ALICE
Brieven uit Zaandam.
BUITENLAND.
Brieven over Bouwkunst.
Leger en Vloot.
Landbouw en Visscherij
ü&s Bon üaspdhé.
F EU I lTËTt OnT
Haapiem»Br»ussei- Has*ds©ln©©eisesni alle cgeSegenhedém
27.
HIEUWE NAARLEMSCME COURANT JKf®
IX.
iHcfc is een verheugend verschijnsel cUuh
men in de laatste jaren ook. in ons land zijne
iaandacht ia gaan wijden aan steden-bouw
kundige vraagstukken. Het buitenland was ons
pp dit gebied sedert geruimen tijd voorgegaan,
O. a. Duitschland, waar verschillende werken
(over stedenbouw het licht zagen; met zijne
periodieken op dit gebied en vooral door de
in het vorig jaar gehouden stedenbouwten-
.toonstelling te Üüsseldorl, ook in practised
(opzicht is Duitschland ons een voorbeeld door
jde grootsch opgezette uitbreidingsplannen der
lyerschillende steden, waaraan de meest voor
aanstaande kunstenaars hunne krachten wijd-
Jden. In België is liet vooral de oud-Burge
meester van Brussel, Oh. Buis, welke door
zij n werk „Esthetiek des Villes" en ver
schillende andere artikelen de belangstelling
.voor een soboone stadsbebouwing heeft doen
herleven.
Ook in ons land, we zeiden het reeds,
komt er meer belangstelling, als bewijs hier
voor kunnen wij aanvoeren dat den Haag en
'Amsterdam het maken van uitbreidingsplan
nen aan een vooraanstaand architect opdroe
gen; de actie voor het verkrijgen van een
leerstoel in de stedenbouw aan de Technische
Eoogeschool te Delft en de verschijning van
liet boek van den Utrechtschen Wethouder
Mr. Fockerna Anclreae over „De hedendaag-
Bche Stedenbouw".
Waar als eerste voorname factor voor de
verkrijging van een good stadsbeeld natuur
lijk het plan moet genoemd worden, is de
bebouwing, de ruimte omsluiting van het
Stadsbeeld zeker van niet minder beteekenis.
s Te weinig wordt er gewoonlijk do aandacht
■■an geschonken dat ieder te stichten touw
werk een onderdeel van een toekomstig stads
beeld zal vormen en dus hiermede in harmonie
moet wezen, ieder die bouwt maakt gewoon
lijk wat hij het mooiste vindt zonder te
letten op reeds bestaande bebouwing of om
geving en zoo ontstaan dan die wijken wel
ke als het ware een staalkaart vormen van
bouwkundige ontwerpen en bouwmaterialen,
en een beleediging zijn voor elk kunstgevoelig
gemoed.
In Haarlem dreigt, wanneer de voorteeke
tien niet bedriegen, een belangrijk stadsbeeld
in een der buitenwijken ernstig te worden ge
schaad, waarom wij er de aandacht op wil
len vestigen.
Wij bedoelen de omgeving der kerk van
het H. Hart in het Kleverpark.
Wanneer men, komende van Bloemendaal,
langs den Kleverparkweg liet ron'dpoint na
dert, dan ziet men liet stadsbeeld op fraaie
wijze alTgesloten door de levendige vormen
van het hoogoprijzende schip en koor der
Kleverparkkerk. Het naast de kerk gelegen
open terrein, hetwelk naar menigeen vermoed
de, eerlang bestemd was voor het stichten
van een katholiek schoolgebouw, hetwelk op
Waardige wijze ntan de meer monumentale
architectuur van kerk en pastorie zou aan
sluiten en liet stadsbeeld op fraaie wijze af
sluiten is echter sinds eenigen tijd als bouw
terrein verkocht.
Een der terreinen, vlak naast de pastorie,
is nu bebouwd en vertoont als produkt van
„eigenbouw", in zijne onrustige, zonder eenig
govo-el voor goede verhoudingen opgezette
bouwvormen, niet de minste poging om iets
te maken in harmonie, in aansluiting aan de
meer waardige, rustige architectuur der pas
torie.
Mocht deze bouw een voorproef wezen
.van wat ons de verdere bebouwing van het
terrein zal brengen, dan zal moeten worden
toegegeven dat liet hierboven genoemde be
langrijke stadsbeeld met de kerk op den
achtergrond ernstig zal worden geschaad!
Wij hopen dat zij, die op dit terrein willen
bouwen of laten bouwen er zich rekenschap
van dienen te geven, dat wie bouwt ook ai-
gemeene schoonheidseischen moet bevredigen
?n dat hij de ingevingen van zijn persoon
lijken smaak in overeenstemming heeft te
brengen met de omgeving, opdat de harmonie
en het karakter van liet stadsbeeld bewaard
bi ij y
A. J. P.
De afdeeling Zaandam van de Liberale Unie
besloot in haar laatste vergadering om bij de
herstemming enkel de liberale candidaten te
steunen. Dit berichtje dat er op het oog
zoo eenvoudig en natuurlijk uitzag want
wat is er natuurlijker dan dat een libe
rale kiesvereeniging haar liberale candida
ten besluit te steunen heeft een dieperen
beteekenis en verdere strekking dan menigeen
wel zal denken. Daardoor is ten eenemale
allen samenwerking uitgesloten wat door vele
liberalen wenschelijk en zelfs hoogst noodza
kelijk wordt geacht, en wordt de verkie
zing van Doctor Pelt in II en van den heer
Decker in III uiterst onzeker, ik zou haast
zeggen onmogelijk. Hadden zij kunnen be
sluiten om samen te werken dan waren be
halve hun candidaten de rechtsche candidaten
van Pelt en Fris zeker gekozen, terwijl nu
de rechtse,he candidaten nog een goede kans
hebben en de liberalen zeker door twee so
ciale worden vervangen.
Enfin wie niet hooren wil moet maar voelen
en de slagen die de liberalen den laatsfcen
tijd gehad hebben zijn niet in staat geweest
om hen tob het besluit te brengen dat willen
zij niet geheel uit den raad verdrongen wor
den door hun roode neven, zij moeten sa
menwerken met de iredhtschen. Donderdag
a.s. is het herstemming en daarmede is dan
de verkiezingsdrukte afgeloopen.
Nu het is zoo ook al welletjes, wij hebben
ons deel wel gehad en al hebben de ver
kiezingen ons geen winst bezorgd, zij heb
ben toch eenige feiten in een helder dag
licht gesteld, dat ik met veel genoegen hier
even zal opsommen.
Wat had den heer G. C. Kamphuys een
mooi stemmencijfer. Jammer maar dat ta
Krommenie, Assendelft en Westzaan onze
mensclien zich niet allen aan het parool
enkel Kamphuys stemmen hebben gehou
den. De cijfers wijzen het uit, dat Dekker
bij de eersben stemming 140 stemmen van
rechtsche kiezers heeft gehad, Avaardoor
daar bij de herstemming onthouding Avas ge
adviseerd hij bij de tweede stemming
juist achteruit ging. 'tls dus noodzakelijk
dat de plaatselijke kiesvereengingen hun le
den er op wijzen dat het hun plicht is
zich aan het besluit der kiesvereeniging te
houden.
Dit is echter het eenigste zwarte vlekje
waar ik op wilde Avijzen.
De samenwerking tussohen de beide recht
sche partijen is goed in orde, en de verstand
houding hartelijk. Dat kwam vooral uit op
Iden avond van stemming en herstemming
voor de 2de Kamer. In het Bondsgebouw
kwamen toen 's avonds de rechtschen broeder
lijk bijeen, om den uitslag te hooren. Aan
de bestuurstafel zaten de beide besturen; de
eerw. lieeren Geestelijken, zoowel als de pre
dikanten waren aanwezig en ons „Bondslied"
en ,,Aa,n U, o Koning dier eeuwen" werd
evengoed als hun „Zij zullen het niet hebben"
staande gezongen en aangehoord. En het op
wekkende woord door den Eerw. Kapelaan
Bomans vond aandachtig gehoor, evenals het
humoristisch getinte speechje van den heer
iHarms. Toen leefde men nog in hoop, maar
toen op den ongeluksavond der herstemming
alles tegenliep en de stemming in de zaal
gedrukt werd, kwam de heer Baas ons in
een kernachtig toespraakje opbeuren en moed
inspreken en ten slotte toen de heer Harms
de vergadering die door onzen voorzitter met
den Christelijken groet was geopend, mot
een hartelijk gebed, waarin hij vertrouwen
en berusting afsmeekte, sloot, toen gevoelde
wij allen, wat ons ook scheidde, één in ons
Christelijk Geloof.
De Kamer-candidaat de Wilde had een klei
ne 500 stemmen minder dan de liberale heer
Limburg, men behoeft waal-lijk geen pro
feet te zijn om te voorspellen dat het de
laatste keer is geweest dat een liberaal in
herstemming komt; de volgende keer zal
het gaan tusschen rechts en rood. De stem-
mencijfers Avijzen tevens uit dat de rechtschen
van groot tot klein zich allen gehouden heb
ben aan het advies der kiesveroonigingen
„onthouden." Soms Avordt Avel eens beweerd
dat de Christelijke arbeiders Avel eens in het
geniep rood stemmen, maar het is nu toch
helder bewezen dat zij die blaam niet ver
dienen, er moge een enkele zijn, er zul
len wel eenige „heeren" ook geweest zijn
die den liberaal Limburg gestemd hebben. En
nu eens over wat anders. De R. K. Bouw-
Amreeniging heeft in haar j.l. week gehou
den vergadering uit de verschillende inge
komen ontwerpen en plannen het plan ge
kozen onder motto „Eigen haard is goud
waard", het bleek later dat de maker en
ontwerper van dat plan is de heer S. B.
van Santo do archifekt van het Sint Josephs-
gesticht en de Groote Zuster-scholen, dus
dat is in goede handen. Daar de vereeniging
thans op eigen beenen kan staan komt een
Avoord van lof toe aan het plaatselijk co
mité der K. S. A. die het initiatief nam tot
oprichting der bouwvereeniging en Avas het
Avoord van dank dat op de vergadering aan
den ijverigen voorzitter der K. S.A. werd ge
bracht ten volle verdiend.
Zaterdag 19 Juli is het de feestelijke her
denking van het feit dat de Zeereerwaarde
Moeder Overste OsAvalda 40 jaar hier ter
stede haai* zegenrijken arbeid begon. Wat
een tijd 40 jaar! Twee geslachten heeft zij
groot zien Avonden. De ouders van de tegen
woordige schoolbevolking zijn ook bij haar
ter schole gcAvoest. Ieder kent „Waarde Moe
der" zooals de volksmond haar noemt, ieder
waardeert haar, stelt haar op hoegen prijs
ik zou haast zeggen men vereert haar, want
zoo vriendelijk zoo liefderijk, zoo ieder met
raad en daad bijstaan dat kon alleen Waarde
Moedor. Ik twijfel ook niet of de 19de Juli
zal een ware feestdag worden.
Wat Roemenië van Bulgarije eischt.
Roemenië is er, na met niet verwachten
spoed al zijn beschikbare troepen ouder de
wapens te hebben geroepen, eindelijk toe
overgegaan na geruimen tijd den weg
der aanmaningen en bedreigingen te hebben
bewandeld het gebied te bezetten, dat liet
reeds zeer korten tijd na den aanvang der
vredesonderhandelingen te Londen van Bul
garije eischte als compensatie voor zijn neu
trale houding tijdens den eersten, wat men
zou kunnen noemen den „officieelen" Bal
kan-oorlog.
Thans, nu deze bezetting een feit is, lijkt
't ©ogenblik gekomen, meer in den breecle
uiteen te zetten Avat Roemenië eigenlijk van
Bulgarije eischt zegt de Tel.
Omtrent den aard en de uitgestrektheid
der aspiraties van Roemenië hebben de be
richten langen tijd tegenstrijdig geluid, al
naar mate zij uit Sofia of Boekarest kwa
men. Oorspronkelijk heette het, dat Roe
menië A*an Bulgarije den afstand der groote
Don au-vesting Silistria en een aanzienlijke
strook grondgebied aan de grens der Do-
broedsja tot aan de haven Kavarna, aan
de Zwarte Zee, met inbegrip daarvan,
eischte. Later vernam men uit Bulgaarsche
bron dat Roemenië bij de onderhandelingen
tusschen Jonescu en Danef zijn eisclien in
zooverre had beperkt, dat het niet meer
den afstand der stad Silistria zelve eischte,
maar slechts van de hoogten, die deze Ares-
ting beheerschten. Tegen de bepalingen van
het Berlijnsche Verdrag in waren deze hoog
ten door de Bulgaren versterkt. En verder
verlande men te Boekarest de slooping van
de vestingwerken van Silistria.
Aldus zou Bulgarije wel in het bezit blij
ven van Silistria, liet welk evenwel het ka
rakter van een ongevaarlijke Donau-stad
zou verkrijgen, terwijl Roemenië, door het.
bezit der omringende, krachtig versterkte
hoogten, in staat zou zijn, de stad volko
men te beheorschen, temeer, Avaar hét het
Oostelijk van Silistria gelegen fort Arab
Tabreh reeds sedert 1880 in bezit heeft.
Verder zou Roemenië, altijd volgens de Bul
gaarsche lezing, een strook grond tot aan
de Zwarte Zee eischen, zonder dat nader
werd aangeduid, hoe ver zich die strook
uitstrekte.
Veel juister echter zijn de Roemeensche
eisclien van Boekarest uit omschreven. Roe
menië eischte niet slechts den afstand van
Silistria en alle forten, maar nog een zeer
aanzienlijk gebied ten Westen daarvan, aan
den Donau, tot aan de kleine Donau-ves-
ting Toertoekan of Toetralcan die slechts
60 K.M. van Boekarest verwijderd is. Van
daar loopt een tamelijk wel rechte grens
lijn tot 20 K.M. Noordelijk yan de Bul
gaarsche haven Varna. Aldus kreeg Roe
menië Dobric, Kavarna en Baltschik in be
zit. Maar van veel méér beteekenis voor ko
ning Carol's rijk is, dat op deze wijze de
Dobroedsja, tot een groote, levenskrachtige
provincie wordt, voorgoed beveiligd tegen
Bulgaarsche inhaligheid.
Zooals de Dobroedsja was, vóór Roemenië
het opgeëischte gebied gewapenderhand be
zette, kon men deze provincie, door Bulga
rije half als Bulgaarsch beschouwd, ook in
derdaad geen behoorlijke compensatie ach
ten voor de door Roemenië aan Rusland
bewezen diensten in den RussischTurk-
sclien oorlog. Ondanks haar gesteldheid
echter de Dobroedsja is een waterarm
weinig vruchtbaar berg- en steppenland aan
den rechteroever van den Donau was
deze provincie steeds een uit strategisch
oogpunt zeer gewichtig land, daar het den
doorgangsweg van alle uit 't Noorden ko
mende invasies tegen Constantinopel vorm
de. Toen zij nog in het bezit der Turken
was, bouwden dezen er hun befaamden for-
teinvierhoek, bestaande uit de gewichtige,
versterkingen Roestsjoek en Silistria, aan
den Donau, Sjoeinla in het binnenland van
Bulgarije en Varna aan de Zwarte Zee. Na
de beëindiging van den Russisch-Turkschen
oorlog kwam, dank zij Rutland's machtige
vriendschap, deze vierhoek in het bezit van
Bulgarije, onder vooi'Avaarde, dat de ves
tingen geslecht zouden worden hetgeen
intusschen slechts in geringe mate heeft
plaats gehad.
Daar dit gedeelte der Dobroedsja boven
dien aanzienlijk hooger is gelegen dan het
aangrenzende Roemeensche gebied, valt het
licht te begrijpen, dat Roemenië, in dezen
staat van zaken, een voortdurende bedrei
ging van zijn bestaan ziende, de eerste de
beste gelegenheid heeft aangegrepen, de ge
ilede Dobroedsja eens vooral in bezit te
krijgen.
Vrijstelling van opkomst voor don werkciykeu
ilionst bü den landstorm.
Voor den werkelijken dienst bij den landstorm
behoeven niet op te komen:
1. De hoofden van departementen van alge
meen bestuur.
2. De directeur van liet kabinet der Konin
gin.
3. De leden van de Staten-Generaal, van
den Raad van State, van de rechtelijke macht,
van de Algemeene Rekenkamer en van Gedepu
teerde Staten.
4. De ambtenaren in Ned. diplomatieken en
consulairen dienst, alsmede de personen, die ter
kanselarij van een Ncd. gezantschap of consu
laat. werkzaam dan wel daaraan verbonden zijn
5. De commissarissen der Koningin.
6. De burgemeesters, de wethouders en de
gemeente-secretarissen.
7. De agenten, controleerende geneesliceren.
en ambtenaren van de rijksverzekeringsbank.
8. De hoofdambtenaren, ambtenaren en bezol
digdo beambten bij de rijks- en bij de gemeente
lijke politie, wier werkkring uitsluitend of al
thans in hoofdzaak zich tot het politiewezen be
paalt.
9. De ambtenaren en beambten bij rijksop
voedingsgestichten en tuchtscholen, zoomede
die bij gevangenissen en rijkswerkinrichtingen,
met uitzondering van de schoolonderwijzers.
10. De ambtenaren, beambten en werklieden
bij de rijkswerven, zoomede het vaste personeel
der marinebakkerij.
11. De studenten in de geneeskunde, die
bestemd zijn om te zijner tijd als officier van
gezondheid bij de zeemacht in dienst te treden.
12. Het personeel van den loodsdienst en de
bakenmeesters.
13. Het lid van den raad van toezicht op
de spoorwegdiensten, belast om de militaire
autoriteiten ter zijde te staan bij het uitvaar
digen van bevelen betreffend-e den dienst op de
gevorderde spoorwegen.
14. De ambtenaren en geëmployeerden enz.
bij de topographische inrichting, bij de artille
rie-inrichtingen, bij het rijksmagazijn van ge
neesmiddelen, bij de centrale magazijnen van
kleeding en uitrusting, bij militaire verple-
gingsinriclitingen en bij de militaire inrichtin
gen tot drinkwatervoorziening.
15. De vaste lijnwerk-ers bij de magazijnen
van het regiment genietroepen.
10. Do leden van de commissiën voor de ver
pleging en de verzorging van leger en bevol
king in liniën en stellingen.
17. Het personeel, belioorende tot bakke
rijen, meelfabrieken, fabrieken van verduur
zaamde levensmiddelen, kleermakerijen en
schoenmakerijen, met welker eigenaars of direc
tion contracten zijn aangegaan tot levering aan
het leger.
Voorloopig behoeven niet op te komen:
1. De leden van het korps ingenieurs van
den waterstaat, de havenmeesters, de opzichters
van den waterstaat, het personeel op do rijks
dienstvaartuigen, het haven-, sluis-, brug, en
pontpersoneel en het personeel bij de stoomge
malen, voor zoolang deze ambtenaren en beamb
ten in geval van oorlog, oorlogsgevaar of an
dere buitengewone omstandigheden in hun
gewonen dienstkring zoodanig werkzaam zijn,
dat zij daarin niet kunnen worden gemist of
vervangen.
2. De bestuurders en de beambten en be
dienden eencr spoorwegonderneming, voor zoo-
lang zij in geval ven oorlog enz. daarbij werk
zaam zijn.
3. Het personeel in dienst der posterijen en
telegraphie, dat als zoodanig eene vaste aan
stelling heeft verkregen.
4. De chef der afdeeling generale-thesaurie
bij het dep. van financiën en de ambtenaren be-
hoorende tot die administratie, welke werkzaam
zijn aan liet derde bureau (beheer van 's rijks
schatkist), voor zoolang zij daarbij werkzaam
heden verrichten.
5. De agent van het ministerie van finan
ciën, directeur van de grootboeken der natio
nale schuld en de aan dezen onderhoorige, aan
de afdeeling „Agentschap" verbonden ambte
naren boven den rang van klerk.
6. De rijksbetaalmeesters en de aan hun
kantoren verbonden rijksboekkouders, voor zoo
lang de betaalmeesterskantoren, geopend moe
ten blijven of rjjkskasgelden aan die kantoren
berusten.
7. Do muntmeesters van 's rijks munt, de
controleur-generaal en de secretaris bij de
directie van 's rijks munt.
8. De ambtenaren der directe belastingen,
invoerrechten en accijnzen.
9. De bewaarders van de hypotheken, het
kadaster en de scheepsbewijzen en de ontvan
gers der registratie en domeinen, der successie
rechten en van het zegel.
10. Het personeel bij de betonning, beba-
kening en kustverlichtiDg, voor zoolang liet
in die diensten werkzaam is en voor zoover bet
niet als militaire kustwachters is aangesteld,
11. Het personeel der landsdrukkerij.
12. Het personeel, werkzaam bij aannemers,
met wie, op het tijdstip van het oproepen van
den landstorm, contracten loopende zijn voor
de levering van uitrustingsstukken of grond
stoffen ten dienste van het leger.
Vlasoogst in het N. van Frankrjjk.
Do Ned. consul te Boulogne sur Mer deelt
mede, dat de vlasoogst zich in het Fransche
departement Pas de Calais bevrpdigend laat
aanzien. De bebouwde oppervlakte is een wei
nig kleiner dan die van het vorig jaar.
Vervoer van stamboekvee naar Z.-Afrika.
In de „Zuid-Afrikaansehe Union Gazette"
zijn de navolgende bepalingen betreffende het
vrachtvrij vervoer van stamboekvee met booten
van de „Union Castle Steamship Cy. Lim." ge
publiceerd.
Onder stamboekvee worden verstaan heng
sten, merriën (behalve voor de renbaan), stie
ren, koeien, beeren, zeugen, rammen en ooien,
alle voor de fokkerij bestemd. Onder vrije
vracht is ook begrepen verzorging en oppas
sing; voor voedering der dieren brengt de
maatschappij echter de volgende kosten in reke
ning: voor hengsten en merriën, stieren en
koeien 4 pd. st. 15 sh. per stuk, voor beeren en
zeugen, rammen en ooien 1 pd. st. 7 sh. 6 d. per
stuk.
Deze bedragen moeten worden voldaan bij het
bespreken van het transport. Het vee wordt
vervoerd voor risico van den eigenaar.
Indien verschepers het vrachtvrij vervoerde
vee onder veeartsenijkundig of ander bijzonder
toezicht wenschen te plaatsen, kan zulks ge
schieden onder speciaal met de maatschappij
overeen te komen voorwaarden.
Het stamboekvee moet ingeschreven zijn in
het stam-of registerboek van de verschillende
door den „High Commissioner" te Londen er
kende fokvereenigingen of andere erkende ver-
eenigingen, waarvan eene lijst op het bureau
van den „High Commissioner" aanwezig is.
Keurt de „High Commissioner" het stam- ot
registerboek, waarin het vee is ingeschreven,
goed, dan geeft hij daarvan een certificaat af.
Een stamboekcertificaat van ieder dier, getee-
kend door den fokker en door minstens óén
getuige en afgegeven door de stamboekvereeni-
ging waarin het dier is ingeschreven, moet ge
hecht zijn aan het verzoek om vrachtvrij ver
voer en moet met het certificaat van den
„High Commissioner" aan de scheepvaart
maatschappij vertoond worden.
Voor paarden moet voorts een veeartsen(j-
kundige verklaring worden overgelegd, dat hef
dier vrij is van eene erfelijke ziekte.
Onmiddellijk vóór de verscheping zullen alle
dieren een i-eeartsenijkundig onderzoek onder,
gaan.
Door de „Union Oastle lino" zal zorg worden
gedragen, dat driemaal 's jaars eene boot by
de uitreis eene Nederlandsche haven aandoet,
wanneer minstens 100 stuks vee voor verzen-»
ding beschikbaar zijn. „St. Ot."
Hoe goed en hoe lief is hij, riep zij uit,
haar overmande. Hare oogen vielen dicht,
haar hoofd viel in de kussens, een lichte
zucht klonk en toen ademde zij weer gere
geld. Langzamerhand verminderde het ge-
druisch van haar ademhaling-, dat eindelijk
geheel ophield. Hij voelde haar hand: deze
was vochtig en koud. Blijkbaar tevreden
verliet hij het bed en keek nauwlettend rond.
Daar ontdekte hij Avat hij zocht; op een
plankje stonden verscheidene medicijn-
die reeds leeg gebruikt Avaren en
L-; JLK-g U I.XSB
morgen vroeg zal hij komen hooren, hoe ik flesclijes,
het maak, hij is zeer bezorgd voor mij. Dat daaronder was er een precies als Dr.
ls toch onnoodig, niet waar dokter? Ook Brown (.p het tafeltje had gezet. Hij bekeek
®eef hij mij den raad om geheel op u te ver- het en zag dat liet etiquet den naam van miss
Norman droeg. Het schrift was van den
trouwen. Ik zal toch uw drankje innemen.
Walther wenscht, zal gebeuren.
V„,.et oogen, die van A7reugde straalden,
Jk Dr. Parker haar aan en zeide:
fk kan u niet zeggen, hoeveel vreugde
«e toy verschaft door dit bewijs van vertrou
wen. Op mijn woord van eer, miss, uw ver-
wouwen zal niet beschaamd worden. Maar
het is nu noodig, dat ge gaat slapen; daar
ïnoeten wij ook aan denken.
Hij nam een leeg glas van het tafeltje, vul-
directeur, alleen de datum verschilde van
dien op het andere flesehje. Hij vulde het
fleschje voor twee derden met water uit de
karaf, zette bet op het tafeltje, stak het an
dere iu zijn zak en legde den lepel bij het
drankje op de tafel. Zoo scheen het of de
zieke een gedeelte van liet drankje had in
genomen en daarna was ingeslapen. Hij
bleef geen oogenblik langer dan noodig ivas,
enkelen blik. op het bed
stil mogelijk de kamer.
j.Lij nam len jeeg rau uci uuenje, vul- wierp nog een enk
fie het half met water uit de karaf en schud-en toen verliet hij zoo
e daarin een wit poeder, dat hij uit zijn Liet hij een lijk of een levend mensch aeh-
westzak haalde. De poeder loste zich dadelijk ter? de uren verliepen, het sloeg elf uur,
ii-o'i vocht kristalhelder was. Hij alles was doodstil in huis, maar twee men-
jeikte haar liet glas over, en zonder beden-1 scheu waakten.
dronk zij het in een teug leeg. j De vensters in de studeerkamer van Dr.
fe Deed ik dat goed zoo? vroeg zij lachende.Broivu waren nog verlicht en op de bovcn-
tnin°s ll0e kij ernstig met het hoofd i verdieping stond Dr. Parker doodstil te luis-
nie en gevoelde toen reeds dat de slaap teren en te wachten.
I Het sloeg twaalf uur, nauwelijks was de
galm van den laatsten slag weggestorven, of
men hoorde een deur open gaan en de ven
sters in Dr. Browu's studeervertrek werden
donker. Te vergeefscli deed de directeur
moeite om zonder gedruisch te loopen, zijn
i Aroeten waren zoo zwaar als lood. Hij kon ze
nauwelijks vooruit brengen toen hij de trap
opging, welke naar de vertrekken der vrou
welijke patiënten leidde, maar hij deed zich
1 geweld aan en sleepte zich voort, hoewel de
j lamp, die hij in de hand hield, zóó schud-
de, dat de ballon en het glas tegen elkaar
rinkelden. Zoo kwam bij voor Alice's kamer.
Drie viermaal stak hij de hand uit naar
den knop van de deur en even dikwijls trok
hij haar terug. Maar eindelijk verzamelde
Hij al zijn moed en opende de deur. Oplettend
luisterde hij naar de ademhaling van het
meisje, alles bleef stil, hij hoorde totaal
niets.
Wat het nu voorhij? Met de rinkelende
lamp naderde hij het bed, hij zag het gedeel
telijk geledigdo medicijnfleschje en stak de
hand uit om het lichaam aan te raken, maar
'dat voornemen bracht hij niet ten uiti'oer.
j Hij gruwde er van zijn slachtoffer aan te ra
ken. Daar lag zij voor hem, het gedeelte dat
aan het drankje ontbrak, deed hem zien,
j wat er gebeurd was. Schuw zag hij in het
vertrek rond, Avas er iemand, die hem zag?
Noen, liier was niemand, die op hem lette.
Daar lag alleen een doode, zij zou niets ver-
i raden van hetgeen liii deed. Snel greep hij
het fleschje van de tafel en liet het in zijn
zak glijden. Toen veegde hij den lepel af,
dien hij had mede gebracht. Maar nu voort
van deze plaats der verschrikking! Ha, wat
was dat? Hoorde hij daar geen voetstap in
de gang? Wie kwam hem hier beluisteren?
Neen, zijn ontsteltenis bracht hem zeker in
dien waan. Het was niets. Alles was daar
buiten zoo stil als hier. Voort, voort! Hij
greep de lamp weder en deze rinkelde in zijn
bevende hand.
Nu was hij over den dremel, daar drukte
hij de deur in het slot.
Hij schrikte en bleef een oogenblik staan
om te luisteren, maar alles bleef stil. Nu
sloop hij den gang langs en do trap af naar
zijn kamer. Overal begeleidde hem 't spook
achtig gerinkel van de lamp en zijn stap was
zoo slepend alsof hij vermoeid was van een
A-erre wandeling. Op zijn seliouders drukte
liet zwaarste Avat den mensclien drukken
kan: de schuld.
Zoodra hij in zijn kamer was, opende hij
het venster, liet het fleschje leeg loopen en
blies de lamp uit en zocht zijn bed op, maai
bij vond geen rust. Onrustig keerde hij zich
telkens in zijn bed om, zoodra hij de oogen
sloot, stond de gedaante van zijn slachtoffer
voor hem, bleek, ontsteld, in doodsgewaad
en van haar blauwe lippen klonk het telkens
weder: Voor tienduizend pond! Voor tien
duizend pond!
I)o tweede, die dezen nacht in bet gesticht
wakker was, liad opmerkzaam den weg ge-
volgd, dien de directeur van zijn kamer naa.
Alice's vertrek en terug liad afgelegd. Maar
er verliep nog wel een half uur, voor hij zijn
Avachtpost verliet en licht aanstak. Toen
eerst ging liij naar Alice's kamer. Met de
lamp in de hand trad hij aan haar bed, liet
i licht op haar gelaat schijnen en voelde haar
pols. Met een tevreden glimlach liet hij haar
hand op de deken glijden en zette toen
het te voren meegenomen fleschje weer op
de plaats waar het andere gestaan had, dat
nu in het bezit van Dr. Brown was.
j Dit was alles, wat hij deed; zonder ge
druisch keerde hij naar zijn kamer terug en
legde zich ter ruste
Het had vier uur geslagen, de natuur be-
gon te ontwaken. Aan de Oosterkim werden
de wolkjes reeds met goud gelint, de zon
steeg langzaam en majestueus boven de kim.
Haar glanzende stralen vielen op het gelaat
j van het meisje op het eenzame bed. Nu kou
men duidelijk zien, dat de dood hier zijn of-
fer geveld had. De half geopende oogen wa-
ren dor en strak, haar mond half geopend,.
het schoone gelaat bleek en koud, maar ge
heel onveranderd, de ademhaling stond stil.
Het werd later, er kwam beweging in liuis.
Deuren werden geopend en weer gesloten,
de oppassers en oppasseressen gingen naar
de patiënten. Eén A'an die oppasseressen trad
Alice's kamer binnen. Zij schrikte toen zij
in het bed keek, maar zij was hier te lang
in dienst om alleen op haar oogen te ver-