Wandelschoentjes. &W$Wêef7UjJ$e/7.>> t&arteJjorJssfraar 2,7. ttJef./77& Tennisschoenen.
NIEUWS UIT DEN OMTREK
Sport en Wedstrijden.
Van Overal.
lagelijks transporten zieken en gewonden
komen. We hebben zelfs veel bedden open, maar
tegen vanavond heeft men ons plaats gevraagd
voor 140 patiënten, die men wil evacueeren uit
de te ruimen scholen, welke voor hospitaal
dieast deden. Dan zijn onze 400 bedden weer
vol.
Belgrado wordt in feestdos gehuld tot ont
vangst op a.s. Zondag, van den Kroonprins aan
het hoofd der troepen.
Men heeft ons overstelpt met invitaties en
ik hoop. allen gelegenheid te kunnen geven
dit te gaan zien. Dit zijn voor Servië groote
'dagen.
„GEEN PARTIJBENOEMINGEN."
Het valt ons op, dat bjj de juichtonen waar
mede de vrijzinnige pers het nieuwe ministerie
begroet een paar liberale organen met bij
zonder veel genoegen melding maken, dat nu
voortaan de „partijbenoemingen" zullen op
houden.
Wij, katholieken, weten wat dat wil zeggen,
teekent de N. Tilb. Ot. hierbij terecht aan!
Liberale overheden doen nooit partijbenoe
mingen, zij benoemen alleen zooveel mogelijk
liberalen en zoo weinig mogelijk katholieken.
De Graag-op-baantjes-statistiek heeft er de
schande van geopenbaard en al houden de
liberalen zich van den domme, de schande dezer
moderne en verfijnde kerkvervolging is er niet
minder groot om.
Er komen dus geen „partijbenoemingen"
meer, d. w. z. dat de kansen voor de christelij-
ken zijn gedaald, dat het nu voortaan weer zal
zijn: zooveel mogelijk liberalen, zoo weinig mo
gelijk christelljken, en vooral ook zoo weinig
mogelijk katholieken.
Gelukkig is het ministerie niet zeker van
een groote meerderheid; dubbel gelukkig mag
het heeten, dat de Eerste Kamer beslist rechts
is en blijft, zoodat het lot van het liberaal mi
nisterie in haar handen, ligt.
Wat wij dan ook van de onzen mogen ver
wachten, zoowel in de Tweede als iu de Eerste
Kamer, is, dat zij de belangen van het christe
lijk volksdeel ook bij de benoemingen zullen
weten te verdedigen.
En aangezien de liberalen gewoon zijn te
schreeuwen als speenvarkens, wanneer dooT het
recht dat aan de onzen onder christelijk bewind
geschiedde zij zelf minder bevoorrecht waren,,
mogen onze menschen in geheel het land trouw
toezien en in de pers ieder geval van bevoor
rechting der vrijzinnigen en achteruitzetting
der christelijken signaleeren.
Er zal genoeg werk zijn; want een liberaal i3
immers volgens Duitsche spreekwijze iemand
die „Keber Alles bat."
EEN LIBERAAL VERNIETIGEND OOR
DEEL OVER OE STAATSPENSIOEN-MA
NOEUVRES VAN LINKS!
Onder den nu wel pakkendcn titel „Mi
nister Treub en het staatspensioen," schrijft
Üo Telegraaf, die altijd zoo'n beetje mot
de socialisten coquetteert, o.m. het volgen-
dei
„Er begint zich, als wij goed zien, op
het oogenblik, in verband met het optreden
van mr. Treub als minister een merkwaar
dige geschiedenis af te spelen.
Men is in verschillende bladen bezig mi
nister Treub af te schilderen, als een min
of meer gematigd voorstander van Staats
pensioen.
Dat gebeurt inderdaad 1
Toen wij met een enkel woord gewezen
hadden op het verschil van meening tus-
schen de ministers Treub en Lely, inzake
de verzekerings-paragraaf van het concen
tratieprogram, heeft de „N. R. Ct." trach
ten aan te geven, dat bedoeld verschil er
eigenlijk niet was. .Wij hebben toen aan
getoond, dat het er wèl is. Thans echter
gaan meerdere bladen schrijven in dezen
geest: alsof inderdaad de heer Treub nog
Staatspensioen brengen kan en zal. Zelfs
„Het Volk" wil afwachten. En „De .Wereld"
Bchrijft: het zal wel loosloopen.
Inderdaad; je kunt nooit weten. En wjj
hebben in do parlementaire politiek al ge
noeg kromme sprongen gezien, om ons nog
verbaasd te toonen over een nieuwe salto
mortale van een staatsman. Maar dat de
heer Treub zich in de Troonrede zal me-
tamorphoseeren tot voorstander van Staats
pensioen: dat weigeren wij vlakweg te ge*
looven.
Maar art. 369.
Zeker, minister Treub zat waarschijnlijk
komen met een uitbreiding van art. 369
■tot alle behoeftige 70-jarigcn" Een ophef
fing van de beperking tot loonarbeiders.
Maar is Zijne Excellentie daardoor voor
stander van staatspensioen geworden? Im
mers neen. Want die uitbreiding en do vrij
stelling der laagste Ioonen, zijn maatrege
len. welke door den heer Treub werden be
pleit reeds op hetzelfde oogenblik, dat hij
zich van de concentratie afscheidde, dat hij
zijn mandaat opofferde, omdat hij tegen
Staatspensioen is. Heeft iemand mr. Treub
tot Staatspensionneerder gepromoveerd,
toen hij in 't voorjaar die uitbreiding be
pleitte? Neen. Maar dat moet het nu even
min gebeuren. Vergeten wij toch niet, dat
art. 369, ook in z"n uitbreiding is; een over
gangsbepaling. Voor de voorstanders der
wet-Talma een overgangsbepaling naar
dwangverzekering. Maar voor cle Staatspen-
sionneerders een overgangsbepaling naar
het Staatspensioen. De heer Treub nu, wil
de in 't voorjaar niet verder dan die over
gangsbepaling. De concentratie wilde wèl
verder. Dat is het verschil.
En nu van tweeën één:
Of minister Treub wil op 't oogenblik óók
verder dan (le (uitgebreide) overgangsbepa
ling maar dan heeft liij een draai ge
nomen, dien we geen seconde van hem ver
wachten.
Of minister Treub wil niet verder maar
dan sla men hem ook niet tot ridder van
het staatspensioen.
Het is niet onze bedoeling (zoo verlelt
De Telegraaf tot slot héél begrijpelijk) het
nieuwe kabinet dwars te zitten. Maar men
noeme geen wit zwart. En wij komen er
tegen op, dat men minister Treub een voor
stander van staatspensioen noemt, omdat hij
art. 369 wil uitbreiden en de lage looneu
misschien alsnog wil vrijstellen. Zekér, dit
zijn op zich zelf brokjes staatspensioen.
Maar als men, zonder meer, van staatspen
sioen spreekt, wil men méér.
BURGERLIJKE STAND.
SCHOTEN. Ondertrouwd: G. Donker en I.
Admiraal.
Geboren: z. van M. E. Wever, geb. Stroo
Cloeck.
Overleden: P. van Oleef, 1 j.
WIJK AAN ZEE EN DUIN. Ondertrouwd:
J, H. Wernke eu A. J. van der Wel.
Geboren: d. van W. J. Huender—Bosch.
d. van M. Duin—Jansen. - d. van M. C.
TrompWijnkoop.
ALKMAAR. Overleden: 29 Aug. Riemada
Bertz, weduwe van Johannes de Wilde, 74 j.
30 Teetje de Wit, gehuwd met Leendert de
Rover, 73 jaar.
ALKMAAR. Getrouwd: 28 Aug. J. Zwart
en G. v. d. Meer.
Overleden: 27 Aug. P. Coster 49 jaar.
ZANDYOORT. Ondertrouwd: A. D. Paap
en A. Meijvogel. A. Paap en A. Bol.
Overleden: W. de Yogel, 78 j. B. A. Eller-
man, 37 jaar. P. J. K. E. Pfeiffer, 53 jaar.
HILLEGOM. Geboren: 2 d, van P. Rutten
ÖEToogkamer. z. van M. A. ToledoSpook.
z. van J. OpstalRusman. d. van A.
H. BerkhoutRijn-dors. d. van J. Verschoor
van Huizen. d. van H. C. Lubbevan
Lierop. d. van J. VerdoornReichwein.
z. van A. M. AllemanMeskers. d.
van E. M. Schrijver—Cremer.
Getrouwd; K. Kreeft en D. van Eeuwen.
H. A. Rietbergen en C. van der Sohrier.
LISSE. Ondertrouwd: R. van Kesteren en
A. G. Segers.
Geboren: z. van J. v. d. Berg en L. Bos-
hamer. z. van Th. Warmerdam en J. van
Bakkiun. d. van C. v, d. Berg en P. Steea-
voorde. d. van K. de Vries en O. van
Marsbergen. z. van W. Sprengers en J.
K. Blakker.
Overleden: N. O. v. Rooijen, 13 m.
A. Buurman 76 j. A. RipBruijn 48 j.
M. S. Sprengers 15 m.
SASSENHEIM. GeborenAnua Maria, d. v.
H. Hoogeuboom en W. Hoogeveen.
NOORD WIJK. Geboren: 22 Aug. d. van J.
v. d. Weijden en E. Vink. 24 Aug. d. van
G. Vink en M. Zuidhoek. 23 Aug. z. van C.
Leenheer en A. de Bes. 26 Aug. d. van
W. Schelvis eu G. de Haas. 28 Aug. d.
van N. Th. Dauphin en J. W. Zogeling.
z. van Jae, van Duinen en E. D. v. d. Zwart.
Overleden. 23 en 25 Aug. A. E. en M. L.
Caspers, 7 en 9 dagen, dochters van A. Cas-
pers en J. A. vaa den Berg. 27 Aug.
G. M. Vink, 10 jaar, d. v. P. Vink en P.
van Kampen.
NOORDWIJKERHOUT. Geboren; z. van
J. Ruigrok en M. de Groot. z. van F. J.
Hill en J. Lasschuit. z. van J. van den
Berg en A. P. Verdegaal. z. van A. Meijer
en M. J. van Leeuwen.
Getrouwd: C. van Schie en J. Immerzeel.
HAARLEMMERMEER. Geboren: z. van
A. RavenHarding. z. van G. van 't Voort
—van Rijn.
WAARAAN HET LEVEN EENS VLIEGE
NIERS HANGT 1
In Engeland is Hawker bij zijn poging om
den prijs te bemachtigen uitgeloofd voor den
Engelschman, die om Groot Brittannië vliegt,
in zee gevallen, doch er wondér genoeg bui
tengewoon goed afgekomen.
Hawker heeft verteld, volgens de N. R.
Crt., hoe het ongeluk met zijn watervlieg
tuig is gebeurd: „Er haperde een kleinig
heid aan den motor; terwijl ik mij naar de
veeren boog, glipte mijn voet vain de gummi-
stang. Onmiddellijk verloor ik het stuur over
het toestel, en het viel als een steen- in het
water. Het viel niet op zij, noch dook het,
het viel gelijkmatig, vlak. In den va-l draaide
het vliegtuig rond. 'Het is in elkaar geslagen.
Het ongeluk was geen gebrek van het toestel
of van den motor. Het was een afschuwelijke
wanbof. Mijn schoen gleed uit en liet kwaad
was gebeurd".
Hoeveel doodelijke ongelukken met vlieg
tuigen zijn er misschien niet gebeurd, die
aan dergelijke kleinigheden toegeschreven
moeten worden, en van hoe weinig hangt de
veiligheid van de vliegers niet afl
Hawker is er bij dien val van nauwelijks
20 M. (volgens hem) goed afgekomen. Kauper,
zijn machinist, heeft een arm gebroken en
vele kleinere kwetsuren gekregen.
JAN OLIESLAGERS TE TILBURG.
Zondagnamiddag heeft de vlieger Jan
Olieslagers te Tilburg van af het tentoom.
stellingsterrein een© mooie vliegdemonstra-
tie gehouden. Zij bestond in: Hoogte-re
cord, Vol plané-reeord en acrobatische toe
ren. Om kwart voor vijf vloog Olieslagers
statig het luchtruim in en deed boven de
ontzaglijke mensehenmenigte eenige prach
tige rondvluchten op een hoogte van een
jiaar honderd meter, waarna hij snel de
hoogte in vloog om te trachten zijn record
van 1020 meter te verbeteren. Spoedig ver
dween hij in de laag drijvende donkere wol
ken en na circa 7 minuten kwam hij te voor
schijn, langzaam dalende. Met eene mooie
vlucht landde hij op het sportterrein, toege
juicht door de menigte. Namens het ten-
toonstellingscomité werd hem een lauwer
krans aangeboden. Door de duisternis in de
wolken had hij er niet in kunnen slagen
hooger dan 800 meter te komen. De vlucht
duurde 13 mimiten.
Om vijf minuten over half zes vloog Olie
slagers weder op om in vol-plané le landen.
Na eenige ronden op 100 meter hoogte
maakte hij een grooten cirkel op een hoogte
van 500 meter zette hij den motor buiten
werking en daalde in vol plané. Deze vlucht
duurde 10 minuten.
Om ongeveer 6 uur vloog Olieslagers de
lucht in om de acrobatische toereu, zooals
hij die noemde, te volbrengen.
En wat bij nu vertoonde, mag werkelijk
den naam van acrobatische toeren dragen.
Op een hoogte van pl.m. 200 meter vloog
hij snel verschillende scherpe bochten rechts
eu links schuin hangende en met stilgezet
ten motor op den kop een 50 meter snel be
neden vallende om daarna weder de hoogte
in te vliegen. Deze verrichtingen gedurende
7 minuten waren hoogst interessant, meldt
het Alg, Hbld.
DE SERVISCHE REGEERJNG.
In het kort is reeds' melding gemaakt
van geruchten over het aanstaande aftreden
van het kabinet van Pasjits, hetzij ten ge
volge van verschillen van meening over de
inrichting van het bestuur iu Nieuw-Servië.
De correspondent van de Vossische Ztg.
deelt eenige bijzonderheden mede. Het staat
vast, zegt hij, dat Pasjits oververmoeid is
tengevolge van de beslommeringen van de
laatste maanden. Hij heeft het herliaalclo-
lijk uit diens eigen mond vernomen. Men
vertelt echter ook, dat zijn ambtsmoeheid
een gevolg zou zijn van verdeeldheid, die
tusschen de regeering en de militaire
kringen over de wijze van bestuur in het
nieuwe gebied bestaat. De militaire kringen
achten een vaste hand en een krachtig be
stuur in de wingewesten ten minste in de
vijf of zes komende jaren zeer noodig, op
dat daar weer niet het onkruid van natio
nalistische woelingen zal opschieten en al
les wat bereikt is in gevaar zal brengen.
De regeering echter, moet een vrijzinnig be-
stuursstelsei voorstaan, opdat de Nieuw-Ser-
viërs de zegeningen van den nieuwen tijd
zooveel mogelijk deelachtig worden. Vele
kenners van de t ak tick van den heer Pas
jits gelooven echter, dat men weer met een
van zijn handigheidjes te doen heeft bij
het overwinnen van moeilijkheden.
Een curieus ongeval. Op den rijksweg
tusschen Keulen en Gross-Königsdorf ge
beurde een eigenaardig automobielongeluk'.
Een auto, die uit Aken kwam, reed n.l. te
gen een kar aan en botste toen tegen een
huis. De voorgevel van het huis stortte in
en de auto reed de woonkamer binnen. Drie
personen, die zich daar bevonden, werden
levensgevaarlijk gewond. De auto .werd to
taal verbrijzeld.
Een rare kwant. Te Mainz is dezer dagen
op 78-jarigen leeftijd een gewezen spoorweg
beambte overleden. Dat moet, volgens de N. R.
Ct., een rare kwant geweest zijn. Ofschoon bij
indertijd een behoorlijk inkomen en later vol
doende pensioen had, leefde hij zeer armelijk.
In zijn nalatenschap vond men echter ruim hon
derdduizend mark aan effecten en voorts onge
veer 10,000 klontjes suiker, die hij in den loop
der jaren bij het drinken van koffie uit zijn
mond had gespaard, en thuis als de steenen van
een bouwdoos op elkaar had gestapeld. Arme
verwanten zijn de erven, maar de fiscus heeft
zich ook gemeld, aangezien de man geen be
lasting van zijn vermogen en inkomen hfd be
taald.
Een winstgevend vak! In Spanje schijnt
het bedelaarevak een winstgevende betrek
king te zijn. Het A. H. vertelt daarvan het
volgende staaltje:
De Parijsche politie nam deze dagen twee
bedelende Spanjaarden gevangen, vader en
zoon. De vader, Celestino Robles, een. man
van 66 jaar, was in het bezit van 340 frs.,
zijn U-jarig zoontje had 15 frs. in den zak.
Op het politiebureau bleek, dat Roblès eige
naar is van verschillende onroerende goede
ren, in Spanje gelegen; dat deze renteuier
oud-onderofficier en ridder van de orde van
Militaire Verdiensten is, en hij gerechtigd
is tot het dragen van verschillende andere
militaire onderscheidingen.
Hij verklaarde dat het vak van perdiosero
(bedelaar) in Spanje zeer winstgevend is en
allerminst afbreuk doet aan iemans goeden
naam.
Maar aangezien men aan deze zijde van
de Pyreneeën er anders over denkt, werd
Roblès veroordeeld tot eeu maand gevange
nisstraf. Zijn zoon werd in vrijheid gesteld.
Aan den rand van den afgrond. Een stu
dent in de theologie uit Graz, die zonder gids
de Odstein, een gebergte in Stiermarken,
had willen beklimmen, doch daarbij wel
dra verdwaalde, kwam na lange rondzweiv
vingen ten slotte op een plaats, waar hij niet
meer voor- of achteruit kon. Met een lood
rechten rotsmuur in den rug en een onpeil-
baren afgrond aan de voeten, bracht hij zon.
der voedsel een dag en een nacht leunende
tegen den rotswand door. Dinsdagochtend
werd hij, naar de Tel. verneemt, door iemand
in het dal bemerkt. Onmiddellijk werd een
reddingsbrigade uitgezonden, die allo pogin
gen in het werk stelde om den ongelukkigen
toerist uit zijn minder benijdenswaardige
positie te redden. Spoedig gelukte dit echl-
ter niet. Van den top van den Odstein uit
werden met groote moeite touwen en zelfs
ladders naar beneden gelaten, doch in den1
beginne was alles tevergeefs. Den tweeden
nacht kon de student zich met zijn redders
onderhouden. Hij jammerde erbarmelijk en
leed verschrikkelijk onder de barre koude.
Elk oogenblik dreigde hij in de afgrond te
storten, daar zijn krachten hem schenen
te zullen begeven. Ten slotte slaagde hij er
in een touw te grijpen, dat zijn redders naar
beneden hadden gelaten, en werd hij naar
boven getrokken. Totaal uitgeput werd hij
naar het ziekenhuis gevoerd, waar hij wel
dra weer op krachten kwam.
liet Vatieaan. Mag men het bericht
In enkele Italiaansehe bladen verschenen,
gelooven, dan heeft een dezer dagen gehou
den telling van de bewoners van het Vatieaan
uitgewezen, dat er 3274 personen in het Pau
selijk paleis wonen.
Een vendetta. Een nieuw bewijs, hoe
diep de gruwzame wet van de Vendetta in
de volksziel der Sicilianen geworteld is en
hoe moeilijk het voor het Zuid-ItaJiaansche
volLstemperarne,nt is de zucht naar wraak
te beheersohen, geeft een tragedie, die zich
te Palermo heeft afgespeeld.
Op den 18don October 1873 was een zekere
Sal va tore Amoroso meteenigen zijner broeders
door de jury te Palermo ter dood veroordeeld.
Aan zijn uitstekend gedrag gedurende zijn
gevangenschap, had de veroordeelde het 'te
danken, dat de voltrekking van het vonnis
uitgesteld werd, en toen spoedig daarop het
nieuwe wetboek van strafrecht, waardoor de
doodstraf werd afgeschaft, van kracht wérd,
veranderde nu de straf van Amoroso in levens
lange tuchthuisstraf. Later werd door den
koning heb vonnis veranderd in 30 jaar tucht
huis en 3 jaar politietoezicht. Daar Amoroso
zich tijdens de volgende 20 jaar buitenge
woon goed gedroeg, werd hij op 10 April
1911, dus nog 5 jaar voor den afloop van
zijn straftijd, vrijgelaten.
Als gebroken man van 66 jaar, als stille,
moede grijsaard keerde hij naar de zijnen
terug; twee beroerten troffen hem spoedig
achtereen. Hij woonde bij zijn zusters in,
die sedert de veroordeeling van hun broer
een afgetrokken leven geleid hadden, maar
zich door haar bescheiden gedrag, de genegen-1
heid vah haar buren hadden weten te vet"j
werven.
Het politietoezicht op Amoroso uitgeoefend
bewees, dat hij zich onberispelijk gedroeg;;,
bovendien meldden de politierapporten, da#|
ook afgezien daarvan de gebroken gezond"
heid en zwakheid van den ouden man alle
verdenking van de autoriteiten moest uit-,
sluiten.
lederen nacht verscheen de met het toe-,
zicht belaste politiepatrouille voor het huis
van Amoroso. Men klopte zacht aan, waarop,
de oude man de deur opende en op die ma
nier te kennen gaf, dat hij thuis was.
Maandagavond klonk het kloppen luider en
ruwer dan gewoonlijk. „Wie is daar?" riep
Amoroso.
„De wacht", luidde het antwoord. „Iiiefl
ben ik", zeide de oude man en opende me#
een licht in de hand de deur.
Maar 'in plaats van de politiemannen zag
hij 'iets tusschen de s trui keu flikkeren. Een
knal klonk en 'door 4 kogels in hart en longen,
getroffen viel de oude Amoroso dood neder.
De beide moordenaars die met dubbelloops
geweren gewapend waren, verdwenen in he#
donker van den avond.
Volgens de meening der autoriteiten ging
het om een oude veete uit de dagen ded,
jeugd van Amoroso: 38 jaar tuchthuisstraf ca
het treurige lot van den gebroken ouden
man, waren niet voldoende geweest om de
wraakzucht der vijanden te verzoenen.
Zeldzame adelaarvangst. Het Biirgeü
Blatt te Emmerik maakt melding van eerf
zeldzame adelaarvangst.
Eenige knapen te Elton vermaakten zioh'
met het oplaten van vliegers, welke den
vorm van draken hadden. Hoog stegen de
„draken" op en vooral een viel ei' op, welke
zeer hoog stond. Eensklaps zagen eenige jon
gens hoe een vogel op dezen draak afschoot
en hem trachtte te verscheuren. De draak
begon langzaam to dalen, maar nog immer
zette de roofvogel zijn vernielingswerk voort,
De jongens haalden nu langzaam den „draak"
in en brachten hem op den grond.
De roofvogel was inmiddels in het tourft
en do papieren van 'den vlieger verward en
trachtte tevergeefs om los te komen; hij za#
zoo in de „boeien" dat aan geen vrijkomen
te denken viel.
Het gelukte den jongens, zij het ook me#
groote moeite, het roofdier levend te van
gen. Heb bleek een adelaar te zijn, een bij
zonder mooi exemplaar, dat met uitgespan
nen vleugels een breedte van meer dan een
meter had.
De heer W. Backes van het kuurhuis te
Elten heeft den adelaar gekocht en zal hem
op zijn kuurtuin te kijk stellen.
Een slimme oplichter in Brussel. Op
Aug. jongstleden stapte af aan een hotel in
de nabijheid der Luxemburgstatie te Brus
sel, een bejaard heer met grijzen baard, dia
uitsluitend Engelsch sprak. De man zag er
zeer eenvoudig uit, en had een koffer en
een reistasch bij zich.
De nieuwe gast, die hoegenaamd geen
overdreven uitgaven deed, genoot weldra
volle vertrouwen van den, hotelhouder erf
diens personeel. Vooral de bedienden warerf
hem zeer genegen, daar hij hen veel drink
geld schonk.
De eerste zes dagen betaalde de gast Se'
regeld, maar daarna deelde hij mede, da#
hij met ongeduld op een cheque van een En-
gelsche Bank wachtte, en op het oogenblik
zonder geld zat. Alstoen leende hij geld varf
al de koffiehuisbedienden.
Den 14en Aug. kwam er een brief uit Lon
den, van een medeplichtige van den oplich
ter want men had hier met een oplichter
te doen waarin deze mededeelde dat de
bewuste cheque eerst over drie dagen afge
zonden kon worden.
Den volgenden dag wist de oplichter, te
gen in pand geven van zijn zakuurwerk erf
ketting, zoogenaamd ter waarde van 700
frank, een bedrag van 200 frank van de«
hotelhouder los te krijgen.
Kort daarna verliet de bejaarde „heer
het hotel en is sedert niet teruggekeerd.
Ongerust geworden, deed de hotelhouder
eindelijk het reisgoed van den vreemdeling
openmaken. De koffer en de reistasch hiel
den niets anderB in dan oud pakpapier erf
enkele stukken vuil linnengoed. Nn bekeek
de lichtgeloovige hotelhouder ook wat nauw
keuriger het uurwerk en den ketting,
kwam weldra tot de droeve ontdekking, da#
deze voorwerpen van verguld koper waren.
„VI. Gaz."
Dood aan de vliegen. De gemeenteraad
van Glasgow roept door groote plakkaten
overal in de stad de burgerij op tot derf
strijd tegen de vlieg. In het belang van
de algemeene gezondheid, zoo staat er, moet
de leus zijn: „Dood die vlieg, en doe het
mul"
gij met den vijand der Wrekers zult ver
schijnen, zult gij overluid zeggen: Moed!
John en ik belasten ons met het overige.
De booswichten scheidden van elkander.
Shokiug giug naar het Morley's Hotel. De
afstand was tamelijk groot. Na een half nur
gaans had hij het kolossale gebouw bereikt.
De mi6t werd hoe langer hoe dikker. Er
werd een grondige kennis der plaatselijke
gesteldheid van Londen vereischt, om met
fcernstheid te durven voortgaan. Shoking
Overhandigde zijn brief aan de bedienden
van het hotel en wachtte.
Eenige minuten later verscheen een jonk
man en vroeg liem met oen stem, die van
ontroering trilde:
Hebt gij dien brief gebracht?
Ja, sir.
O! dan komt gij mij het leven terug
geven! G(j weet waar mijne zusters zün, gij
moet mij van haar vertellen.
Shoking onderbrak hem.
Vergeef mii, sir, ik kan niets antwoor
den. Ik ben een arme paddy, dien men met
een vertrouwelijke zending belast heeft; ik
zon daaraan Ie kort komen, indien
Gned! wilt, gij mij den weg wijzen?
Ik hen geheel tot uwe orders.
Laat ons dan gaan.
Patrick Lindley en zijn gids liepen een wijl
stilzwijgend naast elkander voort.
Er reed hun een cab voorbij de jonge Ier
wilde den koetsier aanroepen.
Hst is onnoodig, zeide Shoking; wij zijn
jhaast.
Een paar malen poogde Patrick zijn gelei
der uit te hooren. De medeplichtige van Jack
Thowless gaf ontwijkende antwoorden. Pa.
trick drong niet verder aan.
Aan den ingang van Butly-strect meende
Shoking, wiens oogen de duisternis door
boorden, twee mensehelijke gedaanten tegen
den muur te zien leunen. Hij herinnerde zich
het wachtwoord en sprak het duidelijk uit.
Een dergelijke uitroep antwoordde hem.
Patrick was blijven staan.
Een vreeselijk vermoeden schoot hem door
den geest.
Indien het de Wrekers eens waren?
vroeg hij zich huiverend af.
De jonge Ier was dapper; hij herkreeg
weldra zijn gewone geestkracht en was er op
bedacht aan het gevaar het hoofd te bieden.
Dat gevaar was maar al te werkelijk:
Shoking en zijne medeplichtigen hadden
zich op hem geworpen eu poogden hem te
treffen.
Er stond een verwoede worsteling in de
duisternis.
Hoewel ongewapend, gelukte het Patrick
een oogenblik zijne aanvallers af te weren.
Woedend over dien onverwachten tegen
stand moedigden zijne belagers elkander
fluisterend aan.
Er moest een einde aan komen, het ge
rucht van het gevecht kon de policemen aan.
lokken en den aanslag doen mislukken. Reeds
begonnen zicli op eenigen afstand veront
rustende geruchten te doen hooren. Een
uiterste poging wagende, wierp Jack Thow
less zich van achteren op den jonkman en
omvatte zijn hals met zijne gespierde
handen.
T Stoot toe, riep hij tot zijue medeplich
tigen; stoot toe!
Deze gehoorzaamden.
Patrick voelde zijne borst verscheuren
door het staal van den ponjaard. Een stroom
bloeds overstelpt hem. Hij slaakte een rau-
weu gil en viel bezwijmd, bijkans levenloos
op den grond.
Na het volbrengen der misdaad vluchtten
de moordenaars en waren spoedig in de dui
sternis verdwenen.
Op het oogenblik dat Patrick viel, snelden'
policemen en eenige voorbijgangers toe, aan
getrokken door het gerucht van de worste
ling. Een der laatsten boog zich over het
lichaam van het slachtoffer en mompelde
met een snik:
Hij is hetmijn God!.... «ik kom te
laat!
Een politieman, door dezen uitroep op
merkzaam gemaakt, vroeg hem:
Kent gij dezen man!
Het is mijn broeder.
Uw broeder?
Helaas! jaHij is dood.... lafhartig
vermoord. Ik zal hem wreken!.... O, die
monsters!
De politieman was naast Patrick neder-
geknield. Hij opende de kleederen van den'
ongelukkigen jonkman, en tastte naar de
plaats van het hart.
Plotseling hief hij het hoofd op e» zeide:
Uw broeder is niet dood; zijn hart klopt j
zwak wel is waar, maar het klopt.
De broeder van den gekwetste liet een
uitroep van vreugde hooren.
Leeft hij? O, mochten wij hem kunnen
redden!
Misschien zal het ons gelukken, sprak
een der omstanders.
Men moet hem opnemen, hom verbin
den.
Waar zullen wij hem heenbrengen.
Naar mijn huis, Bernard Murphy, koop
man.
Waar woont gij?
Hier vlak bij.
Kent gij het slachtoffer?
In het geheel niet; maar er is een lijden
te verzachten en dat is mij genoeg.
De broeder van den gekwetste had hef
hoofd opgeheven.
Zijt gij Bernard Murpliy, een Ier uit
Connaught? vroeg hij met een van ontroe
ring trillende stem.
Ja, jonkman.... maar gij?...*
Ik ben James Lindley van Fallmoore;
die gekwetste is mijn broeder Patrick.
In. dat geval was Hugues Lindley, de
terechtgestelde van Galway, uw vader? Uw
rosters heeten Augusta en LucyKom
aan, mijn jongen, schep moed! Ik ben een
oud vriend uwer familie; het is God, die
mij op nw weg geplaatst heeftMaar ge
noeg; laat ons dien ongqjukkige spoedig
vervoeren. Later kunnen wij praten.
De waardige lersche koopman hoog zicH
over het slachtoffer der White-Boys, dat lid
met de grootste zorgvuldigheid ophief. Pa
trick was nog niet tot bezinning gekomeuj
een zwak gekern steeg uit zijne horst op erf
zijne ledematen werden door stuipachtig0,
rillingen geschokt. James en de politiemarf
namen hem op. Eenige minuten later lag hi)
in een goed bed en een in allerijl ontbode»
dokter maakte toebereidselen zijne wonderf
te onderzoeken en een eerste verband aan t®.
leggen.
De wonden waren vreeselijk. De ponjaar»
van den bandiet was diep in de borst va®
den jonkman doorgedrongen. Op dat gazioM
loosde James een bangen zucht en vroöf
angstig: Is er nog hoop?
Geen dier wonden is levensgevaar! u1*
verklaarde de dokter na een nauwgezet, laaf
onderzoek. Er kunnen evenwel verwikkel^*,
gen intreden, die ik niet voorzien kan. MocM
dit het geval niet zijn, dan kan ik, met God*
hulp, voor de genezing instaan. Maar a
zorgvuldigste verpleging.... -
Het zal den .zoon mijns vriends aa»*
niets ontbreken, viel Bernard Murphy he
in de rede.
De dokter voltooide het verhand en g1
heen na de noodige voorschriften gegey
te hebben. De politiemannen volgden h®Tjj
Op dat oogenblik trad een jong
in het vertrek, waar de gekwetste lag- -Jj
zij den drempel overschreed, onderdrukte
mes Lindley, haar ziende, met moeite 7
kreet. m
(Wordt vervolg®''.'