DE ZOON YAN DEN LANDLORD ft Brieven uit Lisse. BUITENLAND. BINNENLAND. Hn Bern Rflarehé. fé'ü iTlITqn^ Haarlem® Brassels Hatiilschoeneii voos* all® «gelegenheden* X. In onzen vorigen - brief maakten we met genoegen melding daö» de R.K. Kiesvereeni- ging bij de jongste gemeenteraadsverkie zing prachtig uit den strijd was gekomen doordat zij ai haar candidaten gekozen zag. juoch.. .gekozen blijkt nog niet te willen srgen, raadslid zijn. Immers zooals we we ten besloot de Raad bij meerderheid van stemn.c n het nieuw gekozen lid R. (Warmer dam met toe te laten als zijnde de ver kiezing onwettig. Waar wij in dezen paf van; etonden was van de bewering der hee- ren van Zanten en van Lijnden dat in deze kwestie geen persoonlijke overwegingen voorstonden 1 Daar staan we paf van en met reden. Immers heeft de broer van het raadslid van Zanten op den dag der stemming in een afzonderlijk schrijven aan het gemeen tebestuur, na de indiening van zijn protest, gezegd, dat hij zijn bezwaren niet hand haafde als van Graven werd gekozen. Zou dit nu werkelijk zijn omdat deze op een lijst conform de wet stond? Wat ons wel zeer eigenaardig voorkomt is wel het advies van Mr. van Styrum als zouden de candidaten der liberale kiesvereeniging als- nu bij enkele candidaatstelling gekozen zijn! Eilieve, zoo tegen den wil der kiezers in? Dat zou wat moois zijn. Mochten evenwel Ged. Staten in dezen geest beslissen wat wij echter voorhands nog niet gelooven dan, daar mogen we vast op rekenen, zul len de andere gekozen candidaten der R.K. Kiesvereeniging nu zij hunne vei'kiezing fei telijk aan de liberalen hebben te danken, zeer zeker hun mandaat niet aanvaarden. Zij zullen voorzekér niet anders willen zijn dan do wettige candidaten der R.K. Kiesvereenigingen en ook als zoodanig geko zen worden.Hierdoor zouden zij ook recht aan hun mede-candidaat laten wedervaren. On ze meening is echter dat, mochten Gedep. Staten het Raadsbesluit van 1 Augustus be krachtigen, zij zeer zeker de geheele ver kiezing ongeldig zullen verklaren. Ge beurt dit, dan, aldus deelde men ons van zeer betrouwbare zijde mede, zal de heer van Graven zich in geen enkel geval la ten candideeren. Wat hiervan de reden moet zijn? Niet anders dan deze; thans is aan 't licht gekomen dat men nu juist van libe rale zijde niet zoo zeer dweepte met den heer van Graven maar dat men hem alleen gebruikte om de Roomsche Kiesvereeniging een hak te zetten. Wat toch is 't geval? De liberalen hebben eerst tot tweemaal toe getracht andere Katholieken te bewegen hun candidaat te worden. Deze moesten echter hier niets van hebben zoodat men ten al 1 e r- laatste den heer v. Graven hiertoe aan zocht met 't gewenschte gevolg. 't Is wel jammer dat v. Graven deze fout niet eer heeft ingezien. Aangaande onzen vorigen brief maakte een A.'-R. kiezer eenige opmerkingen en bere keningen inzake het stemmenaantal, waar wij spraken van het groote verschil tus schen Tromp en Warmerdam. Het is onzer zijds een verzuim geweest dat wij niet heb ben doen uitkomen dat vele Katholieken niet op W. hebben gestemd. Doch wij acht ten dit niet noodigl Immers er zijn zeker minstens wel een paar honderd Katholieke kiezers geen lid Van de R. K. Kiesvereeniging, die dus yrij zijn in hunne keuze. Maar met de aller gunstigste berekening welke de A. R. kie zer ten opzichte zijner partij maakt gaan we toch niet accoord. Wij kunnen eenzelf de berekening voor de Katholieke partij ma ken. Wij laten district II voor 't geen het is, omdat daar ter plaatse van bovenaf een sterke ongeargumenteerde oppositie ten op zichte van W. bestond. Maar om zoomaar Voetstoots de veronderstelling ingang te doen vinden dat in I 125 Katholieke kie- zersn niet op W. hebben gestemd, lijkt ons 'op z'n minst wat overdreven 1 Wij kunnen evengoed veronderstellen dat er bijv. maar 50 Katholieken niet op W. hebben gestemd en bovendien zijn er werk lieden van liberale en C.-H. zijde die vol gens hun beweren wel op W. hebben ge stemd, zoodat wij evengoed volgens onze berekening het aantal A.R. stemmen op W. uitgebracht tot 15 of 20 zouden kunnen re- duceerenI Het heeft echter niet in onze bedoeling gelegen hierover een polemiek uit te lok ken maar 't trok te zeer onze aandacht dat alle Roomsche Candidaten, zelfs de Wet houder Rieggel, beneden Tromp bleven. Hier wilden we even de aandacht op ves tigen. Misschien zeer spoedig, al naar Ged. Sta ten zullen beslissen, anders toch over 2 jaar staat er weer iets iets voor de deur, waar wij elkanders steun onvoorwaardelijk noodig zul len hebben. Dit is tenminste het idéé van OPMERKER.; BULGAARSCHE BRUILOFTEN. Er is het laatste jaar zooveel geschreven over de Bulgaren zooals zij zijn in oorlogstijd dat het eigenlijk ook niet onaardig is eens iets ver vernemen van het Bulgaarsehe land leven in tijd va,n vrede. De bewoners van dat land zullen er naar verlangen meer dan w'e hun eigenaardige gebruiken weer onge stoord te pas te kunnen brengen. Een huwelijk bij de Bulgaarsehe landelijke bevolking brengt een stroom van vreemde ceremoniën met zich. In de meeste streken heerscht nog de gewoonte dat de bruidegom zijn bruidje koopt, en dat gaat zoo maar niet door een sommetje geld aan den schoonpapa in spé te zenden en dan per omgaande de solioone terug te krijgen. Een medewerker van de „Figaro" heeft onlangs de lezers van zijn blad verteld wat daar alzoo bij komt. Als een Bulgaarsehe jonkman het pieisje zijne keuze gevonden heeft zendt hij zijn moeder of een andere bloedverwante als af gevaardigde naar de ouders zijner dulcinea. Bij dat bezoek wordt besproken wat de bruidegom voor het meisje zal moeten geven en ook wat het bruidje aan kleeren en ge schenken mee ten huwelijk zal brengen. De verloving bestaat uit het wisselen van rin gen, in de méésts gevallen volgt de bruiloft onmiddellijk daarop. Een week voor de bruiloft koopt de vader van den bruidegom een houten flesch met wijn, een brood en een stuk gebraad; in den vastentijd neemt men visch in plaals van vleesch. Wijn, brood en vleesch worden door een soort afgezant (ostekar noemen hem de Bulgaren) aan de moeder van de bruid ge bracht. Nadat men elkander wederkeerig geluk heeft gewenscht vraagt de ostekar wan- naar de bruiloft zal plaats hebben; gewoonlijk wordt die op een Zondag bepaald. Als dat is gebeurd, wordt de koopprijs vast gesteld, voor die betaald is mag de jonge man niet in de woning van het meisje komen. Drie dagen voor de bruiloft beginnen de hu welijks-ceremoniën. Donderdagmiddag moet een zuster of een ander familielid van den bruidegom een „diver" zoeken die zich be last met ruiling der ringen en die in de kerk dioht achter het paartje met twee brandende kaarsen staat. Dan moet de zuster van den bruidegom de jonge meisjes van het dorp uitnoodigen om in de woning van den jongen man de bruiloft voor te bereiden. Vier der dorpsmeisjes vor men een koor, zij leggen een wit laken op tafel én zetten daar eenig zilver vaatwerk op. De „Selva" (dat is de zuster van den brui degom) heeft een kleine schaal, waarop drui ven', 5 nooten en wat meel liggen. De brui degom, de diver en de selva nemen dat mand je met de rechterhand beet en zwaaien liet voorzichtig rond; de vruchten mogen daarbij elkander niet aanraken, dat beteekent onheil voor het tooh angstige echtpaar. Terwijl de selva alleen het mandje laat schommelen, zetten bruidegom en diver twee met water gevulde koppen voor het vuur. Het water mag niet aan den kook raken en de vlammen mogen de koppen niet aanraken. In een der koppen is een houten stokje geplaatst waaraan een zilveren ring is be vestigd; die ontvangt het bruidje na de brui loft. Vrijdags voor de bruiloft komen de vrien dinnetjes van de bruid te zamen om haar de haren te verzorgen. De eerste hand moet daaraan gelegd worden door een idioot klein meisje. Als de haartooi gereed is kust het bruidje haar vriendinnen de hand; zij krijgt nu een muts op. Zaterdags wordt bij den bruidegom een os geslacht; de jonge mannen van het dorp zijn daarbij en dansen en zingen. Den vol genden morgen komt de dorpsbarbier bij den bruidegom en snijdt hem baard en hoofdhaar af; het afgesneden haar legt men in de kast van het bruidje. Tegen den middag komen de gasten van den bruidegom; als ze gegeten hebben gaan ze in optocht naar de woning van do bruid. De diver klopt aan haar woning en alle gas ten zingen'; „Koop het meisje, koop het meisje, diver, het is de moeite waard." Dan gaat rdé deur .epen, waarna men het meisje naar de woning van den bruidegom voert. HET VREDESVERDRAG DER BALKAN- STATEN. Ziehier den officieelen tekst van het vre desverdrag van Boekarest: Artikel I: Er zal vrede en vriendschap bestaan tusschen den koning van Bulgarije en de andere souvereinen, evenals tusschen hun erfgenamen en troonopvolgers. Artikel IIDe Roemeensch-Bulgaarsche grens, herzien overeenkomstig bijlage 5 van het protocol, zal loopen van den Donau stroomopwaarts van Toertoekai, om ten Zui den van Ekrene, aan de Zwarte Zee, te eindigen. Formeel is verder overeengekomen, dat Bulgarije binnen ten hoogste twee jaar de te Roetsjoek en Simla bestaande vesting werken ontmantelen zal, alsmede de ver sterkingen in een zone van 20 K.M. Een gemengde commissie zal binnen veer tien dagen op de plaats zelve de nieuwe grenslijn vaststellen en overgaan tot de ver deeling der goederen, gelegen op het grond gebied, dat de nieuwe grenslijn doorsnijdt. In geval van een meeningsverschil zal een scheidsgerecht in laatste instantie uitspraak doen. Artikel III. De Servisch-Bulgaarsehe grens vastgesteld overeenkomstig bijlage 9 van het protocol, begint aan de oude grens bij den berg Paratrica, volgt dan de oude Turksch- Bulgaarsche grens en de waterscheiding tus schen de Wardar en de Stroema, met uit zondering van het bovendal der Stroemitza, dat aan Bulgarije zal blijven. Artikel IV. De kwesties betreffende de oude Servisch-Bulgaarsche grens zullen ge regeld worden ingevolge een overeenkomst tusschen de eontracteerende partijen, con form protocol 2. Genoemde grens eindigt bij het Belasica- gebergte, waar zij de Buigaarsch-Grieksche grens ontmoet. Een gemengde commissie zal deze grens lijn binnen veertien dagen ter plaatse vast stellen en overgaan tot de verdeeling der goederen, gelegen op het grondgebied, dat de nieuwe grenslijn doorsnijdt, zoo noodig met behulp van een scheidsgerecht. Artikel VDe Grieksch-Bulgaarsche grens, vastgesteld overeenkomstig bijlage 9 van het protocol, zal loopen van de nieuwe Bul- gaarsch-Servische grenslijn af over het Ce- lascica- en Planina-plateau en eindigen bij de monding van de Mesta, aan de Egeïsche Zee. Een gemengde commissie en een scheids gerecht zullen worden samengesteld, zooals in de vorige artikelen is aangegeven. Het is strikt overeengekomen, dat Bulga rije van dit oogenblik van al zijn aanspra ken op liet eiland Kreta afziet. Artikel VI: De hoofdkwartieren der res pectieve legers zullen van de ondertecke- ning van het vredesverdrag in kennis wor den gesteld. De Bulgaarsehe regeering verplicht zich, den dag na de onderteekening van liet ver drag de troepen te demobiliseeren, wier gar- nizoens in de bezettingszone van het oor logvoerende leger zijn gelegen. Deze troe pen zullen naar andere punten van het oude Bulgaarsehe grondgebied worden gedirigeerd en zullen hun garnizoenen pas weder mo gen betrekken, nadat de bezettings-zóne zal zijn ontruimd. Artikel VII: De ontruiming van het Bul gaarsehe grondgebied zal dadelijk een aan vang nemen na dc demobilisatie van het Bulgaarsehe leger en binnen ten hoogste twee weken beëindigd moeten zijn. Artikel VIII: Gedurende de ontruiming van het Bulgaarsehe grondgebied zullen de legers het recht van requisitie tegen beta ling in contanten behouden, en het vrije gebruik der spoorwegen verkrijgen tot liet vervoer van troepen en mondbehoeften, zon der daarvoor aan de plaatselijke overheid schadeloosstelling toe te staan. Zieken en gewonden zullen onder de bescherming van gezegde legers komen te staan. Artikel IX. Zoo spoedig mogelijk zullen alle krijgsgevangenen worden uitgewisseld. Dc regeeringen zullen elkander wederzijds een staat van dc uitgaven voor het verzor gen en voeden der gevangenen doen toe komen. Artikel X: Het onderhavige verdrag zal bekrachtigd worden; de bekrachtigingen van het verdrag zullen ie Boekarest worden uit gewisseld, binnen 14 dagen of zoo mogelijk eerder. Het sss©ia1i«tencoïigp®s te ZwoHe. De geheele pers is eenstemmig: Troelstra heeft een geduchte nederlaag geleden, en de S. D. A. P. is zeer verzwakt door het con gres van Zwolle. De Maasbode zegt o.m„ dat het eene groote komedie was: „Alles theater! En hadden zoo velen niet een bindend mandaat gehad, er ware met groote meer derheid besloten om eventueel aangebo den portefeuilles te aanvaarden. Wat ware daarvan het gevolg geweest? Troelstra heeft bet verklaard. Dat zou moeten dienen om een mogelijk Kabiuct- Cort van der Linden op te drijven door de gedurige vrees, dat eigen val de komst van een liberaal-socialistisch Kabinet zou beduiden. We zien dus, dat ook nu nog de bereidverklaring voor Troelstra iets anders beduidde, dan ze op zich zelf was. Het had moeten worden een tactische zet tegenover de concentratie en vooral tegenover de Vrij-liheralen, die zoo flink op socialistische Ministers hebben aan gedrongen, omdat ze overtuigd waren, dat deze er toch niet zouden komen. Dat opdringerig aanbieden van porte feuilles moest in de toekomst onmogelijk gemaakt worden. Door den Vrij-libera- len de vrees in te boezemen, dat de por tefeuilles bij aanbod zouden worden aan vaard, zou men wel voorkomen, dat ze zouden worden aangeboden. .En aldus zou de socialist zijn heerlijke, vrije critiek behouden, en niet verant woordelijk zijn jegens de kiezers voor het niet brengen van algemeen kiesreeht en staatspensioen. Aldus beeft Troelstra zich in de kaart laten zien. Dat kon niet anders, wan neer men uit beginsel zijn politiek moet blootleggen voor het publiek. Naar onze meening staan de zaken nu zóó, dat de Yrij-liberalen bij een vol gende gelegenheid hun aanbod genist kunnen herhalen. Want waarschijnlijk is het niet, dat de „leiding" der S.D.A.P. zich spoedig weer vergissen zal in de stemming zijner leden, en moeilijk kan men binnen korten tijd weer aankomen met de bewering, dat het extra-ordinaire geval aanwezig is, waarin aanvaarding van minister-portefeuilles geoorloofd is volgens socialistische leer. Daardoor is de positie der S. D. A. P. ten opzichte van haar meer dan honderd duizend „bijloopers" verzwakt. Ook in de toekomst zal zo bloot staan aan dezelfde truc der portefeuille-aanbieding en aan dezelfde kritiek door het weigeven daar van". De Nederlander geeft de politieke vooruitzichten: „Er bestaat thans tusschen socialisten en vrijzinnigen geen enkel compromis: de aanvankelijk door de soc.-dem. Ka- nierclub gedane toezeggingen zijn door het Congres niet bekrachtigd, omdat ze er niet behandeld zijn. „Het komt ons voor, dat liet uitzicht er voor de vrijzinnigen met den dag van Zondag niet beter op geworden is. Zij zullen goed doen voortaan wat minder met het revisionistisch karakter en wat meer met het „revolutionair sentiment" der S. D. A. P. te rekenen". De N. Rott. Courant wijst op Troel stra's berekende houding en zijn politiek spel dat editormislukt is! „Achter de theorie der motie lag toch ook een stukje practische politiek ver borgen. Mr. Troelstra, immers, verlang de de aanneming van de aanvaardings motie, vooral om, zoodra liem dat goed dacht, daarmede het kabinet-Cort van der Linden te kunnen bestoken. Hier kwam liet uitnemend doorzicht van dezen parlementairen leider der Ne- derlandsehe sociaal-democratie in bet licht. Met een aanvaardingsmotie een blanco erediet, gelijk zij na de toelich ting van Mr. Tr-oclstra terecht, genoemd is, omdat het tijdstip waarop, en de om standigheden waaronder ervan gebruik gemaakt zou worden, in de lucht kwamen te hangen als ruggesteun, zou Mr. Troelstra een zeer sterke positie hebben ingenomen. Zonder haar is hij in de Ka mer vrijwel lamgeslagen. Wat- kan hij nu doen, wanneer het R'a- binet-Cort van der Linden niet den weg zou opgaan, dien hij gevolgd vvenscht te zien? Vrijwel niets. Hij kan groote woorden gebruiken, en daarmede een schijnsucces behalen. Desnoods moties over algemeen kiesrecht en staatspen sioen voorstellen, en stemmingen uitlok ken, om te pogen, met den steun der con centratie, het Kabinet-van der Lindeü ten val te breiigeu. Hij zal dan kunnen komen tot aan den drempel van het beloofde land, doch den drempel overschrijden zal hij niet. Daar toe is hem de pas nu afgesneden, want steeds zal hem worden toegevoegd: „Wij zijn bereid de consequenties te aanvaar den van de daad, waartoe gij ons noo- digt; doch gij"? Wilt gij dat ook? Sa nier met u een Kabinet ten val brengend, willen w ij 6amen met u voor de gevol gen staan,gelijk de constitutioneele be ginselen eisehen. Maar gij?" Kon Mr. Troelstra dan antwoorden: „Ik ook", liij zou zoo krachtig zijn, als maar iemand in de nieuwe Kamer we zen kon. Doch nu? *Nu liet Zwolscbe congres op gronden van partijbelang en anders zijn niet aangevoerd beslist heeft, dat onder geen voorwaarden de taak der sociaal- democratie verder zal worden uitgebreid, dan tot afbrekennu zal zij het moe ten aanzien, dat op een gegeven oogen blik de concentratie terugdeinst voor een beslissing, die naar groote waarschijn, lijkheid de rechterzijde aan het be wind zou brengen. In zooverre heeft dus het Zwolscbe congres wel eenig praetisch resultaat op geleverd. Dit, dat op het komend Kabi net de sociaal-democraten eiken vat ver loren hebben. Een Kabinet-Cort van der Linden zal vaster staan, nu het congres met negatieven uitslag is bekroond, dan wanneer er in het geheel geen congres gehouden ware. Aan mr. Troelstra is een mooie troef uit de hand geslagen, die de lieer van der Goes de gebruikelijke eongresslotvertooning met warmte heeft gedrukt!" De Telegraaf schrijft, na een verheer lijking van Troelstra het volgende: „De S. D. A. P. kan thans weer gaan critiseeren. En betoogingen in elkander zetten voor kiesrecht en staatspensioen. Om dan straks de heer Vliegen zei het terecht opnieuw voor eenzelfde situa tie te komen staan als nu. En opnieuw te weigeren. Het lijkt op die oude ver halen uit de fabel-wereld, van mensehen, die overdag naarstig aan een groot werk arbeidden, om het in den nacht te ver nielen, deii volgenden dag het weer op te houwen, maar 's nachtsenz. Als een soort sport is zoo iets niet onaardig. Maar velen kunnen er de dupe van wor den. Dat is thans het geval. De groote eisehen der socialisten zijn in den steek gelaten ter wille van het theoretisch socialisme". Morgen geven we een bloemlezing van het geen de andere bladen, ook onze katholieke collega's, van dit congres en het daar geno men besluit zeggen. EXAMEN COMMIES-VERIFICATEUR. Het examen voor commies-verificateur der directe belastingen, invoerrechten en accijn zen, zal 9 December a.s. te 's Gravenhage wor den afgenomen. Er zijn ten hoogste acht plaatsen voor commies-verificateur beschikbaar. Inbrekers gepakt. De politie te Zeist lieeft in den nacht van Zaterdag op Zon dag een tweetal Duitschers gearresteerd, die een oogenblik te voren hadden ingebroken in de tijdelijk onbewoonde villa van den heer G. Biaauw aan de Schaerweijder-park- laan. De dieven, die door het keukenraam waren binnengekomen, hadden dit raam en de deuren in den gang opengebroken, met beitels en ander gereedschap, dat zij uit een in aanbouw zijnd pand hadden weggeno men. Onraad bespeurende begaven zij zich naar buiten en vielen daar in handen der politie, zoodat niets ontvreemd kon worden. Verijdelde inbraak. Zondagnacht heeft men getracht in te breken bij den heer J. H. Middendorf aan den Coolsingel te Rotter dam. Door de brandgang in den tuin geko men, lichtten de dieven de glazen waranda deuren uit de hengsels, doch stuitten op lui ken met ijzeren sluiting, zoodat ze onver- riehterzake zijn teruggekeerd. Sen bijdrage tot de lijdensgeschiedenis van Ierland. jj g tÜ! §3 Ei S e Naar het Fransch van Lueien Tbotnin. 1 Onder Eduard VI werden de bedelaars door middel van gloeiend ijzer op den schou der gemerkt met de letter V (vargant, vage bond.) Ingeval vau herhaling werden zij met twee jaar slavernij gestraft. Indien zij ont vluchtten, werden zij in den hals gemerkt met de letter S. (slave, slaaf) en zij hieven slaaf voor de rest van hun leven. Alle poging tot ontvluchting werd met den dood gestraft. In 1838 stemde het Parlement een wet, waarbij de oprichting van een workhouse of armhuis in elk der 161 districten van Ier land bevolen werd. Twintig jaar later be vatten de workhouses hij de achttien duizend zielen. Het waren voor het meerendeel van de straat opgepakte gebrekkigen, grijsaards en weezen. Het is in een dier werkhuizen-gevangenis sen, dat wij de vrouw en de kinderen van den ijgnipzaligen Hngues Lindley terugvin- i den. Het was drie dagen geleden, sinds het gerechtshof het doodvonnis had uitgespro- j ken. Het ongelukkige gezin was er nog ge- I heel onkundig van geiatenIn het rustuur met elkander op de binnenplaats vereenigd, spraken de moeder en de kinderen over den geliefden afwezige, toen een jong meisje onverwachts bij hen toegelaten werd. Dat meisje was Ellen. Juichende van blijdschap wierpen de kin deren zich in hare armen. Gij-brengt ons goede tijding, niet waar, j beste Ellen? vroeg de kleine Lucy. j Komt gij ons de vrijspraak van vader j aankondigen? zeide een der jongens. Het meisje beproefde te antwoorden, doch de woorden bestierven op hare lippen. Hare oogen vulden zich met tranen. De moeder begreep die stomme droefheid. Hij is dus veroordeeld? stamelde zij. Ellen boog het hoofd. Allen harstten in een luid gejammer los. Veroordeeld! hij, onschuldig!.her nam de arme vrouw met een door de droef heid verstikte stem. Ach! dat is niet moge lijk! Ellen, gij moet u vergissen! God ver laat Zijne dienaren niet op die wijze Ik heb het vonnis hooren voorlezen. O mijn God!En hij heeft zijne on schuld niet kunnen bewijzen! De schijn was tegen hem. Het is een martelaar. Hij is vol kracht en moed. Zijn blik heeft mij verzocht tot u te gaan.... u te vertroosten, te versterken.... j Het meisje wilde nog meer zeggen, maar liare aandoening was al te hevig. Zij ver- j borg haar aangezicht in hare handen en barstte in snikken los. Het gezin van den pachter mengde zijne tranen met de hare. i Een oogenblik hoorde men niets dan onsa menhangende uitroepen, klaagtonen, geho- i den, snikken Dit hartroerende tooneel werd door de j komst van den directeur onderbroken. Hij j kwam aan het onderhoud een einde maken. De vrouw van den veroordeelde keerde zich tot hem en riep, de handen vouwende, uit: Ik heb een gunst te verzoeken, sir. i Mijn man in zijn gevangenis te mogen bezoeken. Dat is onmogelijk. Ach, sir, gij zult mij de laatste gunst niet weigeren! De directeur haalde de schouders op. Onmogelijk, herhaalde hij, onmogelijk! Dat hangt overigens niet van mij alleen af, vöegde hij er hij. Daartoe wordt de mach tiging van den attorney-general vereischt.... het is te laat om die aan te vragen, daar de terechtstelling op morgen bepaald is. De arme vrouw was verbijsterd als had haar een knoisslag getroffen. Moeder, fluisterde Ellen haar in het oor, ik zal hem zien, ik zal hem uw afscheids- groeten overbrengen Ach! lieve dochter! stotterde de rampza- lige vrouw. Dit was alles wat zij kon uit brengen. Ellen ging heen .Haar laatste woord was: Ik zal terugkomen.... moed gehouden! God is met ons! Een door tranen verduisterde blik ant woordde haar. Den volgenden dag had de terechtstelling van Hugues Lindley inderdaad plaats. Reeds in den vroegen morgen omringde een groote menigte de gevangenis. Onder die massa merkte men in lompen gckleede hoeren op, die somher en stilzwijgend, op hunne knoes tige stokken leunend, blijkbaar iets in hun schild voerende, stonden te wachten. Het waren de uitgezette pachters van Fall- moore en Floweriness. Zij kwamen een laat ste blijk van achting aan hun landgenoot brengen, wiens onschuld zij geen oogenblik verdacht hadden. Op een woord, een teeken, zouden zij zich op de politic-agenten gewor pen hebben, om hun vriend te bevrijden. Het woord werd niet uitgesproken. Op het vastgestelde uur verliet Lindley de gevangenis, ondersteund door een pries ter met witte haren, die aan zijn oor woor den van vrede en vergiffenis fluisterde. Een luid gemompel van verwondering doorliep de menigte. De katholieke bisschop! riepen tallooze ontroerde stemmen. Men vergiste zich niet. Het was de opper herder van het bisdom, die met de eenvou digheid van een echten apostel eene groote droefheid kwam vertroosten en aller zielen sterken. Sinds dat oogenblik dacht niemand meer aan wraak. De uitgezetten knielden neder op den weg van den trenrigeu stoet en hogen het hoofd. De bisschop zegende hen. Een jong meisje knielde in de voorste rij. Haar ziende, riep de veroordeelde gesmoord: Ellen! Ik hen het, vader, riep zij, opstaande en ondanks de constabels naar hem toesnel lende. Hebt gij hen gezien, lief kind? Ja, vader. Waar zijn zij? In het workhouse. Lindley verbleekte eu mompelde: Gij zult lien wederzien, gijZeg hun, dat ik'hen liefheb.... dat mijn laatste ge dachte voor hen zal zijnAan Patrick zult gij zeggen, dat ik onschuldig gestorven ben dat ik vergeven hebdat ik liem smeek insgelijks te vergeven. Terwijl de wachten Ellen terugstieten., voegde hij er nog bij: Zeg aan mijn geliefde vrouw, aan mijne dierbare kinderen, dat ik hen zegen. Ik zelf zal liun dien zegen overbrengen sprak de hissc-hop. O! Monseigneur!.... Het is mijn plicht. Ik zal gaan. Heb dank, Monseigneurheb dank voor hen en voor mij. NIEUWE HAARLE/ASCHE COURANT ^-r^r.-3JTigrqa-i?' :-.'Triar&r< w«sp&wt«i»-ar:.* v- 10.) Welke?

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1913 | | pagina 5