Het ondoorgrondelijke
geheim.
BUITENLAND.
R, K. Widdenslandsvereeniging.
Rond de Liturgie.
Hu Bon üai*ché.
Goedkoopste ■dra» voor Karpetten, Tafelkleeden, enz. is P. J. JANSSEN, Anegang hoek Warmoesstraat.
Haarlem-Brussel- Handschoenen voor ayie gelegenheden.
DB. DANEF OYER HET ROEMEENSCH-
BULGAARSCH CONFLICT.
FEUILLETON
En is het voor Mr. Sutherland nog al
tijd een geheim?
j Ik zou mij wel wachten, zulks te doen,
Ada. Je bent het evenbeeld van je moeder en
de herinnering aan al bet onrecht, dat mij
van haar en van vader en zoon Rohan weder
varen is, staat levendig in mijn ziel gegrift.
De dood heeft hen aan mijne wraak ontrukt
jij zult moeten boeten. Overal heb ik je ge-
1 zocht en ik was op het punt den moed op te
geven, toen ik je bij toeval ontdekte.
Benoir zet den kraag van zijn jas op, drukt
NIEUWE HflflRLEMSCHE COURANT SEKI.KAP
„ST. JOZEF".
Afdeeling Haarlem en Omstreken »an
„DE HANZE",
goedgekeurd bü Bissehoppeliik besluit van den
20cn October 100Ü en bij Kon. beslnit
van 9 Mei 1908.
De R. K. Middenstandsvereenigins» stelt zich
ten doel volgens art. 2 harer statuten, de zede
lijke en stoffelijke belangen van den handel-
drijvenden- en industnfeelen middenstand in het
algemeen en van hare leden in het hijzonder te
behartigen, overeenkomstig de belangen van
den R. K. godsdienst. De voordeelen aan het
lidmaatschap verbonden zijn vele. Wij noemen
slechts
le. Gratis informatiëa en rechtskundige ad
viezen hunne zaken betreffende, het geven ter
incasseering hunner dubieuze posten.
2e. Gratis gebruik maken van het Bureau
plaatsing kantoor- en winkelpersoneel.
3e. Het verzekeren hunner spiegel- en an
dere ruiten bij de onderlinge glasverzekering
tegen uiterst lage premie.
4o. Deelname aan het fonds uitkeering bij
overlijden tegen geringe bijdrage onder koste
loos beheer.
6e. Gratis en franco ontvangst van een
weekblad, 16 pagina's druk, inhoudende wat
voor een middenstander van belang kan zyn.
6e. Tweemaal per jaar opdracht eeuer II.
Mis voor de geestelijke en tijdelijke belangen
der leden. Bij overlijden van een lid één II. Mis
voor zijn zielerust in zijne Parochiekerk.
7e. Minstens zes maal per jaar eene leden
vergadering en eene feestelijke, wanneer de kas
zulks toelaat.
8e. Diocesane Coöperatieve Credietbank, ge
legenheid gevende credieten te vragen, gelden
te beleggen, hetzij deposito of rekening-courant;
spaargelden te beleggen tegen 3 pCt. rente, mi
nimum inleg 25 cents, tot een bedrag van 60
gulden terugbetaling onmiddellijk, hoogere be
dragen één dag opzegging.
Voqr inlichtingen of beleggingen gelegen
beid iederen werkdag van 94 uur bij den
administrateur ,1. H. Visser, Nieuwe Gracht 46
9e. De Debatingclub heeft geregeld gezel
lige bijeenkomsten, ten doel hebbende het spre
ken in 't publiek eigen te doen worden.
Nog niet aangesloten R. K. Middenstanders
worden aangespoord als lid onzer vereeniging
toe te treden. De contributie bedraagt slechts
f 1.36 per 3 maanden, zich verbindende voor een
geheel jaar.
Aanmelding voor het lidmaatschap bij den
secret. H. J. Ganzeboom, Groote Houtstraat 26.
Namens het Bestuur,
ANTGiN UOSSK, Voorzitter.
H. J. GANZEBOOM, Secretaris.
De voorzitter der Bulgaarscbe Sobranja,
dr. Datief, heeft aan een medewerker van de
Petersburgsche „Novoje Wremja" zeer op
zienbarende verklaringen afgelegd over het
Roénieensch-Bülgaarsehe conflict en de ver
houding van Roemenië tot den Driebond,
schrijft de Tel. Dr. Danef begon met te zeg
gen, dat Roemenië niet het recht heeft, zijn
eischen op het verdrag van Berlijn te basee
ren. Eveneens bestreed bij de bewering, dat
Roemenië voor bet bouwen van een brug
over den Donau nieuw grondgebied noodig
had, want, zeide hij, wil de Roemeensche re
geering per se een brug bouwen, dan kan
men daartoe, onverschillig welk punt aan
den Donau uitkiezen.
Gan gaat het interview in de „Nowoje
Wremja" als volgt verder:
„Bovendien trachten de Roemeniërs hun
eischen kracht bij te zetten door te beweren,
dat zij recht op een schadeloosstelling door
gebiedsuitbreiding hebben. Dit argument is
waardeloos, daar Bulgarije de Roemeensche
regeering vóór het uitbreken van den oorlog
tweemaal verzocht heeft tot den Balkanbond
toe te treden, maar beide keeren werd dit
verzoek door een weigering gevolgd. Na het
uitbreken van den oorlog had Roemenië zelfs
niet den moed, zich officieel neutraal te ver
klaren. Maar feitelijk was zijn neutraliteit
oen concessie aan Turkije. Met het oog op
deze houding is het op zijn minst genomen
brutaal en ongepast, dat Roemenië thans een
schadeloosstelling verlangt. Als Bulgarije
alle staten, die neutraal gebleven zijn. scha
deloos zou willen stellen, dan bleef van zijn
eigen grondgebied niets over. Verder behoort
Roemenië tot den. Driebond. De mogendhe
den dezer groep verklaarden na het uitbre
ken van den oorlog, dat zij den strijd wenseh-
ten te loealiseeren, maar dat zij geen eigen
voordeelen nastreefden. Deze beginselverkla
ring moet dus ook voor Roemenië gelden.
In weerwil van al deze overwegingen is
echter Bulgarije, met het oog op de moeilijk
heden, waarmede het aan zijn Zuidgrens te
kampen heeft zij het dan ook met bloedend
hart bereid om binnen de grenzen van het
mogelijke met de wenschen van Roemenië
rekening te bonden. Hij wil toestemmen in de
slechting van alle vestingwerken en in een
grensregeling aan de kusten van de Zwarte
Zee door afstand van Mongola. Verder wil
het den Koetso-Wallachen in Macedonië een
eigen kerk en sehool toestaan. Wanneer Roe
menië meer verlangt, dan gebeurt dit niet
omdat zijn binnenlandschc toestand daartoe
dwingt, maar alleen omdat het van de moei
lijkheden, waarin Bulgarije zich op 't oogen-
blik bevindt, gebruik wil maken. Sluw rekent
hét daarbij op de behoefte, welke Europa aan
vrede heeft, en dreigt daarom met oorlog,
wanneer de groote mogendheden zijn eisehen
niet inwilligen. Bulgarije zal echter vast op
zijn standpunt blijven staan en aan zijn een
maal gedane concessies niets meer toevoegen.
Sillistria kan liet onmogelijk afstaan, daar 't
dan zijn landbouwbedrijf in gevaar zou bren
gen, terwijl verdere concessies aan de kust
der Zwarte Zee gevaar voor Warna zouden
opleveren. Bulgarije vertrouwt, dat de groote
mogendheden, die thans de beslissing in han
den genomen hebber, zoo rechtvaardig zul
len zijn, om de ongemotiveerde eischen van
Roemenië van de hand te wijzen, daar anders
tusschen Bulgarije en Roemenië een kloof
zou ontstaan, die nooit meer te overbruggen
zou zijn. Wie wind zaait, zal storm oogsten.
Al houden de Bulgaren zich uiterlijk kalm,
toeli velgen zij den loop der gebeurtenissen
met groote opwinding. Zij hebben een uit
stekend geheugen en zouden een onrecht, dat
hun thans zou worden aangedaan, nimmer
vergeten. De bedoelingen van Roemenië wor
den duidelijk gedemonstreerd door het feit,
dat liet met het hervatten van de vijandelijk*
heden zijn eischen verhoogd heeft. Den 7den
Februari nam het nog genoegen met de grens
SillistriaBaltschik, maar den 9en verlang
de het als demarcatielijn Tutrakan—Balt
schik. De reis van den Roemeeiischen minis
ter van Landbouw, Filipescu, naar Constan-
tinopel, en zijn bezoek aan de stellingen bij
Tchatalja zijn op deze 'verandering in de
eischen van Roemenië niet zonder invloed
geweest.
De demobilisatie aan de Oostenrijksch-
Russisclie grens.
Do voorgeschiedenis van do Oostenrijfescb-
Russische demobilisatie begint reeds in het
begin des jaars. Toen wendde de Russische
regeering zich wegens het beëindigen van
den termijn voor de indiensthouding der uit
gediende manschappen tot het Weensche ka
binet met een desbetreffend verzoek. Daar
zij dit verzoek zoodanig inkleedde, dat het
Oostenrijk voorstelde als met de oorlogstoe-
rustigen begonnen te zijn, en daarom ver
langde. dat Oostenrijk bij de afdanking voor
zon gaan en daar verder Rusland nog niet
verklaard had mee te gaan met Oostenrijk's
weigering jegens de Servische aanspraken
op een haven aan de Adriatische Zee en op
Ali'nneeseli gebied, ging Berchtold er niet
op in. Eerst de verdere onderhandelingen en
de afkondiging der Albaneesche zelfstandig
heid door de Londensche gezanten-conferen
tie voerden tot een ontspanning tusschen
Oostenrijk en Rusland, die van gunstigen
invloed was op de mobilisatiekwestie. Begin
Februari bracht de zending van prins Hohen-
lohe naar St. Petersburg ze weer op bet ta
pijt. De nieuwe onderhandelingen namen wel
iswaar een sleepend, doch een succesvol ver
loop. Op 25 Februari viel in den kroonraad
te Tsjarkoje Selo de principieele beslissing
voor de gelijktijdige demobilisatie en een ge
lijkluidend communique. Slechts de redactie
van dat communiqué, welke niet alleen we
gens den vorm der mededeeling, maar ook
wegens den omvang van de demobilisatie
moeilijkheden opleverde, hield de publicatie
tot. Dinsdag tegen.
Zoo men weet, zegt bet Hbld., voegde het
Petersburgsche Telegraafagentsehap'aan het
communipué toe, dat Oostenrijk ook jegens
zijn zuidelijke naburen vredelievende bedoe
lingen koesterde. Men weet niet goed, of dit
op eigen boutje er bij gezet is, zoodat men in
Weenen reden zou hebben er boos over te
zijn, dan wel of de Oostenrijksche regeering
die mededeeling wèl in het Russische com
muniqué toestond, doch niet in het eigen
wilde opnemen.
Het te water laten van de 'Aquitania.
22 April a.s. zal de „Aquitania" van de
Cunard Lijn te water gelaten worden. Deze
reuzenstoomer heeft een lengte van 900 voet
en een inhoud van 50,000 ton bruto. Het nieu
we schip zal in ieder opzicht de „Mauritiana"
overtreffen, behalve in snelheid. Zij zal 23
knoopen loopen. De „Aquitania" is gebouwd
volgens hetzelfde systeem als de „Mauritia
na". Zij kan 4500 personen bevatten.
De üswaclit.
Het ijswachtschip de Scotia", dat als waar
schuwingsdienst voor ijsbergen in den Noor
delijken Atlantischen Oceaan moet dienst
doen, wordt door Engeland uitgerust en uit
gezonden. Echter is dit schip voor alle zee
varende natiën van belang en daarom ver
wekt het geen verwondering, dat deze onder
neming ook door andere nationaliteiten
wordt gesteund. Zoo heeft Geheimraad Asz-
man leider van het Aëronautisch Observa
torium te Lindenberg bij Berlijn, aan de
„Scotia" een wetenschappelijke uitrusting ge
geven en wel een aantal registreer-ballons
voor het onderzoek van den weertoestand in
hoogere luchtlagen en de bijbehoorende ap
paraten voor bet registreeren van luchtdruk,
temperatuur, windsnelheid en vochtigheids-
gehalte. Omtrent den luchtdruk in de hoo
gere deelen der atmosfeer in de zeeën ten
Oosten van New-foundland en Labrador,
waar de „Scotia" op post is, weet n'ien nog
weinig. Men hoopt nu 0p deze manier belang
rijke resultaten te verkrijgen. De installatie
voor draadlooze telegrafie aan boord van
het ijswachtschip is_ een geschenk van de
Marooni-maatschappij. Door twee ervaren
deskundigen, die elkaar telkens zullen af
wisselen, wordt het toestel bediend.
De scholen zonder God.
De heer de Ramel van Rechts protesteerde
bij de behandeling der schoolwet in de Fran-
sche Kamer, waarover wij reeds uitvoerig
gesproken hebben, krachtig tegen de wille
keurige bepalingen der wet. Aan bet slot ver-
ïdaarde bij: „Met het volk zullen wij zege
vieren over den geest van onverdraagzaam
heid, die de Kamer bezielt."
De beruchte Thalamas van de linkerzijde
trachtte de noodzakelijkheid aan te toonen
van de „verdediging" der leekenschool tegen
den wanhopigeu „aanval" der Katholieken.
Om zijn stelling te bewijzen las de spreker
de verslagen voor van 't Katholieke Congres,
waaruit blijken moest, dat de redenaars den
huisvaders zouden hebben op het hart ge
drukt, te zorgen, dat hun wil wet werd in de
staatsschool. De Katholieken, meende Thala
mas, hebben de leekenschool geboycot en uit
gehongerd. Thalanias werd voortdurend door
afgevaardigden van de rechter/,ijde en bet
centrum in de rede «■«■vallen.
Paul Meunier meende, dat bet voorstel met
het oog op de huidige crisis nog niet ver ge
noeg ging. „Wat wij van de kamer verlan
gen, ging hij voort, is dat zij aan de leeken
school een wapenrusting schenke degelijk ge
noeg om zich onbevreesd te kunnen meten
met de tegenstanders."
Een geheimzinnig luchtschip.
Een politieagent te Grimsby lieeft het
bewijs geleverd, dat de onrust in Engeland
door de verschijning van geheimzinnige
luchtschepen gewekt waarschijnlijk in de
meeste, zoo niet in alle gevallen, het ge
volg is van het optreden van grappenma
kers, die hun wat al te zenuwachtige lands
lieden bij den neus nemen. Te Grimsby
kwam op zekeren avond een zeekapitein
binnen met het verontrustend bericht, dat
hij een mysterieus luchtvaartuig had waar
genomen en sedert dien dag zag men des
avonds steeds boven Grïmsby de lichten
van een „luchtschip" boven de stad. lede
ren avond liepen de menschen uit om den
geheimzinnigen vijand te zien. De politie
beambte nu nam op zekeren avond ook de
geheimzinnige lichten waar, zag ze echter
plotseling op eenigen afstand van hem neer
komen op een veld buiten de stad. De man
snelde, onbekommerd over de hekken en
hagen op zijn weg, rechtuit in de richting,
waar hij de lichten zag dalen. En hij ont
dekte toen de oplossing van het raadsel.
Het bleek dat eenige jongelieden een reus-
achtigen vlieger hadden opgelaten, waaraan
ze eenige lichtjes hadden bevestigd. De
jongelieden erkenden, dat zij in den laat-
sten tijd zich hadden vermaakt door des
nachts dezen vlieger boven de stad op te
laten. Zoo was das de herkomst van het
„luchtschip" opgelost, schrijft het Alg. Hbld
Merkwaardig hierbij is vooral de verklaring
van den agent, dat hij, toen hij de lichten
waarnam, ook het geluid der schroeven van
een luchtvaartuig meende waar te nemen.
Deze verklaring immers bewijst, dat door
de zenuwachtige spanning de waarnemer
wel dingen waarneemt, die, zooals in dit
geval onomstootelijk bl°ek, in werkelijk
heid niet voorkomen. Dit geeft dus waar
schijnlijk' een sleutel voor al de gedetail
leerde verhalen van hen, die tegenwoordig
in Engeland des nachts allerlei geheimzin
nigs in de lucht meenen waar te nemen.
De levensbehoeften van een Amerikaansehe
jongedame.
Te New-York woont een vijftienjarig meisje,
Helena de Witt genaamd, wier ouders ge
storven zijn en die het blijkbaar zeer slecht
gaat. Grootpapa heeft haar eenige jaren een
klein vermogen nagelaten van ongeveer twee
en een half millioen gulden on toen haar
papa stierf, erfde het dochtertje bovendien
nog millioen gulden, zoodat zij op het
oogenhlik drie en een kwart millioen bezit,
hetgeen haar een jaarlijks inkomen oplevert
van 150,000 gulden. Daar had zoo'n jong
meisje fatsoenlijk van kunnen leven, als de
spaarzame voogdijraad maar geen roet in het
eten had gestrooid, door te bepalen, dat He
lena de Witt tot hare meerderjarigheid
slechts 30,000 gulden voor hare opvoeding zou
bekomen en dat de rest van haar inkomen
bij haar vermogen moest gevoegd worden.
Het gevolg is geweest, dat de oom van het
jonge meisje de voogdijraad verzocht heeft,
haar inkomen tot op 50,000 gulden jaarlijks
te verhoogen, daar zij anders niet fatsoenlijk
leven kon. Hij rekende den raad voor dat de
kleine Helena met 30,000 gulden jaarlijks, om
zoo te spreken, gebrek lijdt. Zij bezoekt de
voornaamste meisjesschool te New-York,
heeft een muziekonderwijzer, die zich met
.goud laat betalen, dan beeft ze per jaar zes
tot acht toiletten en even zoovele hoeden
noodig. Zij heeft een kamenier en een Fran-
séhe gouvernante, reist jaarlijks naar Nizza
enz. enz. Haar voogd verklaarde, dat hij met
30,000 beslist niet toekwam; dat er geld hij
moest. Gelukkig had de voogdijraad mede
lijden met den nood der jeugdige erfgename,
schrijft het Hbld., en verhoogde haar jaar-
lijksch inkomen bereidwillig op 50,000 gulden.
Be oorlog tegen de vliegen in Engeland.
Evenals in Amerika sedert lang geschiedt,
gaat men in Engeland den strijd tegen de
huisvlieg organiseereu, en een vreeselijk lot
wacht duizenden, nog ongeboren vliegjes.
Minstens vijf millioen menschen zullen de
wapens aangorden tegen het besmettings
monster, van Dover tot in de noordelijkste
uithoeken van Schotland.
Gedurende de „gezondlieidsweek" van 6 tot
12 April zullen tallooze sprekers overal den
hygiënische» oorlog tegen de vliegen gaan
prediken. Dokter Fremantble, officier van
gezondheid, een der maarschalken in den
aanstaanden oorlog, heeft in een interview
verklaard, dat men er naar moest streven,
alle vliegen tot de laatste uit te roeien. Toch
zullen alle wreede verdelgingsmiddelen wor
den verbannen, om niet bij de schoolkinde
ren, die ook in Engeland het gros van het
gezondheidslcger zullen vormen, afkeurens
waardige instincten wakker te roepen.
Zoo zal men de vliegen niet snoodellijk en
platweg mogen vermorselen tegen muur of
ruit, individueel, maar men zal ze bij duizen
den tegelijk uit dit aardsche tranendal eli-
mineeren, volgens methodes, die men zich
voorstelt, aan bet publiek te zullen leeren.
Een dier handelwijzen bestaat hierin, dat
men de vliegen „eenvoudig" laat doodhonge
ren, door alle vuilnisbakken hermetisch te
sluiten, en alle vleesc'n, visch en andei'e over
blijfselen onmiddellijk te vernietigen.
Men hoopt, volgens de Tel., aldus de vlie
gen in grooten getale te dooclen.
Of dit inderdaad zoo maar gaat, wil ons
wel twijfelachtig lijken. Men bedenke eens,
hoe matig de behoeften zijn van een vliegje.
Een eigenaardig gedenktoeken.
In het bosch van Ungersheim, bij Colmar
had eene verkooping van hout plaats en
te dier gelegenheid besloten de houthak
kers van de streek een eigenaardig graf
monument te doen herstellen, dat te mid
den van het weggehakte houtgewas stond
en aldus zichtbaar komt voor de toeristen
en voorbijgangers.
In 1612, verhaalt het „Hbld. van Antw."
bevond een houthakker van de streek zich
daar in het bosch, om een houtopruiming
ming te regelen; hij wilde dan c spie,
die in eenen boom was geslagen, der op
0
CXLVII.
Ligging van het R. K. Kerkgebouw.
De tweede eigenaardigheid eener goed ge
bouwde R. K. kerk bestaat hierin, dat zij ge
legen is niet gelijk met den beganen grond,
maar op-een of andere hooging. welke langs
één of meer treden bestegen wordt. Deze ge
woonte bestond ten allen tijde in het Chris
tendom. Reeds Tertullianus, een Kerkelijk
schrijver uit de 2e eeuw, zegt, dat het kerk
gebouw op een hoogte behoort te liggen. De
geschied en ie vermeldt, dat er onder de re
geering van keizer Diocletianus dus in de
3e eeuw te Nicomedië een Katholieke kerk
was, welke op een heuvel stond en die zoo
ver boven de huizen der stad uitstak, dat de
keizer ze van zijn paleis uit zeer goed kon
zien. En als men in latere tijden hier en daar
afweek van het oude gebruik, dan verhieven
bisschoppen en Kerkvergaderingen op afkeu
rende wijze hun stem hiertegen. Zoo bepaalt
een Kerkvergadering van Milaan bijv., dat
men bij het bouwen van nieuwe kerken een
stuk grond uitkieze, dat zóó hoog ligt, dat
men de kerk langs 3 of 5 treden zal moeten
bestijgen.
Van zelf komt ons de vraag op de lippen:
wat mag wel de reden, de oorsprong zijn van
dit christelijk gebruik? Die reden en die
oorsprong vinden wij verder in de Heilige
Schrift. De Kerk, door Christus in de toe
komst te stichten, wordt daarin voorgesteld
als een stad of een gebouw, liggend op een
berg. Zoo zegt de profeet Isaias: „Het huis
van den God van Jacob zal gelegen zijn op
een berg, en de volkeren zullen als om strijd
tot haar opstijgen 1" Christus Zelf betuigt
dat Hij zijn Kerk zal bouwen op een steen
rots, weshalve de machten der hel haar nooit
zullen overweldigen. Ook Joannes beschrijft
de Kath. Kerk als eene op een berg gelegen
stad, van God uit den hemel neergedaald.
Ziet, aan deze en dergelijke uitspraken der
H. Schrift dachten de eerste Christenen en
zij bouwden daarom hunne kerkgebouwen op
een verhooging, om ze aldus te maken tot
afbeeldsels der algemeene Kath. Kerk.
Hierop zinspeelt ook het ritueel der Kerk
consecratie. Wanneer nl. de Bisschop de bui
tenmuren met wijwater besprenkelt, zingt
het koor: „Het Huis des Heeren is gevestigd
op den top van den berg en verheven boven
alle heuvelen!" en later bij het zegenen de/
binnenmuren: „Dit is het Huis des Heeren,
sterk gebouwd, hecht bevestigd op de sterke
rots!"
hare plaats brengen. Tengevolge eener ver
keerde beweging sprong de spie er uit, en
de hand van den man werd in de spleet
genepen, die zich plotseling had gesloten.
Toen do houthakkers den volgenden dag
ter plaatse kwamen, vonden zij nog enke'
de hand van hunnen kameraad in den boom
geklemd. De wolven te dien tijde zeer tal
rijk in de Vogeezen, hadden den ongeluk
kige verslonden. De plaats van dit vree
selijk ongeluk werd aangeduid door cenen
grafsteen, die nu; zal hersteld worden.
Vlug geholpen.
Kassin Pasja, de Egyptische minister van
Oorlog, was bijzonder gesteld op het uiter
lijk van zijne officieren en vaardigde stren
ge orders uit, dat zij zich nooit ongescho
ren in het publiek mochten vertoonen. Op
zekeren dag ontmoette hij op straat een
luitenant, die zijn bevel in de wind had
geslagen.
Tot welk regiment behoort ge? vroeg
de verontwaardigde minister.
Tot het 8ste regiment te Abasseub
antwoordde de verschrikte luitenant.
SJap dadelijk in mijn rijtuig, zootat ik
u naar uw garnizoen kan brengen, om u
in het openbaar te laten straffen, was het
streng bevel, dat daarop volgde.
De jonkman gehoorzaamde en het twee
tal reed in somber stilzwijgen voort, tot
dat de pasja zijn rijtuig ergens liet stil
houden, waar hij voor zaken eene poos op
gehouden zou worden. De schuldige nam
nu zijn kans waar, sprong uit het rijtuig,
liep een barbierswinkel in de nabijheid in,
was weer op zijn post, minus zijn baard,
voordat de minister terug kwam.
Gedurende het overige van den tocht hield
de officier zijn gelaat met zijne handen be
dekt, als een beeld van verslagenheid. A-
basseub werd eindelijk bereikt en al de
officieren waren bijeen om getuige te zijn
(Naar het Amerikaansch).
U->
Ada Sutherland is heelemaal alleen. Haar
echtgenoot heeft, alhoewel ongaarne, eene
uitnood i;*irig aangenomen. Augusta is met
het.huishouden bezig en Louise is bij 't kind.
Onophoudelijk staart Ada in de toenemen
de duisternis. De handen liggen in den schoot,
soms kukt ze op het horloge.
Jij hier in 't donker! roept Augusta als
ze binnentreedt.
Ja, ik zit graag in de schemering, her
neemt de jonge vrouw, terwijl ze aan hare
,e?n bedaarden toon wil geven. Indien
.ie licht verlangt, bel dan maar.
i Y°?r Indien ge niets voor mij te
noen hebt, ga ik naar mijne kamer. Wil je
np Arthur wachten?
Ja, waarom?
Omdat Arthur waarschijnlijk laat zal
luis komen, en .ie bent nog zeer zenuwaeh-
'ir: goeden nacht.
Rust, zegt Ada bij haar zelve, zal ik die
nog ooit kunnen genieten?
Als een marmeren beeld zit Ada aan het
raam tot negen uur. Dan werpt ze een sjaal
om en gaat naar buiten. Daar blijft ze staan
en luistert. Overal donker overal nacht.
Ze gaat. door het vochtige gras naar het
terras en denkt nog aan dien avond, dat ze
door haar grootvader gewaarschuwd werd
voor het dreigend gevaar.
Arme grootpapa! het onheil is over mij
losgebroken. Ik dank U, God, dat hij het niet
beleeft.
Om adem te halen blijft zij op het terras
staan en kijkt in de schuimende bruisende
golven.
Hoe gemakkelijk ware het aan alle leed
te ontkomen. Doch neen, nooit zou ik zulk
eene zonde op mijn geweten willen laden, hoe
akelig mijn lot ook zijn moge.
Langzaam gaat ze voort, een zwak licht in
het prieel verraadt de aanwezigheid van een
mensch. Hevig klopt haar hart. Zij klopt
even aan de deur, die nu opengaat. Ze staat
tegenover Gaston Benoir. Eene lange pauze,
Eene kleine dievenlantaarn staat op tafel, en
beide personen kijken elkaar aan. Julie Wel
don heeft reeds de opmerking gemaakt, dat
mevrouw Sutherland en Mr. Benoir veel op
elkaar'gelijken, en ze heeft het niet mis.
Gaston biedt, der dame een stoel aan en
breekt 't zwijgen.
Ga zitten, als je blieft
Zonder een woord te spreken neemt Ada
I plaats en staart den vreemdeling angstig
aan.
Vergeef mij, dat ik zoo familiaar ben,
Ada, doch we zullen geen complimenten
maken. Je lijkt sprekend op je moeder, ik
dacht eerst, dat ze uit het graf was opge
staan. Je grootvader was zeker hang, dat ik
je dadelijk kennen zou.
I Je zwijgt en kijkt mij zoo angstig aan...
Wees maar niet bang voor mij. Ik ben altijd
galant tegenover dames, als het gaat om
mijn eigen
Met een schrillen kreet springt Ada op en
steekt hem beide handen toe.
j Niet verder. Spaar mij, indien ge nog een
sprankje barmhartigheid in uw hart hebt. j
Indien je zoo luidt spreekt, lief kind, zal
je ons veraden. Zal men u thuis missen?
Neen.
Weet het blonde meisje van deze wande
ling af?
Ik- geloof het niet.
Sedert wanneer hen je met uwe levens
geschiedenis bekend?
Sedert drie jaar.
Een sluwe vos, uw grootpapa! Hij heeft
het dus zoolang als mogelijk geheim gehou
den. Wist je het eer je trouwdet?
Ja, antwoordt ze bevend.
Ja.
Dus weet het iemand dan jij en ik?
Niemand.
Een helsche lach ligt om zijn lippen.
Zie je wel, mijn kleine lieve Ada, dat je
heelemaal in mijn macht bent?
Zij gaat eene schrede voorwaarts, valt hem
te voet en heft de handen smeek end tot hem
op.
Spaar mij om Gods wil! Ik ben in uwe
macht, maar wees barmhartig, ter wille van
mijn echtgenoot, mijn kind en mijne overle
den moeder!
Zijn gelaat verduistert.
Sta op, Ada Sutherland! Je ziet mij aan
met den blik uwer moeder en dat verbittert
mij nog meer. Heeft je moeder zich ooit om
mij bekommerd? Waarom zou haar aanden
ken mij heilig wezen, ze staat hoog in mijne
schuld en jij zult moeten boeten. Sta op, Ada,
ik wil je geen schrik aanjagen, maar denk
wel, ik behoor niet tot diegenen, die verge
ven en vergeten. Sta op en hoor mij aan.
Hij reikte haar de hand om haar op te hel
pen. Ze beeft als hij haar aanraakt.
Je schrikt voor mij als voor een adder.
Is het negerbloed in mijne aderen de schuld
daarvan? Wees maar niet zoo trotsch, 't kon
jo wel eens berouwen. Heb je geld bij je?
Neen.
Zoo laat mij dien ring eens kijken. Hé,
een mooie. Geef hem mij.
Ik kan niet, 't is een geschenk van mijn
echtgenoot.
Laat je een anderen geven; zeg, dat je
dezen verloren hebt.
Neen, dezen ring niet! smeekt ze. Geld
kun je krijgen.
Maar ik wil den ring en het geld op den
koop toe.
Bevend laat Ada den ring in zijn hand glij
den en Gaston Benoir steekt den ring met
welgevallen aan den vinger.
Ik dank je; wanneer zal ik het genoe-
gen hebben je weer te zien.
Waarom vraag je dat, daar ik toch ko
men moet, wanneer je het wilt.
Juist. Doch voorloopig weet ik nog niet,
wanneer eene samenkomst noodzakelijk is-
Kun je me morgen geld bezorgen?
j Hoeveel?
Ja in den beginne moet men bescheiden
wezen, we zullen zeggen duizend dollar,
j Voor zulk een groote som heb ik een
paar dagen noodig. Ik zal het u per post zen-
den. Gaarne wil ik uw stilzwijgen koopen, in
dien je wilt.