Wandelschoen jes. P. W. TVfEEHUIJSEH, Barteljorlestr. 27. Tel. 1770. Tennisschoenen.
BINNENLAND.
'Avonturen van een steenen Patagoniër.
De redacteur, van de Msb. te Parijs schrijft
tj.d. 23 Juni:
Verplaatsen wij ons geachte lezers, het
ia voor dit romantisch verhaal noodig1 den
romantischen stijl te gebruiken omstreeks
het jaar 1899 op de grens van Chili en
iPatagonië.
De rivier Tucapel stuwt er hare blauwe
Iwateren voort onder de breed-waaierende
takken der boomen van het oerwoud. Door
het zware, gebronsde bladerendak dringt de
zon niet door en geen gouden schilfers val
len in het koele water, dat rustig voort
kabbelt langs de zandige oevers. Apen krij-
Bchen er in de boomen; een kleurige ka-
katoe fladdert van tak tot tak; een para
dijsvogel glanst als een juweel tusschenhet
diepe groen; een hagedisje schuifelt weg
tusschen de struiken langs den zandigen
oever
Het was op 'n Junidag van het jaar 1899
dat twee mannen in een bootje aan
het visschen waren vlak bij de monding
der rivier Tucapel. Zij vingen goudkleuri
ge visschen, vreemde rivierbewoners met
schrubben, glanzend als diamant; met vreem
de verwrongen, hakige bekken en waaieren
de staarten. En zij deden daar, bij de mon
ding der rivier Tucapel, een merkwaardige
vondst. Zij vonden er niet meer of minder
dan een versteend menschenlijk: het lijk
van een man, geheel en al versteend met
een gapende wonde boven het rechteroog.
Natuurlijk wisten onze visschers niet, wat
met den versteenden evenmensch aan te
vangen. Spoedig echter kwamen enkele ge
leerden eens naar de" vondst kijken. Niet
te veel tegelijk, -want bij de monding der
Tucapel, is het aantal voorbijgangers nu
juist niet groot.
Een der geleerden meende het lijk te her
kennen. Men stond hier voor het versteen
de overschot van den lord-admiraal Caven
dish, die in 1553 in deze onherbergzame
streken verloren raakte. Doch deze hypo
these vond geen genade in de oogen der
andere geleerde collega's. Uit oude perka
menten wist men overtuigend te bewijzen,
dat de lord-admiraal onmogelijk had kun
nen versteenen, daar hij op het bruiloftsmaal
van de dochter van den koning der Pata-
goniërs den hoofdschotel had uitgemaakt.
Anderen meenden in den steenen man den
beroemden Spaanschen veroveraar, don Pe
dro Valdivia te herkennen. Doch ook de
nobele hidalgo kon, volgens de gegevens
der historie, niet bij de monding der Tu
capel gevonden zijn, daar hij op 'n schoo-
nen dag te Toledo overleed, in volle wapen
rusting uitgestrekt op zijn stervenssponde.
En zoo bleef er niets anders over dan in
het versteende lijk het stoffelijk overschot
te zien van een opperhoofd der Patagoniërs,
die in overoude tijden onder het misbaar
zijner vrouwen en de klaagzangen van den
gansclien stam, ter ruste was gelegd. Hoe
het eerbiedwaardige opperhoofd in steen ver
anderd was: daarvan wist de geleerde niets
te vertellen en daarom schoof men de schuld
maar op een vulkanische uitbarsting, iets,
wat toch niet te controleeren is.
Buiten de geleerden kwam er ook wel eens
een enkele nieuwsgierige bij de monding van
de Tucapel naar den steenen man kijken. Op
een morgen bezocht ook eens een Amerikaan
Halle geheeten, den versteenden Pategoniër.
Na het wonderlijke lijk langen tijd bekeken
te hebben, stak hij een pijp aan, spuwde eens
op den grond draaide zich op de hakken om
en sprak op den kalmsten toon ter wereld
tot de visschers, die den steenen man gevon
den hadden, de veelbeteekenende woorden:
„How much?"....
Eenige weken later werd de steenen Pa
tagoniër in Lima tentoongesteld. Na Lima
waren nog enkele andere hoofdsteden van
Zuid-Amerika aan de beiyt. Overal mocht de
versteende hoofdman der Patagoniërs op het
grootste succes bogen. Do Amerikaansehe
impressario kon reeds heel wat gouden en
zilveren schijven in zijn zak doen rammelen.
Hij werd er steeds stoutmoediger door. En zoo
besloot hij de wijde zee over te steken, om
de steenen Patagoniër op de wereldtentoon
stelling van 1900 te Parijs te laten zien....
Doch deze reis maakte een einde aan het
aangroeiend fortuin van den ondernemenden
Yankee. Aan boord begon hij te dobbelen en
poker en baccarat deden de verdiende schij
ven uit den zak vliegen. Te Havre aangeko
men bezat hij niets meer dan zijn „great
attraction". Wat er nu precies verder met
hem gebeurd is, verhaalt de historie niet,
maar zeker is het dat het lijk van het Pata-
gonische opperhoofd zich eenige tijd later in
een bewaarplaats van oude meubelen be
vond.
En nu werden dezer dagen do redacties
der Parijsche bladen vérblijd met de toe-
zending van de volgende kennisgeving:
gen en dan de andere helft als je bruidschat.
Dan heeft hij alles en jou op den koop toe
alö een toegift, die hem lijkt.
Dat verlangen is te belachelijk om ooit
verwezenlijkt te kunnen worden. Beantwoord
mij nu slechts één vraag, mijnmylord!
Zijt ge zoover in zijn macht, dat er geen uit
weg meer is, dan inwilligen of vallen?
Dat weet ik niet zeker, maar ik vrees,
dat ons slechts de keus uit deze twee dingen
overblijft. Als hij niet zeker was van zijn
zaak, zou hij niet tot de grenzen gekomen
zijn, waar gij zijn willoos speeltuig en ik de
bedrogene word. Wat liet ook zijn moge, waar
hij over beschikt in ieder geval is het genoeg
om mij ten gronde te richten.
Hoe kondet gij alle voorzichtigheid zoo
uit het oog verliezen om u geheel in de macht'
van dien listigen man over te geven.
Wat helpen die klachten op een oogen-
blik als dit? Daar wordt de zaak niet door
veranderd kind!
Dus het komt op handelen aan,
Zonder twijfel, maar wat moet er gedaan
worden?
Stelt ge vertrouwen in mij? Uw volle
vertrouwen?
Wat een vraag kind! Ben jij het dan niet,
om wie alles gebeurd is, wat ons als een zwa
re last op de schouders drukt?.Ben ik niet
ter wille van jou voortgegaan tot aan
Hij bleef in zijn woorden steken.
Zeg mij dan, mylord, hoelang wij dan
tijd hebben om te handelen. Heeft de ellende
ling geen tijd bepaald.
Drie dagen kind, slechts drie dagen.
OPENBARE .VERKOOP,
Gemachtigd door twee vonnissen van 3e
Handelsrechtbank der Seine.
LICHAAM
VAN EEN VERSTEEND MENSOH,
te Parijs.
Hotel Drouot, Zaal no. 13.
Op Vrijdag, 27 Juni 1913.
Om vier uur in den namiddag.
De verkoop geschiedt contant met
tien procent opcenten.
Wanneer ér soms in Hollandi liefhebbers
voor een versteenden Patagoniër, mochten
zijn?
Intusschen is de versteende Patagoniër ver
kocht zooals de „Tel." vermeldt.
Met begeerig oog stonden Vrijdag tal van
liefhebbers in 't vendu-huis te Parijs naar den
versteenden Patagoniër te kijken, die straks
onder den hamer komen zou. Het eerste bod,
dat gedaan werd, was 1000 francs, waarna
dat bedrag spoedig opliep tot 6000 francs.
Na een heftigen strijd werd eindelijk zekere
mijnheer Tolomé, woonachtig te Parijs, voor
den prijs van 8200 francs de gelukkige eige
naar van den versteenden mensch.
Van gravin tot landloopster.
Te Parijs wekt het treurig lot van. een Fran-
sche aristocrate, die eens in de hoogste krin
gen verkeerde en nu in een niet gebruikten stal
door liet medelijden dier stalknechts een ellen
dig onderkomen gevonden heeft, groot opzien.
Jeanne de Gasaux, zooals de vervallen groot
heid heet, bracht een gelukkige jeugd op het
prachtige slot van haar vader te Fontainebleau
door; als jong meisje was zij op alle voorname
bals en feesten een gevierde schoonheidher
togen en graven waren dan haar partners en zij
was een welkome gast in de salons van de her
togin van Rohan, de hertogin van Grammont,
de prinses van Beauvau, de gravin van Contant
en vele andere dames van den hoogsten Fran-
schen adel. Totdat haar moeder stierf en haar
vader voor den tweeden keer trouwde. Haar
zuster had intusschen een schitterend huwelijk
aangegaan; zij kon het echter met haar stief
moeder niet goed vinden, verliet haar ouderlijk
huis, en woqnde daarna te Parijs bij den graaf
de la Béraudiére, een broeder van haar moeder.
Maar al spoedig verliet zij ook het huis van
haar oom, omdat zij voelde, dat zij hem eigen
lijk tot last, was. Zij leefde daarna van een
rente, die zij van haar vader ontving. Deze
rente werd later tot een jaargeld van 570
gulden verminderd en hield ten slotte geheel
op. De gevierde schoonheid der groote wereld,
wie niets te verwijten viel, geraakte in de bit
terste armoede. Zijzelf gelooft, dat deze zware
slag, die haar trof, in familie-intriges gezocht
moet worden. Reeds twaalf jaar lang heeft zij
tegen het harde noodlot gestreden en zij heeft
den beker der armoede met al zijn ellende en
ontberingen tot op den bodem toe geledigd. Al
baar vroegere vrienden hebben haar vergeten.
Ten slotte leefde zij van de liefdadigheid van
twee dames, van wie één barones was. die zij
van vroeger kende. Zij schreef een brief aan
den politieprefeet, waarin zij haar ellendigen
toestand schilderde; daarop werd zij voor gek
verklaard, en naar het gekkenhuis te Epinay
gebracht, waaruit zij spoedig weder als geheel
hersteld ontslagen werd.
„Ik heb ook de vernedering gekend, mijn
kamerhuur niet meer te kunnen betalen. Wei
nige vrienden mijner kindsheid hebben aan mij
gedacht," zoo vertelde zij aan een verslaggever
van de Matin". „De meesten hadden zelfs een
duivelsch genot erin, mij nog te vervolgen. Ik
zal nooit de ontmoeting vergeten met een
dame, die-ik in betere dagen goed kende; zij
keek met een hoonend gelach naar mijn arm
zalige kleeding, wierp mij een vijffranc-stuk toe
en ging lachend verder."
Nadat zij zoo een tijd lang door Parijs ge
zworven had, dakloos en zonder middelen van
bestaan, heeft zij eindelijk in een stal te Passy
een onderkomen gevonden, waar zij in een hoek
naast de kribbe van twee paarden mag slapen,
en in den anderen hoek wat mag koken als
zij tenminste iets te koken heeft.
HET TOEKOMSTIG KABINET.
Door een hoogst ernstig man, „die het
weten kan en tot de concentratie behoort",
werd aan den schrijver der Haagsche brie
ven in De Tijd de ongelooflijke en door hem
(en door ons. Red.) dan ook niet geloofde -
mededeeling gedaan dat het nieuwe kabinet'
Dat is meer dan wij noodig hebben.
Laat mij in uw plaats treden en het spel in
handen nemen, „mylord! Ge zult geen lafhar
tige vrouw op uw plaats vinden, ik zal han
delen als een man!
Haar oog schitterde, doch een trek van koe
le berekening en vastberadenheid lag op haar
schoon gelaat. Men zou hebben kuunen den
ken een mannengelaat te zien.
Hij krek haar met opmerkzaamheid aan en
zijn gelaat kreeg een glans van bevrediging
en kalmte.
Wat zal er gedaan worden? vroeg hij.
Lord Rumsdale zal morgen aanzoek bij
u doen om mijn hand, antwoordde zij fier.
Je wilt je verloven, kind? Is dat niet zeer
onverstandig van je?
Laat mij begaan, mylord. Mijn weg, voert
naar de plaats, die wij gevaar loopen te ver
liezen. Ik vroeg uw vertrouwen en ge hebt
het mij toegezegd. Volgens mijn overtuiging
is er voor ons slechts deze ééne weg; laat mij
die ongehinderd bewandelen, hij zal ons het
doel doen bereiken.
Ben je wel zeker, dat je bij den Lord op
geen bezwaren zult stooten?
Hij bemint mij, dat is voldoende.
En Carringshliff?
Hij zal over dezen steen vallen, zonder
ooit weer te kunnen opstaan.
Kind, kind, je tracht twee mannen tot je
speelpoppen te maken, die ieder afzonderlijk
slimmer zijn dan jij.
Ge kent de macht niet die een vrouw
kan ontwikkelen, als zij dat wil, mylord!
- En jij overschat die macht.
reeds geheel in elkaar zit en met zijn plan
gereed is.
Het zou er aldus uitzien:
Minister wan Buitenlandsche Zaken: Mr.
M. Tydeman, lid. der Tweede Kamer.
Minister van Binnenlandsclie Zaken, te
vens kabinetsformateur: mr. P. W. A. Cori
van der Linden, oud-minister van Justitie,
lid van den Raad van State en lid van de
paa ontbonden Grondwetscommissie.
Minister van Justitie: mr. J. Limburg,
niet herkozen Kamerlid.
Minister van Defensie: de feep. kolonel
Bosboom.
Minister van Financiën: mr. dr. A. van
Gijn, thesaurier-generaal aan het departe
ment van Financiën.
Minister van Waterstaat: de hoofdinge
nieur van Waterstaat Van Nes van Meer
kerk, hoofdinspecteur-generaal.
Minister van Landbouw, Handel en Nijver
heid: mr. W. van Emden, hoofd der afdee-
ling Arbeidersverzekering.
Minister van Koloniën: mr. C. Th. van
Deventer, lid van de Eerste Kamer en be
noemd lid der Tweede Kamer voor Assen.
De zegsman van den briefschrijver, die
verzekerde dat deze de oplossing is en geen
andere, verklaarde dat het nieuwe kabinet
geen concentratie-kabinet zal zijn en geen
zaken-kabinet, maar een kabinet ad hoe
(genre kabinet Röell-Van Houten).
Het kabinet zal zich de zeer beperkte taaK
stellen een partieele grondwetsherziening tot
stand te brengen, die niets anders zal bren
gen dan algemeen kiesrecht voor mannen en
de mogelijkheid van vrouwenkiesrecht, eveu-
redige vertegenwoordiging enstemplicht.
Met den stemplicht, waartegen bij socialisten
bezwaar bestaat, hoopt men de rechterzijde
tot medewerking te brengen. Deze grond
wetsherziening zal men binnen twee jaar tot
stand brengen. Het kabinet rekent voor zich
op geen langeren levensduur. Het kan zich
echter niet onttrekken aan de oplossing van
een tweetal vraagstukken: de financieele
kwestie en de invoering der verzekeringswet
ten.
HOE DE CONCENTRATIE HET TÉ
APELDOORN WON.
Over de spannende Kamerverkiezing in
bet district Apeldoorn doet „De Veluwe" de
volgende onthullingen:
Links, dat bleek al dadelijk, zat goed in de
papieren. De Bond van Ned. Onderw. bad
250 beschikbaar gesteld en toen de beeren
Esmeijer, Ravenswaaij en Niessink Woens
dag 18 Juni terugkeerden van bun bezoek
uit 's Gravenhage was de zak zoo gespekt,
dat met de rijksdaalders als bet ware kon
worden gegooid.
Dat men te Elspeet en Uddel, naar bet
hardnekkig gerucht loopt, geld heeft be
schikbaar gesteld voor ben, die op den candi-
daat Esmeijer stemden, kan er o.i. niet mee
door. We vernamen daaromtrent zooveel me-
dedeelingen, dat de mogelijkheid zeer groot
is, dat deze zaak nog gevolgen zal hebben.
Het tarief was daar als volgt: aanbreng
premie voor eiken kiezer voor Esmeijer 25
et. Uitkeering aan den kiezer bij de stemming
50 ct„ bij de herstemming 1.
Plaats en tijd voor de uitbetaling dezer gei
den, alsmede door wie dit is geschied, zijn
bekend, 't Komt ons voor, dat deze handel
wijze riekt naar omkooperij, wat bij de wet
strafbaar is gesteld, en waartegen, naar we
vernamen, door eenige leden van de vrijz.
kiesvereeniigng zeer terecht krachtig is ge
protesteerd.
STRIJDPENNING VOOR RECHTS.
De schrijver der brieven uit Brabant in
de T ij d stelt voor de oprichting van een
„Strijdpenning voor rechts".
De hoofdbesturen der coalitie-partijen wij
zen ieder een gedelegeerde aan, die te zamen
de leiding nemen.
Het reglement kan nit drie artikelen be
staan:
„Het fonds wordt beheerd door drie leden,
aangewezen door drie hoofdbesturen der coa
litie-partijen.
„Drie maanden vóór periodieke of onmid
dellijk na het bekend worden van tusschen-
tijdsehe verkiezingen, wordt in overleg met
de hoofdbesturen overgegaan tot verdeeling
van het fonds onder en naar gelang de be
hoefte van de verschillende kiesvereenigin
gen.
„Ieder Nederlander geen Chineezen b.v.
die als lid toetreedt, verbindt zich tot een
jaarlijksche bijdrage van minstens een gul
den."
Wellicht ware 't ook gewenscht op een
dergelijk reglement de koninklijke goedkeu
ring aan te vrager, om daardoor het aan
vaarden van schenkingen en legaten moge
lijk te maken.
De voordeelen aan een dergelijke vereeni-
ging verbonden zijn vele.
Dè financieele verhouding tusschen de ver
schillende reclitsche kiesvereenigingen in
Met bedenkingen komt men niet voor
waarts.
Men moet bezinnen, vóór men begint.
Het geluk begunstigt den moedige.
Moge het je begunstigen, mijn kind!
Wij zullen zijn hulp noodig hebben.
Laat de verlovingskaarten dadelijk druk
ken, en zend er nog heden een aan Carrings
hliff!
Wil je hem uitdagen, meisje?
Het zal slechts bet eerste schot zijn ten
teeken dat de strijd begint.
Je overmoed sleept mij bijna mee om
nu reeds aan uw welslagen te gelooven, dat
op dit oogenblik nog ver te zoeken is.
Ziet ge niet, mylord, dat we alles op één
kaart moeten zetten? Staan of vallen, dat is
voor ons de vraag. En ik wil niet vallen, my
lord. Ik wil de dobbelsteenen laten rolleD,
die ik in mijn hand hond - wee degene, die
ze tegen houdt! Ge hebt ons door uw dralen
aan den rand van den afgrond gebracht. Het
komt er nu op aan moedig om te keereu en
het midden van den strijd te zoeken.
Houdt de teugels goed vast, kind, dat nie
mand ze je ontrukt.
De jonge dame luisterde niet meer naar de
waarschuwende woorden van den voogd, die
zich hoofdschuddend verwijderde. Zij gaf be
vel, dat het rijtuig moest voorkomen en wei
nige minuten later reed zij naar mevrouw
Rumsdale.
HOOFDSTUK XVI.
In dezelfde zalen, waarin onlangs het bal
eenzelfde distriet Is tengevolge van het aan
gegaan electoraal aceoord gewijzigd en zou
op deze manier beter geregeld kunnen wor
den. Van groot belang is, dat de kiesveree
nigingen reeds te voren weten hoever zij
springen kunnen. De band tusschen de coa
litie-partijen wordt er door aangehaald. Het
eindeloos gebedel in verkiezingstijden ver
valt er door. De lasten worden meer gelijk
matig verdeeld.
Wie neemt nu eens het initiatief? De pro-
pagandaclubs zullen met geestdrift deze ac
tie aangrijpen en waar geen propaganda-
clubs zijn, daar zullen private personen
gaarne hun steun verleenen. Maar dan ooü
dadelijk aan den slag!
Ook A. BI. in de „Gelderl." spreekt de hoop
uit, dat men in deze verkiezingen aanleiding
zal vinden, om in deze vier jaar wat meer en
vroeger te denken aan de verkiezingskas der
R. K. partij.
Dat het tenminste algemeen bekend wordt,
waar die kas gevestigd is, zoodat men niet
toevallig in het laatste halfjaar vóór de ver
kiezingen dit te weten komt. Kunnen de R.K.
kiesvereenigingen niet een jaarlijksche bij
drage aan die kas afstaan? Maar nu niet 3"<£
jaar wachten?
T BEGINT AL.
De revolutionaire elementen, die onder de
tegenwoordige regeering, met name in het
leger, heel weinig in te brengen hebben, ver
heugen zich bij voorbaat al, dat links aan het
roer komt. Ze weten het wel, dat er dan weer
met hen rekening zal en moet gehouden wor
den. Zoo lazen wij dezer dagen in een der
linksche bladen het volgende bericht, schrijft
de „Nieuwe Meerbode":
„Dat deugt niet. Zaterdagochtend om
streeks 11% uur kwamen twee ploegen kor
poraals de Elswoutslaan af, gaande naar
Haarlem.
Even voor de woning van den heer De
Waal Malefijt zong de eerste ploeg de Inter
nationale uit volle horst.
Voor militairen met een rang bekleed
komt dit toch zeker allerminst te pas."
We namen dit bericht letterlijk over. Onze
lezers kunnen er uit zien, hoe de eoncentra-
tiepers over een dergelijk hoogst ernstig feit
oordeelt.
„Dat deugt niet". En: „Voor militairen met
een rang hekleed komt dit toch zeker aller
minst te pas."
Dat is alles! Dat is nu de hoogste afkeu
ring!
Wij vragen: wat moet er straks van komen,
als de teugels slap hangen en vooral de mi
nister van oorlog (en marine) de 18 „onderwij
zers van het gezag" naar de oogen moet
zien? En ook de concentratie-pers het niet
wagen zal, om tegen den zin van Troelstra
er op aan te dringen, dat met strenge hand
de tucht' zal worden gehandhaafd?
De lichtzinnige en ongemotiveerde ver
drijving van ons christelijk ministerie zal
niet het minst met het oog op leger en vloot
een ramp voor ons land blijken te zijn.
Om dat te voorspellen, behoeft men zeker
geen profeet te zijn,
't Begint nn al.
MR. TROELSTRA CONTRA DE N. R. CT.
De heer Troelstra antwoordt in Het Volk
de N. R. Ct„ die de leiders der S. D. A. P.
had gesommeerd te zeggen, of de partij voor
de consequentie van haar overwinning zou
terugdeinzen.
Hij vindt vooreerst, dat de sommatie op
dit oogenblik nog aan het verkeerde adres is
beteekend.
„Om ministerportefeuilles aan te nemen
of te weigeren, moeten ze eerst worden aan
geboden. Aangeboden niet in „snoevende
krantenartikelen", maar door de verantwoor
delijke staatslieden der partijen, op wie de
zorg voor de vorming van een kabinet straks
komt te rusten. En dat zijn niet de mannen
der S. D. A. P., maar die der concentratie,
die over tweemaal zooveel zetels beschikt als
onze partij en in haar midden de grootste
fractie der nieuwe linkerzijde bergt.
Eerst als dat aanbod is gedaan, niet in den
vorm eener algemeene vraag, maar in dien
van een concreet voorstel aan het „parle
mentaire hoofd" onzer partij, kan dit door
dezen aan de partij zelve worden voorgelegd
en door haar aangewezen organen, zoo noo
dig door een buitengewoon congres, de be
slissing worden genomen, waaraan zich dan.
naar goede sociaal-democratische manier,
ieder lid der partij heeft te onderwerpen.
Vau zoodanig aanbod nu is tot heden niets
gebleken. Ook onderhands is niemand onzer
over intrede in het komende ministerie ge
polst, integendeel is de houding der vrijzinni
gen gedurende de gansche verkiezingscam
pagne van dien aard geweest, dat een aanbod
hunnerzijds aan de S. D. A. P. tot intrede m
haar ministerie als een absolute onmogelijk
heid moet worden beschouwd.
Mr. Troelstra verdenkt den schrijver in de
N. R. Ct„ dat deze, indien de S. D. A. P. zich
was gegeven, werd het verlovingsfeest ge
vierd. Het was een zeer stijf diner. Het ver
loofde paar zat aan het midden van de tafel
op de eereplaats, daartegenover zat Lora
Norman met mevrouw Rumsdale en aan
weerszijden volgden nu naar rang en stand
alle bloedverwanten van het paar, zooveel
men er in Londen had kunnen opduiken.
Het was een zeer voornaam en zeer rijk ge
zelschap, dat in de zalen van Lord Norman's
huis bijeen was, maar zij waren allen vreese-
lijk stijf en vormelijk.
Het was een echt Engelsch diner. De goede
manieren werden nauwlettend in acht geno
men, geen mes of vork maakte gedruisch,
geen hord werd hoorbaar neergezet, geen glas
werd omgeworpeu, geen bediende bood een
schotel aan de verkeerde zijde aan. Het ta
felgesprek bleef een halfluid gemompel en
niemand sprak een woord meer dan noodig
was.
Zoo verliep het diner van het stijve begin
tot aan het stijve einde. De algemeene be
wondering over de onvoorziene verloving,
die zoo spoedig haar beslag had gekregen,
was reeds een beetje verminderd. Lord Rums
dale had verklaard, dat hij zijne aangebedene
met verzoeken had bestormd om geen verder
uitstel, zoodat haar niets anders was over
gebleven dan aan zijn wensch te voldoen. Of
alle aanwezigen dit geloofden zij daar gela
ten; genoeg, het gold voor de waarheid en
niemand was zoo vrij er twijfel over uit te
spreken.
Gelijk er aan alles een einde komt, zoo ook
aan dit verlovingsdiner. De dames stonden
op zijn oproep om in het ministerie te tre
den daartoe bereid verklaai'de, zelfs het
meest met het antwoord verlegen zou zijn.
Om niet te spreken van uwe concentratie
zelve, die 10 vrij-liberalen en zeker óók in
hare grootste fractie verscheidene leilen
telt, die er hartelijk voor zouden bedankeiq de
bezittende klasse en de koningin met een stel
letje roode republikeinsche ministers op te
schepen.
Want als de vrijzinnigen, om het algemeen
kiesrecht uit te voeren, een gemengd vrijzin
nig-socialistisch ministerie willen vormen,
zijn zij er met één minister niet af. Wie ons
hebben wil, krijgt ons niet óf geheel. Wij
vormen één derde der linkerzijde; wij blij
ven dus óf buiten het ministerie, óf, als wfj
er eenmaal ingaan, eisehen wij ons volle deel,
dat is 3 portefeuilles. Heeft de kranige deur
waarder der N. Rott. Ct„ die met ziju som
matie ons al bij voorbaat in verzuim stelt,
die drie portefeuilles altemet in den zak? Ën
zoo ja, welke portefeuilles? Als men voor
het algemeen kiesrecht een soc.-dem. minis
ter noodig heeft, dan dient men deze de por
tefeuille van Binnenlandsche Zaken te geven.
Vinden de heeren De Beaufort c. s. het zoo'u
gerust idee, dat het gezag over de commissa
rissen der koningin en de burgemeesters in
handen is van een sociaal-demoeraat? En
welke twee andere portefeuilles nad de dap
pere scribent van de N. Rott. Crt. onze partij
toegedacht? Moet Van Kol minister van Ko
loniën worden en Schaper van Arbeid of
heeft hij misschien op Ter Laan het oog ge
slagen voor Oorlog en op Hugenholtz "vooi-
Marine?
Zoo spot de heer Troelstra wreedaardig
met de concentratie, die hij geheel in zijn
macht heeft.
DE DELFTSCHE LUSTRUMFEESTEN.
Too verachtig mooi had Dinsdagavond het
Venetië van het Noorden zich iii liciittoillet
gestoken. Lampions en de traditioneele vet
potjes waren bij groote menigte aangebracht.
Voor Delft met zijn vele grachtjes blijven
de lange lijnen vetpotjes de ideale verlichting,
omdat zij zoo schitterend in het water weer
kaatsen. Een groote menigte was ook Dins
dagavond op de been. De feeststemming werd
steeds hooger en hooger. Overal werd de stoet
van pseudo-Perzen bij het passeeren wederom
met gejuich begroet.
Gisterenmiddag had de opvoering plaats
van het Perzisch spel Kurrogioe en Nighara,
een gebarenspel in vier tafereelen samenge-
stelt door dén dichter Hendrik v. d. Wal,
den toonkunstenaar Ant. Averkamp, en den
kunstschilder Ant. Molkenboer, waarvoor en
kele motieven ontleend werden aan de „Ad
ventures and Improvisations of Kurroglou"
door Alexander Ojodzke, verzameld voor het
Oriental Translation Fund, Het senario is een
vrije bewerking van de episode, waarin ver
haald wordt, hoe de avontuurlijk-gezinde prin
ses Nighara den vermaarden en bewonderden
roofridder en minsstreel, wiens liederen thans
nog bekend zijn in het Oosten, uitdaagde haar
te komen ontvoeren.
Het geheel werd door dilettanten opgevoerd,
die, onder leiding van Herman Schwab, die
allen de actie aangaf en den heer M. Po
lak, die de Perzische dansen in
studeerde, en die daarvoor ver
scheidene dagen voor instudeering en repe
tities noodig hebben gehad. Het spel dep
beide hoofdpersonen Prinses Nighara, (Mej.
A. W. Roes) en Kurrogioe (de heer J. P.
Tollenaar), dwong ieders bewondering af.
Vinden velen het eerste en derde bedrijf
iets te veel uitgebreid, het tweede en vierdé
„Prinses Nighara in het vrouwenverblijf van
Sultan Moe rads Slot" en de „terechtstelling"
van Kurrogioe op het marktplein van Sul
tan Moerads hoofdstad" mag een woord van
van Kurrogioe op het marktplein van Sul-
hulde niet onthouden worden Het gebed der
menigte voor de moskee was een bijzonder
stemmig oogenblik.
De prologen werden door den heer L. W.
G. de Roo de la Faille, een waardige per
soonlijkheid in wit priestercostuum, op klank
rijke wijze tot Shah Abbas gesproken.
Mej. Anna Slothauber en de heer W. G. T.
Bredius verleenden hun vocale medewer
king.
NIEUWE BEPALINGEN BESTELGOEDE-
RENVERVOER S.S.
Naar de Msb. verneemt, is in de nieuwe
bepaling op het bestelgoederenvervoer bij de
spoorwegmaatschappijen, waarbij vanaf 1
Juli elke colli van een adreskaart moet wor
den voorzien, nog een kleine wijziging ge
bracht. Alléén de naam van den geadresseerd
de moet op de kaart worden vermeld, doch
niet de naam van den afzender
Ook is de bepaling in het nieuwe bestel-
goederentarief, volgens welke dit tarief voor
zendingen hoven 15 K.G. opwaarts moest
worden afgerond op 5 ct., in zooverre veran
derd, dat bedragen minder dan 2% ets. kun
nen worden verwaarloosd.
op en lieten de heeren in het ongestoord ge
not van hun flesschen.
Het meerendeel der mannelijke gasten
maakte van die gelegenheid het gepaste ge
bruik; de glazen werden vlijtiger geledigd
en de politiek (verboden in gezelschap van
dames!) tot onderwerp van het gesprek ge
raakt.
Zoo ontspon zich aan de tafel een leven
dig gesprek, waar alle aanwezigen deel aan
namen. Lord Rumsdale was echter een te
teeder minnaar, om zich ook heden naar de
zeden des lands te schikken. Hij maakte ge
bruik van zijn recht om bij zijn geliefde te
zijn en verliet de tafel gelijk met de dames.
Op verlangen van miss Norman werd de
koffie onder de breede veranda voorgediend,
in de onmiddellijke nabijheid van de oranje
rie, terwijl een breede marmeren trap naar
het park voerde.
Het was een warme, mooie dag. Het weer
veroorloofde niet alleen dat men onder de
veranda aangenaam en vrij van tocht kon
zitten, maar het bood den bezoekers de gele
genheid aan tot een wandeling in het park,
dat reeds jeugdig groen vertoonde.
Voorloopig had het geheele gezelschap
plaats genomen aan de grootere en kleinere
tafels onder de veranda, die de bedienden
daar gereed gezet hadden.
In het midden zat het verloofde paar. Aan
diezelfde tafel hadden verscheidene jongere
en oudere dames uit de naaste bloedverwant
schap plaats genomen en hieronder was ooS
Lady Arabella O'Grey.
(Wordt vervolgd).