Wandelschoentjes. &W$Wêef7UjJ$e/7.>> t&arteJjorJssfraar 2,7. ttJef./77& Tennisschoenen. NIEUWS UIT DEN OMTREK Sport en Wedstrijden. Van Overal. lagelijks transporten zieken en gewonden komen. We hebben zelfs veel bedden open, maar tegen vanavond heeft men ons plaats gevraagd voor 140 patiënten, die men wil evacueeren uit de te ruimen scholen, welke voor hospitaal dieast deden. Dan zijn onze 400 bedden weer vol. Belgrado wordt in feestdos gehuld tot ont vangst op a.s. Zondag, van den Kroonprins aan het hoofd der troepen. Men heeft ons overstelpt met invitaties en ik hoop. allen gelegenheid te kunnen geven dit te gaan zien. Dit zijn voor Servië groote 'dagen. „GEEN PARTIJBENOEMINGEN." Het valt ons op, dat bjj de juichtonen waar mede de vrijzinnige pers het nieuwe ministerie begroet een paar liberale organen met bij zonder veel genoegen melding maken, dat nu voortaan de „partijbenoemingen" zullen op houden. Wij, katholieken, weten wat dat wil zeggen, teekent de N. Tilb. Ot. hierbij terecht aan! Liberale overheden doen nooit partijbenoe mingen, zij benoemen alleen zooveel mogelijk liberalen en zoo weinig mogelijk katholieken. De Graag-op-baantjes-statistiek heeft er de schande van geopenbaard en al houden de liberalen zich van den domme, de schande dezer moderne en verfijnde kerkvervolging is er niet minder groot om. Er komen dus geen „partijbenoemingen" meer, d. w. z. dat de kansen voor de christelij- ken zijn gedaald, dat het nu voortaan weer zal zijn: zooveel mogelijk liberalen, zoo weinig mo gelijk christelljken, en vooral ook zoo weinig mogelijk katholieken. Gelukkig is het ministerie niet zeker van een groote meerderheid; dubbel gelukkig mag het heeten, dat de Eerste Kamer beslist rechts is en blijft, zoodat het lot van het liberaal mi nisterie in haar handen, ligt. Wat wij dan ook van de onzen mogen ver wachten, zoowel in de Tweede als iu de Eerste Kamer, is, dat zij de belangen van het christe lijk volksdeel ook bij de benoemingen zullen weten te verdedigen. En aangezien de liberalen gewoon zijn te schreeuwen als speenvarkens, wanneer dooT het recht dat aan de onzen onder christelijk bewind geschiedde zij zelf minder bevoorrecht waren,, mogen onze menschen in geheel het land trouw toezien en in de pers ieder geval van bevoor rechting der vrijzinnigen en achteruitzetting der christelijken signaleeren. Er zal genoeg werk zijn; want een liberaal i3 immers volgens Duitsche spreekwijze iemand die „Keber Alles bat." EEN LIBERAAL VERNIETIGEND OOR DEEL OVER OE STAATSPENSIOEN-MA NOEUVRES VAN LINKS! Onder den nu wel pakkendcn titel „Mi nister Treub en het staatspensioen," schrijft Üo Telegraaf, die altijd zoo'n beetje mot de socialisten coquetteert, o.m. het volgen- dei „Er begint zich, als wij goed zien, op het oogenblik, in verband met het optreden van mr. Treub als minister een merkwaar dige geschiedenis af te spelen. Men is in verschillende bladen bezig mi nister Treub af te schilderen, als een min of meer gematigd voorstander van Staats pensioen. Dat gebeurt inderdaad 1 Toen wij met een enkel woord gewezen hadden op het verschil van meening tus- schen de ministers Treub en Lely, inzake de verzekerings-paragraaf van het concen tratieprogram, heeft de „N. R. Ct." trach ten aan te geven, dat bedoeld verschil er eigenlijk niet was. .Wij hebben toen aan getoond, dat het er wèl is. Thans echter gaan meerdere bladen schrijven in dezen geest: alsof inderdaad de heer Treub nog Staatspensioen brengen kan en zal. Zelfs „Het Volk" wil afwachten. En „De .Wereld" Bchrijft: het zal wel loosloopen. Inderdaad; je kunt nooit weten. En wjj hebben in do parlementaire politiek al ge noeg kromme sprongen gezien, om ons nog verbaasd te toonen over een nieuwe salto mortale van een staatsman. Maar dat de heer Treub zich in de Troonrede zal me- tamorphoseeren tot voorstander van Staats pensioen: dat weigeren wij vlakweg te ge* looven. Maar art. 369. Zeker, minister Treub zat waarschijnlijk komen met een uitbreiding van art. 369 ■tot alle behoeftige 70-jarigcn" Een ophef fing van de beperking tot loonarbeiders. Maar is Zijne Excellentie daardoor voor stander van staatspensioen geworden? Im mers neen. Want die uitbreiding en do vrij stelling der laagste Ioonen, zijn maatrege len. welke door den heer Treub werden be pleit reeds op hetzelfde oogenblik, dat hij zich van de concentratie afscheidde, dat hij zijn mandaat opofferde, omdat hij tegen Staatspensioen is. Heeft iemand mr. Treub tot Staatspensionneerder gepromoveerd, toen hij in 't voorjaar die uitbreiding be pleitte? Neen. Maar dat moet het nu even min gebeuren. Vergeten wij toch niet, dat art. 369, ook in z"n uitbreiding is; een over gangsbepaling. Voor de voorstanders der wet-Talma een overgangsbepaling naar dwangverzekering. Maar voor cle Staatspen- sionneerders een overgangsbepaling naar het Staatspensioen. De heer Treub nu, wil de in 't voorjaar niet verder dan die over gangsbepaling. De concentratie wilde wèl verder. Dat is het verschil. En nu van tweeën één: Of minister Treub wil op 't oogenblik óók verder dan (le (uitgebreide) overgangsbepa ling maar dan heeft liij een draai ge nomen, dien we geen seconde van hem ver wachten. Of minister Treub wil niet verder maar dan sla men hem ook niet tot ridder van het staatspensioen. Het is niet onze bedoeling (zoo verlelt De Telegraaf tot slot héél begrijpelijk) het nieuwe kabinet dwars te zitten. Maar men noeme geen wit zwart. En wij komen er tegen op, dat men minister Treub een voor stander van staatspensioen noemt, omdat hij art. 369 wil uitbreiden en de lage looneu misschien alsnog wil vrijstellen. Zekér, dit zijn op zich zelf brokjes staatspensioen. Maar als men, zonder meer, van staatspen sioen spreekt, wil men méér. BURGERLIJKE STAND. SCHOTEN. Ondertrouwd: G. Donker en I. Admiraal. Geboren: z. van M. E. Wever, geb. Stroo Cloeck. Overleden: P. van Oleef, 1 j. WIJK AAN ZEE EN DUIN. Ondertrouwd: J, H. Wernke eu A. J. van der Wel. Geboren: d. van W. J. Huender—Bosch. d. van M. Duin—Jansen. - d. van M. C. TrompWijnkoop. ALKMAAR. Overleden: 29 Aug. Riemada Bertz, weduwe van Johannes de Wilde, 74 j. 30 Teetje de Wit, gehuwd met Leendert de Rover, 73 jaar. ALKMAAR. Getrouwd: 28 Aug. J. Zwart en G. v. d. Meer. Overleden: 27 Aug. P. Coster 49 jaar. ZANDYOORT. Ondertrouwd: A. D. Paap en A. Meijvogel. A. Paap en A. Bol. Overleden: W. de Yogel, 78 j. B. A. Eller- man, 37 jaar. P. J. K. E. Pfeiffer, 53 jaar. HILLEGOM. Geboren: 2 d, van P. Rutten ÖEToogkamer. z. van M. A. ToledoSpook. z. van J. OpstalRusman. d. van A. H. BerkhoutRijn-dors. d. van J. Verschoor van Huizen. d. van H. C. Lubbevan Lierop. d. van J. VerdoornReichwein. z. van A. M. AllemanMeskers. d. van E. M. Schrijver—Cremer. Getrouwd; K. Kreeft en D. van Eeuwen. H. A. Rietbergen en C. van der Sohrier. LISSE. Ondertrouwd: R. van Kesteren en A. G. Segers. Geboren: z. van J. v. d. Berg en L. Bos- hamer. z. van Th. Warmerdam en J. van Bakkiun. d. van C. v, d. Berg en P. Steea- voorde. d. van K. de Vries en O. van Marsbergen. z. van W. Sprengers en J. K. Blakker. Overleden: N. O. v. Rooijen, 13 m. A. Buurman 76 j. A. RipBruijn 48 j. M. S. Sprengers 15 m. SASSENHEIM. GeborenAnua Maria, d. v. H. Hoogeuboom en W. Hoogeveen. NOORD WIJK. Geboren: 22 Aug. d. van J. v. d. Weijden en E. Vink. 24 Aug. d. van G. Vink en M. Zuidhoek. 23 Aug. z. van C. Leenheer en A. de Bes. 26 Aug. d. van W. Schelvis eu G. de Haas. 28 Aug. d. van N. Th. Dauphin en J. W. Zogeling. z. van Jae, van Duinen en E. D. v. d. Zwart. Overleden. 23 en 25 Aug. A. E. en M. L. Caspers, 7 en 9 dagen, dochters van A. Cas- pers en J. A. vaa den Berg. 27 Aug. G. M. Vink, 10 jaar, d. v. P. Vink en P. van Kampen. NOORDWIJKERHOUT. Geboren; z. van J. Ruigrok en M. de Groot. z. van F. J. Hill en J. Lasschuit. z. van J. van den Berg en A. P. Verdegaal. z. van A. Meijer en M. J. van Leeuwen. Getrouwd: C. van Schie en J. Immerzeel. HAARLEMMERMEER. Geboren: z. van A. RavenHarding. z. van G. van 't Voort —van Rijn. WAARAAN HET LEVEN EENS VLIEGE NIERS HANGT 1 In Engeland is Hawker bij zijn poging om den prijs te bemachtigen uitgeloofd voor den Engelschman, die om Groot Brittannië vliegt, in zee gevallen, doch er wondér genoeg bui tengewoon goed afgekomen. Hawker heeft verteld, volgens de N. R. Crt., hoe het ongeluk met zijn watervlieg tuig is gebeurd: „Er haperde een kleinig heid aan den motor; terwijl ik mij naar de veeren boog, glipte mijn voet vain de gummi- stang. Onmiddellijk verloor ik het stuur over het toestel, en het viel als een steen- in het water. Het viel niet op zij, noch dook het, het viel gelijkmatig, vlak. In den va-l draaide het vliegtuig rond. 'Het is in elkaar geslagen. Het ongeluk was geen gebrek van het toestel of van den motor. Het was een afschuwelijke wanbof. Mijn schoen gleed uit en liet kwaad was gebeurd". Hoeveel doodelijke ongelukken met vlieg tuigen zijn er misschien niet gebeurd, die aan dergelijke kleinigheden toegeschreven moeten worden, en van hoe weinig hangt de veiligheid van de vliegers niet afl Hawker is er bij dien val van nauwelijks 20 M. (volgens hem) goed afgekomen. Kauper, zijn machinist, heeft een arm gebroken en vele kleinere kwetsuren gekregen. JAN OLIESLAGERS TE TILBURG. Zondagnamiddag heeft de vlieger Jan Olieslagers te Tilburg van af het tentoom. stellingsterrein een© mooie vliegdemonstra- tie gehouden. Zij bestond in: Hoogte-re cord, Vol plané-reeord en acrobatische toe ren. Om kwart voor vijf vloog Olieslagers statig het luchtruim in en deed boven de ontzaglijke mensehenmenigte eenige prach tige rondvluchten op een hoogte van een jiaar honderd meter, waarna hij snel de hoogte in vloog om te trachten zijn record van 1020 meter te verbeteren. Spoedig ver dween hij in de laag drijvende donkere wol ken en na circa 7 minuten kwam hij te voor schijn, langzaam dalende. Met eene mooie vlucht landde hij op het sportterrein, toege juicht door de menigte. Namens het ten- toonstellingscomité werd hem een lauwer krans aangeboden. Door de duisternis in de wolken had hij er niet in kunnen slagen hooger dan 800 meter te komen. De vlucht duurde 13 mimiten. Om vijf minuten over half zes vloog Olie slagers weder op om in vol-plané le landen. Na eenige ronden op 100 meter hoogte maakte hij een grooten cirkel op een hoogte van 500 meter zette hij den motor buiten werking en daalde in vol plané. Deze vlucht duurde 10 minuten. Om ongeveer 6 uur vloog Olieslagers de lucht in om de acrobatische toereu, zooals hij die noemde, te volbrengen. En wat bij nu vertoonde, mag werkelijk den naam van acrobatische toeren dragen. Op een hoogte van pl.m. 200 meter vloog hij snel verschillende scherpe bochten rechts eu links schuin hangende en met stilgezet ten motor op den kop een 50 meter snel be neden vallende om daarna weder de hoogte in te vliegen. Deze verrichtingen gedurende 7 minuten waren hoogst interessant, meldt het Alg, Hbld. DE SERVISCHE REGEERJNG. In het kort is reeds' melding gemaakt van geruchten over het aanstaande aftreden van het kabinet van Pasjits, hetzij ten ge volge van verschillen van meening over de inrichting van het bestuur iu Nieuw-Servië. De correspondent van de Vossische Ztg. deelt eenige bijzonderheden mede. Het staat vast, zegt hij, dat Pasjits oververmoeid is tengevolge van de beslommeringen van de laatste maanden. Hij heeft het herliaalclo- lijk uit diens eigen mond vernomen. Men vertelt echter ook, dat zijn ambtsmoeheid een gevolg zou zijn van verdeeldheid, die tusschen de regeering en de militaire kringen over de wijze van bestuur in het nieuwe gebied bestaat. De militaire kringen achten een vaste hand en een krachtig be stuur in de wingewesten ten minste in de vijf of zes komende jaren zeer noodig, op dat daar weer niet het onkruid van natio nalistische woelingen zal opschieten en al les wat bereikt is in gevaar zal brengen. De regeering echter, moet een vrijzinnig be- stuursstelsei voorstaan, opdat de Nieuw-Ser- viërs de zegeningen van den nieuwen tijd zooveel mogelijk deelachtig worden. Vele kenners van de t ak tick van den heer Pas jits gelooven echter, dat men weer met een van zijn handigheidjes te doen heeft bij het overwinnen van moeilijkheden. Een curieus ongeval. Op den rijksweg tusschen Keulen en Gross-Königsdorf ge beurde een eigenaardig automobielongeluk'. Een auto, die uit Aken kwam, reed n.l. te gen een kar aan en botste toen tegen een huis. De voorgevel van het huis stortte in en de auto reed de woonkamer binnen. Drie personen, die zich daar bevonden, werden levensgevaarlijk gewond. De auto .werd to taal verbrijzeld. Een rare kwant. Te Mainz is dezer dagen op 78-jarigen leeftijd een gewezen spoorweg beambte overleden. Dat moet, volgens de N. R. Ct., een rare kwant geweest zijn. Ofschoon bij indertijd een behoorlijk inkomen en later vol doende pensioen had, leefde hij zeer armelijk. In zijn nalatenschap vond men echter ruim hon derdduizend mark aan effecten en voorts onge veer 10,000 klontjes suiker, die hij in den loop der jaren bij het drinken van koffie uit zijn mond had gespaard, en thuis als de steenen van een bouwdoos op elkaar had gestapeld. Arme verwanten zijn de erven, maar de fiscus heeft zich ook gemeld, aangezien de man geen be lasting van zijn vermogen en inkomen hfd be taald. Een winstgevend vak! In Spanje schijnt het bedelaarevak een winstgevende betrek king te zijn. Het A. H. vertelt daarvan het volgende staaltje: De Parijsche politie nam deze dagen twee bedelende Spanjaarden gevangen, vader en zoon. De vader, Celestino Robles, een. man van 66 jaar, was in het bezit van 340 frs., zijn U-jarig zoontje had 15 frs. in den zak. Op het politiebureau bleek, dat Roblès eige naar is van verschillende onroerende goede ren, in Spanje gelegen; dat deze renteuier oud-onderofficier en ridder van de orde van Militaire Verdiensten is, en hij gerechtigd is tot het dragen van verschillende andere militaire onderscheidingen. Hij verklaarde dat het vak van perdiosero (bedelaar) in Spanje zeer winstgevend is en allerminst afbreuk doet aan iemans goeden naam. Maar aangezien men aan deze zijde van de Pyreneeën er anders over denkt, werd Roblès veroordeeld tot eeu maand gevange nisstraf. Zijn zoon werd in vrijheid gesteld. Aan den rand van den afgrond. Een stu dent in de theologie uit Graz, die zonder gids de Odstein, een gebergte in Stiermarken, had willen beklimmen, doch daarbij wel dra verdwaalde, kwam na lange rondzweiv vingen ten slotte op een plaats, waar hij niet meer voor- of achteruit kon. Met een lood rechten rotsmuur in den rug en een onpeil- baren afgrond aan de voeten, bracht hij zon. der voedsel een dag en een nacht leunende tegen den rotswand door. Dinsdagochtend werd hij, naar de Tel. verneemt, door iemand in het dal bemerkt. Onmiddellijk werd een reddingsbrigade uitgezonden, die allo pogin gen in het werk stelde om den ongelukkigen toerist uit zijn minder benijdenswaardige positie te redden. Spoedig gelukte dit echl- ter niet. Van den top van den Odstein uit werden met groote moeite touwen en zelfs ladders naar beneden gelaten, doch in den1 beginne was alles tevergeefs. Den tweeden nacht kon de student zich met zijn redders onderhouden. Hij jammerde erbarmelijk en leed verschrikkelijk onder de barre koude. Elk oogenblik dreigde hij in de afgrond te storten, daar zijn krachten hem schenen te zullen begeven. Ten slotte slaagde hij er in een touw te grijpen, dat zijn redders naar beneden hadden gelaten, en werd hij naar boven getrokken. Totaal uitgeput werd hij naar het ziekenhuis gevoerd, waar hij wel dra weer op krachten kwam. liet Vatieaan. Mag men het bericht In enkele Italiaansehe bladen verschenen, gelooven, dan heeft een dezer dagen gehou den telling van de bewoners van het Vatieaan uitgewezen, dat er 3274 personen in het Pau selijk paleis wonen. Een vendetta. Een nieuw bewijs, hoe diep de gruwzame wet van de Vendetta in de volksziel der Sicilianen geworteld is en hoe moeilijk het voor het Zuid-ItaJiaansche volLstemperarne,nt is de zucht naar wraak te beheersohen, geeft een tragedie, die zich te Palermo heeft afgespeeld. Op den 18don October 1873 was een zekere Sal va tore Amoroso meteenigen zijner broeders door de jury te Palermo ter dood veroordeeld. Aan zijn uitstekend gedrag gedurende zijn gevangenschap, had de veroordeelde het 'te danken, dat de voltrekking van het vonnis uitgesteld werd, en toen spoedig daarop het nieuwe wetboek van strafrecht, waardoor de doodstraf werd afgeschaft, van kracht wérd, veranderde nu de straf van Amoroso in levens lange tuchthuisstraf. Later werd door den koning heb vonnis veranderd in 30 jaar tucht huis en 3 jaar politietoezicht. Daar Amoroso zich tijdens de volgende 20 jaar buitenge woon goed gedroeg, werd hij op 10 April 1911, dus nog 5 jaar voor den afloop van zijn straftijd, vrijgelaten. Als gebroken man van 66 jaar, als stille, moede grijsaard keerde hij naar de zijnen terug; twee beroerten troffen hem spoedig achtereen. Hij woonde bij zijn zusters in, die sedert de veroordeeling van hun broer een afgetrokken leven geleid hadden, maar zich door haar bescheiden gedrag, de genegen-1 heid vah haar buren hadden weten te vet"j werven. Het politietoezicht op Amoroso uitgeoefend bewees, dat hij zich onberispelijk gedroeg;;, bovendien meldden de politierapporten, da#| ook afgezien daarvan de gebroken gezond" heid en zwakheid van den ouden man alle verdenking van de autoriteiten moest uit-, sluiten. lederen nacht verscheen de met het toe-, zicht belaste politiepatrouille voor het huis van Amoroso. Men klopte zacht aan, waarop, de oude man de deur opende en op die ma nier te kennen gaf, dat hij thuis was. Maandagavond klonk het kloppen luider en ruwer dan gewoonlijk. „Wie is daar?" riep Amoroso. „De wacht", luidde het antwoord. „Iiiefl ben ik", zeide de oude man en opende me# een licht in de hand de deur. Maar 'in plaats van de politiemannen zag hij 'iets tusschen de s trui keu flikkeren. Een knal klonk en 'door 4 kogels in hart en longen, getroffen viel de oude Amoroso dood neder. De beide moordenaars die met dubbelloops geweren gewapend waren, verdwenen in he# donker van den avond. Volgens de meening der autoriteiten ging het om een oude veete uit de dagen ded, jeugd van Amoroso: 38 jaar tuchthuisstraf ca het treurige lot van den gebroken ouden man, waren niet voldoende geweest om de wraakzucht der vijanden te verzoenen. Zeldzame adelaarvangst. Het Biirgeü Blatt te Emmerik maakt melding van eerf zeldzame adelaarvangst. Eenige knapen te Elton vermaakten zioh' met het oplaten van vliegers, welke den vorm van draken hadden. Hoog stegen de „draken" op en vooral een viel ei' op, welke zeer hoog stond. Eensklaps zagen eenige jon gens hoe een vogel op dezen draak afschoot en hem trachtte te verscheuren. De draak begon langzaam to dalen, maar nog immer zette de roofvogel zijn vernielingswerk voort, De jongens haalden nu langzaam den „draak" in en brachten hem op den grond. De roofvogel was inmiddels in het tourft en do papieren van 'den vlieger verward en trachtte tevergeefs om los te komen; hij za# zoo in de „boeien" dat aan geen vrijkomen te denken viel. Het gelukte den jongens, zij het ook me# groote moeite, het roofdier levend te van gen. Heb bleek een adelaar te zijn, een bij zonder mooi exemplaar, dat met uitgespan nen vleugels een breedte van meer dan een meter had. De heer W. Backes van het kuurhuis te Elten heeft den adelaar gekocht en zal hem op zijn kuurtuin te kijk stellen. Een slimme oplichter in Brussel. Op Aug. jongstleden stapte af aan een hotel in de nabijheid der Luxemburgstatie te Brus sel, een bejaard heer met grijzen baard, dia uitsluitend Engelsch sprak. De man zag er zeer eenvoudig uit, en had een koffer en een reistasch bij zich. De nieuwe gast, die hoegenaamd geen overdreven uitgaven deed, genoot weldra volle vertrouwen van den, hotelhouder erf diens personeel. Vooral de bedienden warerf hem zeer genegen, daar hij hen veel drink geld schonk. De eerste zes dagen betaalde de gast Se' regeld, maar daarna deelde hij mede, da# hij met ongeduld op een cheque van een En- gelsche Bank wachtte, en op het oogenblik zonder geld zat. Alstoen leende hij geld varf al de koffiehuisbedienden. Den 14en Aug. kwam er een brief uit Lon den, van een medeplichtige van den oplich ter want men had hier met een oplichter te doen waarin deze mededeelde dat de bewuste cheque eerst over drie dagen afge zonden kon worden. Den volgenden dag wist de oplichter, te gen in pand geven van zijn zakuurwerk erf ketting, zoogenaamd ter waarde van 700 frank, een bedrag van 200 frank van de« hotelhouder los te krijgen. Kort daarna verliet de bejaarde „heer het hotel en is sedert niet teruggekeerd. Ongerust geworden, deed de hotelhouder eindelijk het reisgoed van den vreemdeling openmaken. De koffer en de reistasch hiel den niets anderB in dan oud pakpapier erf enkele stukken vuil linnengoed. Nn bekeek de lichtgeloovige hotelhouder ook wat nauw keuriger het uurwerk en den ketting, kwam weldra tot de droeve ontdekking, da# deze voorwerpen van verguld koper waren. „VI. Gaz." Dood aan de vliegen. De gemeenteraad van Glasgow roept door groote plakkaten overal in de stad de burgerij op tot derf strijd tegen de vlieg. In het belang van de algemeene gezondheid, zoo staat er, moet de leus zijn: „Dood die vlieg, en doe het mul" gij met den vijand der Wrekers zult ver schijnen, zult gij overluid zeggen: Moed! John en ik belasten ons met het overige. De booswichten scheidden van elkander. Shokiug giug naar het Morley's Hotel. De afstand was tamelijk groot. Na een half nur gaans had hij het kolossale gebouw bereikt. De mi6t werd hoe langer hoe dikker. Er werd een grondige kennis der plaatselijke gesteldheid van Londen vereischt, om met fcernstheid te durven voortgaan. Shoking Overhandigde zijn brief aan de bedienden van het hotel en wachtte. Eenige minuten later verscheen een jonk man en vroeg liem met oen stem, die van ontroering trilde: Hebt gij dien brief gebracht? Ja, sir. O! dan komt gij mij het leven terug geven! G(j weet waar mijne zusters zün, gij moet mij van haar vertellen. Shoking onderbrak hem. Vergeef mii, sir, ik kan niets antwoor den. Ik ben een arme paddy, dien men met een vertrouwelijke zending belast heeft; ik zon daaraan Ie kort komen, indien Gned! wilt, gij mij den weg wijzen? Ik hen geheel tot uwe orders. Laat ons dan gaan. Patrick Lindley en zijn gids liepen een wijl stilzwijgend naast elkander voort. Er reed hun een cab voorbij de jonge Ier wilde den koetsier aanroepen. Hst is onnoodig, zeide Shoking; wij zijn jhaast. Een paar malen poogde Patrick zijn gelei der uit te hooren. De medeplichtige van Jack Thowless gaf ontwijkende antwoorden. Pa. trick drong niet verder aan. Aan den ingang van Butly-strect meende Shoking, wiens oogen de duisternis door boorden, twee mensehelijke gedaanten tegen den muur te zien leunen. Hij herinnerde zich het wachtwoord en sprak het duidelijk uit. Een dergelijke uitroep antwoordde hem. Patrick was blijven staan. Een vreeselijk vermoeden schoot hem door den geest. Indien het de Wrekers eens waren? vroeg hij zich huiverend af. De jonge Ier was dapper; hij herkreeg weldra zijn gewone geestkracht en was er op bedacht aan het gevaar het hoofd te bieden. Dat gevaar was maar al te werkelijk: Shoking en zijne medeplichtigen hadden zich op hem geworpen eu poogden hem te treffen. Er stond een verwoede worsteling in de duisternis. Hoewel ongewapend, gelukte het Patrick een oogenblik zijne aanvallers af te weren. Woedend over dien onverwachten tegen stand moedigden zijne belagers elkander fluisterend aan. Er moest een einde aan komen, het ge rucht van het gevecht kon de policemen aan. lokken en den aanslag doen mislukken. Reeds begonnen zicli op eenigen afstand veront rustende geruchten te doen hooren. Een uiterste poging wagende, wierp Jack Thow less zich van achteren op den jonkman en omvatte zijn hals met zijne gespierde handen. T Stoot toe, riep hij tot zijue medeplich tigen; stoot toe! Deze gehoorzaamden. Patrick voelde zijne borst verscheuren door het staal van den ponjaard. Een stroom bloeds overstelpt hem. Hij slaakte een rau- weu gil en viel bezwijmd, bijkans levenloos op den grond. Na het volbrengen der misdaad vluchtten de moordenaars en waren spoedig in de dui sternis verdwenen. Op het oogenblik dat Patrick viel, snelden' policemen en eenige voorbijgangers toe, aan getrokken door het gerucht van de worste ling. Een der laatsten boog zich over het lichaam van het slachtoffer en mompelde met een snik: Hij is hetmijn God!.... «ik kom te laat! Een politieman, door dezen uitroep op merkzaam gemaakt, vroeg hem: Kent gij dezen man! Het is mijn broeder. Uw broeder? Helaas! jaHij is dood.... lafhartig vermoord. Ik zal hem wreken!.... O, die monsters! De politieman was naast Patrick neder- geknield. Hij opende de kleederen van den' ongelukkigen jonkman, en tastte naar de plaats van het hart. Plotseling hief hij het hoofd op e» zeide: Uw broeder is niet dood; zijn hart klopt j zwak wel is waar, maar het klopt. De broeder van den gekwetste liet een uitroep van vreugde hooren. Leeft hij? O, mochten wij hem kunnen redden! Misschien zal het ons gelukken, sprak een der omstanders. Men moet hem opnemen, hom verbin den. Waar zullen wij hem heenbrengen. Naar mijn huis, Bernard Murphy, koop man. Waar woont gij? Hier vlak bij. Kent gij het slachtoffer? In het geheel niet; maar er is een lijden te verzachten en dat is mij genoeg. De broeder van den gekwetste had hef hoofd opgeheven. Zijt gij Bernard Murpliy, een Ier uit Connaught? vroeg hij met een van ontroe ring trillende stem. Ja, jonkman.... maar gij?...* Ik ben James Lindley van Fallmoore; die gekwetste is mijn broeder Patrick. In. dat geval was Hugues Lindley, de terechtgestelde van Galway, uw vader? Uw rosters heeten Augusta en LucyKom aan, mijn jongen, schep moed! Ik ben een oud vriend uwer familie; het is God, die mij op nw weg geplaatst heeftMaar ge noeg; laat ons dien ongqjukkige spoedig vervoeren. Later kunnen wij praten. De waardige lersche koopman hoog zicH over het slachtoffer der White-Boys, dat lid met de grootste zorgvuldigheid ophief. Pa trick was nog niet tot bezinning gekomeuj een zwak gekern steeg uit zijne horst op erf zijne ledematen werden door stuipachtig0, rillingen geschokt. James en de politiemarf namen hem op. Eenige minuten later lag hi) in een goed bed en een in allerijl ontbode» dokter maakte toebereidselen zijne wonderf te onderzoeken en een eerste verband aan t®. leggen. De wonden waren vreeselijk. De ponjaar» van den bandiet was diep in de borst va® den jonkman doorgedrongen. Op dat gazioM loosde James een bangen zucht en vroöf angstig: Is er nog hoop? Geen dier wonden is levensgevaar! u1* verklaarde de dokter na een nauwgezet, laaf onderzoek. Er kunnen evenwel verwikkel^*, gen intreden, die ik niet voorzien kan. MocM dit het geval niet zijn, dan kan ik, met God* hulp, voor de genezing instaan. Maar a zorgvuldigste verpleging.... - Het zal den .zoon mijns vriends aa»* niets ontbreken, viel Bernard Murphy he in de rede. De dokter voltooide het verhand en g1 heen na de noodige voorschriften gegey te hebben. De politiemannen volgden h®Tjj Op dat oogenblik trad een jong in het vertrek, waar de gekwetste lag- -Jj zij den drempel overschreed, onderdrukte mes Lindley, haar ziende, met moeite 7 kreet. m (Wordt vervolg®''.'

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1913 | | pagina 6