Het ondoorgrondelijke geheim. BUITENLAND. R, K. Widdenslandsvereeniging. Rond de Liturgie. Hu Bon üai*ché. Goedkoopste ■dra» voor Karpetten, Tafelkleeden, enz. is P. J. JANSSEN, Anegang hoek Warmoesstraat. Haarlem-Brussel- Handschoenen voor ayie gelegenheden. DB. DANEF OYER HET ROEMEENSCH- BULGAARSCH CONFLICT. FEUILLETON En is het voor Mr. Sutherland nog al tijd een geheim? j Ik zou mij wel wachten, zulks te doen, Ada. Je bent het evenbeeld van je moeder en de herinnering aan al bet onrecht, dat mij van haar en van vader en zoon Rohan weder varen is, staat levendig in mijn ziel gegrift. De dood heeft hen aan mijne wraak ontrukt jij zult moeten boeten. Overal heb ik je ge- 1 zocht en ik was op het punt den moed op te geven, toen ik je bij toeval ontdekte. Benoir zet den kraag van zijn jas op, drukt NIEUWE HflflRLEMSCHE COURANT SEKI.KAP „ST. JOZEF". Afdeeling Haarlem en Omstreken »an „DE HANZE", goedgekeurd bü Bissehoppeliik besluit van den 20cn October 100Ü en bij Kon. beslnit van 9 Mei 1908. De R. K. Middenstandsvereenigins» stelt zich ten doel volgens art. 2 harer statuten, de zede lijke en stoffelijke belangen van den handel- drijvenden- en industnfeelen middenstand in het algemeen en van hare leden in het hijzonder te behartigen, overeenkomstig de belangen van den R. K. godsdienst. De voordeelen aan het lidmaatschap verbonden zijn vele. Wij noemen slechts le. Gratis informatiëa en rechtskundige ad viezen hunne zaken betreffende, het geven ter incasseering hunner dubieuze posten. 2e. Gratis gebruik maken van het Bureau plaatsing kantoor- en winkelpersoneel. 3e. Het verzekeren hunner spiegel- en an dere ruiten bij de onderlinge glasverzekering tegen uiterst lage premie. 4o. Deelname aan het fonds uitkeering bij overlijden tegen geringe bijdrage onder koste loos beheer. 6e. Gratis en franco ontvangst van een weekblad, 16 pagina's druk, inhoudende wat voor een middenstander van belang kan zyn. 6e. Tweemaal per jaar opdracht eeuer II. Mis voor de geestelijke en tijdelijke belangen der leden. Bij overlijden van een lid één II. Mis voor zijn zielerust in zijne Parochiekerk. 7e. Minstens zes maal per jaar eene leden vergadering en eene feestelijke, wanneer de kas zulks toelaat. 8e. Diocesane Coöperatieve Credietbank, ge legenheid gevende credieten te vragen, gelden te beleggen, hetzij deposito of rekening-courant; spaargelden te beleggen tegen 3 pCt. rente, mi nimum inleg 25 cents, tot een bedrag van 60 gulden terugbetaling onmiddellijk, hoogere be dragen één dag opzegging. Voqr inlichtingen of beleggingen gelegen beid iederen werkdag van 94 uur bij den administrateur ,1. H. Visser, Nieuwe Gracht 46 9e. De Debatingclub heeft geregeld gezel lige bijeenkomsten, ten doel hebbende het spre ken in 't publiek eigen te doen worden. Nog niet aangesloten R. K. Middenstanders worden aangespoord als lid onzer vereeniging toe te treden. De contributie bedraagt slechts f 1.36 per 3 maanden, zich verbindende voor een geheel jaar. Aanmelding voor het lidmaatschap bij den secret. H. J. Ganzeboom, Groote Houtstraat 26. Namens het Bestuur, ANTGiN UOSSK, Voorzitter. H. J. GANZEBOOM, Secretaris. De voorzitter der Bulgaarscbe Sobranja, dr. Datief, heeft aan een medewerker van de Petersburgsche „Novoje Wremja" zeer op zienbarende verklaringen afgelegd over het Roénieensch-Bülgaarsehe conflict en de ver houding van Roemenië tot den Driebond, schrijft de Tel. Dr. Danef begon met te zeg gen, dat Roemenië niet het recht heeft, zijn eischen op het verdrag van Berlijn te basee ren. Eveneens bestreed bij de bewering, dat Roemenië voor bet bouwen van een brug over den Donau nieuw grondgebied noodig had, want, zeide hij, wil de Roemeensche re geering per se een brug bouwen, dan kan men daartoe, onverschillig welk punt aan den Donau uitkiezen. Gan gaat het interview in de „Nowoje Wremja" als volgt verder: „Bovendien trachten de Roemeniërs hun eischen kracht bij te zetten door te beweren, dat zij recht op een schadeloosstelling door gebiedsuitbreiding hebben. Dit argument is waardeloos, daar Bulgarije de Roemeensche regeering vóór het uitbreken van den oorlog tweemaal verzocht heeft tot den Balkanbond toe te treden, maar beide keeren werd dit verzoek door een weigering gevolgd. Na het uitbreken van den oorlog had Roemenië zelfs niet den moed, zich officieel neutraal te ver klaren. Maar feitelijk was zijn neutraliteit oen concessie aan Turkije. Met het oog op deze houding is het op zijn minst genomen brutaal en ongepast, dat Roemenië thans een schadeloosstelling verlangt. Als Bulgarije alle staten, die neutraal gebleven zijn. scha deloos zou willen stellen, dan bleef van zijn eigen grondgebied niets over. Verder behoort Roemenië tot den. Driebond. De mogendhe den dezer groep verklaarden na het uitbre ken van den oorlog, dat zij den strijd wenseh- ten te loealiseeren, maar dat zij geen eigen voordeelen nastreefden. Deze beginselverkla ring moet dus ook voor Roemenië gelden. In weerwil van al deze overwegingen is echter Bulgarije, met het oog op de moeilijk heden, waarmede het aan zijn Zuidgrens te kampen heeft zij het dan ook met bloedend hart bereid om binnen de grenzen van het mogelijke met de wenschen van Roemenië rekening te bonden. Hij wil toestemmen in de slechting van alle vestingwerken en in een grensregeling aan de kusten van de Zwarte Zee door afstand van Mongola. Verder wil het den Koetso-Wallachen in Macedonië een eigen kerk en sehool toestaan. Wanneer Roe menië meer verlangt, dan gebeurt dit niet omdat zijn binnenlandschc toestand daartoe dwingt, maar alleen omdat het van de moei lijkheden, waarin Bulgarije zich op 't oogen- blik bevindt, gebruik wil maken. Sluw rekent hét daarbij op de behoefte, welke Europa aan vrede heeft, en dreigt daarom met oorlog, wanneer de groote mogendheden zijn eisehen niet inwilligen. Bulgarije zal echter vast op zijn standpunt blijven staan en aan zijn een maal gedane concessies niets meer toevoegen. Sillistria kan liet onmogelijk afstaan, daar 't dan zijn landbouwbedrijf in gevaar zou bren gen, terwijl verdere concessies aan de kust der Zwarte Zee gevaar voor Warna zouden opleveren. Bulgarije vertrouwt, dat de groote mogendheden, die thans de beslissing in han den genomen hebber, zoo rechtvaardig zul len zijn, om de ongemotiveerde eischen van Roemenië van de hand te wijzen, daar anders tusschen Bulgarije en Roemenië een kloof zou ontstaan, die nooit meer te overbruggen zou zijn. Wie wind zaait, zal storm oogsten. Al houden de Bulgaren zich uiterlijk kalm, toeli velgen zij den loop der gebeurtenissen met groote opwinding. Zij hebben een uit stekend geheugen en zouden een onrecht, dat hun thans zou worden aangedaan, nimmer vergeten. De bedoelingen van Roemenië wor den duidelijk gedemonstreerd door het feit, dat liet met het hervatten van de vijandelijk* heden zijn eischen verhoogd heeft. Den 7den Februari nam het nog genoegen met de grens SillistriaBaltschik, maar den 9en verlang de het als demarcatielijn Tutrakan—Balt schik. De reis van den Roemeeiischen minis ter van Landbouw, Filipescu, naar Constan- tinopel, en zijn bezoek aan de stellingen bij Tchatalja zijn op deze 'verandering in de eischen van Roemenië niet zonder invloed geweest. De demobilisatie aan de Oostenrijksch- Russisclie grens. Do voorgeschiedenis van do Oostenrijfescb- Russische demobilisatie begint reeds in het begin des jaars. Toen wendde de Russische regeering zich wegens het beëindigen van den termijn voor de indiensthouding der uit gediende manschappen tot het Weensche ka binet met een desbetreffend verzoek. Daar zij dit verzoek zoodanig inkleedde, dat het Oostenrijk voorstelde als met de oorlogstoe- rustigen begonnen te zijn, en daarom ver langde. dat Oostenrijk bij de afdanking voor zon gaan en daar verder Rusland nog niet verklaard had mee te gaan met Oostenrijk's weigering jegens de Servische aanspraken op een haven aan de Adriatische Zee en op Ali'nneeseli gebied, ging Berchtold er niet op in. Eerst de verdere onderhandelingen en de afkondiging der Albaneesche zelfstandig heid door de Londensche gezanten-conferen tie voerden tot een ontspanning tusschen Oostenrijk en Rusland, die van gunstigen invloed was op de mobilisatiekwestie. Begin Februari bracht de zending van prins Hohen- lohe naar St. Petersburg ze weer op bet ta pijt. De nieuwe onderhandelingen namen wel iswaar een sleepend, doch een succesvol ver loop. Op 25 Februari viel in den kroonraad te Tsjarkoje Selo de principieele beslissing voor de gelijktijdige demobilisatie en een ge lijkluidend communique. Slechts de redactie van dat communiqué, welke niet alleen we gens den vorm der mededeeling, maar ook wegens den omvang van de demobilisatie moeilijkheden opleverde, hield de publicatie tot. Dinsdag tegen. Zoo men weet, zegt bet Hbld., voegde het Petersburgsche Telegraafagentsehap'aan het communipué toe, dat Oostenrijk ook jegens zijn zuidelijke naburen vredelievende bedoe lingen koesterde. Men weet niet goed, of dit op eigen boutje er bij gezet is, zoodat men in Weenen reden zou hebben er boos over te zijn, dan wel of de Oostenrijksche regeering die mededeeling wèl in het Russische com muniqué toestond, doch niet in het eigen wilde opnemen. Het te water laten van de 'Aquitania. 22 April a.s. zal de „Aquitania" van de Cunard Lijn te water gelaten worden. Deze reuzenstoomer heeft een lengte van 900 voet en een inhoud van 50,000 ton bruto. Het nieu we schip zal in ieder opzicht de „Mauritiana" overtreffen, behalve in snelheid. Zij zal 23 knoopen loopen. De „Aquitania" is gebouwd volgens hetzelfde systeem als de „Mauritia na". Zij kan 4500 personen bevatten. De üswaclit. Het ijswachtschip de Scotia", dat als waar schuwingsdienst voor ijsbergen in den Noor delijken Atlantischen Oceaan moet dienst doen, wordt door Engeland uitgerust en uit gezonden. Echter is dit schip voor alle zee varende natiën van belang en daarom ver wekt het geen verwondering, dat deze onder neming ook door andere nationaliteiten wordt gesteund. Zoo heeft Geheimraad Asz- man leider van het Aëronautisch Observa torium te Lindenberg bij Berlijn, aan de „Scotia" een wetenschappelijke uitrusting ge geven en wel een aantal registreer-ballons voor het onderzoek van den weertoestand in hoogere luchtlagen en de bijbehoorende ap paraten voor bet registreeren van luchtdruk, temperatuur, windsnelheid en vochtigheids- gehalte. Omtrent den luchtdruk in de hoo gere deelen der atmosfeer in de zeeën ten Oosten van New-foundland en Labrador, waar de „Scotia" op post is, weet n'ien nog weinig. Men hoopt nu 0p deze manier belang rijke resultaten te verkrijgen. De installatie voor draadlooze telegrafie aan boord van het ijswachtschip is_ een geschenk van de Marooni-maatschappij. Door twee ervaren deskundigen, die elkaar telkens zullen af wisselen, wordt het toestel bediend. De scholen zonder God. De heer de Ramel van Rechts protesteerde bij de behandeling der schoolwet in de Fran- sche Kamer, waarover wij reeds uitvoerig gesproken hebben, krachtig tegen de wille keurige bepalingen der wet. Aan bet slot ver- ïdaarde bij: „Met het volk zullen wij zege vieren over den geest van onverdraagzaam heid, die de Kamer bezielt." De beruchte Thalamas van de linkerzijde trachtte de noodzakelijkheid aan te toonen van de „verdediging" der leekenschool tegen den wanhopigeu „aanval" der Katholieken. Om zijn stelling te bewijzen las de spreker de verslagen voor van 't Katholieke Congres, waaruit blijken moest, dat de redenaars den huisvaders zouden hebben op het hart ge drukt, te zorgen, dat hun wil wet werd in de staatsschool. De Katholieken, meende Thala mas, hebben de leekenschool geboycot en uit gehongerd. Thalanias werd voortdurend door afgevaardigden van de rechter/,ijde en bet centrum in de rede «■«■vallen. Paul Meunier meende, dat bet voorstel met het oog op de huidige crisis nog niet ver ge noeg ging. „Wat wij van de kamer verlan gen, ging hij voort, is dat zij aan de leeken school een wapenrusting schenke degelijk ge noeg om zich onbevreesd te kunnen meten met de tegenstanders." Een geheimzinnig luchtschip. Een politieagent te Grimsby lieeft het bewijs geleverd, dat de onrust in Engeland door de verschijning van geheimzinnige luchtschepen gewekt waarschijnlijk in de meeste, zoo niet in alle gevallen, het ge volg is van het optreden van grappenma kers, die hun wat al te zenuwachtige lands lieden bij den neus nemen. Te Grimsby kwam op zekeren avond een zeekapitein binnen met het verontrustend bericht, dat hij een mysterieus luchtvaartuig had waar genomen en sedert dien dag zag men des avonds steeds boven Grïmsby de lichten van een „luchtschip" boven de stad. lede ren avond liepen de menschen uit om den geheimzinnigen vijand te zien. De politie beambte nu nam op zekeren avond ook de geheimzinnige lichten waar, zag ze echter plotseling op eenigen afstand van hem neer komen op een veld buiten de stad. De man snelde, onbekommerd over de hekken en hagen op zijn weg, rechtuit in de richting, waar hij de lichten zag dalen. En hij ont dekte toen de oplossing van het raadsel. Het bleek dat eenige jongelieden een reus- achtigen vlieger hadden opgelaten, waaraan ze eenige lichtjes hadden bevestigd. De jongelieden erkenden, dat zij in den laat- sten tijd zich hadden vermaakt door des nachts dezen vlieger boven de stad op te laten. Zoo was das de herkomst van het „luchtschip" opgelost, schrijft het Alg. Hbld Merkwaardig hierbij is vooral de verklaring van den agent, dat hij, toen hij de lichten waarnam, ook het geluid der schroeven van een luchtvaartuig meende waar te nemen. Deze verklaring immers bewijst, dat door de zenuwachtige spanning de waarnemer wel dingen waarneemt, die, zooals in dit geval onomstootelijk bl°ek, in werkelijk heid niet voorkomen. Dit geeft dus waar schijnlijk' een sleutel voor al de gedetail leerde verhalen van hen, die tegenwoordig in Engeland des nachts allerlei geheimzin nigs in de lucht meenen waar te nemen. De levensbehoeften van een Amerikaansehe jongedame. Te New-York woont een vijftienjarig meisje, Helena de Witt genaamd, wier ouders ge storven zijn en die het blijkbaar zeer slecht gaat. Grootpapa heeft haar eenige jaren een klein vermogen nagelaten van ongeveer twee en een half millioen gulden on toen haar papa stierf, erfde het dochtertje bovendien nog millioen gulden, zoodat zij op het oogenhlik drie en een kwart millioen bezit, hetgeen haar een jaarlijks inkomen oplevert van 150,000 gulden. Daar had zoo'n jong meisje fatsoenlijk van kunnen leven, als de spaarzame voogdijraad maar geen roet in het eten had gestrooid, door te bepalen, dat He lena de Witt tot hare meerderjarigheid slechts 30,000 gulden voor hare opvoeding zou bekomen en dat de rest van haar inkomen bij haar vermogen moest gevoegd worden. Het gevolg is geweest, dat de oom van het jonge meisje de voogdijraad verzocht heeft, haar inkomen tot op 50,000 gulden jaarlijks te verhoogen, daar zij anders niet fatsoenlijk leven kon. Hij rekende den raad voor dat de kleine Helena met 30,000 gulden jaarlijks, om zoo te spreken, gebrek lijdt. Zij bezoekt de voornaamste meisjesschool te New-York, heeft een muziekonderwijzer, die zich met .goud laat betalen, dan beeft ze per jaar zes tot acht toiletten en even zoovele hoeden noodig. Zij heeft een kamenier en een Fran- séhe gouvernante, reist jaarlijks naar Nizza enz. enz. Haar voogd verklaarde, dat hij met 30,000 beslist niet toekwam; dat er geld hij moest. Gelukkig had de voogdijraad mede lijden met den nood der jeugdige erfgename, schrijft het Hbld., en verhoogde haar jaar- lijksch inkomen bereidwillig op 50,000 gulden. Be oorlog tegen de vliegen in Engeland. Evenals in Amerika sedert lang geschiedt, gaat men in Engeland den strijd tegen de huisvlieg organiseereu, en een vreeselijk lot wacht duizenden, nog ongeboren vliegjes. Minstens vijf millioen menschen zullen de wapens aangorden tegen het besmettings monster, van Dover tot in de noordelijkste uithoeken van Schotland. Gedurende de „gezondlieidsweek" van 6 tot 12 April zullen tallooze sprekers overal den hygiënische» oorlog tegen de vliegen gaan prediken. Dokter Fremantble, officier van gezondheid, een der maarschalken in den aanstaanden oorlog, heeft in een interview verklaard, dat men er naar moest streven, alle vliegen tot de laatste uit te roeien. Toch zullen alle wreede verdelgingsmiddelen wor den verbannen, om niet bij de schoolkinde ren, die ook in Engeland het gros van het gezondheidslcger zullen vormen, afkeurens waardige instincten wakker te roepen. Zoo zal men de vliegen niet snoodellijk en platweg mogen vermorselen tegen muur of ruit, individueel, maar men zal ze bij duizen den tegelijk uit dit aardsche tranendal eli- mineeren, volgens methodes, die men zich voorstelt, aan bet publiek te zullen leeren. Een dier handelwijzen bestaat hierin, dat men de vliegen „eenvoudig" laat doodhonge ren, door alle vuilnisbakken hermetisch te sluiten, en alle vleesc'n, visch en andei'e over blijfselen onmiddellijk te vernietigen. Men hoopt, volgens de Tel., aldus de vlie gen in grooten getale te dooclen. Of dit inderdaad zoo maar gaat, wil ons wel twijfelachtig lijken. Men bedenke eens, hoe matig de behoeften zijn van een vliegje. Een eigenaardig gedenktoeken. In het bosch van Ungersheim, bij Colmar had eene verkooping van hout plaats en te dier gelegenheid besloten de houthak kers van de streek een eigenaardig graf monument te doen herstellen, dat te mid den van het weggehakte houtgewas stond en aldus zichtbaar komt voor de toeristen en voorbijgangers. In 1612, verhaalt het „Hbld. van Antw." bevond een houthakker van de streek zich daar in het bosch, om een houtopruiming ming te regelen; hij wilde dan c spie, die in eenen boom was geslagen, der op 0 CXLVII. Ligging van het R. K. Kerkgebouw. De tweede eigenaardigheid eener goed ge bouwde R. K. kerk bestaat hierin, dat zij ge legen is niet gelijk met den beganen grond, maar op-een of andere hooging. welke langs één of meer treden bestegen wordt. Deze ge woonte bestond ten allen tijde in het Chris tendom. Reeds Tertullianus, een Kerkelijk schrijver uit de 2e eeuw, zegt, dat het kerk gebouw op een hoogte behoort te liggen. De geschied en ie vermeldt, dat er onder de re geering van keizer Diocletianus dus in de 3e eeuw te Nicomedië een Katholieke kerk was, welke op een heuvel stond en die zoo ver boven de huizen der stad uitstak, dat de keizer ze van zijn paleis uit zeer goed kon zien. En als men in latere tijden hier en daar afweek van het oude gebruik, dan verhieven bisschoppen en Kerkvergaderingen op afkeu rende wijze hun stem hiertegen. Zoo bepaalt een Kerkvergadering van Milaan bijv., dat men bij het bouwen van nieuwe kerken een stuk grond uitkieze, dat zóó hoog ligt, dat men de kerk langs 3 of 5 treden zal moeten bestijgen. Van zelf komt ons de vraag op de lippen: wat mag wel de reden, de oorsprong zijn van dit christelijk gebruik? Die reden en die oorsprong vinden wij verder in de Heilige Schrift. De Kerk, door Christus in de toe komst te stichten, wordt daarin voorgesteld als een stad of een gebouw, liggend op een berg. Zoo zegt de profeet Isaias: „Het huis van den God van Jacob zal gelegen zijn op een berg, en de volkeren zullen als om strijd tot haar opstijgen 1" Christus Zelf betuigt dat Hij zijn Kerk zal bouwen op een steen rots, weshalve de machten der hel haar nooit zullen overweldigen. Ook Joannes beschrijft de Kath. Kerk als eene op een berg gelegen stad, van God uit den hemel neergedaald. Ziet, aan deze en dergelijke uitspraken der H. Schrift dachten de eerste Christenen en zij bouwden daarom hunne kerkgebouwen op een verhooging, om ze aldus te maken tot afbeeldsels der algemeene Kath. Kerk. Hierop zinspeelt ook het ritueel der Kerk consecratie. Wanneer nl. de Bisschop de bui tenmuren met wijwater besprenkelt, zingt het koor: „Het Huis des Heeren is gevestigd op den top van den berg en verheven boven alle heuvelen!" en later bij het zegenen de/ binnenmuren: „Dit is het Huis des Heeren, sterk gebouwd, hecht bevestigd op de sterke rots!" hare plaats brengen. Tengevolge eener ver keerde beweging sprong de spie er uit, en de hand van den man werd in de spleet genepen, die zich plotseling had gesloten. Toen do houthakkers den volgenden dag ter plaatse kwamen, vonden zij nog enke' de hand van hunnen kameraad in den boom geklemd. De wolven te dien tijde zeer tal rijk in de Vogeezen, hadden den ongeluk kige verslonden. De plaats van dit vree selijk ongeluk werd aangeduid door cenen grafsteen, die nu; zal hersteld worden. Vlug geholpen. Kassin Pasja, de Egyptische minister van Oorlog, was bijzonder gesteld op het uiter lijk van zijne officieren en vaardigde stren ge orders uit, dat zij zich nooit ongescho ren in het publiek mochten vertoonen. Op zekeren dag ontmoette hij op straat een luitenant, die zijn bevel in de wind had geslagen. Tot welk regiment behoort ge? vroeg de verontwaardigde minister. Tot het 8ste regiment te Abasseub antwoordde de verschrikte luitenant. SJap dadelijk in mijn rijtuig, zootat ik u naar uw garnizoen kan brengen, om u in het openbaar te laten straffen, was het streng bevel, dat daarop volgde. De jonkman gehoorzaamde en het twee tal reed in somber stilzwijgen voort, tot dat de pasja zijn rijtuig ergens liet stil houden, waar hij voor zaken eene poos op gehouden zou worden. De schuldige nam nu zijn kans waar, sprong uit het rijtuig, liep een barbierswinkel in de nabijheid in, was weer op zijn post, minus zijn baard, voordat de minister terug kwam. Gedurende het overige van den tocht hield de officier zijn gelaat met zijne handen be dekt, als een beeld van verslagenheid. A- basseub werd eindelijk bereikt en al de officieren waren bijeen om getuige te zijn (Naar het Amerikaansch). U-> Ada Sutherland is heelemaal alleen. Haar echtgenoot heeft, alhoewel ongaarne, eene uitnood i;*irig aangenomen. Augusta is met het.huishouden bezig en Louise is bij 't kind. Onophoudelijk staart Ada in de toenemen de duisternis. De handen liggen in den schoot, soms kukt ze op het horloge. Jij hier in 't donker! roept Augusta als ze binnentreedt. Ja, ik zit graag in de schemering, her neemt de jonge vrouw, terwijl ze aan hare ,e?n bedaarden toon wil geven. Indien .ie licht verlangt, bel dan maar. i Y°?r Indien ge niets voor mij te noen hebt, ga ik naar mijne kamer. Wil je np Arthur wachten? Ja, waarom? Omdat Arthur waarschijnlijk laat zal luis komen, en .ie bent nog zeer zenuwaeh- 'ir: goeden nacht. Rust, zegt Ada bij haar zelve, zal ik die nog ooit kunnen genieten? Als een marmeren beeld zit Ada aan het raam tot negen uur. Dan werpt ze een sjaal om en gaat naar buiten. Daar blijft ze staan en luistert. Overal donker overal nacht. Ze gaat. door het vochtige gras naar het terras en denkt nog aan dien avond, dat ze door haar grootvader gewaarschuwd werd voor het dreigend gevaar. Arme grootpapa! het onheil is over mij losgebroken. Ik dank U, God, dat hij het niet beleeft. Om adem te halen blijft zij op het terras staan en kijkt in de schuimende bruisende golven. Hoe gemakkelijk ware het aan alle leed te ontkomen. Doch neen, nooit zou ik zulk eene zonde op mijn geweten willen laden, hoe akelig mijn lot ook zijn moge. Langzaam gaat ze voort, een zwak licht in het prieel verraadt de aanwezigheid van een mensch. Hevig klopt haar hart. Zij klopt even aan de deur, die nu opengaat. Ze staat tegenover Gaston Benoir. Eene lange pauze, Eene kleine dievenlantaarn staat op tafel, en beide personen kijken elkaar aan. Julie Wel don heeft reeds de opmerking gemaakt, dat mevrouw Sutherland en Mr. Benoir veel op elkaar'gelijken, en ze heeft het niet mis. Gaston biedt, der dame een stoel aan en breekt 't zwijgen. Ga zitten, als je blieft Zonder een woord te spreken neemt Ada I plaats en staart den vreemdeling angstig aan. Vergeef mij, dat ik zoo familiaar ben, Ada, doch we zullen geen complimenten maken. Je lijkt sprekend op je moeder, ik dacht eerst, dat ze uit het graf was opge staan. Je grootvader was zeker hang, dat ik je dadelijk kennen zou. I Je zwijgt en kijkt mij zoo angstig aan... Wees maar niet bang voor mij. Ik ben altijd galant tegenover dames, als het gaat om mijn eigen Met een schrillen kreet springt Ada op en steekt hem beide handen toe. j Niet verder. Spaar mij, indien ge nog een sprankje barmhartigheid in uw hart hebt. j Indien je zoo luidt spreekt, lief kind, zal je ons veraden. Zal men u thuis missen? Neen. Weet het blonde meisje van deze wande ling af? Ik- geloof het niet. Sedert wanneer hen je met uwe levens geschiedenis bekend? Sedert drie jaar. Een sluwe vos, uw grootpapa! Hij heeft het dus zoolang als mogelijk geheim gehou den. Wist je het eer je trouwdet? Ja, antwoordt ze bevend. Ja. Dus weet het iemand dan jij en ik? Niemand. Een helsche lach ligt om zijn lippen. Zie je wel, mijn kleine lieve Ada, dat je heelemaal in mijn macht bent? Zij gaat eene schrede voorwaarts, valt hem te voet en heft de handen smeek end tot hem op. Spaar mij om Gods wil! Ik ben in uwe macht, maar wees barmhartig, ter wille van mijn echtgenoot, mijn kind en mijne overle den moeder! Zijn gelaat verduistert. Sta op, Ada Sutherland! Je ziet mij aan met den blik uwer moeder en dat verbittert mij nog meer. Heeft je moeder zich ooit om mij bekommerd? Waarom zou haar aanden ken mij heilig wezen, ze staat hoog in mijne schuld en jij zult moeten boeten. Sta op, Ada, ik wil je geen schrik aanjagen, maar denk wel, ik behoor niet tot diegenen, die verge ven en vergeten. Sta op en hoor mij aan. Hij reikte haar de hand om haar op te hel pen. Ze beeft als hij haar aanraakt. Je schrikt voor mij als voor een adder. Is het negerbloed in mijne aderen de schuld daarvan? Wees maar niet zoo trotsch, 't kon jo wel eens berouwen. Heb je geld bij je? Neen. Zoo laat mij dien ring eens kijken. Hé, een mooie. Geef hem mij. Ik kan niet, 't is een geschenk van mijn echtgenoot. Laat je een anderen geven; zeg, dat je dezen verloren hebt. Neen, dezen ring niet! smeekt ze. Geld kun je krijgen. Maar ik wil den ring en het geld op den koop toe. Bevend laat Ada den ring in zijn hand glij den en Gaston Benoir steekt den ring met welgevallen aan den vinger. Ik dank je; wanneer zal ik het genoe- gen hebben je weer te zien. Waarom vraag je dat, daar ik toch ko men moet, wanneer je het wilt. Juist. Doch voorloopig weet ik nog niet, wanneer eene samenkomst noodzakelijk is- Kun je me morgen geld bezorgen? j Hoeveel? Ja in den beginne moet men bescheiden wezen, we zullen zeggen duizend dollar, j Voor zulk een groote som heb ik een paar dagen noodig. Ik zal het u per post zen- den. Gaarne wil ik uw stilzwijgen koopen, in dien je wilt.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1913 | | pagina 9