'"I Tilt n ïkh d
De Zoon van den Landlord
De neutraliteit" van het
dagb:ad „De Telegraaf."
lias Ben üareliê*
„Siemens."
j HatBsfsclaoeBien weep ail© gelegenhes^wa
FEUILLETON.
NIEUWE HAARLE/V\SCHE COURANT
IV
(Slot).
Teu derde beweerden wij, dat „De Tele
graaf' de neutraliteit op staatkundig terrein
schendt en kwetst in haar politieke platen.
Van harte juichen wij de ontwikkeling
toe, welke de politieke dagbladpers tijdens
de laatste vijf en twintig jaren in ons va
derland heeft ondergaan. Maar toch betreu
ren wij het, dat dit scherpe wapen vaak zoo
hitter vlijmend en zoo nieedoogeuloos partij,
dig werd gebruikt.
Niet zonder reden sprak de leider der anti
revolutionaire partij in zijn merkwaardig
inleidingswoord op het eigenaardig werk:
„Dr. A. Kuyper in de caricatuur", over „het
misbruik, soms cynische misbruik" van de
politieke spotprent, alsook over de „eenzij
digheid, welke de caricatuur ten onzent on
der de mannen van Rechts in discredietheeft
gebracht".
Welnu, deze grieven richten wij ook tegen
de politieke prenten van den heer L. Rae-
makers in „De Telegraaf". Beschouwen wij
aandachtig de spotprenten, welke tijdens de
drie genoemde maanden in „De Telegraaf"
voorkwamen, dan valt het op, hoe zoo goed
als altijd tegen rechtse he politici de
vaak vinnige spot werd gericht. En ook hier
dus laat niet lang op antwoord wachten de
vraag: Is dat neutraal?
„De Telegraaf" neutraal? Neen, wat ,.De
Maasbode" voor eenigen tijd beweerde, be
vonden wij als waar: „De Telegraaf' zoo
zeide het wakker strevend blad bedrijft
de politieke satyre niet alleen in het woord
van den beer Hans, maar ook in de teeken-
pen van Louis Raemakers."
Zeker is dit op de prenten van „De Tele
graaf" van toepassing, gelijk dan ook dezelf
de getuige eenige regels verder omtrent L.
Raemakers meedeelt: „H\i is niet zonder
sympathiën en antipathieën."
Juist, zoo zeggen wij. Maar dan is hij ook
niet neutraal, niet onpartijdig, en omdat hij
zijn afkeer, zijn antipathie tegen de christe
lijke regeering zoo duidelijk en herhaaldelijk
aan 'den dag legde, hegrijpen we niet, hoe
dezelfde sehrijver in hetzelfde artikel kon
beweren: „Een bepaalde partij dient hij
niet".
Een bepaalde partij dient hij wel.
Dat bewijzen reeds de prenten, voorko
mend in die drie maanden, meer dan ge
noeg. Ook zij dienden zoo goed als alle ter
bestrijding van de rechtsehe regeering, van
'de coalitie.
Wat. dit voor ieder verstandig en oprecht
mensch beteeken t?
Dat „De Telegraaf" niet onpartijdig niet
neutraal is.
Wat dit verder voor ons, Christenen, be-
teekent?
Dat „De Telegraaf" de zijde kiest van hen,
die den Staat willen zien bestuurd, afgezien
van goddelijke wetten; die de rechten en
wetten Gods willen beperken tot de binnen
kamer, doch ze niet willen erkend zien in
het openbare leven.
Welnu, zulk een streven is lijnrecht in
strijd met de christelijke beginselen. Immers
als Christenen houden en belijden wij, dat
Christus, onze Heei\ ook Koning wezen moet
in het openbare leven, en dat volgens Zijn
hooge leer en zedenwet het land moet wor
den geregeerd.
Wat dit nog meer beteekent?
Luister wat een alleszins onverdacht ge
tuige onslangs schreef in het fel anti-
Roomseh weekblad: „Het Midden": „De
strijd tegen de coalitie" zoo verklaarde
daar V(an) V(een) „is tegen het Room-
sche stelsel gericht".
En het vrijmetselaarsorgaan: liet „Maco-
niek Tijdschrift", verklaarde in aflevering
4 van December 11. openlijk, dat de strijd te
gen de rechtsehe regeering een werk der
loge was. „Mogen we niet terecht zeggen,
dat deze concentratieheweging maconniek is
geweest in oorsprong en bedoeling?" Zoo
heette het daar.
Met zulke belijdenissen voor oogen, vra
gen we ons droevig af: Hoe is het dan torfi
mogelijk, dat Christenen zoo verblind zijn,
dat zij met hun geld een blad blijven' steu
nen als „De Telegraaf', hetwelk in den laat-
eten gewichtigen verkiezingskamp op zoo
duidelijke wiize den strijd tegen de christe
lijke partij heeft aangewakkerd en gevoerd?
Waar is hij zulke lezers het christelijk ge
voel, waar de crhistelijke zelfbewustheid?
Tot, dusver besloten wij uit de partijdige
behandeling der politieke aangelegenheden
in drie verschillende rubrieken, dat „De Te
legraaf" volstrekt geen aanspraak maken
kan maken op den naam „neutraal".
Nu willen wij als slot hiervoor nog een
allersterkst bewijs aanvoeren, nl. een beken
tenis, welke het blad blijkbaar door de
ijlkoorts der verkiezing buiten zichzelfg e-
bracht zich heeft laten ontvallen.
Wij bedoelen haar artikel in Ochtendblad
II van 18 Juni 11. hetwelk tot plompen
titel draagt: Exit Theo, en waarin het blad
haar sociaal democratische, dus ver tiaar
links overhellende neiging allerduidelijkst
doet zien.
Reeds lang wisten wij het, dat „De Tele
graaf' hoe langer zoo meer socialistische
tendeivzen koesterde. Vroeger werd aan de
gemeenschappelijke redactie van „De Tele
graaf" en „De Courant" vaak verweten, dat
het eene blad meer voor de beeren, het an
dere voor de arbeiders werd geschreveni, en
dat daarom de redactie een dubbel stel be
ginselen er op nahield. Doch naarmate 'de
volksuitgave „De Courant" een immer rijker
bron van zoete winst blijkt, en van den an
deren kant het socialisme in kracht aan
groeit, schijnt de redactie ook in „D© Tele
graaf" steeds meer en meer met haar on-neu-
traal rozige kleur voor den dag te willen
treden.
Die naar socialistisch rood zweemende
kleur toonde het blad niet onduidelijk tijdens
de stakingsbeweging onder de typografen
hier te lande, zoodat „De Tijd" van 15 Jan.
durfde schrijven: „Met „De Courant" is ook
„De Telegraaf" eer stakersorgaan geworden.
Die on-neutrale, rose kleur vertoonden ook
de April- en Mei-artikelen omtrent de werk.
staking in België, met name in Ochtendblad
I en Avondblad van 23 April. Terwijl de li
berale Köln. Zeitung in die dagen de hou
ding der Belgische socialisten scherp ver
oordeelde, gold zeer zeker ook van „De Te
legraaf", hetgeen „De Tijd" schreef in haar
blad van 18 April: „De liberale bladen ten
onzent zijn voer de Belgische socialisten veel
milder, welwillender en zelfs vriendelijker
gestemd. Zij gieten al hun afkeuring en
toorn uit over de katholieke regeering. die
weigert zich door een minderheid op bru
tale wijze te laten ringelooren".
De on-neutrale, rose kleur kwam ook uit
in de uitvoerige en vergoelijkende bespre
kingen van de Engelsehe suffragetten, die
als Jacobijnen de openbare veiligheid in ge
vaar brachten. We denken hier bijv. aan de
sympathieke beschrijving van Mrs. Pank-
hnrst, overgenomen uit de „Neue Freie
Presse" in Avondbl. I van 12 April, aan
Ochtendblad I van 3 Mei, waarin het alles
zins billijk optreden der Engelsehe regeering
tegen de Engelsehe suffragetten „min of
meer Russisch" werd geheeten; aan het mee
warig „woerd voor de onderdrukten" in
Avondblad I van 5 Mei.
Doch nog helderder en overduidelijk toon
de „De Telegraaf" baar socialistischen. dus
allesbehalve neutralen geest, in het straks
genoemde artikel: „Exit Theo", waarin na
de eerste Kamerverkiezingen over de neder
laag van het eerbiedwaardig ministerie-
Heemskerk aldus werd gejubeld:
„Voor Rechts is de dag van gisteren
een debacle, want, gezien de cijfers, staan
hun kansen hopeloos in Beverwijk, in de
drie Amsterdamsehe districten, in En
schedé, Gorinchem, Haarlem, Leiden,
Middelburg, Ridderkerk, Rotterdam IV
en Utrecht II, terwijl zelfs vaste distric
ten als Apeldoorn, Amersfoort, Kampen
en Zwolle wankelen.
„Hoe het ook zij: dit staat als een paal
hoven water, dat er voor de tariefwet
geen meerderheid zal zijn!
„Komt er thans een vrijzinnig kabinet
met Mr. Patijn als premier? Een zaken
kabinet, dat de tienduizend-en-één ach
terstallige zaken behandelt, zonder in
menging van al te veel politiek?
„En daarbij steunt op een links-demo-
cratisehen vleugel? Indien dat de vrucht
van deze verkiezingen zou zijn wij zou-
d enland en volk geluk kunnen wenseheu.
„De wassende stroom der sociaal-de
mocraten aan de eene zijde de déhacle
der coalitie aan den anderen kant, dit
zullen de grooto feiten zijn en blijven
van het verkiezingsfeest in 1913.
„Exit Theo Heemskerk en zijn jolig
heid...."
Heeft zoo duidelijk een uitspraak, als in
de twee laatste zinsneden ligt opgesloten!,
nog wijdere verklaring noodig?
De sociaal-democratie wast, de christelijke
coalitie wacht een nederlaag, en„De Te
legraaf' juicht en jubelt. Een zege, een
feest, een geluk voor etad en land, aeht zij
de zegepraal der sociaal-democratie.
Is dat onpartijdig en neutraal zijn? Of is
dat niet allereerst en allerduidelijkst beken
nen, dat men de zijde kiest der sociaal-de
mocratie?
Wel heeft „De Telegraaf" blijkbaar in een
onbewaakt oogenblik zich deze bekentenis
laten ontvallen. Door overwinningsjoligheid
als huiten zich zelve, heeft zij zich verpraat.
Doch de waardij en heteekenis dezer zelf
bekentenis is er niet minder om-
Neen, deze verklaring is zoo welsprekend,
dat zij op zich reeds voldoende ware, om
onze stelling doorslaand te bewijzen, dat nl.
de zoogenaamde neutraliteit van „De Tele
graaf' alvast op politiek gebied feite
lijk een sprookje, een fictie, of in rond
Nederlandsch gezegd een leugen is.
En daarom, dunkt ons, is het meer dan
tijd, dat aan die verderfelijke lengen een ein
de worde gemaakt.
Dat het blad gelijk we zagen uiter
mate linkscli is en partij kiest tegen rechts,
dat moet het zelf weten, doch het zoeke an
deren niet te misleiden, door zich te ver
mommen achter het masker der neutrali
teit.
Want, nog eens: Wie spreekt van „neu
trale Telegraaf', is ofwel volstrekt niet op
de hoogte en weet niet wat hij zegt, ofwel
wat nog erger is hij spreekt tegen heter
weten in en is dus eenvoudig een bedrieger
en leugenaar.
STAAT SPEN SIOEN.
Het Dagelijksch Bestuur en de redactie van
het orgaan van den hond voor staatspension-
neering heeft een motie aangenomen, waarin
gezegd wordt, dat door den loop der politieke
zaken na de verkiezingen spoedige invoering
van staatspensioen ernstig in gevaar gebracht
is en besloten wordt indien de troonrede daar
toe aanleiding geeft, dat de organisatie een
krachtige actie zal voeren ter herstel van de
aan de zaak van liet staatspensioen toegebrach
te schade.
PARTIJDIGE BENOEMINGEN.
Door den Amsterdamschen Chr. Besturen
bond is aan den minister van landbouw, en aan
den burgemeester van Amsterdam o. s. motie
verzonden
Het bestuur van den Amst. Chr. Besturen
bond,
kennis nemende van de bij de staatscourant
no. 181 gevoegde beschikking, waarbij de per
sonen werden aangewezen, die ouden van dagen
bij het aanvragen eener rente, als bedoeld in
art. 369 en 379 der Invaliditeitswet, behulp
zaam zullen zijn;
Constateerende dat, voor zoover bet Amster
dam betreft, van de 22 benoemde personen
slechts één tot do christelijke partijen behoort,
niettegenstaande er meerderen van die partijen
ter benoeming aan den burgemeester waren
voorgesteld
overwegende, dat de burgemeester het zelfs
niet noodig beeft geoordeeld, sollicitanten of
aanbevolenen van de christelijke partijen op te
roepen
spreekt zijn leedwezen uit over de achteruit
zetting den mannen der christelijke partijen in
dezen aangedaan;
en besluit deze motie ter kennis te brengen
van den minister van landbouw, nijverheid en
handel, van den burgemeester en van het pu
bliek.
't Welk doende,
namens het bestuur voornoemd,
J. S. EUPFERT Jr.,
Secretaris.
Naar aanleiding dezer motie deelt men aan
do „Standaard" mede, dat van de 22 benoemde
personen aangewezen om ouden van dagen bij
het, aanvragen van een rente behulpzaam te zijn,
geen gevonden wordt, die in de Christelijke
vakbeweging bekend is. Bijna uitsluitend zijn
„rooden" benoemd, terwijl de A. O. B. den
burgemeester schriftelijk had medegedeeld hem
gaarne personen te willen aanwijzen, die z. i.
voor een benoeming in aanmerking kwamen.
Men deelde aan bet blad verder nog mede,
dat de burgemeester in dezen geadviseerd was
door een hoofdambtenaar, wiens sympathieën
„rood" zijn.
VOLKSBEWEGING NU EN TOEN.
Het „Volk" bad geschreven, dat nu de
sociaal-democraten geen portefeuilles zullen
mwljaL-SSBggg
•aanvaarden, „de arbeidersklasse door een
groote volksbeweging zal moeten aanvullen wat
ze in de Kamer mist."
De „Maasbode" maakt bij die uitspraak deze
kantteekening
Zonderling, dat hare opinie zich schijnt ge
wijzigd te hebben ten aanzien van de resultaten
der „groote volkebeweging", die nu in de plaats
j moet komen van de socialistische ministers.
Nog slechts enkele dagen geleden wanr-
schuwde de redactie„Men trekt met wappe
rende banieren en slaande trom op om zaken te
veroveren, die men kort te voren voor het grij
pen had.... De demonstraties, de meetings,
wat zullen ze anders kunnen worden dan een
armzalig gezeur over de vraag wie de schuld
heeft?"
Nu opeens is de „groote volksbeweging" de
eenige uitkomst geworden uit het lastig parket,
waarin de partij der onverantwoordelijken is
geraakt.
Men had, volgens hot Volk, de vruchten van
jaren-langen arbeid voor het griinen; moedwil
lig laat men ze glippen; en nu maar weer met
nieuwen moed aan het werk, om wat men zoo
zonder gewetenswroeging over boord wierp.
weer te bemachtigen.
Wij gelooven intnssehen, dat het inzicht,
waarvan de Volk-redactie voor eukele dagen
blijk gaf, ietwat meer in de werkelijkheid ge
fundeerd is.
Ons volle is toch waarlijk te nuchter, om zich
door dergelijke verlakkerij om den tuin te laten
leiden.
MERKWAARDIGE GENEZING.
Het „Centrum" meldt:
Een dame, mej. v. B., woonachtig in den
Haag, en reeds geruimen tijd lijdende aan kan
ker, wensehte ondanks haar liulpeloozen toe
stand en terwijl men de reis voor haar onmo
gelijk achtte, toch de bedevaart naar Lourdes,
waaraan ook Z. D. II. Mgr. A. J. Callier deel
nam, mee te maken.
Te Lourdes meende deze dame reeds aanmer
kelijke beterschap waar te nemen. Zij wensehte
echter het oordeel af te wachten van den be-
handelenden geneesheer in hare woonplaats.
Acht dagen na haar terugkomst heeft deze gc-
constatoerd, dat geen spoor van kanker meer
aanwezig was. De dame zelf is thans, blijkens
bericht aan hare familie, door haar zelf gege
ven, geheel zonder pijn, kan weer goed loopen
cn heeft, zich in de laatste dagen reeds meerdere
malen ter kerke kunnen bgeven.
DE NEDERLANDSCHE AMBULANCE
IN SERVIë.
Dr. van Tienhoven schrijft uit Waljewo:
Den eersten dag, dat er eens wat minder
werk is, wil ik al degenen, die door bijdragen
mijne ambulance steunden, bedanken voor hun
steun en hun eens iets van ons werken hier
laten wetbn.
Aanvankelijk in Belgrado in het 13de hospi
taal (in vredestijd een gymnasium) werden we
na een week werken overgeplaatst naar Wal
jewo. Met deze overplaatsing waren we zeer
gelukkig, daar er in Waljewo, dat dichter bij
het terrein van den oorlog is gelegen, meer
werk voor ons zou zijn. Dit is ook volkomen
zoo gebleken. Het ziekenhuis, dat ons werd toe
vertrouwd, was een nieuw gebouwd gymnasium,
waar ongeveer voor 180 patiënten plaats was.
Daar bij gebrek aan medici hier tot dusver een
student werkte, lagen er bijna uitsluitend licht
gewonden en het was ons eerste werk dezeD zoo
veel mogelijk te evacueeren. Aangezien het onze
bedoeling was aan zooveel mogelijk ongelukki-
gon de hun noodige hulp te verleenen, nam dr.
van Hamel al spoedig de leiding op zich van de
chirurgische afdoeling van het Kreisspital, ter
wijl, nu we versterking van personeel gekregen
hebben, we lichter gewonden verplegen in liet
gerechtsgebouw en de gendarmeriekazerne, wel
ke beide gebouwen aan het gymnasium grenzen,
onderbrachten.
In het gymnasium hebben we een groote ver-
bandkamer, waar 2 tafels staan en waar tevens
de septische operation worden verricht; daar
naast is de flink verlichte kleinere aseptische
operatiekamer. Op de eerste verdieping is de
Rüntgenkamcr en wonen dr. van Tienhoven
met de semiartsen Serlé en Itiedijk en de zusters
de Groote, v. d. Made, de Koning, Westerhoff,
Schuitemaker en Joon.
Het Kreisspital beschikt ook over verband-
kamer en operatiekamer. De zwaar gewonden
liggen allen op uitstekende bedden met staal-
draadmatrassen. Het aantal patiënten, dat we
behandeld hebben, loopt reeds in de honderden,
daar we de lichtere gevallen zoo spoedig moge
lijk moeten evacuceeren naar hospitalen waar
geen chirurgen zijn, om aldus voor ernstigere
gevallen plaats te makeu.
Toen tijdelijk de spoorwegverbinding tus-
schen Belgrado en het oorlogsterrein verbroken
was, kwamen alle gewonden-transporten naar
Waljewo en we waren in 't geheel niet meer
verrast 's nachts om 1 uur gewekt te worden
met het bericht dat we otu 5 uur 100 of 200
mensehen moesten opnemen. Was er geen
plaats, dan werd eT uachts gauw uitgezocht
welke lichtgewonden we nog konden evacueeren
naar andere hospitalen en die gingen dan nog
dadelijk weg om zoo voor de nieuwe plaats te
maken.
Het Röntgeunpparaat levert onschatbare
diensten maar ook enorm veel werk, daar we
alle gevallen daarvooT toegezonden krijgen niet
alleen uit de 5 hospitalen uit Waljewo, maar
ook uit Obrenovatz, Sabatsj, Oesjiza.
Ondanks ons drukke werk zijn we allen vol
goeden moed, waartoe niet weinig bijdragen de
waardeering en steun van de autoriteiten, die
steede onze z.g. Hollandecbe reinheid bewon
deren.
DE „EENHEID" DER CONCENTRATIE!
Mon schrijft aan het „Volk":
Uit zeer vertrouwbare bron verneem ik,
dat in de concentratie-vergadering, waarin
de vraag besproken werd, of men een con-
centratie-kabinet zonder de sociaal-demokra-
ten wilde aanvaarden, de Unie-liberalen op
één na voor, de vrij-liberalen met de vrij-
zinnig-demokraten unaniem tegenstemden.
GEDENKSTEENKN VOOR ONZE ONAF
HANKELIJKHEID.
Het bestuur van de vereeniging „dis
Haghe" heeft het plan opgevat om ter ge
legenheid van de herdenking van Neeiiand's
onafhankelijkheid aan de huizen, destijds
door liet beroemde driemanschap bewoond,
gevelsteenen aan te brengen.
Eeri daarvan zal plechtig worden onthuld
op den vierden September a.s. liet bestuur
heeft daarvoor uitgekozen het huis destijds
bewoond door Gijsbert Karei van Hogen-
dorp, gelegen aan den Kneuterdijk no. 8.
Hoogst waarschijnlijk zal de plechtige ont
hulling plaats vinden in tegenwoordigheid
van H. M. de Koningin.
Een moderne Salomo, 't Geschiedde dezer
dagen vertelt liet „N. v. N." dat een inwoner
van Amsterdam, die verhuisd was, bij aankomst
in het nieuwe verblijf zijn hond miste. Wat men
deed, waar men zocht, Fanny was weg en bleef
weg, als bij tooverslag verdwenen, en men
trachtte reeds zich eenigszins aan de gedachte
te wennen, den vriendelijken, trouwen viervoe
ter voorgoed verloren te hebben.
Des te grooter was de verbazing van den
hondloozen heer, toen hij eenige dagen later op
een wandeling plotseling van aangezicht tot
aangezicht tegenover zijn vermisten Fanny
stond, door een opgeschoten meisje aan een
touw vastgehouden.
Hoe heb ik het nu, dat is mijn hondaldus
de rechtmatige eigenaar, tegen het meisje.
Kun je begrijpen, we hebben 'm al meer
dan twee jaar!
Met alle kenteekencn van vriendschap sprong
Fanny tegen zijn vroegeren baas op, maar hem
afgeven wilde het meisje niet, en de onvermij
delijk volgende woordenwisseling lokte spoedig
voorbijgangers, waaronder enkele buurtbewo
ners die verzekerden, dat de bond, toen deze pas
in zijn tegenwoordig domicilie was beland, de
eerste dagen erbarmelijk had gejankt, ja, men
beweerde zelfs, dat de jongejuffrouw reeds meer
dergelijke praktijken bad aan de hand gehad.
Een inmiddels ten tooneele verschenen poli
tieagent wist, na hoor en wederhoor, niet betei
te doen dan heer, jongedame en hond naar het
bureau te brengen. Daar besliste o"p echt prac-
tische wijze de aanwezige chef. wien de hond
zou toebebooren, door Fanny zelf te laten be
slissen. Rechtmatige eigenaar en onrechtmatige
eigenares plaatsten zicli ieder in een hoek van
het vertrek en de politiedienaar, in bet- midden,
liet Fanny los, waanar deze met onmiskenbare
teekenen van gehechtheid op zijn baas toe
sprong, die zoo weder in bet bezit kwam van
zijn Fanny, terwijl de jongejuffrouw, hoewel
volhoudend dat „ze 'm al meer dan twee jaar
hadden!" met een schrobbeering en den raad
iets dergelijks niet meer uit te halen op straffe
van met den strafrechter in aanraking te ko
men, kon heengaan.
Zoo ziet men, al is geen wijze koning Salomo
meer de nobele handhaver van Techt en waar
heid, niet minder wijze politiedienaren op ge
lijke wijze de verheven taak verrichten.
Inbraak te Rotterdam. Zaterdagavond
laat ontdekte de heer ff. A. v. Hemert
te Rotterdam, wonende in de Herlaerstraav,
dat tijdens zijn afwezigheid was ingebroken.
Alles was geforceerd en een ijzeren geld
kistje opengebroken. Ontvreemd bleek een
bedrag van f 325 en een gouden horloge.
Een partij effecten, ter waarde van f 3700,
welke zich in het geldkistje bevonden, lie
ten de dieven onaangeroerd. F.en politie-
>.r-v. erH*rw-«v: - -«nrj
Een bijdrage tot de lijdensgeschiedenis
van Ierland.
i
Naar het Fransch van Lucien Thomin.
14.)
IV
DE ONTVLUCHTING.
De vaart duurde verscheidene uren. Zij
onderscheidde zich door niets bijzonders.
Toen de prauwen eindelijk stil hielden, was
de zon aan dén gezichteinder verdwenen,
diepe duisternis bedekte den stroom en zijne
oevers het was slechts zeer flauw, dat in de
richting van het westen een dunne lichtende
streep den omtrek van eenige hoornen zicht
baar maakte.
De gevangenen werden aan wal gebracht
en in een bamboeehut opgesloten, waar zij
onder het toezicht van hunne gewone bewa
kers gesteld werden. Deze bewakers waren
elaven uit Bornoe of Fezzan, zwarten van
een reusachtige gestalte en afzichtelijke ge-
.Jaatgtrekken met diepe tatoeëeringen door
korven. Cassanga bad ze om hunne bloed
dorstige geaardheid uitgekozen. Die wezens
hadden geen anderen regel dan den wil huns
meesters; te beproeven hunne waakzaamheid
te verschalken of hen .hun plicht te doen
verzaken, ware tegelijk nutteloos en gevaar-
Rik geweest.
Patrick en sir Edward zagen dit in en
stelden bun avontuurlijk plan van ontvluch-
ting tot een ander tijdstip uit.
De tijd verliep. Op bevel vau den zwarten
koning weiden de gevangenen nogmaals van
elkander gescheiden. Het was een wreede
slag voor hen; het scheen hun toe dat hun
laatste hoop vervloog.
Hoe lang duurde die barbaavsche opslui
ting?
Jaren, helaas!
Van licht en vrijheid beroofd waren de
rampzalige Europeanen levende geraamten
geworden. Patrick zelf, de krachtige Patrick,
verzwakte onder bet lijden der opsluiting.
Doch mocht zijn lichaam al verzwakken, zijn
moed bleef even sterk. In zijn lange uren
van afzondering ontwierp hij een plan, welks
uitvoering op eene gunstige gelegenheid
wachtte.
Die zoo reikhalzend verwachtte gelegen
heid bood zich eindelijk aan.
Op zekeren dag ontstond er een ontzettend
rumoer rondom de hutten, waarin de ge
vangenen versmachtten. Kreten, gehuil, ge
brul, oorlogsliederen vermengden zich met
bet geraas der instrumenten en losbrandin
gen van geweren.
In droevige overpeinzingen verzonken leen
de sir Edward een verstrooid oor aan dat ge
rucht. Patrich daarentegen luisterde er gre
tig naar en maakte er uit op, dat er iets zeer
buitengewoons moest hebben plaats gehad.
Op dat oogenblik waakte Mohammed, een
jonge slaaf uit Soudan, bij een razzia ge-
vangen genomen, op een mat nedergehurkt,
i bij den ingang der hut. Mohammed, was
schrander en goed.Zijn eerste levensjaren
had hi.i in Khartoum, Berber en Zanzibar
j doorgebracht. In die steden was bij in aan-
j rakng geweest met Engelschen. De woorden
j van hun taal, die hij onthouden bad, dienden
liern bij gelegenheid om gebroken met de ge-
j vangenen van zijn meester te praten,
j Patrick sprak den jongen Arabier fluiste-
rend aan.
j Mohammed, vroeg hij hem, wat gebeurt
er in de kraal?
j Cassanga, de sultan is gelukkig, antwoord
de de slaaf,
i Het betreft dus een feest?
j Een groot feest. Cassanga verheugt zich
over de nederlaag van Camohlondo zijn
vijand.
Is Camohlondo gevangen?
Gevangen en gedood. Hij wordt van
avond gegeten bij het feestmaal, dat de op
perhoofden en de krijgers zal vereenigen.
Waar zal dat vreeselijk feestmaal plaats
vinden?
Aan den waterkant onder den grooten
boabab.
Patrick zweeg.
Zijn hart klopte hevig; de mededeeling van
den Arabier opende hem de kans op bevrij
ding.
Na een pauze ging hij overluid voort:
Mohammed, zoudt gij gaarna vrij zijn?
De slaaf sloeg zijn droomerigen oogen op.
Vrij? prevelde bij.
Ja, vrij.
Ach, ik beb nimmer de vrijheid ge
smaakt
Arme jongen, ik beklaag u. Het is zoo
zoet zijn eigen meester te zijn, naar eigen.
verkiezing te denken en te bandelen, zich
mensch te gevoelen onder de menschen.
i De Arabier schudde treurig het hoofd en
sprak:
Ik zal nooit dat geluk kennen!
Wie weet het, Mohammed? Men mag
niet aan God twijfelen. Indien gij vrij wilt
wezen, zult gij het zijn.
En wie zal mij de vrijheid verschaffen?
Ik, indien gij mii haar uw heste vermo
gen wilt bijstaan.
j Wat moet ik daartoe doen?
U in de eerste plaats van eenige oor-
logskamoelen meester maken
Niets is gemakkelijker: de mahara van
den stam zijn in de weide,
Dat is nog niet alles; wij hebben wape
nen, levensmiddelen, en met water gevulde
zakken noodig. De wildernis is groot en zou
ons noodlottig kunnen worden. Aan gene
zijde der zandwoestijn bevindt zich eene
groote streek, die door blanke menschen
bewoond wordt, daar zullen wii vrij, daar
zullen wij gelukkig zijn!
1 De Ier was in vuur geraakt: zijn geest*
i drift deelde zich aan den zoon der wildernis
mede.
Ik wil vrij zijn, sprak hij; ik wil met
u vluchten. Wanneer gaan wij op weg?
Vanavond, gedurende het feest der krij
gers.
Alles zal gereed zijn.
Patrick drukte de zwarte hand van den
Arabier.
Mohammed, sprak bij, wij vertrekken
niet alleen. Ik heb een vriend, gij kent hem,
het is de blanke gevangene.
De Arabier zag Patrick met een zekere
ontsteltenis aan.
Wilt gij den blanke medenemen? vroeg
hij. Waar denkt gij aan? De ongelukkige zal
de reis niet kunnen doorstaan; hij is zwak,
stervende.
Reden te meer om hem hier niet achten
te laten. Die man moet het eerste gered wor
den. Belooft gij mij, Mohammed, hem one
plan mede te deelen en hem de'uitvoering
daarvan te vergemakkelijk en?
Ik beloof het u.
(Wordt vervolgd).