NEEF KABEL. FJr-yrr f'T De Econsmiiclie gevolgen d@r verovering van Tripoli. BUITENLAND. Rond de Liturgie. B I N N E N L A N D. cLxxin. !%u lilai^chêi „Noyons. ttaas*§er£i®I&ramse§a &iaesds«5iB@en«sii «oei* ssiSa g©leg®nhesl@£i4 HET VERONGELUKTE LUCHTSCHIP. FEUILLETON. NIEUWE HAARLEWSCHE COURANT ™ÏÏEE* In hel dagblad „De Tijd" vinden wij over dit actueele onderwerp een artikeltje dat een goeden kijk geeft op den eeonomischen toe stand in het pas door Italië veroverde Afri- kaansche gebied. Wij ontleenen er het volgende aan: De Arabische stammen hebben zich nog niet onderworpen; de laatste Turksche sol daten zijn nog niet ingescheept; de oase bevolking blijft zich verzetten tegen de vreemde overheerschappijin één woord: het oppergezag der Italianen in Tripoli bestaat tot dusver meer in naam dan in werkelijk heid en reeds worden pogingen in 't werk gesteld, om door deze verovering tevens de hand te leggen op den handel van Soedan. Het denkbeeld, ten bate eener Europeesohe mogendheid zich in 't bezit te stellen van het internationaal ruilverkeer der kostbare Handelsartikelen, afkomstig uit het zeer uit- ge trekte gdrondgebied tussohen de Roode Zoo en de Golf van Guinea, is van Duitschen oorsprong. Toen Gerhard Rohlfs zich van Tripoli naar Lagos begaf, m. a. w. van de Middellandsohe Zee naar den Atlantischen Oceaan en eenige jaren later een expeditie leidde in de Lybisohe Woestijn, om ten slotte onder onnoemlijke gevaren door te dringen tot de Koufra-oase, beoogde deze beroemde ontdekkingsreiziger niet alleen de bevorde ring der wetenschap doch tevens de staatkun dige en commerciëele belangen van zijn va derland. En toen later Nachtigal dwars door Jezzan, Tibesti, Borkou en Kanem doordrong oot het meest zuidelijke hinterland van Tri- politanië, om aan de Sultans, die de oevers van het Tchadmeer bewonen, de geschenken van den koning van Pruisen over te brengen, geschiedde dit met het doel, den Fransehen invloed in het binnenland van Afrika tegen te gaan en tevens naar middelen uit te zien of in gindsche streken voor de Duitsche nij verheid voordeelen waren te behalen. Heden ten dage tracht Italië zich in 't bezit te stellin "van 't geen destijds door Duitschland gezaaid is. Het lijdt geen twijfel, dat de aanwezigheid der Eransehen te Al giers en Tunis en der Britten in Egypte, van eenigen invloed is geweest op de marschrich- ting der karavanen, die de Sahara doortrok ken, om zich naar de havens van de Mid- dellandsclie Zoe te begeven. Teneinde uit sluitend Motoammedaansck' grondgebied te bereizen en zich te onttrekken aan een. lastig onderzoek, dat allicht voor zekere levende koopwaar, die hu eenmaal op het grondge bied van een beschaafd land niet kan wor den toegelaten, hadden de Arabische speku- lanben het reeds lang tot gewoonte genomen, hunne marschrichting te nemen langs de eeni ge Afrikaansche provincie, die stond onder aet onmiddellijk gezag van het Ottomaan- sche Rijk. Vóór de Italiaansche verovering kwamen drie karavaanroutes to Tripoli samen. De eerste voerde van Tombouctou via Ma- brouk, In Salah en Gkadames naar Tripoll, de tweede en dorde route vereenigden zich te Mourzouk een dezer wegen, die Kanem tot uitgangspunt had, voerde over Agades en Rhat, terwijl de andere Kouka en het gebied van het Tchadmeer via Bilma met Eezzan en Tripolitanië in verbinding bracht. Bovendien moet hier nog genoemd worden de Oostelijke route, die uitgaande van Abech in het Ouaclaï- gebied, de Lybisohe Woestijn doorsnijdt en via de Koufra-oase naar de havenplaats Bengazi voert. De expeditie der Italianen in Tripolitanië heeft voor den handel van Soedan noodlottige gevolgen gehad; de karavanen, die reeds in vredestijd aan menig gevaar zijn blootgesteld, waagden zich niet in een landstreek, die in volslagen opstand verkeerde en het is een bekende zaak, dat een onderbroken handels- strooming niet vandaag of morgen hersteld kan worden. De onrust der nieuwe Tripolitaansche mees ters is volkomen te billjjkcn. Het is te voor- lien, dat voortaan dc karavanen zich niet meer zullen begeven naar Tripoli of Ben gazi, doch de richting zullen inslaan naar de Golf van Guinea en naar de Roode Zee. Een Italiaansoh economist dringt er bij de Europees oho Mogendheden op aan alles in 't werk te stellen teneinde de karavaan te beletten nieuwe wegen te volgen. „Sedert onheuglijke tijden' aldus de heer Oberti is de handel in Soedan in handen geweest van de Mohammedaansehe stammen, 5 die tot eiken prijs een organisatie en een trans oor tr ou te willen behouden, uitsluitend i dienstbaar aan hunne belangen. Door een ge- j deelte van den karavaanhandel van de vroe- gere richting af te wenden en te leiden naar j de Golf van Guinea, wordt een gevaarlijk an- i tagonisme in 't leven geroepen tusschen de I bewoners der landstreken, die "doorsneden worden door de nieuwe handelsroutes en de j volksstammen van het hinterland der Middel- landsche Zee, die voortaan beroofd zijn van jeen verkeer, waarvan zij de meeste voordee- ilen genoten." De raad, dien de medewerker van de „Ras- segna Nazionale" aan Frankrijk en Engeland geeft, is wellicht niet geheel belangeloos, doch bevat'in ieder geval eenige waarheid. Ten al len tijde levert het gevaar op verwarring te brengen in de economische organisatie van een half barbaarsche bevolking, die dadelijk bereid is na-ar de wapenen te grijpen en to-t plundering te vervallen, zoodra zij beroofd is van het eenig eerlijk bedrijf, dat haar ten dienste staat. De kameeldrijvers, die ver plicht worden hun beroep vaarwel te zeggen, zullen gemeene zaak maken met hunne na tuurlijke vijanden, de Touaregea, welke laat- sten, niet meer in de gelegenheid zijnde zich te verrijken ten koste der karavanen, tot ar moede vervallen en een voortdurende bedrei ging vormen van de Europeesche bezittingen in Koord-Afrika. Het door de Italianen aangegeven gevaar is maar al te duidelijk, doch de vraag doet zich hier voor, of 't bepaald van Frankrijk of Engeland afhangt de handelsstrooming van Soedan naar de Tripolitaansche havens te lei den. Indien de karavanen sedert lang de voorkeur hadden gegeven aan Tripoli en Bengazi en op den duur afzagen van de naar Algiers, Tunis of Alexandrië voerende wegen, vond dit niet zijn reden in de bedrijvigheid der havens, waar de inlandsche spekulanten de in de Woestijn gekochte waren aan den man brachten. Integendeel, hoogstwaarschijnlijk zou de handel van Soedan een veel winstgevender af zetgebied gevonden hebben in de groote zee steden van het Zuiden der Middellandsohe zee, waar de Eransche of Britsche vlag wap pert. De onweerstaanbare aantrekkingskracht,, die het kustland van Tripolitanië uitoefent op de Karavaangeleiders, was alleszins be grijpelijk. Gom, ivoor, struisveeren en zelfs stofgoud .waren niet de kostbaarste artikelen die do Arabische spekulanten in Soedan had den gekocht. In gindsche niet onder controle der Europeesche beschaving staande gewes ten was de slavenhandel in vollen bloei, ter wijl 'te Tripoli of Bengazi Turksche scheeps kapiteins deze te Stamboel Keer gewilde koopwaar heimelijk aan boord namen. Deze afschuwelijke handel in menschen- vleeseh zal voortaan in de schaduw van de Italiaansche vlag niet moer mogelijk zijn, en derhalve zullen de karavanen naar andere wegen uitzien. De gewetenloozo spekulanten, die den slavenhandel niet verkiezen op te geven welk bedrijf intusschen in Noord- Afrika voortaan vrijwel onmogelijk is gewor den zullen de richting inslaan naar de Roode Zee; terwijl zij, die hun voordeel wen- schen te doen met de waarborgen, die het Fransclie grondgebied biedt en op eerlijke wijze hun brood willen verdienen, de route van de Golf van Guinea zullen volgen. Het is duidelijk, dat de bevolking van het hinterland van het vroegere Ottomaansohe vilajet, dat nu onder Italiaansche herschappij is gebracht, na de volkomen pacificatie der landstreek, niet dezelfde handels bedrijvigheid zal bezitten, waardoor zij zich voor den oorlog kenmerkte, doch het is te voorzien, dat de handelsstroomingen zich zullen verplaatsen, doch niet verdwijnen. Zoo zullen b.v. de ka ravanen van Tombouctou naar Tripoli, die via Ghadames voeren, het voordeeliger ach ten bij. laatstgenoemde plaats de vroegere route te verlaten, om zich naar Tunis te be geven. Frankrijk schijnt er toe geroepen op den duur de meeste voordeelen te plukken va-11 de oommercieele omwenteling, die in Noord- Afrika heeft plaats gehad tengevolge vanHet wrak van iden luehtkruiser is geheel in de annexatie van Tripolitanië aoor het Ap-het water weggezonken, hetgeen het bergings- penijnsche Koninkrijk. (werk zeer bemoeilijken, misschien wel onmoge- Nu het Islamisme zijn debduohe aan de Mid-1;-, dellandsche Zee heeft verloren zijn Algiers J 'en en Tunis, dank zij de bestaande spoorwegen, die steeds verder in de Woestijn doordragen, tegenover de Italiaansche en Britsche bezit tingen in dit gedeelte der wereld in de meer derheid. Over het ontzettend ongeluk, het Duitsche luchtschip L I en zijn bemanning overkomen, Alle Duitsche bladen hespreken de catastro phe in lange kolommen. Een medewerker der Kölnische Zeitung had te Cuxhaven gelegenheid, officieren van' den haven aangekomen en hadden daar rapport uit gebracht. Do L I, die reeds verscheiden tochten boven deel en de Duitsche bladen nog meerdere bij- i had gemaakten aan de vlootmanoeuvres zonderbeden mede, waarvan wij de volgende aan haddffgnomen begaf zich Dinsdagmiddag de Tel. ontleeneni m ^lf ^derom naar de vlootdivme, die j bij llelgo-land oefende, om daar verkennmgs- Kerkvloer. Bouwsteenen. HoofdmtrrënL De kerkvloer is het zinnebeeld der ..nederigheid, welke den menseh lichaam mannestaf te spreken, die door de gered .e of-; en geest doet nederhuigen, gelijk zij den door fineren van de L I mondeling waren ingelichttegenspoed beproefden Koning David deed omtrent de toedracht van de ramp. De geredden j klagen: „Vastgehecht aan den grond is mij waren Woensdag met een torpedoboot te Cux-ne ziel." In den kerkvloer vindt men ook het beeld der zonden, welke de Christen met den voet moet vertrappen. Uit dien hoofde is het derhalve geen bewijs van goeden smaak op den Kerkvloer afbeeldingen van eerbiedwaardige zaken (kelk met H. Hostie, een kruis, den Zoeten Naam) aan te brengen. De koofdbestanddeelen van een kerkgebouw zijn de steenen. Alleen een s t e e 11 e n kerk tweede vliegmachine, van Helgoland vertrok- j d'Pnst te gaan doen' I geconsacreerd worden. Die steenmassa ken, teneinde zich naar het vlooteskader te be- f Kapitein van den stuurballon was de beproef- ^cite?,k_en_t. d<L De L I was om 7 uur vergezeld van eene 1 geven, dat op een afstand van 20 K.M. van het 1 de Zeppelin-deskundige, luitenant-kapitein i tot één geestelijk geheel in de Roomsche ge meenschap tezamen gebracht; zij zijn „de le vende steenen", opbouwend Christus' Kerk. Al die steenen, alhoewel van elkander ver eiland geankerd lag. Het weder was aanvanke- üamie, dié, helaas, weinig uren Later met 14 lijk vrij goed, doch een half uur na de opstij- arldere mannen het leven zou laten. De ballon ging brak plotseling een storm los. De com-voer ullr over Cuxhaven, toen het reeds schillend in omvang, aaneen verbonden door mandant van het luchtschip, de le luitenant tamelijk hard regende. De L I vervolgde echter j krachtige metselkalk, torsen en stutten Hanne, zag het gevaar aankomen, trachtte nog zij'n weg' Toen de Kichtkruiser om half j elkaar tot den lioogen opbouw der kerk. Zoo de uit het Noord-Westen naderende regenwolk zes ^ij Helgoland de vlootdivisie in het gezicht moeten ook de geloovigen hoe verscheiden te ontwijken, doc-h te vergeefs. Door de wind kreeS> regende het zeer hevig, hetgeen echter,ook in stand, jaren of wijsheid —vereenigd raakte het schip koers kwijt en schoot van eenuaar het weder overigens kalm was, geen onge- i ZIjn m eendracht en liefde om met elkander x x x rustlieid behoefde te barm Th» i-nn ,„1™ verbonden in ouderlingen sterken steun het hoogte van ongeveer 100 meter m bet water.16 dd'«l- I Rijk Gods op aarde uit te breiden. De eerste luitenant Lenerfeld. die met zim wa-kilogram regenwater velen. Hoogere beteekenis hebben ook de hoofd- tervliegtuig voortdurend rondom de L I zweef-De vlootmanoeuvres hadden ten Noordwesten m u r e u een,er kerk. Zij zijn n.l. een zinspe- de, kon ternauwernood aan den storm ontko-j vau rigoland plaats en de ballon was onge- üngr 0p de Joden en de heidenen, als de twee men. Na een moeilijken tocht slaagde hij er )vecr zeemijlen in die richting van Helgo- j hoofdgroepen van het mensGhelijk geslacht, evenwel in, weder veilig op Helgoland te lan-'and verwijderd. Daar het hier een verkenning; beide verbonden door Christus, die in de H. als in oorlogstijd betrof, was de L I op volle j Schrift „hoeksteen wordt genoemd. In dien De L I kwam met groote snelheid in het sterkte bemand, nl. met 22 koppen, waaronder i pest bidt ook de Kerk bij gelegenheid eener water terecht. Verondersteld wordt, dat de schok zóó hevig was, dat de leden der beman ning, die zich in bet voorste schuitje bevonden, bedwelmd werden en dientengevolge niet meer tot een poging, om zich. te redden, in staat wa ren. In korten tijd hadden de golven het alu- minium-geraamte van het luchtschip verbrij zeld, terwijl de gaseellen reeds vroeger open gescheurd waren. Het voorste gedeelte van het zes officieren, een vloot-ingenieur, een stuur man en het machine- en seinpersoneel. De ballon stevende op ongeveer 1300 meter hoogte en bevond zich in volle vaart, toen plot seling, even na zessen, geheel onverwachts, een zoo onbeschrijflijk hevige regen begon neer te plassen, dat een der geredde officieren later verklaarde, dat zelfs de meftigste tropenregen dien hij had bijgewonod, nog niets beteekende schip zonk dan ook spoedig, waarhij het groot- j naast dozen wolkbreuk. ste gedeelte der bemanning in de diepte ver- j Kr stond een volmaakt ondoorzichtige wand dween. De „Hannover" en de „Schle&wig-Hol- van water rondom den stuurballon. Tegelijker- stein" waren het eerst op het tooneel van de Djd begon een in verticale richting zich voort- catastroplie aanwezig, terwjjl de geheele vloot bewegende orkaan te woeden, die een korten, onmiddellijk van de ramp in kennis gesteld en «liepen golfslag op de oppervlakte der zee ver ter hulp geroepen werd. De „Hannover" kon oorzaakte. Na korten tijd was het luchtschip vier en de torpedoboot 107 drie schipbreukelin- i letterlijk met water doortrokken. Ook de invren- gen redden, die de „Hannover" naar Wilhelms-di&e ruimten stonden onder water, de motoren haven bracht. Een hunner, de bootmansmaat weigerden echter geen oogenblik. Bansmer, is intusschen overleden. Hij werd be- j Kapitein Hanne liet alle waterballast over wusteloos opgepikt; de pogingen, om de le- kerkwijding zeer duidelijk: „Almachtige eeuwige God, die door uwen Zoon als hoek steen de beide uit het Joden- en heidendom voortgekomen muren vereenigd hebt," ens gespoeld van kapitein Uletzing, een dexgenen, die bij de ramp der L I bet leven verloren. Door een vissohersboot werden nog vijf lijken opgevischt, o.a. dat van den commandant der L I, kapitein Hanne. vensgeesten op te wekken, bleven eebter vruch teloos. Volgens een later bericht uit Helgoland, zou ook een achtste man gered zijn. Bevestigd is dat bericht evenwel nog niet. boord werpen en gaf bevel, het hoogtestuur nog schuiner te zetten, om te trachten, boven de bui te komen. De verticale druk werd echter hoe langer hoe krachtiger en spotte met alle tuige te zijn. Nadat de Koninklijke rijtuigen pogingen, vooral daar bet luchtschip reeds zeer 1 waren voorgekomen, en. H. M. en do Prins HET KONINKLIJK BEZOEK AAN DE HOOFDSTAD. Onze Amsterdamsche cojrespondent meldt ons d.d. gisteren: De dag van heden was in de eerste plaats bestemd tot het brengen van een bezoek! aan de „Entos". Reeds vroog in den morgen stond een menigte voor het paleis om van het uitrijden van den Koninklijken stoet ge- veel gas verloren had. Een ontzettende storm-1 hadden plaats genomen, zette de stoet zich jj0 am mmar. omvlnK een meatxiec- ™rp nu den luehtkruiser van ongeveer 1 kalf 1° UQ us „O. z., am muaag ontving oen uiouweo juiohtra het Koninklijk Echtpaar van alle kan- ling van kapitein Luhnng, die met den stoom- j 1 °0^ mofcer hoogte, met oen snelheid, die op 20 - hartelijk Langs den geheelen weg' trawler „Orion" te Bremerhaven aankwam, j inM" Per seconde geraamd wordt, op d» lco-en VOoral bij het Ueutraalstation was hejj Deze weet het volgende te meldenj zee' met den koP vooruit. zv«rart van de monsohen. Links van het Cvn- Des avonds om 6.25 zagen wij het marine-De botsing was zóó hevig, dat do stuurballon traaistation bij de Prins Hendrikkade lag een luchtschip nog in de lucht tegen den steeds dadelijk doorknakte en de twee helften geheel der booten van den Havenstoombootdienst ge- sterker wordenden N.-Oosten wind kampen. of gedeeltelijk onder water raakten. Reeds eer-reed, die xL M. de Koningin en de Prins met Tien minuten later lag het op het water. Daarder waren eenige manschappen uit de gondels j Hun gevolg naar de Entos bracht, wij voor een ongeluk vreesden, begaven wij ons! gevallen en onder het stalen onderstel van den; ^an den met palmen versierden steiger van met het achterste gedeelte in bet water, het! twee le-luitenants Wendt en Grimm, konden j yaQ de Qg^aio Commissie en van het Dag> voorste gedeelte verhief zich lioog in de lucht,zich ongeveer drie kwartier, in hun loeren pak-1 heeren O. G. Vattier Kraane, P- terwijl het middengedeelte totaal gedeukt en ken rondzwemmend, boven water houden. Weer gehavend was. Zeven man van de bemanning zagen wij in het water, van wie zich drie aaü het omhulsel hadden vastgeklemd. De vier an deren dreven allen met bet hoofd boven water. Het eerst werd door ons de eerste-luitenant Grimm gered, en daarna een stuurmansmaat, die vastgeklemd zat. Eerst na herhaalde pogin gen konden wij hem bevrijden. Onderwijl was het linieschip „Hannover" aangekomen, dat met een reddingboot nog vier man redde. Een paar minuten later was van 't luchtschip niets meer te zien. anderen grepen eenige houten wrakstukken, maar verscheidene waren hij den schok dadelijk doodgeslagen of stikten in het inwendige van den ballon, daar deze als 't ware over de gon dels was heen gestulpt. C. Adrian, J. S. Meuwson, P. J. L. Verschura on J. P. Zur Mühlen. Mr. H. Smeenge en Mr. I. G. Stibba, do komst der Hooge Be zoekers af. Het terrein van de tentoonstel ling was op speciaal verzoek van de Konin gin niet versierd, wijl H. M. bet verlangen De visschersboot Orion, uit Geestemuiide, had kad te kennen gegeven het geheele terréin Jin 13 ii-ji i -der tentoonstelling te bezichtigen zooals dit den ballon gevolgd en was vlak m de buurt, j 6 tn i r iop gewone dagen er uit ziet. toen de ramp plaats had. Deze stoomtrawler j aocht^tjo van der bestuursleden redde met de grootste moeite vijf man, terwijl j bood H M ©en fraaie bouquet aan. Onmiddel- bet slagschip „Hannover 1 er nog twee kon op- lijk daarop werd een aanvang gemaakt met pikken. het bezichtigen van de Historische afdeeling Bij Cuxhaven is eergistermiddag het lijk aan-waar H. M. speciaal veel belangstelling toonde 19 Naar bet Hoogduitsch van A. von Oppelen. 5) trof mij uw aanblik. Gij deedt mij al bet andere vergeten en ik zou mijn leven er voor willen geven, als ik zeker wist, dat gij mij niet ongenegen zijt." „Waarom zou ik u ongenegen zijn? Integen deel, ik zou gaarne nog langer uw vroolijk gezelschap willen genieten." „Scherts maar door, Johanna. Dat zal toch niet beletten, dat ik zoo spoedig mogelijk ver trekken moet," zeide ik, „en als souvenir be- j houd ik dezen handschoen: hij zal voor mij „Het is geheel zonder gevaar; men kan nog het kostbaarste voorwerp ter wereld blijven.' van grooter hoogte naar beneden komen, zon der zich te kwetsen." Marianne en Arthur bloosden. „Ik vertrouw u eigenlijk niets," zeide Jo hanna; „wij zullen wel nader daarover spre- „Wilt gjj mjj wel oogenblikkelijk mijn handschoen teruggeven, Karei. Hij is nog fonkelnieuw. Geef hem mij oogenblikkelijk terug." Zij trachtte mij den handschoen afhandig sen. Laten we nu maar door deze laan wan- te maken, doch ik roofde nog gezwind de delen, het weder is werkelijk verrukkelijk." Marianne en Arthur gingen vooruit; Jo hanna en ik volgden. „Wilt gij werkelijk morgen vertrekken! Jtaar lieg mij asje-blieft niet iets voor." „Ik moet vertrekken, omdat een langer ver wijf hij u, lieve Johanna, mij het hoofd op hol zou brengen." „Ik heb u verzocht niet te liegen, Karei; hiaar heusch, het onmogelijke kan men van h niet verlangen.' .,Ik heb de waarheid gezegd. Kunt gij een hogenhlik ernstig zijn?" «Volkomen ernstig.' ..Johanna, het was mij moeilijk in nwe Jpgen een dubbelzinnige rol te spelen en een ^hgagement voor te wenden, omdat ik Ma- •tenne's geluk wilde bevorderen." •Wat gaat mij uw engagement aan? Zoek 011 meisje waar gij wilt." »Gij neemt alles van de vroolijke zijde op toch hebt juist gjj mij den ernst des levens fen kennen; door u hen ik een ander ge- j morgen." Zij ontsnapte mij en haalde Ma tuen. Terstond toen ik u voor 't eerst zag,rianne en Arthur in. andere „Nu heb ik het geheele paar," riep ik in triomf. „Gij moet het inlossen. Een kus voor eiken handschoen is niet te veel, want de kwaliteit is werkelijk voortreffelijk." „Ik geloof bepaald dat gij uw verstand ver loren hebt. U geef ik nooit een kus." „Goed, dan behoud ik de handschoenen en maak hen tot vertrouweling mijner zoete ge heimen." „Gij, aartsschelm I geef ze terug; ik wil u wel een kus geven, maar den onverschillig- i sten dien men maar bedenken kan; juist zoo veel waard als een paar handschoenen." Ik reikte haar de handschoenen over en was reeds bereid het beloofde loon in ont vangst te nemen, toen plotseling de heer Wolters.in onze nabijheid riep: „Marianne, Johanna, Karei! Waar zijt gij toch?" „Hier, papa," zeide Johanna. „En mijn kus, Johanna?" vroeg ik. „Daarover spreken wy later. Misschien „Komt," zeide de heer Wolters. „Wij zullenheneden. Langs omwegen wandelde ik naar j poetst en eenige onverklaarbare regels op nog een groote polonaise met de luidjes dan-Hohenburg en vermoeid en ontevreden met papier had achtergelaten. Twee dagen later sen en dan gaan wij ter ruste." mijzelf, bereikte ik de pastorie van mijn oom.kwam een ander jongmenseh opdagen; ook De dans was spoedig geëindigd en wij Acht dagen waren bereids verstreken. Op hij beweerde Karei Wolters te heeten en de wenschten elkander goeden nacht. j zekeren avond zat ik hij mijn oom en zijn verwachte bloedverwant te zijn. Door authen- In mijn slaapkamer hield ik de volgende zuster, mijn oude tante Brigitte, in de gezel-tieke brieven zijns vaders en verschillende alleenspraak: „Dat is mijn laatste avond in lige woonkamer.'Mijne gedachten waren te! andere omstandigheden, bewees hij de wer- dit gelukkige huis. Mijn schoone droom ein- j Leeliaus. Mijn oom zag dikwijls van het op-! keljjke neef te_ zijn. De eerste was dus een digt spoedig. Deze lieve menschen zullen j stel van zijn preek op en tante breide zwij- bedrieger. Marianne is Holm's verloofde, en mijn valschen rol ontdekken en vertoornd op gend aan een langen, wollen kous. haar neef kwam, om haar te huwen. Dit ver- mij zijn, omdat ik hun vertrouwen bedroog.1 De oude lieer maakte het zich in zijn arm- wekte heftige tooneelen. De neef verlangde Misschien kon ik Johanna goedgunstig voor stoel gemakkelijk; ik reikte liem zijn pijp toe halsstarrig dat Marianne van haren verloof, mij stemmen, als ik nog slechts een halven en hij zeide daarop, dat hij ons iets huiten-de zou afzien; doch dit vertoornde den heer dag bleef. Maar ik moet beslist dezen nachtgewoons te zeggen had. Wolters en hij verklaarde dat dit verlangen vertrekken." „Wat dan, Willy?" vroeg tante; „gij ziet er dwaas was. De heer Karei Wolters junior Met dit besluit pakte ik mijne reishenoo-werkelijk geheel nadenkend uit." vertrok weder den volgenden dag en na nog digdheden iu mijn valies en opende het ven- „Het is een wonderlijke geschiedenis; ik velerlei moeilijkheden bekwam men van hem ster: „Moet ik zonder eenige opheldering kan 't u in vertrouwen meededen, maar gij do belofte, dat er tot zijn eigen voordeel en vluchten? Die goede menschen zullen onge-moet er niet over spreken; 'n eenig geval." j dat zijner verwanten, mets van deze zaak rust over mij zijn. Wat zou ik schrijven? Daarop vertelde oom, hoe de heer Wolters ruchtbaar zou worden. Komaan! Ik wil mijn avontuur tot aan hetop een avond zijn neef, den aanstaanden! „Goede hemel! zeide 1ante Brigitte met einde doorzetten. Ik zal hen op een verkeerdechtgenoot zijner oudste dochter verwachtte gevouwen handen. Wat wat dat 'n spitsboef. spoor leiden en aan Johanna schrijven, dat en dn diens plaats een jonge man aankwam,„Het was in elk geval een bedrieger, maar zij het is die ik begeer." j die de familieaangelegenheden nauwkeurig het blijft toch onverklaarbaar, met welk doel i Ik nam een potlood en schreef op een vel i kende; alle vragen die tot hem gericht wa- s hij gekomen was." postpapier: „Johanna's wreedheid dwingt mij ren, werden goed beantwoord, terwijl hij zieli „Natuurlijk om te stelen, meendo tante tot vluchten. Een goed woord van haar zou voor Karei Woliers uitgaf. De jonge vreem- Ilrigitta.^,,Wordt er geen geld of zilvervvark van onschatbare waarde voor mij geweestdeling beviel uitstekend en won terstond het vermist?' zijn, maar zij laat mij troosteloos van hier vertrouwen der geheele familie. Den tweeden „Er wordt niet het minste of geringste \ei- vertrekken. Ik zegen de lieve bewoners vandag bracht hij aan 't licht, dat Marianne mist, ofschoon het jongemensch twee uagen dit gastvrije huis en vooral liet schoone, on- den heer Arthur Holm beminde en daar- lang een goed leventje genoten heeft, barmhartige meisje; zij stoot mij terug in het door zijne in do kinderjaren voorgenomen„Misschien heeft liy liet plan een groot© onrustige, wilde leven van Berlijn, waarin verloving verviel; buitendien had hij zich te inbraak te doen; die menschen moeten ep ongelukkige menschen steeds afleiding von- Berlijn verloofd. Do heer Wolters was iu den hunne hoede zijn, meende tante, den." Dit velletje papier stak ik aan den beginne zeer toornig; doch na een kort te-1 „Gij helit gelijk oom, dat is een vreemde spiegel vast, daar zou men het wel opmerken, geustreven gaf hij zijne toestemming tot dogeschiedenis, zeide ik, om toch iets te zeg- Mijn lustige rol was afgespeeld; toch talmdo verbintenis van zijne dochter Marianne on gen. „Vermoedt men mets? Verdenkt men ik nog langen tijd in mijn slaapkamer. Eerstden heer Holm en do lustige noef orgamseer- tegen de morgenschemering wierp ik mijnde hij deze gelegenheid een vroolijk l'eest valies in den tuin; toen klom ik in den groo-j voor het geheele huisgezin en het dienstbare i niemand?" „Niemand," antwoordde oom. „Holms eer lijk karakter is hoven allen twijfel verheven ten appelboom, die dicht hij mijn venster 1 personeel. Den volgenden morgen verscheen j en ik ken al-zijn vrienden; anders zou ik den- stond en daalde van tak tot tak zeker naar de neef niet: het bleek, dat hij de plaat ge- ken: een slimme vocel beeft de rol van ten

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1913 | | pagina 1