&HY. 'jWeetJUijsetJ. t&arteJjorJs straat Z7rfeJe/J77(L Speciaal adres voor SchooiJaarzen,
Sociale Berichten.
l(pzsi±ï Meffedeelieg.
Die strekkende pijn in den rug
Kerknieuws.
NIEUWS UIT OEN OMTREK
Sport ers wedstrijden.
0 N D R W li S.
*ijn, want iedere tank scheen een krater,
waaruit een vuurkolom van tientallen me
ters in omvang opsteeg. De rook, die op-
'steeg, was zwart als de nacht.
L Van het geheele fabriekscomplex was om
streeks elf uur niets te zien door de ondoor
dringbare rookwolken, die door de vlammen
als het ware opgestooten werden en met dik-
fcware rondingen omboog krulden. De hemel
werd voor een deel verduisterd door deze
donkerte; de rookmassa's dreven slechts
langzaam weg, eerst in dc richting van de
stad, bij voortduring gevoed en aangedikt
door nieuwe golven.
i Boven de fabriek was de aanblik grootscli,
doch angstwekkend tevens. Hier was de mas
sa het meest compact, doch het vuur vlamde
er onophoudelijk doorheen met vurig schijn
sel. De fabrieksschoorsteen, zwart als roet,
was slechts nu en dan zichtbaar, doch mees
tentijds door den rook aan het oog onttrok
ken. De brandweer, die aanstonds zeven
stoomspuiten in werking had gesteld, vond
geen gemakkelijke taak. Het vuur in de groo-
te tanks blusschen was ondenkbaar. Aller
eerst besloot men de achter de fabriek opge
stelde 12 benzine-reservoirs nat te houden.
In een minimum van tijd was een vloed van
.water erover uitgegoten. Gelukkig, dat de
reservoirs boven den wind stonden, auders
waren de gevolgen misschien niet te overzien
geweest en hadden ernstige ontploffingen
kunnen plaats vinden. Ook de Ned. Ujsten-
fabriek, wier loodsen en opslagplaatsen vol
droog hout juist onder den wind lagen, lie
pen eveneens gevaar, doch bleven door ener
giek optreden der brandweer eveneens be
houden.
De buitenwand van een der groote tanks,
staande bet dichtste bij den weg, was inmid
dels roodgloeiend geworden. Geweldige
vlammen sloegen zich plots door het ijzer
rond de tank, doofden een oogenblik om ech
ter even later weer uit te laaien en zich aan
den ronden wand te hechten. De „Jan van
der Heijden" was inmiddels de brandweer
komen versterken. De slangen werden naar
achter doorgetrokken om de voor de Ilenzol-
Teservoirs staande loodsen .waarin teerpro-
ducten als creosoot e.a. waren opgeslagen,
nat te honden. Met roet zwarte gezichten kro
pen de flinke brandweerlieden langs deu
grond door den verstikkenden reok heen om
deze loodsen te bereiken, welke zij inderdaud
konden behouden.
Omstreeks half twaalf stegen ook groote
kolommen van wit-grijzen rook op. De com
mandant der brandweer, de beer Meijer,
leidde persoonlijk het blusschingswerk. De
hoofdcommissaris, de heer Hordijk, was even
eens spoedig ter plaatse, terwijl ook de bur
gemeester, jhr. mr. dr. A. Roëll, omstreeks
halftwaalf op het terrein van den brand ver
scheen. De motorboot van den gem. gezond
heidsdienst was in de Baarsjes voor even-
tueele ongelukken aanwezig.
Een talrijk publiek sloeg vanaf de hier
liggende dekschuiten den brand gade. De fa
briek was op beurspolis verzekerd. De geza
menlijke benzine-reservoirs zonden een in
houd hebben gehad van 20,000 liter.
Achter de coulissen! Gieterennacht heeft
de komiek Marlron, die op de Nijmeegscbe
kermis in een tooneelgezelschap (het heet
„Het lastige Tooneel"!) medespeelde, zieh in
een hotel te Nijmegen met de vronw met
welke hij leefde, doodgeschoten.
ZONDAGSRUST.
Bij het Engelsche Lagerhuis is een wets
ontwerp ingediend, dat ten doel heeft do
wetten op den Zondagsarbeid te wijzigen en
te codifioeeren op den grondslag van zes
werkdagen per week met den Zondag als ge
wonen wekelijkschcn rustdag. Iu hoofdzaak
bepaalt het ontwerp het volgende:
In het algemeen is Zondagsarbcid, zoowel
voor ondernemers als werklieden, verboden.
De winkeliers zijn verplicht hun zaken des
Zondags te sluiten, doch aan Israëlieten, die
gewoon zijn zulks van Vrijdag- tot Zaterdag
avond te doen, kan do plaatselijke overheid
toestemming verlocnen dien dag, mits zij dan
uitsluitend Israëlietisch personeel gebruiken,
tot 's morgens 11 uur aan do geloofsgenooton
te verkoopen. Deze vergunning wordt inge
trokken, als blijkt, dat ook personen, van
,wio de winkelier weet, dat ze tot een andere
gezindte behooren, worden bediend. Voor ze
kere door den Secretary of State aan te wij
zen gedeelten van Londen, waar hot gebruik
bestaat des Zondags op straat te venten en
markt te houden' kunnen de hooplieden, die
onmiddellijk vóór do aanmelding der wet
reeds ten minste 1 jaar daaraan deelnamen,
.vergunning krijgen daarmede voort te gaan;
na zich door den Commissaris van politie te
hebben laten inschrijven en van hem verlof
verkregen te hebben, mogen zij' tot een door
dezen bepaald uur, doch niet later dan 2 uur
n.m. hun winkels en kramen openhouden of
venten. Zulk een vergunning zal één jaar gel
dig zijn en kan na afloop van dien termijn
weer met dienzelfden tijd verlengd worden.
Het .verbod van Zondagsarbeid is niet van
toepassing op werkzaamheden, die als nood
zakelijk of als werken van barmhartigheid zijn
te beschouwen. Om twijfel te voorkomen is
aan het ontwerp een lijst toegevoegd van
werkzaamheden (voor sommige met aan
wijzing van bepaalde uren, dat zij verricht
mogen worden), die in elk geval op Zondag
mogen geschieden. Tevens zal de wet nooit
van toepassing zijn op werkzaamheden, nood
zakelijk gemaakt door storm, overstrooming,
brand, mist enz.
De door de plaatselijke overheid verleen
de vergunningen kunnen door den Secretary
of State worden ingetrokken.
In de gevallen, waarin Zondagarbeid ge
oorloofd is, mag niemand twee opvolgende
Zondagen te werk gesteld worden zonder ver
lof van den Secretary of State. Dergelijke
verloven kunnen niet worden gegeven voor
meer dan drie achtereenvolgende Zondagen
noch voor een grooter aantal dan 26 per
jaar. Ingeval door een arbeider op Zondag
gewerkt is, moet hem op een der volgende zes
werkdagen, onverminderd den wettelijk vast-
gestelden vrijen tijd, een onafgebroken rust
tijd worden verleend; deze zal 24 uur bedra
gen. als de Zondagsarbeid 6 uur en langer
heeft geduurd, eu anders gelijk zijn aan den
op dien dag gewerkten tijd. De in deze alinea
behandelde voorschriften zijn niet van toepas
sing op een aantal bijzonderlijk aangeduide
gevallen.
Overtredingen der wet worden met boete
van ten hoogste 5 p8t. en bij recidive van
ten hoogste 50 pst. gestraft.
De wet zal eventueel den len Januari 1914
in werking treden („K.S.W.")
komt van de nieren, welke onder het smalle ge
deelte van den rug zijn gelegen. Doch rugpijn
ia slechte een der verschijnselen, andere zijn:
waterzuchtige zwellingen, waterstoornissen, op
geblazen oogen, gezwollen voeten, een onnatuur
lijke vermoeidheid, buitensporige dorst, rheuma-
tische pijnen in de armen, beenen of heupen,
duizeligheid, hoofdpijn.
Niet elke patiënt heeft al deze verschijnselen,
doch iedere lijder heeft er eenige, en do minste
nieraandoening-is gevaarlijk, want noodlottige
ziekten ontstaan door het verwaarloozen van een
nierkwaal.
Foster's Rugpijn Nieren Pillen leiden de nie
ren zachtjes tot gezondheid terug, zij herstel
len haar kracht tot het filtreeren van het bloed
en het afvoeren van de schadelijke bestanddee-
len daaruit, welke de oorzaak vormen van rheu-
matiek, jicht, niersteen, nierontsteking, enz. Zij
voeren het overtollige water af bij wajterzuch.
Te Haarlem verkrijgb. bij de Mi. K. van
Eden, Spaarne 38, en J. J. Göppinger, Groote
Houtslr. 147a. Toezending geschiedt franco
na ontv. v. postwissel
1.75 voor één, of 10.—
voor zes doozen. Eischt do
echte Foster's Rugpijn
Nieren Pillen, weigert
elke doos, die niet voor
zien is van nevenstaand
{wat ^^handelsmerk,
EEN PRAATJE MET VAN STEYN.
Men schrijft uit Den Haag .aan het Alg.
Handelsblad:
Op ons verslag van de vestiging van het
hoogte-record met passagier meenen we nog
het onderstaande te moeten laten volgen:
Als cijfer tegenover cijfer geplaatst, dus
droog vergeleken bij het wereldrecord, mag
Van Steyn's vlucht van weinig beteekenis
heeten. Maar wat haar tot een nadrukkelijk
te mcmorceren feit maakt, zijn de omstan
digheden, waaronder zij heeft plaats gehad.
De wereldrecords zijn alle onder sterk
assisteerende omstandigheden gevestigd. Bij
windstilte nagenoeg en bij een vlekkeloo-
zen hemel. En daar nu valt tegenover te
stellen het miserabele weer van Zaterdag
namiddag.
Maar verder dienen do records op een- en
tweedekkers gescheiden te worden gehou
den. 01' is liet soms niet waar, dat op 'n
eendekker genuikkeiijker tot groote hoogte
wordt gestegen?
De vrijwel algemeen gevolgde redenee
ring schijnt te zijn, dat men het hoogte
roer maar op klimmen stelt en dan eenvou
dig voort vliegt. (Wanneer je nu maar lang
genoeg blijft vliegen, kom je er „vanzelf".
Een kwestie dus van bedaard zitten blijven
en je hebt het record In je zak;
.Welke eischen gesteld worden aan de avi-
atische capaciteit en de physieke kwaliteit,
van den vlieger, welke strijd daarboven ge
streden moet worden en hoe ook een be
roep wordt gedaan op intelligentie en op
merkingsgave, schijnt in het algemeen voor
geen deeltje te worden vermoed. En het
ligt toch zoo voor de hand, dat de bijzon
dere hoogte-vluchten ook zeer bijzondere
prestaties, dus daden aan machtigen strijd
gepaard gaande, zijn geweest. Want zou er
nu wel op eenig ander gebied grooter na
ijver, vinniger- overtreffingslust, wilder jacht
naar roem (om van geld nu maar niet te
spreken) en nijpender, concurrentiedwang
gevonden worden, dan in de aviatiek? En
als nu de recordverbetering niet een zeer
bijzondere prestatie was, maar iets inder
daad zoo gewoons als het publiek zich voor
stelt, waarom doen het dan niet de hon
derden eerzuchtigen, die de aviatiek ken
nen en die sinds jaar en dag naar roem en
pompeuze lauweren haken?
En zouden b.v. de concurrenten van den
fabrikant van het vliegtuig van Garros niet
onmiddellijk hun besten pilote de lucht in
hebben gezonden om door record-verbetering
een wereld-reclame te bemachtigen, als hun
beste piloteer maar even kans toe had
gezien?
Zoo liepen we Zaterdagavond, na ons ver
slag verzonden te hebben, te mediteeren,
toen we in de Lange Poten Leo v. Steyn
ontmoetten, die juist eenige vrienden in Cen
tral verlaten had.
Even met hem mee opwandelend, kwam
het gesprek hoe kon het ook anders
aanstonds op de hoogte-vlucht, welke 'n uur
of vijf geleden was volbracht.
't Was bijwijlen wel 'n angstige vlucht ge
weest, maar één moment had hij bepaald in
gevaar verkeerd.
Dat was niet bij die verraderlijk heftige
schommelingen op 600 en 1200 meter, maar
toen wij, zeventien ét achttienhonderd me
ter hoog, daar boven Rijswijk plotseling,
door 'n wolk snorrend, in de sneeuwjacht
verzeilden en er geen meter vooruit en geen
meter omlaag viel te zien.
„Ik probeerde er uit te draaien'. Maar
je moet je voorstellen, 't was net of we in
een stoomkolom zaten, maar dan ijskoude
stoom, wel te verstaan. Ik draaide en draai
de omlaag, voelde dat ik helde en meer
en meer helde en me niet oprichten kon.
De hui had me te pakken, het joeg maar
om ons heen en ik kon geen vleugel, niets,
niets zien.
„Hoe schuin we Lagen kon ik nergens
uit benaderen, totdat ik, steeds draaiend en
pijlsnel dalend, plots de aarde zag, doch in
zulk een ongewonen stand, dat ik er ge
weldig van schrikte.
„Je weet, zie je de aarde schuin staan,
dan is dat een bewijs, dat je zelf overhelt.
Hoe schuiner de aarde, hoe schuiner je zelf
bent. Maar zóó had ik 'r nog nooit gezien.
Ik moet, ik kan. 't me niet anders verkla
ren, o.p één vleugel omlaag zijn gekomen.
jHet was een moment van geweldige emotie.
Maar stel je nu voor, toen 'ik, goddank,
weer horizontaal lag, komt er een hand
langs m'n oor en houdt Hofstee me een
met wat bloed gevuld reageerbuisje voor.
„Ik had geen kik, geen angstgeschreeuw,
niets van 'm gehoord of bemerkt. En ter
wijl 't daar op 't kantje afging, had hij
aan het verzoek 'n paar druppeltjes bloed
jaf te tappen, voldaan.
„Voor Hofstee als passagier ja, noteer
het maar - heb ik inderdaad bewondering.
Een passagier als hij, bemerk je niet, je
voelt 'm niet en dat werkt zoo prettig op
je, vooral in momenten dat 't niet recht in
den haak is. Wie weet, wat er vanmiddag
gebeurd zou zijn met 'n anderen passagier,
als die geschreeuwd had of in doodsangst
me had beetgepakt.
„Hofstee heeft 'n zekere philosophische
kalmte naast 'n kinderlijk vertrouwen. Als
hij is ingestapt, weet hij op den bestuurder
te zijn aangewezen. Zelf vliegen kan ie niet
en ingrijpen op een hachelijk moment is
du.' buitengesloten. Dit is uatuur'-ik met
ieder passagier die niet vliegen kan het
geval. Maar Hofstee heeft vanmiddag op een
aangrijpend moment logisch volgens deze,
overtuiging gehandeld, door het geval vol
komen te ncgeeren. llij moet het maar op
knappen, ik kan er toch niets aan doen.
j,Toen mij bleek, dat ik volgens mijn
eigen hoogtemeter onmogelijk hooger dan
2000 meter kon komen, riep ik hem toe,
dat, wilde hij nog 'n druppeltje bloed ne
men, hij 't dan nu moest doen. We gingen
toen boven Rijswijk met de eerste wolk
in. Hofstee nam de pinoet, prikte zich
door de kou en de schommelende beweging.
natuurlijk' te diep in de hand, liet mij
het wondje zien. Of 't zoo goed was? En
toen wij daar zoo allergemeenst in de
sneeuwjacht gingen draaien, toen ik' dacht
daar gaan we, 't is gebeurd, begon hij kalm
weg door 't gummislangetje bloed in het
reageerbuisje te zuigen. Zooals al verteld,
hield hij mij het resultaat voor, juist toen
ik een zucht van verlichting liet hooren.
„Dat is geeü toupet, maar 'n filosophische
kalmte, welke ik moed noem en bewonder.
„Ga ik weer eens voor een record-met-
passagier, dan zou ik het zeer op prijs
stellen, indien luit. Hofstee weer van de
partij wilde wezen."
PÉGOUD, DE KUNSTVLIEGER.
Over de kunstverrichtingen van Pégoud,
waarover „Reuter" reeds eergisteren uit Buo
geseind heeft, vinden wij nog de volgende
bizonderheden in de „N. R. Ct.":
Er waren ongeveer honderduizend toeschou
wers aanwezig, toen Pégoud te kwart voor
vier in zijn toestel stapte. Hij bereikte een
hoogte van ongeveer 1000 M. Hier bracht'
hij een gedeelte van zijn kunststukken ten
uitvoer nadat hij eerst seconden-lang op één,
en dezelfde plaats onbewegelijk in de luoht
bleef hangen en twen scherpe bochten maakte,
de vleugels van zijn vliegtuig voorover vallen,
wendde het met een korten ruk naar boven,
zoodat hij op den rug te liggen kwam, met
het hoofd omlaag. Zoo vloog hij gedurende
I1/2 minuut recht vooruit. Daarna richtte hij
zieh weer op en liet zich vallen tot op on
geveer 250 M. boven den grond en liet met
groote kalmte en zekerheid zijn toestel om
liet zwaartepunt heendraaien. Weer steeg hij
tot op 500 M. en daalde spiraalvormig.
Pégoud werd door de aanwezigen geestdrif
tig toegejuicht.
Z. D. H. de Aarts bisschop van Utrecht heeft
benoemd tot secretaris van het Aartsbisdom
der Zéereerw. heer J. H. Seholte op Reimer,
tot 2en kapelaan te Huissen den Weleerw.
heer F. H. J. Stokman, tot kapelaan te Almelo
den Weleerw. heer H. J. Haarhuis, tot ka
pelaan te Hengelo (O.) (H. Lambertus) den
Weleerw. beer J. H. Lukens, tot kapelaan te
Uitbuigen den Weleerw. heer J. J. M. Adan,
tot kapelaan van Kleinemeer te Sappemeer
den Weleerw. heer G. J, Burgers, tot kapelaan
te Delden den Weleerw. heer B. J, Wirtz, tot
assistent te Delden den Weleerw. heer W.
Boerma, tot kapelaan te Zutfen den Weleerw.
heer W. Boelens, tot kapelaan te .Vleuten den
Weleerw. heer O. H. de Jong.
Roeping tot den geestelijken staat.
Men vraagt ons de aandacht te vestigen
der jongelui, die zich geroepen voelen tot
het kloosterlijk leven zonder het priester
schap te heoogen, op eene stichting die in
alles aan hunne inzichten kan voldoen, na
melijk die der Hollandsche en Belgische
Hulpbroeders te Leuven (België).
Daar worden zmlkdanige jongelingen opge
leid tot alles wat zij in het kloosterlijk leven
kunnen te verrichten hebben. De taak der
Broeders bestaat voornamelijk in de EE. Pa
ters ter zijde te staan in hunne verschillende
ondernemingen en werken, klas te geven, den
catechismus aan te leeren, enz.
Deze inrichting is in 't hijzonder gesticht
voor hen die in den kloosterlijken staat eene
schuilplaats zoeken tegen de gevaren der
wereld, alsmede het middel om met meer
dere zekerheid hunne zaligheid te bevorde
ren. Jongelingen mogen zich aanbieden van
af 16 jaar; mannen tot hun 45ste jaar.
Voor verdere inlichtingen zich te wenden
tot den Eerw. Pater Franciscns Xaverius,
Halvestraat 14, Leuven (België).
EEN ROOMSCH-KATHOL1EKE HOOGERE
BURGERSCHOOL TE OSS.
Naar'men uit Oss meldt, hebben de Eerw.
paters Carmelieten te Oss thans definitief be
sloten in die gemeente een Roomsch-Katholie-
ke Hoogere Burgerschool op te richten. Op
dit besluit is reeds de Bisschoppelijke goed
keuring verkregen.
De familie Jurgens heeft een huis gegeven,
waar de school zal worden ingericht.
ST. AUGUSTINU3
Het bestuur van de R. K. Studentenvereeni-
ging St. Augustinus te Leiden is thans als
volgt samengesteld: P. A. Vos praeses, J. G.
S. N. Beckers, vioe-praeses, A. A. M. Grün-
demann, quaestor, J. van Gennep, abactis I
en K. H. J. M. Weve, ab-actis II.
VELSEN.
Vrüe Zaterdagmiddag. Op de ijzeren pi)
pen- en hnizenfabriek van den heer Gronne-
mann is vanaf Zaterdag 11 October de vrije
Zaterdagmiddag ingevoerd.
Woningbouw. Op het land van den beer
Langedijk zullen 100 nieuwe woningen ver
rijzen. Zou hier geen goede gelegenheid zijn
voor een R. K. Bouw-coöperatiet
St. Joannes de Deo. Op Zondag 26 October
wordt een vergadering gehouden door Sint
Joannes de Deo, de vereeniging van fabrieks-,
haven, en transportarbeiders. Een belang
rijke agenda moet dan behandeld worden en
dus wordt verwacht dat alle leden deze ver
gadering zullen bezoeken.
Debatingclub. Zondagavond j.l. is alhier
voor de leden van den Ned. R. K. Volksbond
een debatingclub opgericht, welke zieh ten
doel stelt de sociale, politieke en godsdien
stige kennis te ontwikkelen en de leden slag
vaardig te maken. Zeventien leden namen
hieraan deel, uit wie een bestuur is gekozen,
van drie personen: de beeren Waterdrinker
de Jong en G. P. Langedijk.
Donderdagavond a.s. zal er wederom eene
vergadering gehouden worden, waarop zich
nienwe leden kunnen opgeven.
BEVERWIJK.
Gemeenteraadsvergadering. Gis
terenmorgen vergaderde de raad dezer ge
meente onder voorzitterschap van den Bur
gemeester.
Afwezig was met kennisgeving de heer Poel
en de heer Sluiter.
De heer T. P. Langendijk, nieuwgeko-
zen raadslid, legde de vereischte eeden af en
nam onder felicitatie van den voorzitter zit
ting
De Secretaris las de notulen der vo
rige verandering, die onveranderd worden
goedgekeurd.
Onder de ingekomen stukken was het pro
ces-verbaal der kasopname van den gemeen
te-ontvanger. Deze kas en boeken werden in
orde bevonden. Werd voor kennisgeving aan
genomen.
Door de vereeniging voor Wijkverpleging
wordt een subsidie gevraagd; evenzoo door
de vereenigingen voor drankbestrijding.
Op voorstel van den voorzitter zullen deze
verzoeken bij de begrooting worden behan-
deid-
De gemeente-architect, de heer J. Kerkhof
verzoekt wijsiging der instructie hem betref
fende opdat hij zijne benoeming tot opzich
ter der Zuidw ijkermeerpolder kaai aannemen.
Wordt in handen gesteld van B. en W. oifi
pracadvies.
Door den kerkeraad der Ned. Herv. Ge
meente wordt toestemming gevraagd den toe
gang tot de kerk door den toren te mogen
open stellen.
Met het oog op het gevaar voor vallende
stoenen uit eten toren, is deze toestemming
door B. en W. geweigerd.
Adressanten verklaren südh bereid alle
voorwaarden na te komen die door B. en w.
gesteld zullen worden.
De Voorzitter stelt voor dit adres voor
kennisgeving aan te nemen.
De heer Zwager meent, dat men aan dt
Ned. Herv. Gemeente haar zin moet gevei.
en de voorwaarden zoo stellen, dat de veilig
heid voldoende gewaarborgd is. Hij meent
dat dit mogelijk zal zijn door het leggen
van een stevigen vloer in den toren.
Nog enkele leden bepleiten inwilliging van
het verzoek.
De heer E ij k i n g stelt voor eerst het
adres der deskundigen in den raad te hooren
en het voorstel-Zwager in dien geest aan te
vullen.
Aldus geschiedt en het voorstel-Zwager om
den Kerkeraad de gevraagde toestemming te
verieenen en te bepalen, dat er een bad-
dingvloer gelegd zal worden, wordt aangeno
men met één stem tegen.
Aan de orde was de benoeming van per,
soneel bij het herhalingsonderwijs cursus
1913-1914.
Tot onderwijzers in het vakteekenen wer
den benoemd de heeren H. O. Scholten, en
A. Nieuwland, beiden alhier; voor het inachi-
neteekenen de heer A. Wensing te Haarlem;
voor het schilderen de heer A. Hulshoff, al
hier; tot onderwijzeressen in het handwerken
Mej. A. Smit, mej. G. Tol en mej. G. P. van
Lingen, allen alhier. Tot onderwijzer voor
het herhalingsonderwijs werd benoemd de
heer R. J. Zuidema; de heer Jansen verkreeg
4 stemmen.
Voorgesteld werd door B. en W. het perso
neel der school voor lager en m. u. I. onder
wijs met één onderwijzeres uit te breiden.
Wordt zonder discussie en zónder hoofde
lijke stemming aangenomen.
I
Ja, Caspar, dat kan ik mij levendig
.voorstellen, maar heb nog een paar jaartjes
geduld, en. ik wed, dat ge het dan niet meer
zult behoeven te doen.
'tls mogelijk, mengde zieh een ander in
het gesprek, een korporaal, die voor het klei
ne troepje uitreed. Maar het is ook heel best
mogelijk, dat hü er dan geen meer zal uoodig
hebben, en allen lachten hartelijk om dat ge
zegde. De vrijheid waarmede deze mannen
zich ongevraagd in het gesprek mengden,
iverbaasde mij eerst wel wat, maar later hoor
de ik, dat dit juist iets karakteristieke van
iNapoleons leger was. Slechts populaire of-
ificieren werden geduld, de anderen werden
zonder vorm van proces door hun minderen
gedood. Een geschiedkundig, zeer bekend
{eit is het dan ook, dat alle officieren van den
loogsten tot den laageten rang in den slag
ivan Montebello door hun minderen werden
gedood met uitzondering van een enkelen
jongen luitenant, behoorende tot de 24e bri
gade. Nu evenwel, onder de regeoring van den
floor allen beminden, roemrijken Keizer, ver
dween langzamerhand deze vreeselijke gc-
tivoonte.
Maar er was nog iete wat me met verba
zing vervulde. Ik had bemerkt, dat zij Ir t
Fransch niet dan zeer moeilijk konden spre
ien. Toen ik hiervan den luitenant, die naast
snij reed, de reden vroeg en hem tegelijker
tijd vroeg, uit welk land zijn manschappen
zwameu, zeide hij:
Ma foi, stil, laat hen niet hooren, wat ge
•fUar zc-gt, want zij mochten u eens met hun
sabels beantwoorden. We zijn een gedeelte
van het eerste regiment Fransehe cavalerie,
de eerste huzaren van Berchény, en ofschoon
het een feit is, dat al onze mannen in den El-
zas geboren zijn en eenige onder hen niets
dan Duitseh kunnen spreken, zijn ze toch even
goed Franschen bIb Kleber en Kellermann,
die daar ook vandaan komen. Onze officieren
zijn de besten uit het geheele land en onze
mannen de meest geoefende soldaten.
De (rots, waarmee de jonge man t-ot me
sprak, amuseerde me allerkostelijkst, en ik
kon niet anders dan me tot hem aangetrok
ken voelen, toen ik hem in de vroolijke, blau
we oogen en het vriendelijk glimlachend ge
zicht staarde, Ook hij scheen me eenigen
tijd goed aangekeken te hebben en de uitslag
zijner overpeinzingen bleek te mijnen gunste
te zijn, want hij legde vertrouwelijk de hand
op mijn knie en zeide tot me: Ik hoop voor n,
dat de Keizer u vriendelijk zal ontvangen.
Ik zou niet weten, waarom hij me niet
vriendelijk zou ontvangen, antwoordde ik.
Ge moet niet vergeten, dat ik heelemaal uit
Engeland overgekomen ben om hem mijn
diensten aan te bieden.
Toen hem gisteren avond laat gerappor
teerd werd, dat ook gij in de hut der samen
zweerders aanwezig waart, scheen hem dit
zeer onaangenaam te treffen. Maar wie weet
misschien zal hij u gebruiken als gids, wan
neer hij naar Engeland denkt over te steken.
Ge zult daar natuurlijk goed den weg weten,
nietwaart
De geringschatting, waarmee de jonge hu
zaren-officier van het groote Britsehe ko
ninkrijk sprak, alsof hei een klein, onbetee-
kenend eiland was, deed me glimlachen. In
korte woorden deelde ik hem mede, dat En
geland niet veel kleiner was dan ons geliefd
Frankrijk. Ook al goed, ook al goed, zeide
hij, we zullen er ons binnenkort met eigeu
oogen van overtuigen, want we gaan het be
vechten en natuurlijk overwinnen. In het
kamp gaat het praatje al rond, dat we of
Woensdagavond laat óf Donderdagmorgen
vroeg in Londen zullen zitten, waar ons een
week de tijd gegeven wordt om te plunde-
ren. Daarna zal een onzer legercorpsen naar
Schotland en een ander naar Ierland opruk
ken om ook die beide landen te veroveren,
j Maar hoe weet ge, dat ge in staat zult
wezen om dat alles te doen? Vroeg ik.
i O, natuurlijk kunnen wij dat; de Keizer
1 heeft dat plan al lang geleden gemaakt en
j reeds verscheidene schikkingen getroffen.
Maar ge vergeet, dat ook de Engelschen
een leger hebben en dat ze er op voorbereid
zijn. Denk niet, dat ge zonder slag of stoot
zult overwinnen; hun soldaten zijn dapper,
i Als ze verstandig zijn, zullen ze niet eens
trachten zich te verdedigen. De Keizer zelf
I is van plan ons aan te voeren.
Welk een onbegrensd vertrouwen sprak uit
deze woorden; nu begreep ik, hoe het kwam,
dat de liefde voor dezen kleinen man allen
zelfs de gevaren deed vergeten, waarin ze
zich 0111 zijnentwil begaven.
Gij zijt immers daar aan den overkant
geweekt? vroeg hij me met den vinger over
het water heenwijzend.
Ja, ik werd daar opgevoed.
Maar waarom bleeft ge daar, terwijl ge
toch wist, dat ge u bier door dapperheid en
moed een goede positie zoudt kunnen verwer
ven.
Mijn vader had het land moeten ont
vluchten, omdat hij een aristocraat was. Dat
was de reden, waarom ik niet eerder dan na
zijn dood mijn diensten aan myn vaderland
kont aanbieden.
Ge hebt veel moeten missen, maar laat
u dat niet verdrieten, we zullen nog heel wat
oorlogen mee kunnen maken. Dus ge denkt,
dat de Engelschen ons slag zullen leveren.
Zonder twijfel.
Dat hadden we niet gedacht. We meen
den, dat ze, wanneer ze hoorden, dat Napo
leon zelf ons zou aanvoeren, zoo schrikken
zonden, dat ze de wapenen zouden neerleg
gen. Is het waar, dat daar aan de overzijde
zulke mooie vrouwen zijn.
Ja, ik tenminste vind ze mooi.
Gedurende eenige oogenblikken zeide hij
niets, maar draaide hij zenuwachtig aan den
fraaien snor; toen hernam hij eindelijk en ten
laatste: Maar ze zullen misschien in booten
ontvluchten. Wilden ze nu maar zoolang
wachten tot ze ons gezien hadden, wie weet,
of ze dan niet zouden willen blijven. Men
zegt van de huzaren van Bercheny, dat a_e
een heele natie aan het loopen kunnen krij
gen, d.w.z. de vrouwen komen naar ons toe,
de mannen daarentegen weten niet, hoe gauw
ze het hazenpad kunnen kiezen. We maken
ook een kranigen, onvergetelijken indruk op
ieder, die ons voor het eerst ziet; vooral onze
officieren zijn het sieraad van ons geheele le
ger en om hun dapperheid beroemd.
Glimlachend keek ik den opgewonden, jon
gen huzaar in het open, eerlijk gelaat, niet
begrijpend, hoe het mogelijk was, dat hij, die
ongeveer van denzelfden leeftijd als ik zelf
was, reeds zooveel kon hebben meegemaakt.
Mijn nieuwsgierigheid niet langer kunnend
bedwingend, vroeg ik er hem dan ook naar.
Verontwaardigd over zulk een vraag, nam
hij me van 't hoofd tot voeten op en ant
woordde hij me op hoogen toon:
Ik heb het gelnk gehad om tegenwoordig
te mogen zijn bij negen veldslagen, mijnheer,
en bij ruim veertig oproertjes en schermut
selingen. Behalve dat heb ik nog een on
noemlijk aantal duels achter den rug en als
gij mijn woorden ee"s
ken, verzeker ik n hierbij, dat ik zelfs op dit
moment geneigd ben u te toonen, dat ik de
waarheid spreek.
Ik zeide hem, dat ik hem volkomen geloofde
en dat hij wel gelukkig was om nog zoo jong
zijnde, al zooveel ondervinding te hebben op
gedaan. Zijne oogen begonnen weer te schit
teren van vreugde en op denzelfden pretti-
gen, vertronwelijken toon als eenige oogen
blik geleden, vertelde hij me dat hij reed#
onder Moreau gediend had in de Hohenlin-
dencampagne en dat hij onder Napoleon de
Alpen was overgetrokken en den Blag vaa
Marengo had meegemaakt.
(Wordt vervolgd?» t