TWEEDE BLAD
|l. H.W.ERUNDEMANN. j
I
I
ALICE.
Kleermakerij
I Koningstraat.
&u Bon Ü!&i*c9ié<
Een haven en handelswijk aan
het Noorder Buiten Spaarne
BUITENLAND
Haarlem-Brussel. Handschoenen voor alle gelegenheden.
DOÜIBERDAG 3 JULI 1913
De Nouveauté's in Engelsche j
stoffen voor
naar maat.
Prima coupe en nette bewerking J
I gegarandeerd. B
99
FEUILLETON
NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT
miHIIIMIIBHilHBII
I cfAfter» irnrvr WpprATI klCGdin?
mm
IIIBHIII
Met een enkel woord hebben wij in ons
nummer van gisteren reeds melding ge
maakt van de brochure, die door de Kamer
van Koophandel en Fabrieken alhier worüt
uitgegeven en waarin mededeelingen worden
gedaan over een zaak, die ons zeer ter harre
moet gaan, omdat zij in nauw verband staat
met den bloei en ontwikkeling van onze stad.
De zaak betreft de nieuwe spoorweghaven
aan het Noorder Spaarne.
Aan deze belangwekkende brochure nemen
wij de vrijheid het volgende te outleenen
en onder de aandacht onzer lezers te bren
gen.
In de Inleiding worden enkele punten
naar voren gebracht, waardoor duidelijk
wordt gemaakt, dat de behoefte aan een
spoorweghaven steeds dringender wordt en
dan wordt aangegeven wat in de laatste ja
ren door de Kamer van Arbeid in deze ge
daan is.
In 1899 werd in de Tweede Kamer der Sta-
ter.-Generaal gesproken over de door de H.
IJ. S. M. ingediende, maar tot dien tijd met
uitgevoerde plannen tot verbetering en uit
breiding van het station te Haarlem met de
daarmede in verband staande werken.
In de eerste vergadering van de Kamer
van Koophandel in bet jaar 1899 werd door
den Voorzitter deze zaak ter sprake gebracüt
en naar aanleiding daarvan besloten zieh
met een adres (dd. 23 Januari 1899) te wen
den tot den Minister van Waterstaat, Han
del en Nijverheid.
Hierin werd o.m. als een bezwaar tegen
den bestaanden toestand genoemd:
„Het ontbreken van de gelegenheid om
van bet schip op den spoorwagon te kunnen
laden en lossen, eene gelegenheid, welke
zelfs op kleine plaatsen bestaat en waarvan
de gemeente Haarlem, de zesde in rang van
de gemeenten in ons land, tot hiertoe ver
stoken bleef.
Aan een zoodanige gelegenheid, onmiddel
lijk met bet Spaarne in verbinding staanSe,
doet zich de behoefte dringend gevoelen.
Door B. en W. werd meermalen raad en
bericht gevraagd. In één dezer stukken kwam
de volgende vraag voor:
Welke plaats zou aan te bevelen zijn voor
de te ontwerpen haven? Moet deze in de on
middellijke gemeenschap staan met het
Spaarne of is een verbinding met het Spaar
ne voldoende?"
De Kamer antwoordde daarop (1899) als
volgt:
„Men was van oordeel, dat, welke ook de
richting van den spoorweg in het vervolg
moge zijn, dit op den voorgrond moet worden
gesteld, dat de haven of, wel de plaats, waar
gelegenheid zal bestaan om van het schip
op den spoorwagen te kunnen laden en los
sen behoort te zijn aan het Spaarne of in <ïe
onmiddellijke gemeenschap met dat vaar
water."
Ten slotte werd in 1905 een commissie be
noemd bestaande uit de heeren Mr. Joh. En
schedé, A. de Clercq. P. Goedkoop Dz., W. G.
H. Jacobs en H. J. Geijl Jczn., om deze zaak
nader ter hand te nemen.
Het resultaat van de werkzaamheden dezer
commissie was, dat zij, na de noodige gege
vens te hebben verzameld, hij de Kamer een
schetsontwerp indiende voor een te maken
haven aan de Oostzijde van het Noorder-Bui-
tenspaarne met spoorwegverbinding, aan
sluitende aan de lijn Amsterdam—Haarlem.
Dit ontwerp werd den 6en October 1905 hij
B. en W. ingediend.
Naar aanleiding van een voorstel van B.
en W. in 1912 om „in beginsel (te hesluiten)
tot het maken van een open spoor- en over-
laadhaven aan het Noorder-Bu i ten spaarne',
werd een commissie benoemd, die echter tot
op heden nog geen praeadvies heeft uitge
bracht.
In een tweede hoofdstuk wordt „de te
genwoordige toestand" behandeld.
Door de Kamer werd aan 29 groote firma's
de vraag gericht of het gemis van een spoor-
en overlaad haven aan het Noorder Spaarne
nadeel of last heeft bezorgd aan hunne on
derneming.
Van de 27 ingekomen antwoorden waren
er 20 in bevestigenden zin.
Zeven firma's antwoordden, dat zij van den
tegenwoordigen toestand geen nadeelen,
maar ook geen voordeelen ondervonden.
De door de twintig andere firma's onder
vonden nadeelen worden veroorzaakt:
le. doordat het in verschillende gevallen
voor verschillende industrieën onmogelijk is
om mede te kunnen dingen naar leveringen,
die anders wel binnen haar hereik liggen?
2e. doordat verschillende fabrieken genood
zaakt zijn per spoor aankomende zendingen
in Amsterdam op het schip te doen overladen
en ze vervolgens hierheen te vervoeren. Dit
brengt groote kosten met zich, daar natuur
lijk de spoorkosten voor het korte haanvak
Amsterdam—Haarlem voor goederen, die
éénmaal geladen zijn, belaDgrijk lager zijn
dan de overladingskosten en het sleeploon
van Amsterdam naar hier;
3e. doordat, omgekeerd, materiaal dat hier
direct op de spoor gebracht had kunnen wor
den, nu eerst naar Amsterdam te water ver
voerd moet worden om daar verladen te war
den;
4e. doordat volumineuze goederen niet op
schuiten onder de lage bruggen in de stad
door kunnen en dus met paard en wagen ver
voerd moeten worden naar of vanaf liet goe
derenstation;
5e. doordat het vervoerd met paard en wa
gen, zelfs voor lichtere vrachten, kostbaar en
tijdroovend is door den voor velen grooten
afstand van het goederenstation.
De antwoorden door de verschillende fir
ma's gegeven worden nog verduidelijkt door
enkele voorheelden.
In hoofdstuk IV wordt gesproken over ae
ligging der haven.
De bedoeling is niet om de tegenwoordige
losplaats met het goederenstation te ver
plaatsen, maar om behalve deze, een tweede
gelegenheid tot laden en lossen te hebben,
die aan andere eischen voldoet.
De vereischten zijn: diep vaarwater en ge
makkelijke aansluiting aan het spoorwegnet.
Zoo zal men zieh dus moeten bepalen tot
een plaats aan diep vaarwater in de omge
ving van het spoorwegnet. Aangewezen is
dus een haven aan het Noorder-Spaarne én
wel ten Noorden van de Spoorwegbrug, om
de brug en alle daaraan verhonden lasten te
vermijden. De haven zal dan komen op een
plaats, daartoe door de natuurlijke en econo
mische ontwikkeling van Haarlem aangewe
zen, hetgeen reeds voldoende blijkt uit de
talrijke ondernemingen, die zich aan de helde
oevers van het Noorder-Spaarne gevestigd
hebben, of bezig zijn te vestigen.
Dan volgt een Hist van 29 ondernemingen,
die in deze omgeving gevestigd zijn.
Hoofdstuk IV is getiteld een „Handels- en
Industriewijk".
De Kamer meent, dat de gemeente niet zal
kunnen volstaan met het maken van eene
nieuwe spoorweghaven: de haventerreinen
worden, zooals de ondervinding leert, niet
alleen gebruikt voor laden en lossen, doch
ook voor industrieele doeleinden.
Naast de goederenloods, die de gemeente
of de spoorwegmaatschappij sticht, is dus
ook te rekenen op genoemde ondernemingen.
Dat hier de eischen van handel en nijver
heid geheel parallel loopen en men den een
niet los kan maken van de andere, is een
gevolg van het feit, dat een scherpe grens
tusschen heide niet te trekken is.
Vervolgens wordt betoogd, dat goed be
heerde nijverheidsondernemingen ten nutte
zijn van de gemeente.
Door toename der industrie zal de finan-
cieele draagkracht grooter worden.
Zulks werd trouwens reeds d.oor onze voor
ouders ingezien, getuige de groote moeite,
die onze Hollandsche steden zich in vorige
eeuwen gaven om industrieën binnen hare
muren te lokken. Haarlem gaf hierin een
voorbeeld, was een bekende nijverheidsplaats
en bloeide zeer. En toen in de tweede helft
der 18de en de eerste helft der 19de eeuw
de nijverheid kwijnde en de eene fabriek na
de andere gesloten werd, was liet ook met
den bloei der stad gedaan.
Dan wordt gewezen naar den Haag, dat
een luxe-stad is, doch waar toch in de laatste
jaren groote havens met daaromheen lig
gende terreinen ten behoeve van handel en
nijverheid in orde zijn gebracht.
Verwezen wordt ook naar Duitschland, en
naar verschillende plaatsen in ons land.
Naar het oordeel der Kamer zijn ook voor
onze gemeente, behalve een spoorweghaven,
handels- en industrieterreinen dringend noo-
dig, en wel zoo dicht mogelijk nabij den
grooten scheepvaartweg, het Noordzeekanaat.
Dat hieraan behoefte bestaat, bewijst het
feit, dat thans bijna alle terreinen aan beiao
zijden langs het Spaarne tot aan het heken-
de „Tonnetje" door de industrie bezet zijn.
Waar dus de ontwikkeling daar ter plaatse
met of tegen den wil van Haarlem geschie
den zal, is het gewenscht, dat de gemeente
ingrijpt en zorgt, dat er op hare grenzen
geen toestanden ontstaan, die later niet, of
alleen ten koste van groote offers, weer m
de goede lijn gebracht kunnen worden.
Wanneer de gemeente niet ingrijpt, za.
zich daar een fabriekswijk ontwikkelen met
onvoldoende toegangen en ongelijke niveaux.
De uitgaven zullen ongetwijfeld groot zijn,
doch naar de meening der Kamer voldoende
gedekt worden door havengelden en andere
retributiën, door den verkoop of uitgifte van
de terreinen.
Een bezwaar tegen die terreinen is gelegen
in de slechte verbindingswegen. Voorloopig
zou een voetgangersbrug langs de bestaande
spoorbrug een oplossing kunnen geven, ter
wijl in een volgende periode een stoompont
van gemeentewege de verbinding tusschen
de heide Spaarneoevers zou kunnen tot stand
brengen. Op den duur zal een brug over het
Spaarne niet te ontgaan zijn.
Ook zal grenswijziging noodzakelijk zijn.
Is deze grenswijziging tot stand gekomen,
dan zal een uitbreidingsplan kunnen worden
vastgesteld en gronden voor de besproken
doeleinden worden bestemd.
Ten slotte eindigt de brochure aldus:
Onze Kamer eindigt hare beschouwingen
met den wensch, dat de Raad onzer gemeente
niet zal schromen door een kloeke daad,
aanneming van het nieuwe havenplan in zijn
volle consequentie als door onze Kamer be
doeld, liet bewijs te leveren, dat hij, evenals
do vroede vaderen van voorheen, op de bres
staat om den bloei en de ontwikkeling voor
handel en nijverheid, thans en in de toekomst,
te verzekeren en daarmede de welvaart van
onze sclioone en voor handel en industrie zoo
gunstig gelegen gemeente te verhoogen.
Eon Hollandsche barones slachtoffer van
een Armenisehcn oplichter.
To Weenen heeft de politie een goede
vangst gedaan met de arrestatie van een Ar
meniër, Inkander Bosnalian genaamd, die door
de Berlijnsohe politie en die te Kaïro wegens
oplichting werd gezocht. Zijn laatste slacht
offer was een Hollandsohe barones, Bella Ma
ria Van Grotenhuis, die hij ongeveer 150.000
gulden afhandig maakte. Hij gaf zich hij deze
dame voor een hooggeplaatst Turksch beamb
te uit en noemde zich Alexandre De Grand
Bey, Bosnalian, die reeds gehuwd was, ging
met de barones naar Londen, waar hij met
haar trouwde. Bij de 'huwelijksvoltrekking
bediende hij zich van valsche papieren op
naam vah Alexandre De Grand Bey. Na het
huwelijk wist hij 150.000 gulden van de ba
rones los te krijgen en verdween hiermede
uit Londen, terwijl hij zijn jonge vrouw aan
haar lot overliet. Daarop heeft zich de be
drieger waarschijnlijk direct naar Weenen
begeven. Daar hield de politie hem in een
hotel aan, waar hij zich onder den naam
Ali Dina had laten inschrijven. Bij zijn arres
tatie beweerde hij, dat dezen naam niet zijn
ware was, maar dat hij De Grand Bey was,
die uit Londen gekomen was, waar hij juist
met barones gehuwd was en van zijn
vrouw behalve 150.000 gulden in contanten
nog 1.800.000 gulden aan banknoten gekregen
had. De bedrieger vermoedde niet, dat men
reeds van zijn schurkenstreek op de hoogte
wa3 gesteld en geloofde, dat men hem na
deze mededeeling wel zou vrijlaten. Hij heeft
zich echter leelijk vergist.
Een advocaat met vitriool geworpen.
Toen de advocaat Brumet te Nimes zijn
woning verliet, werd hij' aangesproken door
een van zijn cliënten, de 66-jarige weduwe
Fajon, die woedend was, dat hij voor haar
een proces verloren had. Mevrouw Fajon
stelde hem een brief ter hand en terwijl de
advocaat zich gereedmaakte om dezen te le
zen, wierp zij hem eensklaps den inhoud
van een fleschje vitriool in het gezicht. Het
slachtoffer werd levensgevaarlijk verbrand.
De daderes, die in heb minst geen berouw
toonde, is in hechtenis genomen.
Door een vliegmachine op sleeptouw ge
nomen.
Toen de bekende vliegenier Glenn Curtiss
boven 't meer Keuka te New-York een nieuw
watervliegtuig probeerde, bemerkte hij in een
motorboot twee mannen, die met kleine vlag
getjes noodsignalen schenen te geven.
De vliegenier daalde met zijn machine tot
dichtbij het bootje en vernam toen van de
twee inzittenden, dat de motor van hun vaar
tuig defect waa en dat zij gaarne hun boot
naar den kant gesleept zouden hebben.
De passagier van den vliegenier greep daar
op een touw van de boot en hield het stevig
vast, terwijl hij, dé vliegenier, met het wa
tervliegtuig naar den over vloog. Op deze
manier bracht hij de boot met haar beman
ning veilig aan den over.
Een rooverhoofdman, die honger had.
Te Parijs werd in dé Champs Elysées dezer
dagen een zwerver aangehouden, die op het
bureau van politie verklaarde, dat hij in
geen drie dagen een stukjgegeten had. Wan
neer men hem een middagmaal gaf, zou hij
belangrijke mededeelingen doen. Aan zijn
wensch werd voldaan en nu vernam men, dat
hij de vroegere hoofdman van een rooversben-
de was, die sedert maanden in de omgeving
van de Champs Elysées haar bedrijf uitoefen
de en al heel wat op haar geweten had. Zoo
waren het eenige leden van zijn bende, wel
ke uit 10 bandieten bestond, die in November
van het vorige jaar de groote inbraak bij den
juwelier Clerk op dé Place de l'Opera pleeg
den, waarbij voor meer dan 330.000 gulden
aan ju woelen gestolen werd. De bende was
met haar buit verdwenen, zonder haar chef
er ook maar een cent van te geven.
De politie heeft intusschen de ex-roover
hoofdman tusschen vier muren opgesloten zegt
,,R. Nbld." en zal een onderzoek instellen om
te weten te komen, in hoever men aan dit
verhaal geloof moet ska en.
Een opzienbarende moord,
voorzitter van de monarchistische liga, en
Te Rio de Janeiro zijn Adolfo Frères, de
diens echtgenoote, vermoord in hun woning
gevonden. Men gelooft, dat de misdaad door
een vroegeren bediende van het echtpaar ge
pleegd is.
Mislukt.
Te Parijs heeft een misdadiger, die in
het Paleis van justitie gebracht was om
zich voor den rechter te verantwoorden, zich
van zijn bewakers losgerukt en is uit een
raam weten te springen. Hij werd met ge
broken lendenen opgenomen. Zijn toestand
is zorgwekkend.
Vijf kinderen door oen granaat gewond.
Bij Mentone vonden eenige kinderen in de
nabijheid van het fort op den berg Agel
een granaat. Het projectiel ontplofte op de
markt van het dorp Gorbie. Vijf kinderen
werden hierbij ernstig verwond.
De politie van Mentone heeft een onder
zoek naar de herkomst van de granaat in
gesteld.
Door don bliksem.
Te Koppan-Szanto in Hongarije waren vijf
jaar geleden zes veldarbeidsters aan het
hooien, toen zij tijdens een onweder door
den bliksem getroffen werden. Vijf werden
op slag gedood. De zesde, Jea-nne Loze,
verloor haar spraak.
Eenige dagen geleden was deze vrouw,
die nog altijd stom was, weer in het veld
aan het werk, en werd zij weer door den
bliksem getroffen. Bewusteloos werd zij naar
huis gebracht. Toen zij bij kennis -kwam, be
merkte zij tot haar groote blijdschap, dat
zij van haar stomheid genezen was:
Een Duitscher in San Domingo vermoord.
Te Sabana de la Mar in de mulatten-repu
bliek San Domingo, is de leider van de
cacao-plantages der Zwitsersche chocolade
fabriek Sucliard, Johanner Gundlach ver
moord.
Gundlacli, uit Halle afkomstig, was reeds
meer dan 20 jaar als planter in de tropen
werkzaam, meldt de Tel. Bijzonderheden
over den moord ontbreken nog.
Haar kinderen gedood.
Voor de rechtbank te Ulm had zich' een
31-jarige vrouw te verantwoorden, beklaagd
haar beide kinderen te hebben verdronken.
De ongelukkige was door haar man met
4 kinderen verlaten en zwierf dakloos rond.
In Augustus van het vorig jaar had zij te
Uhingen haar zoontje van 4 en haar doch'*
tertje van 5 jaar te water geworpen. Ook!
de andere kinderen wilde zij dooden, maar,
maar dezen hadden zich verzet. Eerst in het'
begin van dit jaar werden de lijken der bei
de kinderen gevonden en herkend, wat aan*
leiding gaf, de moeder in staat van beschuL
diging te stellen.
De rechtbank nam aan volgens het R.
Nbld. dat de vrouw haar vreeselijke daad'
in vertwijfeling had volbracht en veroor<
deelde haar tot 5 jaren gevangenisstraf.
Ongeluk bij den Kieler Zeilwedstrijd.
Tijdens den zeilwedstrijd te Kiel sloeg
een van de matrozen bij het Bulker vuur»
schip over boord van een aan den wed'
strijd deelnemend zeiljacht, de „Germania"
van Krupp-Bohlen. Alle pogingen om den
man te redden waren vruchteloos. De mag
verdween in de diepte. Het jacht voer met
de vlag halfstok naar de haven van Kie-1
terug. Op bevel des keizers, die de wed*
strijden bijwoonde, heschen alle jachten da
vlag halfstok.
Staatslevensverzekering in Italië.
Italië heeft een staatslevensverzekeriug,
die echter goed op weg is, een groot fiasco
te maken. Wel publiceert het bestuur gere
geld berichten omtrent het succes van het
acquisitiewerk der staatsverzekeringebank,
maar de Oesterreichische Revue, een bekend
verzekeringsvakblad, merkt hierbij op, dat
deze mededeelingen met eenige reserve moe
ten aanvaard worden. Yan andere zijde toch
wordt bericht, dat, in de eerste plaats, hot
overnemen van de portefeuilles van do
Maatschappijen, die Italië verlaten, behalve
verwarring in de kantoren van de Staalsver-
zekeringsbank, zeer hooge kosten veroor
zaakt. In de tweede plaats wordt in het lie-lit
gesteld, dat de zaken direct door de bank tot
stand gebracht, niet van beteekenis en ook
niet van solide kwaliteit zijn. Geheele reek'
sen van aanvragen schijnen door goede be
kenden, vrienden en verwanten van de hee-»
ren generaal-agenten der Bank onderteekencl
te zijn, en deze aanvragen hebben niet eena
tot een geneeskundig onderzoek, laat staan
tot het sluiten van verzekeringen geleid. Bo
vendien werden een menigte aanvragen mee
geteld, waarvan het aannemen trots alle
meegaandheid der onderzoekende geneeshee-
ren wegens den twijfelachtigen gezond
heidstoestand uitgesloten was. Met het suc
ces van de Staatsverzekeringsbauk staat het
dus nog niet zoo schitterend".
De hier „van andere zijde" stammende mede
deelingen, zoo zegt de directie der Alg. Mij.
van Lev. en Lijfr. in haar weekblad, schijnen
ons niet meer dan natuurlijk. Onwillekeurig
zullen er vakmannen zijn, die hij het kennis
nemen van die berichten eenige „Schaden
freude" gevoelen. Wat toch is het geval?
Jarenlang zijn bijna alle Staten, die een
wetgeving op het levensverzekeringsbedrijf
in het leven hebben geroepen, van de onge
schreven stelling uitgegaan: „Er valt een ge
ëxploiteerd en misleid publiek te verdedigen
tegenover Maatschappijen, die exploiteren
en misleiden". Wanneer ernstige oudeve-
mingen daartegen in het midden brachten',
dat omgekeerd de Maatschappijen dagelijks
blootstaan aan pogingen tot bedrog van de
zijde van minder vertrouwbare elementen on
der het publiek, werd daarop weinig of geen
acht geslagen. Integendeel heeft in sommige
landen, zelfs bij de Rechterlijke maeht, de
opvatting ingang gevonden, dat hij geschil
len tusschen Maatschappij en verzekerden,
kwade trouw van de zijde der Maatschappijen
veeleer ondersteld dient te worden dan van
do zijde der verzekerden.
En nu zien wij, hier het schouwspel van
een Staat, die zelf als verzekeraar optreedt,
en als eersten hinderpaal ontmoet de kwade
praktijken, waarover de particuliere Maat
schappijen zich vroeger aan een doovemans-
oor beklaagden. We gelooven, dat de Ita-
liaansehe regeering te dezen opzichte nog
menige onaangename ervaring zal opdoen,
als gevolg van de meer machinale, automa
tische werking van regeerings-instituten,
waarhij te dikwijls wat de Duitsehe „Beamb-
tenwirtschaft" noemen, in de plaats treedt
voor waakzame koopmanschap, die de oogen
wijd open houdt en een practisclien blik
heeft op de werkelijkheid. Wij gelooven, dat
het nog wel eenigen tijd duren zal, vóórdat
de Staatsbank tegenover de bedriegerijen
van het publiek (waaronder in Italië in dit
opzicht ook de eigen Agenten schijnen ge
rangschikt te moeten worden) even omzich
tig en goed gewapend slaat als vroeger dó
particuliere Maatschappijen.
K. S. W.
99
16.
©r staat op maken, dat ik handelend optreed.
Het is goed, mijnheer Carringshliff, wij
zullen zien.
Ik reken er op, dat mylord de oplossing
zal verkiezen, die voor alle partijen de gun
stigste is.
Lord Norman stond op, maakte een kleine
buiging en ging; de advocaat deed hem uit
geleide; zooais hij altijd zijne voorname cliën
ten deed.
«offen- di6 <lcur £esl°ten was, wreef de advo-
pehle-2 vei'genoegd de handen en mom-
Ik heb hem mijn tanden eens laten zien,
dan weet h«, dat ik zal bijten, als hü onhan-
elbaar blijft. Het scheen reeds te helpen,
maar nog met genoeg. Een volgende keer
wat meer!
Hij ging aan zijn schrijftafel zitten, nam
papier, en na een paar minuten peinzens
reef hij den volgenden brief:
jj Geachte Heer!
ik heden genoodzaakt, niet als uw
li i ,Srjlan, maar als een verzoeker bij u aan
°PPen; ik vlei inij bij voorbaat, dat ge
mijn wensch wilt vervullen, ofschoon die voor
ons verkeer in zaken niet van belang is. In
uw bankiershuis is een jonkman werkzaam,
in wiens vooruitkomen ik veel belang stel,
doch waarvan hij geheel onkundig moet blij
ven. Het is mij gelukt, voor hem een schoone
betrekking te vinden hij een groot Indisch
handelskantoor, doch liet is mij niet mogen
gelukken hem tot het aannemen van die be-
trekking over te halen. Daar ik deze weige-
ring aan jeugdig onverstand meen te moe
ten toeschrijven, zoo vind ik geen beteren
uitweg, dan hem zijn tegenwoordige betrek-
j king te doen verliezen. Ik zou het daarom
als een bijzondere welwillendheid jegens mij
opnemen, wanneer ge den jongen Lund uit
uw dienst wildet ontslaan, en zijn getuig
schrift zóó stellen, dat hij moeilijk weer in
Engeland een betrekking kan vinden. Ge
zoudt daardoor het vooruitkomen van den
j jonkman zeer bevorderen en mij oneindig
I verplichten. Ik verzoek u ook, geen aanstoot
I te nemen aan de geheime behandeling dezer
zaak eii ge kunt u verzekerd houden, dat ik
tot wederdienst steeds bereid zal zijn.
Met hoogachting blijf ik
Uw dienstwillige dienaar,
CARRIN GHSLIFF.
Hij las den brief nog eens door, deed hem
in een enveloppe, adresseerde hem aan den
heer G. C. Mattson te Londen, en liet hem
door een bediende dadelijk wegbrengen.
j Men moet zijn goede vrienden niet ver
geten, mompelde Carringshliff, terwijl een
1 duivelsclie lach om zijn mond speelde,
j Wé zullen eens zien of dit middeltje
helpt, om hem den moed te benemen zich in
i mijn zaken te mengen en mij in den weg te
treden. Ik heb wel andere leeuwen getemd,
als jou, mijn kereltje!
j Lord Norman was intusschen in zijn équi
page gestapt en had den koetsier bevolen
hem naar huis te brengen. Hij was nog ge
heel van streek door hetgeen tusschen hem
en Carringshliff was voorgevallen. Zijn vu
rige wensch was vervuld; de handen, die hem
aan den advocaat verbonden, waren geslaakt,
maar niet door zijn eigen toedoen, de advo
caat had hem er toe gedwongen. Was het
eigenlijk nu wel een scheiding te noemen?
Nu de advocaat ook het meisje verlangde, be
teeken de zijn eisch van de helft niets meer,
hij wilde alles hebben. Zij zou de belooning
zijn voor een geheime daad, die geen van hei
den hij den waren naam durfde noemen,
een daad, waarvan zij kennis droeg, waaraan
zij had medegewerkt door de rol te vervullen
die haar was aangewezen.
Hij zag geen uitweg, vooral niet als hij aan
den haat dacht, die haar tegen Carringshliff
bezielde. Dit was hem echter duidelijk; geen
van beide eischen van den advocaat kon in
gewilligd worden. Willigde men zijn eischen
in, dan kocht men zijn stilzwijgen, maar dan
was zijn eigen val onvermijdelijk. Er moest
een uitweg gevonden worden, maar hoe? Te-
vergeefs martelde hij zijn hersens met beant
woording van deze vraag,
j Hij kwam thuis met het dwaze besluit,
Alice tegen elke overrompeling van den ad
vocaat te vrijwaren, door haar bekend te ma
ken met het gebeurde en met hetgeen op han
den was. Zij moest nu deelnemen aan den
j strijd, heiden werden thans evenzeer be-
dreigd.
Hij gunde zieh slechts den tijd om van
I kleeding te verwisselen en naar zijn nicht te
vragen. Toen hij hoorde, dat zij in haar bou-
j doir was, ging hij dadelijk de trap op en ging
bij haar binnen.
Uw gelaat verraadt niet licht, wat er in
uw binnenste omgaat, mylord, doeh heden is
het tegendeel waar. Ge brengt slechte tijdin
gen, zeide zij en keek hem opletten^ aan.
Ge raadt mis en niet mis, kind, ant-
woordde hij, moeite doende om bedaard te
blijven. Laat ik met de goede berichten be
ginnen; ik heb mij losgemaakt van den advo
caat Carringhsliff.
Ah! riep de jonge dame uit met een
zucht van verlichting, dat is een ding van on-
j betaalbare waarde. Al het andere, dat ge ver
der te zeggen hebt, wordt hierdoor duizend
maal vergoed.
Ge zult wel begrijpen, dat onze achtbare
vriend de man niet ia om ons zonder offer
los te maken van den ketting waaraan hij
ons houdt. Toen wij zoover gekomen waren,
dat wij onbeschroomd over de noodwendig
heid van een scheiding spraken, dacht ik al
lereerst aan het stellen der voorwaarden,
waaronder dit gebeuren kon. Ik verlangde
daarom, dat hij ronduit zou zoggen, hoeveel
hij als belooning vroeg.
En liij vroeg?
Alles!
Hoe zoo? Alles?
Juist, zooals ik zeg; alles.
Hij is gek!
Niemand was beter hij zijn versland dan
hij op dat oogenblik. Hij was niet zoo onbe
schaamd zijn eisch /.no in te kleeden, alsof;
hij voor zieh alleen de vrucht begeerde van
onze slim bede te plannen, waarvan de uit
voering jaren lang zorg en moieite heeft
gekost. O neen, hü was veel bescheidener,
zün eerste eisch was slechts een half millioen
pond.
Die schaamtelooze!
Ge kunt begrypen, hoe ik over dezen
schandelyken hoogen eisch ontstelde. Ik ver
klaarde, dat ik daarmede nooit genoegen zou
nemen.
En verder?
Met de zachtaardigheid van een lam
stak hü zijn klauwen uit en eisch te
Nu?
Jou!
Mü? Waarom?
Om zün vrouw te worden!
Dat zou hem lüken! riep de jouge dame
met de diepste verachting uit.
Doorzie je zün helsche bedoelingen niet,
kind? Eerst de eene helft van het vermo-