&lV.2~Weeftüfr~2>eï?. «3arteljorlsstraat 27. ;TeJefJ77& Speciaal adres voor schooilaarzen. Landbouw en Visscherij KERKNIEUWS. Sport en Wedstrijden. yeer 80 onzer zwaarste patiënten namen we onzen intrek in de kazerne. Den avond tevoren spraken we den col lega, wiens hospitaal wij den volgenden dag zouden overnemen, en hij vertelde ons, dat alles er keurig in orde was, en geen en kele patient geïnfecteerd was, met uitzon dering van een enkele, die onmiddellijk moest worden geamputeerd. :intrek namen, stonden wij allen verstomd een 20 verlamde beenen voor den dag kwa- over wat we zagen, en de algemeene opinie was, dat hier een volslagen gek gewerkt had. Op de eerste zaal lagen bijna uitslui tend amputaties, jammerend van de pijn. Op een volgende zaal lagen bijna alleen gipsverbanden, op de meest ergerlijke ma- [nier ingegipst. Later hoorden we, dat deze Idoor een willekeurigen soldaat ingegipst werden. Het laat zich dan ook begrijpen, dat toen wij de gips afnamen, er ongeveer een 20 verlamde b\e-enen voor den dag kwa men. Alle patiënten op 3 na hadden hooge koorts en waren vreeselijk geïnfecteerd. Be- 'halve dat we al deze patiënten, die onmid dellijk hulp noodig hadden, moesten helpen, was het ook van het grootste belang alles te organiseeren. De gebouwen, waarover we de beschikking kregen, waren voor zieken huis zeer goed bruikbaar. Rondom een soort groot plein staan langs drie zijden vier lange gebouwen. In het midden der vierde zijde is een klein gebouwtje, terwijl er in het [midden van het plein wederom een groot 'vierkant gebouw staat. De vier lange gebouwen herbergen ieder langen zalen, 4 zalen van 24 bedden en ,een kleinere van 18 bedden, terwijl er nog ;2 groote en 2 kleine kamers in zijn. 1 Van de kamers in de diverse paviljoens [hebben we er 9 in beslag genomen voor {onze behuizing en een voor Röntgenkamer. Een der kleinere zalen is eet- en conver satie zaal. Het kleine gebouwtje, bevattende 2 groote kamers en een kleine kamer, [dient ons als verbandkamer en septische operatiekamer. Het kleine kamertje is ste rilisatiekamer en bevat een groote en een kleine autoclaaf en een kast voor verband- 'materiaal. Het groote gebouw midden op het plein bevat de groote frissehe keuken, 2 kamers voor de administratie en de aseptische ope ratiekamer. Deze operatiekamer is uitstekend inge richt. Geheel gewit en met linoleum op den bodem, ziet het er gezellig uit. Een mooie •glazenkast bevat de instrumenten en een [andere kast de overige benoodigdheden. In !den hoek staan een autoclaaf en een in- jstrumenten-sterelisator en boven de opera tietafel hangen 2 groote electrische lampen. 'Aan de zijde tegenover den ingang staan de waschbakken. Daar er geen dag voor bijgaat, dat er geen aseptische operaties [zijn, is deze tak van dienst opgedragen aan de zusters De Groote, Kurtz en Vermaas. We hadden deze week bezoek van een Poolsch medicus, die in Belgrado werkte en nu met een Poolschen journalist een reis door Servië maakte. Deze zeide niet te heb ben kunnen denken, dat ze in Waljewo een dergelijk hospitaal zouden vinden, daar 't dn elk opzicht beter was ingericht dan welk reserve hospitaal in Belgrado ook. j Ondanks het drukke werk, zijn de zusters allen opgewekt, en nu zuster Westerhof, [die een zeer ernstige handinfectie had, ook -weer aan de betere hand is, laat de stem ming, die een paar dagen een beetje ge drukt was, niets te wenschen. Dr. Van Tienhoven laat nog volgen de vertaling van een stukje uit de te Belgrado verschijnende Tribuna, waaruit blijkt, dat het werk der ambulance zéér wordt ge waardeerd. - Aardappelrooimaeliines! Onder groote belangstelling werd, meldt de Pr. Gr. Crt., op het land van den heer H. Tuin te Zuidbroek, een proef genomen met aardappelrooimachi- nes. De merken New-Ideal, Orginal-Harder en New-Vulean van den heer K. Dreesman te Veendam voldeden goed, behalve dat de gerooide aardappelen wat ver over den akker verspreid raakten, zoodat er nogal Wat zoe kers aan te pas kwamen. De machines werden gemakkelijk door twee paarden voortgetrokken. Nu de stakingen aan de orde van den dag rijn zal ongetwijfeld menig landbouwer des te eerder tot het aanschaffen van een dus- Jan ige machine overgaan. Van een Feestcomité. De Haagsche Crt. vertelt: Toen de historische optocht eindelijk, om streeks 3 uur, Houtrust had verlaten, renden jde comité-leden in auto's naar 't gebouw tNoordeinde, om zich daar snel in hun rok to steken, waarin ze voor H. M. de Koningin moesten verschijnen. De chauffeurs haastten zich wat ze kon den, en men raakte den stoet dan ook een prachtig eind voor. Maar daar in 't gebouw Noordeinde zat de deur op slot, en.... nie mand had den sleutel. Vergeten was ook iemand in 't gebouw achter te laten. Langs een ladder is een der heeren toen ten slotte in 't gebouw geklommen. Men deed de fracs aan; verliet ijlings 't gebouw. En vergat een der leden, die zich toen later door stuk slaan van eeu ruit, naar huiten baan heeft moeten maken. Want deze ongelukkige vond bij zijn weg gaan, evenals hij zijn komst, de deur secuur op slot En er was geen sterveling om hem die open te draaien. Optoclit-verkooping. De staatsiekaros sen, voertuigen en praalwagens, die Vrijdag in den optocht te 's-Gravenhage de bewonde ring van het publiek wekten, stonden Zater dag weer op Houtrust om geveild te worden. De „Nieuwe Ct." vertelt over deze verkoo- ping het volgende: De karossen, waarvan sommige ons als oude bekenden uit lustrumoptochten toesche nen, waren nog in behoorlijken staat; maar de praalwagens wat geschonden hier en daar; de zee om de galjoot zat met gaten, gouden engelen waren vleugels en neus kwijt, ver gulde muzen waren geheel en al verdwenen, gothiek versierselen toonden hoe hro^s ze waren, ondanks den uiterlijken schijn'', en van het poortje, op den Pulchriwagen, was een der karyatiden onder zijn taak bezweken.... Sic transit gloria.... "óók dio van een op tocht. Bijster groot was de belangstelling voor deze veiling niet en zeker waren er onder de omstanders maar weinigen, belust op een souvenir aan den historischen optocht. Het is waar, zoo'n staatsiekoets of 'n praalwa gen is wat lastig mee te nemen als herinne ring. Wat zich hiervoor nog eenigszins leen de, was het prieeltje, waarin Betje Wolf en Aagje Deken gezeten hebben en dat voor 8.75 door een der hoofdbestuurders van de optochtcommissie gekocht werd. Een ander nummer uit de veiling, dat licht tot souve nir had kunnen dienen, waren twee uilen van gips, die nu weggingen naar een koo- per, voor5 cent het paar. De opkoopers vormden een belangrijk deel van het veilingspubliek en verder waren er eenige jongelui, die voor studenten aange zien werden en dan misschien voor hun aan staande maskarade eens kwamen kijken; dan leden van feestcommissies, 't insigne op hun jaslapel, uit plaatsen, waar het onafhan- kelijkheidsfeest nog gevierd moet worden, m. n. uit Breda; de heer Wilson, tooneeldi- rccteur en costumier uit Hoorn, waar men ook nog een optocht krijgt. Ook de president van de optochtcommissie, de heer AE. baron Mackay, kwam eens kijken en de vorzitter van de terreincommissie, mr. D. W. Mol- huysen. Vóór den aanvang van den verkoop deel de de deurwaarder, do heer W. J. Bikbergen, de veilingsvoorwaarden mede; voetstoots zou den de verschillende nummers verkocht wor den en Maandag voor vier nnr moet alles weg ziju. Toen kwam de afslager, die het tee- ken zijner waardigheid, den hamer, tnsschen zijn gekleede jas gestoken had aan het woord en klink zijn stem over het veld. Drie gulden, drie en half, vier, wie meer? Nie mand meet? Dèar, vier en half, vijfAan vankelijk was er niet veel animo, de meeste praalwagens werden zonder het wagenoH- derstel verkocht en het meerendeel der koop lustigen zag er niet meer dan brandhout in. Van de staatsierijtuigen hadden de wielen do meeste waarde. Zoo ging het bovenstel van het gouden wagentje, waarin „do Histo rie" gezeten heeft, voor 3 weg en het onder stel voor 18. Het wagentje van Melis Sto ke, zonder de wielen werd voor ƒ5.50 door een Haagseh opkooper gekocht. Het zou best te gebruiken zijn op een tentoonstelling, zeide de man, voor champagnetentje of sigaren- kiosk! De bovenstellen van de praalwagens brachten gemiddeld niet meer dan 10 op; alleen die met den grooten rooden troonhe mel, waarop Philips de Groote zat, haalde 20 en die van den Muiderkring, met het orgel, waar het instrument echter was uit gehaald, werd voor 210 verkocht, voor een optocht; 2 staatsierijtuigen gingen voor 150 weg, omdat de wielen goed bruikbaar zijn, verklaarde de onverschillige kooper; de derde koets wit met verguld beeldhouwwerk, ging voor 195; de Chineesche draagstoel voor 20 en de heide rosbaren zonder de wielen, voor 7.25 en 7.50. De galjoot, zonder on derstel, werd voor 27 gekocht; de lantaarns werden gezegd van koper te zijn, wat even stagnatie gaf in de veiling; maar 't bleek waardeloos metaal, van buiten met een geel- kooper tintje en van binnen, door de rose ruitjes, net rood kooper! Het bovenstel van den schilderkunstwagen „met de poort van Kleef" zei de afslager, bracht 20 op; het bovenstel van 't wagentje van den paukenist voor 2.25 en dat waar Frederik Hendrik en Amalia van Solms inzaten, voor 4.25. De opbrengst in totaal, netto, zonder vei- lingsgelden etc., was truim 700. De gemeenteraad van Balgoy. De strijd met de pers. De voorzitter. Nu krijgen we de aanbieding der teekening ©ener nieuw te bouwen school met besluit hemen dien aangaande, en aankoop van grond en wat hiermede in verband staat. Ja, heeren, bij het besluit nemen is geen bezwaar en ook niet bij de voorafgaande besprekingen, als die verslaggever er niet bij zat. Dan kon den de voorafgaande besprekingen in de openbare vergadering plaats hebben, het geen nu niet kan, daar hij de laatste ver gadering zeer onbeschoft is geweest. Toen Van Kempen hem beleefd vroeg om zijn voorstel niet in de courant te plaatsen, was hij zoo onbeschoft om te zeggen: dat zal ik weten, Van Kempen. Ten slotte was hij nog zoo brutaal het toch in de courant te plaatsen. Nu zou het kunnen zijn, dat er besprekingen gehouden worden, welke men niet gaarne in de courant heeft, en als men dan zoo'n verslaggever zou verzoeken het uit te laten, dan zou hij weder onbeschoft genoeg zijn het er toch in te zetten. Om dit alles te voorkomen, stel ik voor de ver gadering te sluiten om de voorafgaande be spreking in een besloten vergadering te hou den, waarna dan in een openbare vergade ring een besluit genomen kan worden. Was die verslaggever niet zoo brutaal en onbe schoft geweest, dan had zulks niet plaats behoeven te hebben, om deze reden sluit ik de openbare vergadering. Het publiek vertrekt met den veldwach ter, gevolgd door Piet en zijn stoel. Nauwe lijks is de verslaggever buiten, of de deur wordt met een smalc dichtgemaakt. De veld wachter posteert zich naast de deur, Piet de verslaggever zet zich op zijn stoel daar naast en schrijft in de brandende zon zijn voorloopig verslag. Intusschen komt de heer, Wiessing uit Overasselt die met den verslag gever een praatje maakt. Nauwelijks ech ter wordt de heer Wiessing opgemerkt, of Van Kempen opent de deur en verzoekt den heer Wiessing binnen te komen, waarna de deur weder gesloten wordt.. Nadat de slaggever een sigaar aan den veldwachter gepresenteerd heeft en hij op een gezel lige manier eenige woorden met de aanwe zigen gewisseld heeft, merkt hij op, dat er reeds een uur verloopen is en tevens, dat een raadslid voor het raam op den uit kijk zit om te zien of die beroerde verslag gever er nog Is. Deze, dit merkende, gaat nader tot het raam en ziet, dat de deur geopend wordt. Hij stapt binnen, gevolgd door den veldwachter en het overgeschoten publiek. Bij het binnentreden der raadzaal ziet hij een teekening ter tafel liggen, welke door den heer Wiessing wordt toegelicht. Intusschen verneemt hij, dat het een teeke ning is voor de verbouwing der school om deze als gemeentehuis met veldwachterswo- nipg in te richten. Vervolgens hoort hij, dat de heer Berben zegt: als er maai' geld voor is. (Van een besluit ln zake bet bouwen eenër school verneemt hij niets. Volgens verkla ring van eenige leden na de vergadering was dit besluit reeds genomen). Na een breede discussie over het in orde maken van twee slaapkamers in de onder wijzerswoning, deelde de voorzitter nog me de, dat de jongen van Janssen uit Neder- asselt een gulden betaald heeft voor het vernielen der peuters (boompjes). Hierna sluit hij de interessante vergade ring. Centrum. Een unicum op onderwijsgebied. Men schrijft uit Gemonde aan de 's-Hert. Ct.: Het kerkdorp Gemonde heeft een gemeen schappelijke school, die behoort aan de ge meenten Boxtel, Sehijndel, St. Michiels- Gestel en St. Oedenrode, tezamen 46 raads leden tellende. Op het oogenblik is er aan de school te Gemonde een onderwijzersbe noeming aanhangig en de dagelijkscho be sturen van de vier gemeenten hebben met den schoolopziener uit het arrondissement Oir- schot gezamenlijk een voordracht gemaakt van 4 personen. Nu komen alle 46 raadsleden, vertegen woordigende een totale bevolking van pl.m. 23000 zielen, in beweging, om de beste keuze te doen. Het resultaat is wel eens verras send. Zoo ook nu. Boxtel benoemde den heer Fooi nit Baard wijk, St. Michiels-Gestel, den heer Van Ha ren uit Grave en St. Oedenrode den heer De Bont nit Zijtaart (Vechel). Sehijndel zal mogelijk wel een der drie ge noemden stemmen, doch daarmede heefji nog geen der solliciteerenden een volstrekte meerderheid. Het lot zal dan moeten beslis sen en zoo bestaat do mogelijkheid, dat iemand de betrekking krijgt, die van de 46 niet. 1 stemmen er 6 heeft, de meerderheid in éénf voelen voor de onafhankelijkheidsfeesten mei gemeente. Zoo iets bestaat in het beele land menschen, die ons verguizen en belasteren»' Dankend, EEN R. K. WERKMAN, Noot der Redactie. Gingen ook wij alleen te rade bij Jns gevoel, zooals „Een R. K. Werkman" blijk baar doet, dan kwamen wij waarschijnlijk I tot dicht bij, dezelfde conclusie als de schrij. j ver van bovenstaand „Ingezonden Stuk". Een vraag, echter 1 Zullen wij, omdat anderen dat doen, zullen ook wij medewerken om de een heid van ons volk in gevaar te brengen? Mogen wij dat? EEN PRANSCH TIJDSCHRIFT OVER ONZE „HEILIG-LAND-STICHTING". Het Fransobe tijdschrift „Jérusalem" geeft de volgende mededeeling en beschouwing over de „Heilig-Land-Stichting" in Nederland. Met goedkeuring van den H. Stoel en on der de hooge bescherming van Zijne Eminen tie .Vinoenzo Vannutelli, Kardinaal der H. Roomsohe Kerk, is in Nederland een werk begonnen, genaamd „Heilig-Land-Stichting." In het bestuur dier stichting hebben zitting verscheidene leden van den Katholieken adel, leden van de beide Kamers der Staten-Ge- neraal, meest allen commandeur of ridder in da orde van het H. Graf, d. m. z. „l'élite du pays". Het doel van de stichting is tweevoudig; ten le, onzen Heer Jesus Christus beter te doen kennen en Zijne onmetelijke liefde voor ons in de verlossing; ten 2e de liefde der menschen voor Hem te doen toenemen. Men wil dat doel langs vier wegen berei ken: Ten le. gronden uitkiezen gelijkend op Pa lestina en er bouwen in den stijl van dat land; in bouw-, beeldhouw- en schilderkunst de geheimen vieren van het H. Land. Daar toe heeft de stichting in de „pittoresques" omstreken van Nijmegen een geaccidenteerd te ito in gekocht, „légèrement montagneux", bijna vijftig hectaren groot. Ten 2e een bijbelsch museum doen oprichten, waarin zal worden tentoongesteld eene ver zameling van voorwerpen, die het heilig Land en zijne bewoners beter leeren ken nen, en het lezen en de studie der H. Schrift zullen vergemakkelijken. Ten 3e. door eene fijn geïllustreerde uitga ve van Annalen en door conferenties met kunstvolle lichtbeelden overal de belangstel ling gaande maken voor de ligging, de gebou wen, de gebruiken van Palestina en zoo be ter de verheven schoonheden te doen begrij pen van de gewijde boeken. Ten 4e. hen, die de heilige plaatsen, door 's Heeren leven en lijden zoo aantrekkelijk geworden, wenschen te bezoeken, in raad en practische wenken bij te staan, en op vaste tijden pelgrimstochten naar bet H. Land te organiseeren. Z. D. H. Mgr. van de Ven, bisschop van 's Bosch (het verkregen terrein is namelijk in zijn diocees gelegen) heeft reeds als gees telijk raadgever-directeur der stichting een priester aangewezen, die later pastoor zal worden van eene nieuwe parochie, welke daar onder den naam van ,,'t Heilig Land" zal worden opgericht. Weldra zal begonnen worden met den bouw van kerk, pastorie, klooster en museum. Aldus het tijdschrift „Jérusalem". En in de laatste aflevering van 4 Aug. 1913 van dit tijdschrift schrijft een inzender: Y/at een heerlijke zaak, als men in Frank rijk dit verheven werk ging navolgen en der gelijke ondernemingen aanving, hetzij in Brc- ta.gne, in Nomiandië, Savoye, in de jVogesen of welke andere Katholieke streek, die er zich goed voor leent, Wat een massa volk zou zulke stichting trekken en wat een goeds zou er van zulks stichting voor Frankrijk uit gaan, „Msb." INVOERRECHT OP SLACHTPAARDEN IN FRANKRIJK. Bij beschikking van den Franschen minister van landbouw, d.d. 25 Aug. zijn de volgende voorschriften uitgevaardigd in verband met de wet van 16 Aug., houdende vaststelling van een afzonderlijk invoerrecht van voor de slachtbank bestemde paarden. Slaohtpaarden mogen alleen worden inge voerd uit landen, waaruit de invoer van paar den in het algemeen niet is verboden. Na het veeartseniikundig onderzoek en na voldoening van de verschuldigde rechten moe ten de dieren, onder, geleidebrief, binnen 10 dagen naar een openbaar slachthuis vervoerd worden. De geleidebrief moet eene beschrijving der dieren bevatten.. De geleidebrief zoowel als de eigenlijke ver gunning tot invoer, afgegeven door den met liet onderzoek belasten veeartsenijkundige, moeten de dieren vergezellen en a.an den "ge zondheidsdienst van het abattoir van be stemming afgeleverd worden. (St. Ct.) INVOER VAN SLACHTVEE IN ZWITSER- LAND. Bij besluit van de Zwitsersche regeering d.d. 13 Aug. j.l., is de invoer van voor de slachtbank bestemde koeien, vaarzen en stie ren weder verboden. Als gevolg van dit be sluit kunnen thans alleen ossen en kalveren, voor de slachtbank bestemd, ingevoerd wor den. De invoer van kalveren echter is slechts tot 31 October a.s. geoorloofd. (St. Ct.) i&iQES&isoEfi. Voor den Inhoud dezer rubriek stelt de Redactie zich niet aansprakelijk. Van ingezonden stukken, geplaatst of niet geplaatst, wordt de copy den inzender niet teruggegeven. MOETEN WIJ NU FEESTVIEREN? Geachte Redactie I Onderstaand beleefd ter opname aangebo den. In den verkiezingstijd ontvingen wij een circulaire, ondertoekend door de heeren Kleijnenberg en Slingenberg, waarop voor kwam dat onze Christ. Hist, candidaat zou loopen aan den leiband der Roomsohe pries ters. Dit laatste „vet" gedrukt i Bij een verkiezing voor wethouder stemt al wat links is, nimmer rechts. De minder heid moet onderdrukt wotrden; de reohtsche raadsleden zijn teneenenmale ongeschiktIets anders is uit hun houding niet op te maken. Moeten wij nu met deze menschen feest gaan vieren Laat ze dat doen met Nagtzaam e. a., In strijd met de bewering der redactie, dat de menschen naar dit feest met verlangen uit zien, kan ik u mededeelen, dat de meesten der onzen onder deze omstandigheden niets DE LIEFDADIGHEIDSWEDSTRIJD. Men schrijft ons: Zondag a.s. wordt het seizoen door de rood- broeken geopend met een friendly-gamo te gen Vitesse uit Arnhem, kampioen der Oos telijke le klasse, op het Haarlemveld aan den Sehoterweg. Zou in gewone omstandigheden,, deze een voudige annonce voldoende zijn, om de voet balliefhebbers in 't algemeen, de Haarlem aanhangers in het bijzonder, naar den Seho terweg te doen. gaan, al was 't alleen maar door de aantrekkelijkheid, die steeds zoo ka rakteristiek hoort bij het „voor 't eerst weer"; thans mag ©en meer speciale opwekking niet achterwege blijven, aangezien het iets bij zonders geldt. De oefenwedstrijd toch zal er één zijn, voor een liefdadig doel; de recette zal afgedragen worden, ten deele aan de Haarlemsche Ljg-hal, ten deele aan de Scho- tenscho armen; dit in verband met het eigen standpunt der H. F. O. „Haarlem" in de Onafhankclijkheidswedstrijden, die alom in don lande gehouden worden; zooals het een en ander reeds eenige dagen terug vermeld heeft gestaan. De entrée-prijzen zijn voor niet-leden als van oiids f 0.25, f 0.50 en f 1. Over houders van seizoenkaarten behoeft niets gezegd te worden, want die zijn er Zondag niet, cn het publiek kan zich dat dan nog niet maken ook. Voor leden, donateurs en houdsters, van dameskaarten van het vorig seizoen, heeft het bestuur besloten eveneens een klein en- tréetje te heffen, en wel minstens f 0.25, aan welk „minstens" de volle betcekenis wordt gehecht, die het gemeenlijk bij zulk soort liefdadige gelegenheid heeft. Volstrekt geen bezwaar zal door de controleurs worden ge maakt, indien 'in deze aan het tarief niet- strikt de hand wordt gehouden. SCHIETV. „GEN. VAN MERLEN". Begunstigd door prachtig weer, hield Zon dag, de schietvereeniging „Gen. v. Merlen" haar jaarlijksche huishoudelijke zomereind- wedstrijd op geweer No. 195. De wedstrijd ving aan des morgens 10 uur met eene vrije-baan-wedstrijd: te 1 uur vond de 'eerewedstrijd plaats om het gouden horloge aangeboden door mevr. de douairière mr. D. .Visser van Hazerawoude. Dit werd gewonnen door don heer W. Waa lewijn met 43 van de 50 punten. scheen verbaasd en Arthur glimlachte ge- j dwongen. Maar Johanna was verstoord op inij. „Waarlijk, de wijn schijnt u naar het' hoofd gestegen te zijn," zeide zij zacht tot taij, toen wij van de- tafel opstonden. „Dat is mogelijk Johanna en in elk geval Uw schuld. Gij hebt mij reeds gisteren onder fle tafel willen brengen." „Hoor eens, neef; ik zou bijna willen, dat gij zulk een zwijger en zoo onbeduidend waart als men u ons had voorgesteld." „Pas op, dat ik n niet aan uw woord houd. Het zou gemakkelijker zijn dan gij denkt en binnen acht dagen zal de verandering mis- fchien plaats vinden; dan zou het voor u te aat ziju om uw wensch te betreuren." Op dit oogenblik nam de heer Wolters mijn irin en verzocht mij, in den tuin met .hem een ^igaar te rooken. Een samenspraak met hem was juist wat ik het meest vreesde, maar ik had geen voorwendsel om zulks te weigeren, i „Beste Karei," begon hij, zoodra wij alleen waren, „het is mij niet aangenaam, dat gij Jen heer Holm hier gebracht hebt; ofschoon ■ij een zeer achtenswaardig man is, had ik Jat. niet gewenscht." 1 „Dat snap ik niet, beste oom!" antwoordde ik met goed gespeelde verwondering. „Ik kensch vriendschap te sluiten met den heer Holm. Johanna heeft mij veel goeds van hem tezegd." „Johanna! Dat kind geeft zooveel om hem ils de poes." „Blind! Zij is bijna achttien jaar; dan zijn ie meisjes geen kinderen meer." „Nog eens, Johanna en hij die twee ge ven niets om elkander." „Des te beter, dan kan zijne tegenwoordig heid niet gevaarlijk zijn." „Ik spreek niet van gevaarlijk; maar ik zie dien zwaarmoedigen man niet gaarne." „Ik zal hem wat opvroolijken," antwoordde ik levendig. „Laat hem dagelijks hier ko men, en binnen enkele dagen zal hij zoo vroo- Hjk zijn als ik." „Voor den drommel, hij u meet men de puntjes op de i zetten. Hoor eens, hij is op Marianne verliefd. begrijpt ge nu?" „Waaruit maakt gij dat op, oom?" „Waaruit? Ik weet het, en daarmede punc- j turn. Ik weet bovendien ook, dat Marianne' hem niet mag lijden. Daarom is het heter dat hij thuis blijft eu ons zijn smaehtenden blik bespaart." „Dus Marianne mag hem niet lijden?" zeide ik tot mij zeiven. „Wacht eens, oude slim- mert, wij zullen eens een grap hebben." „Heb ik geen gelijk," vroeg de heer Wol ters. „Ach, ik begrijp dat zij hem bevalt, omdat ik zelf verliefd, ben; maar als zij overigens allen, die op haar verlieven, op een afstand moet houden, dan zouden wij eigenlijk als kluizenaars moeten leven." „Zijt gij gek, jongen? Gij, haar toekomstige man, spreekt daar zoo lichtvaardig over. „Men moet slim zijn, oom, en vaak doen, alsof men niets zag; wantrouwen zou het kwaad slechts verergeren. Marianne zal steeds oprecht ïmndetea; bovendien zegt gii i zelf, dat zij hem niet kan lijden." „Ja, ja; maar zij haat hem toch ook niet. Zij kan hem van niets beschuldigen maar hij hindert haai-, en daarom en De eerlijke man wist niet wat hij zeggen zou. De waarheid viel hem zwaar. „Door het veelvuldig verkeer zal dat wel veranderen," verzekerde ik. „Het is een slech te gewoonte, zich door anderen te laten hin deren, daardoor kan men ten «lotte men- schenschuw worden." De heer Wolters zag mij verwonderd aan. „Ik vrees dat er op uwe reizen iets van uwe verstandige zienswijze en de strenge inzich ten van onze familie is verloren gegaan. Gij zijt wezenlijk niet meer de oude. Uw vader zal zich daarover niet weinig verwonderd hebben." Natuurlijk, beste oom. Ik heb zelf moeite mij te herkennen. Gij hebt gelijk, dat komt van mijn reizen." „Zijt gij te Parijs zoo veranderd? Uit brie ven van Ween en, die uw vader mij heeft me degedeeld, kan men niet merkbaar opmaken, dat gij zoo vroolijk en opgewekt geworden zijt." „Vroolijk en opgewekt ben ik, dat beken ik gaarne; maar wees er verzekerd van, dat ik nooit iets slechts bedreven heb." „Jeugd heeft geen deugd en ik zal de on vermijdelijke dwaasheden niet veroordeelen. Naar ik hoop zijt gij nu bezadigder geworden en denkt nu meer aan den ernst des levens." „Oom, ik vrees dat gij u vergist. De ernst de« levens is nog verre van mij. Wees toe gevend en laat uw hart spreken, als uw ver stand mij zou veroordeelen." Ik drukte hem de hand; lk begreep zeer goed, hoe noodig ik zijne toegevendheid had. In den loop van het gesprek bespeurde ik, dat de sedert twaalf jaren besproken familie- vereeniging zijn meest geliefkoosde lieve- lingswensch was, ofschoon hij overigens Ar thur Holm hoogschatte. Na onze wandeling door den tuin ontmoet ten wij weder de anderen op de Belvédère. Johanna plakte een stuk papier aan den schommel vast. „Wat doet gij daar, kind?" vroeg haar vader. „Ik plak den naam „Karei" aan de galg, als straf voor al de domheden, die hij van daag gezegd en gedaan heeft. Denk eens aan, papa, hij noemde mijn schommel een galgi Tot zijn «chande moet zijn naam hier aan den schommel hangen." De tijd verstreek zeer aangenaam. Johanna was het vroolijke element der familie en ook Marianne was spraakzamer. Plotseling kwam een bediende met de boodschap dat er bezoek gekomen was. Ik voelde het bloed in mijne aderen stollen. Misschien kenden zij mij of den werkelijken neef en zouden dan zekerlijk mijn incognito verraden. Reeds dacht ik te vluchten, maar ik had ongaarne mijn rendez-vous met Marianne en de gele genheid haar een dienst te kunnen bewijzen, opgegeven. „Bezoek?" riep Johanna. „Hoe vervelend! Wie is er gekomen?" De bediende noemde den naam. Deze was onbekend; een aanzienlijk landeigenaar uit den omtrek. „Zou ik hem kennen?" vroeg ik onzeker. Allen lachten en verzekerden, dat die fami lie mij onbekend was. De heer Holm excu seerde zich en wij keerden in het woonhuis terug. Tot mijn geluk kende ik niemand van de gasten. Het gezelschap was vervelend: de nichten onderhielden zich met de jonge da mes; de heer en mevrouw Wolters keuvelden met hunne ouders en 11c moest den zoon niet zijn huisonderwijzer te woord staan. Hon derdmaal keek ik naar de klok; ik voorspelde een verschrikkelijk onweêr en sprak van mo gelijke ongelukken bij het rijden in den don ker, maar niets hielp- Toen die lieden echter wilden vertrekken, was Johanna zoo wreed hen to verzoeken ook den avond te Leehans door te brengen. „Gij zult toch," voegde zij er aan too, „mijn neef dit eerste veTzoek niet afwijzen?" Ik had van gramschap wel nit mijn vel kunnen springen. Voor den avondmaaltijd begaven wij ons feestelijk paarsgewijze naar de eetzaal. Ik bood Marianne mijn arm aan en zij volgde mij als een offerlam; zij klaagde dat haar hoofdpijn haar weder zoo kwelde. Het was mij onmogelijk vertrouwelijk met Marianne te spreken, daar de huisonderwijs zer aan de andere zijde naast baar zat. IWordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1913 | | pagina 6