&HY. 'jWeetJUijsetJ. t&arteJjorJs straat Z7rfeJe/J77(L Speciaal adres voor SchooiJaarzen, Sociale Berichten. l(pzsi±ï Meffedeelieg. Die strekkende pijn in den rug Kerknieuws. NIEUWS UIT OEN OMTREK Sport ers wedstrijden. 0 N D R W li S. *ijn, want iedere tank scheen een krater, waaruit een vuurkolom van tientallen me ters in omvang opsteeg. De rook, die op- 'steeg, was zwart als de nacht. L Van het geheele fabriekscomplex was om streeks elf uur niets te zien door de ondoor dringbare rookwolken, die door de vlammen als het ware opgestooten werden en met dik- fcware rondingen omboog krulden. De hemel werd voor een deel verduisterd door deze donkerte; de rookmassa's dreven slechts langzaam weg, eerst in dc richting van de stad, bij voortduring gevoed en aangedikt door nieuwe golven. i Boven de fabriek was de aanblik grootscli, doch angstwekkend tevens. Hier was de mas sa het meest compact, doch het vuur vlamde er onophoudelijk doorheen met vurig schijn sel. De fabrieksschoorsteen, zwart als roet, was slechts nu en dan zichtbaar, doch mees tentijds door den rook aan het oog onttrok ken. De brandweer, die aanstonds zeven stoomspuiten in werking had gesteld, vond geen gemakkelijke taak. Het vuur in de groo- te tanks blusschen was ondenkbaar. Aller eerst besloot men de achter de fabriek opge stelde 12 benzine-reservoirs nat te houden. In een minimum van tijd was een vloed van .water erover uitgegoten. Gelukkig, dat de reservoirs boven den wind stonden, auders waren de gevolgen misschien niet te overzien geweest en hadden ernstige ontploffingen kunnen plaats vinden. Ook de Ned. Ujsten- fabriek, wier loodsen en opslagplaatsen vol droog hout juist onder den wind lagen, lie pen eveneens gevaar, doch bleven door ener giek optreden der brandweer eveneens be houden. De buitenwand van een der groote tanks, staande bet dichtste bij den weg, was inmid dels roodgloeiend geworden. Geweldige vlammen sloegen zich plots door het ijzer rond de tank, doofden een oogenblik om ech ter even later weer uit te laaien en zich aan den ronden wand te hechten. De „Jan van der Heijden" was inmiddels de brandweer komen versterken. De slangen werden naar achter doorgetrokken om de voor de Ilenzol- Teservoirs staande loodsen .waarin teerpro- ducten als creosoot e.a. waren opgeslagen, nat te honden. Met roet zwarte gezichten kro pen de flinke brandweerlieden langs deu grond door den verstikkenden reok heen om deze loodsen te bereiken, welke zij inderdaud konden behouden. Omstreeks half twaalf stegen ook groote kolommen van wit-grijzen rook op. De com mandant der brandweer, de beer Meijer, leidde persoonlijk het blusschingswerk. De hoofdcommissaris, de heer Hordijk, was even eens spoedig ter plaatse, terwijl ook de bur gemeester, jhr. mr. dr. A. Roëll, omstreeks halftwaalf op het terrein van den brand ver scheen. De motorboot van den gem. gezond heidsdienst was in de Baarsjes voor even- tueele ongelukken aanwezig. Een talrijk publiek sloeg vanaf de hier liggende dekschuiten den brand gade. De fa briek was op beurspolis verzekerd. De geza menlijke benzine-reservoirs zonden een in houd hebben gehad van 20,000 liter. Achter de coulissen! Gieterennacht heeft de komiek Marlron, die op de Nijmeegscbe kermis in een tooneelgezelschap (het heet „Het lastige Tooneel"!) medespeelde, zieh in een hotel te Nijmegen met de vronw met welke hij leefde, doodgeschoten. ZONDAGSRUST. Bij het Engelsche Lagerhuis is een wets ontwerp ingediend, dat ten doel heeft do wetten op den Zondagsarbeid te wijzigen en te codifioeeren op den grondslag van zes werkdagen per week met den Zondag als ge wonen wekelijkschcn rustdag. Iu hoofdzaak bepaalt het ontwerp het volgende: In het algemeen is Zondagsarbcid, zoowel voor ondernemers als werklieden, verboden. De winkeliers zijn verplicht hun zaken des Zondags te sluiten, doch aan Israëlieten, die gewoon zijn zulks van Vrijdag- tot Zaterdag avond te doen, kan do plaatselijke overheid toestemming verlocnen dien dag, mits zij dan uitsluitend Israëlietisch personeel gebruiken, tot 's morgens 11 uur aan do geloofsgenooton te verkoopen. Deze vergunning wordt inge trokken, als blijkt, dat ook personen, van ,wio de winkelier weet, dat ze tot een andere gezindte behooren, worden bediend. Voor ze kere door den Secretary of State aan te wij zen gedeelten van Londen, waar hot gebruik bestaat des Zondags op straat te venten en markt te houden' kunnen de hooplieden, die onmiddellijk vóór do aanmelding der wet reeds ten minste 1 jaar daaraan deelnamen, .vergunning krijgen daarmede voort te gaan; na zich door den Commissaris van politie te hebben laten inschrijven en van hem verlof verkregen te hebben, mogen zij' tot een door dezen bepaald uur, doch niet later dan 2 uur n.m. hun winkels en kramen openhouden of venten. Zulk een vergunning zal één jaar gel dig zijn en kan na afloop van dien termijn weer met dienzelfden tijd verlengd worden. Het .verbod van Zondagsarbeid is niet van toepassing op werkzaamheden, die als nood zakelijk of als werken van barmhartigheid zijn te beschouwen. Om twijfel te voorkomen is aan het ontwerp een lijst toegevoegd van werkzaamheden (voor sommige met aan wijzing van bepaalde uren, dat zij verricht mogen worden), die in elk geval op Zondag mogen geschieden. Tevens zal de wet nooit van toepassing zijn op werkzaamheden, nood zakelijk gemaakt door storm, overstrooming, brand, mist enz. De door de plaatselijke overheid verleen de vergunningen kunnen door den Secretary of State worden ingetrokken. In de gevallen, waarin Zondagarbeid ge oorloofd is, mag niemand twee opvolgende Zondagen te werk gesteld worden zonder ver lof van den Secretary of State. Dergelijke verloven kunnen niet worden gegeven voor meer dan drie achtereenvolgende Zondagen noch voor een grooter aantal dan 26 per jaar. Ingeval door een arbeider op Zondag gewerkt is, moet hem op een der volgende zes werkdagen, onverminderd den wettelijk vast- gestelden vrijen tijd, een onafgebroken rust tijd worden verleend; deze zal 24 uur bedra gen. als de Zondagsarbeid 6 uur en langer heeft geduurd, eu anders gelijk zijn aan den op dien dag gewerkten tijd. De in deze alinea behandelde voorschriften zijn niet van toepas sing op een aantal bijzonderlijk aangeduide gevallen. Overtredingen der wet worden met boete van ten hoogste 5 p8t. en bij recidive van ten hoogste 50 pst. gestraft. De wet zal eventueel den len Januari 1914 in werking treden („K.S.W.") komt van de nieren, welke onder het smalle ge deelte van den rug zijn gelegen. Doch rugpijn ia slechte een der verschijnselen, andere zijn: waterzuchtige zwellingen, waterstoornissen, op geblazen oogen, gezwollen voeten, een onnatuur lijke vermoeidheid, buitensporige dorst, rheuma- tische pijnen in de armen, beenen of heupen, duizeligheid, hoofdpijn. Niet elke patiënt heeft al deze verschijnselen, doch iedere lijder heeft er eenige, en do minste nieraandoening-is gevaarlijk, want noodlottige ziekten ontstaan door het verwaarloozen van een nierkwaal. Foster's Rugpijn Nieren Pillen leiden de nie ren zachtjes tot gezondheid terug, zij herstel len haar kracht tot het filtreeren van het bloed en het afvoeren van de schadelijke bestanddee- len daaruit, welke de oorzaak vormen van rheu- matiek, jicht, niersteen, nierontsteking, enz. Zij voeren het overtollige water af bij wajterzuch. Te Haarlem verkrijgb. bij de Mi. K. van Eden, Spaarne 38, en J. J. Göppinger, Groote Houtslr. 147a. Toezending geschiedt franco na ontv. v. postwissel 1.75 voor één, of 10.— voor zes doozen. Eischt do echte Foster's Rugpijn Nieren Pillen, weigert elke doos, die niet voor zien is van nevenstaand {wat ^^handelsmerk, EEN PRAATJE MET VAN STEYN. Men schrijft uit Den Haag .aan het Alg. Handelsblad: Op ons verslag van de vestiging van het hoogte-record met passagier meenen we nog het onderstaande te moeten laten volgen: Als cijfer tegenover cijfer geplaatst, dus droog vergeleken bij het wereldrecord, mag Van Steyn's vlucht van weinig beteekenis heeten. Maar wat haar tot een nadrukkelijk te mcmorceren feit maakt, zijn de omstan digheden, waaronder zij heeft plaats gehad. De wereldrecords zijn alle onder sterk assisteerende omstandigheden gevestigd. Bij windstilte nagenoeg en bij een vlekkeloo- zen hemel. En daar nu valt tegenover te stellen het miserabele weer van Zaterdag namiddag. Maar verder dienen do records op een- en tweedekkers gescheiden te worden gehou den. 01' is liet soms niet waar, dat op 'n eendekker genuikkeiijker tot groote hoogte wordt gestegen? De vrijwel algemeen gevolgde redenee ring schijnt te zijn, dat men het hoogte roer maar op klimmen stelt en dan eenvou dig voort vliegt. (Wanneer je nu maar lang genoeg blijft vliegen, kom je er „vanzelf". Een kwestie dus van bedaard zitten blijven en je hebt het record In je zak; .Welke eischen gesteld worden aan de avi- atische capaciteit en de physieke kwaliteit, van den vlieger, welke strijd daarboven ge streden moet worden en hoe ook een be roep wordt gedaan op intelligentie en op merkingsgave, schijnt in het algemeen voor geen deeltje te worden vermoed. En het ligt toch zoo voor de hand, dat de bijzon dere hoogte-vluchten ook zeer bijzondere prestaties, dus daden aan machtigen strijd gepaard gaande, zijn geweest. Want zou er nu wel op eenig ander gebied grooter na ijver, vinniger- overtreffingslust, wilder jacht naar roem (om van geld nu maar niet te spreken) en nijpender, concurrentiedwang gevonden worden, dan in de aviatiek? En als nu de recordverbetering niet een zeer bijzondere prestatie was, maar iets inder daad zoo gewoons als het publiek zich voor stelt, waarom doen het dan niet de hon derden eerzuchtigen, die de aviatiek ken nen en die sinds jaar en dag naar roem en pompeuze lauweren haken? En zouden b.v. de concurrenten van den fabrikant van het vliegtuig van Garros niet onmiddellijk hun besten pilote de lucht in hebben gezonden om door record-verbetering een wereld-reclame te bemachtigen, als hun beste piloteer maar even kans toe had gezien? Zoo liepen we Zaterdagavond, na ons ver slag verzonden te hebben, te mediteeren, toen we in de Lange Poten Leo v. Steyn ontmoetten, die juist eenige vrienden in Cen tral verlaten had. Even met hem mee opwandelend, kwam het gesprek hoe kon het ook anders aanstonds op de hoogte-vlucht, welke 'n uur of vijf geleden was volbracht. 't Was bijwijlen wel 'n angstige vlucht ge weest, maar één moment had hij bepaald in gevaar verkeerd. Dat was niet bij die verraderlijk heftige schommelingen op 600 en 1200 meter, maar toen wij, zeventien ét achttienhonderd me ter hoog, daar boven Rijswijk plotseling, door 'n wolk snorrend, in de sneeuwjacht verzeilden en er geen meter vooruit en geen meter omlaag viel te zien. „Ik probeerde er uit te draaien'. Maar je moet je voorstellen, 't was net of we in een stoomkolom zaten, maar dan ijskoude stoom, wel te verstaan. Ik draaide en draai de omlaag, voelde dat ik helde en meer en meer helde en me niet oprichten kon. De hui had me te pakken, het joeg maar om ons heen en ik kon geen vleugel, niets, niets zien. „Hoe schuin we Lagen kon ik nergens uit benaderen, totdat ik, steeds draaiend en pijlsnel dalend, plots de aarde zag, doch in zulk een ongewonen stand, dat ik er ge weldig van schrikte. „Je weet, zie je de aarde schuin staan, dan is dat een bewijs, dat je zelf overhelt. Hoe schuiner de aarde, hoe schuiner je zelf bent. Maar zóó had ik 'r nog nooit gezien. Ik moet, ik kan. 't me niet anders verkla ren, o.p één vleugel omlaag zijn gekomen. jHet was een moment van geweldige emotie. Maar stel je nu voor, toen 'ik, goddank, weer horizontaal lag, komt er een hand langs m'n oor en houdt Hofstee me een met wat bloed gevuld reageerbuisje voor. „Ik had geen kik, geen angstgeschreeuw, niets van 'm gehoord of bemerkt. En ter wijl 't daar op 't kantje afging, had hij aan het verzoek 'n paar druppeltjes bloed jaf te tappen, voldaan. „Voor Hofstee als passagier ja, noteer het maar - heb ik inderdaad bewondering. Een passagier als hij, bemerk je niet, je voelt 'm niet en dat werkt zoo prettig op je, vooral in momenten dat 't niet recht in den haak is. Wie weet, wat er vanmiddag gebeurd zou zijn met 'n anderen passagier, als die geschreeuwd had of in doodsangst me had beetgepakt. „Hofstee heeft 'n zekere philosophische kalmte naast 'n kinderlijk vertrouwen. Als hij is ingestapt, weet hij op den bestuurder te zijn aangewezen. Zelf vliegen kan ie niet en ingrijpen op een hachelijk moment is du.' buitengesloten. Dit is uatuur'-ik met ieder passagier die niet vliegen kan het geval. Maar Hofstee heeft vanmiddag op een aangrijpend moment logisch volgens deze, overtuiging gehandeld, door het geval vol komen te ncgeeren. llij moet het maar op knappen, ik kan er toch niets aan doen. j,Toen mij bleek, dat ik volgens mijn eigen hoogtemeter onmogelijk hooger dan 2000 meter kon komen, riep ik hem toe, dat, wilde hij nog 'n druppeltje bloed ne men, hij 't dan nu moest doen. We gingen toen boven Rijswijk met de eerste wolk in. Hofstee nam de pinoet, prikte zich door de kou en de schommelende beweging. natuurlijk' te diep in de hand, liet mij het wondje zien. Of 't zoo goed was? En toen wij daar zoo allergemeenst in de sneeuwjacht gingen draaien, toen ik' dacht daar gaan we, 't is gebeurd, begon hij kalm weg door 't gummislangetje bloed in het reageerbuisje te zuigen. Zooals al verteld, hield hij mij het resultaat voor, juist toen ik een zucht van verlichting liet hooren. „Dat is geeü toupet, maar 'n filosophische kalmte, welke ik moed noem en bewonder. „Ga ik weer eens voor een record-met- passagier, dan zou ik het zeer op prijs stellen, indien luit. Hofstee weer van de partij wilde wezen." PÉGOUD, DE KUNSTVLIEGER. Over de kunstverrichtingen van Pégoud, waarover „Reuter" reeds eergisteren uit Buo geseind heeft, vinden wij nog de volgende bizonderheden in de „N. R. Ct.": Er waren ongeveer honderduizend toeschou wers aanwezig, toen Pégoud te kwart voor vier in zijn toestel stapte. Hij bereikte een hoogte van ongeveer 1000 M. Hier bracht' hij een gedeelte van zijn kunststukken ten uitvoer nadat hij eerst seconden-lang op één, en dezelfde plaats onbewegelijk in de luoht bleef hangen en twen scherpe bochten maakte, de vleugels van zijn vliegtuig voorover vallen, wendde het met een korten ruk naar boven, zoodat hij op den rug te liggen kwam, met het hoofd omlaag. Zoo vloog hij gedurende I1/2 minuut recht vooruit. Daarna richtte hij zieh weer op en liet zich vallen tot op on geveer 250 M. boven den grond en liet met groote kalmte en zekerheid zijn toestel om liet zwaartepunt heendraaien. Weer steeg hij tot op 500 M. en daalde spiraalvormig. Pégoud werd door de aanwezigen geestdrif tig toegejuicht. Z. D. H. de Aarts bisschop van Utrecht heeft benoemd tot secretaris van het Aartsbisdom der Zéereerw. heer J. H. Seholte op Reimer, tot 2en kapelaan te Huissen den Weleerw. heer F. H. J. Stokman, tot kapelaan te Almelo den Weleerw. heer H. J. Haarhuis, tot ka pelaan te Hengelo (O.) (H. Lambertus) den Weleerw. beer J. H. Lukens, tot kapelaan te Uitbuigen den Weleerw. heer J. J. M. Adan, tot kapelaan van Kleinemeer te Sappemeer den Weleerw. heer G. J, Burgers, tot kapelaan te Delden den Weleerw. heer B. J, Wirtz, tot assistent te Delden den Weleerw. heer W. Boerma, tot kapelaan te Zutfen den Weleerw. heer W. Boelens, tot kapelaan te .Vleuten den Weleerw. heer O. H. de Jong. Roeping tot den geestelijken staat. Men vraagt ons de aandacht te vestigen der jongelui, die zich geroepen voelen tot het kloosterlijk leven zonder het priester schap te heoogen, op eene stichting die in alles aan hunne inzichten kan voldoen, na melijk die der Hollandsche en Belgische Hulpbroeders te Leuven (België). Daar worden zmlkdanige jongelingen opge leid tot alles wat zij in het kloosterlijk leven kunnen te verrichten hebben. De taak der Broeders bestaat voornamelijk in de EE. Pa ters ter zijde te staan in hunne verschillende ondernemingen en werken, klas te geven, den catechismus aan te leeren, enz. Deze inrichting is in 't hijzonder gesticht voor hen die in den kloosterlijken staat eene schuilplaats zoeken tegen de gevaren der wereld, alsmede het middel om met meer dere zekerheid hunne zaligheid te bevorde ren. Jongelingen mogen zich aanbieden van af 16 jaar; mannen tot hun 45ste jaar. Voor verdere inlichtingen zich te wenden tot den Eerw. Pater Franciscns Xaverius, Halvestraat 14, Leuven (België). EEN ROOMSCH-KATHOL1EKE HOOGERE BURGERSCHOOL TE OSS. Naar'men uit Oss meldt, hebben de Eerw. paters Carmelieten te Oss thans definitief be sloten in die gemeente een Roomsch-Katholie- ke Hoogere Burgerschool op te richten. Op dit besluit is reeds de Bisschoppelijke goed keuring verkregen. De familie Jurgens heeft een huis gegeven, waar de school zal worden ingericht. ST. AUGUSTINU3 Het bestuur van de R. K. Studentenvereeni- ging St. Augustinus te Leiden is thans als volgt samengesteld: P. A. Vos praeses, J. G. S. N. Beckers, vioe-praeses, A. A. M. Grün- demann, quaestor, J. van Gennep, abactis I en K. H. J. M. Weve, ab-actis II. VELSEN. Vrüe Zaterdagmiddag. Op de ijzeren pi) pen- en hnizenfabriek van den heer Gronne- mann is vanaf Zaterdag 11 October de vrije Zaterdagmiddag ingevoerd. Woningbouw. Op het land van den beer Langedijk zullen 100 nieuwe woningen ver rijzen. Zou hier geen goede gelegenheid zijn voor een R. K. Bouw-coöperatiet St. Joannes de Deo. Op Zondag 26 October wordt een vergadering gehouden door Sint Joannes de Deo, de vereeniging van fabrieks-, haven, en transportarbeiders. Een belang rijke agenda moet dan behandeld worden en dus wordt verwacht dat alle leden deze ver gadering zullen bezoeken. Debatingclub. Zondagavond j.l. is alhier voor de leden van den Ned. R. K. Volksbond een debatingclub opgericht, welke zieh ten doel stelt de sociale, politieke en godsdien stige kennis te ontwikkelen en de leden slag vaardig te maken. Zeventien leden namen hieraan deel, uit wie een bestuur is gekozen, van drie personen: de beeren Waterdrinker de Jong en G. P. Langedijk. Donderdagavond a.s. zal er wederom eene vergadering gehouden worden, waarop zich nienwe leden kunnen opgeven. BEVERWIJK. Gemeenteraadsvergadering. Gis terenmorgen vergaderde de raad dezer ge meente onder voorzitterschap van den Bur gemeester. Afwezig was met kennisgeving de heer Poel en de heer Sluiter. De heer T. P. Langendijk, nieuwgeko- zen raadslid, legde de vereischte eeden af en nam onder felicitatie van den voorzitter zit ting De Secretaris las de notulen der vo rige verandering, die onveranderd worden goedgekeurd. Onder de ingekomen stukken was het pro ces-verbaal der kasopname van den gemeen te-ontvanger. Deze kas en boeken werden in orde bevonden. Werd voor kennisgeving aan genomen. Door de vereeniging voor Wijkverpleging wordt een subsidie gevraagd; evenzoo door de vereenigingen voor drankbestrijding. Op voorstel van den voorzitter zullen deze verzoeken bij de begrooting worden behan- deid- De gemeente-architect, de heer J. Kerkhof verzoekt wijsiging der instructie hem betref fende opdat hij zijne benoeming tot opzich ter der Zuidw ijkermeerpolder kaai aannemen. Wordt in handen gesteld van B. en W. oifi pracadvies. Door den kerkeraad der Ned. Herv. Ge meente wordt toestemming gevraagd den toe gang tot de kerk door den toren te mogen open stellen. Met het oog op het gevaar voor vallende stoenen uit eten toren, is deze toestemming door B. en W. geweigerd. Adressanten verklaren südh bereid alle voorwaarden na te komen die door B. en w. gesteld zullen worden. De Voorzitter stelt voor dit adres voor kennisgeving aan te nemen. De heer Zwager meent, dat men aan dt Ned. Herv. Gemeente haar zin moet gevei. en de voorwaarden zoo stellen, dat de veilig heid voldoende gewaarborgd is. Hij meent dat dit mogelijk zal zijn door het leggen van een stevigen vloer in den toren. Nog enkele leden bepleiten inwilliging van het verzoek. De heer E ij k i n g stelt voor eerst het adres der deskundigen in den raad te hooren en het voorstel-Zwager in dien geest aan te vullen. Aldus geschiedt en het voorstel-Zwager om den Kerkeraad de gevraagde toestemming te verieenen en te bepalen, dat er een bad- dingvloer gelegd zal worden, wordt aangeno men met één stem tegen. Aan de orde was de benoeming van per, soneel bij het herhalingsonderwijs cursus 1913-1914. Tot onderwijzers in het vakteekenen wer den benoemd de heeren H. O. Scholten, en A. Nieuwland, beiden alhier; voor het inachi- neteekenen de heer A. Wensing te Haarlem; voor het schilderen de heer A. Hulshoff, al hier; tot onderwijzeressen in het handwerken Mej. A. Smit, mej. G. Tol en mej. G. P. van Lingen, allen alhier. Tot onderwijzer voor het herhalingsonderwijs werd benoemd de heer R. J. Zuidema; de heer Jansen verkreeg 4 stemmen. Voorgesteld werd door B. en W. het perso neel der school voor lager en m. u. I. onder wijs met één onderwijzeres uit te breiden. Wordt zonder discussie en zónder hoofde lijke stemming aangenomen. I Ja, Caspar, dat kan ik mij levendig .voorstellen, maar heb nog een paar jaartjes geduld, en. ik wed, dat ge het dan niet meer zult behoeven te doen. 'tls mogelijk, mengde zieh een ander in het gesprek, een korporaal, die voor het klei ne troepje uitreed. Maar het is ook heel best mogelijk, dat hü er dan geen meer zal uoodig hebben, en allen lachten hartelijk om dat ge zegde. De vrijheid waarmede deze mannen zich ongevraagd in het gesprek mengden, iverbaasde mij eerst wel wat, maar later hoor de ik, dat dit juist iets karakteristieke van iNapoleons leger was. Slechts populaire of- ificieren werden geduld, de anderen werden zonder vorm van proces door hun minderen gedood. Een geschiedkundig, zeer bekend {eit is het dan ook, dat alle officieren van den loogsten tot den laageten rang in den slag ivan Montebello door hun minderen werden gedood met uitzondering van een enkelen jongen luitenant, behoorende tot de 24e bri gade. Nu evenwel, onder de regeoring van den floor allen beminden, roemrijken Keizer, ver dween langzamerhand deze vreeselijke gc- tivoonte. Maar er was nog iete wat me met verba zing vervulde. Ik had bemerkt, dat zij Ir t Fransch niet dan zeer moeilijk konden spre ien. Toen ik hiervan den luitenant, die naast snij reed, de reden vroeg en hem tegelijker tijd vroeg, uit welk land zijn manschappen zwameu, zeide hij: Ma foi, stil, laat hen niet hooren, wat ge •fUar zc-gt, want zij mochten u eens met hun sabels beantwoorden. We zijn een gedeelte van het eerste regiment Fransehe cavalerie, de eerste huzaren van Berchény, en ofschoon het een feit is, dat al onze mannen in den El- zas geboren zijn en eenige onder hen niets dan Duitseh kunnen spreken, zijn ze toch even goed Franschen bIb Kleber en Kellermann, die daar ook vandaan komen. Onze officieren zijn de besten uit het geheele land en onze mannen de meest geoefende soldaten. De (rots, waarmee de jonge man t-ot me sprak, amuseerde me allerkostelijkst, en ik kon niet anders dan me tot hem aangetrok ken voelen, toen ik hem in de vroolijke, blau we oogen en het vriendelijk glimlachend ge zicht staarde, Ook hij scheen me eenigen tijd goed aangekeken te hebben en de uitslag zijner overpeinzingen bleek te mijnen gunste te zijn, want hij legde vertrouwelijk de hand op mijn knie en zeide tot me: Ik hoop voor n, dat de Keizer u vriendelijk zal ontvangen. Ik zou niet weten, waarom hij me niet vriendelijk zou ontvangen, antwoordde ik. Ge moet niet vergeten, dat ik heelemaal uit Engeland overgekomen ben om hem mijn diensten aan te bieden. Toen hem gisteren avond laat gerappor teerd werd, dat ook gij in de hut der samen zweerders aanwezig waart, scheen hem dit zeer onaangenaam te treffen. Maar wie weet misschien zal hij u gebruiken als gids, wan neer hij naar Engeland denkt over te steken. Ge zult daar natuurlijk goed den weg weten, nietwaart De geringschatting, waarmee de jonge hu zaren-officier van het groote Britsehe ko ninkrijk sprak, alsof hei een klein, onbetee- kenend eiland was, deed me glimlachen. In korte woorden deelde ik hem mede, dat En geland niet veel kleiner was dan ons geliefd Frankrijk. Ook al goed, ook al goed, zeide hij, we zullen er ons binnenkort met eigeu oogen van overtuigen, want we gaan het be vechten en natuurlijk overwinnen. In het kamp gaat het praatje al rond, dat we of Woensdagavond laat óf Donderdagmorgen vroeg in Londen zullen zitten, waar ons een week de tijd gegeven wordt om te plunde- ren. Daarna zal een onzer legercorpsen naar Schotland en een ander naar Ierland opruk ken om ook die beide landen te veroveren, j Maar hoe weet ge, dat ge in staat zult wezen om dat alles te doen? Vroeg ik. i O, natuurlijk kunnen wij dat; de Keizer 1 heeft dat plan al lang geleden gemaakt en j reeds verscheidene schikkingen getroffen. Maar ge vergeet, dat ook de Engelschen een leger hebben en dat ze er op voorbereid zijn. Denk niet, dat ge zonder slag of stoot zult overwinnen; hun soldaten zijn dapper, i Als ze verstandig zijn, zullen ze niet eens trachten zich te verdedigen. De Keizer zelf I is van plan ons aan te voeren. Welk een onbegrensd vertrouwen sprak uit deze woorden; nu begreep ik, hoe het kwam, dat de liefde voor dezen kleinen man allen zelfs de gevaren deed vergeten, waarin ze zich 0111 zijnentwil begaven. Gij zijt immers daar aan den overkant geweekt? vroeg hij me met den vinger over het water heenwijzend. Ja, ik werd daar opgevoed. Maar waarom bleeft ge daar, terwijl ge toch wist, dat ge u bier door dapperheid en moed een goede positie zoudt kunnen verwer ven. Mijn vader had het land moeten ont vluchten, omdat hij een aristocraat was. Dat was de reden, waarom ik niet eerder dan na zijn dood mijn diensten aan myn vaderland kont aanbieden. Ge hebt veel moeten missen, maar laat u dat niet verdrieten, we zullen nog heel wat oorlogen mee kunnen maken. Dus ge denkt, dat de Engelschen ons slag zullen leveren. Zonder twijfel. Dat hadden we niet gedacht. We meen den, dat ze, wanneer ze hoorden, dat Napo leon zelf ons zou aanvoeren, zoo schrikken zonden, dat ze de wapenen zouden neerleg gen. Is het waar, dat daar aan de overzijde zulke mooie vrouwen zijn. Ja, ik tenminste vind ze mooi. Gedurende eenige oogenblikken zeide hij niets, maar draaide hij zenuwachtig aan den fraaien snor; toen hernam hij eindelijk en ten laatste: Maar ze zullen misschien in booten ontvluchten. Wilden ze nu maar zoolang wachten tot ze ons gezien hadden, wie weet, of ze dan niet zouden willen blijven. Men zegt van de huzaren van Bercheny, dat a_e een heele natie aan het loopen kunnen krij gen, d.w.z. de vrouwen komen naar ons toe, de mannen daarentegen weten niet, hoe gauw ze het hazenpad kunnen kiezen. We maken ook een kranigen, onvergetelijken indruk op ieder, die ons voor het eerst ziet; vooral onze officieren zijn het sieraad van ons geheele le ger en om hun dapperheid beroemd. Glimlachend keek ik den opgewonden, jon gen huzaar in het open, eerlijk gelaat, niet begrijpend, hoe het mogelijk was, dat hij, die ongeveer van denzelfden leeftijd als ik zelf was, reeds zooveel kon hebben meegemaakt. Mijn nieuwsgierigheid niet langer kunnend bedwingend, vroeg ik er hem dan ook naar. Verontwaardigd over zulk een vraag, nam hij me van 't hoofd tot voeten op en ant woordde hij me op hoogen toon: Ik heb het gelnk gehad om tegenwoordig te mogen zijn bij negen veldslagen, mijnheer, en bij ruim veertig oproertjes en schermut selingen. Behalve dat heb ik nog een on noemlijk aantal duels achter den rug en als gij mijn woorden ee"s ken, verzeker ik n hierbij, dat ik zelfs op dit moment geneigd ben u te toonen, dat ik de waarheid spreek. Ik zeide hem, dat ik hem volkomen geloofde en dat hij wel gelukkig was om nog zoo jong zijnde, al zooveel ondervinding te hebben op gedaan. Zijne oogen begonnen weer te schit teren van vreugde en op denzelfden pretti- gen, vertronwelijken toon als eenige oogen blik geleden, vertelde hij me dat hij reed# onder Moreau gediend had in de Hohenlin- dencampagne en dat hij onder Napoleon de Alpen was overgetrokken en den Blag vaa Marengo had meegemaakt. (Wordt vervolgd?» t

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1913 | | pagina 14