Hillegom's Aller ei. BUITENLAND. BINNENLAND. VERGEVING. Iéis Bon lüaF&iié? 5,ioycsis," friasïi*leii!ï!B3iii*igsselH &iamsis©ta@enen wooi» all© geiegpefitaedlett: xxxvn. NA DE STEMMING. NA DEN RAAD. Stemming en herstemming zijn achter den rug. Men verwachtte ten onzent eerstens een werkman-candidaat en tweedens een midden stander- candidaat. Wat het eerste betreft scheen er „vrees". Ik vraag me af waartoe? Ia de tijd niet gekomen dat ook hier een werkman zijn intrede doet in de gemeentelijke Raadszaal? Gaf Lisse niet den toon aan als het ware en heeft onze gemeente niet eén even groot of misschien zelfs grootere ar beidersbevolking dan onze buurplaats Lisse? Zou 't niet waar geweest zijn dat een arbei der afgevaardigde had geworden naar „het Hof"....", indien de arbeiders slechte ernstig! hadden gewild? Men beweert, dat vóór onze laatste kath. kiesv. vergadering de niet-arbei- Iders-leden extra zijn opgewekt omdat eeni overrompeling" werd gevreesd! Maar zoo iets ie me ondenkbaar, is te absurd dan dat ik het geloove De waterleiding: „vóór'4 of „tegen" was in zekeren zin 't parool; misschien dat juist daarom een vijf te candidaat werd gepro clameerd door een groep kiezers en men tverwachtte't niet 't tot herstemming bracht. We oonstateeren slechte dat alles voor ons, katholieken, uitstekend is gegaan; al waren wij voor ons wel eens een oogenblik huiverig voor den afloop. Wat een gemoedelijk vergaderingetje, Don derdagavond 1 De heeren zaten allen ondeq een sigaartje en aan de perstafel konden de mensehen 't haast niet bij sloffen. Onze Bur gemeester heeft er slag van om op te schie ten. De rondvraag was nog 't eenig belang rijke, zouden we in alle bescheidenheid wil len zeggen. De sloot voor Treslong werd druk besproken en van zoo'n opknap werkje schij nen de daar dichtbij wonende Raadsleden Heemskerk en Nieberding een grondige stu die te maken. Wethouder van Zanten vroeg toestemming om <.lat zaakje daar op te knappen, een cïe- (lictjc van 25 a 50 popi .Verbeeld je! Ja, en 't mooiste komt! De heer Ludwig zal óók zooveel er bij leggen. Nu moet cle lezer niet- Hillegommer weten, dat deze heer slecha huurder van 't kasteel is. Waarom knapt de gemeente niet op wat zij doen moet en ziet zij niet toe dat ook de eigenaar van Treslong laat doen wat noodig is? En men heeft toch 't recht van dien bezitter te vergen, dat hij de sloot etc. uitdiept en schoonhoudt aan zijn kant? Toch is 't zaakje wel weer zóó opgeknapt. Gelukkig, dat 't Raadslid Balvers nog vroeg hoeveel 't ongeveer kosten zal. Dan weten we later ook „ongeveer" hoeveel 't méér .gekost heeft! Want dat 't dien kant uitgaat spreekt van zelf. Een analoog geval hebben wc immers pas gehad met 't pleintje over 't postkantoor. Daarvoor was f 200 toege staan. Eerst werden boomen gerboid en een ,/rnooie" kastanje verplant (verbeeld je iü den zo me r boomen verplanten). Een week later werd die mooie boom gerooid en opge ruimd. Nu is 't echter heel mooide mooie ge wassen boffen dat we zoo veelregen krij gen en weinig warmte en zoo leven ver scheidene nog. Ze hebben „gelept" van be lang en een paar zijn al als een pier zoo dood. Maar anders mooi is het. Natuurlijk voor geen f 200; voor 't dubbele lezer! Zoo zal Weercstein 't deftige Weerestein óók wel worden opgeknapt voor veel geld! Nu zou ik nog moeten spreken over de eeuwige aanvraag van den heer van Waveren Oostduin om den sproeiwagen tot Oostein- derbrug (Bethlehemslaan) te laten sproeien en de even-vake weigering van dit verzoek maar dan wordt 't artikel te lang. Bij gele genheid zullen we hieraan een uitvoeriger beschouwing wijden. HILLEGOMMER. De tucht in het Bulgaarsclie leger. Uit Sofia wordt volgens de Tel. aan de „Frankfurter Zeitung" gemeld: Veertien da gen geleden ontvingen alle publieke verma kelijkheden, concerten, theaters, koffiehui zen enz. te Sofia plotseling het bevel hunne gebouwen te sluiten. Naar blijkt werd deze maatregel genomen om de volgende redenen. De commandant van het garnizoen moet op zekeren avond op de openbare straat aange vallen zijn. Hij ontmoette eenige soldaten en Moeg bun wat zij op dit late uur op straat deden en of zij niet wisten wie bij was. De soldaten trokken hierop bun revolver en vuurden verscheidene kogels op hem af, roe pend: „Wij zullen u laten zien, dat wij weten, wie gij zijt!" Op dienzelfden avond gaf een ander officier aan eenige soldaten, die zien in een café ophielden, bevel onmiddellijk heen te gaan wegens het vergevorderde uur. De soldaten mishandelden daarop den offi cier zoo ernstig, dat deze naar het hospitaal moest vervoerd worden. De schuldigen kon men in beide gevallen niet achterhalen. Te Balogradseknik werd een artillerie-kapi tein doodgeschoten door de kameraden van een soldaat, die door den kapitein was ge slagen. Te Sofia werd dezer dagen wederom een officier gedood door soldaten, naar men zegt, omdat hij zijn manschappen te Tcha- talja mishandeld liad. Een soldaat, die eenige dagen verlof kreeg om zijn familie te bezoe ken, vond zijn familieleden in ellende terug. Men vertelde hem, dat.de voorraad meel, die zij hadden verzameld v,oor zijn vertrek, door het leger was opgeëischt. De soldaat wist niets beters te doen dan zijn geweer op te nemen en den „Krnet" van het dorp, die daartoe bevel had gegeven, een kogel door het hoofd te jagen. Verscheidene soldaten van de eerste divi sie zijn gedeserteerd en naar huis terugge keerd. De reserve-officieren, die de compag nieën commandeeren, welke om Sofia bi- vakkeeren, hebben de grootste moeite om orde onder hunne manschappen te honden. De ontevredenheid onder dc Bulgaarsclie soldaten wordt sterk beïnvloed door de poli tieke gebeurtenissen. Elke soldaat doet aan politiek en wordt door de dagbladen elk uur van den dag op de hoogte gehouden van de verhouding van het land ten opzichte van Servië, Griekenland en Rusland, en vormt zijn eigen oordeel of de regeering al of niet de nationale belangen behartigt. Hij stelt de regeering verantwoordelijk voor den hui- digen toestand en ontziet zich niet haar openlijk te beschuldigen. Dit is het wat de discipline in het leger zoo zeer bemoeilijkt. De diefstal van het Kostbare parelsnoer. De Engelsc.he politie, evenals de Fransche, tast nog in volmaakt duister omtrent de bedrijvers van den diefstal van het buiten gewoon kostbare paarlen halssnoer, waar over wij reeds berichtten, en evenzeer over dc wijze, waarop deze diefstal kan zijn ge pleegd. De Tel. geeft nog de volgend© bijzonder heden omtrent (lezen geheimzinnigen dief stal. Bij een oppervlakkige beschouwing van het pakje, hetwelk het halssnoer had moe ten bevatten, die de firma Max Mayer te Londen van haar correspondent te Parijs, den heer Henri Salomons, verwachtte, toon de dit niet de minste verdachte afwijkingen. Papier, touw en zegels leken volmaakt in orde. Een nauwkeurig onderzoek lieeft ech ter aangetoond, dat het papier, waarin de houten doos, die het halssnoer borg, ge wikkeld was, was doorgesneden, evenals de doos zelve, in diagonale richting, welke sne de, nadat de parelen waren verwijderd en vervangen door klontjes suiker, weder zorg vuldig verborgen was onder zes nieuwe lak zegels. Want waar het pakje te Parijs met zeven zegels voorzien werd, daar vertoonde het er 'te Londen dertien. Merkwaardig is voorts, dat het pakje, op 4 gram na, bij aankomst te Londen evenveel woog als waarvoor het te Parijs was in geschreven, m.l. 835 gram. De dieven moe ten dus geweten hebben, hoeveel het doosje woog, maar hoe zij dit te weten zijn geko men, daaromtrent verkeert Scotland Yard tot dusverre in *t ongewisse. Ziehier de wijze, waarop de heer Salo mons het kostbare collier verzond. Hij deed het eerst in een plat-leeren étui met drie afzonderlijke parelen, en dit weder in een houten doosje, niet scharnierend dek sel, dat hij expres voor het doel had laten maken. Zelf timmerde hij het deksel met drie nageltjes dicht, wikkelde daarop de doos in blauw kaftpapier, deed er een touwtje gekruist omheen en stempeLdehet pakje met zeven lakken, waarop de initi alen van zijn correspondent, den heer M. Mayer, alles in tegenwoordigheid van zijn vrouw. Vervolgens bracht hij het pakje zelf naar de post, uit voorzichtigheid naar een an der postkantoor dan dat, waar liij steeds zijn brieven en pakketten verzendt. Daar liet hij hot aant eek enen, wat hem 7 francs kostte. En van dat oogenblik werd het pak ket op juist dezelfde wijze behandeld als alle andere aangeteekende stukken. De be ambte, die het in ontvangst had genomen, en den inhoud ervan niet kende, wierp het in de daartoe bestemde mand naast zich. Daarna werd het, met andere pakjes, in een postzak gedaan, die verzegeld werd. Met andere zakken werd deze postzak per auto naar het hoofdkantoor van ontvangst der posterijen gebracht. Daar werden, naar gewoonte, al deze zak ken weder geopend, en hun inhoud nauw keurig vergeleken met de gelei-biljetten, om vervolgens te worden geschift volgens do landen van bestemming. Dit geschiedt in een ruime zaal, waar onophoudelijk talrijke beambten af en aan gaan of aan de schif tingstafels werken. Bij aankomst in deze zaal, hevat.te de postzak nog steeds liet pakje met parelen, en een paar uur later werd het, in den „Engelschen postzak", we der per postauto, naar liet Gare du Nord vervoerd. Maar of dit nu nog steeds hetzelfde! pakje was, of liever: of de parelen er op dat oogenblik nog altijd in zaten, dat is volstrekt niet uit te maken. In den trein van Parijs naar Galais en vervolgens op de boot, worden^ in ieder geval de verzegelde en van loodjes voorziene postzakken met aangeteekende stukken geen oogenblik door de beambten uit het oog verloren. Te Lori klerk', speciaal met de verzendingen en ont vangst der stukken belast en deze over handigde liet op zijn. beurt aan den chef van het personeel. Ten slotte stelde deze liet aan den heer Mayer tea' hand, toen deze op zijn bureau kwam, wa-arna de ope ning plaats had. Het parelsnoer was bij Lloyds verzekerd voor 130.000 pst. en volgens opgaven van Scotland Yard saam gestold uit 61 parels, wegende 1259 grein: een middelparel van 471/16 grein, twee sluitparels van 111/16 grein, terwijl bovendien nog in de doos wa ren Losse peervormige parels van 941/4 grein en een ronde parel wegende 27 gram'. Een prachtig Sherlock Holmes-zaakje. Een student heeft in het Bois de Bou logne een halssnoer gevonden, gelijk aan dat van f 1.600.000, hetwelk aan Mayer ontstolen is, zoo verneemt de N. R. Ot. uit Parijs. De politie van Neuilly heeft Sa lomons ontboden, die verklaarde, dat liet gevonden snoer inderdaad volkomen gelijk was aan het vermiste, maar dat het niet temin naar hij meende, niet het echte was. Na onderzoek is gebleken, dat dit snoer niet liet echte was, ofschoon het veel ge- Lij kenis had met het vermiste. pogen dringt zich dan ook op: deze Biblio tiheek, die de abonné der Maatschappij voor goede en goedkoope lectuur zich vormt, wordt „een der belangrijkste hulpmiddelen der ont- den worden de zakken ontzegeld en van Iele j wikkeling en beschaving van héél ons Ne- loodjes ontdaan. De inhoud wordt vergeleken deriandsche volk." met de gelei-biljetten en vervolgens aan de bestellers uitgedeeld, die voor ieder stuk, dat zij ontvangen décharge verleenen. allerliefst.... zulke mooie oogjes en zoo'n zach fc-aan voelend, rugje en zoo'n lief kwib» bel staartjeop en neerL.i... Zóó 'n lief bezit deze Aziatische wolf on der je schapen! „Ontwikkelend en beschavend" als Azia tische vroegrijpheid. „Degelijk" als Aziatische bluf. „Smaakvol" als 'Aziatische wulpschheid. Abonnementen gaan in tegen f 5.20, f 7,50, f 10, f 12,50 per jaar. Brengen 12 tot 25 boeken per jaar in js „lief bezit". Het volledige Abonnement levert oorsprori, kelijke Nederlandsche boeken en vertaalde werken van Buitenlanders: dat is de „Neder landsche" en de „Wereld Bibliotheek". Daar enboven omvat dit Abonnement een „Blauwe Bibliotheek": kleine dubbeltjes- en kwartjes.; boekjes. Dan zijn, uit en naast de „Nederland-' scho"- cn „Wereld-Bibliotheek" gevormd: do „Tooneel-Bibliotheek" en de „Russisehe-Bibli- otheek". Deze voorkeur voor Tartaarsche toe sbanden en aandoeningen is ook sterk typee rend Aziatisch. Men is natuurlijk bij voorbaat een stakkerd, als men die sbeppen-gebeurlijkheden niet aan grijpend en meesleepend belangwekkend vindt; nu, dan ben ik maar een stakkerd, ïnaar ik vind de meeste almachtig vervelend verward, verwrongen en verworden-ver-do r- ven. 't Lijkt me meer een mode, dat soort inkleeding van mensohelijke gevoelens mooi te vinden,hoepelrok en frippeljurk, wiet heeft gelijk? Bleef het bij een verschil van smaak, iii zou zwijgen. Maar er is ie te veel ergers. Hoe de directeur dezer Maatschappij met daaraan in "„de Tijd" een geharnast artikel', j echt Aziatische indringerigheid ons zijn tegen- waaraan wij het volgende ontleenen en on-overgestelde opvatting ook moge opdwingen, der de aandacht onzer lezers brengen. Men ik zeg hem in zijn gezicht, dat. zijn collectie, doe er zijn voordeel mede. als collectie, infaam is De Eerw. schrijver noemt deze maatschap- j 'fcls een bewering, die ik niet zoo maar pij een „Aziatische onderneming." j in 't wilde slinger, dat er boeken zijn van Zij heeft ten doel, „de werken der wereld-1 die „beschavend-ontwikkelende" en „geedo- litteratuur uit te geven, zoo degelijk en lectuur"-verbreidende „Maatschappij", die in smaakvol, dat men ze voor weinig geld kanéén band meer vuil en venijn bevatten, dan maken tot een lief bezit." j uit een geheel jaar-abonnement van de meeste Dit doel wordt nagestreefd door medewer-liberale bladen kan worden -gepuurd, kers, die „de beste Nederlandsche schrijvers Verleiding in haar zinnelijksten vorm, met zijn en de voortreffelijkste buitenlanders." kieschheid en kuischheid spottende, zetten en Het gevolg van dit weidoordacht-edelaardig I voorstellingen, belastering van hoog-katholie ke gevoelens en denkbeelden, verdediging van de verderfelijkste theorieën op het gebied der, zeden, plastische tentoonstelling van lage hartstochten en dierlijke zondigheid, dit allea toag de „beschaving en de ontwikkeling" zijn, die men zich droomt voor den Darwi» DE MAATSCHAPPIJ VAN GOEDE EN GOEDKOOPE LECTUUR. Indertijd hebben wij gewaarschuwd voor 'de uitgaven der Maatschappij van goede en goedkoop© lectuur; waaronder werken voor men, die voor ons absoluut verboden waar zijn Thains wijdt Pater F. Bendriohs, S. J., Het pakje met de parelen heeft dus de zóó. reis van Parijs naar Londen volgens de ge wone manier gemaakt en is geen minuut later aangekomen dan verwacht kon wor den. Het lag wel een uur lang in een mand van een bijkantoor der posterijen te Parijs en daarna twee uur in de schiftzaal van het ontvangkantoor, maar op beide kanto Zóó luidt het prospectus. Zóó luidt de reclame, die binnen op den omslag der uitgaven voorkomt. Letterlijk nistisohen aap, zoolang wij, Nederlanders, nog christelijke mensehen zijn, laten wij ona niet zeggen, dat deze vuilnisbak voor on? zoo'n „lief bezit" mag worden genoemd. Wie zal nameten, of inderdaad deze „Maat schappij", gelijk zij met ophef verkondigt, in de zes jaar van haar bestaan, meer dan SOCKÏ Meten hoog boeken lieeft uitgepakt, biji Welnuzulk eene onderneming is Aziatisch. Aziatische grootspraak, Aziatische be reddering en koude drukte, Aziatische ovor- prikkeling van den smaak. De opperkok van deze letterkundige Volks gaarkeuken heeft iu zijn leven ongetwijfeldde 700.000 stuks? Ik wil het wel gelooven, zooveel gepeperde en gepickelde cent-éen-pik-en bij deze reclame eens een oogenblik nief ren is, zooals gezegd, een zeer druk komen en-halve-cent-eeni-lik geproefd," dat zijn smaakdenken aan bluf. cn gaan en het is bijna onmogelijk, dat i heelemaal niet meer op Hollandsche geha-1 Ongedierte vermenigvuldigt zich altijd sneL men daar den inhoud van het pakje ka-n J molton is berekend; Idat hij niet schijnt te Maar liet wordt hoog tijd, vast te stellen,; hebben verwisseld. j weten, hoe heet de gerechten zijn, die hij dat van die 700.000 boeken er stellig goeq 50.000 „goed" zijn, stellig geen 10.000 Mijn hemel„een lief bezit" die in allen Katholieken in handen mogen komen, Spaanscfae peper gestoofde hutspot!Goed stellig van de geheele serie geen 5 pet. voor Aziaten, niet voor do Lage Landen. voor ieder geschikt zijn; hoog tijd, met allen 'tZou wat „degelijk en smaakvol",wel ernst te zeggen, dat geen Katholiek, wien De Fransche politie is dan ook van oor- klaar maakt en die magen reddeloos bederft. deel, dat die verwisseling óf tijdens den overtocht op het Kanaal, óf te Londen moet hebben plaats gehad. De dieven zullen intusschen zeer veel moeite hebben om de parelen, althans de j ja, het is zoo.... buig, Nederlands volk, voor zijn geloof en zeden een „lief bezit" zijn, groote, va-n de hand te doen want deze zijn,de reclame-onvervaardheid van den éénen juist door hun grootte en bijzonder fraaien ©n eenigen, die dit met kapitein van Köpe- glans en vorm, bij alle juweliers over de j hick-aohtigen overmoed decreteert en zich geheele wereld bekend. Nog nooit zijn zoo- aandient om met Clara Viebig, Simons-Mees, Veel en zoo schoone parelen het waren Heijermans, Shaw, van Hulzen e.t.q. den ze er ei tot een collier vereenigd geworden. j donmeoster-groot-generaal en liokus-pokus- In een interview met een reporter ver- j ontwikkelaar van het Nederlandsche volk to telde de heer Max Mayer nog, dat niet hij spelen! zelf het pakje te Londen van den postbe-Waarachtig een „lief bezit". aimbte heeft aangenomen. Het kwam des Och ja.... zoo lief als zoo'n snoezig dak- ochtends vroeg aan, en de besteller over- keltje.... maar dat je heele hebben en houën handigde het aan een werkvrouw, die voor j vernielt, zijn neus aanspitst in de bolle zit- ontvangst op zijn register toekende. De tingen van je stoelen, naar konijen krab-' vrouw gaf het, een half uur later, aan een bolt op je Axminster karpet;och ja...... i der zijn vele „Van dag tot dagjes" er ook wel een abonnement mag houden op dit onrein en onoordeelkundig atelier van letterkundige pro ducten, rijp en rot, hot en haar door el» kander. Ik merk, zegt Pater Hendrichs ten slotte, dit artikel overlezend, dat ik veel te zoet sappig ben geweest; die strafwet-vrees heeft mij bepaald heelemaal in de war en benauwd gemaakt. EERBIED VOOR DEN DOOD. 't Zou ons sterk verwonderen, of de lyri sche Oharles Boissevam, de Oude, heeft on- In het gedeelte van de rue du Clos-Bru- neau te Parijs, dat tijdens het tweede keizer rijk nog' bestond voordat de wijk der Sor- boune gedeeltelijk werd afgebroken om de breede en moderne ree des Ecoles aan te leggen, stond een gothiek huis van vier ver diepingen met twee ramen in het front, dat een laatste overblijfsel scheen te zijn van een rijke abdij of van de woning van een edel man van bet oude Parijs. Een peperbusvormig torentje versierde een der vier hoeken en, de breede en kooge ra men waren door gebouwen steenen binten in vieren verdeeld; boven de door een go- smeed ijzeren stand door kunstvaardige hand met krullen en grillige bloemen ver sierd, en daaraan hing een uithangbord, dat in verweerde letters het opschrift te lezen gaf: „Hotel Alsace". Op een winteravond tegen een uur of zes, het was koud en mistig, kwam een dame in het hotel om een kamer te vragen. Zij was groot van gestalte met schoone regelmatige trekken, maar haar kleeding zag er ver waarloosd uit en zij scheen erg vermoeid. Ik heb een groote reis gemaakt, zei ze, en heb rust noodig. Hier is het biljet van mijn bagage, gij kunt dien morgen laten ha len. Mevrouw, zei de hotelhoudster, mijn huis is niet groot en bijna geheel bezet door mensehen, die hier in pension zijn. Ik kan u ■niets anders geven dan een achterkamer op do vierde verdieping, Dat is niets, als er maar een goed bed staat. O, zeker, mevrouw: en er is een haard, (vaar ik aanstonds een flink vuur zal laten aanleggen. Terwijl zij kandelaar en sleutel opnam, voegde de spraakzame logementhoudster er tej: Er zijn maar twee kamers op iedere ver- eping. TTw buurman is een heel bedaard man, enkel speelt hij des avonds een of twee ur'fen viool, maar met een geluidsdemper, dat spreekt vanzelf. Dat is mijn ponsionaire mijnheer Zacharias, organist aan de St. Stc- phanuskerk. Bij 't uitspreken van dien naam meende de eigenaar van het hotel d'Alsace bij de onbekende een lichte zenuwtrilling waar te nemen, maar zij antwoordde enkel met een onverschillig: zoo! De vreemdelinge werd naar de voor haar bestemde kamer gebraoht en zoodra zij al leen was, haastte zij zich, om in den slaap rust en verkwikking te zoeken. Te middernacht, te midden der diepste duisternis, werd zij plotseling gewekt dqpr de accoorden eener hemelsclie melodie. In het naaste vertrek klonk een viool. De strijkstok die met ongeëvenaard meester schap werd gevoerd, ontlokte aan de snaren een stroom van melodiën, ernstig of blij kla gend of feeder, zacht en vleiend of harts tochtelijk wild. Soms verdrongen zich de no ten in wilde warreling, om nu eens als een zielekreet los te harsten en dan weer rein en statig op de vleugelen des gebeds zich tot den hemel te verheffen. De vrouw luisterde aandachtig: een ge voel van diepen weemoed beving haar, haar keel schroefde dicht, tranen welden haar naar de oogen en zij moest met geweld zich bedwingen om een luiden snik te onderdruk ken. Tien jaren geleden had de musicus Zacha rias in het hotel d'Alsace zijn intrek geno men en tien jaar lang had liij er rustig en in vrede geleefd. Hij leidde er een echt klui zenaarsleven, ontving niemand en wijdde aan zijn muzikale scheppingen vele uren van den dag en van den nacht. Van onuit puttelijke scheppingskracht, was hij zeer ge zocht door de muziekgevers, die hun voor deel deden met de heerlijke toonwerken van den stillen eenvoudigen man. Niets wat zijn kunst betrof, was hem vreemd gebleven: met hetzelfde meester schap behandelde hij de verschillende geu- res, en was zoowel in het vroolijke als iu het ernstige in de luchtige dansmuziek als in het statigste orgel-compositie een mees ter van den eersten rang. Op hooge feestdagen wist hij aan het or gel tonen te ontlokken, die de geloovigen meesleepten en die den kenner deden den ken aan Gui d'Arezzo of Palestrina. Aldus leefde hij in stilte geheel overgege ven aan de kust, die hij liefhad met al de kracht zijner ziel, die hij koesterde en ver zorgde als een teer bloeiende plant. Sommi gen zeiden, dat hij een geheim verdriet had en dat hij in de bedwelming van een ver fijnd kunstgenot zijn zieleleed zocht te ver goten. Wanneer men hem over straat zag gaan door de rue de la Montagne Ste Genevieve om het orgel te bespelen in de kerk, wanneer men hem daar heen zag gaan, mager, zenuw achtig, met onrustigen blik en een gelaat, doorgroefd van onbekend lijden, dan wezen de mensehen uit de buurt hem elkander met stillen eerbied als een ongelukkigen man, die onder een groot leed gebukt gaat. Het was avond; hel Lof in de kerk St. Etienne du Mont was geëindigd en Zaclia- rias koud en rillerig, met een gevoel van koorts, had het orgel gesloten en was naar huis gegaan. De kunstenaar had geen bloed verwanten, geen vrienden. In zijn eenzame kamer, waar overal muziekpapier op tafel en stoelen verspreid lag, porde hij het haard vuur op en ging in zijn grooten leuningstoel zitten. Hij voelde zich onwel en had be hoefte aan iets warms; Zacharias nam een punchbowl, goot er rhum in en stak het met bevende handen aan. De lamp was neergedraaid en achterover in zijn stoel geleund zag de kunstenaar daar de breede vlammen, die als blauwe slangen over de brandende punch kropen. Zij sloe gen verder uit en dansten met bleeken weer schijn op de muren der kamer, die zij vulden met een spookachtig en fantastisch licht. Een rilling overviel hem. Pijnlijke herin neringen, verward en akelig als een droom, herleefden in zijn geheugen. Visioenen van het verleden rezen weer op voor zijn geestesblik en trokken zijn oogen voorhij. En altijd rees voor zijn verbeelding op het beeld van haar die hij zoozeer had liefgehad, zijn vrouw, die hem te vroeg was ontvallen. Hij "streek zich met de handen over de oogen en staarde op een andere ver schijning met een blile van diepen weemoed. Zijn dochter, zij zou door haar liefdevolle zorg het gemis der echtgenoote aan hem vergoeden, maar helaas het zou anders zijn. Hij zag zijn Ernestine in den geest weer tegenover hem zitten aan de kleine tafel; hij meende nog den klank te hooren van zijn eigen stem, toen hij woorden van waarschu wing tot haar sprak dat zij zich in acht zou nemen voor Waler, zijn vroegren muziek- leerling, die het verkeerde pad was opge gaan. Maar zij had haar hoofdje trotseh in den nek geworpen en gezegd dat zij haar eigen weg zou kiezen. En daarna kwam het oogenblik van schei den. Het oogenblik, dat zij zonder de zegen baars vaders het leven ingang met den on dankbaren leerling. Dat was jaren geleden: de kunstenaar had haar niet meer teruggezien, niets meer van haar vernomenHet laatste trillende vlammetje van den punch was uitgedoofd; slechts in den haard glommen nog eenige kolen en zwak scheen de maan door het venster. Zacharias zat nog steeds onbeweeglijk in zijn stoel; zijn gedachten versmolten in al lerhande melodieën en doorleefde ontroerin gen joelden en zongen in zijn hoofd, hij greep viool en strijkstok en onder den drang der bezieling, begon hij een fantastische melo die, waarin hij de gevoelens en gewaarwor dingen zijns levens in een rijkdom van klan ken vertolkt. Opeens meende Zacharias een snik te hoo ren in de naburige kamermaar neen, het was hel spel zijner verbeelding. De strijk.' stok vloog weer over de snaren en nadat het j instrument iu aangrijpende tonen zijn nood had geklaagd en zijn leed had uitgezongen, 1 klonk ais engelenmuziek een lied van ver geving en verzoening. i Het daglicht scheeu reeds door de ramen, toen Zacharias bij de flikkerende lamp nog bezig was de improvisatie van dien nacht op het papier to brengen, j Opnieuw meende bij daarnaast een srrik j te hooren, maar nu duidelijk, meer dicht hij, i Hij schrok en wendde het hoofd om. Laugzaam ging de deur open en daar stond zijn dochter, zijn Erestina terugge keerd na veel lijden en veel omzwervingen. Zij stak de armen naar hem uit: „Vergeving, vader, vegreving." De grijsaard zag haar met groote verbijs terde oogen aan, toen deed hij eenigè schre den achteruit, een akelige ruwe schaterlach klonk door het vertrek en als door den blik sem getroffen, zonk de oude man in zijn leunstoel. Toen Zacharias na een ijlkoorts tot zick- zelven kwam, waakte Erestina bij zijn lied; haar man had zij verloren, twee kinderen ten grave gedragen en nu, na een verwoest jong leven was zij teruggekeerd om het overschot van haar dagen te wijden aan haar ouden vader die zij zoozeer had miskend. De oude man behoefde de zorgen van zijn dochter niet lang; kalm ontsliep hij na ze genend zijn hand op haar hoofd te hebben gelegd. Korten tijd nadien werd de fantas tische melodie van den ouden meester door heel Parijs toegejuicht. Zijn dochter had aan het muziekstuk een titel gegeven, en er bo ven geschreven: „Le Pardon", de vergeving, NIEUWE HAARLEMSCNE COURANT ™£F.?,L®J;,AD mx^sn»1 Nvn» tutva .nTu-vBiuo vxasJ'-a „Gh v. A."

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1913 | | pagina 5