ALICE Brieven uit Zaandam. BUITENLAND. Brieven over Bouwkunst. Leger en Vloot. Landbouw en Visscherij ü&s Bon üaspdhé. F EU I lTËTt OnT Haapiem»Br»ussei- Has*ds©ln©©eisesni alle cgeSegenhedém 27. HIEUWE NAARLEMSCME COURANT JKf® IX. iHcfc is een verheugend verschijnsel cUuh men in de laatste jaren ook. in ons land zijne iaandacht ia gaan wijden aan steden-bouw kundige vraagstukken. Het buitenland was ons pp dit gebied sedert geruimen tijd voorgegaan, O. a. Duitschland, waar verschillende werken (over stedenbouw het licht zagen; met zijne periodieken op dit gebied en vooral door de in het vorig jaar gehouden stedenbouwten- .toonstelling te Üüsseldorl, ook in practised (opzicht is Duitschland ons een voorbeeld door jde grootsch opgezette uitbreidingsplannen der lyerschillende steden, waaraan de meest voor aanstaande kunstenaars hunne krachten wijd- Jden. In België is liet vooral de oud-Burge meester van Brussel, Oh. Buis, welke door zij n werk „Esthetiek des Villes" en ver schillende andere artikelen de belangstelling .voor een soboone stadsbebouwing heeft doen herleven. Ook in ons land, we zeiden het reeds, komt er meer belangstelling, als bewijs hier voor kunnen wij aanvoeren dat den Haag en 'Amsterdam het maken van uitbreidingsplan nen aan een vooraanstaand architect opdroe gen; de actie voor het verkrijgen van een leerstoel in de stedenbouw aan de Technische Eoogeschool te Delft en de verschijning van liet boek van den Utrechtschen Wethouder Mr. Fockerna Anclreae over „De hedendaag- Bche Stedenbouw". Waar als eerste voorname factor voor de verkrijging van een good stadsbeeld natuur lijk het plan moet genoemd worden, is de bebouwing, de ruimte omsluiting van het Stadsbeeld zeker van niet minder beteekenis. s Te weinig wordt er gewoonlijk do aandacht ■■an geschonken dat ieder te stichten touw werk een onderdeel van een toekomstig stads beeld zal vormen en dus hiermede in harmonie moet wezen, ieder die bouwt maakt gewoon lijk wat hij het mooiste vindt zonder te letten op reeds bestaande bebouwing of om geving en zoo ontstaan dan die wijken wel ke als het ware een staalkaart vormen van bouwkundige ontwerpen en bouwmaterialen, en een beleediging zijn voor elk kunstgevoelig gemoed. In Haarlem dreigt, wanneer de voorteeke tien niet bedriegen, een belangrijk stadsbeeld in een der buitenwijken ernstig te worden ge schaad, waarom wij er de aandacht op wil len vestigen. Wij bedoelen de omgeving der kerk van het H. Hart in het Kleverpark. Wanneer men, komende van Bloemendaal, langs den Kleverparkweg liet ron'dpoint na dert, dan ziet men liet stadsbeeld op fraaie wijze alTgesloten door de levendige vormen van het hoogoprijzende schip en koor der Kleverparkkerk. Het naast de kerk gelegen open terrein, hetwelk naar menigeen vermoed de, eerlang bestemd was voor het stichten van een katholiek schoolgebouw, hetwelk op Waardige wijze ntan de meer monumentale architectuur van kerk en pastorie zou aan sluiten en liet stadsbeeld op fraaie wijze af sluiten is echter sinds eenigen tijd als bouw terrein verkocht. Een der terreinen, vlak naast de pastorie, is nu bebouwd en vertoont als produkt van „eigenbouw", in zijne onrustige, zonder eenig govo-el voor goede verhoudingen opgezette bouwvormen, niet de minste poging om iets te maken in harmonie, in aansluiting aan de meer waardige, rustige architectuur der pas torie. Mocht deze bouw een voorproef wezen .van wat ons de verdere bebouwing van het terrein zal brengen, dan zal moeten worden toegegeven dat liet hierboven genoemde be langrijke stadsbeeld met de kerk op den achtergrond ernstig zal worden geschaad! Wij hopen dat zij, die op dit terrein willen bouwen of laten bouwen er zich rekenschap van dienen te geven, dat wie bouwt ook ai- gemeene schoonheidseischen moet bevredigen ?n dat hij de ingevingen van zijn persoon lijken smaak in overeenstemming heeft te brengen met de omgeving, opdat de harmonie en het karakter van liet stadsbeeld bewaard bi ij y A. J. P. De afdeeling Zaandam van de Liberale Unie besloot in haar laatste vergadering om bij de herstemming enkel de liberale candidaten te steunen. Dit berichtje dat er op het oog zoo eenvoudig en natuurlijk uitzag want wat is er natuurlijker dan dat een libe rale kiesvereeniging haar liberale candida ten besluit te steunen heeft een dieperen beteekenis en verdere strekking dan menigeen wel zal denken. Daardoor is ten eenemale allen samenwerking uitgesloten wat door vele liberalen wenschelijk en zelfs hoogst noodza kelijk wordt geacht, en wordt de verkie zing van Doctor Pelt in II en van den heer Decker in III uiterst onzeker, ik zou haast zeggen onmogelijk. Hadden zij kunnen be sluiten om samen te werken dan waren be halve hun candidaten de rechtsche candidaten van Pelt en Fris zeker gekozen, terwijl nu de rechtse,he candidaten nog een goede kans hebben en de liberalen zeker door twee so ciale worden vervangen. Enfin wie niet hooren wil moet maar voelen en de slagen die de liberalen den laatsfcen tijd gehad hebben zijn niet in staat geweest om hen tob het besluit te brengen dat willen zij niet geheel uit den raad verdrongen wor den door hun roode neven, zij moeten sa menwerken met de iredhtschen. Donderdag a.s. is het herstemming en daarmede is dan de verkiezingsdrukte afgeloopen. Nu het is zoo ook al welletjes, wij hebben ons deel wel gehad en al hebben de ver kiezingen ons geen winst bezorgd, zij heb ben toch eenige feiten in een helder dag licht gesteld, dat ik met veel genoegen hier even zal opsommen. Wat had den heer G. C. Kamphuys een mooi stemmencijfer. Jammer maar dat ta Krommenie, Assendelft en Westzaan onze mensclien zich niet allen aan het parool enkel Kamphuys stemmen hebben gehou den. De cijfers wijzen het uit, dat Dekker bij de eersben stemming 140 stemmen van rechtsche kiezers heeft gehad, Avaardoor daar bij de herstemming onthouding Avas ge adviseerd hij bij de tweede stemming juist achteruit ging. 'tls dus noodzakelijk dat de plaatselijke kiesvereengingen hun le den er op wijzen dat het hun plicht is zich aan het besluit der kiesvereeniging te houden. Dit is echter het eenigste zwarte vlekje waar ik op wilde Avijzen. De samenwerking tussohen de beide recht sche partijen is goed in orde, en de verstand houding hartelijk. Dat kwam vooral uit op Iden avond van stemming en herstemming voor de 2de Kamer. In het Bondsgebouw kwamen toen 's avonds de rechtschen broeder lijk bijeen, om den uitslag te hooren. Aan de bestuurstafel zaten de beide besturen; de eerw. lieeren Geestelijken, zoowel als de pre dikanten waren aanwezig en ons „Bondslied" en ,,Aa,n U, o Koning dier eeuwen" werd evengoed als hun „Zij zullen het niet hebben" staande gezongen en aangehoord. En het op wekkende woord door den Eerw. Kapelaan Bomans vond aandachtig gehoor, evenals het humoristisch getinte speechje van den heer iHarms. Toen leefde men nog in hoop, maar toen op den ongeluksavond der herstemming alles tegenliep en de stemming in de zaal gedrukt werd, kwam de heer Baas ons in een kernachtig toespraakje opbeuren en moed inspreken en ten slotte toen de heer Harms de vergadering die door onzen voorzitter met den Christelijken groet was geopend, mot een hartelijk gebed, waarin hij vertrouwen en berusting afsmeekte, sloot, toen gevoelde wij allen, wat ons ook scheidde, één in ons Christelijk Geloof. De Kamer-candidaat de Wilde had een klei ne 500 stemmen minder dan de liberale heer Limburg, men behoeft waal-lijk geen pro feet te zijn om te voorspellen dat het de laatste keer is geweest dat een liberaal in herstemming komt; de volgende keer zal het gaan tusschen rechts en rood. De stem- mencijfers Avijzen tevens uit dat de rechtschen van groot tot klein zich allen gehouden heb ben aan het advies der kiesveroonigingen „onthouden." Soms Avordt Avel eens beweerd dat de Christelijke arbeiders Avel eens in het geniep rood stemmen, maar het is nu toch helder bewezen dat zij die blaam niet ver dienen, er moge een enkele zijn, er zul len wel eenige „heeren" ook geweest zijn die den liberaal Limburg gestemd hebben. En nu eens over wat anders. De R. K. Bouw- Amreeniging heeft in haar j.l. week gehou den vergadering uit de verschillende inge komen ontwerpen en plannen het plan ge kozen onder motto „Eigen haard is goud waard", het bleek later dat de maker en ontwerper van dat plan is de heer S. B. van Santo do archifekt van het Sint Josephs- gesticht en de Groote Zuster-scholen, dus dat is in goede handen. Daar de vereeniging thans op eigen beenen kan staan komt een Avoord van lof toe aan het plaatselijk co mité der K. S. A. die het initiatief nam tot oprichting der bouwvereeniging en Avas het Avoord van dank dat op de vergadering aan den ijverigen voorzitter der K. S.A. werd ge bracht ten volle verdiend. Zaterdag 19 Juli is het de feestelijke her denking van het feit dat de Zeereerwaarde Moeder Overste OsAvalda 40 jaar hier ter stede haai* zegenrijken arbeid begon. Wat een tijd 40 jaar! Twee geslachten heeft zij groot zien Avonden. De ouders van de tegen woordige schoolbevolking zijn ook bij haar ter schole gcAvoest. Ieder kent „Waarde Moe der" zooals de volksmond haar noemt, ieder waardeert haar, stelt haar op hoegen prijs ik zou haast zeggen men vereert haar, want zoo vriendelijk zoo liefderijk, zoo ieder met raad en daad bijstaan dat kon alleen Waarde Moedor. Ik twijfel ook niet of de 19de Juli zal een ware feestdag worden. Wat Roemenië van Bulgarije eischt. Roemenië is er, na met niet verwachten spoed al zijn beschikbare troepen ouder de wapens te hebben geroepen, eindelijk toe overgegaan na geruimen tijd den weg der aanmaningen en bedreigingen te hebben bewandeld het gebied te bezetten, dat liet reeds zeer korten tijd na den aanvang der vredesonderhandelingen te Londen van Bul garije eischte als compensatie voor zijn neu trale houding tijdens den eersten, wat men zou kunnen noemen den „officieelen" Bal kan-oorlog. Thans, nu deze bezetting een feit is, lijkt 't ©ogenblik gekomen, meer in den breecle uiteen te zetten Avat Roemenië eigenlijk van Bulgarije eischt zegt de Tel. Omtrent den aard en de uitgestrektheid der aspiraties van Roemenië hebben de be richten langen tijd tegenstrijdig geluid, al naar mate zij uit Sofia of Boekarest kwa men. Oorspronkelijk heette het, dat Roe menië A*an Bulgarije den afstand der groote Don au-vesting Silistria en een aanzienlijke strook grondgebied aan de grens der Do- broedsja tot aan de haven Kavarna, aan de Zwarte Zee, met inbegrip daarvan, eischte. Later vernam men uit Bulgaarsche bron dat Roemenië bij de onderhandelingen tusschen Jonescu en Danef zijn eisclien in zooverre had beperkt, dat het niet meer den afstand der stad Silistria zelve eischte, maar slechts van de hoogten, die deze Ares- ting beheerschten. Tegen de bepalingen van het Berlijnsche Verdrag in waren deze hoog ten door de Bulgaren versterkt. En verder verlande men te Boekarest de slooping van de vestingwerken van Silistria. Aldus zou Bulgarije wel in het bezit blij ven van Silistria, liet welk evenwel het ka rakter van een ongevaarlijke Donau-stad zou verkrijgen, terwijl Roemenië, door het. bezit der omringende, krachtig versterkte hoogten, in staat zou zijn, de stad volko men te beheorschen, temeer, Avaar hét het Oostelijk van Silistria gelegen fort Arab Tabreh reeds sedert 1880 in bezit heeft. Verder zou Roemenië, altijd volgens de Bul gaarsche lezing, een strook grond tot aan de Zwarte Zee eischen, zonder dat nader werd aangeduid, hoe ver zich die strook uitstrekte. Veel juister echter zijn de Roemeensche eisclien van Boekarest uit omschreven. Roe menië eischte niet slechts den afstand van Silistria en alle forten, maar nog een zeer aanzienlijk gebied ten Westen daarvan, aan den Donau, tot aan de kleine Donau-ves- ting Toertoekan of Toetralcan die slechts 60 K.M. van Boekarest verwijderd is. Van daar loopt een tamelijk wel rechte grens lijn tot 20 K.M. Noordelijk yan de Bul gaarsche haven Varna. Aldus kreeg Roe menië Dobric, Kavarna en Baltschik in be zit. Maar van veel méér beteekenis voor ko ning Carol's rijk is, dat op deze wijze de Dobroedsja, tot een groote, levenskrachtige provincie wordt, voorgoed beveiligd tegen Bulgaarsche inhaligheid. Zooals de Dobroedsja was, vóór Roemenië het opgeëischte gebied gewapenderhand be zette, kon men deze provincie, door Bulga rije half als Bulgaarsch beschouwd, ook in derdaad geen behoorlijke compensatie ach ten voor de door Roemenië aan Rusland bewezen diensten in den RussischTurk- sclien oorlog. Ondanks haar gesteldheid echter de Dobroedsja is een waterarm weinig vruchtbaar berg- en steppenland aan den rechteroever van den Donau was deze provincie steeds een uit strategisch oogpunt zeer gewichtig land, daar het den doorgangsweg van alle uit 't Noorden ko mende invasies tegen Constantinopel vorm de. Toen zij nog in het bezit der Turken was, bouwden dezen er hun befaamden for- teinvierhoek, bestaande uit de gewichtige, versterkingen Roestsjoek en Silistria, aan den Donau, Sjoeinla in het binnenland van Bulgarije en Varna aan de Zwarte Zee. Na de beëindiging van den Russisch-Turkschen oorlog kwam, dank zij Rutland's machtige vriendschap, deze vierhoek in het bezit van Bulgarije, onder vooi'Avaarde, dat de ves tingen geslecht zouden worden hetgeen intusschen slechts in geringe mate heeft plaats gehad. Daar dit gedeelte der Dobroedsja boven dien aanzienlijk hooger is gelegen dan het aangrenzende Roemeensche gebied, valt het licht te begrijpen, dat Roemenië, in dezen staat van zaken, een voortdurende bedrei ging van zijn bestaan ziende, de eerste de beste gelegenheid heeft aangegrepen, de ge ilede Dobroedsja eens vooral in bezit te krijgen. Vrijstelling van opkomst voor don werkciykeu ilionst bü den landstorm. Voor den werkelijken dienst bij den landstorm behoeven niet op te komen: 1. De hoofden van departementen van alge meen bestuur. 2. De directeur van liet kabinet der Konin gin. 3. De leden van de Staten-Generaal, van den Raad van State, van de rechtelijke macht, van de Algemeene Rekenkamer en van Gedepu teerde Staten. 4. De ambtenaren in Ned. diplomatieken en consulairen dienst, alsmede de personen, die ter kanselarij van een Ncd. gezantschap of consu laat. werkzaam dan wel daaraan verbonden zijn 5. De commissarissen der Koningin. 6. De burgemeesters, de wethouders en de gemeente-secretarissen. 7. De agenten, controleerende geneesliceren. en ambtenaren van de rijksverzekeringsbank. 8. De hoofdambtenaren, ambtenaren en bezol digdo beambten bij de rijks- en bij de gemeente lijke politie, wier werkkring uitsluitend of al thans in hoofdzaak zich tot het politiewezen be paalt. 9. De ambtenaren en beambten bij rijksop voedingsgestichten en tuchtscholen, zoomede die bij gevangenissen en rijkswerkinrichtingen, met uitzondering van de schoolonderwijzers. 10. De ambtenaren, beambten en werklieden bij de rijkswerven, zoomede het vaste personeel der marinebakkerij. 11. De studenten in de geneeskunde, die bestemd zijn om te zijner tijd als officier van gezondheid bij de zeemacht in dienst te treden. 12. Het personeel van den loodsdienst en de bakenmeesters. 13. Het lid van den raad van toezicht op de spoorwegdiensten, belast om de militaire autoriteiten ter zijde te staan bij het uitvaar digen van bevelen betreffend-e den dienst op de gevorderde spoorwegen. 14. De ambtenaren en geëmployeerden enz. bij de topographische inrichting, bij de artille rie-inrichtingen, bij het rijksmagazijn van ge neesmiddelen, bij de centrale magazijnen van kleeding en uitrusting, bij militaire verple- gingsinriclitingen en bij de militaire inrichtin gen tot drinkwatervoorziening. 15. De vaste lijnwerk-ers bij de magazijnen van het regiment genietroepen. 10. Do leden van de commissiën voor de ver pleging en de verzorging van leger en bevol king in liniën en stellingen. 17. Het personeel, belioorende tot bakke rijen, meelfabrieken, fabrieken van verduur zaamde levensmiddelen, kleermakerijen en schoenmakerijen, met welker eigenaars of direc tion contracten zijn aangegaan tot levering aan het leger. Voorloopig behoeven niet op te komen: 1. De leden van het korps ingenieurs van den waterstaat, de havenmeesters, de opzichters van den waterstaat, het personeel op do rijks dienstvaartuigen, het haven-, sluis-, brug, en pontpersoneel en het personeel bij de stoomge malen, voor zoolang deze ambtenaren en beamb ten in geval van oorlog, oorlogsgevaar of an dere buitengewone omstandigheden in hun gewonen dienstkring zoodanig werkzaam zijn, dat zij daarin niet kunnen worden gemist of vervangen. 2. De bestuurders en de beambten en be dienden eencr spoorwegonderneming, voor zoo- lang zij in geval ven oorlog enz. daarbij werk zaam zijn. 3. Het personeel in dienst der posterijen en telegraphie, dat als zoodanig eene vaste aan stelling heeft verkregen. 4. De chef der afdeeling generale-thesaurie bij het dep. van financiën en de ambtenaren be- hoorende tot die administratie, welke werkzaam zijn aan liet derde bureau (beheer van 's rijks schatkist), voor zoolang zij daarbij werkzaam heden verrichten. 5. De agent van het ministerie van finan ciën, directeur van de grootboeken der natio nale schuld en de aan dezen onderhoorige, aan de afdeeling „Agentschap" verbonden ambte naren boven den rang van klerk. 6. De rijksbetaalmeesters en de aan hun kantoren verbonden rijksboekkouders, voor zoo lang de betaalmeesterskantoren, geopend moe ten blijven of rjjkskasgelden aan die kantoren berusten. 7. Do muntmeesters van 's rijks munt, de controleur-generaal en de secretaris bij de directie van 's rijks munt. 8. De ambtenaren der directe belastingen, invoerrechten en accijnzen. 9. De bewaarders van de hypotheken, het kadaster en de scheepsbewijzen en de ontvan gers der registratie en domeinen, der successie rechten en van het zegel. 10. Het personeel bij de betonning, beba- kening en kustverlichtiDg, voor zoolang liet in die diensten werkzaam is en voor zoover bet niet als militaire kustwachters is aangesteld, 11. Het personeel der landsdrukkerij. 12. Het personeel, werkzaam bij aannemers, met wie, op het tijdstip van het oproepen van den landstorm, contracten loopende zijn voor de levering van uitrustingsstukken of grond stoffen ten dienste van het leger. Vlasoogst in het N. van Frankrjjk. Do Ned. consul te Boulogne sur Mer deelt mede, dat de vlasoogst zich in het Fransche departement Pas de Calais bevrpdigend laat aanzien. De bebouwde oppervlakte is een wei nig kleiner dan die van het vorig jaar. Vervoer van stamboekvee naar Z.-Afrika. In de „Zuid-Afrikaansehe Union Gazette" zijn de navolgende bepalingen betreffende het vrachtvrij vervoer van stamboekvee met booten van de „Union Castle Steamship Cy. Lim." ge publiceerd. Onder stamboekvee worden verstaan heng sten, merriën (behalve voor de renbaan), stie ren, koeien, beeren, zeugen, rammen en ooien, alle voor de fokkerij bestemd. Onder vrije vracht is ook begrepen verzorging en oppas sing; voor voedering der dieren brengt de maatschappij echter de volgende kosten in reke ning: voor hengsten en merriën, stieren en koeien 4 pd. st. 15 sh. per stuk, voor beeren en zeugen, rammen en ooien 1 pd. st. 7 sh. 6 d. per stuk. Deze bedragen moeten worden voldaan bij het bespreken van het transport. Het vee wordt vervoerd voor risico van den eigenaar. Indien verschepers het vrachtvrij vervoerde vee onder veeartsenijkundig of ander bijzonder toezicht wenschen te plaatsen, kan zulks ge schieden onder speciaal met de maatschappij overeen te komen voorwaarden. Het stamboekvee moet ingeschreven zijn in het stam-of registerboek van de verschillende door den „High Commissioner" te Londen er kende fokvereenigingen of andere erkende ver- eenigingen, waarvan eene lijst op het bureau van den „High Commissioner" aanwezig is. Keurt de „High Commissioner" het stam- ot registerboek, waarin het vee is ingeschreven, goed, dan geeft hij daarvan een certificaat af. Een stamboekcertificaat van ieder dier, getee- kend door den fokker en door minstens óén getuige en afgegeven door de stamboekvereeni- ging waarin het dier is ingeschreven, moet ge hecht zijn aan het verzoek om vrachtvrij ver voer en moet met het certificaat van den „High Commissioner" aan de scheepvaart maatschappij vertoond worden. Voor paarden moet voorts een veeartsen(j- kundige verklaring worden overgelegd, dat hef dier vrij is van eene erfelijke ziekte. Onmiddellijk vóór de verscheping zullen alle dieren een i-eeartsenijkundig onderzoek onder, gaan. Door de „Union Oastle lino" zal zorg worden gedragen, dat driemaal 's jaars eene boot by de uitreis eene Nederlandsche haven aandoet, wanneer minstens 100 stuks vee voor verzen-» ding beschikbaar zijn. „St. Ot." Hoe goed en hoe lief is hij, riep zij uit, haar overmande. Hare oogen vielen dicht, haar hoofd viel in de kussens, een lichte zucht klonk en toen ademde zij weer gere geld. Langzamerhand verminderde het ge- druisch van haar ademhaling-, dat eindelijk geheel ophield. Hij voelde haar hand: deze was vochtig en koud. Blijkbaar tevreden verliet hij het bed en keek nauwlettend rond. Daar ontdekte hij Avat hij zocht; op een plankje stonden verscheidene medicijn- die reeds leeg gebruikt Avaren en L-; JLK-g U I.XSB morgen vroeg zal hij komen hooren, hoe ik flesclijes, het maak, hij is zeer bezorgd voor mij. Dat daaronder was er een precies als Dr. ls toch onnoodig, niet waar dokter? Ook Brown (.p het tafeltje had gezet. Hij bekeek ®eef hij mij den raad om geheel op u te ver- het en zag dat liet etiquet den naam van miss Norman droeg. Het schrift was van den trouwen. Ik zal toch uw drankje innemen. Walther wenscht, zal gebeuren. V„,.et oogen, die van A7reugde straalden, Jk Dr. Parker haar aan en zeide: fk kan u niet zeggen, hoeveel vreugde «e toy verschaft door dit bewijs van vertrou wen. Op mijn woord van eer, miss, uw ver- wouwen zal niet beschaamd worden. Maar het is nu noodig, dat ge gaat slapen; daar ïnoeten wij ook aan denken. Hij nam een leeg glas van het tafeltje, vul- directeur, alleen de datum verschilde van dien op het andere flesehje. Hij vulde het fleschje voor twee derden met water uit de karaf, zette bet op het tafeltje, stak het an dere iu zijn zak en legde den lepel bij het drankje op de tafel. Zoo scheen het of de zieke een gedeelte van liet drankje had in genomen en daarna was ingeslapen. Hij bleef geen oogenblik langer dan noodig ivas, enkelen blik. op het bed stil mogelijk de kamer. j.Lij nam len jeeg rau uci uuenje, vul- wierp nog een enk fie het half met water uit de karaf en schud-en toen verliet hij zoo e daarin een wit poeder, dat hij uit zijn Liet hij een lijk of een levend mensch aeh- westzak haalde. De poeder loste zich dadelijk ter? de uren verliepen, het sloeg elf uur, ii-o'i vocht kristalhelder was. Hij alles was doodstil in huis, maar twee men- jeikte haar liet glas over, en zonder beden-1 scheu waakten. dronk zij het in een teug leeg. j De vensters in de studeerkamer van Dr. fe Deed ik dat goed zoo? vroeg zij lachende.Broivu waren nog verlicht en op de bovcn- tnin°s ll0e kij ernstig met het hoofd i verdieping stond Dr. Parker doodstil te luis- nie en gevoelde toen reeds dat de slaap teren en te wachten. I Het sloeg twaalf uur, nauwelijks was de galm van den laatsten slag weggestorven, of men hoorde een deur open gaan en de ven sters in Dr. Browu's studeervertrek werden donker. Te vergeefscli deed de directeur moeite om zonder gedruisch te loopen, zijn i Aroeten waren zoo zwaar als lood. Hij kon ze nauwelijks vooruit brengen toen hij de trap opging, welke naar de vertrekken der vrou welijke patiënten leidde, maar hij deed zich 1 geweld aan en sleepte zich voort, hoewel de j lamp, die hij in de hand hield, zóó schud- de, dat de ballon en het glas tegen elkaar rinkelden. Zoo kwam bij voor Alice's kamer. Drie viermaal stak hij de hand uit naar den knop van de deur en even dikwijls trok hij haar terug. Maar eindelijk verzamelde Hij al zijn moed en opende de deur. Oplettend luisterde hij naar de ademhaling van het meisje, alles bleef stil, hij hoorde totaal niets. Wat het nu voorhij? Met de rinkelende lamp naderde hij het bed, hij zag het gedeel telijk geledigdo medicijnfleschje en stak de hand uit om het lichaam aan te raken, maar 'dat voornemen bracht hij niet ten uiti'oer. j Hij gruwde er van zijn slachtoffer aan te ra ken. Daar lag zij voor hem, het gedeelte dat aan het drankje ontbrak, deed hem zien, j wat er gebeurd was. Schuw zag hij in het vertrek rond, Avas er iemand, die hem zag? Noen, liier was niemand, die op hem lette. Daar lag alleen een doode, zij zou niets ver- i raden van hetgeen liii deed. Snel greep hij het fleschje van de tafel en liet het in zijn zak glijden. Toen veegde hij den lepel af, dien hij had mede gebracht. Maar nu voort van deze plaats der verschrikking! Ha, wat was dat? Hoorde hij daar geen voetstap in de gang? Wie kwam hem hier beluisteren? Neen, zijn ontsteltenis bracht hem zeker in dien waan. Het was niets. Alles was daar buiten zoo stil als hier. Voort, voort! Hij greep de lamp weder en deze rinkelde in zijn bevende hand. Nu was hij over den dremel, daar drukte hij de deur in het slot. Hij schrikte en bleef een oogenblik staan om te luisteren, maar alles bleef stil. Nu sloop hij den gang langs en do trap af naar zijn kamer. Overal begeleidde hem 't spook achtig gerinkel van de lamp en zijn stap was zoo slepend alsof hij vermoeid was van een A-erre wandeling. Op zijn seliouders drukte liet zwaarste Avat den mensclien drukken kan: de schuld. Zoodra hij in zijn kamer was, opende hij het venster, liet het fleschje leeg loopen en blies de lamp uit en zocht zijn bed op, maai bij vond geen rust. Onrustig keerde hij zich telkens in zijn bed om, zoodra hij de oogen sloot, stond de gedaante van zijn slachtoffer voor hem, bleek, ontsteld, in doodsgewaad en van haar blauwe lippen klonk het telkens weder: Voor tienduizend pond! Voor tien duizend pond! I)o tweede, die dezen nacht in bet gesticht wakker was, liad opmerkzaam den weg ge- volgd, dien de directeur van zijn kamer naa. Alice's vertrek en terug liad afgelegd. Maar er verliep nog wel een half uur, voor hij zijn Avachtpost verliet en licht aanstak. Toen eerst ging liij naar Alice's kamer. Met de lamp in de hand trad hij aan haar bed, liet i licht op haar gelaat schijnen en voelde haar pols. Met een tevreden glimlach liet hij haar hand op de deken glijden en zette toen het te voren meegenomen fleschje weer op de plaats waar het andere gestaan had, dat nu in het bezit van Dr. Brown was. j Dit was alles, wat hij deed; zonder ge druisch keerde hij naar zijn kamer terug en legde zich ter ruste Het had vier uur geslagen, de natuur be- gon te ontwaken. Aan de Oosterkim werden de wolkjes reeds met goud gelint, de zon steeg langzaam en majestueus boven de kim. Haar glanzende stralen vielen op het gelaat j van het meisje op het eenzame bed. Nu kou men duidelijk zien, dat de dood hier zijn of- fer geveld had. De half geopende oogen wa- ren dor en strak, haar mond half geopend,. het schoone gelaat bleek en koud, maar ge heel onveranderd, de ademhaling stond stil. Het werd later, er kwam beweging in liuis. Deuren werden geopend en weer gesloten, de oppassers en oppasseressen gingen naar de patiënten. Eén A'an die oppasseressen trad Alice's kamer binnen. Zij schrikte toen zij in het bed keek, maar zij was hier te lang in dienst om alleen op haar oogen te ver-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1913 | | pagina 5