Rameinsche Kroniek.
TTIlTFlTTfl0
EïïM map.
BUITENLAND.
Wat anderen zeggen.
Rond de Liturgie.
Üu Bon Ëfóarchég
j,^oy essis,
Maarlem-Brussel. Hawdschoestem *ooi* alle gelegenhettere,
EERST ZANDTRELTEN, DAN DE GROO
TE VAART.
NIEUWE HAARLE/ASCHE COURANT blad
CASAMICCIOLA, 15 Juli.
tk moet nog eene kleine nalezing houden
er Eome alvorens iets van het oord te
rteilen, waar ik mij nu bevind.
Reeds meer dan eens schreef ik over het
postelfeest in Sint Pieter, 't was dus niet
lcel plaatsgebrek, dat mij noopte er mij
et een paar woorden van af te maken.
iar wat ik nooit meedeelde is, dat de
ius op den vooravond om 8 uur zich, van
,n hof begeleid, naar Sint Pieter begeeft
.1 daar, bij het graf van den eersten ste-
houder van Christus, 'te bidden. Natuur-
k is de kerk gesloten en wordt niemand
halve de heeren van het gevolg en de
rnunniken, die den Paus opwachten, toege
laten.
Op 6 Juli werd door de Presidente van
n Katli. Vrouwenbond het internationaal
■mité der dames die in haar resp. vader-
nd gelden inzamelen voor de kapel der H.
elena, aan den Paus voorgesteld. Eigen-
ik vond ik geen recht te hebben daar
..nwezig te zijn. Mijne stem is toch ge-
eest als die eerst roepende in de woes-
n.' En de secretaresse der Haagsche aid.
in den K. V. B. de eenige die een
vensteeken gaf - bevestigt wat ik onlangs
hreef„Er is in Holland zoo goed als geen
^langstelling voor de Constantijnsche her-
enking." Meer dan genoeg heb ik er reeds
an gezegd om er nogmaals op terug te
amen, maar ergerlijk is en blijft het. Of
i hier en daar in eene kerk volgens
m kantteekening der redactie dezer oou-
mt het vrijheidsedikt herdacht wordt
oet absoluut niets ter zake. Het Roomsche
olk van Nederland gaat in dezen hand in
and met de protestanten van overal, en
uthoudt zich van elke kondgeving van
ankbaarheid, waar allen, uit welk wereld-
cel ook, met Rome als middelpunt, de
,'iomf des kruizes feestelijk herdenken.
In Nederland is ook weder eens bewaar -
eid wat men zoo vaak ziet geschieden en
aardoor het kwade overaL zoo vrij spel
eeft. Terwijl de Beliais-zonen werken en
ich. inspannen en geen enkele poging spa-
in om hunne zaak te doen zegevieren, be-
inden zich onder Gods kinderen massa's
iffen en slappen, die van oordeel dat het
t> hen niet aankomt, met de handen in
en schoot blijven zitten en zoo den boozen
rij spel laten. Had liet geloovige deel van
ederland even hard misschien zelfs half
oo hard gewerkt als de S. D. A. P., zoo
are hetland nu niet overgeleverd aan de
od-verachters. .Waartoe dient het er nu
oekjes om te binden en te zeggen: „een
olgende maal zal het beter gaan, wij heb-
en geleerd." Wanneer de zielen der kin-
eren waar het om gaat nu niet zoo-
eel waard geacht werden, dat men alles,
ust, tijd, geld, offerde om de christelijke
ohool te redden, wetend wat de op het
.ussen zittende Regeering bij machte en
-illens was te doen, zullen die dan later,
anneer er reeds velen verdorven zullen
ijn, in de oogen der verkeerd of niet stem-
ïers in waarde gerezen zijn? Ik zou een
'ondel met zijn „Roskam" aan 't woord
illen zien en niet een vergoelijkend „ge
lagen maar niet verslagen" willen hooren.
Dankbaar ben ik dat die verkiezingen ge-
ahiedden op een tijdstip dat het gezelschap
pen in Rome slaapt en men zijne kennis-
an niet ziet Of spreekt, en liet mij scha
len voor mijne landgcnoolen nog een poos
itgesteld wordt. Met hoeveel innige voldoe
ing wees ik niet steeds op Nederland, met
ielgië het eenige land waar eene christe-
jke regeering aan het roer was en nu?
!ah
Indien de schrijfster, uit. wier pen de zoo
egelijke artikelen: Voor de Roomsche
rouw" vloeien, de toestanden schetst als
ij zijn, en er werkelijk zoo weinig echt,
ittgesproken Roomsch leven onder de Hol-
indsche vrouwen is, dat hebben ook dezen
eel op. haar geweten. Ik ben ten zeer-
fce t e g e n vrouwenkiesrecht, daar de vrouw
ndirect veel meer invloed uitoefenen kan
-n op betere wijze dan door mede ter stem
bus te gaan. Hoe is het mogelijk dat eene
enkele roomsche vrouw hare kinderen, of
in 't algemeen de jonge zielen niet zóó lief
heeft, om echtgenoot, broeder, vader of ver
loofde niet te hebben gedwongen, door ze
delijk overwicht, om hun plicht te doen.
Het is hoognoodig, dat er, een reveil
kome 1 Zij predike dus, en wekke ande
ren ter prediking op, deze flinke schrijf
ster, die geen blad voor den mond neemt
en zegt waar -het op staat.
Anders zaL het in Holland dra gaan als
hier, waar de meisjes trouwen om een auto
te hebben, en van haar man wegloopen, zoo
zijne middelen hem niet veroorloven haar
die te geven, zooals juist met een jong ad
vocaat, mij bekend, geschiedde, kort voor
mijn vertrek naar hier. Nog een ander staal
tje waar men toe komt wanneer men het
geloof prijs, geeft en het geloof in de prak
tijk des levens, het natuurlijke gevolg van
opvoeding in een godsdienstlooze school.
Ik vraag aan een kennis hoe het mogelijk
is dat hij veroorlooft dat zijne vrouw zich
zoo schaamteloos kleedt. Zie hier het ant
woord in al zijne tragiek: Eenige weken ge
leden verbood ik mijne vrouw een kleed te
dragen, dat juist gebracht werd. Weigering
harerzijds aan mijn wensch gevolg te geven.
Ik neem een schaar en knip het stuk. Groo-
te scène. Na een week een nieuw kleed
schaamteloozer dan het eerste. Weder knip
ik het stuk. Grooter scène. Een derde kleed,
dat wat meer ergernis opwekt. Wat moet ik
doen. Millionair ben ik niet en in een maand
tijds heb ik drie toiletten moeten betalen,
die telkens duurder werden, lioe minder stof
er aan ging en hoe dunner de stof
Eigenlijk ware het te wenschen dat het
nu in Nederland een echt Babylonië werd,
dan zou men wakker worden als de ziele-
nood aan den man kwam en zich ten bloe
de toe inspannen om het juk van den zede-
verderver af te schudden en voor goed
eene Christelijke regeering op den zetel te
helpen. Adam's kinderen zijn nu eenmaal
zoo dat slechts wanneer zij verdrukt en
vervolgd worden het geloof onder hen bloeit
en vruchten draagt. Holland's Katholieken
hebben het te goed gehad in de laatste
tientallen jaren.
Zoo, nu heb ik mijn hart gelucht en gaan
wij uit een ander vaatje tappen. Wij heb
ben onlangs van de herleving van een an
tiek schouwspel kunnen genieten. De „Ba-
chanten van Euripides" werden met eene
bezitting van 350 personen in het stadion
opgevoerd. Het was alles werkelijk zeer
goed, ook de koren, en men kon zich eenig-
zins in het antieke leven terugdenken. Toch
maar eenigszins en aan het genieten haper
de ook nog al 't een en ander.
Primo is de achtergrond, de lage Parioli
heuvels met burgerlijke, stijilooze villatjes,
zeker niet de gewenschte voor zulk eene
grootsche tragedie. Secundo is dit stadion
eene ware schande voor Rome, waar zooveel
prachtige amphitheaters geweest zijn. Het
is een ondier van gewapend beton, inder
haast samengeflanst ten tijde der expositie
twee jaar geleden. Van buiten is het heel
en al niet af en is al het balkenwerk te
zien; eenige magere boompjes lijden, temid
den van verscheidene overledenen, een kwij
nend bestaan.
De plaatsen, zelfs die van 10 frs., waren
niet genummerd, zoodat men 1 a 2 uur te
voren moest komen om een plaats te be
machtigen, waar men zien en hooren kon, en
uren moest doorbrengen in de brandende zon
op een gloeiend gestoofde betonbauk. Alleen
op die van 10 frs. lag een dun kussentje
en ook daar was geen sprake van schaduw.
Men dacht met smart aan de grooie z'eilen
die in oud-Roineinschen tijd over de toe
schouwersruimte gespannen werden.
Ik lierhaal: eene ware schande voor eene
stad als Rome, te meer indien men het ver
gelijkt met het volgens beschrijving en
afbeelding
grootsche stadion dat in Ber
lijn verrees in de groote Grunewalder ren
baan, te midden van het sehoone dennen
woud.
(Wórdt.
dgd).
De afkomst der Roemeniërs.
Bij de groote rasvermenging, die bij alle
Balkan-volkeren voorkomt, is het moeilijk de
afkomst van de verschillende naties te be
palen. Vooral bij de Roemeniërs is dit een
lastig probleem. Langen tijd heeft men hen
voor afstammelingen van de oude Daciërs
gehouden. Emil Fischer, een bekende ethno-
loog te Boekarest is op grond van tal van
historische en geografische studiën, tot de
conclusie gekomen, dat de hedendaagsche
Roemeniërs niet van de geromaniseerde
Thraeiërs afstammen, zooals men tot nog
toe meende, maar „Thraco-Romanen" zijn.
Deze hebben echter in den loop der eeuwen
zooveel Slavisch bloed opgenomen, dat het
halve Slaven zijn geworden. Deze rasver
menging blijkt zeer duidelijk uit de Roe-
meensehe volkspoëzie, waarin de wilde harts
tocht en de sombere melancholie, der Slaven
zich paart aan het scherpe verstand en de
gezonde zinnelijkheid der Romanen.
De verliezen op den Balkan.
De correspondent van de „Corrière della
Sera", die zich in Macedonië bevindt, en alle
plaatsen heeft bezocht, waar de oorlog heeft
gewoed, geeft volgens de Tel. de volgende
ramingseijferis van de verliezen aan men-
schenlevens en aan geld der twee Balkan
oorlogen:
Eerste oorlog:
Bulgarije: 350.000 soldaten te velde; 80.000
dooden door oorlog en ziekte; 1% millioen
lire verlies aan rijkdom.
Servië: 250.000 man te velde; 30.000 dooden
door het zwaard en door ziekte; 800 milli
oen lire verlies aan rijdom.
Griekenland: 150.000 man gemobiliseerd;
10.000 dooden; 350 millioen lire verlies.
Montenegro: 30.000 soldaten, 800 dooden, 20
millioen lire verloren.
Turkije: 450.000 man; 100.000 dooden; 2 mil
lioen lire verloren.
Tweede oorlog:
Bulgarije: 300.000 soldaten; G0.000 dooden,
900 millioen lire verlies.
Servië: 200.000 soldaten, 40.000 dooden;
500 millioen lire verloren.
Griekenland: 120.000 man; 30.000 dooden;
250 millioen lire verloren.
Montenegro; 20.000 soldaten
Bij deze cijfers moeten dan nog gevoegd
worden de vermoorde personen, de door
brand en plundering verlorenbezittingen. De
slachtoffers van cholera enz.
Men komt zoodoende tot een totaal van
bijna 400.000 dooden en bij de 6K milliard
lire verlies.
De heer O. K(aminllngh O(nnes) schrijft in
de Zeepost:
Het stoomschip Ziolandia, dat Woensdag
om 12.15 van Amsterdam stoomde en te 1.30
de groote spoorwegbrug aan de Hem bereik
te, heeft daar moeten wachten tot 2.43, alvo
rens de spoorbrug open ging. Dan passeerde
een gewone zandtrein, dan kwam er een
goederentrein in zicht en dan deed de een
of andere zandtrein in aantocht, de brug ge
sloten houden. Er staat wel officieel, dat de
brug van 1.50 tot 2.07 openstaat,-maar de
I brugwachter keek begeerig naar nieuwe
J zandtreinen, de groote mailboot mocht haar
j stoomfluit laten hooren, zij moest wachten,
j Toevallig aan boord van dit stoomschip, was
ik getuige van veler ontstemming en ik
meen goed te doen daaraan uiting te geven.
De reputatie van den waterweg naar zee is
de reputatie van Amsterdam als haven.
Wordt op liet Noordzeekanaal een schip noo-
dcloos opgehouden, dan kan de activiteit der
beste reederij dit niet goedmaken. Aan boord
van de Zeelandia bevond zich ook de consul-
generaal van Argentinië op reis naar dat
land. Indien hij vergelijking der continenta
le havens de snelheid van het electrisch ope
nen en sluiten van de grootsche Hembrug
geroemd wordt, zal de officieele vertegen
woordiger dan niet glimlachen? Gelukkig
lag de Zeelandia diep geladen en stond er
geen sterke wind, maar toch had de loods
moeite zoo dicht voor de brug stuur in het
groote schip te houden.
Wordt onder zulke omstandigheden averij
beloopen, wien treft dan de schuld? Het
voortvarende personeel, dat zich inspant
om zoo min mogelijk tijd te verliezen. Het
spoorwegverkeer heeft zeer zeker zijne
eischen, maar het is niet meer geoorloofd
om een schip in de groote vaart met de post-
vlaggen van twee werelddeelen in top, volle
vijf kwartier op liet Noordzeekanaal op te
j houden. En dat dit geen uitzondering is,
I maakt de zaak des te ernstiger. Het is trou-
wens bedenkelijk, dat op de briefjes voor de
loodsen gedrukt, de oorzaak van het opont-
houd een vaste rubriek uitmaakt. En als dan
I de loods den brugwachter vraagt, wat als
j oorzaak van liet oponthoud moet worden
j opgegeven, krijgt hij ten antwoord: Er zat
i een zandtrein tuescheiï.
WINTERDIENST SPOORWEGEN.
De Minister van Waterstaat brengt ter
kennis, dat hij de boekhandelaren firma Ge-
j broeders Van Cleef, te 's-Gravenhage, tot
een beperkt aantal ex. verkrijgbaar zijn ge-
steld de ontwerpen voor de winterdienstrege-
i ling 1913/1914, aangeboden door de SS., de
H. S. M. en de Ned. Centr. Spoorweg-Mij.
Voorts wordt een ex. van die ontwerpen
I ter kennisneming voor belanghebbenden
nedergelegd ter griffie der onderscheidene
provinciën en ter secretarie van de gemeen
ten vermeld in de „St.-Ct." no. 166.
TUNNEL TE ROTTERAM.
Door den Rotterdamschen gemeenteraad
is aangenomen een voorstel van B. en W. tot
bet bouwen van een tunnel bij den spoor
wegovergang aan Beukelsdijk, waarvan de
kosten thans zijn berekend op 261.500.
AARDAPPELEN NAAR ZUID-AFRIKA.
In de „Staatscourant" der Zuid-Afrikaan-
sche Unie van 13 Juni no. 377, zijn nieuwe
voorschriften opgenomen betreffende den in
voer van aardappelen in genoemde Unie.
Belanghebbenden kunnen van deze voor
schriften een afschrift bekomen op aanvrage
bij den directeur van den Landbouw.
Visseliers. Vele visschers van Texel
verrichten tegenwoordig landwerk, waarme
de zij 3 a 4 per dag kunnen verdienen.
Zoodoende liggen verscheidene visschers-
vaartuigen stil.
REEDS NU AAN HET WERK.
Onder dezen titel schrijft de Msb. het vol
gende behartenswaardige artikeltje:
Voor welke zware moeilijkheden de ver-
eenigde linkerzijde, maar vooral de vrijzinnig
heid geplaatst is door den stembusuitslag,
zal men in de liberale pers niet erkend
zien. Evenmin leest men er in- openhartige
j woorden, dat de uit de loterij getrokken oli
fant wellicht spoedig van de hand zal moeten
worden gedaan.
Door zulke erkentenissen zouden zij spelen
in onze kaart en het zo-u ons wezen tot een
waarschuwing om ons tot een vernieuwden
strijd gereed te houden.
Al zal men dus zulke duidelijke woorden
in de vrijzinnige pers niet lezen, toch staat er,
j meer be dekte! ijk, omtrent de toekomst, die
men ter linkerzijde verwacht, wel het een
en ander, dat onze aandacht overwaard is.
Nu trof ons, dat in dit opzicht éénzelfde
geluid ts beluisteren was in de drie partij-
organen, die j.l. Zaterdag uitkwamen,
i „De Fakkel", het partijblad der vrij-libera-
i len, „De Vaderlander", het orgaan van de
Unie-liberalen, en „De Wereld", de spreekbuis
der vrijzinnig-democratische partij, alle drie
doen één geluid vernemen en roepen hun
vrienden toe: Organiseert u, gaat aan den ar-
j beid, maakt propaganda 1 En dat wel, de
j verschillende bladen voegen het er uitdruk-
kei ijk bij, van dit oogenblik af, terstond, zon-
der verwijl.
j Ter teekenjng doen we een typisch deel j
van de commando's, in elk der drie vr ij zin- j
nige kampen gegeven, hier volgen. Wij zijn
zoo vrij er het voornaamste te spatiëeren. i
j De vrij-liberalen worden o.a. met deze j
woorden aangespoord:
„Welnu, men besteede tien komenden tijd
goed door intensieve organisatie van de dis- j
tricten en door het onderhouden van de voe-
ling met het kiezerskorps.
CLXV.
TRIOMFBOOG EN TRIOMFKRUIS.
Door de Communiebank zijn priesterkoor
en schip èn van elkander geseheiden èn mot
elkander in het ééne kerkgebouw verbonden.
Deze tegenstelling gaf aanleiding tot vele
symbolieke vergelijkingen: het schip stelt
voor het tijdelijke, de aarde; het priesterkoor
het eeuwige, den hemel.
De afscheiding tusschen beide wordt voor
al ook bewerkt door een welfboog, zich ver
heffend boven de communiebank, van uit
hei „schip" (de Strijdende Kerk, de aarde)
heenleidend naar het priesterkoor (de zegen-
pralende kerk, den hemel). Terecht droeg
reeds in de oud-christelijke basilieken deze
welfboog den waardigen naam van „Areus
Triumphalis" of „Triomfboog", want door
hem wordt men tot „de eeuwige overwin
ning (triomf)" binnengevoerd, hot genieten
n.l. van liet „bijzijn des Heeren" in het H.
Sacrament des Altaars hier op aarde, het
zaligend aanschouwen Gods hiernamaals in
den hemel.
De voorkant van den triomfboog prijkte
veelal met de beeltenis van den verheerlijk
ten Christus, ofwel met zinnebeeldige voor
stellingen, die Hem als zoodanig aanduid
den, bijv. het Lam Gods met de zegenvaan.
Eerst sedert de 11e en 12e eeuw kwam het
meer algemeen in gebruik, om onder dezen
Triomfboog een min of meer rijk versierd
levensgroot Crucifix aan te brengen, dat
men „Crux Triumphalis" of „Triomfkruis"
noemde. Blijkbaar geschiedde dit o.n het
denkbeeld, reeds van oudsher door den Tri
omfboog uitgedrukt, nog aanschouwelijker te
maken, dat n.l. Christus door den zoendood
des kruises -over de zonde en den dood heeft
gezegepraald en dat wij door Hem ingang
liehhen gekregen tot het Heilige der Heili
gen, d.i.: den hemel, de Zegepralende Kerk.
Dikwijls ziet men het Triomfkruis aan
sierlijk bewerkte kettingen of staven aan den
Triomfboog opgehangen. Meer algemeen was
het gebruik, om tusschen dé kolommen van
den Triomfboog op zekere hoogte een balk
aan te brengen en daarop niet slechts het
Crucifix, maar ook Maria en St. Jan of
gelijk het volk een dergelijke beeldengroep
heette een „CalvariebergP te plaatsen.
Op den voor- en achterkant van dezen balk
schilderde men zinrijke spreuken, doelend
op Christus' triomf. Zeldzamer komt het
voor, dat de voorzijde met de borstbeelden
der Apostelen, Christus' heranten, is ver
sierd Wij ontmoeten daarvan een voorbeeld
te Bannen bij Linnick en in de St.. Nicoiaas-
kerk te Jutfaas. Zij honden op spreukban
den het artikel der Apostolische geloofsbe
lijdenis, dat een oude overlevering aan ellr
hunner toekent.
Het Triomfkruis aan den ingang van het
priesterkoor heheerscht de geheele kerk en
zegt wat zij eigenlijk is: de Offerstede van
de onbloedige Offerande des Nieuwen Ver-
bonds.
Daartoe heeft men geen tijd te
veel! Dit werk moet van meet af
worden begonnen."
Als volgt is de kreet, waarmee de leden
der Liberale Unie worden opgewerkt:
„Wij moeten het zoover brengen, dat wij
onze kiezers in de hand hebben en houden;
dat dezen een leger vormen, dat elk oo
genblik kan worden gemobili
seerd.
En men waohte met de verbetering der
organisatie niet te lang. Men kome in de
kiesvereenigingen in September reeds
bijeen, om dit vraagstuk ernstig te bekijken
en 'de hand aan den ploeg te slaan."
.Voor de Vrijzinnig-demoeraten is het weder
om hetzelfde, zij het in andere wcforden
„Men kome 'n volgende maal niet met
oandidaten, welke den kiezers totaal onbe
kend zijn.
Reeds nu beginne men in districten, waar
kans is, 't zij dat deze groot is of klein, met
'n krachtig doorgevoerde propaganda I
Laat de toekomstige candidaten voor die
districten r e e d s dezen winter nog voor
de kiezers gaan optreden...."
'tls dus overal hetzelfde commando, en de
S3
j..
Er zijn grappen en grappen. Zij zijn aar-
ig of zij zijn het niet, en wij moeten het
eggen de laatsten zijn de talrijkste. Zoo-
ang zij echter tot de rubriek der onsehul-
ige behooren, mogen wij er niet al te '/.eer
-ver klagen, maar helaas, ook dat zijn zij
liet altijd, b.v. de soort van grappen, die de
ingelschman met den naam van practical
oke, en de Franschmau met dien van bonne
arce bestempelen en die men meestal bij ons
•egaat, als men zegt: „Willen wij eens een
aardigheid hebben".
Dat „hebben van een aardigheid" veron
derstelt altijd een slachtoffer, en men be
grijpt niet altijd dat een grap, die een levend
chepsel, hetzij mensch of heest, tot slacht
offer heeft, onmogelijk aardig kan zijn.
Vier jongelieden hadden partij gemaakt
om Schotland te bezoeken. Drie hunner wa-
en vroolijke, stevige jongens, maar de vier-,
Ie was een bleek, iêer, stil jongmeuseh met
wakke zenuwen als een vrouw maar lieb-
>en kan. Hij was altijd zeer netjes gekleed,
vant zijn zwakke konstitutie vereischte dat.
leeds toen hij zeer jong was, deed hij de
indervinding op, dat sterke dranken, van
welken aard ook, hem ziek en schier dol
oaakten, waarom hij, zonder in het een of
nder afschaffingsgenootsehap te gaan, bij
ich zeiven het vaste besluit nam, om nooit
én druppel van dat voor hem zoo vergif- j
ige vocht meer te gebruiken.
De kameraden van dat jonge mensch
jielden echter wel van een borrel en zij
bonken dikwijls op reis, soms zelfs huiten-
Porig veel. Herhaaldelijk hadden zij reeds
bij hun vriend Karei aangedrongen om met
hen te klinken, al was het maar met wijn
maar tot het oogenblik toe, waarop dit
verhaal begint, had hij altijd geweigerd en
daarom meer dan eens het verwijt moeten
hooren, dat hij g-eea goed reismakker was.
Op zekeren dag moesten zij een paar da
gen in een herberg in een ldein dorpje blij
ven, omdat er eeu storm was opgekomen,
die hen verhinderde verder de reis te ver
volgen. Natuurlijk werd in die dagen door
drie van het gezelschap buitengewoon veel
gedronken en wilde men ook dat Karei zou
toonen, dat hij een man was en dat hij drank
gebruiken zou. Voor de honderdste maal
wellicht bleef hij weigeren.
Ik kan geen alcohol verdragen, zei
ny- Ik zou even goed vergift kunnen in
nemen.
Alles praatjes en onzin, hernam een
sterke, roodwangige jongen, Herman C. ge
naamd, de sterkste drinker van het gezel
schap. Ik heb er wel vaten van gedron
ken en van mijn jeugd af, en gij ziet hoe
sterk en gezond ik hen. Ja, Karei, ik zou je
met één hand over mijn hoofd kunnen wer
pen en eens was ik zoo zwak en tenger als
gij zelf. De alcohol, jongmeuseh, niets dan
de alcohol, is daarvan de oorzaak, en zoo ik
dien niet gekend had, geloof ik, dat ik reeds
lang in den schoot der aarde zou hebben
gelegen.
Gij kunt het praatjes noemen of niet,
Herman, antwoordde Karei, ik verze
ker u, dat de alcohol mij zou dooden. Ieder
mensch weet zelf het best, wat hij kan ver
dragen en wat goed voor hem is. Ik heb hem
vroeger wel eens gebruikt, maar zeg u op
mijn woord van eer, dat een glas cognac of
whiskey mij gek zou maken.
Zijn makkers schaterden het allen uit van
't lachen en noemden hem een „poen", maar
hij verdroeg dien scheldnaam met lijdzaam
heid en bleef bij zijn besluit.
Nu gebeurde het, dat Karei kort daarop,
oxi dien zelfden dag, plotseling zeer ziek
werd en een hevige pijn in de ingewanden
kreeg.
Dat komt van al dat waterdrinken zon
der whisky, zeide Herman. Komt jon
gens, nu is het oogenblik gunstig om liem
een dosis toe te dienen, die hem goed zal
doen. Ik neem ten minste oxi mij om hem een
glas whisky naar binnen te werken, zonder
dat hij er iets van merkt, en wanneer hij
dan weder heter is, zullen wij er hem harte
lijk om uitlachen.
Hoe wilt gij dat aanleggen? vroeg oen
van zijn makkers.
Daar heb ik den herbergier voor noo-
dig, antwoordde Herman.
I Daarop ging hij tot dezen en zeide. hem,
dat hij een glas whisky zou nemen, en daar
in wat pepermunt, limoensap en bitter men
gen moest, ten einde den reuk van den drank
zooveel mogelijk te verdrijven, dat hij het
vervolgens naar den zieke moest brengen
en dezen te vertellen, dat liet, zoo het in eens
opgedronkenwerd, een uitmuntend middel
was tegen ingewandspijn.
i Zoo gezegd, zoo gedaan. Toeen de herher-
gier Karei den drank aanbood, vroeg deze
of er ook eenige alcohol in was, maar de
herbergier verzekerde hem, dat er zelfs
geen droppel in was. Na deze verklaring,
dat het maar een gewoon drankje was en
liem in geen geval eenig kwaad kon doen,
dronk hij het in een teug op. Toen hij het
gedronken had, zeide hij:
Ik hen hang, herbergier, dat gij mij hebt
misleid; is dit het geval, en heeft het kwade
gevolgen, dan zijn zij voor uw rekening-,
i Kort daarop scheen hij beter te worden en
i in een diepen slaap geyallen te zijn.
Dat was alles, wat de arme jongen noo-
dig had, zeide Herman lachend, terwijl hij
met de twee andere reismakkers klonk.
Karei scheen ©en uur lang zeer 'ustig te
slapen, stond daarna op en kwam hij zijn
vrienden, van wie er een zich later herinner
de, dat zijn oogen veel helderder stonden dan
gewoonlijk en dat zij een vreemden glans
hadden.
Hoe voelt gij u nu, Karei? vroeg
Herman, terwijl hij zijn vrienden een wenk
gaf en lachte.
I O, uitmuntend, antwoordde Karei.
Dat wist ik w§b want whisky is altijd
een goed geneesmiddel geweest.
I Ik ga mij scheren, zeide Karei. Ik
heb mij in geen twee dagen geschoren, zoo-
als gi.i weet.
Kom, doe dat nu maar niet. Stel dat
maar uit tot morgen en drink nog een twee
de glas met ons.
i Neen, ik ga mij schei'en, zeide Karei,
'terwijl hij zijn scheermes voor den dag haal-
haalde en het begon aan te zetten.
Terwijl de anderen om de tafel in de ge
lagkamer zaten, kwam Karei achter Her
man staan en zeide op scherstsenden toon:
Zoo, zoo het was dus whisky, die de
herbergier mij gegeven heeft, niet waar?
Of het whisky was? en wel goede ook.
'tls allemaal onzin, Karei, als ge zegt, dat
ge niet drinken kunt. Ik heb nog nooit
iemand een glas van dat edele vocht met
meer gemak naar binnen zien slaan.
En ik voel er mij ook zoo wel op!
riep Karei lachend. Ik zou den man, die
het mij gegeven heeft, wel kunnen omhelzen.
I Dit zeggende ging hij over Herman heen
leunen als wilde hij hein omarmen, maar op
l hetzelfde oogenblik hoorde men een ge-
1 smoorden gil en een gorgelend geluid, en
zag men een dikken straal van bloed en Her-
man met een diepe snee in den hals op den
1 grond vallen.
Bravo! riep Karei schaterend uit, ter.
wijl hij rondsprong als een onzinnige en het
i van bloed lekkende scheermes over zijn
hoofd zwaaiende. Bravo! wie wil nu het
eerste den doodendans dansen?
Zijn vrienden waren verpletten! en tracht-
ten tevergeefs den krankzinnige tot bedaren
i te brengen en hem te ontwapenen, maar hij
ontliep hen en vloog naar huiten in het
J stormweer.
I Ik ga het bloed van mijn handen en den
whisky uit mijn hoofd wasschen, gilde
hij, terwijl hij door het kleine dorp liep naar
de rivier.
Zijn vrienden achtervolgden liem, maar
kenden hem niet inhalen. Het scheen alsof
de razernij hem vleugelen had gegeven, hij
kwam aan het water, sprong er in en werd
door den stroom meegesleept.
Zoo werden twee mannen in den bloei \an
hun leven het slachtoffer van een zooge
naamde aardigheid.
Welk een vreeselijke les voor de grappen
makers