De Zoon van den Landlord. BUITENLAND. BINNENLAND. Au Bon IHapciiéi „üojfons." Haaplem-BpusseS. tiandscfaoenen voop alle gelegenheden^ Tie zoogenaamde Bnlgaarsehe wreedheden. Men schrijft aan het Hbld. Zoude ik als uw oud-briefschrijver en eenigs- *ins op de hoogte van de toestanden, naar aan leiding van dc steeds weer opduikende verhalen omtrent verbrandingen, gruwelen enz. enz. door cle Bulgaren bedreven, een stuk van uwe Plaatsruimte mogen vragen om deze besehul digingen althans op enkele punten recht te zet- jten en u tevens een denkbeeld te geven hoe vele Jan deze wandaden zeer plausibel te verklaren Zn als een regelrecht oorlogauitvloeisel te be- tehouwen zijn? Bij de herbezetting van Tsjorloe meldden de (Turken820 Turksche huizen zijn er in deze Itad door de Bulgaren verwoestbij de herbe zetting van Kirk Kilissehgeheele boomgaar den zijn verwoest, behalve de hondterden huizen, en zoo zijn er talrijke berichten. bin thans de werkelijkheid: Gedurende ons verblijf te Tsjorloe was het, mijne brieven heb ber, het u misschien nog niet voldoende mede gedeeld een tijdlang bitter- bitterkoud en.... brandstof was verre, bosschen in den omtrek wanen niet te bekennen. Wat bleef er anders «ver dan de Turksche krotter, want meer wa ren deze met den weidschen naam van „huizen" bestempelde woningen niet, geheel en al onbe woond als ze waren, velen reeds in puinhoop, van hunne binten te verlossen en zoo tenminste zichzelf en de duizenden zieken voor den be- vriezingsdood te besehermen? Ik geloof dat dit in eiken oorlog zou zijn geschied. En zóó koud is het nu niet alleen in Tsjorloe geweest, doch in geheel Thracië, wekenlang. Bij de kaalheid van het land is het niet te verwonderen, dat er aldus wel meer dan een onbewoond huis uit zelfbehoud aan gelooven moest. Wij hebben er trouwens zelf aan mee moeten doen Van den goeden wil der overheid 'in deze ben ik ten volle overtuigd. Eenige malen hebben wfj eene afkondiging aan het garnizoen gericht gekregen, dat het ten strengste verboden was boomen om te kappen of huizen voor het hout af te breken. Doch toen de felle koude kwam, toen brak nood' wet. Hoe moest het brood ge- hakken worden om slechts daaraan te denken? en hout brandt snel. Ziedaar de eenvoudige ver klaring van verreweg het grootste gedeelte der verwoeste (natuurlijk waren dit Turksche) on bewoonde woningen (lees „hutten en krotten"). En de boomgaarden"? Wederom hetzelfde. iToen er brandstof noodig was, toen, wilde men niet omkomen van de koude, zal men hier en daar ook wel aan de amandel- en vijgenboomen begonnen zijn. Alhoewel de wijn- en boomgaar den in'de buurt van Tsjorloe steeds gespaard fcijn voor de bijl en men niet dan noode, dit Weet ik zeker, ten laatste er toe overging ook Tan daar wat hout te halen. Oorlog beteekent nu eenmaal verwoesting. Ik geloof dat deze verwoesting, noodgedrongen uit zelfbehoud, door elk leger in dezelfde omstandigheden zou zijn teweeggebracht. Nu' wat betreft de moorden 1 Wij waren in het hart van de bezette streken en ik kan u nog slechts eenmaal herhalen, dat nooit of te nimmer door mij van eenige wandaad van het Buigaarsche leger tegen de bevolking iets be merkt is; integendeel, in Bodosto bijv. waar de Turken bleven, is niemand één haar gekrenkt. Ik acht het geregelde leger daartoe niet in staat en ik verzeker u dat ik herhaalde malen in zeer vertrouwelijke gesprekken met officie ren en ontwikkelde minderen, die geen redenen hadden Bulgarije te loven, ja, waarvan sommi gen zichzelf allerminst Bulgaren rekenden, als ook met andere echte Bulgaarsche officieren, welke mij niets in dit opzicht verborgen zouden houden, er over gesproken heb en nooit iets der gelijks van het geregelde leger gehoord heb. Wel van de komitadsjis, de ongeregelde Bul gaarsche benden, en dat is dan ook de reden, dat dezen nog in onzen tijd bij het geregelde leger zyn ingelijfd en onder strenge tucht ge plaatst. Doch daartegenover zoude ik uwen le zers verhalen kunnen ophangen van gruwel daden van de andere zijde, mij door volkomen geloofwaardige personen medegedeeld, welke iemand de haren te berge zouden doen rijzen, 'ja, waarvan ik zelf de beklagenswaardige (i c. Grieksche) slachtoffers onder behandeling heb gehad en die ik uit hunnen mond vernam. Deze oorlog is er nu eenmaal nog een van loord en doodslag, waarbij eens te meer uit- ekomen is hoe daar ginds op den Balkan een senschénleveD voor niets geteld wordt. Dat in an dergelijken oorlog gruweldaden worden be- intwoord, verwondert mij niets. Deze alle op rekening te schrijven van é'n, werkelijk dapper en geregeld leger, dat na de spits afgebeten te hebben voor allo anderen, door den overmoed zijner politici en leger-autoriteiten en de af gunst zijner naburen, van alle kanten belaagd, onmogelijk zijn beroemden naam tegen de over macht heeft kunnen handhaven, vermoeid en op als het reeds was door den meest uitputten- den veldtocht van allen, lijkt mij minstgenomen partijdig. ONDERSCHEIDINGEN. Bij Koninklijke besluiten van 28 Augustus 1913, zijn benoemd: Tot officier in de orde van Oranje-Nassau: J. G. M. Rietbergen, consul-gen. der Ne der!., te Kopenhagen; C. X. P. Bastin, con sul-gen. van België te Yokohama, w.n. con sul der Nederl. aldaarM. PaulVoute, te Am sterdam, lid der commissie belast met de voorbereiding van de aanwijzing van can- didaten voor den consujairen dienst; A. Rienks, schoolopz. in het dist. Deventer, be last met het toez. oj> de Nederl. cursussen in Pruisseri. :Tot ridder in de orde van Oranje-Nassau: J. L. B. Ader, consul der Nederl. te Ba- vonne; H. H. Burinester, id., te Oporto; J. B. Curtelin, id., te Tunis; J. C. Ogilvie, id„ te Memel; H. de Sola, id., te San Salvador; A. Vair Turnbull, id., te Leith; C. M. Radhe, vice-consul der Nederl. te Lysekil; H. A. Salvesen, id., te Grangemouth; J. Jordaan, bankier te Parijs; I. J. R. Huurling, koopman te New-York; dr. J. A. Roorda Smit, ge neesheer te Buenos-Aires. Tot ridder in de orde van Oranje-Nassau: G. J. van Limburgh. pred. bij de Neder- duitscir Herv. Gein. te Thamen a, d. Amstel, gem. Uithoorn; D. W. L. Offerhaus, id., te Noordwolde, gem. Bedum; K. Eernhout, pred. bij de Gereform. Kerk te Amsterdam; L. R. Oldeman, pred. bij de Remonstr. Gem. te Rotterdam; J. P. v. d. Heuvel, pastoor te Tilburg; H. Haxtog, voorz. der Nederl. Is raëlitische Gem. 'te ^Nijmegen; H. B. van Rhijn, dist.-command., tevens inspecteur der rijksveldwacht in het 4de distr., te 'sGra- venhage; J. Visser, dir. van het Rijksopvoe dingsgesticht voor jongens te Amersfoort; mej. M. Jas, secr. van het hoofdb. der Vereen, tot steun van verwaarloosden en gevallenen, te Amsterdam; Mej. M. de Booy, dir. van het gesticht „Talitha Kümi", te Zetten; Tot ridder in de orde van Oranje-Nassau: O. IJsebaert, lid der Prov, .Staten van Zee land; G. van Ha zendonk, id., van Utrecht; J. Kar dux, hoofdcommies ter prov. griffie van Friesland; K. P. Huenges, hoofding. van den prov, waterstaat in Limburg; S. A. ,Vos- ters, burgem. der gem. Alphen c. a, (N. Br.); F. H. Bulaëus Brack, burgem. der gem. Reeuw ijk; D. Mulder, burgem. der gem. Ovezande e.a.; J. Aantjes Dzn., weth. der gem. Ottoland; Jac. v. d. Laan, voorz. van het hoofdb. van den Nederl. Bond van gem.- ambtenaren, te Sneek; Th. A. Quanjer, voorz. van de gezondheidscomm. te Naaldwijk; Mej. A. M. Douwes Dekker, al gem. secr. van de Intern. Oonf. voor volks- en sdioolbadcn, te 's Gravenhage; Mej. M. L. L. van Haaf ten en mej. O. van Velsen Coefer, beiden te Al melo; G. van Bleek, oud-gemeentera adslid, leeraar aan het Marnix-gymnasiuni te Rot terdam; O. Zander, dir. van de 2de ambachts school tc Amsterdam; mevr. C. A. Welcker- de Wit, oud-voorz. van het best. van de industrieschool voor meisjes te 's Gravenha ge, wonende te Oosterbeek; Mr. W. H. Jon kers, schoolopz. in het arrond. Beetsterzwaag won. te Kortezwaag; R. Luyten, 1ste onderw. aan de Rijkskweekschool voor onderw. te Haarlem; K. v. d. .Veen, hoofd eener openb. lag. school te Amsterdam; M.C. v. d. Ven hoofd der R. K. bijz. school te Heusden; K. Kremer, hoofd van de bijz. lag. school de .Vereen, voor Christ. Nat. onderw. te Ber- likum, gem. Menaldumadeel; G. Hekking, solo-violoncellist bij het Concertgebouw-or- chest te Amsterdam; H. Pielage, dir. der zangvereeh. „Onder Ons" te Haarlem; Mej. J. W. A. Naber, letterk., te Amsterdam; H. v. d. Geld, beeldhouwer, te 's Hertogenbosch Zijn benoemd Tot officier in de orde van Oranje.-Nassau: de kap.-luit. ter zee O. H. de Lussanet de la Sablonière; üe kap.-luit. ter zee L. F. II. Tuckermannde oud-luit. tel* zee der 1ste klasse H. M. van Bemmelen, voorz. der Ne derl. vereen. „Onze Vloot". Tot ridder in de orde van Oranje-Nassau: De luit. ter zee der 1ste klasse O. J. J. de Neve; Id., E. H. Friderichs; ld. 2de kl. D. Scalongne; de offic. van gezoadh. der lste klasse M. van Willigen; id., L. J. Bttl- ler; de offic. van adm. der lste klasse E. G, de Wijs; de offic.-machinist der lste kl. J. de Winde. Tot ridder in de orde van den Ned. Leeuw A. J. M. Stumpff jr., lid van de Alg. Re kenkamer; J. J. G. van .Wieheren, dir. der dir. belast, enz. te Groningen; F. Bartelink, dir. der reg. en dom. te Maastricht, Zijn bevorderd: Tot officier in de orde van Oranje-Nassau: E. R. de Vries, ing.-verificateur der. domei nen, te Nijmegen; P. F. Bergmans, weth., der gem. Tilburg, lid van het ooll. van zet ters der dir. bel. aldaar. Zijn benoemd: Tot officier in de orde van Oranje-Nassau: A. A. M. 'Carrière, ref. bij het Dep. v. Fin. O. H. Pan, insp. der dir. bel. enz. te Breda; J. Veenenbos, inspect, der reg. en dom. ie Aikmaar; P. W. H. Paulussen, ing.-verif. v. het kad. te Roermond. Tot ridder in de orde van Oranje-Nassau: H. J. Ges terkamp, hoofde, bij het Dep. v. Fin.; A. L. Thierens, ontv. der iDv. en ace. te Arnhem; H. J. v. Ebbenhörst Tengber- gen, ontv. der invoerr. en van den accijns op de suiker te Amsterdam; J. Aikema, verif. der invoerr. en ace. te Rotterdam; D. Tol lenaar Hz., lid van de comm. van beoord. voor de invoerr. te Amsterdam; F. Gordon, bew. van de hypotheken en het kad. te Lei den; D. O. Vernaar, landmeter van het kad. te Deventer; J. M. Goester, secr. der comm. voor de onderhandelingen met de Kon. Mij. „de Schelde" te Middelburg; Zijn benoemd: T'ot officier in de orde van Oranje-Nassau: De kolonels J. D. Grevinck en L. baron van Hogendorp, comm. onderscheidenlijk v. de Vide inf.-brig. en van het 4de reg. veld- art.; de luit-kol. H. Croockewit, van den gen. staf, chef van den staf der lste div.; de maj.-int. L. E. W. v. Albada, hoofd der Vide afd. van het Dep. van- Oorlog; de res.- luit.-kol. T. H. van Haeften, comm. in 'het 33ste landweerdistrict. Tot ridder in de orde van Oranje-Nassau: de kapiteins C. v. .Tuinen, J. F. B. Kalff, jhr. E. J. M. Wittert en P. J. H. v. d. Palm, allen van den gen. staf, onderschei denlijk leeraar bij de H. Krijgsschool; adj.- chef van den staf der lste div.; toegev. aan den chef v. d. gen. staf en toegevoegd aan den commandant van het veldleger; de kap. H. Dyserinck, van het 13de reg. inf., dir. van de 2de school voor verlofsoff. dèr inf., C. C. de Gelder, van het 5de reg. inf., dir. van de lste school voor verlofoff. der inf., en H. G. Winkeiman, van het lste reg. "inf., werk zaam bij het Dep. van Oorlog; de ritm. J. A. van Gellicum, instructeur bij de rij- en hoefsmidschoolde ree.-ritm. D. R. Buma, van het 2de reg. huz., oud-hoofd van onder wijs bij de Kon. Mil. Ac.; de kap., P. A. M. Hackstroh, van den staf der genie; de kap. intendant W. J. v. Breen, toegevoegd aan den hoofdint.; de offic. van gezondheid der lste klasse B. P. Visser, van het pers. van den geneeskundigen dienst der landmacht; de cerste-luit. A. E. W. de Jong, van het lste regiment veld artillerie; J. Wind, hoofd commies bij het Dep. van Oorlog; jhr. M. Ma zel, secr. van het Hoofdcomité van het Ned. Roode Kruis; R. Bosscher, hulpvorderings- comm. in het vorderings-district no. 2; A. Bisdom, fabrikant te Eindhoven; O. A. van Trickt, te 's Gravenhage. tot ridder in de orde v. d. Nederl. Leeuw: R. H. Gockinga, c. i., te 's Gravenhage, hoofding.-dir. van den Rijkswaterstaat der 2e klasse; prof. I. Franeo, w.i., te Delft, hoogleeraar aan dc Techn. Hoogeschool; A. G. A. Everts, te "Utrecht, ehef van den dienst der exploitatie bij de Maatsch. tot Epxl. van Staatspoorwegen; J. H. H. Gunthermokr, te Utrecht, inspecteur der posterijen en tele graphic; J. A. van de Velde, te 's Gra venhage, insp. der posterijen en telegraphie in alg. dienst; W. P. Zeilmaker, te 's Gra venhage, dir. van het telegraafkantoor; is bevorderd tot officier in de orde van Oranje-Nassau: J. Engels,, te Amsterdam, referendaris bij Rijkspostspaarbank zijn benoemd: lot officier in de orde van Oranje-Nassau: J. v. Leeuwen Jr., c. i., te 's Gravenhage, Rijksing. voor dc spoorwegen; H. v. d. Min ne, c. i., te 's Gravenhage, Rijksing. voor de spoorwegen; G. v. Bgmond, w. i., te Utrecht, hoofding. bij dc Maatsch. tot Expl. van Staatssp. wegen; W. E. Pieltjes, te Amster dam, hoofdambtenaar bij de H. IJ. fc>. M. P. J. Fabius, te Amsterdam, dir. van het spoorwegpostkantoor no. 1; J. B. Wakerlin, te 's Gravenhage, referend. bij het hoofdbest. der posterijen en telegraphie; tot ridder in de orde van Oranje-Nassau: F. J. H. Schneiders, te IJmuiden, adm. van van' de vis3chershaven; P. G. de Leeuw J.-Azn., te Alphen (gem. Appeltern), dijk graaf van het polderdistrict Maas en Waal en voorz. van het college van dagel. best. Van fiet waterschap: Gecombinëerde Water- lossing van de polderdistricten Rijk van Nij megen en Maas en Waal; G. L. de Leijer, te Vught, voorz. yan het waterschap de Rivier de Dommel en de zich daarin ont lastende beken en riviertjes; A. O. Verbeek, te Steenbergen, oud-dijkgraaf van het heem raadschap de Roosendaalsche en Steenberg- sche .Vliet; B. J. v. Leeuwaarden, te Zwol le, hoofdwerktuigk. bij de Mij. tot Expl. van Staatssp.wegen; P. J. Mey, te Kampen, stationschef le klasse bij de Ned. Centr. Spoorwegmij.; P. F. Freudenberg, te Ap.el- doorn, dir. van het post- en telegraafkan toor; J. A. H. A. Jansen, te Hilversum, idem, idem; P. O. v. Dortmondt, te Rotter dam, adj.-dir. bij den dienst der telegraphie; tot ridder in de orde van den Nederland- schen Leeuw: dr. J. B. van .Weideren baron Rengers, voorz. van de Friesche Maatsch. van Landb., te IJsbrechtum, gem. .Wijmbritseradéel; J. .Wilmink, direct, van de Stoomvaart-Mij. „Ko ninkl. Holl. Lloyd" te Amsterdam; B. ,W. ter Kuile, lid der firma B. W. en H. ter Kuile, te Anschedé, president van de Ned. Patroonsvereeniging van Katoenspinners en -wevers, voorz. van het 9de Intern. Katoen- congres in Juni 1913 te Seheveningen ge houden; mr. H. P. Berdenis van Bcrlekom, lid en plaatsverv. voorz. van het best. der Rijksverz.bank; mr. .W. A. J. M. van Water schoot v. d. Gracht, ing.-direct. tijdelijk be last met de leiding der opsporing van delf stoffen van Staatswege, te 's Gravenhage; tot officier in de orde van Oranje-Nassau: dr. J. D. v. d. Plaats, leeraar aan de Rijksveeartsenijschool te Utrecht; G. ,L. F; Philips, w. i., oprichter en oudste direct, der N. V. „Philips' Metaaldraadlampenfa- briek" te Eindhoven; dr. J. Roeters van Lennep, voorz. van de vereeniging Station voor Maalderij en'Bakkerij te Wageningen, wonende te 's Gravenhage; mr. A. J. Moll Schnitzler, secret, der Kamer van Kooph. en Fabr. te Amsterdam; D. L. .Wolfson, re ferend. bij liet Dep. van Landb., Nijverheid en Handel; tot ridder in de orde van Oranje-Nassau: H. D. Ebbens, secret, van de Groninger Maatsch. van Landb. en Nijverh. te Gro ningen; D. v. Wijk Heuff lid, van het dagel. best. der Geklersch-Overijsselsche Maatsch. van Landb. te Zoelen; H. B. Hylkema, zui- velconsulent, te Utrecht; A. O. Ide, Rijks- tuinbouwleeraar en leeraar aan de Rijks* Hoogere Land-, Tuin en Boschbouwsehool te Wageningen; H. Schuurman J.-Wzn., adm: van het Ned. Rundveestamboek, te 's Gra venhage; J. A. R. Bosma, voorz. der te Meppel gevestigde Coop. Landbouwersbank en Handelsvereeniging, wonende te de Wijk; G. H. Leffers, insp. voor de Scheepvaart, te 's Gravenhage; G. v. d. Berge, ijker, chef van dienst, te Rotterdam; J. A. de Beer, voorz. van de Kamer van Kooph. en Fabr. te Tilburg; J. Kalff G.-Jzn., idem te Zwolle; J. A. Sillevis L.-Wzn., idem, te 's Graven hage; J. Das Dzn., eerste-voorz. van den Alg. Nederl. Molenaarshond, te Utrecht; dr. J. R. Tutein Nolthenius, dir. der Fransch- Holl. Oliefabrk-ken „Calvé-Delft", te Vrijen ban; M. Mouton, dir. der N. V, Boek- en Kunstdrukkerij voorh. Mouton en Co., te* 's Gravenhage; Joh. E. Scholten, dir. der Textielfabriek, voorh. H. B. Scliolten, te Almelo; G. J. Bosman, dir. der N. V. Dord- reclitsche Metaalwarenfabriek, voorh. wed. J. Bekkers en Zn., te Dordrecht; E. V. M. Goulmy, lid der firma Goulmy en Baar, si garenfabrikant, te 's Hertogenboscli; P. W. de Jong*, lid der. firma J. C. van den Heu vel, steenfabrikanten te Gilze-Rijen, wonen de te Tilburg; F. B. v. d. Bergh, hoofd der firma van den Bergh-Krabbendam, fianel- fabrikante, te Tilburg; J. C. Abraham, ad ministratief ambtenaar der le klasse bij de Arbeidsinsp. te Rotterdam (bij bevordering); tot ridder in de orde v. d. Nederl. Leeuw: Jhr. mr. A. O. D. de Graeff, alg. secret, yan het gouv. van Ned.-Indië; mr. J. H. Meiss, raadsheer, in liet Hoogerechtshof van Ned.-Indië; O. H. v. Rietschoten, kolonel der inf., waarn. tijdel. civ. en militair resient van Timor eii onderhoorigheden; O. F. v. Wijk', resident van Soerakarta; W. Frijling, O.-I. hoofdambtenaar met verlof, laatstelijk adviseur voor de bestuurszaken der Buiten bezittingen; raden mas adipati ario Sosro Hadi Negoro. regent van Blitar (residentie Kediri); dr. G. Grijns, direct, van het genees kundig laboratorium te Weltevreden; A. H. Saltet, hoofding. le klasse bij den waterstaat en 's lands burgerl. openb. wer ken in Ned.-Indië; J. J. Benjamin, direct, der Kol. Bank te Amsterdam, te voren hoofdagent dier bankinstelling te Soerab'aja; M. O. Brandes, oud-president van de Kamer, van Kooph. en nijverh. en van d« Handels* vereeniging te Semarang; J. P. Mtohielseu, generaal-majoor der infanterie, chef van den generalen staf van het leger ia Neri.-Indlë,- Aug. Janssen, te Amsterdam; tot broeder in de orde van den Nederl, Leeuw: H. Cii. E. Degener, burgerl. schrijver le kl. bij de mil. adm. van het Ned.-Ind. leger; A. Steevensz., commies op het residentie kantoor te Rembang; L. 0. Lubber», gepeAs. serg.-ziekenopzichter, thans tijdel. boofdver- pleger aan het inlandsch hospitaal en de daaraan verbonden oogheelkundige polikli niek te Ngawi; B. H. J. Reynst, op ziener bij het boschwezen in Ned.-Indië; H. R. Davies, griffier der landraden te Fort de Ivock c.a. (Sumatra's .Westkust); K. G. Henning adj.-onderofficier der inf., belast' met de politie bij de militaire strafgevange nis te Tjimali (alg. stamb. no. 62478); (Wordt vervolgd). HET ROODE KRUIS. Aan een schrijven van dr. Lingbeek, hoofd der ambulanóc van het Nedcrlandsche Roode Kruis te Belgrado, aan het Hoofd comité dier vereeniging gericht, is het volgende ontleend: 18 Augustus was voor ons een dag, waarop iedereen extra in het geweer kwam. Prin3 George zou ons komen bezoeken. Men vertelt hier in de stad allerlei wondere verhalen over de rijke uitrusting, orde, net heid, goede verpleging van onze ambulance, zoodat Z. K. H. er nieuwsgierig nasr werd, Nu, zooals u bekend is, is die rijke uitrusting zoo bijzonder niet, maar wij komen er niette min goed mee voor den dag. Wij hebben bijv. wol niet de tafeltje-dek-je- achtigo ambulance-apotheek der Russen; we moeten veel improviseeren en. zelf maken, maai dat behoort toch ook eigenlijk zoo in een Roods Kruisombulance; wij beschikken niet over een. zoo talrijk personeel, maar wij komen er toch mede gereed, en wellicht is er bij ons meer orde omdat iedereen precies zijn taak weet. Hoe het zij, de Prins kwam, inspecteerde alles, kwam daarna in de eetzaal onder' een glaasje Vrede-port een praatje maken, en' gaf als zijn opinie te kennen, dat wfj op het gebied der ambulance het beste waren wat hij nog had gezien. Heel beleefd; de secretaris merkte zel£ op dat Z. K. H. ons iets vleiends wilde zeggen, waarop deze te verstaan gaf, dat hij daaraan, nooit had geleden. De vroegere kroonprins ia immer» bekend om de laat ik maar zeggen buitengewoon ondubbelzinnige wijze, waar op hij zijne opinie te kennen geeft. Z. K. H. lie» zich geduldig kieken en beloofde nog eens te rug te zullen komen. En 's avonds was er een diner van 130 cou verts, aangeboden door de stad Belgrado aaiï alle artsen der nog aanwezige Roode Kruis- ambulances en missies, d. w. z. behalve de Ser vische bedrieg ik mij niet de Fransche, Duitsche,. Engelsehe, Oosten rijksche, Italiaan- sche, Hongaarscbe, Russische, Zweedscbe, Noorsche, Belgische, Tzeschisehe, Poolsche en Nederlandsche. Een polyglot gezelschap, zooaU u ziet, en een warme karwei, omdat onze uni formen vrij warm zijn en geen van ons prin cipieel rok of smoking bij zich heeft. Ik had gelegenheid, na tal van geestdriftige speeches op het succes van Servië, op het leger en op de diplomatie, bescheidenlijk te wijzen op het deze maand te openen Vredespaleis in den, Haag en op de gelegenheid om in het vervolg bij ons vrede te komen maken. Waaraan men_ hier nog niet hard gelooft. Men1 is allesbehalve gerust over den loop van zaken als de oud4 keizer Franz Jozef komt te vallen. Interessant is het dit volk, evenals elk volk: dat voor zijne vrijheid moet vechten, gade t« slaan. Servië doorleeft thans een succesperiode in zijn honderdjarigen reuzenstrijd. Hoe geheel anders is dit alles dan onze reuzenstrijd onde*t Oranje tegen Spanje, hoe geheel anders thans, dan toen de Boeren den strijd aanbonden en helaas verloren, tegen Engeland, zender eenige sanitaire uitrusting, zonder Roode Kruis-hulp, met niets dan wat wonder- en Haarlemmerolie, kokende wagensmeer en „die bad" em de gesla gen wonden te behandelen en te genezen. Dr. Soubotitsch, secretaris v^n het Servische Roode Kruis, is ons thans behulpzaam, door het? verschaffen van alle gegevens voor het aan u in te dienen rapport. Die hit(p, die hitte! Des avonds, als de dienste voorbij is en de broeder de wacht heeft betrok ken, kruipen de zusters in onze langzamerhand gezellig en knus geworden eetzaal voor de ra men, net als goudvisschen in een kom, die in da warmte naar boven komen om een hapje frig- sche luelit te snappen. Het is een meevallertje dat er nu niet mee» FEUILLETON. Een bfldrage tot de lijdensgeschiedenis van Ierland. Naar het Franseh van Lucien Thomin. 25.) Vergeten?.... brulde de jonkman, die dingen laten zich niet vergeten. Ik heb mijn leven gewijd aan de vrijmaking mijner ver. drukte breeders; ik heb gezworen de tiran nen te verdelgen, het uur der wrake gaat Blaan; de eerste, die onder onze slagen moet vallen, is sir Robert O'Connor. Het oog van den paddy schitterde van een zonderling vuur. Gij haat hem dus wel zeer? vroeg hij. O ja, ik haat hem. Maar gij kent hem ternauwernood. Ik weet dat hij de vijand is der vrij heid, dat is mij genoeg. Jack grijnslachte duivelachtig. Spreek, zc-ide hij, hoe ver staat gij met nw plan? Hebt gij nog niet afgezien van het' voornemen om het hotel O'Connor in de Iu«ht te laten saringen? Integendeel, ik lieb alles daartoe in gereedheid gebracht. Dus is de helsche machine? Hier is zij, riep Dick, een dagblad op nemende, dat een voor hem op een tafel*' slaand dooisje verborg. j Dc oude Jack onthutste enwillekeuring. j Hij «aderde het werktuig en bekeek het met j aandacht. Is dit machientje gereed om te werken? Ik moet alleen den gang van het uur-j werk regelen, dat de ontploffing moet be- j werkstelligen. Dat punt. is van bet grootste gewicht, het welslagen van de onderneming hangt er van af. A^oor het overige zijn een paar nren arbeid voldoende om de ge- wenschte uitkomst te verkrijgen.... Bin nenkort hoop ik de proef met mijn doosje te nemen, voegde Dick er lachende bij. Ik kan immers nog altijd op uw medewerking rekenen, vriend Jaek? Natuurlijk! Zeer goed. Uw rol zal iuet gevaarlijk zijn! Waarin zal zij bestaan? In het brengen van een mand kolen in de keuken van het botei. Ik begrijp het, het doosje zal onder de kolen verborgen zijn. Natuurlijk. En daar gij tegen het ont bijt het hotel zult binnengaan, zal bet u ge makkelijk vallen, daar gij de vertrekken kent, het werktuig onder de eetzaal te plaat sen. Op die wiize zullen sir Robert, zijne vrouw eu hunne gasten door de uitbarsting in stukken gereten worden. Het zal geschieden, antwoordde Jack. Thowless met gesmoorde stem. Zijt gij er zeker van, dat er zulk een uitslag verkre gen zal worden? vroeg hij twijfelend. Zeer zeker, Jack. Maar het doosje is zoo klein! De ontplofbare stoffen, die het bevat, zouden bet geheele Parlementsgebouw in de lucht kunnen doen vliegen. Hoera! Wat is de wetenschap een mooi iets. Met haar behulp kunnen vastberaden mannen de wereld hervormen. Wij zullen die mannen zijn, hernam de Wreker, wiens oog een bliksemstraal schoot. AVee de tegenwoordige maatschappij. Zij moet in vuur en bloed verdwijnen. Hij greep Jack's hand en drukfo die met de woerden: Ga, mijn oude vriend, ik weerhoud u niet langer. Morgen zullen wij elkander we derzien. Tot morgen, Dick. En zonder er een woord hij te voegen, ver- dween de oude paddy. tiii. DE HINDERLAAG. Dick de Wreker verlatende, spoedde Jack zieh naar zijn medeplichtigen »n de zaal van het Zwarte Konijn. 1 A/oor een flesch gin gezeten, hieven 'de I bandieten hij zijne nadering het hoofd op en wisselden een snellen blik. Een hunner vroeg: Brengt gij ons de noodige inlichtingen? Ja! antwoordde Jack ThorVless. Zeer goed, wij luisteren: spreek, wat moeten wij doen? Ik kan mij hier niet verklaren.... Altijd achterdochtig! Een weinig voorzichtigheid kan nooit kwaad. Komaan, zijt gij gereed mij te vol gen j ja, antwoordden de Wliite-Boys, op staande. Gaat dan roede. Jack verliet de kroeg, door John Bliek I en Shoking gevolgd. Niemand onder dedrin- kers gaf acht op hen. j De straat scheen nagenoeg verlaken. Een zwarte mist veroorloofde, haast niet de gas bekken of de lantarens der cabs te onder scheiden. De oude Ier nam den arm ziiner makkers. Nu kunnen wij praten, zeide hij- Ove rigens heb ik n weinig te zeggen. Hét be treft, gelijk gij weet, een vijand van Ier land kond te maken, die vijand logeert in Morley's Hotel. Moeten wij hem daar gaan doorsteken? Neen, dat zou te gevaarlijk wezen. Wat moeten wij dan doen? Hem naar buiten, in een of andere een- «anie straat lokken. Dat zal moeilijk gaan. Allergemakkelijkst, integendeel. Ik be zit een talisman, waarvan de uitwerking on. feilbaar zal zijn. Ziehier dien talisman, hotl is een brief, dien Shoking aan den bedoelden gentleman moet overhandigen. 1 De boodschap zal gedaan worden, grom de Shoking. Goed. Na de ontvangst van den bries zal dc gentleman u volgen. En waar moet ik hem heenbrengen? Naar Bull streol in WbitecfcapeU. Maar als hij mij onderweg ondervraagd Moet gij dit antwoorden: Men heeft m» heiast. u een brief te overhandigen en u lo1? gids te dienen, verder kar. ik niet# zeggen, En indien de gentleman aandringt? Gü weet van niets. Ik zal zoo stom zijn als een vireh, mti<5 ^ncic Ji&cli Uw bescheidenheid heeft eigenlijk nief veel waarde, hesnain Jack lachende, win»» het zou u moeilijk vullen" op zekeTe vrage* van sir Patrick te antwoorden. Aha, heet de gentleman Patrick? Patrick Lindley. Prent n dien naan( goed in het geheugen, ou» hem aan do t&> dienden van he: Morley*a Hotej te herna len. Wij 'gaan u hier verlaten. Neem den brief en volg mijn aanwijzingen. J Waar zullen wij elkander weaervindeu^ vroeg Shoking, den brief iu den zak rie kende. js Op den hoek van Butly-street. Zocdr^ NIEUWE HAARLEmSCHE COURANT

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1913 | | pagina 5