NEEF KABEL.
FJr-yrr f'T
De Econsmiiclie gevolgen d@r
verovering van Tripoli.
BUITENLAND.
Rond de Liturgie.
B I N N E N L A N D.
cLxxin.
!%u lilai^chêi
„Noyons.
ttaas*§er£i®I&ramse§a &iaesds«5iB@en«sii «oei* ssiSa g©leg®nhesl@£i4
HET VERONGELUKTE LUCHTSCHIP.
FEUILLETON.
NIEUWE HAARLEWSCHE COURANT ™ÏÏEE*
In hel dagblad „De Tijd" vinden wij over
dit actueele onderwerp een artikeltje dat een
goeden kijk geeft op den eeonomischen toe
stand in het pas door Italië veroverde Afri-
kaansche gebied.
Wij ontleenen er het volgende aan:
De Arabische stammen hebben zich nog
niet onderworpen; de laatste Turksche sol
daten zijn nog niet ingescheept; de oase
bevolking blijft zich verzetten tegen de
vreemde overheerschappijin één woord: het
oppergezag der Italianen in Tripoli bestaat
tot dusver meer in naam dan in werkelijk
heid en reeds worden pogingen in 't werk
gesteld, om door deze verovering tevens de
hand te leggen op den handel van Soedan.
Het denkbeeld, ten bate eener Europeesohe
mogendheid zich in 't bezit te stellen van
het internationaal ruilverkeer der kostbare
Handelsartikelen, afkomstig uit het zeer uit-
ge trekte gdrondgebied tussohen de Roode
Zoo en de Golf van Guinea, is van Duitschen
oorsprong. Toen Gerhard Rohlfs zich van
Tripoli naar Lagos begaf, m. a. w. van de
Middellandsohe Zee naar den Atlantischen
Oceaan en eenige jaren later een expeditie
leidde in de Lybisohe Woestijn, om ten slotte
onder onnoemlijke gevaren door te dringen
tot de Koufra-oase, beoogde deze beroemde
ontdekkingsreiziger niet alleen de bevorde
ring der wetenschap doch tevens de staatkun
dige en commerciëele belangen van zijn va
derland. En toen later Nachtigal dwars door
Jezzan, Tibesti, Borkou en Kanem doordrong
oot het meest zuidelijke hinterland van Tri-
politanië, om aan de Sultans, die de oevers
van het Tchadmeer bewonen, de geschenken
van den koning van Pruisen over te brengen,
geschiedde dit met het doel, den Fransehen
invloed in het binnenland van Afrika tegen te
gaan en tevens naar middelen uit te zien
of in gindsche streken voor de Duitsche nij
verheid voordeelen waren te behalen.
Heden ten dage tracht Italië zich in 't
bezit te stellin "van 't geen destijds door
Duitschland gezaaid is. Het lijdt geen twijfel,
dat de aanwezigheid der Eransehen te Al
giers en Tunis en der Britten in Egypte, van
eenigen invloed is geweest op de marschrich-
ting der karavanen, die de Sahara doortrok
ken, om zich naar de havens van de Mid-
dellandsclie Zoe te begeven. Teneinde uit
sluitend Motoammedaansck' grondgebied te
bereizen en zich te onttrekken aan een. lastig
onderzoek, dat allicht voor zekere levende
koopwaar, die hu eenmaal op het grondge
bied van een beschaafd land niet kan wor
den toegelaten, hadden de Arabische speku-
lanben het reeds lang tot gewoonte genomen,
hunne marschrichting te nemen langs de eeni
ge Afrikaansche provincie, die stond onder
aet onmiddellijk gezag van het Ottomaan-
sche Rijk.
Vóór de Italiaansche verovering kwamen
drie karavaanroutes to Tripoli samen.
De eerste voerde van Tombouctou via Ma-
brouk, In Salah en Gkadames naar Tripoll, de
tweede en dorde route vereenigden zich te
Mourzouk een dezer wegen, die Kanem tot
uitgangspunt had, voerde over Agades en
Rhat, terwijl de andere Kouka en het gebied
van het Tchadmeer via Bilma met Eezzan en
Tripolitanië in verbinding bracht. Bovendien
moet hier nog genoemd worden de Oostelijke
route, die uitgaande van Abech in het Ouaclaï-
gebied, de Lybisohe Woestijn doorsnijdt en via
de Koufra-oase naar de havenplaats Bengazi
voert.
De expeditie der Italianen in Tripolitanië
heeft voor den handel van Soedan noodlottige
gevolgen gehad; de karavanen, die reeds in
vredestijd aan menig gevaar zijn blootgesteld,
waagden zich niet in een landstreek, die in
volslagen opstand verkeerde en het is een
bekende zaak, dat een onderbroken handels-
strooming niet vandaag of morgen hersteld
kan worden.
De onrust der nieuwe Tripolitaansche mees
ters is volkomen te billjjkcn. Het is te voor-
lien, dat voortaan dc karavanen zich niet
meer zullen begeven naar Tripoli of Ben
gazi, doch de richting zullen inslaan naar
de Golf van Guinea en naar de Roode Zee.
Een Italiaansoh economist dringt er bij de
Europees oho Mogendheden op aan alles in
't werk te stellen teneinde de karavaan te
beletten nieuwe wegen te volgen.
„Sedert onheuglijke tijden' aldus de heer
Oberti is de handel in Soedan in handen
geweest van de Mohammedaansehe stammen,
5 die tot eiken prijs een organisatie en een
trans oor tr ou te willen behouden, uitsluitend
i dienstbaar aan hunne belangen. Door een ge-
j deelte van den karavaanhandel van de vroe-
gere richting af te wenden en te leiden naar
j de Golf van Guinea, wordt een gevaarlijk an-
i tagonisme in 't leven geroepen tusschen de
I bewoners der landstreken, die "doorsneden
worden door de nieuwe handelsroutes en de
j volksstammen van het hinterland der Middel-
landsche Zee, die voortaan beroofd zijn van
jeen verkeer, waarvan zij de meeste voordee-
ilen genoten."
De raad, dien de medewerker van de „Ras-
segna Nazionale" aan Frankrijk en Engeland
geeft, is wellicht niet geheel belangeloos, doch
bevat'in ieder geval eenige waarheid. Ten al
len tijde levert het gevaar op verwarring te
brengen in de economische organisatie van
een half barbaarsche bevolking, die dadelijk
bereid is na-ar de wapenen te grijpen en to-t
plundering te vervallen, zoodra zij beroofd
is van het eenig eerlijk bedrijf, dat haar ten
dienste staat. De kameeldrijvers, die ver
plicht worden hun beroep vaarwel te zeggen,
zullen gemeene zaak maken met hunne na
tuurlijke vijanden, de Touaregea, welke laat-
sten, niet meer in de gelegenheid zijnde zich
te verrijken ten koste der karavanen, tot ar
moede vervallen en een voortdurende bedrei
ging vormen van de Europeesche bezittingen
in Koord-Afrika.
Het door de Italianen aangegeven gevaar
is maar al te duidelijk, doch de vraag doet
zich hier voor, of 't bepaald van Frankrijk
of Engeland afhangt de handelsstrooming van
Soedan naar de Tripolitaansche havens te lei
den. Indien de karavanen sedert lang de
voorkeur hadden gegeven aan Tripoli en
Bengazi en op den duur afzagen van de naar
Algiers, Tunis of Alexandrië voerende wegen,
vond dit niet zijn reden in de bedrijvigheid
der havens, waar de inlandsche spekulanten
de in de Woestijn gekochte waren aan den
man brachten.
Integendeel, hoogstwaarschijnlijk zou de
handel van Soedan een veel winstgevender af
zetgebied gevonden hebben in de groote zee
steden van het Zuiden der Middellandsohe
zee, waar de Eransche of Britsche vlag wap
pert. De onweerstaanbare aantrekkingskracht,,
die het kustland van Tripolitanië uitoefent
op de Karavaangeleiders, was alleszins be
grijpelijk. Gom, ivoor, struisveeren en zelfs
stofgoud .waren niet de kostbaarste artikelen
die do Arabische spekulanten in Soedan had
den gekocht. In gindsche niet onder controle
der Europeesche beschaving staande gewes
ten was de slavenhandel in vollen bloei, ter
wijl 'te Tripoli of Bengazi Turksche scheeps
kapiteins deze te Stamboel Keer gewilde
koopwaar heimelijk aan boord namen.
Deze afschuwelijke handel in menschen-
vleeseh zal voortaan in de schaduw van de
Italiaansche vlag niet moer mogelijk zijn, en
derhalve zullen de karavanen naar andere
wegen uitzien. De gewetenloozo spekulanten,
die den slavenhandel niet verkiezen op te
geven welk bedrijf intusschen in Noord-
Afrika voortaan vrijwel onmogelijk is gewor
den zullen de richting inslaan naar de
Roode Zee; terwijl zij, die hun voordeel wen-
schen te doen met de waarborgen, die het
Fransclie grondgebied biedt en op eerlijke
wijze hun brood willen verdienen, de route
van de Golf van Guinea zullen volgen.
Het is duidelijk, dat de bevolking van het
hinterland van het vroegere Ottomaansohe
vilajet, dat nu onder Italiaansche herschappij
is gebracht, na de volkomen pacificatie der
landstreek, niet dezelfde handels bedrijvigheid
zal bezitten, waardoor zij zich voor den oorlog
kenmerkte, doch het is te voorzien, dat de
handelsstroomingen zich zullen verplaatsen,
doch niet verdwijnen. Zoo zullen b.v. de ka
ravanen van Tombouctou naar Tripoli, die
via Ghadames voeren, het voordeeliger ach
ten bij. laatstgenoemde plaats de vroegere
route te verlaten, om zich naar Tunis te be
geven.
Frankrijk schijnt er toe geroepen op den
duur de meeste voordeelen te plukken va-11
de oommercieele omwenteling, die in Noord-
Afrika heeft plaats gehad tengevolge vanHet wrak van iden luehtkruiser is geheel in
de annexatie van Tripolitanië aoor het Ap-het water weggezonken, hetgeen het bergings-
penijnsche Koninkrijk. (werk zeer bemoeilijken, misschien wel onmoge-
Nu het Islamisme zijn debduohe aan de Mid-1;-,
dellandsche Zee heeft verloren zijn Algiers J 'en
en Tunis, dank zij de bestaande spoorwegen,
die steeds verder in de Woestijn doordragen,
tegenover de Italiaansche en Britsche bezit
tingen in dit gedeelte der wereld in de meer
derheid.
Over het ontzettend ongeluk, het Duitsche
luchtschip L I en zijn bemanning overkomen,
Alle Duitsche bladen hespreken de catastro
phe in lange kolommen.
Een medewerker der Kölnische Zeitung had
te Cuxhaven gelegenheid, officieren van' den
haven aangekomen en hadden daar rapport uit
gebracht.
Do L I, die reeds verscheiden tochten boven
deel en de Duitsche bladen nog meerdere bij- i had gemaakten aan de vlootmanoeuvres
zonderbeden mede, waarvan wij de volgende aan haddffgnomen begaf zich Dinsdagmiddag
de Tel. ontleeneni m ^lf ^derom naar de vlootdivme, die j
bij llelgo-land oefende, om daar verkennmgs-
Kerkvloer. Bouwsteenen. HoofdmtrrënL
De kerkvloer is het zinnebeeld der
..nederigheid, welke den menseh lichaam
mannestaf te spreken, die door de gered .e of-; en geest doet nederhuigen, gelijk zij den door
fineren van de L I mondeling waren ingelichttegenspoed beproefden Koning David deed
omtrent de toedracht van de ramp. De geredden j klagen: „Vastgehecht aan den grond is mij
waren Woensdag met een torpedoboot te Cux-ne ziel." In den kerkvloer vindt men ook het
beeld der zonden, welke de Christen met
den voet moet vertrappen. Uit dien hoofde
is het derhalve geen bewijs van goeden
smaak op den Kerkvloer afbeeldingen van
eerbiedwaardige zaken (kelk met H. Hostie,
een kruis, den Zoeten Naam) aan te brengen.
De koofdbestanddeelen van een kerkgebouw
zijn de steenen. Alleen een s t e e 11 e n kerk
tweede vliegmachine, van Helgoland vertrok- j d'Pnst te gaan doen' I geconsacreerd worden. Die steenmassa
ken, teneinde zich naar het vlooteskader te be- f Kapitein van den stuurballon was de beproef- ^cite?,k_en_t. d<L
De L I was om 7 uur vergezeld van eene 1
geven, dat op een afstand van 20 K.M. van het 1 de Zeppelin-deskundige, luitenant-kapitein
i tot één geestelijk geheel in de Roomsche ge
meenschap tezamen gebracht; zij zijn „de le
vende steenen", opbouwend Christus' Kerk.
Al die steenen, alhoewel van elkander ver
eiland geankerd lag. Het weder was aanvanke- üamie, dié, helaas, weinig uren Later met 14
lijk vrij goed, doch een half uur na de opstij- arldere mannen het leven zou laten. De ballon
ging brak plotseling een storm los. De com-voer ullr over Cuxhaven, toen het reeds schillend in omvang, aaneen verbonden door
mandant van het luchtschip, de le luitenant tamelijk hard regende. De L I vervolgde echter j krachtige metselkalk, torsen en stutten
Hanne, zag het gevaar aankomen, trachtte nog zij'n weg' Toen de Kichtkruiser om half j elkaar tot den lioogen opbouw der kerk. Zoo
de uit het Noord-Westen naderende regenwolk zes ^ij Helgoland de vlootdivisie in het gezicht moeten ook de geloovigen hoe verscheiden
te ontwijken, doc-h te vergeefs. Door de wind kreeS> regende het zeer hevig, hetgeen echter,ook in stand, jaren of wijsheid —vereenigd
raakte het schip koers kwijt en schoot van eenuaar het weder overigens kalm was, geen onge- i ZIjn m eendracht en liefde om met elkander
x x x rustlieid behoefde te barm Th» i-nn ,„1™ verbonden in ouderlingen sterken steun het
hoogte van ongeveer 100 meter m bet water.16 dd'«l- I Rijk Gods op aarde uit te breiden.
De eerste luitenant Lenerfeld. die met zim wa-kilogram regenwater velen.
Hoogere beteekenis hebben ook de hoofd-
tervliegtuig voortdurend rondom de L I zweef-De vlootmanoeuvres hadden ten Noordwesten m u r e u een,er kerk. Zij zijn n.l. een zinspe-
de, kon ternauwernood aan den storm ontko-j vau rigoland plaats en de ballon was onge- üngr 0p de Joden en de heidenen, als de twee
men. Na een moeilijken tocht slaagde hij er )vecr zeemijlen in die richting van Helgo- j hoofdgroepen van het mensGhelijk geslacht,
evenwel in, weder veilig op Helgoland te lan-'and verwijderd. Daar het hier een verkenning; beide verbonden door Christus, die in de H.
als in oorlogstijd betrof, was de L I op volle j Schrift „hoeksteen wordt genoemd. In dien
De L I kwam met groote snelheid in het sterkte bemand, nl. met 22 koppen, waaronder i pest bidt ook de Kerk bij gelegenheid eener
water terecht. Verondersteld wordt, dat de
schok zóó hevig was, dat de leden der beman
ning, die zich in bet voorste schuitje bevonden,
bedwelmd werden en dientengevolge niet meer
tot een poging, om zich. te redden, in staat wa
ren. In korten tijd hadden de golven het alu-
minium-geraamte van het luchtschip verbrij
zeld, terwijl de gaseellen reeds vroeger open
gescheurd waren. Het voorste gedeelte van het
zes officieren, een vloot-ingenieur, een stuur
man en het machine- en seinpersoneel.
De ballon stevende op ongeveer 1300 meter
hoogte en bevond zich in volle vaart, toen plot
seling, even na zessen, geheel onverwachts, een
zoo onbeschrijflijk hevige regen begon neer te
plassen, dat een der geredde officieren later
verklaarde, dat zelfs de meftigste tropenregen
dien hij had bijgewonod, nog niets beteekende
schip zonk dan ook spoedig, waarhij het groot- j naast dozen wolkbreuk.
ste gedeelte der bemanning in de diepte ver- j Kr stond een volmaakt ondoorzichtige wand
dween. De „Hannover" en de „Schle&wig-Hol- van water rondom den stuurballon. Tegelijker-
stein" waren het eerst op het tooneel van de Djd begon een in verticale richting zich voort-
catastroplie aanwezig, terwjjl de geheele vloot
bewegende orkaan te woeden, die een korten,
onmiddellijk van de ramp in kennis gesteld en «liepen golfslag op de oppervlakte der zee ver
ter hulp geroepen werd. De „Hannover" kon oorzaakte. Na korten tijd was het luchtschip
vier en de torpedoboot 107 drie schipbreukelin- i letterlijk met water doortrokken. Ook de invren-
gen redden, die de „Hannover" naar Wilhelms-di&e ruimten stonden onder water, de motoren
haven bracht. Een hunner, de bootmansmaat weigerden echter geen oogenblik.
Bansmer, is intusschen overleden. Hij werd be- j Kapitein Hanne liet alle waterballast over
wusteloos opgepikt; de pogingen, om de le-
kerkwijding zeer duidelijk: „Almachtige
eeuwige God, die door uwen Zoon als hoek
steen de beide uit het Joden- en heidendom
voortgekomen muren vereenigd hebt," ens
gespoeld van kapitein Uletzing, een dexgenen,
die bij de ramp der L I bet leven verloren.
Door een vissohersboot werden nog vijf lijken
opgevischt, o.a. dat van den commandant der
L I, kapitein Hanne.
vensgeesten op te wekken, bleven eebter vruch
teloos.
Volgens een later bericht uit Helgoland, zou
ook een achtste man gered zijn. Bevestigd is
dat bericht evenwel nog niet.
boord werpen en gaf bevel, het hoogtestuur nog
schuiner te zetten, om te trachten, boven de
bui te komen. De verticale druk werd echter
hoe langer hoe krachtiger en spotte met alle tuige te zijn. Nadat de Koninklijke rijtuigen
pogingen, vooral daar bet luchtschip reeds zeer 1 waren voorgekomen, en. H. M. en do Prins
HET KONINKLIJK BEZOEK AAN DE
HOOFDSTAD.
Onze Amsterdamsche cojrespondent meldt
ons d.d. gisteren:
De dag van heden was in de eerste plaats
bestemd tot het brengen van een bezoek!
aan de „Entos". Reeds vroog in den morgen
stond een menigte voor het paleis om van
het uitrijden van den Koninklijken stoet ge-
veel gas verloren had. Een ontzettende storm-1 hadden plaats genomen, zette de stoet zich
jj0 am mmar. omvlnK een meatxiec- ™rp nu den luehtkruiser van ongeveer 1 kalf 1° UQ
us „O. z., am muaag ontving oen uiouweo juiohtra het Koninklijk Echtpaar van alle kan-
ling van kapitein Luhnng, die met den stoom- j 1 °0^ mofcer hoogte, met oen snelheid, die op 20 - hartelijk Langs den geheelen weg'
trawler „Orion" te Bremerhaven aankwam, j inM" Per seconde geraamd wordt, op d» lco-en VOoral bij het Ueutraalstation was hejj
Deze weet het volgende te meldenj zee' met den koP vooruit. zv«rart van de monsohen. Links van het Cvn-
Des avonds om 6.25 zagen wij het marine-De botsing was zóó hevig, dat do stuurballon traaistation bij de Prins Hendrikkade lag een
luchtschip nog in de lucht tegen den steeds dadelijk doorknakte en de twee helften geheel der booten van den Havenstoombootdienst ge-
sterker wordenden N.-Oosten wind kampen. of gedeeltelijk onder water raakten. Reeds eer-reed, die xL M. de Koningin en de Prins met
Tien minuten later lag het op het water. Daarder waren eenige manschappen uit de gondels j Hun gevolg naar de Entos bracht,
wij voor een ongeluk vreesden, begaven wij ons! gevallen en onder het stalen onderstel van den; ^an den met palmen versierden steiger van
met het achterste gedeelte in bet water, het! twee le-luitenants Wendt en Grimm, konden j yaQ de Qg^aio Commissie en van het Dag>
voorste gedeelte verhief zich lioog in de lucht,zich ongeveer drie kwartier, in hun loeren pak-1 heeren O. G. Vattier Kraane, P-
terwijl het middengedeelte totaal gedeukt en ken rondzwemmend, boven water houden. Weer
gehavend was. Zeven man van de bemanning
zagen wij in het water, van wie zich drie aaü
het omhulsel hadden vastgeklemd. De vier an
deren dreven allen met bet hoofd boven water.
Het eerst werd door ons de eerste-luitenant
Grimm gered, en daarna een stuurmansmaat,
die vastgeklemd zat. Eerst na herhaalde pogin
gen konden wij hem bevrijden. Onderwijl was
het linieschip „Hannover" aangekomen, dat
met een reddingboot nog vier man redde. Een
paar minuten later was van 't luchtschip niets
meer te zien.
anderen grepen eenige houten wrakstukken,
maar verscheidene waren hij den schok dadelijk
doodgeslagen of stikten in het inwendige van
den ballon, daar deze als 't ware over de gon
dels was heen gestulpt.
C. Adrian, J. S. Meuwson, P. J. L. Verschura
on J. P. Zur Mühlen. Mr. H. Smeenge en
Mr. I. G. Stibba, do komst der Hooge Be
zoekers af. Het terrein van de tentoonstel
ling was op speciaal verzoek van de Konin
gin niet versierd, wijl H. M. bet verlangen
De visschersboot Orion, uit Geestemuiide, had kad te kennen gegeven het geheele terréin
Jin 13 ii-ji i -der tentoonstelling te bezichtigen zooals dit
den ballon gevolgd en was vlak m de buurt, j 6
tn i r iop gewone dagen er uit ziet.
toen de ramp plaats had. Deze stoomtrawler j aocht^tjo van der bestuursleden
redde met de grootste moeite vijf man, terwijl j bood H M ©en fraaie bouquet aan. Onmiddel-
bet slagschip „Hannover 1 er nog twee kon op- lijk daarop werd een aanvang gemaakt met
pikken. het bezichtigen van de Historische afdeeling
Bij Cuxhaven is eergistermiddag het lijk aan-waar H. M. speciaal veel belangstelling toonde
19
Naar bet Hoogduitsch van A. von Oppelen.
5)
trof mij uw aanblik. Gij deedt mij al bet
andere vergeten en ik zou mijn leven er voor
willen geven, als ik zeker wist, dat gij mij
niet ongenegen zijt."
„Waarom zou ik u ongenegen zijn? Integen
deel, ik zou gaarne nog langer uw vroolijk
gezelschap willen genieten."
„Scherts maar door, Johanna. Dat zal toch
niet beletten, dat ik zoo spoedig mogelijk ver
trekken moet," zeide ik, „en als souvenir be-
j houd ik dezen handschoen: hij zal voor mij
„Het is geheel zonder gevaar; men kan nog het kostbaarste voorwerp ter wereld blijven.'
van grooter hoogte naar beneden komen, zon
der zich te kwetsen."
Marianne en Arthur bloosden.
„Ik vertrouw u eigenlijk niets," zeide Jo
hanna; „wij zullen wel nader daarover spre-
„Wilt gjj mjj wel oogenblikkelijk mijn
handschoen teruggeven, Karei. Hij is nog
fonkelnieuw. Geef hem mij oogenblikkelijk
terug."
Zij trachtte mij den handschoen afhandig
sen. Laten we nu maar door deze laan wan- te maken, doch ik roofde nog gezwind de
delen, het weder is werkelijk verrukkelijk."
Marianne en Arthur gingen vooruit; Jo
hanna en ik volgden.
„Wilt gij werkelijk morgen vertrekken!
Jtaar lieg mij asje-blieft niet iets voor."
„Ik moet vertrekken, omdat een langer ver
wijf hij u, lieve Johanna, mij het hoofd op
hol zou brengen."
„Ik heb u verzocht niet te liegen, Karei;
hiaar heusch, het onmogelijke kan men van
h niet verlangen.'
.,Ik heb de waarheid gezegd. Kunt gij een
hogenhlik ernstig zijn?"
«Volkomen ernstig.'
..Johanna, het was mij moeilijk in nwe
Jpgen een dubbelzinnige rol te spelen en een
^hgagement voor te wenden, omdat ik Ma-
•tenne's geluk wilde bevorderen."
•Wat gaat mij uw engagement aan? Zoek
011 meisje waar gij wilt."
»Gij neemt alles van de vroolijke zijde op
toch hebt juist gjj mij den ernst des levens
fen kennen; door u hen ik een ander ge- j morgen." Zij ontsnapte mij en haalde Ma
tuen. Terstond toen ik u voor 't eerst zag,rianne en Arthur in.
andere
„Nu heb ik het geheele paar," riep ik in
triomf. „Gij moet het inlossen. Een kus voor
eiken handschoen is niet te veel, want de
kwaliteit is werkelijk voortreffelijk."
„Ik geloof bepaald dat gij uw verstand ver
loren hebt. U geef ik nooit een kus."
„Goed, dan behoud ik de handschoenen en
maak hen tot vertrouweling mijner zoete ge
heimen."
„Gij, aartsschelm I geef ze terug; ik wil u
wel een kus geven, maar den onverschillig-
i sten dien men maar bedenken kan; juist zoo
veel waard als een paar handschoenen."
Ik reikte haar de handschoenen over en
was reeds bereid het beloofde loon in ont
vangst te nemen, toen plotseling de heer
Wolters.in onze nabijheid riep: „Marianne,
Johanna, Karei! Waar zijt gij toch?"
„Hier, papa," zeide Johanna.
„En mijn kus, Johanna?" vroeg ik.
„Daarover spreken wy later. Misschien
„Komt," zeide de heer Wolters. „Wij zullenheneden. Langs omwegen wandelde ik naar j poetst en eenige onverklaarbare regels op
nog een groote polonaise met de luidjes dan-Hohenburg en vermoeid en ontevreden met papier had achtergelaten. Twee dagen later
sen en dan gaan wij ter ruste." mijzelf, bereikte ik de pastorie van mijn oom.kwam een ander jongmenseh opdagen; ook
De dans was spoedig geëindigd en wij Acht dagen waren bereids verstreken. Op hij beweerde Karei Wolters te heeten en de
wenschten elkander goeden nacht. j zekeren avond zat ik hij mijn oom en zijn verwachte bloedverwant te zijn. Door authen-
In mijn slaapkamer hield ik de volgende zuster, mijn oude tante Brigitte, in de gezel-tieke brieven zijns vaders en verschillende
alleenspraak: „Dat is mijn laatste avond in lige woonkamer.'Mijne gedachten waren te! andere omstandigheden, bewees hij de wer-
dit gelukkige huis. Mijn schoone droom ein- j Leeliaus. Mijn oom zag dikwijls van het op-! keljjke neef te_ zijn. De eerste was dus een
digt spoedig. Deze lieve menschen zullen j stel van zijn preek op en tante breide zwij- bedrieger. Marianne is Holm's verloofde, en
mijn valschen rol ontdekken en vertoornd op gend aan een langen, wollen kous. haar neef kwam, om haar te huwen. Dit ver-
mij zijn, omdat ik hun vertrouwen bedroog.1 De oude lieer maakte het zich in zijn arm- wekte heftige tooneelen. De neef verlangde
Misschien kon ik Johanna goedgunstig voor stoel gemakkelijk; ik reikte liem zijn pijp toe halsstarrig dat Marianne van haren verloof,
mij stemmen, als ik nog slechts een halven en hij zeide daarop, dat hij ons iets huiten-de zou afzien; doch dit vertoornde den heer
dag bleef. Maar ik moet beslist dezen nachtgewoons te zeggen had. Wolters en hij verklaarde dat dit verlangen
vertrekken." „Wat dan, Willy?" vroeg tante; „gij ziet er dwaas was. De heer Karei Wolters junior
Met dit besluit pakte ik mijne reishenoo-werkelijk geheel nadenkend uit." vertrok weder den volgenden dag en na nog
digdheden iu mijn valies en opende het ven- „Het is een wonderlijke geschiedenis; ik velerlei moeilijkheden bekwam men van hem
ster: „Moet ik zonder eenige opheldering kan 't u in vertrouwen meededen, maar gij do belofte, dat er tot zijn eigen voordeel en
vluchten? Die goede menschen zullen onge-moet er niet over spreken; 'n eenig geval." j dat zijner verwanten, mets van deze zaak
rust over mij zijn. Wat zou ik schrijven? Daarop vertelde oom, hoe de heer Wolters ruchtbaar zou worden.
Komaan! Ik wil mijn avontuur tot aan hetop een avond zijn neef, den aanstaanden! „Goede hemel! zeide 1ante Brigitte met
einde doorzetten. Ik zal hen op een verkeerdechtgenoot zijner oudste dochter verwachtte gevouwen handen. Wat wat dat 'n spitsboef.
spoor leiden en aan Johanna schrijven, dat en dn diens plaats een jonge man aankwam,„Het was in elk geval een bedrieger, maar
zij het is die ik begeer." j die de familieaangelegenheden nauwkeurig het blijft toch onverklaarbaar, met welk doel
i Ik nam een potlood en schreef op een vel i kende; alle vragen die tot hem gericht wa- s hij gekomen was."
postpapier: „Johanna's wreedheid dwingt mij ren, werden goed beantwoord, terwijl hij zieli „Natuurlijk om te stelen, meendo tante
tot vluchten. Een goed woord van haar zou voor Karei Woliers uitgaf. De jonge vreem- Ilrigitta.^,,Wordt er geen geld of zilvervvark
van onschatbare waarde voor mij geweestdeling beviel uitstekend en won terstond het vermist?'
zijn, maar zij laat mij troosteloos van hier vertrouwen der geheele familie. Den tweeden „Er wordt niet het minste of geringste \ei-
vertrekken. Ik zegen de lieve bewoners vandag bracht hij aan 't licht, dat Marianne mist, ofschoon het jongemensch twee uagen
dit gastvrije huis en vooral liet schoone, on- den heer Arthur Holm beminde en daar- lang een goed leventje genoten heeft,
barmhartige meisje; zij stoot mij terug in het door zijne in do kinderjaren voorgenomen„Misschien heeft liy liet plan een groot©
onrustige, wilde leven van Berlijn, waarin verloving verviel; buitendien had hij zich te inbraak te doen; die menschen moeten ep
ongelukkige menschen steeds afleiding von- Berlijn verloofd. Do heer Wolters was iu den hunne hoede zijn, meende tante,
den." Dit velletje papier stak ik aan den beginne zeer toornig; doch na een kort te-1 „Gij helit gelijk oom, dat is een vreemde
spiegel vast, daar zou men het wel opmerken, geustreven gaf hij zijne toestemming tot dogeschiedenis, zeide ik, om toch iets te zeg-
Mijn lustige rol was afgespeeld; toch talmdo verbintenis van zijne dochter Marianne on gen. „Vermoedt men mets? Verdenkt men
ik nog langen tijd in mijn slaapkamer. Eerstden heer Holm en do lustige noef orgamseer-
tegen de morgenschemering wierp ik mijnde hij deze gelegenheid een vroolijk l'eest
valies in den tuin; toen klom ik in den groo-j voor het geheele huisgezin en het dienstbare i
niemand?"
„Niemand," antwoordde oom. „Holms eer
lijk karakter is hoven allen twijfel verheven
ten appelboom, die dicht hij mijn venster 1 personeel. Den volgenden morgen verscheen j en ik ken al-zijn vrienden; anders zou ik den-
stond en daalde van tak tot tak zeker naar de neef niet: het bleek, dat hij de plaat ge- ken: een slimme vocel beeft de rol van ten