te zenden. Antw.: U kunt het gestorte bedrag te rugvorderen. Vr. Een buiten-meisje is per jaar gehuurd en ontvangt haar geld per drie maanden. Zij zegde voor enkele weken haar betrekking op tegen het einde van het kwartaal, omdat het liaar te druk was. Mevrouw heeft toen ge antwoord, dat zij dan wel over 6 weken kan vertrekken, hetgeen het meisje niet heeft aan genomen. Wanneer mevrouw zich nu aan haar woord houdt, heeft het meisje dan toch recht op loon en kostgeld tot Mei en zoo het niet geschikt wordt, tot wien kan zij zich dan wenden om haai* gold te krijgen? Antw.: U hebt recht op loon tot 1 Mei. U kunt zich wenden tot het Consultatiebureau, dat Vrijdagmiddags om half twee zitting houdt in liet, Paleis van Justitie aau de Jansstraat. Daarvoor moot u zicli voorzien van een briefje van onvermogen. Vr. Wat is eigenlijk „perlgaren"? Zoudt u me de juiste Frausche vertaling van dit woord niet kunnen opgeven? Welke is de afleiding van dit woord? Antw.: Perlgaren is glanzend, een soort imitatie-zijde. Het wordt gebruikt, voor hand werkjes. Op de strengen kunt u het fabrieks merk vinden en daarop lezen Pcrl-stickga- ren, hetgeen er op wijst dat het een Duitsch fabrikaat is. Wij meonen dus dat men hier te doen heeft met een afleiding, die „parel" ,boteekent. In het Hollandsch heet het: Glans- garen. Welke de beteekenis in het Fransch is, zouden wij u niet durven zeggen. Wellicht kunt u dat bij u in Leuven in de een of Vragen op bet gebied van Landbouw, tuin bouw. kamerplanten, bemesting, bloembollen cultuur o.a. moeten worden opgezonden aan den Redacteur dezer rubriek, den lieer J. Tromp, tuinbouw-medewerker der Nieuwe Hanrl. Courant te Heemskerk. Eens per week worden de gestelde vragen in deze ru briek beantwoord. V r. Wanneer moet ik mijn bol-begonia's planten? Moeten ze dadelijk in den vollen grond? Antw. Wanneer men de begonia-knollen terstond in den vollen grond wil planten, moet men hiermee wachten tot eind April, doch dan heeft men ze eerst einde Juli in bloei. Beter is bet daarom, ze in het voorjaar oppervlakkig in een bak te begraven. Bij ma tig vochtig houden zijn de knollen dan spoe dig van wortels voorzien. Wil men ze oppot ten, zoo zorgt men voor zeer voedzame aarde, b.v. zuiver verteerde mestaarde of turfstrooi- selmest. Men mengt er wat roet en fijn ver deeld beendermeel door, later, als de pot met wortels gevuld is, geeft men vloeimest. Nog dient men te zorgen, dat de planten in het begin niet de volle zon mogen hebben en dat ze, door steeds meer te luchten, gehard moe ten worden. Wanneer er geen nachtvorsten meer zijn te duchten, komen ze in den vollen grond. V r. Welke behandeling moeten bladbego nia's hebben? A n t w. Zorg vóór lichte, luchtige en voed zame aarde, een vochtige temperatuur en éene flink beschaduwde standplaats. V r. Wat verstaat men ouder „korte mest" en waarin onderscheidt het zich van langen mest. A n w. Onder „korte mest" verstaat men mest, die geruimen tiid op een hoop gelogen heeft, en door toetreding van lucht is gaan ontleden en rotten, waardoor het ten laatsten een aardachtig voorkomen heeft verkregen. I In versche of lange mest komen de voedende bestanddeelen niet in zoo gemakkelijk op-1 neembaren toestand voor Vr. Is kippenmest een geschikte meststof; voor een bloementuin? Antw. Kippenmest kenmerkt zich door een hoog stikstof gehalte, evenals dat van phosphorzuur. (1, 6 pCt. stikstof 1, 5 pCt. phosphorzuur, 0,8 pCt. kali). Men doet dns goed op 100 Kilo kippenmest b.v. 5 Kilo been dermeel en 10 K.G. patentkali toe te voegen. V r. Waaraan kan ik zien, dat mijn appel en pereboom en last hebben van schurft? Wat moet ik er tegen doen? Antw. De schurft, die veel bij appel- en pereboomen voorkomt, wordt veroorzaakt door een zwam, Fnsieladinm gebeeten. In u u regel openbaart die zwam zich eerst op de bladeren, hetgeen te zien is aan do onregel matige, bruinzwarte vlekken. Soms worden de bladeren gekroesd. Het gevolg hiervan is, dat de bladeren hun functiën niet zoo goed kunnen vervullen en de boom slecht groeit. Ook op scheuten cn jonge twijgen, vooral bij peren, woekert de zwam. Ze schilferen af en sterven spoedig. Bij de vruchten veroorzaakt de zwam zwar te vlekken en geeft er een afwijkenden vorm aan. Sommige soorten zijn zeer vatbaar, o.a. de Westlandsche Bellefleur, de Zoet Kandij, de Gravesteiner en bij de peren de Louise Bonne d'Avranches, Conseiller de la Cour, I Beui-ré Diel enz. De beste bestrijding is het besproeien met Bordeanxsche pap (IK kilo kopervitriool en kilo kalk opgelost in 100 L. water in een houten vat). De geschikste tijd is kort voor het opengaan der bloemen. V r. Wat verdient de voorkeur bij broeira- men, wit of licht groen gekleurd glas? Antw. Daar licht groen gekleurd glas het, zonlicht niet zoo goed doorlaat als wit glas, is het voor de teelt van vroege groenten niet zoo goed geschikt als hét witte glas. In den zomer moet men echter met wit glas vroeger en meer luchten om een te hóoge tempera tuur tc voorkomen. V r. Hoe moet ik Artisjok voorttelen? Antw. Hoewel Artisjok in't buitenland veel geteeld wordt, komt het bij ons niet veel voor. Wat voor de consumptie dient, zijn enkel de omwindselblaadjes van de bloem- hoofdjes. Wil men zaaien, zoo doet men het Het is dat gevoel van Roomsche saamhoö- m de maand Maart,, en wel onder glas. Men righeid, dat steun heeft en voedsel in de een- MeffnPS l r ieS(°"'wZC heid van geloof, van gedachte en levensdoel, hall Mei in den vollen grond over te planten Vnnr orw) op een afstand van 75 a 100 e.M. De bloem-,Y°.°r de ande,'en hJkt bekrompenheid en hoofdjes worden met, een stengeldeel van afsIultlng van d« bronnen des grooten Levens, ongeveer 10 e.M. afgesneden. Het overgeble- maar het 16 onze meest te duchten, onze meest ven stengeldeel wordt tot het benedeneind af- onoverwinnelijke kracht. gesneden, om verzwakking der plant te voor-1 Overal waar die gemeenschap der liefde scha- komen. 's Winters bedekt men de plant met de lydt, sluipt de vijand binnen, want hij heeft turfmolm of tnrtstrooisel. een bres geschoten in onzen machtigsten burcht. V r. Welke meststoffen mogen niet met el kaar vermengd worden? Krachtens dat gevoel van Roomsche saamhoo- righeid, dat ons begeleidt van de wieg tot aan Antw. Kalk, of thomas slakkenmeel, dat het graf, laten wjj onze kinderen bidden en veel kalk bevat, mogen niet vermengd wor- maken wij ons bidden sterker door hun gebed, den met snperphosphaat, daar dit er minder' Die kinderen immers zijn van ons geslacht, oplosbaar door wordt; verder niet met zwa- In hunne aderen stroomt ons Roomsche elzuie-ummoniak of andere ammoniak be- bloed, en door onze bezieling en ons idealisme yateiu e meststoffen, (stalmest). Ook behoort moet,en die jonge levens worden aangekweekt b.v. de asch niet op de mesthoop gebracht te worden. V r. Hoe moet de bemesting voor aardappe len zijn? Antw. Wil men een goede oogst verkrij gen, waarbij de aardappelen tevens uitmun ten door smaak, zoo is oen goed bewerkte los se, voedzame bodem een vereisehte. Een grond, die rijk is aan stikstof, geeft wel een welig, geel bladgewas, doch de opbrengst en do kwaliteit is er niet evenredig aan, terwijl de vatbaarheid voor ziekte grooter is. Ook aan kalk heeft de aardappel weinig behoefte; sommige soorten kunnen zelfs een afzonder lijke kalkbemesting slecht verdragen, door dat de knollen roestig of schurftig worden. Een aanhoudende bemesting met beer, dat rijk is aan stikstof, doch aan hetgeen de aard- nppcl liet meest noodig beeft; <lo kali arm Is, aanwending van beer slechter, en worden de saamhoorigheid, die later, wanneer de stormen aardappelen spoedig pokkig. Stalmest is uit-1 roeden, hen terughoudt binnen den Roomschen stekend, in 't voorjaar neme men geen ver- levensoirke]j dicht mog6iijk bij Christus, het sclie, maar verteerde. Voor enkel kunstmest geve men per Are plm. 6 K. G. patentkali, j W«nde, ^denpunt van den cirkel. 5 K.G. superphosphaat, 3 K.G. zwavelzure Zo° lccien van Jongsaf meeleven met onze amoniak en als overbemesting bij bot boven iw>oden en behoeftenzoo, by den opgang van tot den vollen wasdom van den Roomschen man en de Roorische vrouw. Die kleinen, het zijn de dragers van het ge loof der toekomst, de hoop en de steun van de kerk na ons. Laten wij hen dus bidden voor de verkiezin gen, dan bidden zij het allereerst voor zich zelf, want grooter zullen de gevaren zijn, die zij, eenmaal in het leven aangeland, zullen te doorstaan hebben, geduchter dian die ons ge slacht bedreigen. Daarom planten wij nu reeds diep in hun gemoed die vrees voor „afscheiding van ter reinen", voeden ze op in Katholieke scholen, die een voortdurend en welsprekend protest tegen die afscheiding zijn, laten hen bidden voor ver- klozingen evenals wij ben kiten biddon voor ons aller gemeenschappelijk belang en kwee ken we met zorg in hen aan die Roomsche den grond komen 1 a 2 K.G. Ohili. Het gebed onzer kinderen. Tegenover het zonderlinge oordeel van Mr. Struyoken in „Van Onzen Tijd" schrijft Rec tor Thompson in het laatste no. van „Rome" een geharnast en prachtig artikel, waaruit wij het volgende overnemen: Nu moeten wij, Katholieken, ons toch niet door karikaturen laten afbrengen van onze hei lige inzichten en gevoelens, van ons katholiek besef, noch van de middelen, die ons het beste toeschijnen om ook in dit gemengde land de katholieke zaak naar vermogen vooruit to brengen. Wij hebben een geheel eigen Róomsclie le vensfeer, waarin wij alleen kunnen ademen, en die voor den buitenstaander is en blijft als een met zeven zegelen gesloten boek. Wat binnen die sfeer met ons Roomsche hart gevoeld, met onzen Roomschen geest gedacht en begrepen wordt, kan door geen ander, zelfs die het dichtst bij ons staat, worden benaderd. Het is de gemeenschap der heiligen, die ons verbindt. het leven, nemen wij hen op in onze geloofs praktijken en komt met den dag klaarder in hen. het besef, dat de Katholieke Kerk niet maar is een cultuurmacht, die evengoed als de andere belijdenissen kennis en beschaving brengt, maar boven alles een zuurdeeeem des geloofg. die heel het menschenleven moet doordringen en uitzetten tot het allerzuiverst beleven der Katholieke idealen Zóó zal de integrale heerlijkheid van het Katholicisme in die jonge zielen openbaar worden en reeds met de kinderen begonnen worden om op alle terrein het intrinsieke ver band weer te herstellen, dat de Kerk met alle uiting van geestelijk-maatschappelijk leven noodzakelijk verbindt MGR. DR. H. J. TH. BROUWER. Gisteren was het 12i/a jaar geleden dat Mgr. 'dr. Henricus Joannes- Theodorus Brouwer, vicaris-generaal van het aartsbisdom Utrecht, in die functie werd benoemd. Mgr. Brouwer herdacht dieu dag op zijn verlangen zonder eenig uiterlijk vertoon in huiselijken kring en droeg des morgens als naar gewoonte in de O. L. Vrouwekerk een stille H. Mis op. Msb. den hoed in de oogen en neemt de lantaarn. Kan niets je hart vermurwen? smeekt Ada. Niets ter wereld! Goeden nacht Ada.' zorg dat je niet verkouden wordt. In den loop der week zul je van mij hooren Hij groet hoffelijk, terwijl een spottende laeh om zijne lippen ligt. Buiten is het pikdonker. Zonder lantaarn 'had Gaston moeilijk den weg door het park gevonden. Een stevige wandeling van hier naar St. Mary, fluisterde hij, en toch is het de moeite waard. Arme Ada. Rijk zijn is zoet, maar zijn wraak koelen nog zoeter. Neen Ada, voor jou is geen hulp. Hij gaat onder de droppelende hoornen door '<de wind zweept hem den regen in 't gezicht, 'hij denkt er niet aan om te kijken, want hij heeft alle inspanning noodig, om niet mis ,te loopen. Hij ziet dns niet dat eene donkere gestalte volgt die gelijktijdig met hem blijft staan en hem niet uit het oog verliest. Eene hooge slanke vrouwengesalte is hem reeds van St. Mary gevolgd, en heeft onder Ie boonien nabij het prieel gewacht, tot de samenkomst geëindigd was. XIV. LEA HET KAMERMEISJE. Ais bestiereter^ is Augusta Sutherland hij ie dienstboden niet zeer bemind. 1 Tengevolge eener kleine scène zeggen de keukenmeid en het kamermeisje den dienst op. Het kost moeite eene nieuwe keukenmeid te vinden, maar nog moeilijker schijnt het, een geschikt kamermeisje te krijgen. Augusta zit op haar kamer en peinst wéér op wraak. Hoe lang nogl zucht ze. Wat helpt mij dat stukje papier van hare hand, indien ik geen zekerder bewijzen heb.... Wat wil je? Toornig wendt ze zich tot het dienstmeisje wier zacht kloppen zij niet gehoord heeft. Een jonge juffrouw wenscht u te spre ken, ze komt voor den dienst. Van waar komt ze? Van Boston. Ze ziet er zeer netjes uit en zegt, goede getuigschriften te hebben. Breng haar boven. Een paar minuten later verschijnt het meis je, door wier uiterlijk Augusta dadelijk ge troffen wordt. Het is slank en hoog van ge stalte, lippen en wangen vertoonen een fris- sche kleur. De zwarte oogen schitteren en 't haar is zoo weelderig als dat eener Indiaan- sehe. Hartstochtelijkheid ligt er in die leven de oogen, en list om dien snamgetrokken mond. Wenscht u in aanmerking te komen voor kamermeisje? Ja juffrouw. Hoe heet u? Lea Stones. Waar was je het laatst in dienst? Bij een familie in Boston. Ik vertrouw, dat U over mij tevreden zult zijn, juffrouw, j Haar uiterlijk maakt een gnnstigen indruk 1 op miss Sutherland, die de vreemde door dringend aankijkt. Hoe oud zijt gij? Vijf en twintig jaar. Hier zijn mijn ge tuigschriften. Die zijn uitmuntend, zegt Augusta, na ze doorbladerd te hebben. Daar wij noodzake lijk een kamermeisje moeten hebben, kunt ge in dienst treden, zoodra ge wilt. Ik ben met alles tevreden, juffrouw. Goed, wanneer wilt u komen? Vandaag nog, als u het .wilt, juffrouw. Aangenomen. Lea verliet de kamer en Augusta kijkt haar met belangstelling na. Ze schijnt karakter te bezitten, denkt ze, doch ik geloof niet, dat ze reeds lang ge diend heeft, ik zal een waakzaam oog op haar houden. Dit doet ze ook, maar zonder gevolg. Lea gedraagt zich onberispelijk, ze ie ijverig en kan dus veel vrijen tijd hebben. Dit verlangt ze echter niet. Wanneer ze haar werk klaar heeft, vraagt ze miss Sutherland om naai werk, en gaat dan aan een der ramen zitten, die op het park uitzien. Weldra heeft zij de gunst van miss Suther land gewonnen. Bij 't andere dienstpersoneel valt ze echter niet in den smaak, want ze is terughoudend. Doch Lea kan alle kleine plagerijen verdu ren. Wanneer ook de zwarte oogen van toorn fonkelen, blijft ze toch bedaard, zij is meester over zich zelve. Voor miss Sutherland is zij een raadsel: heide ziin even achterdochtig en ze kan niets van haar verleden te weten ko men. Het mooie meisje wekt opzien te Maple- wood. Van waar hebt ge dat meisje, Gnsta, vraagt Mr. Sutherland. Ze lijkt meer op een Indiaansche prinses, dan op een kamermeis je. Zie streng toe, dat men het kind met rust laat. Lea echter is ontoegankelijk voor iedereen, ze laat zich vrij bewonderen, doch meer niet; ze is niet koket en niet praatziek. Ze is een toonbeeld van een kamermeisje en toch is Augusta niet tevreden. Haar wantrouwen J wordt telkens grooter. Waarom zou ze toch de andere dienst boden ontwijken en zon ze zoo graag aan de bovenramen zitten naaien? Daar zit meer achter. Miss Sutherland heeft gelijk. Jnist zooals zij ligt Lea op de loer en reede de tweede week verschijnt de verwachte persoon. Het is een luwe Augustus-avond, geen windje beweegt de bladeren. Lea zit aan het raam en houdt de oogen naar het westen ge richt. De maan is opgekomen en in 't zachte licht ziet ze Mr. Benoir aankomen, die behaaglijk eene sigaar rookt. Hare oogen beginnen te fonkelen als ze hem ziet. Eindelijk! fluistert ze, eindelijk is hij ge komen! Ze kijkt hem na, totdat hij in de schaduw der boomen verdwijnt. Vlug staat ze op, gaat naar hare kamer, werpt een groote doek om en verlaat ongemerkt het huis. Ze wendt hare schreden naar het terras, daar Gaston ook dien weg heeft ingeslagen. Weldra ziet ze hem tegen de leuning van het terras. Achter een groep boomen blijft ze staan en wacht. Gaston Benoir schijnt in gedachten verdiept, want hij bemerkt haar niet. Ze treedt nader, laat den doek van het hoofd glijden en zegt: Gaston! XV HET GESPREK. Ofschoon Gaston Benoi# niet licht schrikt, wijkt hij op dit eene woord toch eenige schre den terug. Duivel! xegt hij. Het meisje treedt in 't volle maanlicht, haar lang zwart haar golft over haren hals, en de groote oogen schitteren als sterren. Neen, Gaston, niet uw heer en gebieder, maar een zijner geesten. Je hadt niet ver wacht, mij hier terug te zien. Gaston Benoir rookt bedaard door. Verwacht je hier te zien? Zoo min als den Groot-Mogol; hoe kom je hier, Lea? Van New-York. Ik heb je spoor gevolgd. Mijn spoor? Dat klinkt mooi. En wat doe je dan hier? Ik ben kamermeisje. Wat? roept Benoir verbluft (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1913 | | pagina 10