NEEF KAREL.
1
POLITIEKE PRAATJES.
BUITENLAND.
BINNENLAND.
Sociale Berichten.
Jtu Bon ÜËSapché.
„iofons."
Haai*liein"Bpussel> HancSsoiioesien voor» alle gelegenheden"!
ÖÖE PjROPA gandaclub moet ontwik,
KELDE LEDEN KRIJGEN.
Dit is noodig om twee redenen, ten eerste,
hbo boter de propagandist den strijd begrijpt,
hoe meer zijn vuur zal aanwakkeren, en ten
tweede, wanneer hij op huisbezoek komt, moet
hij spijkers met koppen kunnen slaan, hij
moet kunnen overtuigen en zich kunnen ver-
tweren.
Daarom moet de Propagandaclub ontwikke
lingscursussen houden. De schrijver van de
artikelen „Propaganda" in de „N. H. Crt."
In het begin van Juli heeft u overtuigd, dat
bp die cursussen les moet worden gegeven in
geloofsverdediging, sociale zakten en politiek.
Weel 'hoef ik aan zijn betoog niet toe te voe
gen. Enkel een woordje over de cursussen
in politiek. Natuurlijk zal daar besproken
moeten worden de regeering van ons land on
Be beginselen van onze Katholieke Staats
partij, terwijl het verkeerde in de beginselen
Onzer tegenpartij eveneens aan de beurt zal
komen. Dit is de algemeene kennis, waarop
Be rest moet steunen. Maar die rest mag
Biet vergeten worden, want ze vormt de toe
passing, de stof, die de huisbezoeker steeds
Ifcot zijn beschikking moet hebben. Er moet
namelijk gedurig een overzicht worden ge
geven van hetgeen er in den laatsten tijd
jop politiek gebied is voorgevallen. Ik neèm
ivoor de duidelijkheid een voorbeeld.
De ministercrisis, die wij pas doorgemaakt
fcebben.
Welnu, een uitstekend punt om eens voor.
jde propagandisten te behandelen. Ze krij-
r hiervan een beknopt overzicht, eu op
speciale punten uit de geschiedenis wordt
bizonder de aandacht gevestigd. als daar
zijn: de weigering van de socialisten,
Be draaierij van Troelstra; het terugtrekken
rvau de concentratie; het niets terechtkomen
,van de beloften bij de stembus gedaau; de
verklaring van Mr. Dr. van Gijn, de ma.n, die
het het beste kan weten, dat zonder tarief-
verhooging geen staatspensioen mogelijk is;
het eindelooze gescharrel naar een stelletje
van 9 half onbekende mannetjes, enz., onz.
'Als vanzelf krijgt de inleider de propagandis
ten aan het praten, ze vertollen hem de
opwerpingen en de verdediging van do tegen
standers, en hij krijgt gelegenheid ze toe
te ruston met een schat van argumenten, die
bij het huisbezoek en op het werk raak
zullen slaan.
Een enkel voorbeeld, stof te over zal er
echter komen, de onderwerpen zullen voor
\et grijpen liggen, en we zullen zoo krijgen
een stel propagandisten, die hun man zuilen
staan, en wanneer ze op huisbezoek gaan,
!de woorden uit hun mouw zullen schudden.
Van die cursussen echter moet en kan het
alleen niet komen. Worden ze echter op po-
pulaire en bevattelijke manier gegeven, dan
zal bij onze propagandisten de belangstelling
Igewektt worden en de lust om zioh verder te
ontwikkelen. En dat, moeten we hebben. Een
propagandist kan niet te piender zijn.
Hij moet zijn Katholieke krant secuur le
zen, en weet hij met iets geen raad, begrijpt
hij liet niet, de olub zal hem wel weten te
helpen. Zoo'n krant kost hem geld, goed; het
is hem te veel, welnu, welk een schoone ge
legenheid in de club om medelozers te vin
den, en zoo de onkosten samen te dragen.
'Andere lectuur, als de uitgaven van Eutura,
politieke geschriftjes, ze kunnen op zoo'n ma
nier al even gemakkelijk verkregen worden.
En, marcheeren de financiën goed, wat. na
tuurlijk vanzelf gebeurt, als men hard werkt,
en zoodoende ieder Katholiek gaat meeleven,
Ban zal een bibliotheekje van gewone werk
jes zeker geen onbereikbaar ideaal meer zijn.
Daar moet het heen, ontwikkeling
blijve onze eerste eiscli. Een ontwikkeld stel
propagandisten moot de grondslag van onze
club zij a
X
KARDINAAL VIVES f.
Mag men de berichten daarover uit Rome
'gelooven, dan moet de dood van kardinaal
Vives y Tuto op den Paus een diepen in
druk hebben gemaakt, schrijft de Msb. „Ik
heb, zoo zou de Paus hebben uitgeroepen,
een van mijn beste vrienden verloren en
le Kerk een van haar grootste dienaren".
Gesproken of niet gesproken, zeker is dat
de woorden, zooals zij gemeld worden, waar
heid bevatten. Kardinaal Vives was een
trouw raadsman van den Paus. Met kardi
naal de Lai en kardinaal Merry del Val
werd hij 'door de anti-clericale bladen voor
gesteld een driemanschap te vormen, dat
den Paus geheel onder zijn invloed had en
waarvan alle voorname beslissingen van het
Vaticaan uitgingen. Wij mogen aan dit be
lachelijke praatje wel herinneren, omdat,
hoe dwaas het ook is, het toch zijn oor
sprong iü elk geval te danken heeft aan
de groote waarde, die de Paus aan de voor
lichting van den nu overleden kardinaal
hechtte.
Het verluidt, dat vooral in den strijd te
gen het modernisme de Paus zich door de
veel omvattende kennis en don scherpen
blik van kardinaal Vives heeft laten voor
lichten. In verschillende anti-clericale bla
den werd hij daarom als de „modernisten-
dooder" gescholden, welke naam de kardi
naal, wanneer hij inderdaad het hora toe
geschreven aandeel gehad heeft in den strijd
tegen het modernisme, wel als een ecre-titel
beschouwd zal hebben.
Maar ook op ander gebied heeft de kar
dinaal .ontzaggelijke verdiensten voor de
Kerk verworven. De oude Spaansche pator
was een man van geweldige overtuiging,
die gedreven door zijn overtuiging en be
zield door zijn liefde zijn ziel, zijn krach
ten en heel zijn Leven aan den dienst der
Kerk geofferd heeft.
Hij werkte haast dag en nacht door, en
algemeen -wordt dan ook aangenomen, dat
zijn vroege dood een jammerlijk gevolg
daarvan is, dat hij zich overwerkte. Hij
spaarde zicli zelve niet in het minst, maar
gaf zich geheel aan de vele en zware ver
plichtingen, die het kardinale ambt van hem
hem eischte.
Ook, en dat volgt uit het voorgaande als
van zelf, was de kardinaal uiterst godsdien
stig. Nooit zag men hem in zijn rijtuig zit
ten dan biddend, of in meditatie verzonken.
Wel moet de dood van zulk een man als
een zwaar verlies voor de Kerk beschouwd
worden. De geweldige toewijding, door hem
voor de belangen der Kerk betoond, doet
hem dan ook meer dan anderen misschien
recht hebben op een gebed van allen, wien
de glorie van onze Moeder de H. Kerk wel
ter harte gaat.
Deze korte woorden, van dankbare waar
deering meenden wij aan het reeds
gegeven levensbeeld nog te moeten toe
voegen.
Het verongeluk te luchtschip.
Uit Berlijn worden aan het Hbld. ne vol
gende bijzonderheden medegedeeld betref
fende de ramp van het luchtschip L I en die
ontleend zijn aan de „Berliner Zeilung am
Mittag".
Volgens deze berichten had het luchtschip
even na 7 uur in den avond Helgoland ver
laten, vergezeld door twee water-tweedek
kers, om zich te begeven naar de vloot-, die
ongeveer 20 K. M. ten noorden van Helgo
land voor anker lag. Het weer was even te
voren opgeklaard, en het scheen, alsof het
even mooi zou worden als het in den morgen
geweest was. Doch nauwelijks een half uur
later zag men plotseling uit Noordwestelijke
richting een groote, zware regenwolk komen.
Ook de commandant van het luchtschip had
deze wolk gezien en hij liet het schip naar
het Oosten draaien, om in een hoog om de
wolk te varen. Doch hij kon het noodlot niet
meer ontgaan. De hemel werd geheel zwart
en binnen enkele minuten brak een storm
los, zooals men zelf op Helgoland slechts zei
don ziet. Do orkaanwind draaide plotseling
van Z. W. naar' N. O. en drukte het lucht
schip in de regenwolk. Door de regenmassa
werd het schip naar beneden gedrukt. Iu den
wervelstorm wilde het stuur niet meer wer
ken en binnen enkele minuten sloegen de
punt van het schip en de voorste gondel op
het water. Dit is blijkbaar met zooveel kracht
geschied, dat de bemanning, die in de voor
ste gondel was, bewusteloos geraakte, en niet
meer in staat, was reddingsmaatregelen te
treffer. De geweldige watermassa's van de
stormachtige zee hadden nu vrij spel. Zij sloo
gen steeds heviger tegen het ballonlichaam
vernielden Let aluminium geraamte, waar.
van de 18 gascellon te voren reeds bijna allo
aan stukken gescheurd waren. Do voorste
gondel zonk volkomen in de diepte weg, ter
wijl de mannen, die in den achtersten gon
del waren, nog kans zagen reddingsgordels
voor den dag te halen. Daar de voorste gon
del veel sterker bemand was dan do achter
ste, konden slechts 7 personen gered worden.
De torpedobooten, die gisteravond na het
verschrikkelijk ongeluk ter plaatse gezonden
waren, waar het wrak van het schip onder
gegaan was, om naar de vermisten te zoeken,
zijn gistermorgen om G uur weer voor Helgo
land aangekomen. Zij hebben den geheelen
nacht de buurt met zoeklichten afgezocht.
Hun pogingen hieven echter zonder succes.
Ook is bet- wrak steeds verder in liet water
gezonken, zoodat eerst duikers aan het werk
moeten -om het wrak te hergen, of wanneer
dit niet mogelijk is, te zoeken naar de lijken
en de apparaten, die nog in de gondels zijn.
Daar de storm o nverm in der t voortduurt heeft
men op dit oogenblik nog niet besloten, wel-
ke verdere maatregelen getroffen zullen wor
den.
De bevolking van Willielmshaven wacht,
met koortsachtige spanning op de aankomst
van de „Hannover", <]ie de 7 geredden aan
boord beeft. Tot. nu toe is van Wangeroog,
dat door het schip gepasseerd moest worden,
nog geen bericht ontvangen. Toch zijn reeds
duizenden naar de buitenhaven gestroomd,
om lvier tegenwoordig te zijn hij het binnen
komen van bet schip.
De kapitein van den stoomtrawler Orion"
uit, Geestemiinde, die gistermorgen in Bre-
merhaven aankwam, berichtte bet volgende:
„Op de reis naar Geestemiinde zagen wij
's avonds om bal f zeven bij sterken N.O. wind
in regenbuieu en een onrustige zee bet mari
ne-luchtschip. Om 6 uur 25 vloog bet nog en
om 6 uur 35 lag het reeds op het water, .0
Z. O. 16 zeemijlen van Helgoland. Daar wij
vermoedden, dat er een ongeluk gebeurd was,
stoomden wij zoo snel mogelijk naar de plaats
waar liet. luchtschip lag. Tien minuten later
hadden wij het niet, oen boot, bereikt, die met
een stuurman en drie matrozen bemand was
en door middel van een touw met ons ver
bonden werd. Het luchtschip lag met het
achterste gedeelte in het water, het voorste
stak nog boven het water uit. De omhulling
achter was volkomen geschoord, het middel
ste gedeelte was totaal vernield. Wij zagen
7 man, van wie vier tot den hals in het wa
ter stonden, terwijl drie zich aan het geraam
te vasthielden. Deze werden door ons gered.
Acht minuten later was het luchtsch'n niet
meer te zien."
DE FEESTEN TE AMSTERDAM.
Gisterenmorgen te half elf verleende, zoo
als wij reeds meldden, H. M. audiëntie aan 't
gedeelte der civiele autoriteiten, dat Dins
dagmiddag nog niet. kon worden ontvangeu
en tevens aan verschillende rijks- gemeente
lijke en kerkelijke commissies.
liet wa,s een druk komen en gaan.
Verschillende deputaties werden opgemerkt
uit de rechterlijke macht en van de balie; de
bestuurders van de kerkgenootschappen;
het Burgerlijk Armbestuur van Amsterdam,
aan wiens hoofd de voorzitter, dr. N. M. Jo
seph us Jitta: liet bestuur der Kamer van
Koophandel, onder leiding van den voorzit-
ter, den lieer .S. PI van Eeglien; de directies
van do. Neder la ndselio Bank, van de Neder-
landscho Handel Maatschappij; van de Suri-
naamsche Bank; de Nederlandsche Commis
sie voor de tentoonstelling to Gent, met mr.
Th. Stuart aan het hoofd, en tal van andere
com miss iën.
Toen de deputatie nil. de Kamer van Koop
handel bij H. M. verscheen, richtte do Voor
zitter, de heer S. P. van Eeglien, liet woord
tot de Koningin.
H. M. antwoordde met genoegen te hebben
vernomen dn mededeeling van den voorzitter
der Kamer betreffende de welvaart van Am
sterdam, in het bijzonder wat aangaat den
bloei van handel, scheepvaart en nijverheid.
Met aandacht had TL M. aangehoord het
geen door den voorzitter was gezegd aan
gaande de haven van Amsterdam en met
groote belangstelling bad H. M. kennis ge
nomen van do belangrijke toeneming van de
Rijnvaart, waaromtrent H. M. nog nadere
inlichtingen vroeg. Het. was H. M. hijzonder
aangenaam geweest te ontwaren, dat Amster
dam's handel en scheepvaart op zoo flinke
wijze een tentoonstelling op scheepvaartge
bied hebben georganiseerd, waarvan H. M.
met groot genoegen reeds de eerste helft, had
bezichtigd, en waarvan H. M. binnenkort ook
het tweede gedeelte hoopt in oogenschouw te
nemen.
H. M. had de technische inrichting en de
wijze van organisatie dier tentoonstelling
zoer bewonderd.
HET VREDESPALEIS.
Gisterenmiddag heeft de lieer De Costa,
echtgenoot van de presidente van Argen-
tijnsche Vredesbond, aan liet voetstuk van
het in het Vredespaleis geplaatste beeld „De
Christus van de Andes" een gedenkplaat aan
gebracht in brons, waarop in zilveren letters
vermeld staat de herinnering aan het feit der
aanbieding van 't vredessymbool aan de Car-
negiestichting.
HET TWEEDE INTERNATIONAAL CON
GRES VOOR REDDINGSWEZEN.
Stct. no. 211 bevat een Kon. besl. waarbij
is goedgevonden en verstaan:
lo. te benoemen tot leden van de Nederl.
delegatie op hel, van 9 tot 13 September e.k.
te Weenen te houden 2de Internationaal
Congres voor reddingswezen de hoeren
A. D. Muller, hoofdinspeefcuur voor de
Scheepvaart, tevens tot voorzitter der de
legatie;
dr. O. L. Mijnlieff, secretaris van den Ko
ninklijken Nat,ionalen Bond voor reddings
wezen en eerste hulp hij ongelukken Het,
Oranje Kruis;
dr. D. Romeyn, geneeskundig inspecteur
der spoorwegdiensten;
L. van der Steen van 'Ommeren, officier
van gezondheid der lste klasse;
2o. te bepalen, dat de afvaardiging van
dr. O. J.Mijnlieff zal geschieden buiten be
zwaar van 's Rijks schatkist.
REIZIGERS EN VERVOERMIDDELEN.
Men vraagt ons het volgende schrijft het
Vaderland
Heeft, de directie van eene of andere maat
schappij van vervoer het recht, om, als zij
bewijzen voorbeen reis^heen en terug heeft
verkocht en men is voor de terugreis vóór
den tijd, waarop volgens de dienstregeling
de laatste tram, trein of wat ook vertrekt
aan het station van vertrek aanwezig, te
zeggen, dat er geen vervoer meer zal plaats
hebben? Zoo niet, wat kunnen dan de ge
volgen zijn voor de maatschappij naar uwe
meening?
Ons antwoord, ontleend aan inlichtingen,
ingewonnen bij den Raad van Toezicht op
dc Spoorwegen, on door dezen ons welwil
lend medegedeeld, luidt:
Ingeval do betrokken maatschappij niet
door een force majeure buiten haar schuld
verhinderd is te rijden, moet zij den pas
sagier op andere wijze naar het oord zijnor
bestemming vervoeren, of do kosten voor
logies betalen en andere schade vergoeden,
die uit het niet op tijd komen van don
betrokkene Ls ontstaan.
Eigenaardige ontdekking. Bij een bewo
ner van de Grofbaan te Schiedam, is een
hagedisje uit de waterleiding gekomen.
Dit is de tweede maal dat dit voorkomt.
Een huwelijks voltrekking met hindemis
sen! Er zou ergens in de huurt van Alkmaar,
des morgens Tl uur, een huwelijk worden
voltrokken. Reeds vroeg kwam de bruidegom
ter secretarie en deelde mede, dat hij „woor
den" had gehad met de moeder der bruid, en
dat dezo tengevolgo daarvan niet wilde tee
kenen voor de huwelijkstoestemming. Daar
van het jonge paar geen van beiden den
ouderdom van 30 jaren had bereikt, zou het
huwelijk dus uitgesteld moeten worden, maar
op het laatste oogeublik gaf de moeder der
bruid haar toestemming, doch niet van harte.
't Was reeds 11 uur eu er was nog niemand
ten gemeentehuizo aanwezig; alleen de amb
tenaar van den Burgerlijken Sland. Tegen
half 12 zou deze heengaan, toen do bode hem
mededeelde, dat de trouwlustigen in aantocht
waren.
Om lialf 12 waren allen aanwezig, behalve
echter de moeder der bruid. De bruid deelde
evenwel den ambtenaar van den Burgcrlij-
kemjitand mede, dat baar moeder nog wel
komen zou.
Na nog ruim een half uur gewacht te heb
ben, werd eindelijk de moeder der bruid door
den bode binnengeleid. Zij riep don ambte
naar van den Burgerlijken Stand toe, dat zij
spoedig wilde teekenen en dan onmiddellijk
weer wenschte heen te gaan. Doch dit ging
niet; zij moest wachten tot do trouwplechtig
heid was afgeloopen.
Zij maakte zich hierover zoo zenuwachtig,
dat ze in onmacht viel.
Toen het huwelijk voltrokken was en de an
deren allen hadden geteekend, was zij nog
niet bijgekomen.
Eu locli zou ze moeien teekenen!
Reeds werd met den ambtenaar van den
Burgerlijken Stand beraadslaagd of er geen
anderen weg to vinden was door in de huwe
lijksakte de oorzaak te vermelden, waarom
zij niet bad kunnen teekenen. Zij bad nl.
reeds van te voren aan den ambtenaar van
den Burgerlijken Stand op diens vraag go-
antwoord, dat zij er dan maar in toe zou
stemmen.
Op dit oogenblik echter was zij weer bijge
komen en kon ze even teekenen, zoodat hel
huwelijk ten slotte tocli nog op de gewone
wijze vltrokken werd. R. N.
Branden. Omtrent den brand op de hof
stede „Groot Hoff", onder Barneveld, kan
nog gemeld worden, dat een ruim 4-jarig
dochtertje den roggeberg met lucifers heeft
aangestoken. Behalve de gebouwen zijn ver
brand 112 vim rogge, 40 vim boekweit en
70.000 pond hooi. Een portefeuille met 100
die gered was, is later vermist. Zoowel de
bewo'ner Kuijt, als de eigenaar der hofstede,
mevr. de wed. Luden van Stoutenhurg, was
tegen brandschade verzekerd.
Te Boekei isDinsdag totaal afgebrand de
.landbouwerswoning met schuur van S. v. Z.
Een kalf en heel de inboedel verbrandde me
de. Alles was verzekerd.
DE NACHTARBEID DER GLASBLAZERS,
Men meldt ons uit Amsterdam:
.Verschenen zijn „eenige beschouwingen
naar aanleiding van do ongemotiveerde con
clusie der commissie van controle inzake de
proef met de afseliaffing van den nachtarbeid
in do flesschenfabrieken." Daaraan ontloene»
wij o. a.
„De vergelijkende waarde der flcsschon is
van voe-1 beteekenis. Do flesschen kunnen
verdeeld worden in twee soorten: vierkante
en rondo flesschen. De vierkante flesschen
zijn de jeneverflcsschen, waarvan door den
glasblazer per dag 1000 stuks worden gen
maakt als hij van ronde flesschen 700 stuks
vervaardigt. Het is van zeer veel betceko-
nis, to weten hoeveel vierkante flesschen tij*
deus den proeftijd worden gemaakt en hoe-
voel er gemaakt zijn in de andere jaren van
vergelijking.
Ieder glasblazer, ieder distillateur en ieder,
die iets mot den joncverhandel te maken
heeft, zal u aanstonds weten to zeggen, dat
van do maand December 1912 tot heden een
crisis was in den jenevcrhandel, waardoor do
uitvoer zoo goed als stil stond. De oorzaken
daarvan hebben wij hier niet na te gaan. Ge
noeg zij het te vermelden, dat in de fa
briek te Delft, waar in 1910 en 1911 twee
ovens geheel en twee ovens gedeeltelijk jo«
neverflesschen maakten, gedurende den proeft
tijd aan twee ovens slechts gedeeltelijk jo
neverflesschen werden gemaakt en in do
laatste maanden zelfs slechts gedeeltelijk aan
een oven.
Het is duidelijk dat. een Commissie van con
trole, in zoo'n ernstige zaak, zoo iets niel
verwaarloozen mag. En geen commissie mag
verlangen dat zij zou kunnen volstaan mei
te zeggen er rekening mede gehouden te heb
ben, zonder bekend te maken welke waarde*
verhouding zij heeft aangenomen en wat hot
resultaat van de vergelijking is.
Direct na de staking in de maanden No
vember en December werden in de fabriek
nog jeneverflessclien gemaakt en waren de
plaatsen ook tamelijk goed bezet, doordat een
oven nog niet in werking was en het perso
neel van dezen oven de plaatsen aan de an«
dero ovens kon completeeren. Welnu, èn dooi)
do directie, èn door de Commissie, is gecon
stateerd geworden, dat in do eerste weken van
den proeftijd de cijfers goed waren. Maar,
daarna werd de vijfde oven in werking gesteld
en moest deze bezet worden met een deel
van liet personeel dei' andere ovens, waardoor,
do plaatsen inkompleet werden en dus de pro
ductiecijfers slechter werden.
Daarbij werd do vervaardiging van de jene-
verflesschen gestaakt en moesten bijna alle
arbeiders ronde flesschen maken, dat ook
weer de productiecijfers verkleinde, echter,
do waarde van het totaal product niot deed
vermindoren.
Toen het resultaat der eerste 17 weken
bekend was werden wij uitgenoodigd ter con
ferentie bij de Commissie, waar ons de pro
ductiecijfers werden vertoond. Wij zagen toon
dat do cijfers waren opgegeven van alle ovens
der fabriek te Delft, terwijl de proef slechts
genomen zou worden, volgens do overeen
komst, aan 4 ovens. Hierover onze opmer
king gemaakt hebbende verklaarde de direc
tie lot geen prijs de vijfde oven er buiten
te sluiten. Het gelieele B-drijf moest iri aan
merking genomen worden."
FEUILLETON.
Naar het Hoogduitsch van A. von Oppelen.
4>
Opeens sprak de vreemde landeigenaar
mijn naam uit. Ik keek verschrikt op en
dacht dat. iemand „bedrieger" gezegd had. De
vork beefde in mijn hand.
„Dat is de rechte man," zeide do vreemde
heer tot den heer Wolters; „hij zal al het
graau en de wol gaarne van u koopen; hij is
hoogst solide en zeer coulant; ik ken hem
l'eeds jaren lang."
Ik begon weder adem te halen: li ij sprak
Van mijn vader.
„Ik dank u," antwoordde do heer Wolters,
„eu gij nooiudet den zoon als een compag
non f*
„De oude, reeds door den grootvader ge
ërfde firma heet George Parker Zn. De
^>on echter is een nietsdoener eerste klasse;
hij muntte bij alle wedrennen uit door zijn
nolle streken."
„Dat deugt niet voor een koopman," op-
«h-rde de heer Wolters.
„Een goede naam is toch goud waard,"
acht ik; voor de tweede maal was mijn
'tem aan de galg gehangeu.
Gedurende den geheelen avond was ik in
gedachten verzonken en stilzwijgend. Einde
lijk trokken de gasten af. „Wij hopen dat gij
ons spoedig met mejuffrouw uw verloofde
met een bezoek zult vereeren?" vroeg mij, hij
het afseheidnemon die booze man, die mijn
goeden naam liad aangetast. Deze uitnoodi-
ging was Marianne en mij alles behalve aan
genaam.
„Och, wat zijn dat lieve menscben!" zeide
Johanna, toen do gasten zich verwijderd had
den. „De beide meisjes ln-bben beloofd, mij
dikwijls te komen bezoeken. Maar Karei, wat
waart gij vanavond toch stil!"
„Ik voldeed slechts aan liet verlangeu dat
mijn nieht Johanna dezen middag te kennen
gaf."
„Mooi zoo! Wees nu maar altijd zoo ge
hoorzaam. Voor morgen beveel ik u, weer
uw vroolijk humeur te toonen; dat staat u
toch beter dan ernst. Goeden nacht!"
Johanna reikie mij de hand ten teekeu van
verzoening.
Terstond daarop wendde Marianne zich lot
mij. „Karei," zeide zij zacht, met vochtige
oogen, „wilt gij morgen vóór dén middag in
den tuin bij de fontein komen? Ik zou u
gaarne alleen willen spreken."
Ik drukte toestemmend hare bevende hand.
Zij begreep niet dat ik bereids alles wist.
Door dit rendez vous werd mijn avontuur
met één dag verlengd. Ik overlegde nu, in
mijn slaapkamer, of ik mij nog dieper in dit
net moest wikkelen. Moest ik niet eindelijk
gesnapt worden? Buitendien moest een dag
meer mijne verwijdering van Johanna smar
telijker maken. Hoe zou ik mijne lange ver
momming rechtvaardigen? Door mijne liefde
voor-Johanna? Mijne liefdo op het eerste
gezicht? Een prachtig voorwendsel! Zou de-
landeigenaar Woliers zijne dochter aan een
„nietsdoener eerste klasse", aan een „onbe
zonnen waaghals" geven? Zou ik niet beter
doen naar Marianne's venster 1e klimmen,
baar alles te bekennen en dan ijlings do
vlucht nemen? Neen, het ls beter dat ik ga
slapen. Goede raad komt in den nacht. Jo
hanna, Johanna! waarom zijt gij toch zoo
lief? En ben ik dan werkelijk zoo strafbaar?
Hebben deze lieden niet zei ven mij tot neef
gemaakt? Do hemel is mijn getuige, dat ik
oprecht was, toen ik hier kwam. Ik hen licht
zinnig geweest maar niet gewetenloos en heb
het hart op do rechte plaats. Ik zal mijne
onbezonnenheid afleggen eu de achting dezer
lieden verwerven. In elk geval gaat dat zoo
maar niet met. een enkele beweging van de
liand, maar ik bemin en wil gelukkig worden.
Iu dezen nacht hoorde ik het gesprek tus-
sehen Marianne en Arthur niet. Ik sliep en
droomde lot aan den morgenstond van Jo
hanna, met haar schommelde ik nog iu den
droom, toen Thomas mij wekte. Gaarne had
ik het ontbijt in den steek gelaten, om don
schoenen droom vorder te genieten; ik
spoedde mij echter en ging in do eetzaal.
Allen waren hier reeds aanwezig. Marianne's
gelaat was bleek, maar zij zeide, dat zij zeer
wel was. Johanna palagde mij met de bezoe
kers van gisteren, omdat ik hen bad willen
a f schrikken.
„Gij hebt niel, veel verstand van 't weer,
neef Karei," zeide zij. „Op uw naamdag zal
ik u een barometer cadeau geven. Wanneer
viert gij uw naamdag""
„Alle drommels," dacht ik, „wat moet ik
zeggen?" Ik wist niet wanneer het St. Kareis-
dag was.
„Nu," zeide Johanna nogmaals, „wanneer
viert gij uw naamdag?"
„Ik vier mijn naamdag niot meer," ant
woordde ik eindelijk, „dat is mij to ouder-
wetsch."
„Hier houden wij deze goede puderwetsche
gewoonte," antwoordde Johanna vinnig, „en
wij hopen dat gij ons hij elk naamfeest in
ons huisgezin zult bezoeken. Frisch uw ge
heugen eens wat op! Wanneer vier ik mijn
naamdag? Wanneer viert Marianne den
hare? Eu wanneer papa en mama? Wij zullen
eons zien, of gij uw kalender kent."
„Dat is een flauwe grap," sprak ik van
mij af; „ik hen geen schooljongen en ik ken
mijn kalender."
„Niet zoo driftig, heer neef! Wilt gij wel
gelooven papa? Hij draagt zijn ring aan een
lint om zijn hals, omdat hij geen lastige vra
gen over zijne verloving wil hooien. Aan
zulke lui moet men, in zaken van gevoel,
niets vragen." Daarbij keerde zij mij den
rug toe.
„Niet krakeelen. kinderen;" zeide de heer
Wolters. „Gelooft mij, gij beiden gelijkt zoo
veel op elkander iu uw karakter, dat gij altijd
reden lot oneenigheid zult hebben.*
„Gij vleit mij, oom," zeide ik.
„ik voel mij in 't geheel niet gevleid," pro
testeerde Johanna ijverig: „ik kan die nuk
kige meusehen niet dulden. Gelukkig zijt gij
de verloofde van Marianne en niet van mij;
Marianne is veel verdraagzamer."
Marianne wierp haar een smeekenden blik
toe.
„Om uwentwille, Marianne, wil ik ook ge
duld met hem lu bben. Maar ik moet u toch
zeggen, als gij niet spoedig aan zijne ver
betering de hand slaat, dan zal hij kwaad
stichten. Men moet hem eraan gewennen te
antwoorden als hem iels gevraagd wordt."
Daarop reikte zij mij de hand eu vroeg:
„licht ge berouw over uwe zonden?"
„Met geheel mijn hart," antwoordde ik,
terwijl ik haar hand zacht vasthield.
„Vraag mij vergiffenis en beloof mij, dat
gij u zult verbeteren!"
„Ik heb beromv over mijne zouden, belool
beterschap en vraag vergiffenis," zeide ik en
kuste verrukt haar hand.
„Vraag nu ook Marianne vergiffenis en
luis haar," beval Johanna; „ik heb nog iu 't
geheel niet gezien, dal gij elkaar gekust
hebt."
Dit bevel bracht Marianne zoowel al-s mij
in de pijnlijkste verlegenheid. Toeli moest ik
Marianne broederlijk kussen en de heme'
woel, hoe deze kus op mijn ziel brandde.
HIEUWE HAARLEMSCHE COURANT .SHIP
i