B
i
nm
Mengelwerk.
NOBLESSE OBLIGE.
Verkoopingen, gjj
Boelhuizen enz.
1!
HBS
ggm
De laatste Hofnar.
DONDERDAG, 's avonds van 6—8 uur ge
legenheid om te biechten.
VRIJDAG, lste Vrijdag der maand, ge-
ongen H. Mis, 's avonds van half 56 uur
'iechtgelegenheid voor, de meisjes.
ZATERDAG, 's morgens van half 12 tot
1 uur biechtgelegenheid voor de jongens.
:'s Avonds van 4 uur af voor de grooten; ,te
,i? uur Lof.
De gebeden worden verzocht voor:
Leonardus Schrama,
Adrianus van der Meer, x
WecT. Mart. v. d. Linden—DiependaaJ,
'Wed. Emb. Spreeuwde Die le Clerquö,
Anna Maria Derlinden,
Maria Hoogkamer,
Aleida Zahn, livr. van Hendr. Vermandele.
.die met de laatste H.H. Sacramenten der
Stervenden zijn voorzien en voor
Adrianus Heemskerk Gijsbz.,
Lambertus van Ruiten,
Theodoras Maria Zeestraten Hz.,
Anna de Wit, hvr. van Corn. J. Janssen
en Franciscus Brouwer,
die in den Heer zijn overleden.
LISSE.
ZONDAG, te 7 uur en half 9 de gelezen
H.H. Missen met onderrichting, te 10 uur
de Hoogmis met predikatie, te half 2 Ca
techismus en te half 3 de Vespers waar
onder de Rozenkrans zal gebeden worden.
MAANDAG, Dinsdag en Woensdag slechts
twee H.H. Missen te half 8 en half 9.
DONDERDAG, 's avonds van 5—7 uur gfele-
gelogenheid om te biechten.
VRIJDAG, de eerste Vrijdag der maand;
'e avonds te 7 uur het H. uur en Lof ter
©era van het Goddelijk Hart van Jezus.
ZATERDAG, 'smiddags van 3 uur af ge
legenheid om te biechten, 's Avonds 7 uur
Lof, waaronder de Rozenkrans zal gebeden
worden.
NOORDWIJKERHOUT.
ZONDAG, 7 uur en half 9 stille H.H.
Migsen met onderrichting; 10 uur Hoogmis
met predikatie, 's namiddags 2 uur Lof.
DINSDAG, half 10 gezongen Trouwmis van
Cornelis van Selüe en Jacoba Immerzeel.
VRIJDAG, half 9 gezongen- H. Mis.
De gebeden worden verzocht voor:
i Maria Kleophas, hvr. Adrianus Kasper
Maria .Vos, hvr. Hubertus Hoogeveen
Magdalena van Kempen, hvr. van A.
v. d. Berg,
en Geertruda Borgers,
te fnet de laatste H.H. Sacramenten der
Stervenden zijn voorzien.
HAARLEMMERMEER.
(Aan de Lfinden.)
ZONDAG, 7 uur Vroegmis voor. overlede
ne ouders Bos—Hilders, 10 uur parochie,
'smiddags 3. uur Lof met Rozenhoedje.
MAANDAG, kwart over 8 voor de fa-
ïnilie Blom.
DINSDAG, kwart over 8 uur gez. H. Mis
ter eere van den H. Antonius voor Adriana
Van Duinhoven, geb. Stolwijk en overledene
familie.
WOENSDAG, kwart over 8 voor. Retrus
,van Woerkom.
DONDERDAG, half 8 voor Cornelius Com
pter, kwart over. 8 voor Petrus Meiman en
Cornelia Compier.
VRIJDAG, half 8 voor. Catharina Stok'
man, geb. v. Leeuwen, 8 uur voor Arie
Stokman en Maria Schoorl.
ZATERDAG, half 8 voor Gerardus Lam -
bo en Maria Dijt, kwart over. 8 voor An
tonius Smorenburg.
De gebeden worden verzocht voor
Cornelia Beers,
Catharina Koemeister, geb. Stoop,
en Cornelius Compier,
die In den Heer zijn overleden.
Ia den ondertrouw zijn opgenomen:
Nieolaas Henricus ftloosens en
Maria Antonia Schouten.
HOOFDDORP,
ZONDAG, 7 uur voor het Geestelijk en
tijdelijk welzijn der Parochie; 9 uur de Ca
techismus; 10 u. Hoogmis voor Maria Kroon
Verdank, 3 uur Vespers.
MAANDAG, kwart voor 8 en kwart over 8
uur voor den ZeerEerw. Heer J. Steenvoor
den, Stichter van deze parochie, kwart over
8 in de kerk voor Nieolaas Dankelman en
joverleden familie.
DINSDAG, kwart voor 8 voor Vincen-
jfcius Beers, kwart over 8 voor Maria van
Schootenvan der. Linden.
WOENSDAG, kwart voor 8 voor de Eerw.
Zuster Henricus (in de wereldAnna Ma
ria Bakker) en Wilhelmina Bakker, kwart
lover 8 voor Maria Wagenmakerv. d.
Gracht.
DONDERDAG, kwart voor 8 voor de
over!, familie van Kasteren, kwart over 8
voor Joës Bus en Adriana Maria Hack.
VRIJDAG, lste Vrijdag van de maand,
;bijz. toegewijd aan de vereering van het
Goddelijk Hart van Jezus, 8 uur stille H.
Mis voor Bernardus Joës Brandt, gez. II.
(Mis ter eere van 't Goddelijk Hart voor
de levende en overledene leden van 't ge
nootschap van het H. Hart.
ZATERDAG, kwart voor 8 voor Francis
cus Albertus Schoolings en Maria Cremers,
kwart over 8 voor. Nieolaas Eks en Ma
ria Stokman.
De gebeden worden verzocht voor,
Maria ValkDekkers,
die met de laatste H. H. Sacramenten der
Stervenden is voorzien en voor
Cornelis Sprokkelenburg
Sdie in den Heer is overleden.
NTEUW-VENNEP.
ZONDAG, 7 uur .Vroegmis; 10 uur Hoog-
ïnis; 3 uur Vespers. Catechismus volgens ge
woonte.
1 DINSDAG, 9 uur gez. Trouwmis met'„Ve-
mi Creator".
DONDERDAG, na de H. Mis gelegenheid
)0jm te biechten.
De gebeden worden verzocht voor,
Antonia Verheul, hvr. van Jacobus Touw
ftie met de laatste H.H. Sacramenten der
Stervenden is voorzien.
In den ondertrouw zijn opgenomen.
Wilhelmus Nicola-as Bakker en Wilhelmi
na Martina Spierings.
Afdeeliug HAARLEM,
Bondsgebouw Smedestraat 23.
Zondag 31 Aug. Bakkers.
Maandag 1 Sept. Ondersteuningsfonds.
Dinsdag 2 Sept. Verg. Bestuur Han
dels- en Kantoorbedienden. Bestuur Tim
merlieden. Bestuur Schilders.
Woensdag 3 Sept. Verg. Kleermakers.
Donderdag 4 Sept. Rederijkers.
Vr ij d a g 5 Sept. Hoofdbestuur Prop. club.
Vergadering Metaalbewerkers.
Zaterdag 6 Sept. 8 uur Hulp-Spaar
bank Schoterkwartier. Half 9 Spaarkas „St
Nieolaas" (winterprovisie). Spaarbank.
Steuncomité. Inschrijving coöperatieve bak
kerij. Bibliotheek.
Namens het Bestuur,
A. L. VOLLAERTS, Secr.
Afdeeliug OVERVEEN en OMSTREKEN.
Zaterdag, 30 Aug., des avond van half
acht tot half negen, zitting Spaarbank en
Spaarkas in het gewone lokaal. De zittingen
der spaarkas zullen tot en met 27 Sept. alle
weken plaats liebben, na dien datum weer
eiken 2den en 4en Zaterdag der maand.
De leden, welke hun brandstoffenhriefje
nog niet hebben ingeleverd, moeten dit be
slist Zaterdag 30 Aug. doen.
Donderdag 4 Sept. algemeen© leden
vergadering, des avonds ten 8 uur, in café
„Ruimzicht" van den heer Jongkees. Trouwe
opkomst verzocht.
Namens het Bestuur,
W. v. d. AARDWEG, Secr.
Afdceling HEEMSTEDE.
R. K. Vereenigingsgebouw.
Dinsdag 2 Sept. Repetitie Harmonie
St. Michael.
Donderdag 4 Sept. Repetitie Gymna-
stiekvereeniging.
Vrijdag 5 Sept. Repetitie Harmonie St.
Michael,
Namens liet Bestuur,
Th. TELLINGS, 2e Secr.
Afdeeliug BENNEBROEK en OMSTR.
D n sd a g 2 Sept. 's avonds om 8 uur huis
houdelijke vergadering, welke verplichtend
is.
Namens het Bestuur,
J. VAN BAKEL, secr.
Afdeeliug LISSE.
Bondsgebouw Bondstraat H 47
Zaterdag 30 Aug. 's avonds van 8 tot 9
uur spaarkas; en van 8 lot kwart voor 9 uur
zitting Winterprovisie, voor W. Broekhof.
Maandag 1 en Woensdag 3 Septem
ber 's avonds om 8 uur, repetitie Gymna
stiekvereniging.
Namens het Bestuur,
C. v. d. VLUGT, 2e Secr.
De leden der vakafd. St. Isidorus, die mede
wenschen te doen met bollenbroei voor de
Tentoonstelling in 1914, kunnen zich opgeven
bij de commissie-leden: J. v. d. Drift, Poel-
laan, W. Lemmers en A. H. Schrama, Heere-
weg. Bij genoegzame deelname zal door den
voorz. der vakafd. C. v. Kesteren een be
spreking worden gehouden, hoe men broeien
moet. Ook mogen de leden onderling elkaar
helpen. De inschrijving duurt tot 15 Sept.
Het Commissielid.
A. H. SCHRAMA.
Afdeeliug KROMMENIE en OMSTREKEN.
Secretariaat: Van Hcogendorpstraat 30.
Dinsdag 9 Sept. verg. der Prop.club.
Tijd en plaats bekend.
Zondag had de definitieve oprichting-
plaats van de spaarkas B., ten einde de leden
in de gelegenheid te stellen om door sparen
te komen tot gezamenlijken inkoop van
Winterprovisie. Behandeld werd 't reglement
en daarna een bestuur met commissarissen
gekozen, bestaande uit de heeren P. G.
Koome, N. Charmant. J. Mantjes. J. Mole
naar, N. M. J. Palmboom en J. F. Kriek.
Het bestuur zal bestaan uit vier leden ter
wijl er drie commissarissen zullen zijn. De
functies zullen onderling verdeeld worden.
Namens het Bestnnr,
S. VROUWE, Seer.
,Be Kerkbericliten die te laat inkwamen
'oor dit nnmmer, zijn opgenomen in de
NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT van
deden.
Op den avond van den 3en November
189bracht James Carlton uit Parijs 2
prachtige robijnen mede, die hij op eene
verkooping was machtig geworden en wel
spot goedkoop, hunne geschiedenis in aan
merking genomen.
Zij hadden eens aan de ongelukkige Marie
Antoinette toebehoord en waren door een
misverstand verkocht geworden, waarvan de
slimme verkooper natuurlijk geprofiteerd
had.
Toen hij thuis kwam was liet te laat om
ze nog naar City te brengen en daarom
borg hij ze in tegenwoordigheid van zijn
zoon John Carlton in eene brandkast, die
in den hoek van zijn slaapkamer stond.
Boven den schoorsteenmantel in die ka
mer hingen twee oude ruiterpistolen, en de
vader nam ze van den muur af, laadde er
een en merkte lachend op dat in alle ge
vallen de knal er van de gansche buurt
wel zou wakker maken.
Omstreeks twee uur 's morgens werd hij
gewekt door het geluid van vuurwapens
gevolgd door het dichtslaan van een deur
Hij greep naar het pistool dat hij op een
stoel bij liet bed gelegd had maar vond het
niet. Toen hoorde hij iets door den gang1,
loopen en aan den voordeur trekken, toen
voetstappen op den trap en zijn zoon snel
de de kamer binnen met een der pistolen,
in de hand.
De zoon vertelde dat hij een onrustigen
nacht had gehad en toen iets had hooren
bewegen in zijn vaders kamer, die door
een deur met de zijne gemeenschap had.:
Hij deed de deur voorzichtig open en zag
bij het schijnsel der nachtlamp een man be
zig de brandkast te sluiten, en voor hij van
zijn verbazing bekomen was, was de man
voorzichtig do deur uitgeslopen. Snel greep
hij het pistool dat op den stoel lag, volgde
hij den inbreker naar beneden den gang
door en naar de keuken waarvan de deur
open stond.
Toen hij deü man aanriep keerde deze
zich om en hield 't pistool voor, waarop
de jonge Carlton vuur gaf. Het was hel
dere maneschijn en duidelijk zag hij den
dief wankelen, maar de keukendeur sloeg
dicht en toen Carlton haar bereikt© vond
hij haar gesloten. Hij snelde naar de voor
deur maar deze was ook op slot en de sleu
tel verdwenen, en in zijn's vaders kamer
teruggekeerd vond hij deze overeind zit
tende. Zij wierpen het raam open dat in
de straat uitzag en riepen om politie en
toen de agent kwam, waren alle deuren op
slot en moest hij door het raam binnen
komen.
Bij onderzoek bleek liet dat de sleutels
op de brandkast, staken, dat de robijnen
verdwenen waren en met hen een aantal
goudetukken.
James Carlton herinnerde zich duidelijk
dat hij de sleutels der. brandkast dien avond
onder zijn hoofdkussen had gelegd, nergens
was echter een spoor van inbraak te be
speuren; een der pistolen was weg, evenals
de sleutels der beide deuren.
Toen de oude heer Carlton het verlies dei-
robijnen aan zijn compagnons mededeelde,
beweerde de jongste zonder aarzelen dat
John Carlton de dief was, hij weigerde het
aanbod om liet verlies te vergoeden en liet
dadelijlc een bevel tot inhechtenisneming uit
vaardigen.
1 Dr. CastelL zat in zijn gezellige studeer
kamer schijnbaar kalm zijne pijp te rooken
maar de angstige uitdrukking van zijn
bleek, knap gelaat verried eene onrustigen
gemoedstoestand. Hij daclit aan Alma Tal
bot, die juist eene maand geleden hem had
afgewezen en dat wel voor Jack Carlton,
den man die morgen voor goed als dief zou
brandmerkt worden.
„Wat zou zij doen?" was de vraag die hij
zich herhaalde malen deed, en het antwoord
was steeds hetzelfde, zoo goed weet de eene
edele natuur voor de andere te antwoor
den. Zij zou hare belofte getrouw zijn. in
goede en in kwade tijden en vol vertrou
wen wachten tot de man dien zij onschul
dig geloofde, uit de gevangenis tot haar te
rug kwam.
Neen, hij behoefde nooit de flauwste hoop
te koesteren, dat het meisje, dat hij zoo
lief had, ooit de plaats zou innemen waar
op hij haar wenschte te zien.
In die droevige overpeinzingen werd liij
gestoord door de nachtbei, enj Open doende
vond hij op den stoep een kleinen jongen
nauwelijks groot genoeg om de bel te be
reiken.
„Zou dokter niet eens naar vader willen
komen zien?"
„Wie was vader?"
„Mr. Blij, hij woont in Greensalleij en hij
is zoo erg ziek zou dokter gauw kunnen
komen?"
CastelL ging dadelijk mede en volgde zijn
gids door een nauwe steeg, een vermolm
de trap op, naar eene armoedige kamer
waar op een schamel bed een man lag. Do
patiënt klaagde over inwendige pijn en bij
het flauwe licht eener kaars ontdekte de
dokter sporen van een wond juist boven de
heup.
„Hoe komt ge daaraan?"
De man antwoordde zonder aarzelen.
Hij had een oud pistool in handen ge
had, dat plotseling afgegaan was, en of
schoon hij eerst veel bloed had verloren
was de wond spoedig genezen, maar kort
daarna had hij bij de minste beweging hevige
pijn gevoeld en nu gevoelde hij zich zeer
ellendig.
Dr. Gasteli's geoefende vingers ontdekten
spoedig een gezwel op den rug en uit het
geen hij gehoord had en nu voelde kwam
hij tot de gevolgtrekking dat de lading van
liet pistool onder dat gezwel zat.
Hij snelde naar huis, nam zijne trousseau
en chloroform mede en zeide de vrouw dat
hij haar man spoedig verlichting zou bren
gen.
Die taak was moeilijker dan hij gedacht
had en toon hij eindelijk op een nieuw voor
werp stootte was dat zoo groot dat hij eersi.
eene groote opening moest maken. Het gelukte
hem het eruit te halen, maar bemerkte tot
zijn verbazing dat er nog iets hards in de
wond zat. Deze keer kostte het hem niet
veel moeite het er uit te halen; hij waschte
wat hij meende de kogeltjes te zijn, in wa
ter af, maar zij bicven rood.
Hij nam nog eens water en bekeek ze bij
het licht der kaars en zag schitterende stee-
nen die zelfs in zijn oogen groote waarde had
den.
Hij wankelde bijna toen de waarheid hem
duidelijk werd. Met bevende vingers ver
bond hij de wonde en na de vrouw eenige aan
wijzingen gegeven te hebben ging hij naar
huis.
Lang zat hij op de fonkelende steenen te
staren. Het waren robijnen en volgens de
beschrijving 'die de oude Carlton er van ge
geven had waren het dezelfde, die in den
nacht van den derden November gestolen
waren. Maar hoe waren zij op die vreemde
plaats gekomen?
Was Jaks verhaal dan toch waar?
Hield hij de draad in handen, die als hij ge
volgdwerd, de onschuld van zijn medemin
naar zou kunnen bewijzen?
Zou hij hem volgen?
En toen begon de hevigste strijd die Frans
Castell tot nog toe met zichzelf te strijden
had gehad.
Als hij eens zweeg zou Carton, misschien
voor jaren uit de maatschappij verbannen
worden; en dan zou na verloop van tijd, zijne
toewijding niet beloond worden?
Zou dat trotsche meisje zich willen ver
binden met een man die in het openbaar als
dief gebrandmerkt was en zou zij een ont-
eerden naam willen dragen?
Het gefluister van den verleider word hoe
langer hoe sterker, tot het bijna de zachte
stem van het geweten verdoofde.
Maar zijne betere natuur behield de over
hand en toen de eerste morgenstralen door
het venster drongen deden zij uit de robij
nen een roode gloed opgaan, die als in triomf
Oastells gebogen hoofd om'
Het gerechtsgebouw was stampvol; de jury
had zich teruggetrokken om over de uitspraak
te beraadslagen, en niemand twijfelde er aan
hoe die luiden zou.
„Stil, daar komen zij."
„Heeren van de jury," begon de klerk
toen er eene kleine opschudding aan de deur
ontstond. Stemmen klonken en een man
drong zich door de menigte naar voren het
Wij verzoeken al onzen lezers,
in het bijzonder onze
vrienden in de Haarlem
mermeer,
zooveel mogelijk te willen bewerken
dat advortentiën van Verkoopingen,
boelhuizen enz. ook aan de NIEU
WE HAARLEMSCHE COURANT
ter plaatsing worden opgegeven.
Een beleefd verzoek in die rich
ting aan degenen, ten wier over
staan de verkooping, boelhuis enz.
geschiedt, zal ongetwijfeld doeltref-
fen, zooals wij reeds meermalen on
dervonden.
DE ADMINISTRATIE. g
was Castell: in minder dan een oogenblik
liep het gerucht door de zaal dat er een
onverwacht bewijs was gevonden, en het
bleek waarheid te zijn toen de dokter zich
kort daarna in de getuigenbank vertoonde.
Eerst deelde hij mede hoe hij de juweelen
gevonden had, en twee mensehen in de zaal
hingen ademloos aan zijn lippen: Alma Tal
bot en James Carlton, die geen oogenblik
aan de schuld van den gevangene geloofd
hadden. Met heldere stem, die in alle hoeken
van de zaal kon verstaan worden vertelde
de getuige verder hoe hij weder naar Green's
Alleij was teruggegaan en den man sterven
de gevonden had, hoe hij hem bezweren
had te bekennen hetgeen hij wist en hoe hij
hem er eindelijk toe gebracht had in tegen
woordigheid van een vertrouwbare getuige.
William Blij was in den avond van den
derden November Carlton's huis binnenge
slopen en had zich in de slaapkamer van den
vader verborgen. Hij (Blij) stond in de scha
duw van de ledikantsgordijnen toen de oude
man plotseling was opgestaan met een bos
sleutels in de hand en naar de brandkast
was gegaan.
Toen had Blij het pistool op den stoel ge
zien, het stil gegrepen en zich weer achter
de gordijnen verscholen.
Toen nam James Carton de nachtlamp op
en bij het licht dat op zijn gelaat viel zag
Blij dat hij in den slaap wandelde. Hij sloot
de brandkast open.
Carlton nam er blijkbaar in gedachten, iets
uit, liep op den schoorsteenmantel toe, nam
het andere pistool op en er mede naar de
wasehtafel gaande, maakte hij alle bewe
gingen alsof hij het laadde. Zonder zich ver
der om de brandkast te bekommeren, legde
zij zich .weder neder. Blij wachtte een paar
minuten, nam do goudstukken uit 'de kast
en snelde de kamer uit. Hij had de voor
zorg genomen jde sleutels der beide deuren
af te nemen; toen hij aangeroepen werd had
hij willen schieten maar voor hij het doen
kon had hij een knal gehoord en was hij
zelf getroffen.
Hij had de deur nog kunnen bereiken en
sluiten en was zoo ontsnapt.
Het bleek nu dat James Carlton in plaats
van met kogels het pistool met de robijnen
geladen had en dat John er den dief mede
geraakt had.
Er ging een luid gejuich op toen de uit
spraak „niet schuldig" luidde en misschien
was er onder die groote menigte slechts één
die met een bezwaard hart naar huis ging.
(Peel- en Kempenb.)
Kinderen en narren of gekken zoo gij
wilt zeggen de waarheid, en hiérom acht
ik één nar hooger dan zes wereldwijzen, al
thans wanneer die, omdat vleierij als manna
en de waarheid als rabarber smaakt, liever met
tien leugens dan een enkele waarheid voor den
dag komen. Het was een goede tijd, toen de
koningen nog hofnarren hadden; zij hoorden
dan nog soms de stem der waarheid, ja luister
den er wel eens naar, en geloofden maar niet
alles, wat tafelschuimers en ambtjagers hun wel
zochten wijs te maken. Triboulet en Langely,
dc hofnarren van Frans I en Lode wijk XIII,
zijn vrij wat meer respectabel, dan die gcheele
zwerm van hovelingen, die hen ton alle dagen
bewierrookt en met vleiende leugens bedrogen
hebben.
Frederik Willem I van Pruisen, opgevoed
door een geestvolle Francais©, Margaretha de
Rocoulley, had van deze geleerd de waarheid
reeds om der zeldzaamheidswille te beminnen
en de vleiers te verafschuwen. Gelijk men weet
of niet weet, had zich die vorst een kleinen ge
zelschapskring gevormd, die zich eiken avond
in zijn paleis verzamelde, en in het gansche
land onder den naam van het tabaks-college be
kend, met 's konigs vertrouwden omgang ver
eerd, kwamen zij bijeen om met Z. M. tabak te
rooken en bier te drinken. Een hunner moest
den Monarch de courant voorlezen, die dan
stof tot onderhoud opleverde.
Op zekeren avond als het tabaks-college
weder zitting hield, wendde zich den loop van
het gesprek op de narren.
„Er zijn toch nog maar al te veel narren,
gekken en dwazen in de wereld riep een hun
ner, en blies met opgetrokken neus den dikken
tabakswalm voor zich been.
„Geen wonder," sprak een ander, „want een
nar maakt er tien, tien maken er honderd, en
de honderd zijn welhaast tot duizend aange
groeid."
„Men ziet er al weer uit," sprak de Ko
ning, dat hem de tafel van vermenigvuldiging
nog in het hoofd zit; en toch kan ik liem niet
geheel bijvallen. Een enkel© zegt hij, maakt er
tien. Gesteld, ik ware een nar, dan moest ik
ook van elk uwer een hofnar kunnen maken:
stond dit in mijne macht, ik had het reeds lang
gedaan; want mij ontbreekt nog zoo'n recht
hupsche, lustige vent, om mij lachend de waar
heid te zeggen, op mijne zwakheden mij opmerk
zaam te maken en de schellen van de oogen te
lichten. Waar ik ook heen zie, vind ik een
Raad, maar overal een treurigen, nergens een
vroolijken raad. Ik wil met de A beginnen en
het geheele alphabet zon ik kunnen doorloopen;
vooreerst hebben wij een Ambtsraad, dan een
Berg-raad, een Commissie-raad, een Domein-
raad, een Finantie-raad, een Geheim-raad, een
Hof-raad, een Intendansraad, een Justitie-raad,
een Krijgsraad, een Legatie-raad, een Ministe-
riëele raad, een Negotie-raad, een Politie-raad."
„Uwe Majesteit" viel er een uit het ge
zelschap met weinig omstandigheden u „ver
geet de O."
,,'t Is zoo, ik vind zoo spoedig geen raads-
titel, die met O begint."
„En toch ligt die raad zoo dicht bij de
hand."
„En hoe noemt gij hem dan?"
„Onraad, Sire."
„Niet kwaad," hernam de koning.
„Hoor, maat! van allen schijnt gij nog den
meesten aanleg voor hofnar te hebben en daar
uw vernft mij wel eens meer heeft vermaakt,
zoo wil ik u een bewjjs van mijn genadig wel
gevallen geven, en u bij dezen tot mijnen vroo-
Hjken raad benoemen."
De man, wien Zijne Majesteit zich verwaar
digde aldus tot Iloogstderzelver hofnar te be
noemen, was Jacob Paul, vrijheer von Gund*
ling, hoogleeranr aan de ridderschool te Ber
lijn, een vrij goed historicus, die onder andere
eene geschiedenis van Keizer Koen ra ad IV,
Richard van Cornwallis, Willem van Holland en
vele meer geschreven heeft; maar tevens gelijk
de meeste geleerden van zijn pruiken-tijd, een
stijve pedant, die zich juist door zijne schoolvos-
serij en nog meer door trots en ijdelheid be
lachelijk maakte, 't geen evenwel den koning
niet verhinderd had, zijn talent op prijs t©
stellen.
Sedert den avond waarop Fredrik Wilhelm
den vrijheer von Gundling tot zijn hofnar had
aangesteld, steeg deze van dag tot dag in de
gunst van Zijne Mejesteit, die meer en meer
genoegen in zijn scherts vond. De vorst benoem
de hem aldra tot zijn courant-lezer, en bedacht
voor hem nieuwe waardigheden, d© eene al
potsierlijker dan de andere. Hij maakte van den
professor zijn Hof-tandenstoker-iutendant, zijn
geheimen Hof-pijpenstopper, werkelijken Ka-
mer-bonmotist en Klucht-opper ja gcr-meestex
titels, waarmee de vrijheer zijn hoogmoed
niet weinig voelde strcelen. Tot zijne veront
schuldiging moet men bedenken dat hij in eei
land en in een tjjd leefde, toen men de verdien
sten naar de lengte der titels, als band, met da
el uitmat. De naam was maatstaf en van
daar, dat men geen geleerde zonder titel, maai
menigen titel zonder geleerde vond.
Maar boe hooger de goede, met titels over
laden vrijheer in de gunst des konings steegi
des te lager zonk h(j in de achting der hove*
lingen, die hem vanwege zijn vernuft in stilte
benijden, maar openlijk om zijne pedianterie
de schouders ophaalden. De titels inzonderheid,
waarop de man zich zooveel liet voorstaan,
maakte -hem tot een voorwerp van algemeene
bespotting.
„De goede baren", sprak eene kleine ge*
boeheldo hofdame, bultenaars ontbreekt het
zelden aan geest, en vooral ook niet aan een
weinig je kwaadwilligheid „de goede ba rob
gelijkt op een groot titelblad, waaraan nog
slechts eene onbeduidende kleinigheid, het
boek zelf, ontbreekt."
„De lieve Gundling," sprak een tweedei,
„verzinkt onder het gewicht zijner titels al»
een kameel onder den last der apen, die op hen
rondrijden."
De baron was, gelijk een der hofdames niet
recht had aangemerkt niets anders dan een
gewone hofnar. Men weet het, iedere nar heeft
zijn zotskap; en dus ook had de vrijheer von
Gundling zijn eigen zwak hij was een bui
tensporig minnaar van den wijn.
Als professor, zeer belezen, wist hij deze
zwakheid, die bij hem allengs tot eene ondeugd
was aangegroeid, met drogredenen te beman
telen en op schijngronden te verdedigen. Hij
hield onder andere vast, dat alle groote gees
ten min of meer met dat euvel waren behept
geweest. Met zulke stelregels was het niet on
natuurlijk, dat de vrijheer Von Gundling, die
zich verbeeldde een groote geest te zijn, tege
lijk een drinker bij uitnemendheid werd.
Iedere hartstocht heeft zijn eigen werking,
zoo maakt de liefde b.v. eergierig, het spel ver
metel, de drank een zwak gemoed veeal te bloo-
hartig. Dit gevolg bracht die althans bij vod
Gundling teweeg en wel in te hooger mate,
naar gelang hij zich meer en meer aan die lage
drift verslaafde. Als hij op een avond nog half
beneveld naar huis ging. deinsde hij met ont
zetting terug voor zijn eigen schaduw door het
maanlicht op den muur geteekend en riep zoo
lang om hulp, tot eeu ingesluimerde nacht
wacht, door dien noodkreet opgeschrikt, tel
hulp schoot.
„Wat is hier te doen?" riep de slaapdronken
wachter .„Neem dien kerel in hechtenis; hij
wil mij om het leven brengen 1"
„Wie zou u ombrengen?"
„Wel, die kerel daar," en de baron wees op
zijn eigen schaduw.
De onmatigheid had eindelijk zijn brein der
mate verstompt, dat zijn geheugen hem ten
eenemale begaf, zoodat eenmaal zelfs zijn eigen
naam hem was ontgaan, en hij niet had durven
verzekeren, of zijn broeder, d© geheimraad, dan
wel hij zelf Nieolaas heeten moest.
Schoon de vonk van het vernuft nog eens op
schemerde, toen de kracht van liet geheugen
hem reeds ontzonken was, waarheid is het, dat
ten laatste alle bezinning hem begaf en de geest
lang door den wijn was verbannen, toen de
dood den Hen April 1731 zijn leven eindigde.
Als men Frederik Wilhelm de mare over<
bracht: „vrijheer von Gundling heeft den geest
gegeven!" gaf hij ten antwoord:
„Zeg lieverhij heeft het drinken opgegeven.
Jammer van den man! Hij was een prachtig
exemplaar van een nar. Men drage zorg, dat h®
op ©en gepast© wijs ter aarde worde besteld 1
Het lijk word naar Bornstadt gevoerd en
daar in een wijnvat bijgezet.
Met hem zonk de laatste hofnar ten grave.
i
i
i