ST ADSPiit
S.
BUITENLAND.
liout. Dat vinden wij jammer en daarom
heeft dit raadsbesluit niet onze sympathie,niet
om de zaak, die ons even sympathiek is
als den heer Modoo en Schram, maar om het
precedent.
Het knaleffect der vergadering werd be
reid door den heer Slingenberg. Men leze
daarover de rondvraag eens na en vrage
dan of de „vrijzinnige" heer Slingenberg
zich met deze opmerking niet kinderachtig
en aanmatigend aanstelde. Kinderachtig om
de futiliteit van de zaak. Als eerlijk en
openhartig man moest hij de verklaringen
aanvaarden van de heeren Visser en Elffers,
dat de heele zaak op een vergissing be
rustte; aanmatigend was het omdat hij, de
heer Slingenberg zich veroorloofde om zijn
collega's de les te lezen, en dat in zulke
bewoordingen als hij deed. Het brein van
den heer Slingenberg moet echter nog ver
hit zijn door de verkiezingskoorts. Dat is
ons een verklaring van het geval. Wij wen-
schen den heer Slingenberg een spoedig her
stel toe, daar dit zelfs aan de goede ver
standhouding en zijn samenleving met me-
demensclien ten goede zal komen.
Haarlemsche Alledagjes No. 883.
ANNEXATIE-PLANNEN.
Plotseling is de grenswijziging van Haar
lem weer actueel geworden. Er werd gisteren
druk en met nadruk gesproken in den
Haarlemschen gemeenteraad over annexatie
van het Schoterkwartier, naar aanleiding
van de adressen der forensen. Aan hun ver
zoek meende men niet te kunnen voldoen,
zeker niet aan het verzeek om vrijstelling
van belasting. Dat laat de wet niet toe.
Men gaf den forensen den raad op grens
wijziging en annexatie bij Haai-lem aan te
sturen. Men zal ze die „men" zijn de spre
kers van gistermiddag, want er werd ook een
ander geluid vernomen ontvangen in Haar
lem. De annexatie werd een noodzakelijk
kwaad genoemd, wanneer het er dan toch
van komen moet, dan moet het maar spoedig
gebeuren, meende men, en zulks in verband
met den havenaanleg aan het Noorder-Bul
ten-Spaarne, wat dan tegelijk kan opgeknapt
worden; de regeling van den gezondheids
dienst enz.
Er zijn tijden geweest dat men er anders
over dacht in den Haarlemschen raad, en dat
de Schotenaren anders dachten over annexa
tie dan de Haarlemmers. Wij weten echter
niet of de Schotenaren nu nog gesteld zijn op
vqstkoppeling aan Haarlem. Is dit wel het
geval, dan lijkt het nu waarlijk de goede tijd
om de zaak ter sprake te brengen.
Wordt echter grenswijziging van Haarlem
overwogen, dan vatte men deze zoo breed mo
gelijk op en stare men zich niet blind op het
Schoterkwartier en het gedeelte van Haar-
lemmerliede, waar de spoorhaven moet ko
men. Men volge dan „de groote lijn".
GEMEENTERAAD
(Vervolg).
In de gistermiddag gehouden raadszitting
waren afwezig de heeren Dr. Kruseman,
Hnlswit, wethouders, en de heeren Thiei,
Wilkens en Tjeenk Willink.
Onder de ingekomen stukken was de mede
deeling, dat in handen van B. en W. is ge
steld om advies een verzoekschrift van het
bestuur der Haarl. Handelsvereeniging, be
treffende de stichting van egn fabriek nabij
den Verspro nek weg.
dat is ingekomen o.m. een schrijven van
bet bestuur van het R. K. Bakkersgilde St.
Hubrecht, houdende dankbetuiging voor de
beschikbaarstelling van een medaille voor
een te houden tentoonstelling;
dat naar aanleiding van een opmerking
van een der leden in de vorige vergadering,
door B. en W. aan de N. Z. H. T. M. is ver
zocht in verband met den toestand bij het
plantsoen rondom het standbeeld op de Gr.
Markt den wagenvoerders opdracht te geven
ter plaatse langzaam te rijden en daarbij her
haaldelijk te waarschuwen;
een motie van de heeren A. Nagtzaam en
J. H. Bregonje, betreffende het kennis ne
men van de lijst van bedeelden;
B. en W. stellen voor deze motie in hunne
banden te stellen om advies;
naar aanleiding van opmerkingen van den
heer Levert in de raadsvergadering van 11
Juni jj. waarbij hij zich beklaagde over de
hooghartige wijze waarop de directeur van
het Bouw- en Woningtoezicht elke mede
zeggenschap afwijst in zaken, zijn dienst be
treffende en waarbij hij tot de conclusie
kwam, dat van de zijde van B. en W. en van
de zijde van bedoelden directeur niet veel
medewerking te verwachten is voor de ver
betering van de huisvesting van de allerarm
sten;
dat, afgezien van de vraag of het aanbe
veling verdient om de wijze, waarop de amb
tenaren in dienst der gemeente hunne rap
porten uitbrengen, aan critiek onderwerpen,
het door de leden van den Raad toch moet
worden toegejuicht, dat de ambtenaren zelf
standig meester blijven op het gebied, dat
hun is toegewezen, ook al is dit voor de leden
der commissiën, buiten den Raad staande,
niet altijd aangenaam;
dat het zeker door B. en W. in hooge mate
zou worden betreurd indien ambtenaren, te
gen hun overtuiging in, maatregelen voor
stelden, welke door de leden van een com
missie in overweging worden gegeven;
dat de slotsom, dat geen, of althans niet
veel medewerking te verwachten is voor de
verbetering van de huisvesting der allerarm
sten beslist en met den meesten nadruk moet
worden afgewezen;
dat de Woningwet, tot medewerking aan
welker uitvoering B. en W. ingevolge art.
116 der Gemeentewet geroepen zijn, geen on
derscheid maakt tusschen de huisvesting der
allerarmsten en die der andere ingezetenen,
dat eindelijk het feit, dat bezwaar gemaakt
wordt tegen het verbinden van bepaalde vra
gen aan de voorgenomen woningtelling m
geen enkel opzicht de door den heer Leven
getrokken conclusie rechtvaardigt.
Naar aanleiding van dit antwoord zegt de
heer LEVERT bij zijn meening te blijven,
dat de directeur van Bouw- en Woningtoe
zicht niet objectief werkt. De D. critiseert de
meening der raadsleden, die het niet met
hem eens zijn. Dat komt niet te pas. Ook
blijft spr. bij zijn meenihg dat verbetering
der huisvesting voor de allerarmsten door
*>t rapport niet wordt bereikt.
De heer SLINGENBERG onderschrijft waf'
de heer Levert aanvoerde. Den toon van den
directeur van B. en W. acht spr. niet toelaat
baar. Een ambtenaar oefent geen critiek uit
op Raad of raadsleden; hij voert uit wat de
Raad hem voorlegt.
De heer DE BREUK betoogt namens het
college van B. en W. dat zij het voor den
ambtenaar moesten opnemen. Het betreft de
uitvoering van het raadsbesluit, tot het hou
den der woningtelling. Het ging er niet om
te weten hoeveel personen in één woning zijn.
De heer Levert heeft deze bedoeling van B,
en W. kunnen nagaan. Zooals de zaak aan
den Raad is voorgelegd is zij door B. en W.
uitgevoerd. De heer Levert spreekt van hoog
hartigheid bij den directeur. Spr. kent, en
ook andere leden zullen dat met hem eens
zijn, den heer Willems als een welwillend
man. De directeur heeft gehandeld volgens
het inzicht van B. en W., en hij mag zijn mee
ning zeggen over een ondergeschikt punt of
een dergelijke zaak.
De heer LEVERT merkt op, dat de Raad
niet zoo bekend is met de zaak als hij en
de heer Slingenberg, die met den directeur
hebben geconfereerd. Hij zet nader uiteen
wat de commissie in casu gewenscht had en
wat de directeur heeft nagelaten te bevor
deren.
Mr. SLINGENBERG verklaart, als secre
taris der Gezondheidscommissie, dat de heer
Willems een zeer welwillend man is. Doch
in dit geval, meent spr. heeft de directeur
zich op een verkeerd standpunt geplaatst.
Spr. heeft met genoegen gehoord dat de
volkshuisvesting der allerarmsten de belang
stelling heeft van B. en W. en hoopt dat deze
urgente zaak spoedig zal behandeld worden,
en de adressen om voorschotten zullen zijn
aangenomen.
De heer DE BREUK deelt mede, dat de
woningtelling is afgeloopen en de Raad wel
dra meer zal te hooren krijgen van de resul
taten. Wat de heer Levert wenschte is ook
in den Raad behandeld, doch toen werd ge
zegd dat de zaak te lang zou duren. Er is
geen sprake van dat men een en ander niet
beeft willen uitvoeren. De Gezondheidscom
missie zal spoedig inzage krijgen van de ad
viezen omtrent de adressen voor verbetering
en bouw van arbeiderswoningen.
De forensen.
E. J. Abspoel en 12 anderen zich noe
mende de vertegenwoordigers van de in
deze gemeente aangeslagen uitwonende be
lastingplichtigen hebben zich in een ver
zoekschrift tot den Raad gewend, om wat de
kosten aangaat voor het gebruik maken van
de in deze gemeente gevestigde instellingen
van onderwijs en voor ziekenverpleging die
kosten gelijk te willen stellen met die welke
ingezetenen van Haarlem voor het gebruik
maken van die inrichtingen betalen.
Voorts wordt gevraagd om toeslag voor de
forensen-werkloozen uit het gemeentelijk
werkloozenfonds.
Het komt B. en W. voor, dat het betalen
van forensenbelasting, waartoe de wet de
verplichting oplegt, geen aanleiding geeft,
om bedoelde belastingplichtigen ten aanzien
van bepaalde inrichtingen gelijk te stellen
met ingezetenen der gemeente.
B. en W. geven mitsdien in overweging op
deze verzoeken afwijzend te beschikken, ter-'
wijl zij tevens voorstellen om den inhoud van
een ongeteekend adres van „het forensen-
comité te Schoten" voor kennisgeving aan te
nemen.
De heer SLINGENBERG beaamt dat nier,
anders op de adressen kan worden beschikt,
betreffende de aanslagen. Toch is de koele
wijze, waarop B. en W. afwijzen het verzoek
der fox-ensen, om te genieten van de voor-
deelen van Haarlem, hem niet sympathiek.
Het komt spr. niet irrationeel voor dat ook
zij van die voordeelen genieten, te meer daar
zij, door den woningnood, gedwongen zijn
buiten de gemeente te wonen. In dit verband
vraagt spr. ook of B. en W. door het bouwen
van woningen aan den noodtoestand vóór het
einde van 1913 een einde willen maken. Blij
ven zij dan nog in Schoten wonen, dan ls
het hun eigen schuld. In afwachting acht spr.
het gewenscht dat B. en W. zooveel mogelijK
aan adressanten zouden kunnen tegemoet ko
men.
De heer NAGTZAAM ziet alleen heil In
een grenswijziging, die nu zeer onnatuurlijk
is. Hij raadt den foi'ensen dan ook aan hun
bezwaren te richten aan andere autoriteiten,
bv. aan Ged. Staten. Spr. erkent dat met de
wet in de hand aan de adressen van de foren
sen niets is te doen. Waar zij echter opne
ming vragen in ziekenhuizen en in het werk
loozenfonds, voelt spr. veel daarvoor.
De heer Dr. DE JONG stelt Schoten wat
ziekenverpleging betreft gelijk met een arme
plattelandsgemeente. In het belang van de
hygiëne te Haarlem zou spr. wenschon dat
hierin wat meer regeling kwam. Spr. wijst
b.v. op een dyphtheritis-epidemie. Wanneer
in Haarlem daartegen goede maatregelen
woi'den genomen, maar eenige straten ver
der, in Schoten, wordt niets gedaan, dan
helpt dat weinig. In het belang der volksge
zondheid hoopt spr. dan ook dat men den
forensen ter wille zal zijn.
De heer MODOO onderschrijft het gespro
kene door den heer Nagtzaam. Ook hij zn;t
heil in grenswijziging, en dit nu te meer in
verband met den havenaanleg. Men moet
daaromtrent nu een ruime opvatting huldi
gen. Het zal in het belang zijn van Haarlem,
wanneer zoo spoedig mogelijk ook voor Scho
ten een betere toestand geschapen wordt.
Lang hebben vele leden, en ook spr., be
zwaren gehad om het eene deel van Schoten
te annexeeren, doch dit is het eenige middel
om tot een oplossing te komen.
De heer BREDA KLEYNENBERG zegt
zich in de forensenkwestie allerminst te wil
len laten leiden door een gevoel van mede
lijden. Verbetering moet er komen, maar
daarin moet men de breede lijn volgen. Ook
spr. is er voor dat die vleugel van Haarlem
(het Schotei'kwartier) zoo spoedig mogelijk
er bij getrokken wordt. Wijziging der grens
regeling is dringend noodig.
De heer LOOSJES heeft met genoegen ge
hoord dat het advies van B. en W. onaan
gevochten blijft en dat de adressen de grens
regeling ter sprake gebracht hebben. Aan
de verzoeken van adressanten is moeilijk te
voldoen .en zeker niet om reden, dat zij ge->
dwongen zijn door woningnood buiten de
gemeente te wonen. Dit is een gevaarlijk ter
rein. Wie zal uitmaken of iemand zich over
de grens vestigt om den woningnood, dan
wel om andere redenen.
B. en W., zegt spr., zullen intusschen de
resultaten afwachten van de woningtelling
en daarna de noodige stappen dóen
De heer RINKESÏA mèeht dat dë zaak ook""' Dé' VOORZITTER ontraadt inwilliging van
eens van den anderen kant moet worden be
zien. Het zou kunnen schijnen of wij gesteld
zijn op Schoten. Annexatie van Schoten zou
een noodzakelijk kwaad zijn. Men weet dat
daarmede enorme kosten zouden gepaard
gaan. De openbare werken verkeeren daar
in exorbitant slechten toestand, en is Scho
ten eenmaal geannexeerd, dan zal men de
straten enz. daar even goed wenschen, als in
Haarlem. Met flinken steun van het Rijk zou
annexatie mogelijk zijn.
Plaatselijke Dir. Bel.
Door B. en W. wordt voorgesteld het opge
maakte kohier van de plaatselijke directe be
lasting naar het inkomen van 1913 vast te
stellen op 738.410.40. Het aantal aanslagen
bedroeg 15.534, het beschreven inkomen
21.967.200, aftrek van 500 per aanslag naar
art. 11 der verordening 7.767.000; het be
lastbaar inkomen 14.200.200 en naar art. 245,
2, 3 en 4, ten bedragen van 18.484.30J4.
Het percentage der heffing is door B. en
W. bepaald op 5.2.
Het vorige jaar was het percentage 4.9
De heer NAGTZAAM merkt op dat er reeds
twee jaar, een adres ligt om verandering in
de wijze van belastingheffing (progi-essieve
belastingheffing). Spr. zal geen voorstel doen,
maar vraagt of er nog aan gedacht wordt,
en dringt aan op spoedige behandeling.
De heer HEERKENS THIJSSEN zegt dat
het voorstel bedoeld door den heer Nagtzaam
verband houdt met de wijziging der belas-
tingverordering. Die zaak is in handen van
de financieele commissie. Het i'apport zal
binnen korten tijd uitkomen.
De heer LASSCHUIT vraagt of het per
centage nog hooger zal worden. (Gelach).
De VOORZITTER: Daar zal de raad veel
aan kunnen doen.
De heer SLINGENBERG spreekt zijn tevre
denheid uit dat de vaststelling zoo vroeg
wordt gevraagd. Hij hoopt dat het volgende
jaar dit nog vroeger zal zijn. Het is in het
belang der ingezetenen. In tegenstelling met
den heer Heerkens Thijssen heeft spr. geen
hoop dat de wijziging zoo spoedig haar beslag
zal krijgen. Intusschen hoopt spr. dat de fi
nancieele commissie zeer spoedig de zaak zal
afdoen, vooral nu de levensstandaard in de
laatste jaren zoo is vex-hoogd.
Het voorstel van B. en W. wordt z. h. s. aan
genomen.
Een cadeau voor het Museum.
Het Halsmuseum heeft van de Vereen, tot
uitbreiding der verzameling kunst en oud
heden in bet Frans Halsmuseum een „stil
leven" cadeau ontvangen van den Haarlem
mer Jan Janszoon van de Velde (1609—1660).
B. en W. verzoeken machtiging dit ge
schenk te aanvaarden.
Van v. d. Velde is nog geen werk in het
museum voorhanden.
Aaanvaard met dankbetuiging.
Eenige punten van minder belangrijken
aard gaan zonder discussie onder den hamer
door, waarna in behandeling komt het ver
zoek inzake een
Meeting voor Geheelonthouders.
De Noord-Holl. Propagandacommissie der
Nederlandsche Vereeniging tot afschaffing
van alcoholhoudende dx-anken verzoekt ten
gebruike te willen afstaan de Hertenkamp
en zulks tot het houden, op Zondag 3 Augus
tus 1913, van een meeting voor Geheelonthou
dingen plaatselijke kexxze en de commissie te
vergunnen daarop vooraf de noodige spreek
gestoelten, ververschingstenten enz. te doen
oprichten.
B. en W. stellen voor het verzoek van de
haud te wijzen.
De heer MODOO meent dat het voorstel
van B. en W. niet moet worden aangenomen.
Dat er meerdere verzoeken zullen komen,
daarvoor is spr. niet bang. De raad gaf sub
sidie aan de commissie, dus sympathiseert
met het streven der vereeniging. De Herten
kamp is jarenlang voor vex-schillende doel
einden gebruikt op Koninginnedag. Trou
wens, de commissie van den Hout en Plant
soenen heeft zich zelf er vóór verklaard.
Ook om het goede doel wil spr. het verzoek
toestaan.
Spr. wil het verzoek wél toestaan, op voor
waarde dat de commissie zorg draagt voor
de afsluiting en het in orde brengen van het
terrein.
De heer BREGONJE ondersteunt dit voor
stel. Spr. acht dat de bezwaren van den heer
Springer overdi-evexx zijn. Met zaaien zou de
heer Springer nog wel wat kunnen wachten
tot na de meeting.
De heer HEERKENS THIJSSEN vraagt
waarom die bijeenkomst nu juist in de Her
tenkamp moet wezen. Er zijn nog andere ter
reinen, zoo b.v. vóór het Paviljoen of bij het
Huis ter Spijt. Waarom nxoet het nu juist de
Hertenkamp zijn? De heer Springer zegt:
Daar moeten zij het niet doen; want daar is
het niet goed, en nu wil men het juist daar
doen. Om nu maar dwars tegen het advies
van den architect in te gaan, voelt spr. niets.
De heer KRELAGE merkt op, dat het ad
vies van de Plantsoen-commissie alleen be
trof een toestemming in het algemeen, een
machtiging om de Hertenkamp bij voorko
mende gelegenheden te gebruiken. Spx\ is er
tegen om het verzoek in dit geval toe te
staan. Er wordt schade aan de Hertenkamp
gedaan, en spr. is het eens met den heer
Ileerkens-Thijesen.
De heex*en Schram, Nagtzaam en Modoo
dringen er op aan het verzoek toe te staan.
De heer SCHRAM ondersteunt het voor
stel van den heer Modoo. Het is een genot
onx zulk een meeting op een schaduwrijk ter
rein te houden, en ook vele eigenaren van
goederen stellen hun texreinen meer en meer
voor het publiek toegankelijk.
De heer v. d. BERG is tegen het voorstel
van den heer Modoo, omdat daardoor een pre
cedent zou geschapen worden. Er zullen een
massa aanvragen komen, welke men niet zal
kunnen weigeren.
De heer NAGTZAAM ondersteunt het voor
stel van den lxeer Modoo. De schade zal zoo
belangrijk niet zijn. Door de Hertenkamp af
te staan, geeft de gemeente ook nog een
bewijs van sympathie voor de drankbestrij
ding). Wanneer het terrein voor het Pavil
joen werd gebruikt, dan zouden de kosten
van afrastering zeer hoog worden.
De heer DE BRAAL zal tegenstemmen,
omdat de meeting op Zondag gehouden wordt.
Deze overtuiging wenschte spr. even uit te
drukken. Er is een duidelijk streven merk
baar in de laatste jaren om de congressen
en vergaderingen niet meer op Zondag te
houden. Daarom stemt de heer de Braai te
gen het voorstel van den heer Modoo. Was
het de bedoeling om ze op Maandag te hou
den, dan zou hij vóór Stemmen
het verzoek.
In stemming gebracht, werd het voorstel
Modoo om het verzoek wel toe te staan, met
15 tegen 13 stemmen aangenomen.
Onbewoonbaarverklaring.
..B. en W. stellen voor aan de bewoners van
perceel Gierstraat 18B, welk perceel onbe
woonbaar is verklaard, te vergunnen daar
alsnog 6 maanden te wonen.
Toegestaan.
Benoemingen.
De heer KRELAGE verzoekt niet meer m
aanmerking te komen voor eene benoeming
in de commissie van onderzoek der bezwaar
schriften voor de plaatselijke directe belas
tingen.
In deze commissie werden benoemd de hee
ren Heerkens Thijssen, Timmer, Merens, Vis
ser en Ribbius.
Tot ambtenaar van den Burgerlijk en Stand
werd benoemd de heer W. Fehres Jr.
Tot stads-órganist werd benoemd dé heer
Louis Robert met 22 stemmen.
De heer C. de Wolf te Amsterdam vex-kreeg
3 stemmen, de heer Fehres 1 stern, 2 blanco.
De heer P. Hoogeveen Lzn. werd benoemd
tot makelaar in meubilaire goederen.
Tot onderwijzeres aan school no. 3 werd be
noemd mej. A. M. Fröger; tot ondex-wijzeres
aan de school voor m. u. 1. o. no. 2 werd be
noemd mej. E. E. Groustra te Haarlem.
De heer SCHRAM wijst in verband met
de onderwijzers-benoemingen op het feit, dat
een ondex-wijzeres-twee jaar en zeven maan
den tijdelijk is aangesteld geweest, en vraagt
of daartegen in het vervolg zal worden ge
waakt.
De heer LOOSJES zegt dat dit verband
hield met de instelling van een zevende leer
jaar-, dat door B. en W. is opgevat als een
proef en waardoor dus de leerkrachten ook
■slechts tijdelijk zijn aangesteld, omdat men
niet weet hoe de proef zou uitvallen.
De heer BREDA KLEYNENBERG wraakt
het dat de heer Schram in openbare verga
dering een citaat heeft voorgelezen uit het
x-apport van den schoolopziener, waardoor een
smet werd geworpen op een onderwijzeres.
De heer SCHRAM antwoordde.
Rondvraag.
De heer Mr. SLINGENBERG wensc'nt een
opmerking te maken over de taak der stem-
bux-eaux, zooals die vex-vuld is bij de Tweede
Kamerverkiezingen. Een politieke groep heeft
ter propageering van hun candidaat gebruik
gemaakt van stemkaarten, gemaakt naar een
formulier, overeenkomstig het officieele. In
de Haarlemmerliedestraat en de Spaarnwou-
derstraat lagen deze kaarten in de stexnbu-
reaux. Zij moeten zelfs in de stemhokjes ge
legen hehben. Spr. sluit de gedachte aan op
zet in deze uit, maar toch wenscht spr. te
waarschuwen en aan te manen accurater te
werk te gaan. Dit ook met het oog op de
vex-kiezingen van morgen, en de volgende
week. Er mag in de stembureaux geen aan
beveling voorkomen voor welken candidaat
ook. Spx\ hoopt dat de Raad in het vervolg
goed zal toezien Wie tot voorzitter van stem
bureaux worden benoemd, en alleen die men-
schen daarvoor zal aanwijzen, van wie be
kend is dat zij accuraat te werk gaan.
De heer VISSER, voorzitter van het bu
reau aan de Haarlemmerliedestraat, zet de
toedracht der zaak uiteen. Op de tafel van
een der stemopnemers lag zulk een kaart.
Deze is oogenblikkelijk verwijderd toen aan-
mex-king werd gemaakt. Twee minuten had
de kaax-t er gelegen. Dat is alles, wat ge
beurd is.
De heer ELFFERS, voorzitter van het bu
reau aan de Spaarnwoudex-str., begrijpt niet
dat zulk een kleinigheid zoo wordt opgebla
zen door de tegenpartij. Een kiezer had in
zijn bureau de kaart medegebracht en Ver
geten. Zij lag op tafel, maar voor het publiek
onzichtbaar. Toen een kiezer een aanmerking
maakte, is zij dadelijk weggenomen. Van
propaganda is geen sprake geweest.
Mr. SLINGENBERG zegt niet te hebben
betoogd dat er propaganda is gemaakt, maar
er moet gezorgd worden, dat in het stem
lokaal geen propaganda worde gemaakt. Hij
dringt er op aan dat alleen personen be
noemd worden, die hun taak accuraat ver
vullen.
De heer ELFFERS meent dat dan in elk
stembureau wel een controleur mag aange
steld worden, die nagaat bij eiken kiezer of
hij niets vex-geet. De voorzitter en de leden
kunnen dat niet af.
OVERZICHT.
Nog steeds is geen officieele oorlogsverkla
ring vex-schenen, maar toch is de strijd tus
schen de vroegere bondgenooten op den BAL
KAN thans in vollen gang.
De vraag is nu. wat zal er gebeuren: zou
het nog mogelijk zijn een oplossing te vinden,
of zal de officieele oorlogsverklaring spoe
dig verschijnen?
De Bulgaarsclie minister-president helt,
naar het schijnt, over naar de eex-ste meening.
Naar ten minste uit Sofia aan de Polit. Kor-
respondenz gemeld wordt, heeft Danef aan
verschillende gezanten verklaard, dat Bulga
rije er beslist tegen is, om het thans bestaan
de conflict met de troepen te beslechten. Hij
noemde de geleverde gevechten niet van
groot belang.
Maar dat zal niet veel geven of Bulgarije
ertegen is. Het is thans zelf met den strijd
begonnen en te verwonderen zal het dus niet
zijn, wanneer zijne tegenstanders Grieken
land en Servië den toegeworpen handschoen
opnemen en den oorlog verklaren.
Dinsdag is te Belgrado ministerraad ge
houden, gevolgd door een ministerraad onder
voorzitterschap des konings, om over den
toestand te beraadslagen. Men gelooft dat in
verband met den aanval van de Bulgaren en
het voortduren van de gevechten in het ge
bied, dat door de Sex-viërs is bezet, de minis-
terraad zal besluiten, dat het Servische leger
bevel moet worden gegeven om op te rukken.
Omtrent de resultaten hiervan is nog niets
nader bekend, doch het zal niemand vreemd
vallen wanneer Servië besloten heeft aan
Bulgarije den oorlog te verklaren.
De houding van Griekenland komt hier
mede gi-ootendeels overeen.
Ook deze regeering werpt de schuld geheel
op Bulgarije, en zoo werd door den minister
van buitenlandsche zaken het protest open
baqr gemaakt, dat je. Sofia overhandigd is.
Na dé aanvallen" van Bulgaarsche zijde te
üeüóen opgesomd, besluit die nota als volgt-
Trots onze oprecht vredelievende politiek]
is het Bulgaax-sche leger een onrechtvaardi
ger! broederoorlog begonnen. Wij moeten der
halve het Grieksche leger gelasten onx tegen
de Bulgaarsche troepen op te rukken. Wli
protesteeren bij de Bulgaarsche regeering
met kracht tegen zijn ongerechtvaardigde
handelwijze en stellen haar ten volle veram-
woordelijk.
.?ieju,t„vaIf 0I? te, maken, dat zoowel Ser-
v e als Griekenland zich genoodzaakt ziet
Jfr t1 eden tegen Bulgarije, en dat hun
opvatting niet overeenkomt met die van Dr
Danef die de geleverde gevechten niet van
zooveel belang acht.
In Roemexiie denkt men er evenzoo over.
metto je6ri i. overtuiging, dat de oorlog
metterdaad is begonnen. Men zegt dat heden
vnn bpfT iW°i gegeven tot mobilisatie
an Md gelieele Roemeensehe leger, tenzij er
gunstiger berichten komen.
x. Sei7iselle en Grieksche regeerin"cn
ST ook. u°ta's aan de mogendheden 'ge
licht, waarin zij huil opvatting van den toe
stand duidelijk uiteenzetten.
Griekenland heeft den mogendheden een
nota gezonden ten betooge dat de Bulgaren
de W aam'al ^V^rgegaan met het doel
de bestreden gebieden, hangende de beslech-
kan di/nfeS1! n' bezetten. Griekenland
kan dit niet lijdelijk aanzien en de Grieksche
totdat'do pfn ha",delTd blijve" optreden.
hen SruimUdgareU bed°elde gebied beb"
Bemc^hedxm houden dringende vertoo-
Rall-ln At.he"e e" Belgrado, om den
Balkanstaien op het hart te drukken een oor-
teeffenen U 6" den weg' voor arbitrage
wVS S t0estand ook donker in en dat
et uitbreken van den oorlog voor zoo goed
kenS7teSUden W°rdt' moge hieruit blij
ken, dat te Weenen verwacht wordt, dat de
oorlog slechts heel kort duren zal, daar beide
partyen zich tot het uiterste inspannen, om
den tegenstander zoo snel mogelijk te veruie-
tigen. Men vreest dat de strijd in een vree-
selyke moordpartij zal ontaarden.
Opmerkelijk is zeker wat uit St. Petersburg
aan de Koln. Ztg. gemeld wordt: De officieel!
kringen zijn radeloos; zij zien na de gevech
ten in Macedonië geen uitweg meer en heb
ben geen duidelijk inzicht in den toestand.
De Bulgaarsche en Servische gezant maken
in verscheiden Russische bladen verklarin
gen openbaar, waarin zij den tegenstander
beschuldigen den strijd begonnen te zijn.
De ontwapening der Bulgaarsche troepen
te Saloniki heeft de Russische regeering aan
leiding gegeven te Athene protest aan te tee
kenen tegen dit wederrechtelijk optreden der
Grieksche en militaire overheid.
De nationalistische pers hoopt nog op een
schikking tusschen de bondgenooten en be
toogt dat de gewapende hotsingen de diplo
matie moeten hebben, overtuigd dat verder
uitstel noodlottig zou zijn. Eigenaardig is
dat z« niet meer gewaagt van arbitrage dooi
den Ozaar, maar door de gezamenlijke mo
gendheden.
Korte Berichten.
Gevechten op den Balkan.
Het hoofdkwartier van het leger bericht
dat de Servische troepen, na Istip vermees»
tex'dt e hebben, den vijand vervolgden en
meer dan honderd officieren en reserve-of
ficieren benevens 1000 man hebben gevan
gen genomen.
Volgens persberichten was het gevecht op
het Owtsje-PoIje-plcitea.il buitengewoon. vei>
bitterd en bloedig. Meer dan 4000 Bulgaren
hebben zich daar overgegeven. Hun verlie*
zen waren enorm.
De verliezen aan dooden en gewonden* den
Serviërs bedragen 2000 man.
Na verbitterde gevechten, die twee
volle dagen hebben geduurd, zijn de Bulga
ren over 't gelieele front teruggetrokken
vervolgd door de Serviërs, die hen ovei'
de rivieren Bregalnitsa en Zletowska hebbeit
gejaagd. Op den linkei'oever dezer rivieren
hebben de Bulgaren verdedigende stellingen
ingenomen. De verliezen zijn aan Bulgaar-
sche zijde groot.
Volgens de laatste inlichtingen hebben de
Serviërs 30 officieren, 120 onderofficieren en'
meer dan 1000 soldaten gevangen genomen'
Tien snelvuurkanonnen en 12 caissons zijn]
xn hun handen gevallen. De Serviërs blij-'
ven voorwaarts rukken.
De staking in Zuid-Afrika.
Een telegram uit Johannesburg aan de N
R. Ct. meldt:
Moer dan 5000 werklieden staken, af.
gezien nog_ van de mijnen der Robinson,
groep en die ten westen van Johannesburg,
De stakers loopen in optocht de oostelijke
mijnen van Germiston tot Johannesburg
waar nog wordt gewerkt, af.
De leiders verklaren, dat binnen 24 uur
alle werklieden in deze mijnen zich bij de
staking zullen hebben aangesloten. De be.
weging breidt zich gestadig uit.
Twaalf jongens verdronken.
Te Lawrence in den staat Massachusetts'
bevonden 75 jongens zich op een steigei*,'
waar zij hun beurt afwachtten om een bad]'
te kunnen nemen in de Merrimac. De pier'
bezweek en de knapen vielen in het wa
ter. Bij de worsteling om aan den kant tsi
komen verdronken er 12.
Gaat Asquith Iieen?
In Londen blijven hardnekkige berichten
de rondte doen, dat Asquith de regeering).
moede is. Asquith moet aan deze geruchten'
zelf voedsel geven door te zeggen, dat de
jongste crisis, die zijn partij heeft doorge*
maakt, te veel van zijn krachten heeft ge<
eischt.
In de kringen zijner vrienden houdt ment
zich ook ovei'tuigd, dat Asquith zich gaarne
zou terugtrekken, als hij maar een juisten)
opvolger kon vinden. Lloyd George, die
vroeger als zoodanig genoemd werd, is voor-x
loopig door het Marconischandaal onmoge.'
lijk geworden. Sir Edward Grey kan aanj
buitenlandsche zaken niet gemist worden.]
Met alle waardeering voor de capaciteiten)
van Winston Churchill kan men in hem toch'
moeilijk een premier zien.
Van de andere ministers komt niemand!
als Asquith's opvolger in aanmerking.
De minister-president zal dus voorloopigj
nog wel niet weg kunnen, merkt de Msb.
op en zal zich nog zoolang voor het s aan*
zien zijner partij moeten opofferen, totdat
de lucht van de binneniandsche politiek zich!
wat opgeklaard heeft.