Hillegom's Aller ei.
BUITENLAND.
BINNENLAND.
VERGEVING.
Iéis Bon lüaF&iié?
5,ioycsis,"
friasïi*leii!ï!B3iii*igsselH &iamsis©ta@enen wooi» all© geiegpefitaedlett:
xxxvn.
NA DE STEMMING. NA DEN RAAD.
Stemming en herstemming zijn achter den
rug. Men verwachtte ten onzent eerstens een
werkman-candidaat en tweedens een midden
stander- candidaat. Wat het eerste betreft
scheen er „vrees". Ik vraag me af waartoe?
Ia de tijd niet gekomen dat ook hier een
werkman zijn intrede doet in de gemeentelijke
Raadszaal? Gaf Lisse niet den toon aan als
het ware en heeft onze gemeente niet eén
even groot of misschien zelfs grootere ar
beidersbevolking dan onze buurplaats Lisse?
Zou 't niet waar geweest zijn dat een arbei
der afgevaardigde had geworden naar „het
Hof"....", indien de arbeiders slechte ernstig!
hadden gewild? Men beweert, dat vóór onze
laatste kath. kiesv. vergadering de niet-arbei-
Iders-leden extra zijn opgewekt omdat eeni
overrompeling" werd gevreesd! Maar zoo iets
ie me ondenkbaar, is te absurd dan dat ik
het geloove
De waterleiding: „vóór'4 of „tegen" was
in zekeren zin 't parool; misschien dat juist
daarom een vijf te candidaat werd gepro
clameerd door een groep kiezers en men
tverwachtte't niet 't tot herstemming
bracht.
We oonstateeren slechte dat alles voor ons,
katholieken, uitstekend is gegaan; al waren
wij voor ons wel eens een oogenblik huiverig
voor den afloop.
Wat een gemoedelijk vergaderingetje, Don
derdagavond 1 De heeren zaten allen ondeq
een sigaartje en aan de perstafel konden de
mensehen 't haast niet bij sloffen. Onze Bur
gemeester heeft er slag van om op te schie
ten. De rondvraag was nog 't eenig belang
rijke, zouden we in alle bescheidenheid wil
len zeggen. De sloot voor Treslong werd druk
besproken en van zoo'n opknap werkje schij
nen de daar dichtbij wonende Raadsleden
Heemskerk en Nieberding een grondige stu
die te maken.
Wethouder van Zanten vroeg toestemming
om <.lat zaakje daar op te knappen, een cïe-
(lictjc van 25 a 50 popi .Verbeeld je! Ja,
en 't mooiste komt! De heer Ludwig zal óók
zooveel er bij leggen. Nu moet cle lezer niet-
Hillegommer weten, dat deze heer slecha
huurder van 't kasteel is.
Waarom knapt de gemeente niet
op wat zij doen moet en ziet zij niet toe
dat ook de eigenaar van Treslong laat doen
wat noodig is? En men heeft toch 't recht
van dien bezitter te vergen, dat hij de sloot
etc. uitdiept en schoonhoudt aan zijn kant?
Toch is 't zaakje wel weer zóó opgeknapt.
Gelukkig, dat 't Raadslid Balvers nog vroeg
hoeveel 't ongeveer kosten zal. Dan weten
we later ook „ongeveer" hoeveel 't méér
.gekost heeft! Want dat 't dien kant uitgaat
spreekt van zelf. Een analoog geval hebben
wc immers pas gehad met 't pleintje over
't postkantoor. Daarvoor was f 200 toege
staan. Eerst werden boomen gerboid en een
,/rnooie" kastanje verplant (verbeeld je iü
den zo me r boomen verplanten). Een week
later werd die mooie boom gerooid en opge
ruimd. Nu is 't echter heel mooide mooie ge
wassen boffen dat we zoo veelregen krij
gen en weinig warmte en zoo leven ver
scheidene nog. Ze hebben „gelept" van be
lang en een paar zijn al als een pier zoo
dood. Maar anders mooi is het. Natuurlijk voor
geen f 200; voor 't dubbele lezer! Zoo zal
Weercstein 't deftige Weerestein óók
wel worden opgeknapt voor veel geld!
Nu zou ik nog moeten spreken over de
eeuwige aanvraag van den heer van Waveren
Oostduin om den sproeiwagen tot Oostein-
derbrug (Bethlehemslaan) te laten sproeien
en de even-vake weigering van dit verzoek
maar dan wordt 't artikel te lang. Bij gele
genheid zullen we hieraan een uitvoeriger
beschouwing wijden.
HILLEGOMMER.
De tucht in het Bulgaarsclie leger.
Uit Sofia wordt volgens de Tel. aan de
„Frankfurter Zeitung" gemeld: Veertien da
gen geleden ontvingen alle publieke verma
kelijkheden, concerten, theaters, koffiehui
zen enz. te Sofia plotseling het bevel hunne
gebouwen te sluiten. Naar blijkt werd deze
maatregel genomen om de volgende redenen.
De commandant van het garnizoen moet op
zekeren avond op de openbare straat aange
vallen zijn. Hij ontmoette eenige soldaten
en Moeg bun wat zij op dit late uur op straat
deden en of zij niet wisten wie bij was. De
soldaten trokken hierop bun revolver en
vuurden verscheidene kogels op hem af, roe
pend: „Wij zullen u laten zien, dat wij weten,
wie gij zijt!" Op dienzelfden avond gaf een
ander officier aan eenige soldaten, die zien
in een café ophielden, bevel onmiddellijk
heen te gaan wegens het vergevorderde uur.
De soldaten mishandelden daarop den offi
cier zoo ernstig, dat deze naar het hospitaal
moest vervoerd worden. De schuldigen kon
men in beide gevallen niet achterhalen.
Te Balogradseknik werd een artillerie-kapi
tein doodgeschoten door de kameraden van
een soldaat, die door den kapitein was ge
slagen. Te Sofia werd dezer dagen wederom
een officier gedood door soldaten, naar men
zegt, omdat hij zijn manschappen te Tcha-
talja mishandeld liad. Een soldaat, die eenige
dagen verlof kreeg om zijn familie te bezoe
ken, vond zijn familieleden in ellende terug.
Men vertelde hem, dat.de voorraad meel,
die zij hadden verzameld v,oor zijn vertrek,
door het leger was opgeëischt. De soldaat
wist niets beters te doen dan zijn geweer op
te nemen en den „Krnet" van het dorp, die
daartoe bevel had gegeven, een kogel door
het hoofd te jagen.
Verscheidene soldaten van de eerste divi
sie zijn gedeserteerd en naar huis terugge
keerd. De reserve-officieren, die de compag
nieën commandeeren, welke om Sofia bi-
vakkeeren, hebben de grootste moeite om
orde onder hunne manschappen te honden.
De ontevredenheid onder dc Bulgaarsclie
soldaten wordt sterk beïnvloed door de poli
tieke gebeurtenissen. Elke soldaat doet aan
politiek en wordt door de dagbladen elk uur
van den dag op de hoogte gehouden van de
verhouding van het land ten opzichte van
Servië, Griekenland en Rusland, en vormt
zijn eigen oordeel of de regeering al of niet
de nationale belangen behartigt. Hij stelt de
regeering verantwoordelijk voor den hui-
digen toestand en ontziet zich niet haar
openlijk te beschuldigen.
Dit is het wat de discipline in het leger zoo
zeer bemoeilijkt.
De diefstal van het Kostbare parelsnoer.
De Engelsc.he politie, evenals de Fransche,
tast nog in volmaakt duister omtrent de
bedrijvers van den diefstal van het buiten
gewoon kostbare paarlen halssnoer, waar
over wij reeds berichtten, en evenzeer over
dc wijze, waarop deze diefstal kan zijn ge
pleegd.
De Tel. geeft nog de volgend© bijzonder
heden omtrent (lezen geheimzinnigen dief
stal.
Bij een oppervlakkige beschouwing van
het pakje, hetwelk het halssnoer had moe
ten bevatten, die de firma Max Mayer te
Londen van haar correspondent te Parijs,
den heer Henri Salomons, verwachtte, toon
de dit niet de minste verdachte afwijkingen.
Papier, touw en zegels leken volmaakt in
orde. Een nauwkeurig onderzoek lieeft ech
ter aangetoond, dat het papier, waarin de
houten doos, die het halssnoer borg, ge
wikkeld was, was doorgesneden, evenals de
doos zelve, in diagonale richting, welke sne
de, nadat de parelen waren verwijderd en
vervangen door klontjes suiker, weder zorg
vuldig verborgen was onder zes nieuwe lak
zegels. Want waar het pakje te Parijs met
zeven zegels voorzien werd, daar vertoonde
het er 'te Londen dertien.
Merkwaardig is voorts, dat het pakje, op
4 gram na, bij aankomst te Londen evenveel
woog als waarvoor het te Parijs was in
geschreven, m.l. 835 gram. De dieven moe
ten dus geweten hebben, hoeveel het doosje
woog, maar hoe zij dit te weten zijn geko
men, daaromtrent verkeert Scotland Yard
tot dusverre in *t ongewisse.
Ziehier de wijze, waarop de heer Salo
mons het kostbare collier verzond.
Hij deed het eerst in een plat-leeren étui
met drie afzonderlijke parelen, en dit weder
in een houten doosje, niet scharnierend dek
sel, dat hij expres voor het doel had laten
maken. Zelf timmerde hij het deksel met
drie nageltjes dicht, wikkelde daarop de
doos in blauw kaftpapier, deed er een
touwtje gekruist omheen en stempeLdehet
pakje met zeven lakken, waarop de initi
alen van zijn correspondent, den heer M.
Mayer, alles in tegenwoordigheid van zijn
vrouw.
Vervolgens bracht hij het pakje zelf naar
de post, uit voorzichtigheid naar een an
der postkantoor dan dat, waar liij steeds
zijn brieven en pakketten verzendt. Daar
liet hij hot aant eek enen, wat hem 7 francs
kostte. En van dat oogenblik werd het pak
ket op juist dezelfde wijze behandeld als
alle andere aangeteekende stukken. De be
ambte, die het in ontvangst had genomen,
en den inhoud ervan niet kende, wierp het
in de daartoe bestemde mand naast zich.
Daarna werd het, met andere pakjes, in een
postzak gedaan, die verzegeld werd. Met
andere zakken werd deze postzak per auto
naar het hoofdkantoor van ontvangst der
posterijen gebracht.
Daar werden, naar gewoonte, al deze zak
ken weder geopend, en hun inhoud nauw
keurig vergeleken met de gelei-biljetten, om
vervolgens te worden geschift volgens do
landen van bestemming. Dit geschiedt in
een ruime zaal, waar onophoudelijk talrijke
beambten af en aan gaan of aan de schif
tingstafels werken. Bij aankomst in deze
zaal, hevat.te de postzak nog steeds liet
pakje met parelen, en een paar uur later
werd het, in den „Engelschen postzak", we
der per postauto, naar liet Gare du Nord
vervoerd.
Maar of dit nu nog steeds hetzelfde!
pakje was, of liever: of de parelen er op
dat oogenblik nog altijd in zaten, dat is
volstrekt niet uit te maken. In den trein
van Parijs naar Galais en vervolgens op de
boot, worden^ in ieder geval de verzegelde
en van loodjes voorziene postzakken met
aangeteekende stukken geen oogenblik door
de beambten uit het oog verloren. Te Lori
klerk', speciaal met de verzendingen en ont
vangst der stukken belast en deze over
handigde liet op zijn. beurt aan den chef
van het personeel. Ten slotte stelde deze
liet aan den heer Mayer tea' hand, toen
deze op zijn bureau kwam, wa-arna de ope
ning plaats had.
Het parelsnoer was bij Lloyds verzekerd
voor 130.000 pst. en volgens opgaven van
Scotland Yard saam gestold uit 61 parels,
wegende 1259 grein: een middelparel van
471/16 grein, twee sluitparels van 111/16
grein, terwijl bovendien nog in de doos wa
ren Losse peervormige parels van 941/4
grein en een ronde parel wegende 27 gram'.
Een prachtig Sherlock Holmes-zaakje.
Een student heeft in het Bois de Bou
logne een halssnoer gevonden, gelijk aan
dat van f 1.600.000, hetwelk aan Mayer
ontstolen is, zoo verneemt de N. R. Ot.
uit Parijs. De politie van Neuilly heeft Sa
lomons ontboden, die verklaarde, dat liet
gevonden snoer inderdaad volkomen gelijk
was aan het vermiste, maar dat het niet
temin naar hij meende, niet het echte was.
Na onderzoek is gebleken, dat dit snoer
niet liet echte was, ofschoon het veel ge-
Lij kenis had met het vermiste.
pogen dringt zich dan ook op: deze Biblio
tiheek, die de abonné der Maatschappij voor
goede en goedkoope lectuur zich vormt, wordt
„een der belangrijkste hulpmiddelen der ont-
den worden de zakken ontzegeld en van Iele j wikkeling en beschaving van héél ons Ne-
loodjes ontdaan. De inhoud wordt vergeleken deriandsche volk."
met de gelei-biljetten en vervolgens aan de
bestellers uitgedeeld, die voor ieder stuk,
dat zij ontvangen décharge verleenen.
allerliefst.... zulke mooie oogjes en zoo'n
zach fc-aan voelend, rugje en zoo'n lief kwib»
bel staartjeop en neerL.i...
Zóó 'n lief bezit deze Aziatische wolf on
der je schapen!
„Ontwikkelend en beschavend" als Azia
tische vroegrijpheid.
„Degelijk" als Aziatische bluf.
„Smaakvol" als 'Aziatische wulpschheid.
Abonnementen gaan in tegen f 5.20,
f 7,50, f 10, f 12,50 per jaar.
Brengen 12 tot 25 boeken per jaar in js
„lief bezit".
Het volledige Abonnement levert oorsprori,
kelijke Nederlandsche boeken en vertaalde
werken van Buitenlanders: dat is de „Neder
landsche" en de „Wereld Bibliotheek". Daar
enboven omvat dit Abonnement een „Blauwe
Bibliotheek": kleine dubbeltjes- en kwartjes.;
boekjes. Dan zijn, uit en naast de „Nederland-'
scho"- cn „Wereld-Bibliotheek" gevormd: do
„Tooneel-Bibliotheek" en de „Russisehe-Bibli-
otheek". Deze voorkeur voor Tartaarsche toe
sbanden en aandoeningen is ook sterk typee
rend Aziatisch.
Men is natuurlijk bij voorbaat een stakkerd,
als men die sbeppen-gebeurlijkheden niet aan
grijpend en meesleepend belangwekkend
vindt; nu, dan ben ik maar een stakkerd,
ïnaar ik vind de meeste almachtig vervelend
verward, verwrongen en verworden-ver-do r-
ven. 't Lijkt me meer een mode, dat soort
inkleeding van mensohelijke gevoelens mooi
te vinden,hoepelrok en frippeljurk, wiet
heeft gelijk?
Bleef het bij een verschil van smaak, iii
zou zwijgen.
Maar er is ie te veel ergers.
Hoe de directeur dezer Maatschappij met
daaraan in "„de Tijd" een geharnast artikel', j echt Aziatische indringerigheid ons zijn tegen-
waaraan wij het volgende ontleenen en on-overgestelde opvatting ook moge opdwingen,
der de aandacht onzer lezers brengen. Men ik zeg hem in zijn gezicht, dat. zijn collectie,
doe er zijn voordeel mede. als collectie, infaam is
De Eerw. schrijver noemt deze maatschap- j 'fcls een bewering, die ik niet zoo maar
pij een „Aziatische onderneming." j in 't wilde slinger, dat er boeken zijn van
Zij heeft ten doel, „de werken der wereld-1 die „beschavend-ontwikkelende" en „geedo-
litteratuur uit te geven, zoo degelijk en lectuur"-verbreidende „Maatschappij", die in
smaakvol, dat men ze voor weinig geld kanéén band meer vuil en venijn bevatten, dan
maken tot een lief bezit." j uit een geheel jaar-abonnement van de meeste
Dit doel wordt nagestreefd door medewer-liberale bladen kan worden -gepuurd,
kers, die „de beste Nederlandsche schrijvers Verleiding in haar zinnelijksten vorm, met
zijn en de voortreffelijkste buitenlanders." kieschheid en kuischheid spottende, zetten en
Het gevolg van dit weidoordacht-edelaardig I voorstellingen, belastering van hoog-katholie
ke gevoelens en denkbeelden, verdediging van
de verderfelijkste theorieën op het gebied der,
zeden, plastische tentoonstelling van lage
hartstochten en dierlijke zondigheid, dit allea
toag de „beschaving en de ontwikkeling"
zijn, die men zich droomt voor den Darwi»
DE MAATSCHAPPIJ VAN GOEDE EN
GOEDKOOPE LECTUUR.
Indertijd hebben wij gewaarschuwd voor
'de uitgaven der Maatschappij van goede en
goedkoop© lectuur; waaronder werken voor
men, die voor ons absoluut verboden waar zijn
Thains wijdt Pater F. Bendriohs, S. J.,
Het pakje met de parelen heeft dus de zóó.
reis van Parijs naar Londen volgens de ge
wone manier gemaakt en is geen minuut
later aangekomen dan verwacht kon wor
den. Het lag wel een uur lang in een mand
van een bijkantoor der posterijen te Parijs
en daarna twee uur in de schiftzaal van
het ontvangkantoor, maar op beide kanto
Zóó luidt het prospectus.
Zóó luidt de reclame, die binnen op
den omslag der uitgaven voorkomt. Letterlijk
nistisohen aap, zoolang wij, Nederlanders,
nog christelijke mensehen zijn, laten wij ona
niet zeggen, dat deze vuilnisbak voor on?
zoo'n „lief bezit" mag worden genoemd.
Wie zal nameten, of inderdaad deze „Maat
schappij", gelijk zij met ophef verkondigt, in
de zes jaar van haar bestaan, meer dan SOCKÏ
Meten hoog boeken lieeft uitgepakt, biji
Welnuzulk eene onderneming is Aziatisch.
Aziatische grootspraak, Aziatische be
reddering en koude drukte, Aziatische ovor-
prikkeling van den smaak.
De opperkok van deze letterkundige Volks
gaarkeuken heeft iu zijn leven ongetwijfeldde 700.000 stuks? Ik wil het wel gelooven,
zooveel gepeperde en gepickelde cent-éen-pik-en bij deze reclame eens een oogenblik nief
ren is, zooals gezegd, een zeer druk komen en-halve-cent-eeni-lik geproefd," dat zijn smaakdenken aan bluf.
cn gaan en het is bijna onmogelijk, dat i heelemaal niet meer op Hollandsche geha-1 Ongedierte vermenigvuldigt zich altijd sneL
men daar den inhoud van het pakje ka-n J molton is berekend; Idat hij niet schijnt te Maar liet wordt hoog tijd, vast te stellen,;
hebben verwisseld. j weten, hoe heet de gerechten zijn, die hij dat van die 700.000 boeken er stellig goeq
50.000 „goed" zijn, stellig geen 10.000
Mijn hemel„een lief bezit" die in allen Katholieken in handen mogen komen,
Spaanscfae peper gestoofde hutspot!Goed stellig van de geheele serie geen 5 pet.
voor Aziaten, niet voor do Lage Landen. voor ieder geschikt zijn; hoog tijd, met allen
'tZou wat „degelijk en smaakvol",wel ernst te zeggen, dat geen Katholiek, wien
De Fransche politie is dan ook van oor- klaar maakt en die magen reddeloos bederft.
deel, dat die verwisseling óf tijdens den
overtocht op het Kanaal, óf te Londen moet
hebben plaats gehad.
De dieven zullen intusschen zeer veel
moeite hebben om de parelen, althans de j ja, het is zoo.... buig, Nederlands volk, voor zijn geloof en zeden een „lief bezit" zijn,
groote, va-n de hand te doen want deze zijn,de reclame-onvervaardheid van den éénen
juist door hun grootte en bijzonder fraaien ©n eenigen, die dit met kapitein van Köpe-
glans en vorm, bij alle juweliers over de j hick-aohtigen overmoed decreteert en zich
geheele wereld bekend. Nog nooit zijn zoo- aandient om met Clara Viebig, Simons-Mees,
Veel en zoo schoone parelen het waren Heijermans, Shaw, van Hulzen e.t.q. den ze
er ei tot een collier vereenigd geworden. j donmeoster-groot-generaal en liokus-pokus-
In een interview met een reporter ver- j ontwikkelaar van het Nederlandsche volk to
telde de heer Max Mayer nog, dat niet hij spelen!
zelf het pakje te Londen van den postbe-Waarachtig een „lief bezit".
aimbte heeft aangenomen. Het kwam des Och ja.... zoo lief als zoo'n snoezig dak-
ochtends vroeg aan, en de besteller over- keltje.... maar dat je heele hebben en houën
handigde het aan een werkvrouw, die voor j vernielt, zijn neus aanspitst in de bolle zit-
ontvangst op zijn register toekende. De tingen van je stoelen, naar konijen krab-'
vrouw gaf het, een half uur later, aan een bolt op je Axminster karpet;och ja...... i der zijn vele „Van dag tot dagjes" er ook wel
een abonnement mag houden op dit onrein en
onoordeelkundig atelier van letterkundige pro
ducten, rijp en rot, hot en haar door el»
kander.
Ik merk, zegt Pater Hendrichs ten slotte,
dit artikel overlezend, dat ik veel te zoet
sappig ben geweest; die strafwet-vrees heeft
mij bepaald heelemaal in de war en benauwd
gemaakt.
EERBIED VOOR DEN DOOD.
't Zou ons sterk verwonderen, of de lyri
sche Oharles Boissevam, de Oude, heeft on-
In het gedeelte van de rue du Clos-Bru-
neau te Parijs, dat tijdens het tweede keizer
rijk nog' bestond voordat de wijk der Sor-
boune gedeeltelijk werd afgebroken om de
breede en moderne ree des Ecoles aan te
leggen, stond een gothiek huis van vier ver
diepingen met twee ramen in het front, dat
een laatste overblijfsel scheen te zijn van een
rijke abdij of van de woning van een edel
man van bet oude Parijs.
Een peperbusvormig torentje versierde een
der vier hoeken en, de breede en kooge ra
men waren door gebouwen steenen binten
in vieren verdeeld; boven de door een go-
smeed ijzeren stand door kunstvaardige
hand met krullen en grillige bloemen ver
sierd, en daaraan hing een uithangbord, dat
in verweerde letters het opschrift te lezen
gaf: „Hotel Alsace".
Op een winteravond tegen een uur of zes,
het was koud en mistig, kwam een dame in
het hotel om een kamer te vragen. Zij was
groot van gestalte met schoone regelmatige
trekken, maar haar kleeding zag er ver
waarloosd uit en zij scheen erg vermoeid.
Ik heb een groote reis gemaakt, zei ze,
en heb rust noodig. Hier is het biljet van
mijn bagage, gij kunt dien morgen laten ha
len.
Mevrouw, zei de hotelhoudster, mijn
huis is niet groot en bijna geheel bezet door
mensehen, die hier in pension zijn. Ik kan u
■niets anders geven dan een achterkamer op
do vierde verdieping,
Dat is niets, als er maar een goed bed
staat.
O, zeker, mevrouw: en er is een haard,
(vaar ik aanstonds een flink vuur zal laten
aanleggen.
Terwijl zij kandelaar en sleutel opnam,
voegde de spraakzame logementhoudster er
tej: Er zijn maar twee kamers op iedere ver-
eping. TTw buurman is een heel bedaard
man, enkel speelt hij des avonds een of twee
ur'fen viool, maar met een geluidsdemper, dat
spreekt vanzelf. Dat is mijn ponsionaire
mijnheer Zacharias, organist aan de St. Stc-
phanuskerk.
Bij 't uitspreken van dien naam meende
de eigenaar van het hotel d'Alsace bij de
onbekende een lichte zenuwtrilling waar te
nemen, maar zij antwoordde enkel met een
onverschillig: zoo!
De vreemdelinge werd naar de voor haar
bestemde kamer gebraoht en zoodra zij al
leen was, haastte zij zich, om in den slaap
rust en verkwikking te zoeken.
Te middernacht, te midden der diepste
duisternis, werd zij plotseling gewekt dqpr
de accoorden eener hemelsclie melodie.
In het naaste vertrek klonk een viool. De
strijkstok die met ongeëvenaard meester
schap werd gevoerd, ontlokte aan de snaren
een stroom van melodiën, ernstig of blij kla
gend of feeder, zacht en vleiend of harts
tochtelijk wild. Soms verdrongen zich de no
ten in wilde warreling, om nu eens als een
zielekreet los te harsten en dan weer rein en
statig op de vleugelen des gebeds zich tot
den hemel te verheffen.
De vrouw luisterde aandachtig: een ge
voel van diepen weemoed beving haar, haar
keel schroefde dicht, tranen welden haar
naar de oogen en zij moest met geweld zich
bedwingen om een luiden snik te onderdruk
ken.
Tien jaren geleden had de musicus Zacha
rias in het hotel d'Alsace zijn intrek geno
men en tien jaar lang had liij er rustig en
in vrede geleefd. Hij leidde er een echt klui
zenaarsleven, ontving niemand en wijdde
aan zijn muzikale scheppingen vele uren
van den dag en van den nacht. Van onuit
puttelijke scheppingskracht, was hij zeer ge
zocht door de muziekgevers, die hun voor
deel deden met de heerlijke toonwerken van
den stillen eenvoudigen man.
Niets wat zijn kunst betrof, was hem
vreemd gebleven: met hetzelfde meester
schap behandelde hij de verschillende geu-
res, en was zoowel in het vroolijke als iu
het ernstige in de luchtige dansmuziek als
in het statigste orgel-compositie een mees
ter van den eersten rang.
Op hooge feestdagen wist hij aan het or
gel tonen te ontlokken, die de geloovigen
meesleepten en die den kenner deden den
ken aan Gui d'Arezzo of Palestrina.
Aldus leefde hij in stilte geheel overgege
ven aan de kust, die hij liefhad met al de
kracht zijner ziel, die hij koesterde en ver
zorgde als een teer bloeiende plant. Sommi
gen zeiden, dat hij een geheim verdriet had
en dat hij in de bedwelming van een ver
fijnd kunstgenot zijn zieleleed zocht te ver
goten.
Wanneer men hem over straat zag gaan
door de rue de la Montagne Ste Genevieve
om het orgel te bespelen in de kerk, wanneer
men hem daar heen zag gaan, mager, zenuw
achtig, met onrustigen blik en een gelaat,
doorgroefd van onbekend lijden, dan wezen
de mensehen uit de buurt hem elkander met
stillen eerbied als een ongelukkigen man,
die onder een groot leed gebukt gaat.
Het was avond; hel Lof in de kerk St.
Etienne du Mont was geëindigd en Zaclia-
rias koud en rillerig, met een gevoel van
koorts, had het orgel gesloten en was naar
huis gegaan. De kunstenaar had geen bloed
verwanten, geen vrienden. In zijn eenzame
kamer, waar overal muziekpapier op tafel
en stoelen verspreid lag, porde hij het haard
vuur op en ging in zijn grooten leuningstoel
zitten. Hij voelde zich onwel en had be
hoefte aan iets warms; Zacharias nam een
punchbowl, goot er rhum in en stak het met
bevende handen aan.
De lamp was neergedraaid en achterover
in zijn stoel geleund zag de kunstenaar daar
de breede vlammen, die als blauwe slangen
over de brandende punch kropen. Zij sloe
gen verder uit en dansten met bleeken weer
schijn op de muren der kamer, die zij vulden
met een spookachtig en fantastisch licht.
Een rilling overviel hem. Pijnlijke herin
neringen, verward en akelig als een droom,
herleefden in zijn geheugen.
Visioenen van het verleden rezen weer op
voor zijn geestesblik en trokken zijn oogen
voorhij. En altijd rees voor zijn verbeelding
op het beeld van haar die hij zoozeer had
liefgehad, zijn vrouw, die hem te vroeg was
ontvallen. Hij "streek zich met de handen
over de oogen en staarde op een andere ver
schijning met een blile van diepen weemoed.
Zijn dochter, zij zou door haar liefdevolle
zorg het gemis der echtgenoote aan hem
vergoeden, maar helaas het zou anders zijn.
Hij zag zijn Ernestine in den geest weer
tegenover hem zitten aan de kleine tafel;
hij meende nog den klank te hooren van zijn
eigen stem, toen hij woorden van waarschu
wing tot haar sprak dat zij zich in acht zou
nemen voor Waler, zijn vroegren muziek-
leerling, die het verkeerde pad was opge
gaan.
Maar zij had haar hoofdje trotseh in den
nek geworpen en gezegd dat zij haar eigen
weg zou kiezen.
En daarna kwam het oogenblik van schei
den. Het oogenblik, dat zij zonder de zegen
baars vaders het leven ingang met den on
dankbaren leerling.
Dat was jaren geleden: de kunstenaar had
haar niet meer teruggezien, niets meer van
haar vernomenHet laatste trillende
vlammetje van den punch was uitgedoofd;
slechts in den haard glommen nog eenige
kolen en zwak scheen de maan door het
venster.
Zacharias zat nog steeds onbeweeglijk in
zijn stoel; zijn gedachten versmolten in al
lerhande melodieën en doorleefde ontroerin
gen joelden en zongen in zijn hoofd, hij greep
viool en strijkstok en onder den drang der
bezieling, begon hij een fantastische melo
die, waarin hij de gevoelens en gewaarwor
dingen zijns levens in een rijkdom van klan
ken vertolkt.
Opeens meende Zacharias een snik te hoo
ren in de naburige kamermaar neen,
het was hel spel zijner verbeelding. De strijk.'
stok vloog weer over de snaren en nadat het
j instrument iu aangrijpende tonen zijn nood
had geklaagd en zijn leed had uitgezongen,
1 klonk ais engelenmuziek een lied van ver
geving en verzoening.
i
Het daglicht scheeu reeds door de ramen,
toen Zacharias bij de flikkerende lamp nog
bezig was de improvisatie van dien nacht
op het papier to brengen,
j Opnieuw meende bij daarnaast een srrik
j te hooren, maar nu duidelijk, meer dicht hij,
i Hij schrok en wendde het hoofd om.
Laugzaam ging de deur open en daar
stond zijn dochter, zijn Erestina terugge
keerd na veel lijden en veel omzwervingen.
Zij stak de armen naar hem uit: „Vergeving,
vader, vegreving."
De grijsaard zag haar met groote verbijs
terde oogen aan, toen deed hij eenigè schre
den achteruit, een akelige ruwe schaterlach
klonk door het vertrek en als door den blik
sem getroffen, zonk de oude man in zijn
leunstoel.
Toen Zacharias na een ijlkoorts tot zick-
zelven kwam, waakte Erestina bij zijn lied;
haar man had zij verloren, twee kinderen ten
grave gedragen en nu, na een verwoest jong
leven was zij teruggekeerd om het overschot
van haar dagen te wijden aan haar ouden
vader die zij zoozeer had miskend.
De oude man behoefde de zorgen van zijn
dochter niet lang; kalm ontsliep hij na ze
genend zijn hand op haar hoofd te hebben
gelegd. Korten tijd nadien werd de fantas
tische melodie van den ouden meester door
heel Parijs toegejuicht. Zijn dochter had aan
het muziekstuk een titel gegeven, en er bo
ven geschreven: „Le Pardon", de vergeving,
NIEUWE HAARLEMSCNE COURANT ™£F.?,L®J;,AD
mx^sn»1 Nvn» tutva .nTu-vBiuo vxasJ'-a
„Gh v. A."