&lV.2~Weeftüfr~2>eï?. «3arteljorlsstraat 27. ;TeJefJ77& Speciaal adres voor schooilaarzen.
Landbouw en Visscherij
KERKNIEUWS.
Sport en Wedstrijden.
yeer 80 onzer zwaarste patiënten namen we
onzen intrek in de kazerne.
Den avond tevoren spraken we den col
lega, wiens hospitaal wij den volgenden dag
zouden overnemen, en hij vertelde ons, dat
alles er keurig in orde was, en geen en
kele patient geïnfecteerd was, met uitzon
dering van een enkele, die onmiddellijk
moest worden geamputeerd.
:intrek namen, stonden wij allen verstomd
een 20 verlamde beenen voor den dag kwa-
over wat we zagen, en de algemeene opinie
was, dat hier een volslagen gek gewerkt
had. Op de eerste zaal lagen bijna uitslui
tend amputaties, jammerend van de pijn.
Op een volgende zaal lagen bijna alleen
gipsverbanden, op de meest ergerlijke ma-
[nier ingegipst. Later hoorden we, dat deze
Idoor een willekeurigen soldaat ingegipst
werden. Het laat zich dan ook begrijpen,
dat toen wij de gips afnamen, er ongeveer
een 20 verlamde b\e-enen voor den dag kwa
men.
Alle patiënten op 3 na hadden hooge
koorts en waren vreeselijk geïnfecteerd. Be-
'halve dat we al deze patiënten, die onmid
dellijk hulp noodig hadden, moesten helpen,
was het ook van het grootste belang alles
te organiseeren. De gebouwen, waarover we
de beschikking kregen, waren voor zieken
huis zeer goed bruikbaar. Rondom een soort
groot plein staan langs drie zijden vier lange
gebouwen. In het midden der vierde zijde
is een klein gebouwtje, terwijl er in het
[midden van het plein wederom een groot
'vierkant gebouw staat.
De vier lange gebouwen herbergen ieder
langen zalen, 4 zalen van 24 bedden en
,een kleinere van 18 bedden, terwijl er nog
;2 groote en 2 kleine kamers in zijn.
1 Van de kamers in de diverse paviljoens
[hebben we er 9 in beslag genomen voor
{onze behuizing en een voor Röntgenkamer.
Een der kleinere zalen is eet- en conver
satie zaal. Het kleine gebouwtje, bevattende
2 groote kamers en een kleine kamer,
[dient ons als verbandkamer en septische
operatiekamer. Het kleine kamertje is ste
rilisatiekamer en bevat een groote en een
kleine autoclaaf en een kast voor verband-
'materiaal.
Het groote gebouw midden op het plein
bevat de groote frissehe keuken, 2 kamers
voor de administratie en de aseptische ope
ratiekamer.
Deze operatiekamer is uitstekend inge
richt. Geheel gewit en met linoleum op den
bodem, ziet het er gezellig uit. Een mooie
•glazenkast bevat de instrumenten en een
[andere kast de overige benoodigdheden. In
!den hoek staan een autoclaaf en een in-
jstrumenten-sterelisator en boven de opera
tietafel hangen 2 groote electrische lampen.
'Aan de zijde tegenover den ingang staan
de waschbakken. Daar er geen dag voor
bijgaat, dat er geen aseptische operaties
[zijn, is deze tak van dienst opgedragen aan
de zusters De Groote, Kurtz en Vermaas.
We hadden deze week bezoek van een
Poolsch medicus, die in Belgrado werkte
en nu met een Poolschen journalist een reis
door Servië maakte. Deze zeide niet te heb
ben kunnen denken, dat ze in Waljewo een
dergelijk hospitaal zouden vinden, daar 't
dn elk opzicht beter was ingericht dan welk
reserve hospitaal in Belgrado ook.
j Ondanks het drukke werk, zijn de zusters
allen opgewekt, en nu zuster Westerhof,
[die een zeer ernstige handinfectie had, ook
-weer aan de betere hand is, laat de stem
ming, die een paar dagen een beetje ge
drukt was, niets te wenschen.
Dr. Van Tienhoven laat nog volgen de
vertaling van een stukje uit de te Belgrado
verschijnende Tribuna, waaruit blijkt, dat
het werk der ambulance zéér wordt ge
waardeerd.
- Aardappelrooimaeliines! Onder groote
belangstelling werd, meldt de Pr. Gr. Crt., op
het land van den heer H. Tuin te Zuidbroek,
een proef genomen met aardappelrooimachi-
nes. De merken New-Ideal, Orginal-Harder
en New-Vulean van den heer K. Dreesman
te Veendam voldeden goed, behalve dat de
gerooide aardappelen wat ver over den akker
verspreid raakten, zoodat er nogal Wat zoe
kers aan te pas kwamen.
De machines werden gemakkelijk door
twee paarden voortgetrokken.
Nu de stakingen aan de orde van den dag
rijn zal ongetwijfeld menig landbouwer des
te eerder tot het aanschaffen van een dus-
Jan ige machine overgaan.
Van een Feestcomité. De Haagsche Crt.
vertelt:
Toen de historische optocht eindelijk, om
streeks 3 uur, Houtrust had verlaten, renden
jde comité-leden in auto's naar 't gebouw
tNoordeinde, om zich daar snel in hun rok to
steken, waarin ze voor H. M. de Koningin
moesten verschijnen.
De chauffeurs haastten zich wat ze kon
den, en men raakte den stoet dan ook een
prachtig eind voor. Maar daar in 't gebouw
Noordeinde zat de deur op slot, en.... nie
mand had den sleutel. Vergeten was ook
iemand in 't gebouw achter te laten.
Langs een ladder is een der heeren toen
ten slotte in 't gebouw geklommen. Men deed
de fracs aan; verliet ijlings 't gebouw. En
vergat een der leden, die zich toen later
door stuk slaan van eeu ruit, naar huiten
baan heeft moeten maken.
Want deze ongelukkige vond bij zijn weg
gaan, evenals hij zijn komst, de deur secuur
op slot En er was geen sterveling om hem
die open te draaien.
Optoclit-verkooping. De staatsiekaros
sen, voertuigen en praalwagens, die Vrijdag
in den optocht te 's-Gravenhage de bewonde
ring van het publiek wekten, stonden Zater
dag weer op Houtrust om geveild te worden.
De „Nieuwe Ct." vertelt over deze verkoo-
ping het volgende:
De karossen, waarvan sommige ons als
oude bekenden uit lustrumoptochten toesche
nen, waren nog in behoorlijken staat; maar
de praalwagens wat geschonden hier en daar;
de zee om de galjoot zat met gaten, gouden
engelen waren vleugels en neus kwijt, ver
gulde muzen waren geheel en al verdwenen,
gothiek versierselen toonden hoe hro^s ze
waren, ondanks den uiterlijken schijn'', en van
het poortje, op den Pulchriwagen, was een
der karyatiden onder zijn taak bezweken....
Sic transit gloria.... "óók dio van een op
tocht.
Bijster groot was de belangstelling voor
deze veiling niet en zeker waren er onder de
omstanders maar weinigen, belust op een
souvenir aan den historischen optocht. Het
is waar, zoo'n staatsiekoets of 'n praalwa
gen is wat lastig mee te nemen als herinne
ring. Wat zich hiervoor nog eenigszins leen
de, was het prieeltje, waarin Betje Wolf en
Aagje Deken gezeten hebben en dat voor
8.75 door een der hoofdbestuurders van de
optochtcommissie gekocht werd. Een ander
nummer uit de veiling, dat licht tot souve
nir had kunnen dienen, waren twee uilen
van gips, die nu weggingen naar een koo-
per, voor5 cent het paar.
De opkoopers vormden een belangrijk deel
van het veilingspubliek en verder waren er
eenige jongelui, die voor studenten aange
zien werden en dan misschien voor hun aan
staande maskarade eens kwamen kijken;
dan leden van feestcommissies, 't insigne op
hun jaslapel, uit plaatsen, waar het onafhan-
kelijkheidsfeest nog gevierd moet worden,
m. n. uit Breda; de heer Wilson, tooneeldi-
rccteur en costumier uit Hoorn, waar men
ook nog een optocht krijgt. Ook de president
van de optochtcommissie, de heer AE. baron
Mackay, kwam eens kijken en de vorzitter
van de terreincommissie, mr. D. W. Mol-
huysen.
Vóór den aanvang van den verkoop deel
de de deurwaarder, do heer W. J. Bikbergen,
de veilingsvoorwaarden mede; voetstoots zou
den de verschillende nummers verkocht wor
den en Maandag voor vier nnr moet alles
weg ziju. Toen kwam de afslager, die het tee-
ken zijner waardigheid, den hamer, tnsschen
zijn gekleede jas gestoken had aan het
woord en klink zijn stem over het veld. Drie
gulden, drie en half, vier, wie meer? Nie
mand meet? Dèar, vier en half, vijfAan
vankelijk was er niet veel animo, de meeste
praalwagens werden zonder het wagenoH-
derstel verkocht en het meerendeel der koop
lustigen zag er niet meer dan brandhout in.
Van de staatsierijtuigen hadden de wielen
do meeste waarde. Zoo ging het bovenstel
van het gouden wagentje, waarin „do Histo
rie" gezeten heeft, voor 3 weg en het onder
stel voor 18. Het wagentje van Melis Sto
ke, zonder de wielen werd voor ƒ5.50 door
een Haagseh opkooper gekocht. Het zou best
te gebruiken zijn op een tentoonstelling, zeide
de man, voor champagnetentje of sigaren-
kiosk! De bovenstellen van de praalwagens
brachten gemiddeld niet meer dan 10 op;
alleen die met den grooten rooden troonhe
mel, waarop Philips de Groote zat, haalde
20 en die van den Muiderkring, met het
orgel, waar het instrument echter was uit
gehaald, werd voor 210 verkocht, voor een
optocht; 2 staatsierijtuigen gingen voor 150
weg, omdat de wielen goed bruikbaar zijn,
verklaarde de onverschillige kooper; de derde
koets wit met verguld beeldhouwwerk, ging
voor 195; de Chineesche draagstoel voor
20 en de heide rosbaren zonder de wielen,
voor 7.25 en 7.50. De galjoot, zonder on
derstel, werd voor 27 gekocht; de lantaarns
werden gezegd van koper te zijn, wat even
stagnatie gaf in de veiling; maar 't bleek
waardeloos metaal, van buiten met een geel-
kooper tintje en van binnen, door de rose
ruitjes, net rood kooper! Het bovenstel van
den schilderkunstwagen „met de poort van
Kleef" zei de afslager, bracht 20 op; het
bovenstel van 't wagentje van den paukenist
voor 2.25 en dat waar Frederik Hendrik en
Amalia van Solms inzaten, voor 4.25.
De opbrengst in totaal, netto, zonder vei-
lingsgelden etc., was truim 700.
De gemeenteraad van Balgoy. De strijd
met de pers. De voorzitter. Nu krijgen we
de aanbieding der teekening ©ener nieuw
te bouwen school met besluit hemen dien
aangaande, en aankoop van grond en wat
hiermede in verband staat. Ja, heeren, bij
het besluit nemen is geen bezwaar en ook
niet bij de voorafgaande besprekingen, als
die verslaggever er niet bij zat. Dan kon
den de voorafgaande besprekingen in de
openbare vergadering plaats hebben, het
geen nu niet kan, daar hij de laatste ver
gadering zeer onbeschoft is geweest. Toen
Van Kempen hem beleefd vroeg om zijn
voorstel niet in de courant te plaatsen, was
hij zoo onbeschoft om te zeggen: dat zal
ik weten, Van Kempen. Ten slotte was hij
nog zoo brutaal het toch in de courant te
plaatsen. Nu zou het kunnen zijn, dat er
besprekingen gehouden worden, welke men
niet gaarne in de courant heeft, en als men
dan zoo'n verslaggever zou verzoeken het
uit te laten, dan zou hij weder onbeschoft
genoeg zijn het er toch in te zetten. Om
dit alles te voorkomen, stel ik voor de ver
gadering te sluiten om de voorafgaande be
spreking in een besloten vergadering te hou
den, waarna dan in een openbare vergade
ring een besluit genomen kan worden. Was
die verslaggever niet zoo brutaal en onbe
schoft geweest, dan had zulks niet plaats
behoeven te hebben, om deze reden sluit ik
de openbare vergadering.
Het publiek vertrekt met den veldwach
ter, gevolgd door Piet en zijn stoel. Nauwe
lijks is de verslaggever buiten, of de deur
wordt met een smalc dichtgemaakt. De veld
wachter posteert zich naast de deur, Piet
de verslaggever zet zich op zijn stoel daar
naast en schrijft in de brandende zon zijn
voorloopig verslag. Intusschen komt de heer,
Wiessing uit Overasselt die met den verslag
gever een praatje maakt. Nauwelijks ech
ter wordt de heer Wiessing opgemerkt, of
Van Kempen opent de deur en verzoekt
den heer Wiessing binnen te komen, waarna
de deur weder gesloten wordt.. Nadat de
slaggever een sigaar aan den veldwachter
gepresenteerd heeft en hij op een gezel
lige manier eenige woorden met de aanwe
zigen gewisseld heeft, merkt hij op, dat
er reeds een uur verloopen is en tevens,
dat een raadslid voor het raam op den uit
kijk zit om te zien of die beroerde verslag
gever er nog Is. Deze, dit merkende, gaat
nader tot het raam en ziet, dat de deur
geopend wordt. Hij stapt binnen, gevolgd
door den veldwachter en het overgeschoten
publiek. Bij het binnentreden der raadzaal
ziet hij een teekening ter tafel liggen, welke
door den heer Wiessing wordt toegelicht.
Intusschen verneemt hij, dat het een teeke
ning is voor de verbouwing der school om
deze als gemeentehuis met veldwachterswo-
nipg in te richten. Vervolgens hoort hij,
dat de heer Berben zegt: als er maai' geld
voor is.
(Van een besluit ln zake bet bouwen eenër
school verneemt hij niets. Volgens verkla
ring van eenige leden na de vergadering
was dit besluit reeds genomen).
Na een breede discussie over het in orde
maken van twee slaapkamers in de onder
wijzerswoning, deelde de voorzitter nog me
de, dat de jongen van Janssen uit Neder-
asselt een gulden betaald heeft voor het
vernielen der peuters (boompjes).
Hierna sluit hij de interessante vergade
ring. Centrum.
Een unicum op onderwijsgebied. Men
schrijft uit Gemonde aan de 's-Hert. Ct.:
Het kerkdorp Gemonde heeft een gemeen
schappelijke school, die behoort aan de ge
meenten Boxtel, Sehijndel, St. Michiels-
Gestel en St. Oedenrode, tezamen 46 raads
leden tellende. Op het oogenblik is er aan
de school te Gemonde een onderwijzersbe
noeming aanhangig en de dagelijkscho be
sturen van de vier gemeenten hebben met den
schoolopziener uit het arrondissement Oir-
schot gezamenlijk een voordracht gemaakt
van 4 personen.
Nu komen alle 46 raadsleden, vertegen
woordigende een totale bevolking van pl.m.
23000 zielen, in beweging, om de beste keuze
te doen. Het resultaat is wel eens verras
send. Zoo ook nu.
Boxtel benoemde den heer Fooi nit Baard
wijk, St. Michiels-Gestel, den heer Van Ha
ren uit Grave en St. Oedenrode den heer De
Bont nit Zijtaart (Vechel).
Sehijndel zal mogelijk wel een der drie ge
noemden stemmen, doch daarmede heefji nog
geen der solliciteerenden een volstrekte
meerderheid. Het lot zal dan moeten beslis
sen en zoo bestaat do mogelijkheid, dat
iemand de betrekking krijgt, die van de 46
niet.
1
stemmen er 6 heeft, de meerderheid in éénf voelen voor de onafhankelijkheidsfeesten mei
gemeente. Zoo iets bestaat in het beele land menschen, die ons verguizen en belasteren»'
Dankend,
EEN R. K. WERKMAN,
Noot der Redactie.
Gingen ook wij alleen te rade bij Jns
gevoel, zooals „Een R. K. Werkman" blijk
baar doet, dan kwamen wij waarschijnlijk
I tot dicht bij, dezelfde conclusie als de schrij.
j ver van bovenstaand „Ingezonden Stuk". Een
vraag, echter 1 Zullen wij, omdat anderen dat
doen, zullen ook wij medewerken om de een
heid van ons volk in gevaar te brengen?
Mogen wij dat?
EEN PRANSCH TIJDSCHRIFT OVER ONZE
„HEILIG-LAND-STICHTING".
Het Fransobe tijdschrift „Jérusalem" geeft
de volgende mededeeling en beschouwing over
de „Heilig-Land-Stichting" in Nederland.
Met goedkeuring van den H. Stoel en on
der de hooge bescherming van Zijne Eminen
tie .Vinoenzo Vannutelli, Kardinaal der H.
Roomsohe Kerk, is in Nederland een werk
begonnen, genaamd „Heilig-Land-Stichting."
In het bestuur dier stichting hebben zitting
verscheidene leden van den Katholieken adel,
leden van de beide Kamers der Staten-Ge-
neraal, meest allen commandeur of ridder in
da orde van het H. Graf, d. m. z. „l'élite du
pays".
Het doel van de stichting is tweevoudig;
ten le, onzen Heer Jesus Christus beter te
doen kennen en Zijne onmetelijke liefde voor
ons in de verlossing; ten 2e de liefde der
menschen voor Hem te doen toenemen.
Men wil dat doel langs vier wegen berei
ken:
Ten le. gronden uitkiezen gelijkend op Pa
lestina en er bouwen in den stijl van dat
land; in bouw-, beeldhouw- en schilderkunst
de geheimen vieren van het H. Land. Daar
toe heeft de stichting in de „pittoresques"
omstreken van Nijmegen een geaccidenteerd
te ito in gekocht, „légèrement montagneux",
bijna vijftig hectaren groot.
Ten 2e een bijbelsch museum doen oprichten,
waarin zal worden tentoongesteld eene ver
zameling van voorwerpen, die het heilig
Land en zijne bewoners beter leeren ken
nen, en het lezen en de studie der H. Schrift
zullen vergemakkelijken.
Ten 3e. door eene fijn geïllustreerde uitga
ve van Annalen en door conferenties met
kunstvolle lichtbeelden overal de belangstel
ling gaande maken voor de ligging, de gebou
wen, de gebruiken van Palestina en zoo be
ter de verheven schoonheden te doen begrij
pen van de gewijde boeken.
Ten 4e. hen, die de heilige plaatsen, door
's Heeren leven en lijden zoo aantrekkelijk
geworden, wenschen te bezoeken, in raad
en practische wenken bij te staan, en op
vaste tijden pelgrimstochten naar bet H. Land
te organiseeren.
Z. D. H. Mgr. van de Ven, bisschop van
's Bosch (het verkregen terrein is namelijk
in zijn diocees gelegen) heeft reeds als gees
telijk raadgever-directeur der stichting een
priester aangewezen, die later pastoor zal
worden van eene nieuwe parochie, welke daar
onder den naam van ,,'t Heilig Land" zal
worden opgericht.
Weldra zal begonnen worden met den bouw
van kerk, pastorie, klooster en museum.
Aldus het tijdschrift „Jérusalem".
En in de laatste aflevering van 4 Aug. 1913
van dit tijdschrift schrijft een inzender:
Y/at een heerlijke zaak, als men in Frank
rijk dit verheven werk ging navolgen en der
gelijke ondernemingen aanving, hetzij in Brc-
ta.gne, in Nomiandië, Savoye, in de jVogesen
of welke andere Katholieke streek, die er
zich goed voor leent, Wat een massa volk
zou zulke stichting trekken en wat een goeds
zou er van zulks stichting voor Frankrijk uit
gaan, „Msb."
INVOERRECHT OP SLACHTPAARDEN
IN FRANKRIJK.
Bij beschikking van den Franschen minister
van landbouw, d.d. 25 Aug. zijn de volgende
voorschriften uitgevaardigd in verband met
de wet van 16 Aug., houdende vaststelling
van een afzonderlijk invoerrecht van voor de
slachtbank bestemde paarden.
Slaohtpaarden mogen alleen worden inge
voerd uit landen, waaruit de invoer van paar
den in het algemeen niet is verboden.
Na het veeartseniikundig onderzoek en na
voldoening van de verschuldigde rechten moe
ten de dieren, onder, geleidebrief, binnen 10
dagen naar een openbaar slachthuis vervoerd
worden.
De geleidebrief moet eene beschrijving der
dieren bevatten..
De geleidebrief zoowel als de eigenlijke ver
gunning tot invoer, afgegeven door den met
liet onderzoek belasten veeartsenijkundige,
moeten de dieren vergezellen en a.an den "ge
zondheidsdienst van het abattoir van be
stemming afgeleverd worden. (St. Ct.)
INVOER VAN SLACHTVEE IN ZWITSER-
LAND.
Bij besluit van de Zwitsersche regeering
d.d. 13 Aug. j.l., is de invoer van voor de
slachtbank bestemde koeien, vaarzen en stie
ren weder verboden. Als gevolg van dit be
sluit kunnen thans alleen ossen en kalveren,
voor de slachtbank bestemd, ingevoerd wor
den. De invoer van kalveren echter is slechts
tot 31 October a.s. geoorloofd. (St. Ct.)
i&iQES&isoEfi.
Voor den Inhoud dezer rubriek stelt de
Redactie zich niet aansprakelijk.
Van ingezonden stukken, geplaatst of niet
geplaatst, wordt de copy den inzender niet
teruggegeven.
MOETEN WIJ NU FEESTVIEREN?
Geachte Redactie I
Onderstaand beleefd ter opname aangebo
den.
In den verkiezingstijd ontvingen wij een
circulaire, ondertoekend door de heeren
Kleijnenberg en Slingenberg, waarop voor
kwam dat onze Christ. Hist, candidaat zou
loopen aan den leiband der Roomsohe pries
ters. Dit laatste „vet" gedrukt i
Bij een verkiezing voor wethouder stemt
al wat links is, nimmer rechts. De minder
heid moet onderdrukt wotrden; de reohtsche
raadsleden zijn teneenenmale ongeschiktIets
anders is uit hun houding niet op te maken.
Moeten wij nu met deze menschen feest gaan
vieren
Laat ze dat doen met Nagtzaam e. a., In
strijd met de bewering der redactie, dat de
menschen naar dit feest met verlangen uit
zien, kan ik u mededeelen, dat de meesten
der onzen onder deze omstandigheden niets
DE LIEFDADIGHEIDSWEDSTRIJD.
Men schrijft ons:
Zondag a.s. wordt het seizoen door de rood-
broeken geopend met een friendly-gamo te
gen Vitesse uit Arnhem, kampioen der Oos
telijke le klasse, op het Haarlemveld aan
den Sehoterweg.
Zou in gewone omstandigheden,, deze een
voudige annonce voldoende zijn, om de voet
balliefhebbers in 't algemeen, de Haarlem
aanhangers in het bijzonder, naar den Seho
terweg te doen. gaan, al was 't alleen maar
door de aantrekkelijkheid, die steeds zoo ka
rakteristiek hoort bij het „voor 't eerst weer";
thans mag ©en meer speciale opwekking niet
achterwege blijven, aangezien het iets bij
zonders geldt. De oefenwedstrijd toch zal er
één zijn, voor een liefdadig doel; de recette
zal afgedragen worden, ten deele aan de
Haarlemsche Ljg-hal, ten deele aan de Scho-
tenscho armen; dit in verband met het eigen
standpunt der H. F. O. „Haarlem" in de
Onafhankclijkheidswedstrijden, die alom in
don lande gehouden worden; zooals het een
en ander reeds eenige dagen terug vermeld
heeft gestaan.
De entrée-prijzen zijn voor niet-leden als
van oiids f 0.25, f 0.50 en f 1. Over houders
van seizoenkaarten behoeft niets gezegd te
worden, want die zijn er Zondag niet, cn het
publiek kan zich dat dan nog niet maken
ook.
Voor leden, donateurs en houdsters, van
dameskaarten van het vorig seizoen, heeft
het bestuur besloten eveneens een klein en-
tréetje te heffen, en wel minstens f 0.25, aan
welk „minstens" de volle betcekenis wordt
gehecht, die het gemeenlijk bij zulk soort
liefdadige gelegenheid heeft. Volstrekt geen
bezwaar zal door de controleurs worden ge
maakt, indien 'in deze aan het tarief niet-
strikt de hand wordt gehouden.
SCHIETV. „GEN. VAN MERLEN".
Begunstigd door prachtig weer, hield Zon
dag, de schietvereeniging „Gen. v. Merlen"
haar jaarlijksche huishoudelijke zomereind-
wedstrijd op geweer No. 195.
De wedstrijd ving aan des morgens 10
uur met eene vrije-baan-wedstrijd: te 1 uur
vond de 'eerewedstrijd plaats om het gouden
horloge aangeboden door mevr. de douairière
mr. D. .Visser van Hazerawoude.
Dit werd gewonnen door don heer W. Waa
lewijn met 43 van de 50 punten.
scheen verbaasd en Arthur glimlachte ge- j
dwongen. Maar Johanna was verstoord op
inij. „Waarlijk, de wijn schijnt u naar het'
hoofd gestegen te zijn," zeide zij zacht tot
taij, toen wij van de- tafel opstonden.
„Dat is mogelijk Johanna en in elk geval
Uw schuld. Gij hebt mij reeds gisteren onder
fle tafel willen brengen."
„Hoor eens, neef; ik zou bijna willen, dat
gij zulk een zwijger en zoo onbeduidend
waart als men u ons had voorgesteld."
„Pas op, dat ik n niet aan uw woord houd.
Het zou gemakkelijker zijn dan gij denkt en
binnen acht dagen zal de verandering mis-
fchien plaats vinden; dan zou het voor u te
aat ziju om uw wensch te betreuren."
Op dit oogenblik nam de heer Wolters mijn
irin en verzocht mij, in den tuin met .hem een
^igaar te rooken. Een samenspraak met hem
was juist wat ik het meest vreesde, maar ik
had geen voorwendsel om zulks te weigeren,
i „Beste Karei," begon hij, zoodra wij alleen
waren, „het is mij niet aangenaam, dat gij
Jen heer Holm hier gebracht hebt; ofschoon
■ij een zeer achtenswaardig man is, had ik
Jat. niet gewenscht."
1 „Dat snap ik niet, beste oom!" antwoordde
ik met goed gespeelde verwondering. „Ik
kensch vriendschap te sluiten met den heer
Holm. Johanna heeft mij veel goeds van hem
tezegd."
„Johanna! Dat kind geeft zooveel om hem
ils de poes."
„Blind! Zij is bijna achttien jaar; dan zijn
ie meisjes geen kinderen meer."
„Nog eens, Johanna en hij die twee ge
ven niets om elkander."
„Des te beter, dan kan zijne tegenwoordig
heid niet gevaarlijk zijn."
„Ik spreek niet van gevaarlijk; maar ik
zie dien zwaarmoedigen man niet gaarne."
„Ik zal hem wat opvroolijken," antwoordde
ik levendig. „Laat hem dagelijks hier ko
men, en binnen enkele dagen zal hij zoo vroo-
Hjk zijn als ik."
„Voor den drommel, hij u meet men de
puntjes op de i zetten. Hoor eens, hij is op
Marianne verliefd. begrijpt ge nu?"
„Waaruit maakt gij dat op, oom?"
„Waaruit? Ik weet het, en daarmede punc- j
turn. Ik weet bovendien ook, dat Marianne'
hem niet mag lijden. Daarom is het heter dat
hij thuis blijft eu ons zijn smaehtenden blik
bespaart."
„Dus Marianne mag hem niet lijden?" zeide
ik tot mij zeiven. „Wacht eens, oude slim-
mert, wij zullen eens een grap hebben."
„Heb ik geen gelijk," vroeg de heer Wol
ters.
„Ach, ik begrijp dat zij hem bevalt, omdat
ik zelf verliefd, ben; maar als zij overigens
allen, die op haar verlieven, op een afstand
moet houden, dan zouden wij eigenlijk als
kluizenaars moeten leven."
„Zijt gij gek, jongen? Gij, haar toekomstige
man, spreekt daar zoo lichtvaardig over.
„Men moet slim zijn, oom, en vaak doen,
alsof men niets zag; wantrouwen zou het
kwaad slechts verergeren. Marianne zal
steeds oprecht ïmndetea; bovendien zegt gii i
zelf, dat zij hem niet kan lijden."
„Ja, ja; maar zij haat hem toch ook niet. Zij
kan hem van niets beschuldigen maar hij
hindert haai-, en daarom en
De eerlijke man wist niet wat hij zeggen
zou. De waarheid viel hem zwaar.
„Door het veelvuldig verkeer zal dat wel
veranderen," verzekerde ik. „Het is een slech
te gewoonte, zich door anderen te laten hin
deren, daardoor kan men ten «lotte men-
schenschuw worden."
De heer Wolters zag mij verwonderd aan.
„Ik vrees dat er op uwe reizen iets van uwe
verstandige zienswijze en de strenge inzich
ten van onze familie is verloren gegaan. Gij
zijt wezenlijk niet meer de oude. Uw vader
zal zich daarover niet weinig verwonderd
hebben."
Natuurlijk, beste oom. Ik heb zelf moeite
mij te herkennen. Gij hebt gelijk, dat komt
van mijn reizen."
„Zijt gij te Parijs zoo veranderd? Uit brie
ven van Ween en, die uw vader mij heeft me
degedeeld, kan men niet merkbaar opmaken,
dat gij zoo vroolijk en opgewekt geworden
zijt."
„Vroolijk en opgewekt ben ik, dat beken ik
gaarne; maar wees er verzekerd van, dat ik
nooit iets slechts bedreven heb."
„Jeugd heeft geen deugd en ik zal de on
vermijdelijke dwaasheden niet veroordeelen.
Naar ik hoop zijt gij nu bezadigder geworden
en denkt nu meer aan den ernst des levens."
„Oom, ik vrees dat gij u vergist. De ernst
de« levens is nog verre van mij. Wees toe
gevend en laat uw hart spreken, als uw ver
stand mij zou veroordeelen."
Ik drukte hem de hand; lk begreep zeer
goed, hoe noodig ik zijne toegevendheid had.
In den loop van het gesprek bespeurde ik,
dat de sedert twaalf jaren besproken familie-
vereeniging zijn meest geliefkoosde lieve-
lingswensch was, ofschoon hij overigens Ar
thur Holm hoogschatte.
Na onze wandeling door den tuin ontmoet
ten wij weder de anderen op de Belvédère.
Johanna plakte een stuk papier aan den
schommel vast.
„Wat doet gij daar, kind?" vroeg haar
vader.
„Ik plak den naam „Karei" aan de galg,
als straf voor al de domheden, die hij van
daag gezegd en gedaan heeft. Denk eens aan,
papa, hij noemde mijn schommel een galgi
Tot zijn «chande moet zijn naam hier aan
den schommel hangen."
De tijd verstreek zeer aangenaam. Johanna
was het vroolijke element der familie en ook
Marianne was spraakzamer. Plotseling
kwam een bediende met de boodschap dat
er bezoek gekomen was. Ik voelde het bloed
in mijne aderen stollen. Misschien kenden zij
mij of den werkelijken neef en zouden dan
zekerlijk mijn incognito verraden. Reeds
dacht ik te vluchten, maar ik had ongaarne
mijn rendez-vous met Marianne en de gele
genheid haar een dienst te kunnen bewijzen,
opgegeven.
„Bezoek?" riep Johanna. „Hoe vervelend!
Wie is er gekomen?"
De bediende noemde den naam. Deze was
onbekend; een aanzienlijk landeigenaar uit
den omtrek.
„Zou ik hem kennen?" vroeg ik onzeker.
Allen lachten en verzekerden, dat die fami
lie mij onbekend was. De heer Holm excu
seerde zich en wij keerden in het woonhuis
terug. Tot mijn geluk kende ik niemand van
de gasten. Het gezelschap was vervelend: de
nichten onderhielden zich met de jonge da
mes; de heer en mevrouw Wolters keuvelden
met hunne ouders en 11c moest den zoon niet
zijn huisonderwijzer te woord staan. Hon
derdmaal keek ik naar de klok; ik voorspelde
een verschrikkelijk onweêr en sprak van mo
gelijke ongelukken bij het rijden in den don
ker, maar niets hielp- Toen die lieden echter
wilden vertrekken, was Johanna zoo wreed
hen to verzoeken ook den avond te Leehans
door te brengen.
„Gij zult toch," voegde zij er aan too, „mijn
neef dit eerste veTzoek niet afwijzen?"
Ik had van gramschap wel nit mijn vel
kunnen springen. Voor den avondmaaltijd
begaven wij ons feestelijk paarsgewijze naar
de eetzaal. Ik bood Marianne mijn arm aan
en zij volgde mij als een offerlam; zij klaagde
dat haar hoofdpijn haar weder zoo kwelde.
Het was mij onmogelijk vertrouwelijk met
Marianne te spreken, daar de huisonderwijs
zer aan de andere zijde naast baar zat.
IWordt vervolgd.)