MIJN OOM 6ERNAC. BUITENLAND. Rond de Lituroie. lyNoyons.'1 fin Spoor- en uverlaataen aan het teder Buiten Spaarne Au Bon Hlarché. Haarlem-Brussel. Handschoenen voor alle «gelegenheden; olxxviii. Gemesiffde Berichten» FEUILLETON. HOOFDSTUK XI DE SECRETARIS DES KEIZERS. 1 de keizerlijke keuken, zeide hij, (Wordt vervolgd) NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT (Slot.) Terwijl aldus bij de beraadslagingen de voor- en nadeelen aan do eventueel© uitvoering van het havenplan verbonden in het licht werden gesteld, bleelt bij de categorische beantwoor ding der gestelde vragen, dat: 1. de noodzakelijkheid van eene hetere be reikbare spoor- en overlaadhaven niet voldoen de gebleken was, doch dat vrij algemeen de wcnschelijkheid van het tot stand komen kon worden aangenomen, terwijl erkend kon worden, dat aan sommige der bestaande industrieën, door het ontbreken van eene goed bereikbare spoor- en overlaadhaven, bezwaar in den weg gelegd wordt. 2. wanneer tot den aanleg van eene spoor- ?n overlaadhaven werd overgegaan, men alge meen van oordeel was, dat het niet voldoende was alleen die haven tot stand te brengen, doch dat daarbij tevens gezorgd moest worden voor goede opslagplaatsen en voor den aanleg van handels-industrieterreinen. Men voelde in ver band daarmede ook over liet. algemeen we] v©or het argument, dat anders op de grens der ge meente eene industrie-wijk zoude kunnen ont staan zonder eenige regelmaat, waarvan de ge meente veel last en vermoedelijk weinig voor deel zou hebben, terwijl, wanneer de gemeente tijdig ingrijpt, zij de ontwikkeling van die wijk aan vastgestelde plannen, voorschriften en 'egolen zou kunnen binden. 3. liet schotsplan van den Directeur van Openbare Werken van 21 November 1912, vol gens het algemeen oordeel de voorkeur ver dient. 4. men zich in hoofdzaak kon vereenigen met de door den Directeur van Openbare Wer ken opgemaakte berekening van kosten over gelegd bij het sub. 3 bedoelde plan. 5. al waren de inkomsten niet onder cijfers te brengen, verkoop of in erfpacht geven van terreinen, afzet van eleetrischen stroom voor krachtoverbrenging, verkoop van gas en water en vermeerdering van haven- en kaaigelden te verwachten waren. (De spoorwegverbinding van de lichtfabrie ken zou bovendien gebruikt kunnen worden voor het vervoer van waggons tegen een vast te stellen tarief. De overeenkomst met de Hollandi- sche IJzeren Spoorweg Maatschappij omtrent deze spoorverbinding verplicht die Maatschappij alle waggons, ook die, welke voor eene even- tueele te maken haven bestemd zijn, kosteloos aan het beginpunt der verbinding af te haken en ter beschikking te stellen (raadsbesluit van 5 Mei 1909 No. 13, art. i, not. blz. 309). 0. ook de meerdere uitgaven voor openbare werken, onderwijs, politie, verlichting, over brugging van het Spaame of pontveer, moeie- lijk geraamd konden worden. 7. door de vestiging van nieuwe in dustrieën in de nabijheid der haven, voor de neringdoenden eene vermeerdering van omzet werd verwacht, terwijl, indien bestaande in dustrieën zich verplaatsen, de daardoor vrij komende terreinen voor woon- en winkelhuizen benut zouden kunnen worden. 8. de grenswijziging zich niet alleen tot het voor de haven en handelsterreinen benoodigde gebied moest uitstrekken, doch eene meer uit gebreide grenswijziging noodzakelijk was. 9. men met belangstelling kennis had geno men van het ter zake van de grenswijziging in gekomen antwooïd van Burgemeester en Wet houders. 10. dat men door onteigening in hét bezit van de noodige terreinen moest komen, indien aankoop tegen billijken prijs niet mocht geluk ken. 11. dat vermoedelijk bij niet te hooge ver koopprijzen of niet te hoogen canon, de vesti ging van nieuwe industrieën verwacht kon wor den, waarbij men niet uit het oog verloor, dat zich in den omtrek van het Noorder Spaarne reeds ongeveer een 80-tal grootere en kleinere industrieën gevestigd had, en dat, met uitzon- lering van enkele, de in de kom der gemeente bestaande industrieën zich niet zouden ver plaatsen. 12. de verhooging der invoerrechten geen sunt. ran beschouwing meer behoefde uit te maken. 13. de bestaande verbindingen voorloopig misschien voldoende geacht kunnen, worden, maaT in de toekomst verbetering behoefden. In de kosten ran die verbetering zou wellicht door de direct-belanghebbenden kunnen worden bijgedragen. 14. de verkoopprijzen zekér niet hooger mochten zijn, dan die voor soortgelijke terreinen elders betaald worden. 15. de vestiging van nieuwe industrieën meer vraag naar arbeidskrachten zou doen ont staan met alle daaraan verhonden voor- en na- deelen zools die in de beraadslagingen genoemd werden. 1.0. voorziening in de gelegenheid tot het bouwen van arbeiders-woningen een onvermij delijk gevolg zal zjjn van de uitbreiding der industrie; en 17. de grond gesteldheid volgens verstrekte me- dedeelingen en blijkens eene uitgevoerde grond boring, niet tot bezwaren aanleiding zal geven, of kostbare fundeeringen noodig zal maken. Door een der leden werd verder nog toege voegde vraag: 18. Is uitbreiding der arbeidersbevolking onder alle omstandigheden wenschelijk? met de beantwoording daarvan, luidende: „Neen, indien niet terzelfder tijd het uitzicht wordt geopend op vestiging in de gemeente van meergegoeden. Anders stijgt daardoor het be lastingpercentage en zullen alleen zij daarmede genoegen nemen, die rechtstreeks voordeel trekken van de arbeiders. Dit moge voor indu strie-steden geen bezwaar opleveren, voor onze stad met hare zeer gemengde bevolking zijn er groote bezwaren aan verbonden." Voor een overzicht van de kosten die aan de uitvoering van het havenplan zijn verbonden, kan de Oommissie niet beter doen dan verwij zen naar het schrijven van den Directeur van Openbare Werken van 21 November 1912 No. 20 (Kabinet). Daar de Commissie uit den aard der zaak geene vrijheid kan vinden van den inhoud daar van mededeelingen te doen, moet zij zich in dit rapport tot eenige algemeene beschouwingen bepalen. In de eerste plaats dan getuigt het bij boven genoemd schrijven gevoegde schetsplan, zoowel wat den aanleg der haven als de ïndeeling der terreinen betreft, van eene eenigszins ruimere opvatting dan dit bij het door Burgemeester en Wethouders ingediende plan het geval was. In de tweede plaats wordt door den Directeur van Openbare Werken terecht opgemerkt, dat eventueel voor aanleg eerst in aanmerking zou den komen de los- en laadhaven met toeleidend kanaal en de algemeene opslagplaatsen, waar door dan tegelijkertijd reeds eenige terreinen beschikbaar komen. De Commissie acht het evenwel met den Directeur van Openbare Werken raadzaam om zich reeds bij den aanvang het bezit te verze keren van de gronden die voor eene eventueele latere uitbreiding noodig zouden zijn. Deze uitbreiding zou natuurlijk eerst dan ter hand behoeven te worden genomen, wanneer de noodzakelijkheid daarvan is gebleken en de resultaten, verkregen met de uitvoering van het eerste gedeelte der werken, verdere stap pen in die richting wettigen. Zoolang die gron den nog niet voor de uitbreiding benoodigd zijn kan worden aangenomen, dat de jaarlijksche op brengst daarvan tegen de verschuldigde rente van het daarin gestoken kapitaal opweegt. Het is dan ook zaak bij de beoordeeling van de in het schrijven van den Directeur van Openbare Werken genoemde bedragen, daar mede rekening te houden evenals met het be drag aan grond reeds in het bezit der gemeente, hetwelk wel bij de bedragen gevoegd moet wor den die noodig zijn om de werken tot stand te brengen, maar niet onder de nog uit te geven gelden gerekend behoeft te worden. De Commissie brengt in verband met het vorenstaande in herinnering, dat bij eene uit voering van het havenplan volgens het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 12 Maart 1912 alleen eene haven met opslagplaats zou tot stand komen, zonder dat verdere terreinen be schikbaar waren. De uitvoerbaarheid van het plan is dan ook door het, tengevolge van de be raadslagingen der Commissie tot stand geko men nieuw ontwerp van 21 November 1912, zeer vergroot, daar bij dit ontwerp door bet ver- koopen of in erfpacht geven van de ter beschik king komende terreinen, de eventueel te maken kosten voor een groot deel worden gedekt. De Oommissie heeft getracht de vermoede lijke inkomsten en uitgaven, waarop volgens haar hij het tot stand komen van eene haven gerekend zou kunnen worden, onder cijfers té brengen, maar is daarbij gestuit op het ver melde verschil van inzicht bij de leden, Waar de grootte dier bedragen dan ook ge heel op gissing moet berusten, is het niet te ver wonderen, dat men de aan de uitvoering van het bavenplan verhonden voor- en nadeelen meer of minder invloed toekent, naarmate men van de noodzakelijkheid of wenschelijkheid een er haven meer of minder overtuigd is. Beschouwt men het plan uit het oogpunt van rentabiliteit en kan men zich vereenigen met de in het schrijven van den Directeur van Opijbare Werken neergelegde beschouwingen omtrent vermoedelijke opbrengst van terreinen en met de door hem beraamde inkomsten verkre gen uit havengelden, gebruik van de kraan, ver voer der waggons en verhuring van opslag plaatsen, waaruit blijkt, dat de onderneming zich juist dekt, dan zou nog eene raming moeten plaats hebben van de uitgaven, veroorzaakt door meerder politietoezicht, havenbeheer, ver lichting, onderwijs en onderhoud van tot stand gebrachte werken. Daartegenover zouden dan gesteld moeten worden de voordeelen, verbonden aan een ver- grooten omzet der neringdoenden, de meer of minder groote uitbreiding van het belastbaar inkomen en de inkomsten, verkregen uit ver strekking van eleetrischen stroom, gas en water. Zou men nog aan al deze voor- en nadeelen meer of minder juiste, op raming berustende waarde kunnen toekennen, dan zijn er nog zoo vele indirecte gevolgen van het tot stand komen van de haven te voorzien, welke zich aan elkö raming onttrekken, dat eene beoordeeling van de wenschelijkheid om tot de uitvoering van het plan over te gaan zich niet op eene berekening van inkomsten en uitgaven kan gronden. Die beoordeeling meet veeleer gegrond zijn op hett meerdere of mindere vertrouwen dat men in de toekomst heeft in verband met uitbrei ding van handel en industrie, hetgeen, zooals gereedelijk wordt toegegeven, voor eene gemeen te als Haarlem, met hare zeer gemengde be volking, tot eigenaardig© moeilijkheden aan leiding geeft. De Commissie vleit zich dan ook met de hoop, dat het onbevooroordeeld weergeven van hare beschouwingen eenigszins een richtsnoer aal kunnen zijn bij de behandeling van dit ontwerp door uwen Raad. Als bijlagen zjjn aan dit rapport toegevoegd verschillende bescheiden, welke bij de beoordee ling dezer aangelegenheid van dienst kunnen zijn. D UITSCHL A ND. De inwijding van het volkerenslagmonument. De groote feesten tot viering van het eeuw feest van den volkerenslag zijn Donderdag te Leipzig begonnen. Het geheele stadskwar tier Möckerno, waar 100 jaar geleden den 16en October, de groote slag begon, was fees telijk versierd. Heden had onder tegenwoor digheid van den Duitschen keizer, den ko ning van Saksen, aartshertog Ferdinand van Oostenrijk, grootvorst Cyrillus van Rusland, den prins-regent van Beieren, den koning van Wurtemberg, prins Wilhelm van Zweden, de groothertogen van Baden, Hessen, Saksen- Weimar, Oldenburg, Mecldenburg-Sckwerin en Mecklenburg Strelitz, den president van den Senaat der vrijsteden, de plechtige in wijding van het gedenkteeken van don vol kerenslag plaats. AM BR IK A. De staatsgreep in Mexico Een telegram uit Mexieo-Oity meldt, zooals een Reuterberieht uit New-York mededeelde, dat, naar een lid van het corps diplomatique verklaarde, de conferentie der diplomatieke ver tegenwoordigers, welke dezer dagen gehouden werd, besloot, de respectievelijke regeeringen aan te raden, oorlogsschepen naar Mexico te zen den, die, in geval van noodzakelijkheid, voor de bescherming der legaties kunnen zorg dragen. De diplomaten zouden de Mexicaansche regee ring bovendien aangeraden hebben, de nota's der Vereenigde Staten op gematigden toon te beant woorden. De Duitsche regeering heeft met het oog op den toestand in Mexico aan de kruiser* „Yineba" en „Hertha" bevolen, de oefeningen in de Oost- Atlantische wateren af te breken en zoo spoedig mogelijk naar Amerika te stoomen. De „Vine- ta" bereikte den lBden September de Rrazili- aansche kust en Is Vrijdag j.l. van Santo* ver trokken. Do „Hertha" verliet den 18(1 en de Azo- ren en kwam den 20st.en voor Halifax aan. Van daar stoomt zij in Zuidelijke richting verder en zal spoedig in de Mexicaansche watereu zijn. De „Hertha", die op het oogenblik in Noord- Amerikaan sche wateren vertoeft, ontving hevel zich ter bescherming van de Duitsche belan gen in Mexico, naar Vera Cruz te begeven. Zij woTdt later afgelost door de „Bremen", die ini Amerika gostationneerd is en den 13den Octo ber naar Halifax vertrok. Kerkportaal, <ja Behalve tot begraafplaat* en verblijf''' openbare boetelingen dienden de voorhalleB d*T oude christenkerken ook vooral tot ondersten ning der armen. Daar stonden zij, die, rijk mis schien naar de ziel, naar het lichaam kommer en armoede moesten verduren. En om den meer gegoeden den plicht van medelijden met die arme broeders voor oogeu te houden had de Kerk zorg gedragen, dat op de wanden stichtende tafereel en geschilderd waren, zooals bijv. de ge. schiedenis van Lazarus en den rijken vrek, de ge- schiedenis van den weldadigen Tobias, enz. CHINA. vReeds bij de Joden bestond het gebruik aan de Een revolutionnair verbond 1 armen, welke aan de poorten dos tompels té Heit correspondentie-bureau van het Verre j Jeruzalem gezeten waren, aalmoezen uit te rei- Oosten brengt het volgende bericht: ken, zooals ons de Handelingen der Apostelen Dr. Sun-Yat-Sen, generaal Huang-Hsing en j (3, 2 vv.) duidelijk leeren. Gelijk wij bij Mat- verscheidene andere leiders der Zuidelijken, die thous (25, 4) lezen, werden ook in de Synagogen naar Japan gevlucht waren, heben, naar ver luidt.. te Shanghai een quadruple alliantie ge vormd, die de revolutionnairen van China, Ja pan, Engelsch Indië en Rusland vereenigt. De aalmoezen uitgedeeld. Met nog grooter liefde dan de Joden droegen de Christenen zorg voor hunne armen, daar de Heiland, die zelf in de bitterstearmoede leefde en stierf, de weldad'g- leden van het nieuwe verbond verplichten zich' beid menigwerf aanbeveelt, de barmhartigen. al hun krachten te zullen inspannen voor de ver- j zalig prijst en verklaart, dat Hij, wat men aan wezenlijking van het volgende programma: j den geringsten zijner medemenschen doet, be- Omverwerping der reactionnaire regeering i schouwt als aan Hem zelf gedaan. Vandaar cl at van Japan, China en Rusland, bevrijding van de Apostelen zelfs Diakens aanstelden en hou Indië, dat thans onder het Engelsche juk zucht en van het door Japan geannexeerde Korea. Later zullen ook de revolutionnairen van An- nam tot het verbond worden toegelaten. Blijkbaar willen de revolutionnairen door Annam van hun verbond uit te sluiten, Frank rijk voorloopig niet tegen zich in het harnas jagen. Het bericht klinkt niet erg waarschijnlijk en mag dus zeker wel onder groot voorbehoud aan vaard worden De Belgische Schoolwet. De liberaal Deveze opende bij de behandeling van de Schoolwet in de Belgische Kamer het vuur tegen minister Pouillet die nu eindelijk het vnj stel heeft kunnen verdedigen dat een groote tegemoetkoming is aan de grieven der Belgische katholieken op onderwijs-gebied. Veel uitwerking hadden zijn schampschoten met, de „Gazet van Antw." Schrijft over den rede bet volgende: Deve/a? daalde af tot 1830 om zfjn verzet te gen de gelijkheid en de rechtvaardigheid op schoolgebied te wettigendoorliep heel het tijd perk onzer onafhankelijkheid, komt tot het hui dig ontwerp en deed eenen aanval op de kloos terlingen. Ik keur af, zeide hij, dat gij aan den. gees telijken onderwijzer eene minimum jaarwedde toekent, welke aan het klooster zal ten goede komen. Afgevaardigde Hoyois. De geestelijke on derwijzer moet ongetwijfeld niet eten? Afg. Deveze. Ik betwist niet de toewijding, het verlangen om wel te doen vanwege de kloosterlingen, doch het kloosterleven is het tegenovergestelde van het wereldlijk leven. Dooh ik meen dat het niet aan te bevelen is de kinderen toe te vertrouwen aan ben die afstand hebben gedaan van de gewone bestemming. (On derbrekingen.) Afg. Poncelet. De liberalen hebben er geen bezwaar tegen hun hunne kinderen toe te ver trouwen. Die opmerking bleef van liberale zijde onbe antwoord. Natuurlijk! De heer Deveze eindigde zijne rede te midden der grootste onverschilligheid. De „Zeppelin II' verongelukt. Wij hebben gisteren onder „Laatste Nieuws" met de armenzorg belastten, vandaar dat de go- loovigen bij hunne godsdienstige bijeenkomsten inzamelingen hielden voor weldadige doeleinden. De plaats nu, waar de armen in het bijzonder ondersteund werden, waren de voorhallen der ker'. ;n. Daër kwamen zij bijeen en namen Ie giften in ontvangstdaar werden ook de Agapen of liefdemaaltijden gehouden, waarvan de bec hoeftigen bet leeuwendeel kregen. Het tegen woordig gebruik om op Zon- en Feestdagen tij dens d© II. Mis kollekte te houden voor de ar' men en voor verschillende goede doeleinden, is dus overoud. Dat gebruik zal blijven bestaan, zoolang de Katholieke Kerk blijft, d.i. tot aan het einde der wereld; want als wij naar het woord van Christus steeds armen bij ons zullen hebben, dan zal ook de Kerk ten allen tijde zorg dragen voor de behoeftigen en voor hen een liefderijke moeder zijn. Niets ook staat met het kerkbezoek en het bijwonen der goddelijke dien sten in een meer natuurlijk verband dan de wer ken van barmhartigheid, want wanneer wü oné medelijdend en barmhartig toonen jegens onze noodlijdende medemenschen, zoo mogen wij ho pen, dat God het gebed, hetwelk wij in de Kerk tot Hem opzenden, ook met welgevallen zal aan nemen en ons genadig en barmhartig zijn zaL Tel., dat het luchtschip om 10 uur 25 min. op een hoote van 100 M. anderen spreken van 250 a 300 M. plotseling ontploft is. Een ge weldige vuurzuil 6poot uit het omhulsel om hoog en met een zwaren knal viel toen het geweldig© schip op d:en bewusten akker neer. Uit den brandenden gondel waren nog eenige soldaten gesprongen, die echter ook dood op den akker gevonden werdem Deskundigen gelooven, dat een der motoren in brand is geraakt. Misschien heeft de bemanning dit niet tijdig bemerkt. Het kan ook zijn, dat de vlammen ineens zoo hoog opsloegen, dat zij het "omhulsel van het marine-luchtschip en daarna de kleine ballons, die met waterstof gas gevuld zijn, in brand staken en ontplof fen deden. Verder wordt gezegd, dat de ma chinegondel van de Z. II dichter hij het peer vormige ballonomhulsel aangebracht was dan bij de vroegere luchtschepen. Hierdoor on dervond het schip minder tegenstand van de lucht, doch aan den anderen kant. wordt het gevaar grooter, dat een brand, die in de ma chinegondel ontstaan kan, veel sneller het omhülsel van den ballon kan hereiken dais^ in gewone nmstadigheden. Ook wordt de mo- I gelijkheid besproken, dat de ballon door een de ontzettende ramp gemeld, die het Duit-electrisclie vonk ontploft zou zijn, hoewel sche leger heeft getroffen in de ontploffing men hieromtrent nog niets nadere weet. van de „Zeppelin II", waarbij alle inzitten den, te zamen 30 personen, den dood gevon den hebben. De „Zeppelin 11" was eerst kort geleden door het ministerie van Oorlog aangekocht De commissie tot aankoop van luchtsche pen, die zich aan boord bevond, bestond uit den korvetten-kapitein Bemsch, de kapiteins Freyer, Otto Neumann en Pielzken en den marine-ingenieur Bnsch. In het geheel wer- ledereen bfcproeft natuurlijk de verschrik-den 26 officieren en manschappen gedoog, kelijke ramp op zijn manier te verklaren, j terwijl de luitenant FreiheiT von Bleuel nog Men kan als zeker aannemen, schrijft de teekenen van leven gaf. Een herinnering van 't Fransche Keizerrijk. 13.) De Keizer had, gevolgd door zijn maar schalken, generaals en ministers het vertrek verlaten. Slechts een lang, vriendelijk man in een eenvoudig zwart pak met fijne helder witte batisten manchetten, die zich aan mij voorstelde als monsieur de Meneval, en ik waren in de zaal achter gebleven. Laat ons ook eens zien, of we ons niet wat kunnen verkwikken, mijnheer de Laval, zeide hij. 't Is een ieder, die met den Keizer in aanraking komt, altijd geraden om zich eerst te versterken met een goed middag maal, voor hij tot hem gaat, want hqt kan hem zeer goed overkomen, dat hij anders ver- tohnidene uren moet wachten voor hij in de Gelegenheid is om zijn inwendigen mensch te '-"'Herken. De Keizer denkt, als hij eenmaal ^zig is, niet aan eten, en de arme. die hem moet spreken lieeft dus evenals hij te vasten. Ik vei zeker n, dat het me meermalen overko men is, dat ik haast flauw viel van honger en dorst. Maar hoe kan de Keizer dit dan uithou den! durfde ik den geheimschrijver, door zijn vriendelijkheid tot vertrouwen uitgelokt, te vragen. O' hij wel, hij is ijzersterk mijnheer, de Laval. Wij kunnen ons in de verste verte niet bij hem vergelijken. Ik heb liem eens achttien uur achter elkander zien werken, zonder zich ook maar een enkel oogenblikje van rust te gunnen of ook maar een kopje koffie te gebruiken. Hij put onze krachten dan ook heelemaal uit. Niemand, zelfs de soldaten niet kunnen het tegen hem uithou den. It verzeker n, dat ik 'als een heel hoo ge eei beschouw zijn geheimschrijver te mo gen wezen maar ik moet u ook eerlijk zeg gen, dat er wel eens o:ogenblikken zijn, dat ik het al heel lastig vind, dat die eer juist mij te beurt .is gevallen. Soms is het elf* uur 's avonds, mijnheer de Laval, en dan zit ik nog steeds te schrijven, wat de keizer mij dicteert, terwijl mijn hart klopt en bonst van pijn en doodelijke vermoeidheid, 't Is vez-schrikkelijk om voor hem te moeten schrij ven, als hij dicteert, want dat doet hij even snel als hij spreekt en hij herhaalt nooit iets. Welnu, Meneval, zeide hy eindelijk, laat ons nu eens uitscheiden. Ik wensch u een goede nachtrust toe. En juist, toen ik, dank baar dat ik nu mocht gaan slapen, het ve>-- j trek wilde verlaten, riep hij me toe: morgen- i vroeg om klokke drie zullen we met het dic- teeren voortgaan. En dat noemt hij nu een goede nachtrust; nog geen vier uur 6laap. Maar er zijn toch vastgestelde tijden, waarop hij eten moet, mijnheer de Meneval? vroeg ik den ongelukkigen geheimschrijver, hem de tent uit volgend. Ja, natuurlijk, zijn die er, maar denkt ge, dat hij daarop let? Kijk nu maar eens; het is al zoo laat en nog heeft hij niet gedineerd, maar gaat hij eerst nog eens naar die revue. Daarna zal er zeker weer iets komen, dat hem zoozeer in beslag neemt, dat hij aan geen "eten denkt en dan nog weer iets en nog weer iets, totdat hij 's avonds laat opeens zegt, dat hij heelmaal geen diner gehad heeft en dan plotseling beveelt: „Constant, breng me da delijk mijn middagmaal; dadelijk, hoort ge?" en dan moet de arme Constant maar zorgen, dat het er in den kortst mogelijken tijd is. Maar dan is het immers totaal niet meer te gebruiken, zeide ik. 1 De geheimschrijver lachte zachtkens: in zijn betrekking hij den keizer had hij gele genheid gehad om aandoeningen en gevoe lens te beheerscii. terwijl hij me een groote tent aanwees, waar we juist langs gingen. En daar hebben we zoowaar Borel den tweeden kok. Hoeveel kui kens hebt ge vandaag moeten bereiden, Bo- rel? 1 Ach mijnheer de Menev.al, het is vreeae- lijk jammer, zooals het hier toegaat. Kijk eens, en dit zeggende lichtte hij een gordijn op en toonde hij ons zeven schotels, op ieder waarvan een gebraden kuiken lag. Deze zijn nu al koud^ geworden, de achtste staat nu te braden en is ook gauw klaar, maar nu hoor ik weer, dat de Keizer vertrokken is om een revue hij te wonen. We zullen er dus na deze weer een te vuur moeten zetten. Zoo moet er hier gehandeld worden ten gevolge van zijn ongeregeld eten, zeide mijn metgezel op zachten toon tot me. Ik herinner me nog heel goed een keer; er waren toen niet minder dan 23 kuikens gebraden, toen hij eerst om zijn middageten vroeg, maar dien dag vroeg hij er ook eerst om elf uur 'snachts om. Het kan hem weinig schelen, wat men hem te eten of te drinken geeft, maar hij wil r geen oogenblik op wachten. Een half flsch- je Chambertin, wat visch of een kuikentje a la Maréngo toebereid, vindt hij meer dan voldoende en het zon zonde en jammer we zen om hem dan nog een pastei of wat vla voort te zetten, want hij let zoo weinig op wat hij eet, dat hij dikwijls begint met het dessert en eindigt met de rest. Ja, wat maakt dat een gekken indruk, niet? Met stomme verwondering keek ik naar een prachtig Arabisch paard, dat door een gewo nen rijknecht gereden, door de straten van hot kamp aan kwam draven. Plotseling zag ik van achter een der tenten een grenadier te voorschijn komen, de man hield een jong varken onder den arm. Toen het oaard te rugkwam, zag ik dat de grenadier het dier met kracht vlak voor de pooten van het he vig verschrikte paard wierp. Het arme beest waggelde luid kermend en knorrend zoo snel mogelijk weg, maar de berijder dwong het paard ondanks dit vreemde voorval zijn loop te vervolgen. Wat moet dat beteekenen, vroeg ik. O, dat is Jardin, de opperstalknecht. Hij rijdt een nieuw aangekocht paard voor den Keizer af. De dieren moeten eerst op alle mogelijke manieren beproefd worden; men vuurt kanonnen en geweren in hun onmiddel lijke nabijheid af, bombardeert hen dan met allerlei zware voorwerpen om ze eindelijk en' ten laatste te onderwerpen aan de proef van zoceven met een varken, dat hun onder den voet wordt geworpen. De Keizer is niet zoo' hijzonder flink paardrijder, weet ge! Mees tentijds is hij in gepeins verzonken en het ia dus hoog noodig, dat wij er zorg voor dragen, dat zijn leven niet noodeloos in gevaar ver keert. Om die reden worden alle paarden van den Keizer aan zulk een proef onder worpen. Maar kijk eens, ziet ge dien man daar niet? Hij is in een diepen slaap ver zonken. Ja, dat merk ik. Welnu, ge zult me misschien met willen gelooven ,als ik u zeg, dat ook hij nu, op uit oogenblik zelfs, den Keizer dient. Een gemakkelijk© dienst is t, dat moet ii{- zoggen,

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1913 | | pagina 17