TWEEDE BLAD |l. H.W.ERUNDEMANN. j I I ALICE. Kleermakerij I Koningstraat. &u Bon Ü!&i*c9ié< Een haven en handelswijk aan het Noorder Buiten Spaarne BUITENLAND Haarlem-Brussel. Handschoenen voor alle gelegenheden. DOÜIBERDAG 3 JULI 1913 De Nouveauté's in Engelsche j stoffen voor naar maat. Prima coupe en nette bewerking J I gegarandeerd. B 99 FEUILLETON NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT miHIIIMIIBHilHBII I cfAfter» irnrvr WpprATI klCGdin? mm IIIBHIII Met een enkel woord hebben wij in ons nummer van gisteren reeds melding ge maakt van de brochure, die door de Kamer van Koophandel en Fabrieken alhier worüt uitgegeven en waarin mededeelingen worden gedaan over een zaak, die ons zeer ter harre moet gaan, omdat zij in nauw verband staat met den bloei en ontwikkeling van onze stad. De zaak betreft de nieuwe spoorweghaven aan het Noorder Spaarne. Aan deze belangwekkende brochure nemen wij de vrijheid het volgende te outleenen en onder de aandacht onzer lezers te bren gen. In de Inleiding worden enkele punten naar voren gebracht, waardoor duidelijk wordt gemaakt, dat de behoefte aan een spoorweghaven steeds dringender wordt en dan wordt aangegeven wat in de laatste ja ren door de Kamer van Arbeid in deze ge daan is. In 1899 werd in de Tweede Kamer der Sta- ter.-Generaal gesproken over de door de H. IJ. S. M. ingediende, maar tot dien tijd met uitgevoerde plannen tot verbetering en uit breiding van het station te Haarlem met de daarmede in verband staande werken. In de eerste vergadering van de Kamer van Koophandel in bet jaar 1899 werd door den Voorzitter deze zaak ter sprake gebracüt en naar aanleiding daarvan besloten zieh met een adres (dd. 23 Januari 1899) te wen den tot den Minister van Waterstaat, Han del en Nijverheid. Hierin werd o.m. als een bezwaar tegen den bestaanden toestand genoemd: „Het ontbreken van de gelegenheid om van bet schip op den spoorwagon te kunnen laden en lossen, eene gelegenheid, welke zelfs op kleine plaatsen bestaat en waarvan de gemeente Haarlem, de zesde in rang van de gemeenten in ons land, tot hiertoe ver stoken bleef. Aan een zoodanige gelegenheid, onmiddel lijk met bet Spaarne in verbinding staanSe, doet zich de behoefte dringend gevoelen. Door B. en W. werd meermalen raad en bericht gevraagd. In één dezer stukken kwam de volgende vraag voor: Welke plaats zou aan te bevelen zijn voor de te ontwerpen haven? Moet deze in de on middellijke gemeenschap staan met het Spaarne of is een verbinding met het Spaar ne voldoende?" De Kamer antwoordde daarop (1899) als volgt: „Men was van oordeel, dat, welke ook de richting van den spoorweg in het vervolg moge zijn, dit op den voorgrond moet worden gesteld, dat de haven of, wel de plaats, waar gelegenheid zal bestaan om van het schip op den spoorwagen te kunnen laden en los sen behoort te zijn aan het Spaarne of in <ïe onmiddellijke gemeenschap met dat vaar water." Ten slotte werd in 1905 een commissie be noemd bestaande uit de heeren Mr. Joh. En schedé, A. de Clercq. P. Goedkoop Dz., W. G. H. Jacobs en H. J. Geijl Jczn., om deze zaak nader ter hand te nemen. Het resultaat van de werkzaamheden dezer commissie was, dat zij, na de noodige gege vens te hebben verzameld, hij de Kamer een schetsontwerp indiende voor een te maken haven aan de Oostzijde van het Noorder-Bui- tenspaarne met spoorwegverbinding, aan sluitende aan de lijn Amsterdam—Haarlem. Dit ontwerp werd den 6en October 1905 hij B. en W. ingediend. Naar aanleiding van een voorstel van B. en W. in 1912 om „in beginsel (te hesluiten) tot het maken van een open spoor- en over- laadhaven aan het Noorder-Bu i ten spaarne', werd een commissie benoemd, die echter tot op heden nog geen praeadvies heeft uitge bracht. In een tweede hoofdstuk wordt „de te genwoordige toestand" behandeld. Door de Kamer werd aan 29 groote firma's de vraag gericht of het gemis van een spoor- en overlaad haven aan het Noorder Spaarne nadeel of last heeft bezorgd aan hunne on derneming. Van de 27 ingekomen antwoorden waren er 20 in bevestigenden zin. Zeven firma's antwoordden, dat zij van den tegenwoordigen toestand geen nadeelen, maar ook geen voordeelen ondervonden. De door de twintig andere firma's onder vonden nadeelen worden veroorzaakt: le. doordat het in verschillende gevallen voor verschillende industrieën onmogelijk is om mede te kunnen dingen naar leveringen, die anders wel binnen haar hereik liggen? 2e. doordat verschillende fabrieken genood zaakt zijn per spoor aankomende zendingen in Amsterdam op het schip te doen overladen en ze vervolgens hierheen te vervoeren. Dit brengt groote kosten met zich, daar natuur lijk de spoorkosten voor het korte haanvak Amsterdam—Haarlem voor goederen, die éénmaal geladen zijn, belaDgrijk lager zijn dan de overladingskosten en het sleeploon van Amsterdam naar hier; 3e. doordat, omgekeerd, materiaal dat hier direct op de spoor gebracht had kunnen wor den, nu eerst naar Amsterdam te water ver voerd moet worden om daar verladen te war den; 4e. doordat volumineuze goederen niet op schuiten onder de lage bruggen in de stad door kunnen en dus met paard en wagen ver voerd moeten worden naar of vanaf liet goe derenstation; 5e. doordat het vervoerd met paard en wa gen, zelfs voor lichtere vrachten, kostbaar en tijdroovend is door den voor velen grooten afstand van het goederenstation. De antwoorden door de verschillende fir ma's gegeven worden nog verduidelijkt door enkele voorheelden. In hoofdstuk IV wordt gesproken over ae ligging der haven. De bedoeling is niet om de tegenwoordige losplaats met het goederenstation te ver plaatsen, maar om behalve deze, een tweede gelegenheid tot laden en lossen te hebben, die aan andere eischen voldoet. De vereischten zijn: diep vaarwater en ge makkelijke aansluiting aan het spoorwegnet. Zoo zal men zieh dus moeten bepalen tot een plaats aan diep vaarwater in de omge ving van het spoorwegnet. Aangewezen is dus een haven aan het Noorder-Spaarne én wel ten Noorden van de Spoorwegbrug, om de brug en alle daaraan verhonden lasten te vermijden. De haven zal dan komen op een plaats, daartoe door de natuurlijke en econo mische ontwikkeling van Haarlem aangewe zen, hetgeen reeds voldoende blijkt uit de talrijke ondernemingen, die zich aan de helde oevers van het Noorder-Spaarne gevestigd hebben, of bezig zijn te vestigen. Dan volgt een Hist van 29 ondernemingen, die in deze omgeving gevestigd zijn. Hoofdstuk IV is getiteld een „Handels- en Industriewijk". De Kamer meent, dat de gemeente niet zal kunnen volstaan met het maken van eene nieuwe spoorweghaven: de haventerreinen worden, zooals de ondervinding leert, niet alleen gebruikt voor laden en lossen, doch ook voor industrieele doeleinden. Naast de goederenloods, die de gemeente of de spoorwegmaatschappij sticht, is dus ook te rekenen op genoemde ondernemingen. Dat hier de eischen van handel en nijver heid geheel parallel loopen en men den een niet los kan maken van de andere, is een gevolg van het feit, dat een scherpe grens tusschen heide niet te trekken is. Vervolgens wordt betoogd, dat goed be heerde nijverheidsondernemingen ten nutte zijn van de gemeente. Door toename der industrie zal de finan- cieele draagkracht grooter worden. Zulks werd trouwens reeds d.oor onze voor ouders ingezien, getuige de groote moeite, die onze Hollandsche steden zich in vorige eeuwen gaven om industrieën binnen hare muren te lokken. Haarlem gaf hierin een voorbeeld, was een bekende nijverheidsplaats en bloeide zeer. En toen in de tweede helft der 18de en de eerste helft der 19de eeuw de nijverheid kwijnde en de eene fabriek na de andere gesloten werd, was liet ook met den bloei der stad gedaan. Dan wordt gewezen naar den Haag, dat een luxe-stad is, doch waar toch in de laatste jaren groote havens met daaromheen lig gende terreinen ten behoeve van handel en nijverheid in orde zijn gebracht. Verwezen wordt ook naar Duitschland, en naar verschillende plaatsen in ons land. Naar het oordeel der Kamer zijn ook voor onze gemeente, behalve een spoorweghaven, handels- en industrieterreinen dringend noo- dig, en wel zoo dicht mogelijk nabij den grooten scheepvaartweg, het Noordzeekanaat. Dat hieraan behoefte bestaat, bewijst het feit, dat thans bijna alle terreinen aan beiao zijden langs het Spaarne tot aan het heken- de „Tonnetje" door de industrie bezet zijn. Waar dus de ontwikkeling daar ter plaatse met of tegen den wil van Haarlem geschie den zal, is het gewenscht, dat de gemeente ingrijpt en zorgt, dat er op hare grenzen geen toestanden ontstaan, die later niet, of alleen ten koste van groote offers, weer m de goede lijn gebracht kunnen worden. Wanneer de gemeente niet ingrijpt, za. zich daar een fabriekswijk ontwikkelen met onvoldoende toegangen en ongelijke niveaux. De uitgaven zullen ongetwijfeld groot zijn, doch naar de meening der Kamer voldoende gedekt worden door havengelden en andere retributiën, door den verkoop of uitgifte van de terreinen. Een bezwaar tegen die terreinen is gelegen in de slechte verbindingswegen. Voorloopig zou een voetgangersbrug langs de bestaande spoorbrug een oplossing kunnen geven, ter wijl in een volgende periode een stoompont van gemeentewege de verbinding tusschen de heide Spaarneoevers zou kunnen tot stand brengen. Op den duur zal een brug over het Spaarne niet te ontgaan zijn. Ook zal grenswijziging noodzakelijk zijn. Is deze grenswijziging tot stand gekomen, dan zal een uitbreidingsplan kunnen worden vastgesteld en gronden voor de besproken doeleinden worden bestemd. Ten slotte eindigt de brochure aldus: Onze Kamer eindigt hare beschouwingen met den wensch, dat de Raad onzer gemeente niet zal schromen door een kloeke daad, aanneming van het nieuwe havenplan in zijn volle consequentie als door onze Kamer be doeld, liet bewijs te leveren, dat hij, evenals do vroede vaderen van voorheen, op de bres staat om den bloei en de ontwikkeling voor handel en nijverheid, thans en in de toekomst, te verzekeren en daarmede de welvaart van onze sclioone en voor handel en industrie zoo gunstig gelegen gemeente te verhoogen. Eon Hollandsche barones slachtoffer van een Armenisehcn oplichter. To Weenen heeft de politie een goede vangst gedaan met de arrestatie van een Ar meniër, Inkander Bosnalian genaamd, die door de Berlijnsohe politie en die te Kaïro wegens oplichting werd gezocht. Zijn laatste slacht offer was een Hollandsohe barones, Bella Ma ria Van Grotenhuis, die hij ongeveer 150.000 gulden afhandig maakte. Hij gaf zich hij deze dame voor een hooggeplaatst Turksch beamb te uit en noemde zich Alexandre De Grand Bey, Bosnalian, die reeds gehuwd was, ging met de barones naar Londen, waar hij met haar trouwde. Bij de 'huwelijksvoltrekking bediende hij zich van valsche papieren op naam vah Alexandre De Grand Bey. Na het huwelijk wist hij 150.000 gulden van de ba rones los te krijgen en verdween hiermede uit Londen, terwijl hij zijn jonge vrouw aan haar lot overliet. Daarop heeft zich de be drieger waarschijnlijk direct naar Weenen begeven. Daar hield de politie hem in een hotel aan, waar hij zich onder den naam Ali Dina had laten inschrijven. Bij zijn arres tatie beweerde hij, dat dezen naam niet zijn ware was, maar dat hij De Grand Bey was, die uit Londen gekomen was, waar hij juist met barones gehuwd was en van zijn vrouw behalve 150.000 gulden in contanten nog 1.800.000 gulden aan banknoten gekregen had. De bedrieger vermoedde niet, dat men reeds van zijn schurkenstreek op de hoogte wa3 gesteld en geloofde, dat men hem na deze mededeeling wel zou vrijlaten. Hij heeft zich echter leelijk vergist. Een advocaat met vitriool geworpen. Toen de advocaat Brumet te Nimes zijn woning verliet, werd hij' aangesproken door een van zijn cliënten, de 66-jarige weduwe Fajon, die woedend was, dat hij voor haar een proces verloren had. Mevrouw Fajon stelde hem een brief ter hand en terwijl de advocaat zich gereedmaakte om dezen te le zen, wierp zij hem eensklaps den inhoud van een fleschje vitriool in het gezicht. Het slachtoffer werd levensgevaarlijk verbrand. De daderes, die in heb minst geen berouw toonde, is in hechtenis genomen. Door een vliegmachine op sleeptouw ge nomen. Toen de bekende vliegenier Glenn Curtiss boven 't meer Keuka te New-York een nieuw watervliegtuig probeerde, bemerkte hij in een motorboot twee mannen, die met kleine vlag getjes noodsignalen schenen te geven. De vliegenier daalde met zijn machine tot dichtbij het bootje en vernam toen van de twee inzittenden, dat de motor van hun vaar tuig defect waa en dat zij gaarne hun boot naar den kant gesleept zouden hebben. De passagier van den vliegenier greep daar op een touw van de boot en hield het stevig vast, terwijl hij, dé vliegenier, met het wa tervliegtuig naar den over vloog. Op deze manier bracht hij de boot met haar beman ning veilig aan den over. Een rooverhoofdman, die honger had. Te Parijs werd in dé Champs Elysées dezer dagen een zwerver aangehouden, die op het bureau van politie verklaarde, dat hij in geen drie dagen een stukjgegeten had. Wan neer men hem een middagmaal gaf, zou hij belangrijke mededeelingen doen. Aan zijn wensch werd voldaan en nu vernam men, dat hij de vroegere hoofdman van een rooversben- de was, die sedert maanden in de omgeving van de Champs Elysées haar bedrijf uitoefen de en al heel wat op haar geweten had. Zoo waren het eenige leden van zijn bende, wel ke uit 10 bandieten bestond, die in November van het vorige jaar de groote inbraak bij den juwelier Clerk op dé Place de l'Opera pleeg den, waarbij voor meer dan 330.000 gulden aan ju woelen gestolen werd. De bende was met haar buit verdwenen, zonder haar chef er ook maar een cent van te geven. De politie heeft intusschen de ex-roover hoofdman tusschen vier muren opgesloten zegt ,,R. Nbld." en zal een onderzoek instellen om te weten te komen, in hoever men aan dit verhaal geloof moet ska en. Een opzienbarende moord, voorzitter van de monarchistische liga, en Te Rio de Janeiro zijn Adolfo Frères, de diens echtgenoote, vermoord in hun woning gevonden. Men gelooft, dat de misdaad door een vroegeren bediende van het echtpaar ge pleegd is. Mislukt. Te Parijs heeft een misdadiger, die in het Paleis van justitie gebracht was om zich voor den rechter te verantwoorden, zich van zijn bewakers losgerukt en is uit een raam weten te springen. Hij werd met ge broken lendenen opgenomen. Zijn toestand is zorgwekkend. Vijf kinderen door oen granaat gewond. Bij Mentone vonden eenige kinderen in de nabijheid van het fort op den berg Agel een granaat. Het projectiel ontplofte op de markt van het dorp Gorbie. Vijf kinderen werden hierbij ernstig verwond. De politie van Mentone heeft een onder zoek naar de herkomst van de granaat in gesteld. Door don bliksem. Te Koppan-Szanto in Hongarije waren vijf jaar geleden zes veldarbeidsters aan het hooien, toen zij tijdens een onweder door den bliksem getroffen werden. Vijf werden op slag gedood. De zesde, Jea-nne Loze, verloor haar spraak. Eenige dagen geleden was deze vrouw, die nog altijd stom was, weer in het veld aan het werk, en werd zij weer door den bliksem getroffen. Bewusteloos werd zij naar huis gebracht. Toen zij bij kennis -kwam, be merkte zij tot haar groote blijdschap, dat zij van haar stomheid genezen was: Een Duitscher in San Domingo vermoord. Te Sabana de la Mar in de mulatten-repu bliek San Domingo, is de leider van de cacao-plantages der Zwitsersche chocolade fabriek Sucliard, Johanner Gundlach ver moord. Gundlacli, uit Halle afkomstig, was reeds meer dan 20 jaar als planter in de tropen werkzaam, meldt de Tel. Bijzonderheden over den moord ontbreken nog. Haar kinderen gedood. Voor de rechtbank te Ulm had zich' een 31-jarige vrouw te verantwoorden, beklaagd haar beide kinderen te hebben verdronken. De ongelukkige was door haar man met 4 kinderen verlaten en zwierf dakloos rond. In Augustus van het vorig jaar had zij te Uhingen haar zoontje van 4 en haar doch'* tertje van 5 jaar te water geworpen. Ook! de andere kinderen wilde zij dooden, maar, maar dezen hadden zich verzet. Eerst in het' begin van dit jaar werden de lijken der bei de kinderen gevonden en herkend, wat aan* leiding gaf, de moeder in staat van beschuL diging te stellen. De rechtbank nam aan volgens het R. Nbld. dat de vrouw haar vreeselijke daad' in vertwijfeling had volbracht en veroor< deelde haar tot 5 jaren gevangenisstraf. Ongeluk bij den Kieler Zeilwedstrijd. Tijdens den zeilwedstrijd te Kiel sloeg een van de matrozen bij het Bulker vuur» schip over boord van een aan den wed' strijd deelnemend zeiljacht, de „Germania" van Krupp-Bohlen. Alle pogingen om den man te redden waren vruchteloos. De mag verdween in de diepte. Het jacht voer met de vlag halfstok naar de haven van Kie-1 terug. Op bevel des keizers, die de wed* strijden bijwoonde, heschen alle jachten da vlag halfstok. Staatslevensverzekering in Italië. Italië heeft een staatslevensverzekeriug, die echter goed op weg is, een groot fiasco te maken. Wel publiceert het bestuur gere geld berichten omtrent het succes van het acquisitiewerk der staatsverzekeringebank, maar de Oesterreichische Revue, een bekend verzekeringsvakblad, merkt hierbij op, dat deze mededeelingen met eenige reserve moe ten aanvaard worden. Yan andere zijde toch wordt bericht, dat, in de eerste plaats, hot overnemen van de portefeuilles van do Maatschappijen, die Italië verlaten, behalve verwarring in de kantoren van de Staalsver- zekeringsbank, zeer hooge kosten veroor zaakt. In de tweede plaats wordt in het lie-lit gesteld, dat de zaken direct door de bank tot stand gebracht, niet van beteekenis en ook niet van solide kwaliteit zijn. Geheele reek' sen van aanvragen schijnen door goede be kenden, vrienden en verwanten van de hee-» ren generaal-agenten der Bank onderteekencl te zijn, en deze aanvragen hebben niet eena tot een geneeskundig onderzoek, laat staan tot het sluiten van verzekeringen geleid. Bo vendien werden een menigte aanvragen mee geteld, waarvan het aannemen trots alle meegaandheid der onderzoekende geneeshee- ren wegens den twijfelachtigen gezond heidstoestand uitgesloten was. Met het suc ces van de Staatsverzekeringsbauk staat het dus nog niet zoo schitterend". De hier „van andere zijde" stammende mede deelingen, zoo zegt de directie der Alg. Mij. van Lev. en Lijfr. in haar weekblad, schijnen ons niet meer dan natuurlijk. Onwillekeurig zullen er vakmannen zijn, die hij het kennis nemen van die berichten eenige „Schaden freude" gevoelen. Wat toch is het geval? Jarenlang zijn bijna alle Staten, die een wetgeving op het levensverzekeringsbedrijf in het leven hebben geroepen, van de onge schreven stelling uitgegaan: „Er valt een ge ëxploiteerd en misleid publiek te verdedigen tegenover Maatschappijen, die exploiteren en misleiden". Wanneer ernstige oudeve- mingen daartegen in het midden brachten', dat omgekeerd de Maatschappijen dagelijks blootstaan aan pogingen tot bedrog van de zijde van minder vertrouwbare elementen on der het publiek, werd daarop weinig of geen acht geslagen. Integendeel heeft in sommige landen, zelfs bij de Rechterlijke maeht, de opvatting ingang gevonden, dat hij geschil len tusschen Maatschappij en verzekerden, kwade trouw van de zijde der Maatschappijen veeleer ondersteld dient te worden dan van do zijde der verzekerden. En nu zien wij, hier het schouwspel van een Staat, die zelf als verzekeraar optreedt, en als eersten hinderpaal ontmoet de kwade praktijken, waarover de particuliere Maat schappijen zich vroeger aan een doovemans- oor beklaagden. We gelooven, dat de Ita- liaansehe regeering te dezen opzichte nog menige onaangename ervaring zal opdoen, als gevolg van de meer machinale, automa tische werking van regeerings-instituten, waarhij te dikwijls wat de Duitsehe „Beamb- tenwirtschaft" noemen, in de plaats treedt voor waakzame koopmanschap, die de oogen wijd open houdt en een practisclien blik heeft op de werkelijkheid. Wij gelooven, dat het nog wel eenigen tijd duren zal, vóórdat de Staatsbank tegenover de bedriegerijen van het publiek (waaronder in Italië in dit opzicht ook de eigen Agenten schijnen ge rangschikt te moeten worden) even omzich tig en goed gewapend slaat als vroeger dó particuliere Maatschappijen. K. S. W. 99 16. ©r staat op maken, dat ik handelend optreed. Het is goed, mijnheer Carringshliff, wij zullen zien. Ik reken er op, dat mylord de oplossing zal verkiezen, die voor alle partijen de gun stigste is. Lord Norman stond op, maakte een kleine buiging en ging; de advocaat deed hem uit geleide; zooais hij altijd zijne voorname cliën ten deed. «offen- di6 <lcur £esl°ten was, wreef de advo- pehle-2 vei'genoegd de handen en mom- Ik heb hem mijn tanden eens laten zien, dan weet h«, dat ik zal bijten, als hü onhan- elbaar blijft. Het scheen reeds te helpen, maar nog met genoeg. Een volgende keer wat meer! Hij ging aan zijn schrijftafel zitten, nam papier, en na een paar minuten peinzens reef hij den volgenden brief: jj Geachte Heer! ik heden genoodzaakt, niet als uw li i ,Srjlan, maar als een verzoeker bij u aan °PPen; ik vlei inij bij voorbaat, dat ge mijn wensch wilt vervullen, ofschoon die voor ons verkeer in zaken niet van belang is. In uw bankiershuis is een jonkman werkzaam, in wiens vooruitkomen ik veel belang stel, doch waarvan hij geheel onkundig moet blij ven. Het is mij gelukt, voor hem een schoone betrekking te vinden hij een groot Indisch handelskantoor, doch liet is mij niet mogen gelukken hem tot het aannemen van die be- trekking over te halen. Daar ik deze weige- ring aan jeugdig onverstand meen te moe ten toeschrijven, zoo vind ik geen beteren uitweg, dan hem zijn tegenwoordige betrek- j king te doen verliezen. Ik zou het daarom als een bijzondere welwillendheid jegens mij opnemen, wanneer ge den jongen Lund uit uw dienst wildet ontslaan, en zijn getuig schrift zóó stellen, dat hij moeilijk weer in Engeland een betrekking kan vinden. Ge zoudt daardoor het vooruitkomen van den j jonkman zeer bevorderen en mij oneindig I verplichten. Ik verzoek u ook, geen aanstoot I te nemen aan de geheime behandeling dezer zaak eii ge kunt u verzekerd houden, dat ik tot wederdienst steeds bereid zal zijn. Met hoogachting blijf ik Uw dienstwillige dienaar, CARRIN GHSLIFF. Hij las den brief nog eens door, deed hem in een enveloppe, adresseerde hem aan den heer G. C. Mattson te Londen, en liet hem door een bediende dadelijk wegbrengen. j Men moet zijn goede vrienden niet ver geten, mompelde Carringshliff, terwijl een 1 duivelsclie lach om zijn mond speelde, j Wé zullen eens zien of dit middeltje helpt, om hem den moed te benemen zich in i mijn zaken te mengen en mij in den weg te treden. Ik heb wel andere leeuwen getemd, als jou, mijn kereltje! j Lord Norman was intusschen in zijn équi page gestapt en had den koetsier bevolen hem naar huis te brengen. Hij was nog ge heel van streek door hetgeen tusschen hem en Carringshliff was voorgevallen. Zijn vu rige wensch was vervuld; de handen, die hem aan den advocaat verbonden, waren geslaakt, maar niet door zijn eigen toedoen, de advo caat had hem er toe gedwongen. Was het eigenlijk nu wel een scheiding te noemen? Nu de advocaat ook het meisje verlangde, be teeken de zijn eisch van de helft niets meer, hij wilde alles hebben. Zij zou de belooning zijn voor een geheime daad, die geen van hei den hij den waren naam durfde noemen, een daad, waarvan zij kennis droeg, waaraan zij had medegewerkt door de rol te vervullen die haar was aangewezen. Hij zag geen uitweg, vooral niet als hij aan den haat dacht, die haar tegen Carringshliff bezielde. Dit was hem echter duidelijk; geen van beide eischen van den advocaat kon in gewilligd worden. Willigde men zijn eischen in, dan kocht men zijn stilzwijgen, maar dan was zijn eigen val onvermijdelijk. Er moest een uitweg gevonden worden, maar hoe? Te- vergeefs martelde hij zijn hersens met beant woording van deze vraag, j Hij kwam thuis met het dwaze besluit, Alice tegen elke overrompeling van den ad vocaat te vrijwaren, door haar bekend te ma ken met het gebeurde en met hetgeen op han den was. Zij moest nu deelnemen aan den j strijd, heiden werden thans evenzeer be- dreigd. Hij gunde zieh slechts den tijd om van I kleeding te verwisselen en naar zijn nicht te vragen. Toen hij hoorde, dat zij in haar bou- j doir was, ging hij dadelijk de trap op en ging bij haar binnen. Uw gelaat verraadt niet licht, wat er in uw binnenste omgaat, mylord, doeh heden is het tegendeel waar. Ge brengt slechte tijdin gen, zeide zij en keek hem opletten^ aan. Ge raadt mis en niet mis, kind, ant- woordde hij, moeite doende om bedaard te blijven. Laat ik met de goede berichten be ginnen; ik heb mij losgemaakt van den advo caat Carringhsliff. Ah! riep de jonge dame uit met een zucht van verlichting, dat is een ding van on- j betaalbare waarde. Al het andere, dat ge ver der te zeggen hebt, wordt hierdoor duizend maal vergoed. Ge zult wel begrijpen, dat onze achtbare vriend de man niet ia om ons zonder offer los te maken van den ketting waaraan hij ons houdt. Toen wij zoover gekomen waren, dat wij onbeschroomd over de noodwendig heid van een scheiding spraken, dacht ik al lereerst aan het stellen der voorwaarden, waaronder dit gebeuren kon. Ik verlangde daarom, dat hij ronduit zou zoggen, hoeveel hij als belooning vroeg. En liij vroeg? Alles! Hoe zoo? Alles? Juist, zooals ik zeg; alles. Hij is gek! Niemand was beter hij zijn versland dan hij op dat oogenblik. Hij was niet zoo onbe schaamd zijn eisch /.no in te kleeden, alsof; hij voor zieh alleen de vrucht begeerde van onze slim bede te plannen, waarvan de uit voering jaren lang zorg en moieite heeft gekost. O neen, hü was veel bescheidener, zün eerste eisch was slechts een half millioen pond. Die schaamtelooze! Ge kunt begrypen, hoe ik over dezen schandelyken hoogen eisch ontstelde. Ik ver klaarde, dat ik daarmede nooit genoegen zou nemen. En verder? Met de zachtaardigheid van een lam stak hü zijn klauwen uit en eisch te Nu? Jou! Mü? Waarom? Om zün vrouw te worden! Dat zou hem lüken! riep de jouge dame met de diepste verachting uit. Doorzie je zün helsche bedoelingen niet, kind? Eerst de eene helft van het vermo-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1913 | | pagina 5