NEEF KAREL. 1 POLITIEKE PRAATJES. BUITENLAND. BINNENLAND. Sociale Berichten. Jtu Bon ÜËSapché. „iofons." Haai*liein"Bpussel> HancSsoiioesien voor» alle gelegenheden"! ÖÖE PjROPA gandaclub moet ontwik, KELDE LEDEN KRIJGEN. Dit is noodig om twee redenen, ten eerste, hbo boter de propagandist den strijd begrijpt, hoe meer zijn vuur zal aanwakkeren, en ten tweede, wanneer hij op huisbezoek komt, moet hij spijkers met koppen kunnen slaan, hij moet kunnen overtuigen en zich kunnen ver- tweren. Daarom moet de Propagandaclub ontwikke lingscursussen houden. De schrijver van de artikelen „Propaganda" in de „N. H. Crt." In het begin van Juli heeft u overtuigd, dat bp die cursussen les moet worden gegeven in geloofsverdediging, sociale zakten en politiek. Weel 'hoef ik aan zijn betoog niet toe te voe gen. Enkel een woordje over de cursussen in politiek. Natuurlijk zal daar besproken moeten worden de regeering van ons land on Be beginselen van onze Katholieke Staats partij, terwijl het verkeerde in de beginselen Onzer tegenpartij eveneens aan de beurt zal komen. Dit is de algemeene kennis, waarop Be rest moet steunen. Maar die rest mag Biet vergeten worden, want ze vormt de toe passing, de stof, die de huisbezoeker steeds Ifcot zijn beschikking moet hebben. Er moet namelijk gedurig een overzicht worden ge geven van hetgeen er in den laatsten tijd jop politiek gebied is voorgevallen. Ik neèm ivoor de duidelijkheid een voorbeeld. De ministercrisis, die wij pas doorgemaakt fcebben. Welnu, een uitstekend punt om eens voor. jde propagandisten te behandelen. Ze krij- r hiervan een beknopt overzicht, eu op speciale punten uit de geschiedenis wordt bizonder de aandacht gevestigd. als daar zijn: de weigering van de socialisten, Be draaierij van Troelstra; het terugtrekken rvau de concentratie; het niets terechtkomen ,van de beloften bij de stembus gedaau; de verklaring van Mr. Dr. van Gijn, de ma.n, die het het beste kan weten, dat zonder tarief- verhooging geen staatspensioen mogelijk is; het eindelooze gescharrel naar een stelletje van 9 half onbekende mannetjes, enz., onz. 'Als vanzelf krijgt de inleider de propagandis ten aan het praten, ze vertollen hem de opwerpingen en de verdediging van do tegen standers, en hij krijgt gelegenheid ze toe te ruston met een schat van argumenten, die bij het huisbezoek en op het werk raak zullen slaan. Een enkel voorbeeld, stof te over zal er echter komen, de onderwerpen zullen voor \et grijpen liggen, en we zullen zoo krijgen een stel propagandisten, die hun man zuilen staan, en wanneer ze op huisbezoek gaan, !de woorden uit hun mouw zullen schudden. Van die cursussen echter moet en kan het alleen niet komen. Worden ze echter op po- pulaire en bevattelijke manier gegeven, dan zal bij onze propagandisten de belangstelling Igewektt worden en de lust om zioh verder te ontwikkelen. En dat, moeten we hebben. Een propagandist kan niet te piender zijn. Hij moet zijn Katholieke krant secuur le zen, en weet hij met iets geen raad, begrijpt hij liet niet, de olub zal hem wel weten te helpen. Zoo'n krant kost hem geld, goed; het is hem te veel, welnu, welk een schoone ge legenheid in de club om medelozers te vin den, en zoo de onkosten samen te dragen. 'Andere lectuur, als de uitgaven van Eutura, politieke geschriftjes, ze kunnen op zoo'n ma nier al even gemakkelijk verkregen worden. En, marcheeren de financiën goed, wat. na tuurlijk vanzelf gebeurt, als men hard werkt, en zoodoende ieder Katholiek gaat meeleven, Ban zal een bibliotheekje van gewone werk jes zeker geen onbereikbaar ideaal meer zijn. Daar moet het heen, ontwikkeling blijve onze eerste eiscli. Een ontwikkeld stel propagandisten moot de grondslag van onze club zij a X KARDINAAL VIVES f. Mag men de berichten daarover uit Rome 'gelooven, dan moet de dood van kardinaal Vives y Tuto op den Paus een diepen in druk hebben gemaakt, schrijft de Msb. „Ik heb, zoo zou de Paus hebben uitgeroepen, een van mijn beste vrienden verloren en le Kerk een van haar grootste dienaren". Gesproken of niet gesproken, zeker is dat de woorden, zooals zij gemeld worden, waar heid bevatten. Kardinaal Vives was een trouw raadsman van den Paus. Met kardi naal de Lai en kardinaal Merry del Val werd hij 'door de anti-clericale bladen voor gesteld een driemanschap te vormen, dat den Paus geheel onder zijn invloed had en waarvan alle voorname beslissingen van het Vaticaan uitgingen. Wij mogen aan dit be lachelijke praatje wel herinneren, omdat, hoe dwaas het ook is, het toch zijn oor sprong iü elk geval te danken heeft aan de groote waarde, die de Paus aan de voor lichting van den nu overleden kardinaal hechtte. Het verluidt, dat vooral in den strijd te gen het modernisme de Paus zich door de veel omvattende kennis en don scherpen blik van kardinaal Vives heeft laten voor lichten. In verschillende anti-clericale bla den werd hij daarom als de „modernisten- dooder" gescholden, welke naam de kardi naal, wanneer hij inderdaad het hora toe geschreven aandeel gehad heeft in den strijd tegen het modernisme, wel als een ecre-titel beschouwd zal hebben. Maar ook op ander gebied heeft de kar dinaal .ontzaggelijke verdiensten voor de Kerk verworven. De oude Spaansche pator was een man van geweldige overtuiging, die gedreven door zijn overtuiging en be zield door zijn liefde zijn ziel, zijn krach ten en heel zijn Leven aan den dienst der Kerk geofferd heeft. Hij werkte haast dag en nacht door, en algemeen -wordt dan ook aangenomen, dat zijn vroege dood een jammerlijk gevolg daarvan is, dat hij zich overwerkte. Hij spaarde zicli zelve niet in het minst, maar gaf zich geheel aan de vele en zware ver plichtingen, die het kardinale ambt van hem hem eischte. Ook, en dat volgt uit het voorgaande als van zelf, was de kardinaal uiterst godsdien stig. Nooit zag men hem in zijn rijtuig zit ten dan biddend, of in meditatie verzonken. Wel moet de dood van zulk een man als een zwaar verlies voor de Kerk beschouwd worden. De geweldige toewijding, door hem voor de belangen der Kerk betoond, doet hem dan ook meer dan anderen misschien recht hebben op een gebed van allen, wien de glorie van onze Moeder de H. Kerk wel ter harte gaat. Deze korte woorden, van dankbare waar deering meenden wij aan het reeds gegeven levensbeeld nog te moeten toe voegen. Het verongeluk te luchtschip. Uit Berlijn worden aan het Hbld. ne vol gende bijzonderheden medegedeeld betref fende de ramp van het luchtschip L I en die ontleend zijn aan de „Berliner Zeilung am Mittag". Volgens deze berichten had het luchtschip even na 7 uur in den avond Helgoland ver laten, vergezeld door twee water-tweedek kers, om zich te begeven naar de vloot-, die ongeveer 20 K. M. ten noorden van Helgo land voor anker lag. Het weer was even te voren opgeklaard, en het scheen, alsof het even mooi zou worden als het in den morgen geweest was. Doch nauwelijks een half uur later zag men plotseling uit Noordwestelijke richting een groote, zware regenwolk komen. Ook de commandant van het luchtschip had deze wolk gezien en hij liet het schip naar het Oosten draaien, om in een hoog om de wolk te varen. Doch hij kon het noodlot niet meer ontgaan. De hemel werd geheel zwart en binnen enkele minuten brak een storm los, zooals men zelf op Helgoland slechts zei don ziet. Do orkaanwind draaide plotseling van Z. W. naar' N. O. en drukte het lucht schip in de regenwolk. Door de regenmassa werd het schip naar beneden gedrukt. Iu den wervelstorm wilde het stuur niet meer wer ken en binnen enkele minuten sloegen de punt van het schip en de voorste gondel op het water. Dit is blijkbaar met zooveel kracht geschied, dat de bemanning, die in de voor ste gondel was, bewusteloos geraakte, en niet meer in staat, was reddingsmaatregelen te treffer. De geweldige watermassa's van de stormachtige zee hadden nu vrij spel. Zij sloo gen steeds heviger tegen het ballonlichaam vernielden Let aluminium geraamte, waar. van de 18 gascellon te voren reeds bijna allo aan stukken gescheurd waren. Do voorste gondel zonk volkomen in de diepte weg, ter wijl de mannen, die in den achtersten gon del waren, nog kans zagen reddingsgordels voor den dag te halen. Daar de voorste gon del veel sterker bemand was dan do achter ste, konden slechts 7 personen gered worden. De torpedobooten, die gisteravond na het verschrikkelijk ongeluk ter plaatse gezonden waren, waar het wrak van het schip onder gegaan was, om naar de vermisten te zoeken, zijn gistermorgen om G uur weer voor Helgo land aangekomen. Zij hebben den geheelen nacht de buurt met zoeklichten afgezocht. Hun pogingen hieven echter zonder succes. Ook is bet- wrak steeds verder in liet water gezonken, zoodat eerst duikers aan het werk moeten -om het wrak te hergen, of wanneer dit niet mogelijk is, te zoeken naar de lijken en de apparaten, die nog in de gondels zijn. Daar de storm o nverm in der t voortduurt heeft men op dit oogenblik nog niet besloten, wel- ke verdere maatregelen getroffen zullen wor den. De bevolking van Willielmshaven wacht, met koortsachtige spanning op de aankomst van de „Hannover", <]ie de 7 geredden aan boord beeft. Tot. nu toe is van Wangeroog, dat door het schip gepasseerd moest worden, nog geen bericht ontvangen. Toch zijn reeds duizenden naar de buitenhaven gestroomd, om lvier tegenwoordig te zijn hij het binnen komen van bet schip. De kapitein van den stoomtrawler Orion" uit, Geestemiinde, die gistermorgen in Bre- merhaven aankwam, berichtte bet volgende: „Op de reis naar Geestemiinde zagen wij 's avonds om bal f zeven bij sterken N.O. wind in regenbuieu en een onrustige zee bet mari ne-luchtschip. Om 6 uur 25 vloog bet nog en om 6 uur 35 lag het reeds op het water, .0 Z. O. 16 zeemijlen van Helgoland. Daar wij vermoedden, dat er een ongeluk gebeurd was, stoomden wij zoo snel mogelijk naar de plaats waar liet. luchtschip lag. Tien minuten later hadden wij het niet, oen boot, bereikt, die met een stuurman en drie matrozen bemand was en door middel van een touw met ons ver bonden werd. Het luchtschip lag met het achterste gedeelte in het water, het voorste stak nog boven het water uit. De omhulling achter was volkomen geschoord, het middel ste gedeelte was totaal vernield. Wij zagen 7 man, van wie vier tot den hals in het wa ter stonden, terwijl drie zich aan het geraam te vasthielden. Deze werden door ons gered. Acht minuten later was het luchtsch'n niet meer te zien." DE FEESTEN TE AMSTERDAM. Gisterenmorgen te half elf verleende, zoo als wij reeds meldden, H. M. audiëntie aan 't gedeelte der civiele autoriteiten, dat Dins dagmiddag nog niet. kon worden ontvangeu en tevens aan verschillende rijks- gemeente lijke en kerkelijke commissies. liet wa,s een druk komen en gaan. Verschillende deputaties werden opgemerkt uit de rechterlijke macht en van de balie; de bestuurders van de kerkgenootschappen; het Burgerlijk Armbestuur van Amsterdam, aan wiens hoofd de voorzitter, dr. N. M. Jo seph us Jitta: liet bestuur der Kamer van Koophandel, onder leiding van den voorzit- ter, den lieer .S. PI van Eeglien; de directies van do. Neder la ndselio Bank, van de Neder- landscho Handel Maatschappij; van de Suri- naamsche Bank; de Nederlandsche Commis sie voor de tentoonstelling to Gent, met mr. Th. Stuart aan het hoofd, en tal van andere com miss iën. Toen de deputatie nil. de Kamer van Koop handel bij H. M. verscheen, richtte do Voor zitter, de heer S. P. van Eeglien, liet woord tot de Koningin. H. M. antwoordde met genoegen te hebben vernomen dn mededeeling van den voorzitter der Kamer betreffende de welvaart van Am sterdam, in het bijzonder wat aangaat den bloei van handel, scheepvaart en nijverheid. Met aandacht had TL M. aangehoord het geen door den voorzitter was gezegd aan gaande de haven van Amsterdam en met groote belangstelling bad H. M. kennis ge nomen van do belangrijke toeneming van de Rijnvaart, waaromtrent H. M. nog nadere inlichtingen vroeg. Het. was H. M. hijzonder aangenaam geweest te ontwaren, dat Amster dam's handel en scheepvaart op zoo flinke wijze een tentoonstelling op scheepvaartge bied hebben georganiseerd, waarvan H. M. met groot genoegen reeds de eerste helft, had bezichtigd, en waarvan H. M. binnenkort ook het tweede gedeelte hoopt in oogenschouw te nemen. H. M. had de technische inrichting en de wijze van organisatie dier tentoonstelling zoer bewonderd. HET VREDESPALEIS. Gisterenmiddag heeft de lieer De Costa, echtgenoot van de presidente van Argen- tijnsche Vredesbond, aan liet voetstuk van het in het Vredespaleis geplaatste beeld „De Christus van de Andes" een gedenkplaat aan gebracht in brons, waarop in zilveren letters vermeld staat de herinnering aan het feit der aanbieding van 't vredessymbool aan de Car- negiestichting. HET TWEEDE INTERNATIONAAL CON GRES VOOR REDDINGSWEZEN. Stct. no. 211 bevat een Kon. besl. waarbij is goedgevonden en verstaan: lo. te benoemen tot leden van de Nederl. delegatie op hel, van 9 tot 13 September e.k. te Weenen te houden 2de Internationaal Congres voor reddingswezen de hoeren A. D. Muller, hoofdinspeefcuur voor de Scheepvaart, tevens tot voorzitter der de legatie; dr. O. L. Mijnlieff, secretaris van den Ko ninklijken Nat,ionalen Bond voor reddings wezen en eerste hulp hij ongelukken Het, Oranje Kruis; dr. D. Romeyn, geneeskundig inspecteur der spoorwegdiensten; L. van der Steen van 'Ommeren, officier van gezondheid der lste klasse; 2o. te bepalen, dat de afvaardiging van dr. O. J.Mijnlieff zal geschieden buiten be zwaar van 's Rijks schatkist. REIZIGERS EN VERVOERMIDDELEN. Men vraagt ons het volgende schrijft het Vaderland Heeft, de directie van eene of andere maat schappij van vervoer het recht, om, als zij bewijzen voorbeen reis^heen en terug heeft verkocht en men is voor de terugreis vóór den tijd, waarop volgens de dienstregeling de laatste tram, trein of wat ook vertrekt aan het station van vertrek aanwezig, te zeggen, dat er geen vervoer meer zal plaats hebben? Zoo niet, wat kunnen dan de ge volgen zijn voor de maatschappij naar uwe meening? Ons antwoord, ontleend aan inlichtingen, ingewonnen bij den Raad van Toezicht op dc Spoorwegen, on door dezen ons welwil lend medegedeeld, luidt: Ingeval do betrokken maatschappij niet door een force majeure buiten haar schuld verhinderd is te rijden, moet zij den pas sagier op andere wijze naar het oord zijnor bestemming vervoeren, of do kosten voor logies betalen en andere schade vergoeden, die uit het niet op tijd komen van don betrokkene Ls ontstaan. Eigenaardige ontdekking. Bij een bewo ner van de Grofbaan te Schiedam, is een hagedisje uit de waterleiding gekomen. Dit is de tweede maal dat dit voorkomt. Een huwelijks voltrekking met hindemis sen! Er zou ergens in de huurt van Alkmaar, des morgens Tl uur, een huwelijk worden voltrokken. Reeds vroeg kwam de bruidegom ter secretarie en deelde mede, dat hij „woor den" had gehad met de moeder der bruid, en dat dezo tengevolgo daarvan niet wilde tee kenen voor de huwelijkstoestemming. Daar van het jonge paar geen van beiden den ouderdom van 30 jaren had bereikt, zou het huwelijk dus uitgesteld moeten worden, maar op het laatste oogeublik gaf de moeder der bruid haar toestemming, doch niet van harte. 't Was reeds 11 uur eu er was nog niemand ten gemeentehuizo aanwezig; alleen de amb tenaar van den Burgerlijken Sland. Tegen half 12 zou deze heengaan, toen do bode hem mededeelde, dat de trouwlustigen in aantocht waren. Om lialf 12 waren allen aanwezig, behalve echter de moeder der bruid. De bruid deelde evenwel den ambtenaar van den Burgcrlij- kemjitand mede, dat baar moeder nog wel komen zou. Na nog ruim een half uur gewacht te heb ben, werd eindelijk de moeder der bruid door den bode binnengeleid. Zij riep don ambte naar van den Burgerlijken Stand toe, dat zij spoedig wilde teekenen en dan onmiddellijk weer wenschte heen te gaan. Doch dit ging niet; zij moest wachten tot do trouwplechtig heid was afgeloopen. Zij maakte zich hierover zoo zenuwachtig, dat ze in onmacht viel. Toen het huwelijk voltrokken was en de an deren allen hadden geteekend, was zij nog niet bijgekomen. Eu locli zou ze moeien teekenen! Reeds werd met den ambtenaar van den Burgerlijken Stand beraadslaagd of er geen anderen weg to vinden was door in de huwe lijksakte de oorzaak te vermelden, waarom zij niet bad kunnen teekenen. Zij bad nl. reeds van te voren aan den ambtenaar van den Burgerlijken Stand op diens vraag go- antwoord, dat zij er dan maar in toe zou stemmen. Op dit oogenblik echter was zij weer bijge komen en kon ze even teekenen, zoodat hel huwelijk ten slotte tocli nog op de gewone wijze vltrokken werd. R. N. Branden. Omtrent den brand op de hof stede „Groot Hoff", onder Barneveld, kan nog gemeld worden, dat een ruim 4-jarig dochtertje den roggeberg met lucifers heeft aangestoken. Behalve de gebouwen zijn ver brand 112 vim rogge, 40 vim boekweit en 70.000 pond hooi. Een portefeuille met 100 die gered was, is later vermist. Zoowel de bewo'ner Kuijt, als de eigenaar der hofstede, mevr. de wed. Luden van Stoutenhurg, was tegen brandschade verzekerd. Te Boekei isDinsdag totaal afgebrand de .landbouwerswoning met schuur van S. v. Z. Een kalf en heel de inboedel verbrandde me de. Alles was verzekerd. DE NACHTARBEID DER GLASBLAZERS, Men meldt ons uit Amsterdam: .Verschenen zijn „eenige beschouwingen naar aanleiding van do ongemotiveerde con clusie der commissie van controle inzake de proef met de afseliaffing van den nachtarbeid in do flesschenfabrieken." Daaraan ontloene» wij o. a. „De vergelijkende waarde der flcsschon is van voe-1 beteekenis. Do flesschen kunnen verdeeld worden in twee soorten: vierkante en rondo flesschen. De vierkante flesschen zijn de jeneverflcsschen, waarvan door den glasblazer per dag 1000 stuks worden gen maakt als hij van ronde flesschen 700 stuks vervaardigt. Het is van zeer veel betceko- nis, to weten hoeveel vierkante flesschen tij* deus den proeftijd worden gemaakt en hoe- voel er gemaakt zijn in de andere jaren van vergelijking. Ieder glasblazer, ieder distillateur en ieder, die iets mot den joncverhandel te maken heeft, zal u aanstonds weten to zeggen, dat van do maand December 1912 tot heden een crisis was in den jenevcrhandel, waardoor do uitvoer zoo goed als stil stond. De oorzaken daarvan hebben wij hier niet na te gaan. Ge noeg zij het te vermelden, dat in de fa briek te Delft, waar in 1910 en 1911 twee ovens geheel en twee ovens gedeeltelijk jo« neverflesschen maakten, gedurende den proeft tijd aan twee ovens slechts gedeeltelijk jo neverflesschen werden gemaakt en in do laatste maanden zelfs slechts gedeeltelijk aan een oven. Het is duidelijk dat. een Commissie van con trole, in zoo'n ernstige zaak, zoo iets niel verwaarloozen mag. En geen commissie mag verlangen dat zij zou kunnen volstaan mei te zeggen er rekening mede gehouden te heb ben, zonder bekend te maken welke waarde* verhouding zij heeft aangenomen en wat hot resultaat van de vergelijking is. Direct na de staking in de maanden No vember en December werden in de fabriek nog jeneverflessclien gemaakt en waren de plaatsen ook tamelijk goed bezet, doordat een oven nog niet in werking was en het perso neel van dezen oven de plaatsen aan de an« dero ovens kon completeeren. Welnu, èn dooi) do directie, èn door de Commissie, is gecon stateerd geworden, dat in do eerste weken van den proeftijd de cijfers goed waren. Maar, daarna werd de vijfde oven in werking gesteld en moest deze bezet worden met een deel van liet personeel dei' andere ovens, waardoor, do plaatsen inkompleet werden en dus de pro ductiecijfers slechter werden. Daarbij werd do vervaardiging van de jene- verflesschen gestaakt en moesten bijna alle arbeiders ronde flesschen maken, dat ook weer de productiecijfers verkleinde, echter, do waarde van het totaal product niot deed vermindoren. Toen het resultaat der eerste 17 weken bekend was werden wij uitgenoodigd ter con ferentie bij de Commissie, waar ons de pro ductiecijfers werden vertoond. Wij zagen toon dat do cijfers waren opgegeven van alle ovens der fabriek te Delft, terwijl de proef slechts genomen zou worden, volgens do overeen komst, aan 4 ovens. Hierover onze opmer king gemaakt hebbende verklaarde de direc tie lot geen prijs de vijfde oven er buiten te sluiten. Het gelieele B-drijf moest iri aan merking genomen worden." FEUILLETON. Naar het Hoogduitsch van A. von Oppelen. 4> Opeens sprak de vreemde landeigenaar mijn naam uit. Ik keek verschrikt op en dacht dat. iemand „bedrieger" gezegd had. De vork beefde in mijn hand. „Dat is de rechte man," zeide do vreemde heer tot den heer Wolters; „hij zal al het graau en de wol gaarne van u koopen; hij is hoogst solide en zeer coulant; ik ken hem l'eeds jaren lang." Ik begon weder adem te halen: li ij sprak Van mijn vader. „Ik dank u," antwoordde do heer Wolters, „eu gij nooiudet den zoon als een compag non f* „De oude, reeds door den grootvader ge ërfde firma heet George Parker Zn. De ^>on echter is een nietsdoener eerste klasse; hij muntte bij alle wedrennen uit door zijn nolle streken." „Dat deugt niet voor een koopman," op- «h-rde de heer Wolters. „Een goede naam is toch goud waard," acht ik; voor de tweede maal was mijn 'tem aan de galg gehangeu. Gedurende den geheelen avond was ik in gedachten verzonken en stilzwijgend. Einde lijk trokken de gasten af. „Wij hopen dat gij ons spoedig met mejuffrouw uw verloofde met een bezoek zult vereeren?" vroeg mij, hij het afseheidnemon die booze man, die mijn goeden naam liad aangetast. Deze uitnoodi- ging was Marianne en mij alles behalve aan genaam. „Och, wat zijn dat lieve menscben!" zeide Johanna, toen do gasten zich verwijderd had den. „De beide meisjes ln-bben beloofd, mij dikwijls te komen bezoeken. Maar Karei, wat waart gij vanavond toch stil!" „Ik voldeed slechts aan liet verlangeu dat mijn nieht Johanna dezen middag te kennen gaf." „Mooi zoo! Wees nu maar altijd zoo ge hoorzaam. Voor morgen beveel ik u, weer uw vroolijk humeur te toonen; dat staat u toch beter dan ernst. Goeden nacht!" Johanna reikie mij de hand ten teekeu van verzoening. Terstond daarop wendde Marianne zich lot mij. „Karei," zeide zij zacht, met vochtige oogen, „wilt gij morgen vóór dén middag in den tuin bij de fontein komen? Ik zou u gaarne alleen willen spreken." Ik drukte toestemmend hare bevende hand. Zij begreep niet dat ik bereids alles wist. Door dit rendez vous werd mijn avontuur met één dag verlengd. Ik overlegde nu, in mijn slaapkamer, of ik mij nog dieper in dit net moest wikkelen. Moest ik niet eindelijk gesnapt worden? Buitendien moest een dag meer mijne verwijdering van Johanna smar telijker maken. Hoe zou ik mijne lange ver momming rechtvaardigen? Door mijne liefde voor-Johanna? Mijne liefdo op het eerste gezicht? Een prachtig voorwendsel! Zou de- landeigenaar Woliers zijne dochter aan een „nietsdoener eerste klasse", aan een „onbe zonnen waaghals" geven? Zou ik niet beter doen naar Marianne's venster 1e klimmen, baar alles te bekennen en dan ijlings do vlucht nemen? Neen, het ls beter dat ik ga slapen. Goede raad komt in den nacht. Jo hanna, Johanna! waarom zijt gij toch zoo lief? En ben ik dan werkelijk zoo strafbaar? Hebben deze lieden niet zei ven mij tot neef gemaakt? Do hemel is mijn getuige, dat ik oprecht was, toen ik hier kwam. Ik hen licht zinnig geweest maar niet gewetenloos en heb het hart op do rechte plaats. Ik zal mijne onbezonnenheid afleggen eu de achting dezer lieden verwerven. In elk geval gaat dat zoo maar niet met. een enkele beweging van de liand, maar ik bemin en wil gelukkig worden. Iu dezen nacht hoorde ik het gesprek tus- sehen Marianne en Arthur niet. Ik sliep en droomde lot aan den morgenstond van Jo hanna, met haar schommelde ik nog iu den droom, toen Thomas mij wekte. Gaarne had ik het ontbijt in den steek gelaten, om don schoenen droom vorder te genieten; ik spoedde mij echter en ging in do eetzaal. Allen waren hier reeds aanwezig. Marianne's gelaat was bleek, maar zij zeide, dat zij zeer wel was. Johanna palagde mij met de bezoe kers van gisteren, omdat ik hen bad willen a f schrikken. „Gij hebt niel, veel verstand van 't weer, neef Karei," zeide zij. „Op uw naamdag zal ik u een barometer cadeau geven. Wanneer viert gij uw naamdag"" „Alle drommels," dacht ik, „wat moet ik zeggen?" Ik wist niet wanneer het St. Kareis- dag was. „Nu," zeide Johanna nogmaals, „wanneer viert gij uw naamdag?" „Ik vier mijn naamdag niot meer," ant woordde ik eindelijk, „dat is mij to ouder- wetsch." „Hier houden wij deze goede puderwetsche gewoonte," antwoordde Johanna vinnig, „en wij hopen dat gij ons hij elk naamfeest in ons huisgezin zult bezoeken. Frisch uw ge heugen eens wat op! Wanneer vier ik mijn naamdag? Wanneer viert Marianne den hare? Eu wanneer papa en mama? Wij zullen eons zien, of gij uw kalender kent." „Dat is een flauwe grap," sprak ik van mij af; „ik hen geen schooljongen en ik ken mijn kalender." „Niet zoo driftig, heer neef! Wilt gij wel gelooven papa? Hij draagt zijn ring aan een lint om zijn hals, omdat hij geen lastige vra gen over zijne verloving wil hooien. Aan zulke lui moet men, in zaken van gevoel, niets vragen." Daarbij keerde zij mij den rug toe. „Niet krakeelen. kinderen;" zeide de heer Wolters. „Gelooft mij, gij beiden gelijkt zoo veel op elkander iu uw karakter, dat gij altijd reden lot oneenigheid zult hebben.* „Gij vleit mij, oom," zeide ik. „ik voel mij in 't geheel niet gevleid," pro testeerde Johanna ijverig: „ik kan die nuk kige meusehen niet dulden. Gelukkig zijt gij de verloofde van Marianne en niet van mij; Marianne is veel verdraagzamer." Marianne wierp haar een smeekenden blik toe. „Om uwentwille, Marianne, wil ik ook ge duld met hem lu bben. Maar ik moet u toch zeggen, als gij niet spoedig aan zijne ver betering de hand slaat, dan zal hij kwaad stichten. Men moet hem eraan gewennen te antwoorden als hem iels gevraagd wordt." Daarop reikte zij mij de hand eu vroeg: „licht ge berouw over uwe zonden?" „Met geheel mijn hart," antwoordde ik, terwijl ik haar hand zacht vasthield. „Vraag mij vergiffenis en beloof mij, dat gij u zult verbeteren!" „Ik heb beromv over mijne zouden, belool beterschap en vraag vergiffenis," zeide ik en kuste verrukt haar hand. „Vraag nu ook Marianne vergiffenis en luis haar," beval Johanna; „ik heb nog iu 't geheel niet gezien, dal gij elkaar gekust hebt." Dit bevel bracht Marianne zoowel al-s mij in de pijnlijkste verlegenheid. Toeli moest ik Marianne broederlijk kussen en de heme' woel, hoe deze kus op mijn ziel brandde. HIEUWE HAARLEMSCHE COURANT .SHIP i

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1913 | | pagina 5