B i nm Mengelwerk. NOBLESSE OBLIGE. Verkoopingen, gjj Boelhuizen enz. 1! HBS ggm De laatste Hofnar. DONDERDAG, 's avonds van 6—8 uur ge legenheid om te biechten. VRIJDAG, lste Vrijdag der maand, ge- ongen H. Mis, 's avonds van half 56 uur 'iechtgelegenheid voor, de meisjes. ZATERDAG, 's morgens van half 12 tot 1 uur biechtgelegenheid voor de jongens. :'s Avonds van 4 uur af voor de grooten; ,te ,i? uur Lof. De gebeden worden verzocht voor: Leonardus Schrama, Adrianus van der Meer, x WecT. Mart. v. d. Linden—DiependaaJ, 'Wed. Emb. Spreeuwde Die le Clerquö, Anna Maria Derlinden, Maria Hoogkamer, Aleida Zahn, livr. van Hendr. Vermandele. .die met de laatste H.H. Sacramenten der Stervenden zijn voorzien en voor Adrianus Heemskerk Gijsbz., Lambertus van Ruiten, Theodoras Maria Zeestraten Hz., Anna de Wit, hvr. van Corn. J. Janssen en Franciscus Brouwer, die in den Heer zijn overleden. LISSE. ZONDAG, te 7 uur en half 9 de gelezen H.H. Missen met onderrichting, te 10 uur de Hoogmis met predikatie, te half 2 Ca techismus en te half 3 de Vespers waar onder de Rozenkrans zal gebeden worden. MAANDAG, Dinsdag en Woensdag slechts twee H.H. Missen te half 8 en half 9. DONDERDAG, 's avonds van 5—7 uur gfele- gelogenheid om te biechten. VRIJDAG, de eerste Vrijdag der maand; 'e avonds te 7 uur het H. uur en Lof ter ©era van het Goddelijk Hart van Jezus. ZATERDAG, 'smiddags van 3 uur af ge legenheid om te biechten, 's Avonds 7 uur Lof, waaronder de Rozenkrans zal gebeden worden. NOORDWIJKERHOUT. ZONDAG, 7 uur en half 9 stille H.H. Migsen met onderrichting; 10 uur Hoogmis met predikatie, 's namiddags 2 uur Lof. DINSDAG, half 10 gezongen Trouwmis van Cornelis van Selüe en Jacoba Immerzeel. VRIJDAG, half 9 gezongen- H. Mis. De gebeden worden verzocht voor: i Maria Kleophas, hvr. Adrianus Kasper Maria .Vos, hvr. Hubertus Hoogeveen Magdalena van Kempen, hvr. van A. v. d. Berg, en Geertruda Borgers, te fnet de laatste H.H. Sacramenten der Stervenden zijn voorzien. HAARLEMMERMEER. (Aan de Lfinden.) ZONDAG, 7 uur Vroegmis voor. overlede ne ouders Bos—Hilders, 10 uur parochie, 'smiddags 3. uur Lof met Rozenhoedje. MAANDAG, kwart over 8 voor de fa- ïnilie Blom. DINSDAG, kwart over 8 uur gez. H. Mis ter eere van den H. Antonius voor Adriana Van Duinhoven, geb. Stolwijk en overledene familie. WOENSDAG, kwart over 8 voor. Retrus ,van Woerkom. DONDERDAG, half 8 voor Cornelius Com pter, kwart over. 8 voor Petrus Meiman en Cornelia Compier. VRIJDAG, half 8 voor. Catharina Stok' man, geb. v. Leeuwen, 8 uur voor Arie Stokman en Maria Schoorl. ZATERDAG, half 8 voor Gerardus Lam - bo en Maria Dijt, kwart over. 8 voor An tonius Smorenburg. De gebeden worden verzocht voor Cornelia Beers, Catharina Koemeister, geb. Stoop, en Cornelius Compier, die In den Heer zijn overleden. Ia den ondertrouw zijn opgenomen: Nieolaas Henricus ftloosens en Maria Antonia Schouten. HOOFDDORP, ZONDAG, 7 uur voor het Geestelijk en tijdelijk welzijn der Parochie; 9 uur de Ca techismus; 10 u. Hoogmis voor Maria Kroon Verdank, 3 uur Vespers. MAANDAG, kwart voor 8 en kwart over 8 uur voor den ZeerEerw. Heer J. Steenvoor den, Stichter van deze parochie, kwart over 8 in de kerk voor Nieolaas Dankelman en joverleden familie. DINSDAG, kwart voor 8 voor Vincen- jfcius Beers, kwart over 8 voor Maria van Schootenvan der. Linden. WOENSDAG, kwart voor 8 voor de Eerw. Zuster Henricus (in de wereldAnna Ma ria Bakker) en Wilhelmina Bakker, kwart lover 8 voor Maria Wagenmakerv. d. Gracht. DONDERDAG, kwart voor 8 voor de over!, familie van Kasteren, kwart over 8 voor Joës Bus en Adriana Maria Hack. VRIJDAG, lste Vrijdag van de maand, ;bijz. toegewijd aan de vereering van het Goddelijk Hart van Jezus, 8 uur stille H. Mis voor Bernardus Joës Brandt, gez. II. (Mis ter eere van 't Goddelijk Hart voor de levende en overledene leden van 't ge nootschap van het H. Hart. ZATERDAG, kwart voor 8 voor Francis cus Albertus Schoolings en Maria Cremers, kwart over 8 voor. Nieolaas Eks en Ma ria Stokman. De gebeden worden verzocht voor, Maria ValkDekkers, die met de laatste H. H. Sacramenten der Stervenden is voorzien en voor Cornelis Sprokkelenburg Sdie in den Heer is overleden. NTEUW-VENNEP. ZONDAG, 7 uur .Vroegmis; 10 uur Hoog- ïnis; 3 uur Vespers. Catechismus volgens ge woonte. 1 DINSDAG, 9 uur gez. Trouwmis met'„Ve- mi Creator". DONDERDAG, na de H. Mis gelegenheid )0jm te biechten. De gebeden worden verzocht voor, Antonia Verheul, hvr. van Jacobus Touw ftie met de laatste H.H. Sacramenten der Stervenden is voorzien. In den ondertrouw zijn opgenomen. Wilhelmus Nicola-as Bakker en Wilhelmi na Martina Spierings. Afdeeliug HAARLEM, Bondsgebouw Smedestraat 23. Zondag 31 Aug. Bakkers. Maandag 1 Sept. Ondersteuningsfonds. Dinsdag 2 Sept. Verg. Bestuur Han dels- en Kantoorbedienden. Bestuur Tim merlieden. Bestuur Schilders. Woensdag 3 Sept. Verg. Kleermakers. Donderdag 4 Sept. Rederijkers. Vr ij d a g 5 Sept. Hoofdbestuur Prop. club. Vergadering Metaalbewerkers. Zaterdag 6 Sept. 8 uur Hulp-Spaar bank Schoterkwartier. Half 9 Spaarkas „St Nieolaas" (winterprovisie). Spaarbank. Steuncomité. Inschrijving coöperatieve bak kerij. Bibliotheek. Namens het Bestuur, A. L. VOLLAERTS, Secr. Afdeeliug OVERVEEN en OMSTREKEN. Zaterdag, 30 Aug., des avond van half acht tot half negen, zitting Spaarbank en Spaarkas in het gewone lokaal. De zittingen der spaarkas zullen tot en met 27 Sept. alle weken plaats liebben, na dien datum weer eiken 2den en 4en Zaterdag der maand. De leden, welke hun brandstoffenhriefje nog niet hebben ingeleverd, moeten dit be slist Zaterdag 30 Aug. doen. Donderdag 4 Sept. algemeen© leden vergadering, des avonds ten 8 uur, in café „Ruimzicht" van den heer Jongkees. Trouwe opkomst verzocht. Namens het Bestuur, W. v. d. AARDWEG, Secr. Afdceling HEEMSTEDE. R. K. Vereenigingsgebouw. Dinsdag 2 Sept. Repetitie Harmonie St. Michael. Donderdag 4 Sept. Repetitie Gymna- stiekvereeniging. Vrijdag 5 Sept. Repetitie Harmonie St. Michael, Namens liet Bestuur, Th. TELLINGS, 2e Secr. Afdeeliug BENNEBROEK en OMSTR. D n sd a g 2 Sept. 's avonds om 8 uur huis houdelijke vergadering, welke verplichtend is. Namens het Bestuur, J. VAN BAKEL, secr. Afdeeliug LISSE. Bondsgebouw Bondstraat H 47 Zaterdag 30 Aug. 's avonds van 8 tot 9 uur spaarkas; en van 8 lot kwart voor 9 uur zitting Winterprovisie, voor W. Broekhof. Maandag 1 en Woensdag 3 Septem ber 's avonds om 8 uur, repetitie Gymna stiekvereniging. Namens het Bestuur, C. v. d. VLUGT, 2e Secr. De leden der vakafd. St. Isidorus, die mede wenschen te doen met bollenbroei voor de Tentoonstelling in 1914, kunnen zich opgeven bij de commissie-leden: J. v. d. Drift, Poel- laan, W. Lemmers en A. H. Schrama, Heere- weg. Bij genoegzame deelname zal door den voorz. der vakafd. C. v. Kesteren een be spreking worden gehouden, hoe men broeien moet. Ook mogen de leden onderling elkaar helpen. De inschrijving duurt tot 15 Sept. Het Commissielid. A. H. SCHRAMA. Afdeeliug KROMMENIE en OMSTREKEN. Secretariaat: Van Hcogendorpstraat 30. Dinsdag 9 Sept. verg. der Prop.club. Tijd en plaats bekend. Zondag had de definitieve oprichting- plaats van de spaarkas B., ten einde de leden in de gelegenheid te stellen om door sparen te komen tot gezamenlijken inkoop van Winterprovisie. Behandeld werd 't reglement en daarna een bestuur met commissarissen gekozen, bestaande uit de heeren P. G. Koome, N. Charmant. J. Mantjes. J. Mole naar, N. M. J. Palmboom en J. F. Kriek. Het bestuur zal bestaan uit vier leden ter wijl er drie commissarissen zullen zijn. De functies zullen onderling verdeeld worden. Namens het Bestnnr, S. VROUWE, Seer. ,Be Kerkbericliten die te laat inkwamen 'oor dit nnmmer, zijn opgenomen in de NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT van deden. Op den avond van den 3en November 189bracht James Carlton uit Parijs 2 prachtige robijnen mede, die hij op eene verkooping was machtig geworden en wel spot goedkoop, hunne geschiedenis in aan merking genomen. Zij hadden eens aan de ongelukkige Marie Antoinette toebehoord en waren door een misverstand verkocht geworden, waarvan de slimme verkooper natuurlijk geprofiteerd had. Toen hij thuis kwam was liet te laat om ze nog naar City te brengen en daarom borg hij ze in tegenwoordigheid van zijn zoon John Carlton in eene brandkast, die in den hoek van zijn slaapkamer stond. Boven den schoorsteenmantel in die ka mer hingen twee oude ruiterpistolen, en de vader nam ze van den muur af, laadde er een en merkte lachend op dat in alle ge vallen de knal er van de gansche buurt wel zou wakker maken. Omstreeks twee uur 's morgens werd hij gewekt door het geluid van vuurwapens gevolgd door het dichtslaan van een deur Hij greep naar het pistool dat hij op een stoel bij liet bed gelegd had maar vond het niet. Toen hoorde hij iets door den gang1, loopen en aan den voordeur trekken, toen voetstappen op den trap en zijn zoon snel de de kamer binnen met een der pistolen, in de hand. De zoon vertelde dat hij een onrustigen nacht had gehad en toen iets had hooren bewegen in zijn vaders kamer, die door een deur met de zijne gemeenschap had.: Hij deed de deur voorzichtig open en zag bij het schijnsel der nachtlamp een man be zig de brandkast te sluiten, en voor hij van zijn verbazing bekomen was, was de man voorzichtig do deur uitgeslopen. Snel greep hij het pistool dat op den stoel lag, volgde hij den inbreker naar beneden den gang door en naar de keuken waarvan de deur open stond. Toen hij deü man aanriep keerde deze zich om en hield 't pistool voor, waarop de jonge Carlton vuur gaf. Het was hel dere maneschijn en duidelijk zag hij den dief wankelen, maar de keukendeur sloeg dicht en toen Carlton haar bereikt© vond hij haar gesloten. Hij snelde naar de voor deur maar deze was ook op slot en de sleu tel verdwenen, en in zijn's vaders kamer teruggekeerd vond hij deze overeind zit tende. Zij wierpen het raam open dat in de straat uitzag en riepen om politie en toen de agent kwam, waren alle deuren op slot en moest hij door het raam binnen komen. Bij onderzoek bleek liet dat de sleutels op de brandkast, staken, dat de robijnen verdwenen waren en met hen een aantal goudetukken. James Carlton herinnerde zich duidelijk dat hij de sleutels der. brandkast dien avond onder zijn hoofdkussen had gelegd, nergens was echter een spoor van inbraak te be speuren; een der pistolen was weg, evenals de sleutels der beide deuren. Toen de oude heer Carlton het verlies dei- robijnen aan zijn compagnons mededeelde, beweerde de jongste zonder aarzelen dat John Carlton de dief was, hij weigerde het aanbod om liet verlies te vergoeden en liet dadelijlc een bevel tot inhechtenisneming uit vaardigen. 1 Dr. CastelL zat in zijn gezellige studeer kamer schijnbaar kalm zijne pijp te rooken maar de angstige uitdrukking van zijn bleek, knap gelaat verried eene onrustigen gemoedstoestand. Hij daclit aan Alma Tal bot, die juist eene maand geleden hem had afgewezen en dat wel voor Jack Carlton, den man die morgen voor goed als dief zou brandmerkt worden. „Wat zou zij doen?" was de vraag die hij zich herhaalde malen deed, en het antwoord was steeds hetzelfde, zoo goed weet de eene edele natuur voor de andere te antwoor den. Zij zou hare belofte getrouw zijn. in goede en in kwade tijden en vol vertrou wen wachten tot de man dien zij onschul dig geloofde, uit de gevangenis tot haar te rug kwam. Neen, hij behoefde nooit de flauwste hoop te koesteren, dat het meisje, dat hij zoo lief had, ooit de plaats zou innemen waar op hij haar wenschte te zien. In die droevige overpeinzingen werd liij gestoord door de nachtbei, enj Open doende vond hij op den stoep een kleinen jongen nauwelijks groot genoeg om de bel te be reiken. „Zou dokter niet eens naar vader willen komen zien?" „Wie was vader?" „Mr. Blij, hij woont in Greensalleij en hij is zoo erg ziek zou dokter gauw kunnen komen?" CastelL ging dadelijk mede en volgde zijn gids door een nauwe steeg, een vermolm de trap op, naar eene armoedige kamer waar op een schamel bed een man lag. Do patiënt klaagde over inwendige pijn en bij het flauwe licht eener kaars ontdekte de dokter sporen van een wond juist boven de heup. „Hoe komt ge daaraan?" De man antwoordde zonder aarzelen. Hij had een oud pistool in handen ge had, dat plotseling afgegaan was, en of schoon hij eerst veel bloed had verloren was de wond spoedig genezen, maar kort daarna had hij bij de minste beweging hevige pijn gevoeld en nu gevoelde hij zich zeer ellendig. Dr. Gasteli's geoefende vingers ontdekten spoedig een gezwel op den rug en uit het geen hij gehoord had en nu voelde kwam hij tot de gevolgtrekking dat de lading van liet pistool onder dat gezwel zat. Hij snelde naar huis, nam zijne trousseau en chloroform mede en zeide de vrouw dat hij haar man spoedig verlichting zou bren gen. Die taak was moeilijker dan hij gedacht had en toon hij eindelijk op een nieuw voor werp stootte was dat zoo groot dat hij eersi. eene groote opening moest maken. Het gelukte hem het eruit te halen, maar bemerkte tot zijn verbazing dat er nog iets hards in de wond zat. Deze keer kostte het hem niet veel moeite het er uit te halen; hij waschte wat hij meende de kogeltjes te zijn, in wa ter af, maar zij bicven rood. Hij nam nog eens water en bekeek ze bij het licht der kaars en zag schitterende stee- nen die zelfs in zijn oogen groote waarde had den. Hij wankelde bijna toen de waarheid hem duidelijk werd. Met bevende vingers ver bond hij de wonde en na de vrouw eenige aan wijzingen gegeven te hebben ging hij naar huis. Lang zat hij op de fonkelende steenen te staren. Het waren robijnen en volgens de beschrijving 'die de oude Carlton er van ge geven had waren het dezelfde, die in den nacht van den derden November gestolen waren. Maar hoe waren zij op die vreemde plaats gekomen? Was Jaks verhaal dan toch waar? Hield hij de draad in handen, die als hij ge volgdwerd, de onschuld van zijn medemin naar zou kunnen bewijzen? Zou hij hem volgen? En toen begon de hevigste strijd die Frans Castell tot nog toe met zichzelf te strijden had gehad. Als hij eens zweeg zou Carton, misschien voor jaren uit de maatschappij verbannen worden; en dan zou na verloop van tijd, zijne toewijding niet beloond worden? Zou dat trotsche meisje zich willen ver binden met een man die in het openbaar als dief gebrandmerkt was en zou zij een ont- eerden naam willen dragen? Het gefluister van den verleider word hoe langer hoe sterker, tot het bijna de zachte stem van het geweten verdoofde. Maar zijne betere natuur behield de over hand en toen de eerste morgenstralen door het venster drongen deden zij uit de robij nen een roode gloed opgaan, die als in triomf Oastells gebogen hoofd om' Het gerechtsgebouw was stampvol; de jury had zich teruggetrokken om over de uitspraak te beraadslagen, en niemand twijfelde er aan hoe die luiden zou. „Stil, daar komen zij." „Heeren van de jury," begon de klerk toen er eene kleine opschudding aan de deur ontstond. Stemmen klonken en een man drong zich door de menigte naar voren het Wij verzoeken al onzen lezers, in het bijzonder onze vrienden in de Haarlem mermeer, zooveel mogelijk te willen bewerken dat advortentiën van Verkoopingen, boelhuizen enz. ook aan de NIEU WE HAARLEMSCHE COURANT ter plaatsing worden opgegeven. Een beleefd verzoek in die rich ting aan degenen, ten wier over staan de verkooping, boelhuis enz. geschiedt, zal ongetwijfeld doeltref- fen, zooals wij reeds meermalen on dervonden. DE ADMINISTRATIE. g was Castell: in minder dan een oogenblik liep het gerucht door de zaal dat er een onverwacht bewijs was gevonden, en het bleek waarheid te zijn toen de dokter zich kort daarna in de getuigenbank vertoonde. Eerst deelde hij mede hoe hij de juweelen gevonden had, en twee mensehen in de zaal hingen ademloos aan zijn lippen: Alma Tal bot en James Carlton, die geen oogenblik aan de schuld van den gevangene geloofd hadden. Met heldere stem, die in alle hoeken van de zaal kon verstaan worden vertelde de getuige verder hoe hij weder naar Green's Alleij was teruggegaan en den man sterven de gevonden had, hoe hij hem bezweren had te bekennen hetgeen hij wist en hoe hij hem er eindelijk toe gebracht had in tegen woordigheid van een vertrouwbare getuige. William Blij was in den avond van den derden November Carlton's huis binnenge slopen en had zich in de slaapkamer van den vader verborgen. Hij (Blij) stond in de scha duw van de ledikantsgordijnen toen de oude man plotseling was opgestaan met een bos sleutels in de hand en naar de brandkast was gegaan. Toen had Blij het pistool op den stoel ge zien, het stil gegrepen en zich weer achter de gordijnen verscholen. Toen nam James Carton de nachtlamp op en bij het licht dat op zijn gelaat viel zag Blij dat hij in den slaap wandelde. Hij sloot de brandkast open. Carlton nam er blijkbaar in gedachten, iets uit, liep op den schoorsteenmantel toe, nam het andere pistool op en er mede naar de wasehtafel gaande, maakte hij alle bewe gingen alsof hij het laadde. Zonder zich ver der om de brandkast te bekommeren, legde zij zich .weder neder. Blij wachtte een paar minuten, nam do goudstukken uit 'de kast en snelde de kamer uit. Hij had de voor zorg genomen jde sleutels der beide deuren af te nemen; toen hij aangeroepen werd had hij willen schieten maar voor hij het doen kon had hij een knal gehoord en was hij zelf getroffen. Hij had de deur nog kunnen bereiken en sluiten en was zoo ontsnapt. Het bleek nu dat James Carlton in plaats van met kogels het pistool met de robijnen geladen had en dat John er den dief mede geraakt had. Er ging een luid gejuich op toen de uit spraak „niet schuldig" luidde en misschien was er onder die groote menigte slechts één die met een bezwaard hart naar huis ging. (Peel- en Kempenb.) Kinderen en narren of gekken zoo gij wilt zeggen de waarheid, en hiérom acht ik één nar hooger dan zes wereldwijzen, al thans wanneer die, omdat vleierij als manna en de waarheid als rabarber smaakt, liever met tien leugens dan een enkele waarheid voor den dag komen. Het was een goede tijd, toen de koningen nog hofnarren hadden; zij hoorden dan nog soms de stem der waarheid, ja luister den er wel eens naar, en geloofden maar niet alles, wat tafelschuimers en ambtjagers hun wel zochten wijs te maken. Triboulet en Langely, dc hofnarren van Frans I en Lode wijk XIII, zijn vrij wat meer respectabel, dan die gcheele zwerm van hovelingen, die hen ton alle dagen bewierrookt en met vleiende leugens bedrogen hebben. Frederik Willem I van Pruisen, opgevoed door een geestvolle Francais©, Margaretha de Rocoulley, had van deze geleerd de waarheid reeds om der zeldzaamheidswille te beminnen en de vleiers te verafschuwen. Gelijk men weet of niet weet, had zich die vorst een kleinen ge zelschapskring gevormd, die zich eiken avond in zijn paleis verzamelde, en in het gansche land onder den naam van het tabaks-college be kend, met 's konigs vertrouwden omgang ver eerd, kwamen zij bijeen om met Z. M. tabak te rooken en bier te drinken. Een hunner moest den Monarch de courant voorlezen, die dan stof tot onderhoud opleverde. Op zekeren avond als het tabaks-college weder zitting hield, wendde zich den loop van het gesprek op de narren. „Er zijn toch nog maar al te veel narren, gekken en dwazen in de wereld riep een hun ner, en blies met opgetrokken neus den dikken tabakswalm voor zich been. „Geen wonder," sprak een ander, „want een nar maakt er tien, tien maken er honderd, en de honderd zijn welhaast tot duizend aange groeid." „Men ziet er al weer uit," sprak de Ko ning, dat hem de tafel van vermenigvuldiging nog in het hoofd zit; en toch kan ik liem niet geheel bijvallen. Een enkel© zegt hij, maakt er tien. Gesteld, ik ware een nar, dan moest ik ook van elk uwer een hofnar kunnen maken: stond dit in mijne macht, ik had het reeds lang gedaan; want mij ontbreekt nog zoo'n recht hupsche, lustige vent, om mij lachend de waar heid te zeggen, op mijne zwakheden mij opmerk zaam te maken en de schellen van de oogen te lichten. Waar ik ook heen zie, vind ik een Raad, maar overal een treurigen, nergens een vroolijken raad. Ik wil met de A beginnen en het geheele alphabet zon ik kunnen doorloopen; vooreerst hebben wij een Ambtsraad, dan een Berg-raad, een Commissie-raad, een Domein- raad, een Finantie-raad, een Geheim-raad, een Hof-raad, een Intendansraad, een Justitie-raad, een Krijgsraad, een Legatie-raad, een Ministe- riëele raad, een Negotie-raad, een Politie-raad." „Uwe Majesteit" viel er een uit het ge zelschap met weinig omstandigheden u „ver geet de O." ,,'t Is zoo, ik vind zoo spoedig geen raads- titel, die met O begint." „En toch ligt die raad zoo dicht bij de hand." „En hoe noemt gij hem dan?" „Onraad, Sire." „Niet kwaad," hernam de koning. „Hoor, maat! van allen schijnt gij nog den meesten aanleg voor hofnar te hebben en daar uw vernft mij wel eens meer heeft vermaakt, zoo wil ik u een bewjjs van mijn genadig wel gevallen geven, en u bij dezen tot mijnen vroo- Hjken raad benoemen." De man, wien Zijne Majesteit zich verwaar digde aldus tot Iloogstderzelver hofnar te be noemen, was Jacob Paul, vrijheer von Gund* ling, hoogleeranr aan de ridderschool te Ber lijn, een vrij goed historicus, die onder andere eene geschiedenis van Keizer Koen ra ad IV, Richard van Cornwallis, Willem van Holland en vele meer geschreven heeft; maar tevens gelijk de meeste geleerden van zijn pruiken-tijd, een stijve pedant, die zich juist door zijne schoolvos- serij en nog meer door trots en ijdelheid be lachelijk maakte, 't geen evenwel den koning niet verhinderd had, zijn talent op prijs t© stellen. Sedert den avond waarop Fredrik Wilhelm den vrijheer von Gundling tot zijn hofnar had aangesteld, steeg deze van dag tot dag in de gunst van Zijne Mejesteit, die meer en meer genoegen in zijn scherts vond. De vorst benoem de hem aldra tot zijn courant-lezer, en bedacht voor hem nieuwe waardigheden, d© eene al potsierlijker dan de andere. Hij maakte van den professor zijn Hof-tandenstoker-iutendant, zijn geheimen Hof-pijpenstopper, werkelijken Ka- mer-bonmotist en Klucht-opper ja gcr-meestex titels, waarmee de vrijheer zijn hoogmoed niet weinig voelde strcelen. Tot zijne veront schuldiging moet men bedenken dat hij in eei land en in een tjjd leefde, toen men de verdien sten naar de lengte der titels, als band, met da el uitmat. De naam was maatstaf en van daar, dat men geen geleerde zonder titel, maai menigen titel zonder geleerde vond. Maar boe hooger de goede, met titels over laden vrijheer in de gunst des konings steegi des te lager zonk h(j in de achting der hove* lingen, die hem vanwege zijn vernuft in stilte benijden, maar openlijk om zijne pedianterie de schouders ophaalden. De titels inzonderheid, waarop de man zich zooveel liet voorstaan, maakte -hem tot een voorwerp van algemeene bespotting. „De goede baren", sprak eene kleine ge* boeheldo hofdame, bultenaars ontbreekt het zelden aan geest, en vooral ook niet aan een weinig je kwaadwilligheid „de goede ba rob gelijkt op een groot titelblad, waaraan nog slechts eene onbeduidende kleinigheid, het boek zelf, ontbreekt." „De lieve Gundling," sprak een tweedei, „verzinkt onder het gewicht zijner titels al» een kameel onder den last der apen, die op hen rondrijden." De baron was, gelijk een der hofdames niet recht had aangemerkt niets anders dan een gewone hofnar. Men weet het, iedere nar heeft zijn zotskap; en dus ook had de vrijheer von Gundling zijn eigen zwak hij was een bui tensporig minnaar van den wijn. Als professor, zeer belezen, wist hij deze zwakheid, die bij hem allengs tot eene ondeugd was aangegroeid, met drogredenen te beman telen en op schijngronden te verdedigen. Hij hield onder andere vast, dat alle groote gees ten min of meer met dat euvel waren behept geweest. Met zulke stelregels was het niet on natuurlijk, dat de vrijheer Von Gundling, die zich verbeeldde een groote geest te zijn, tege lijk een drinker bij uitnemendheid werd. Iedere hartstocht heeft zijn eigen werking, zoo maakt de liefde b.v. eergierig, het spel ver metel, de drank een zwak gemoed veeal te bloo- hartig. Dit gevolg bracht die althans bij vod Gundling teweeg en wel in te hooger mate, naar gelang hij zich meer en meer aan die lage drift verslaafde. Als hij op een avond nog half beneveld naar huis ging. deinsde hij met ont zetting terug voor zijn eigen schaduw door het maanlicht op den muur geteekend en riep zoo lang om hulp, tot eeu ingesluimerde nacht wacht, door dien noodkreet opgeschrikt, tel hulp schoot. „Wat is hier te doen?" riep de slaapdronken wachter .„Neem dien kerel in hechtenis; hij wil mij om het leven brengen 1" „Wie zou u ombrengen?" „Wel, die kerel daar," en de baron wees op zijn eigen schaduw. De onmatigheid had eindelijk zijn brein der mate verstompt, dat zijn geheugen hem ten eenemale begaf, zoodat eenmaal zelfs zijn eigen naam hem was ontgaan, en hij niet had durven verzekeren, of zijn broeder, d© geheimraad, dan wel hij zelf Nieolaas heeten moest. Schoon de vonk van het vernuft nog eens op schemerde, toen de kracht van liet geheugen hem reeds ontzonken was, waarheid is het, dat ten laatste alle bezinning hem begaf en de geest lang door den wijn was verbannen, toen de dood den Hen April 1731 zijn leven eindigde. Als men Frederik Wilhelm de mare over< bracht: „vrijheer von Gundling heeft den geest gegeven!" gaf hij ten antwoord: „Zeg lieverhij heeft het drinken opgegeven. Jammer van den man! Hij was een prachtig exemplaar van een nar. Men drage zorg, dat h® op ©en gepast© wijs ter aarde worde besteld 1 Het lijk word naar Bornstadt gevoerd en daar in een wijnvat bijgezet. Met hem zonk de laatste hofnar ten grave. i i i

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1913 | | pagina 15