MIJN OOM BERNAC. BUITENLAND. BINNENLAND. üu Bon üarché. üsaïBi@i*t8'iB8*&8SseS9 I Hasisisoiieeraen war» aii® gelegenhed&Biii «i'OfOSIS." FEUILLETOI. mm -f NIEUWE HAARLEMSCHECOURANT l>e „Z©ppelin"-rainp. Beu ooggetuige van da ramp verklaarde (vet luchtschip, dat om 10 uur 17 minuten opsteeg, nauwkeurig te hebben gedagesla- gen. Het moet op ongeveer honderd meter hoogte geweest zijn, toen zich plotseling bij den voorsten gondel een vlam toonde, die zich snel uitbreide. Kort daarna volgde oen hevige knal alsof er vele kanonnen tege lijkertijd afgevuurd werden on weldra stond liet geheele schip in vlammen, waar op kort daarna het geraamte zich afteo- kende. J oen zonk het zoo neer, dat zich de zwaarte der gondels merkbaar maakte en liet geraamte naar boven boeg. Men hoorde ontzettend gillen, zag uit den voor- «ten gondel met oen doek wenken en dan stortten de geweldige massa's ter aarde. An dere ooggetuigen meenen reeds lang voor de ontploffing een rookwolk bespeurd te hebben. I>e gondels werkten zich diep in het los se zand. Van het geraamte verheft zich slechts het deel rondom de voorste propel- lor en het liek niet zijn raamwerk bij het hoogtestuur, de eenige plaats, waarvan do bekleeding niet geheel verbrand is, een vijftal meters boven den grond. Van het geheele omhulsel van den ballon is zoo goed als niets meer aanwezig. Alleen de kleine verbrande stukjes, die overal op de akkers vertrooid liggen, zijn overgebleven. Do grooto sterke aluimnum wanden zijn als dun blik samengekreukeld, terwijl in den langen wrakhoop van gebogen staven en geknapte pijpen, de motoren vrijwel on geschonden bleven. De middengang die de drie gondels verbond, kon men in grove trekken nog volgen. Om een begrip te krij gen van de geweldige kracht der ontplof fing kan het feit dienen, dat stukken hout en doelen van den gondel op 't ongeveer (>00 meter ver verwijderde vliegterrein geslin gerd werden. Uit de overblijfselen van het luchtschip meent men te moeten opmaken, dat de ballon loodrecht in do diepte ge stort is. Het geheele veld is in een omtrek van 10 tot 15 meter totaal verbrand. l)e bc- manningsgondel is geheel in elkaar gedrukt. Van den machinist Reidel en den luitenant Von Bleul, de eerste bij het transport naar bet ziekenhuis overleden, wordt door enkele "oggetuigen verteld, dat zij op groote boog je uit de gondel gesprongen zijn. In be trekkelijk korten tijd na de ramp wisten dc grenadiei-s van het Garde-Alexanderregiment eh een compagnie pioniers, uie zich juist °p het vliegterrein bevonden, met behulp vnn spadejj en houweelcn de lijken der ver ongelukten uit den metalen puinhoop te be lijden. Steeds had men nog hoop eei). lo- VeUde te kunnen redden en daarom werd wat voor de spatie niet wijken wilde, mot bijlen stukgehouwen. Do meeste lijken waren afzichtelijk ver minkt, daar vaak de ledematen afgeslagen waren. Van sommige waren handen en voe ten totaal vorkookl. In de voorste grondel vond men de lijken van kapitein-luitenant Ii'reyer en den korvet-kapitein Berusch, dc beide andere officieren en van kapitoih Glund. liet lijk van den kapitein-luitenant Freyer toonde duidelijke sporen van een verschrikkelijkeri doodsstrijd. l)e ongelukki ge had blijkbaar gepoogd zich met zijn kor te leeren jas tegen de vlammen te beschut ten door deze over het hoofd t.e trekken. Het. minste schijnen de manschappen uit den achtersten gondel geleden te hebben, daar do kracht der explosie hier minder sterk was en 't vuur eerst op den grond do af scheiding geheel vernietigde. Hier werden ook de hoofd-ingenieurs Busch en Ilaus- uiann gevonden. Over de oorzaken van de ramp kan nog aiet met groote Zekerheid geoordeeld wor den. De algemeene opinie echter is dat door brand van den gasvormer de benzine-rosor- v»irs in de voorste gondel ontploft zijn en een reusachtige vlam de gasc.ellen in brand gezet heeft, wat het lot van de „L 11" besliste. Ho. vlieger ltoth, die getuige was van 'liet °ugeluk, heeft aan een verslaggever van (*e „Voss. Ztg." liet volgende verhaald: Hij stond bij een nieuw vliegtuig, dat'be proefd zou 'worden voor de loods van de AUiatrog-fabriek, toen de „L II" opsteeg en merkte op, dat de achterste motoren rookten. Hij en een andere vlieger, die er 'J stond, Hirth, zagen daar echter geen kwaad in. Het schip, zoo vervolgde hij, voer over onze hoofden hoen; toeii liet boven het vrije void gekomen was, zagen wij plotseling uit den voorsten maehinegondel een; helle vuurzuil opstijgen, die zich in een seconde over het geheele schip verspreidde. Toen volgde een zoo hevige ontploffing, dat do ruiten van do loods werden stukgeslagen en de vreeselijke luchtdruk ons den adem be nam. Wij sprongen direct in de auto van Hirth en reden in de richting, waar we de „L. .U" hadden zien vallen. Binnen drie minuten waren wo er. Woorden zijn niet in staat onze ontzetting uit t,e drukken. In den achtersten gondel lagen nienscheu, krimpend in de vlammen. Een officier schreeuwde luid om hulp en trachtte los te komen, maar tevergeefs. Wij moesten er werkeloos bijstaan en de ongelukkigén zien verbranden. In onze radeloosheid liepen we naar den voorsten gondel, waar wo beter bij konden en het gelukte ons, met hulp van verscheiden monteurs en arbeiders, die inmiddels waren toegesneld, drie nog levend uit den gondel te trekken. Twee behoor den tot liet personeel van do „L. II", de matroos, die over zijn geheele lichaam ver brand was, kermde vreeselijk; na enkele oogenblikken sloeg hij de oogen op en smeekte: „Slaat me dood, ik lijd te erg!" De andere kwam ook bij en mompelde„Mijn vrouw, mijn kind." Toen stierf hij. Wij legden de twee nog levenden en de lijken in een ziekenwagen en lieten ze weg brengen. („Nieuwe Ot.") Het vacantiejaar voor scheepsbouw. Meerdere malen is besproken de mogelijk heid dat Engeland en Duitsohland zich zou den verbinden een jaar lang de bouw van oor logsschepen to staken en in dat jaar geen oorlogsbodems van stapel te laten loopen. Do Engelsche minister van marine heeft dit voorstel dezer dagen nog eens opgewor pen in een redevoering to Manchester gehou den on waaraan door de „Msb.'-' liet volgende ontleend wordt. Ilij achtte liet. oogoublik niet ongeschikt om nog eens op het plan van een vacantie jaar voor den scheepsbouw terug 'te komen. Dit voorstel is zeer eenvoudig. Het volgend jaar zal Engeland, afgezien van de Canadoe- sohe schepen, en die welke door de ontwik- koling van den toestand op de Middellandsebo Zee, noodzakelijk geworden zijn, vier schepen op stapel zetten en Duitsohland twee. Nu zegt Engeland tot Duitsohland: als gij den bouw dezer twee schepen volle twaalf maanden wilt verzetten, zal Engeland hetzelfde doen met zijn vier schepen, daarbij steunend op een onvoorwaardelijk vertrouwen. Daardoor zou een vacantiejaar in den bouw van grooto slag schepen in Duitsohland en Engeland ingegaan zijn. Het is duidelijk, dat Engeland en Duitsoh land dit slechts kunnen doen, indien de andere grooto mogendheden ook g sm groote oorlogs schepen bouwen. Maar als Engeland en Duitsohland het voorbeeld geven, is er veel leans dab de andere mogendheden zullen vol gen. Op het einde van het vacantiejaar zouden al 'dezes groote mogendheden even sterk en krachtig zijn, als wanneer de voorgestelde schepen gebouwd waren, en hondorden mii- lioon.cn waren voor don vooruitgang dor menschhe'd gespaard gebleven. Dit is oen voorstel voor 1914, of, indien het daarvoor te laat is, voor 1915. Churchill verklaarde, dat hij gewapend was togen de eventuoele actie der groote scheeps bouw-firma's'; deze morton dienaars en geen meestors zijn, zeide hij. Hij was overtuigd, dat deze politiek voor hot welzijn der mensch- hoid noodzakelijk was. Deze kwestie gaat niet alleen de regeeringen, ou de diploma ten, maar ook de parlementen en het volk aan. Men mag zich niet laten ontmoedigen, indien heb succes niet ©ogenblikkelijk volgt. De tijd zal komen, besloot da minister, dat de tegenwoordige uitgaven voor do militaire uitrusting tot hot verleden beliooren; dan zullen do groote mogendheden er met spijt aan terugdenken. Aan d.t voorstel was voorafgegaan do vol gende beschouwing over de vloobuitgaven. UhUrohill vergeleek dan het heden mot den tijd van Gladstone tusschen i870 on 1890, en rekende uit, dat Gladstone een derde der staatsinkomsten voor militaire doeleinden be steed had. Do huidige regcoring hoeft verleden jaar, toen de begroot,!ng 196 millioen pond bedroeg, slechts 75 millioen pond voor mi- li tone doeleinden geofferd, of 5 percent moer dan oen derde der geheele staatsinkomsten. De lasten evenwel, die de arbeiders nu te dragen hebben, zijn in verhouding lichter dan voor veertig of vijftig jaar, Vooral wijl de meeste indirecte belastingen door directe vervangen zijn. De regeering zelf betreurt do zware of fers voor de militaire uitrusting, en heeft al les gedaan om deze zooveel mogelijk te ver lichten. Maar alles kost ineer. Overigens zijn do kosten voor de vloot gedurende do laatste tien jaar slechts met 12 millioen pond ge stegen, de buibenlandsche handel van En geland, daarentegen met 150 millioen. VOORTEEKENEN. Reeds nu zoo zegt de „Standaard" beginnen do voorteekenen van den komenden strijd een voor het opgetreden Kabinet ver van gunstig karakter te verboonen. Vrij gunstig tocli schijnt nu reeds in de Af deelingen der Kamers gebleken te zijn, dat de zestien socialistische Kamerleden er niet aan denken, om iuzake Oorlog en Ma rino het Kabinet te steunen. Het vaste voornemen schijnt te beslaan, om ook dit jaar als één man den vasten re gel van vroeger jaren te volgen, en zijn stem aan tie begroetingen voor beitlo depar tementen te onthouden. Niv kan de misstand die hieruit geboren wordt, althans tijdelijk nog ondervangen wor den, indien de Kamerleden van de drio reciit- sohe groepen te bewogen zijn, om het Kabi net tegenover zijn eigen vrienden te steunen. Alleen maar, clan staat 't van dat oogenblik af ook vast, dat het Kabinet zijn leven al leen rekt bjj de gratie der groepen van Rechts. Stol nu, dat het Kabinet al spoedig tot de overtuiging komt, dat dit voor een Ka binet van beginselen toch geen positie geeft, dan voelt men terstond welk debacle voor de deur staat. Acht daarentegen 't Kabinet dat hot zich deze onaangename posiEie ter wille van het landsbelang moet getroosten, dan treedt een toestand in, die toch niet al te lang kan voortduren, omdat 't Kabinet dan de slagpen uit zijn regeervleugel kwijt is. Van meetaf wezen we op dezen misstand, niet omdat we hoopten hierdoor zoo spoedig mogelijk de kans schoon to krijgen om 't Kabinet het voetje te lichten. Gelijk men weet, ging hiertegeQ zejfs onze waarschu wing uit. Maai- wel, om te doen uitkomen hoe door het optreden en aanblijven van een Kabinet dat een van zijn twee slagpennen kwijt is, de regeering als zoodanig in regeer kracht afneemt, en hierdoor voor nu cn voor de toekomst, de bestuursmacht verzwakt. Dit begon in 1907 reeds duidelijk te wor den, en naar we zeer ernstig vreezon, staan wo voor een herhaling van dezelfde politieke kanker-verschijnselen. Hen vraag van aanbelang zal 't nu wor den, of dit Kabinet voor Oorlog en Marine, zonder exceptie, het program van Rechts overneemt, en krachtig het op orde brengen van onze Defensie doorzet. Bleek toch het tegendeel, en was hot Kabinet er op be dacht om 't zoo karig- aan te leggen als 't slechte ©ven kon, danzou het, zonder het te bedoelen, Rechts in ©en onhoudbare posi tie dringen en de verantwoordelijkheid der Rcehtschü partijen in het gedrang brengen. Doet het dit daarentegen niet. 'Doet 't op 't stuk van Oorlog e-n Marine in niets voor Rechte onder, dan kan Rechts 't gaan laten, mits alleen onder scherpe ©n sterke controle, maar dan komt men weer voor de vraag te staan, hoe do Ministers van Oorlog on Mari ne dit mot hun collega van Financiën zullen klaar spelen, en of de keuze van de middelen om zich financieel te redden, een zoodanige zal zijn, dat Reohts, zoo do Socialisten ©en goed doel van deze middelen weigeren, ook hierin het Kabinet ter wille kan zijn. Zoo gevoelt men, hoe nu reeds de donder koppen zich aan den horizont vermenigvul digen. En toch mag zich niet repetoeren wat sinds 1907 voorkwam, dat Rechts bij zijn wocroptroden, door de schuld van Links, hooi een reeks van jaren weer aan do militai re budgetten en organisatie vast zit, en do behartiging van andere belangen weer zal moeten verschuiven naar een voor aanne ming zoo ongunstige, wijl te late, periode, gelijk het nu van 1907 tot 1913 goloopan is." EEN VERKEERDE CONCLUSIE. Het „Vaderland" bevatte ©en beschouwing over den toestand in Amerika na de tarief- verandering- en aan Hot slot wordt dan gezegd: „Voor de vrijhandelsidee, ten slotte, botoe kent Amerika's prijsgeving van het „bescher mend" systeem een overwinning van moe fi ijk te overschatten be teekenis. Zoo ergens, dan scheen in heb Rijk van Uncle Sam de uitsluiting van de buitenland se lie concurrentie door een hoogen tariefinuur niet alleen mogelijk, doch zelfs wenschelijk, Immers geen land, zóó rijk aan hulpbrotmen op alle gebied, .scheen zóo weinig op de hulp van liet buitenland aangewezen als de Noord- Amorikaansche Unie. En toch geeft ook deze thans, na een on dervinding v. tientallen jaren dit stelsel prijs, omdat van den vrijen handel te aanvaarden." Het staat er inderdaad! En menigeen zou 't voor zoete koek aanne men I Heb moet zeker dienen als propaganda voor do vryhandelsidee hier ta lande, doch men vergeet hierbij, dat bij de nu tot standgeko- men tarief verlaging in de vereenigde Staten liet tarief toch nog aaumerkelijk hooger is, dan zooals in het ontwerp-Kolkman was voor gesteld. Zeker kan dus niet gesproken worden van een overwinning van de vrijhandelsidee, hoog stens is de conclusie gewettigd, da.t blijkbaar het tarief in de Vereenigde Staten te hoog was, doch do gevolgtrekking mag niet ge maakt worden, dat voor Amerika vrijhandel beter is dan oen matig tarief. BROODROOF. De meest afkeurenswaardige middelen tot versterking der organisatie moeten veelal die nen om de socialistische rijen to verbree- den. Met broodroof wordt men bedreigd als men niet „ja" en „amen" zegt op wat de so cialisten willen. Zoo is het in heb buitenland en zoo is het ook in ons eigen vaderland. Van Duitsohland vinden w© de volgende staaltjes gememoreerd 'in het „IC. V." onder het kopje „Rood of geen brood", waarin wc zien hoe ook de christelijk georganiseerde koffiehuisbedienden in Duitsohland door hunne socialistisch georganiseerde collega's worden vervolgd: „In Dusseldorf wei d een christelijk georga niseerde kellner (in hot café R.) door de so cialisten uitgenoodigd, zich „modern" te or- ganiseeren. Toen hij weigerde, werd hij ont slagen. Jn Eiber fold bezochten verschillende socia listen het café v. D. Toen zij yan dranken voorzien waren, stonden zij op en verlieten liet .café, zonder te betalen, mot de opmer king „door een christolijken kellner laten wij ons niet bedienen." In Oborhausen kwam een propagandist der, ^social. vakverenigingen in het lokaal H., beloedigdo daar een christelijk vèreenigd kellner en spoorde dé aanwezigen aan, zich door dezen niet meer te laten bedienen. In .Duisburg werd een kellner, die behulp zaam moest zijn op eon socialistisch feest, gedwongen zioh eerst bij een socialistische veroeniging aan te sluiten. Jn Hamburg werd door do socialisten een café geboycot, om de daar werkzame christe lijk vereenigde bedienden ontslag te bezor gen." Ook hier in ons land komen staaltjes voor van „Broodroof", als middel om do burgerij te dwingen het hoofd be buigen voor hot so cialisme. Een bewijs daarvan vindt men zwart op wit in een der socialistische organen zolf. Wij 1 nebben hier voor ons liggen het So ciaal-Democratisch weekblad „De Arbeid", officieel(l) orgaan voor de S. D. A. 1'. in Gel derland, onder redactie van L. M. Hermans te Arnhem. Daarin wordt gemeld, dat in Rhenen een bakker woont, genaamd Van der Grift, die bij gelegenheid van de onafhankelijkheids- feesten aldaar liet volgende tafereel in z'n uitstalkast had geëtaleerd: „Een bakker staat voor zijn oven met de broodschieter in zijn hand. Op deze schieter lag een popje, verbeeldende een rooie oproermaker en daaronder stond het volgend fraaie rijm: Wie do Koningin niet wil minnen, Schieten wij deze oven binnen." Daarover nu is de schrijver zoodanig in woede ontstoken, dat hij wil, dat men dien bakker maai- moet- laten uithongeren. Althans hij sluit zijn artikeltje met den volgenden raad tot broodroof: „En deze man verkoopt nog zijn brood aan arbeiders! Laat men toch -begrij pen, dat men dezen vijand van de ar beidersbeweging niet heoft te be gunstigen." Broodroof, in opt'nna foma Men had de socialisten eens moeten hooren schreeuwen tegen ons, hoen wij een poos ge leden eens do vraag stolden of het wel go- wenscht is voor oatroou3 die hun zaken wil len doen bloeien, socialistische w<u-kliedert d. i. mannen van den klassenstrijd, die ali t ij d tegenover den patroon staan, to hebben; En toch was dat ook om hooger, edele# doel, geenszins uit wraak 1 DE GEMEENSCHAPPELIJKE ARBEIDS OVEREENKOMST. Al is liet zeear langzaam, wij gaan vooruit den weg der geregelde samenwerking tusschen patroons en arbeiders, (het christelijk ideo in dt moderne vakbeweging.). Het centraal Bureau voor de Statistiek heeft een onderzoek ingesteld naar de in ons land bestaande gemeenschappelijke arbeidsovereen» komsten op 1 Januari 1911. Er bleken toen in toepassing te zijn 81 Van zulke overeenkomsten, geldend voor ongeveel 1119 werkgevers en 23002 arbeiders. Een mooie voortuitgang, vergeleken bij den toestand van een paar jaren te voren, toen gem. arbeidsovereenkomsten slechts bij hooge uitzon dering voorkamen. En het is bekend, dat wij in 1912 en in het looponde jaar nog meer zijn vooruitgegaan oq dit gebied. Het zou ons zelfs niet verwonderen, indien later blijken zal, dat er op 't oogenblik meer dan 200 collectieve regelingen der arbeidt* voorwaarden bestaan. Een zeer verblijdend verschijnsel; want hel getuigt van een vooruitgang onzer beschaving in christelijken geest; van het verdwijnen des liberale beginselen, die hét „ieder voor zich zelf" als de hoogste wijsheid verkondigen en van een gestadig.doordringen der kerngezonde gedachte, dat de arbeidsvoorwaarden door pa troons en arbeWers gemeenschappelijk behoor ui geregeld te worden. Het onderzoek van hot Bureau voor de Sta tistiek betreft daarom een stuk eultuurgescliie- den is. (Kath. Volk.) VOOR EEN TWEEDE SLAGSCHIP. Wederom is bij liet hoofdbestuur 'der Ne-, derlandsche Veroeniging Onze Vloot een toe-) zegging van een particulier ingekomen, dit-, maal voor f 800, als bijdrage voor een evon, tueel aan de regeering aan te bieden twee de slagschip voor Indië. Voor ditzelfde doel heeft een ander Ne-> derlander eveneens een l>edrag beschikbaar gesteld, dat evenwel nog niet mag wordc-n" genoemd. NEDERLANDSE HE OFFICIEREN VOOR ALBANIË. De kolonel -W. J. I. de Veer, comman dant van het 3de regiment vold-artillerie, en de majoor der infanterie L. W. J. K, Thomson zijn door de regeering aangewezen om, in verband met het verzoek, Nederland-, sche officieren beschikbaar te stellen ten organisatie van de Albanoesche gendarme rie, in Albanië een onderzoek in to stellen.: Ernstig ongeval. Aan boord van den t0) Amsterdam iu liet IJ liggenden zandzuiger) Maasmond 16, reederij firma Volker en Bosj te Umuiden, is het slikgatdeksel van denj ketel gesprongen. De 56-jarige machinist en diens 23-jarige zoon kregen ernstige brand-' wouden. De kapitein koii door den heet en stoom, die hem bereikte, het roer niet meer! houden en hierdoor volgde een aanvaring; met een motorboot, die beschadigd werd: I)e inspectie van het stoomwezen stelt eeel onderzoek in naar de oorzaak van het on geval. Dat zal je overkomenDe heer O. S„ een koopman te Rotterdam op den Schuw damschen dijk woonachtig, werd èergister, avond omstreeks half elf op de-n 's Graven, dijkwal aangesproken door een hem onbe kend man, die den weg naar Oversehiq. vroeg. De heer S. lichtte hem iu en liep met hem mee. Gekomen op den zandweg1, die naar den Schiewog loopt, werd liij (loot den man aangegrepen, tegen den grond ge-, slagen en van zijn Amcrikaansch horloge met ketting on een portomonnaic met. f 1.5$ beroofd. Daarna nam de man do vlucht. Da heer S. werd gewond. Een permanent tentoonstellingsterrein te Amsterdam? Er heeft zich te Amster dam een commissie gevormd, welke doendq is om een permanent tentoonstellingsterrein te ©xploiteeren. Men tracht voor dit doe) de beschikking te krijgen over do terrei, nen en enkele gebouwen van de E.N.T.O.S, Reeds zijn er onderhandelingen gaande metf een comité, dat zich voorstelt liet volgendq jaar van het Entos-terrein gebruik te ma-, HWV.iwuem*ar JMcacww- Een herinnering vau 't Fran sche Keizerrijk. 16.) - O, hemel, kuul go me dat. nog steeds niet vergeven? Ge zijt lastig, dokter. Dr. Corvi- ,s"rt kan het nog maar steeds niet vergeten, juliriliccr de Laval, dat ik hem eens gezegd t,b'\ dat ik honderdmaal liever sterven wil v»n oververmoeidheid dan van zijn afschu- Gijk© drankjes. Maar waarlijk, als ik te vi'u (:0*;' '8 rïit niet mijn schuld, maar die toe.' en Staat, want hij staat het mij niet •htn \!l'- 'l{ me langer dan een paar minuten ken, onttrek, ten einde mij te verster- •nij ia, dat is waar ook, dat herinnert er en aan, dal. ik nog niet gegeten heb. Itantf j-jb! '3 er nu al over verstreken, Oon- - Hi fj vier uren, sire! - 13 t8 1.'et me dan terstond, ten s're. Mijnheer Isabey wacht bui- i y1''-'- Hij hoeft zijn poppen meegebracht. Lro.. Laat hem dan dadelijk binnen en *rfir'g l,em bü me Een man trnd binnen Een dikke laag stof i die niet alleen lvem, maar ook het groote pak, dat hij bij zich droeg, bedekte, deed me-da delijk bemerken, dat hij een verren tocht ach ter den rug had. Het is al twee dagen geleden, dat ik om u zond, mijnheer Isabey. De koerier bracht me eerst gisteren de boodschap, sire, en dadelijk heb ik me ge haast Parijs te verlaten en tot u to komen. Hebt ge daar uw modellen in? Ja, sire, om u te dienen. Welnu, wees zoo goed mij ze dan te la- ton zien. Mijnheer Isabey opende liet groote pak en haalde daaruit eeu groote menigte kleine poppen te voorschijn, die hij op een aanwij zing des keizers op de tafel uitstalde. Hoewel ik eerst niet kon begrijpen, wat de keizer met. al deze poppen wenschte te doen, behoefde ik niet Ifluger iu onzekerheid lo vorkoereii naar het doel ervan. Wat beteekent dit? vroeg Napoleon, e'en kleine pop opnemend, die in een amarant- kleurig- jaehtcostuum gestoken was en een toque mét wapperende veereri-pluim op het hoofd droeg. - Dat is hel jaehtcostuum van de Keize rin, Sire. Als ik u was, zou ik de taillo een weinig lager aangebracht hebben, antwoordde Na poleon, die moeilijk te voldoen was op liet punt van dameseostuums. Deze vervloekte mode schijnt het eenice te wezen, wat mü nonr >■*5 r.r?.-*- maar steeds den voet heeft durven dwnro zetten. Mijn kleermaker Duchesne, heeft wa rempel mijn rokspanden ook drie duim kor- jter gemaakt, en ik heb hem dat met al mijn legero en mijn geheele vloot erbij, niet knn- ;nen beletten. Maar wat is dit? en hij richtte oen schitterend uitgedoste pop in groen uni form op. Dat, dal is de opper jagermeester, Sire. j O, dat is dus voor u. Berthier. Welnu, hoe vindt ge uw uiforinl En dit roodo? Voor wien is dit? Voor den eersten kamerdienaar. En deze violette? Voor den eerst enkamordienaar. Do Keizer zag er bij de beschouwing dier poppon -uit als een gelukkig kind, dat zich kostelijk amuseert met al het hem omringen. do moois. Telkenmale als bij van den heer Isabey gehoord had, wélke lieden deze pop pen voorstelden, nam hij ze een oogenblik in de hand en plaatste ze dan in groepjes op de tafel, teneinde zich een kleine voorstelling te vormen van den indruk, welke zijne dig nitarissen op hem zouden maken, wanneer zij, gegroepeerd in zijn nabijheid dc laatste nieuwtjes bespraken. Toen wierp hij ze alle weer in de geopende mand en zeide: j Uitmuntend, uitmuntend. Gij en David hebben uw werk goed gedaan, Isabey, wees zoo goed en stuur deze modellen aan de tail leurs, die voor dergelijke uitrustingen zorg .dragen. Ga meteen even aan bij Lenormand, en »f*i7 baar dat als ze het mocht wagen me weer zulk een hooge rekening te zenden als de vorige keer voor al do japonnen, die ze voor de Keizerin heeft gemaakt, ze nog eeivs kennis zal maken met Vincennes. Go zult me zeker wel willen toegeven, nietwaar mijnheer de Laval, dat 25.000 frs. voor een enkele japon wol wat heel vee] is, zelfs al was het er een voor Mademoiselle Clioiseul. Alweer keek ik hem verwonderd aan. Wat wist hij van mijn bruid? Terwijl ik hem aan keek mot een blik, waaruit lialf vrees, half verbazing sprak, zag ik, dat dezelfde vrien delijke glimlach opnieuw zijn gelaat sierde. Toen legde hij me de hand oP den schouder en keek me een oogenblik doordringend aan met zijn schitterende staalblimwo oogen. Toen ik u daareven vertelde, dat ik op de hoogte was van die kleine scène in den dorpsherberg, staardot ge mij vol verwonde ring aan, maar nu ik u laat merken, dat ik, iets van uw betrekking tot een zekerer jonge dame weet, zi.it ge nog verbaasder daii zoo oven. Welnu, ge moet, geen al te hooge ge dachten hebben van mijn agenten, die ik overal in geheel Engeland verspreid heb en die me op de hoogte houden van alles, wat (laar voorvalt. Ja, maar Sire, ik kon ook niet weten, dat zulke kleinigheden ter oore zouden ko men en nog minder, dat gij ze zoiult onthou den. Ge zijl al eeu heel naief jongmonsch en ik hoop, dat ge die charmante eigenschap niet zuil verhezen, wanneer ge hier eenigon tiid j aan het hof verkeerd hebt. Dus ge vindt daf alles een kleinigheid? En dat, nog wel iets -wat u zelf betreft. Ik zou met geen mogelijkheid kunnea begrijpen, welk belang ze u kunnen inboezej men, sire. Hoe heet uw oude oom? Kardinaal de Laval de Montmorency. Juist. En weet ge, waar hij is? "Ja, sire, in Duilscliland. Precies iu Duitsohland en niet in d# Notre Dame, waar ik hem anders aan b«y noemd zou hebben. Wie is uw neef? De hertog van Rohan. En waar is die nu? In Londen. Juist, in Londen, eu niet in de Tuilerieëi waar hij had kunneu zijn, als hij het mij h willen vragen. Het zal mij benieuwen, of ik; als ik val, even trouwe aanhangers zal heb beu als die Bourbons. Zouden do menschel? die ik groot had willen maken, ook evenal» zij de ballingschap verkiezen boveu al, waj anderen hun aanboden en trouw eu geduldig kunnen wachten, totdat ik terug mocht kce, ren. Kom eens hier. Berthier! en hij trok zij' gunsteling plagend bjj het oor: Zou ik daj tenminste op u kunnen rekenen, schelm* He wat zegt gel Ik begrijp u niet, sire. Daar ons gesp rei op zachten toon gevoerd werd, hadden me alle aanwezigen het, kunnen volgen. Als ik het land zou moeien uitvluchten

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1913 | | pagina 5