DERDE BLAD J, H. IN. Gründemann g I 8 Steeds groote keuze 1 BLOUSES en 1 COSTÜÜMR0KKEN. 1 Uil rn 80» ■MIMI x miiHÉ| BUITENLAND. BINNENLAND. Rond de Liturgie, Koningstraat. 1 4IIHII X IIBBIII üm Bon IÉ ar*© Is té. viioyoiiS: tiaarleiW^riisseS. Handschoenen ^ooi» all© gelegenheden? VRIJDAG 31 OCTOBER 1913. FEUILLETON NIEUWE COURANT IIoo ze op de hoogte zijn! Uit het laatste jaarverslag van het Cen traal informatie-bureau der Katholieke pers Ui Duitschland blijkt dat van de 483 behan delde gevallen er slechts 73 waar zijn. In de 14 jaren van zijn bestaan is nooit één van de rectificaties en ophelderingen van het bureau onjuist gebleken. Tien jaren geloden. moest voortdurend worden opgetreden tegen lasterpraatjes be treffende priesters, kloosters enz.; welke in de vrijzinnige, socialistische en neutrale nors in groeten getale werden gedebiteerd.. Welnu: daarin is reeds veel verbetering ge komen. De voortdurende controle cn daarop gevolgde gerechtelijke vervolging heeft de he et'en voorzichtiger gemaakt. Maar er vatt helaas nog genoeg te doen: al.-che voorstellingen van gebeurtenissen, Jezuïeten labelen, verdraaide verslagen van ai., bisschoppen hebben gezegd, leugens om- treilt, den Paus eu het Vaticaan, ze tieren 'nop welig op den akker der pers en moeten voortdurend worden uitgewied. En soms kost het achterhalen der pre cise waarheid veel werk. Er zijn thans vaste correspondenten van het werk der C. A. in onderscheidene lan den: 2 in Frankrijk, 3 in Italië, 3 in Oos tenrijk, 1 in Hongarije, 1 in België, 1 in Engeland, 1 in Spanje, 2 in de Ver. Staten en l in Zuid-Amerika. Onder de gevallen, in het thans versche nen nummer behandeld, zijn weer enkele zeer merkwaardige. Zoo heeft er door de pers we mee- nen ook door de Nederlandsche zegt het >,Ctr." een verhaal geloopen van een Oos- 'enrijksch soldaat, in wiens bezit werd aan getroffen de gouden kroon van een Ma donnabeeld en'die verklaarde, dat hij deze door een wonder had gekregen; het beeld zeil' had hem de kroon overhandigd. Het geval zou voorgelegd zijn aan den legerbisschop, die had geantwoord, dat de manschappen zulke kostbare geschenken ook van de H. Maagd zelve niet mochten aanvaarden. Ce C. A. informeerde eerst hij den leger bisschop, doch die wist van niets. Eindelijk kwam de waarheid aan heit licht. Het verhaal had als „grap" gestaan in een an; i-cloricaal spotblad, de „Muskets". Daarin hadden twee vaandrigs het gelezen en tijdens een marsch naar Basovizza ver telden ze het aLs echt gebeurd aan eenige res e r ve-cadet ton Een reserve-Luitenant zond het toen op naar een blad en daar was de redactie zoo snugger liet op te nemen. En achteraf blijkt, dat ook de „Musket©" nii oorspronkelijk was, doch dat het ver haal reeds werd verteld ten tijde van. Frcderik den Groote. In Panty's levensbeschrijving van dezen vorst kan men het op pag 144 vinden. Men is toch maar op de hoogte, als men do anti-olerieale pers lees; Do schoolstrijd in Frankrijk. De „Köln. Volksztg." verneemt uit Parijs, zoo lezen we in de „Msb.", dat mgr. Touehet, anrtabisechop van Orleans, te Artenay een rede goboiuien heeft, waarin hij verklaarde, dat de bisschoppen, die niet de wereldlijke, maar de atheïstische scholen bestrijden, tegenover het streven van den staat om het monopolie over hel onderwijs te verkrijgen, energiek moeten op treden. Het beste antwoord op het drijVen der Comblsten zou zijn om alle Katholieke bizon- dere scholen van Frankrijk tegelijkertijd te slui ten. In onze scholen, zeSde aartsbisschop, worden in vele departementen meer dan do helft der kinderen onderwezen. Onze onderwijzers en onze scholen kosten den staat niets.. En in plaats ons dankbaar te zijn, heeft de staat ons sinds 30 jaaT vijandig behandeld en vervolgd, Als wij hem in eens ail onze kinderen overlaten, zullen wij zien, waar de regeering het geld voor onderwijzers en gehouwen van daan haalt. Wij zullen dit besluit nemen, niet uit machteloosheid, maar uit protest in ons eigen belang. De gelden, die de Katholieken tot dusverre aan de bizondere scholen gaven, zullen dan besteed woTden voor de seminaria, de huishoudscholen en voor de Katholieke kies- vereenigingen. Dit besluit kan echter slechts dan een heil zaam gevolg hebben, als het door allen tegelijk voltrokken wordtde medewerking van het ge heel© Fransche episcopaat en van de leiders der Katholieken in alle diocesen is hiervoor noodzakelijk. Wie is misdadig i De liberale Lorand heeft aan de Katholie ken in de Belgisch kamer verweten, dat zij het to-ekennen van onderstand doen afhangen van het bezoeken der Katholieke scholen en heette dit misdadig. Het „H. v. A." hekelt het ongemotiveerde gebruik van deze aantijging en schrijft: „Het woord komt als een kassei terecht op den schedel der wekladigheidshureelen in da groote steden, die stelselmatig allen onderstand weigeren aan behoeftigen wier kinderen eene Katholieke school bezoeken. De eerste vraag is altijdwaar gaan uwe kin- dren naar school? Is het op eene Katholieke school, dan is het lot van die menschen bezegeld; weigert men niet brutaal weg, dan vindt men honderd uit vluchten om geen onderstand toe te staan. Als het weldadigheidsbureel van Antwerpen het toelaat, sturen wij het morgen familïën met de vleet, door en door behoeftige gezinnen, wier kinderen naar de Katholieke school gaan en die daarom geen onderstand kunnen krijgen. In een gezin, waar voor een O. L. Vrouwe beeldje een lichtje brandde, vond de armmees- ter die diep-geestige bemerking uit, dat iemand die geld had om licht te branden, geen onder stand noodig had en men oven gena eerst „dat beeld" nog kon verkoopen, alvorens men hulp vroeg. Terwijl het voldoende is zijn kinderen naar de gemeenteschool te sturen om alles op de meest onbekrompen wijze te krijgen. En dan vergeet Lorand er nog hij te voegen, dat de Katholieken uit hunne eigen zak hulp verleenen, terwijl het (Liberale) Comité hulp verleent, uit allemans zak en met het geld van iedereen op onrechtstreeksche wijze partij werk verricht. Zou Lorand dat soms goedkeuren?" Indexdaad moet deTgelijk gebruik der open bare, gelden misdadig genoemd worden. De Italiaansche verkiezingen. De „Osservatoro Romano" schrijft over den uitslag van de verkiezingen het volgende: Het schijnt niet al te gewaagd om nu reeds te voorspellen, dat er uit deze eerste proefne- ming met het zeer uitgebreid kiesrecht geen opmerkelijke gevolgen zullen voortvloeien, het zij wat de samenstelling van het kabinet betreft of de politieke richting, die het zal volgen. Voor Rome valt het fiasco aan te teekenen van de radicale anti-clericale vrijmetselaars par tij. Een van haar candidaten heeft de nederlaag bij de stembus geleden, een tweede komt in herstemming, maar is aanzienlijk in de min derheid, en een derde candidaat dier partij, een socialist, heeft het moeten afleggen tegen een candidaat der onvervalscht revolutionairen. De redacteur van de „Msb." te Rome schrijft over den uitslag der verkiezingen in Italië het volgende in een correspondentie aan dat blad. Do „Osservatore" geeft eenige bijzonderhe den over de twee meest anti-clericale gelukki gen, die voor enkele dagen door den koning tot senator werden benoemd. De een-is R-obert Ar- diso, eens kanunnik van de kathedraal van Mantua, later apostaat en leider van de positi vistische- Italiaansche wijsbegeerte. De man, die nu 85 jaar is, schijnt intusscben zijn roem over leefd te hebben, althans zijn school, die eens grooten invloed op de Italianen uitoefende, brengt nu nog slechts wijsheid voort voor „vul gaire hersenen," zooals nu in een geschrift ge zegd werd. Staatsraad maVkies Cassis is een andere antï- clericaal. Deze markies is destijds prefect van Venetië geweest en heeft in die kwaliteit kans gezien den toenmaligen patriarch en den iegen- woordigen Raus verscheidene malen op hoogst onhoffelijke wijze den voet dwars te zietten. Deze en dergelijke liedien worden nu het meest geschikt geacht om in het Pauselijk Rome de hoogste plaatsen te hleeden. Kindersterfte en socialisme. De „Hamburger Echo" weet veel te ver tellen omtrent de kindersterfte te Röthen- bach hij Lauf Daar zijn duizenden arbeiders werkzaam' in een kolenfabriek en' deze mannen zijin' meest katholieken zwart, gelijk de Echo zegt. Onder hen werken' alweer volgens dat zelfde blad verschillende kapelaans, en ook' de Centrum-kuituur is daarheen over geplant. .Welnu, dat alles heeft tengevolge, dat.,... er een zeer sterke kindersterfte heerschtj Wat is nu waarheid? Vooreerst natuurlijk, dat er geen enkel katholiek leerpunt of Roomsche zede be staat, die tot bevordering der kindersterfte kan strekken. Bovendien is er maar één kapelaan in dat dorp en die kan toch moeilijk al dat on heil aanrichten. Maar ten slofte... ?jjn die menschen daar niet katholiek bij de-laatste verkiezing wer den er uitgebracht 126 liberale stemmen, 132 voor den Centrumcandidaat en676 socia listische Als er dus iets te beschuldigen valt, dan weet men het adres,'merkt het C-tr. droog weg op.. De kosten van flen eersten Balkanoorlog. Tot nog toe berustten de gegevens over de kosten van den eersten Balkanoorlog op schattingen; thans hebben de staten van het vroegere Balkanverbond aan de financieele conferentie te Parijs hun onkosten als volgt opgegeven. Griekenland betaalde tusschen 30 Septem ber 1912 tot 31 Maart 1913 340 millioen francs, te weten: 160.8 millioen voor de ver zorging van het leger; voor uitrusting en be kleeding 29 millioen, voor artillerie en mu nitie 11.8 millioen, voor de infanterie 6.8 millioen, voor den gezondheidsdienst te vel de 6.3 millioen, voor transport van troepen 36 millioen, voor de requisitie van trekdie ren, wagens en schepen 30.4 millioen, voor paarden 3.9 millioen. De kosten voor pensioenen aan de families der gesneuvelden, voor invaliden-pensioenen en voor, het onderhoud der krijgsgevange nen zijn niet meegerekend. Servië heeft opgegeven 226.3 millioen fr., te weten 26.5 voor de verzorging van het leger, 26.5 voor tractementen en soldij, 46.4 voor uitrusting. Het oorlogsmaterieel en de munitie vroegen 118 millioen, transporten 32 millioen, paarden en wagens 88 millioen, gezondheidsdienst 9 millioen. Bulgarije gaf voor den eersten Balkan oorlog uit in het geheel 767 millioen francs, te weten: voor de verzorging van het leger 324, tractement en soldij 90 millioen, uit rusting en kieeding 77 millioen, oorlogsma terieel en munitie 1&5 millioen, gezondheids dienst 33.7 millioen. Montenegro heeft voor oorlogskosten op gegeven 100 millioen francs. Tezamen hebben de Balkanstaten in den eersten oorlog dus uitgegeven 1.8 milliard francs. De onkosten van Turkije schat men op 900 millioen francs. Zoo komt men tot de slotsom dat de eerste Balkanoorlog in het geheel 3 miljard francs heeft gekost- DE PUNTJE» OP DE I'S. Onder dit opschrift driestart de Standard. Ook onder de Sociaal-Democraten begrijpt men dan toch, dat Rechts de Onder wijskwestie niet in een hoek laat duwen, en in „Het Volk" begint men er zelfs ooren naar te krijgen, om de kosten van het La ger Onderwijs, althans gelijk voor openbaar en bijzonder onderwijs om te slaan. Er zit dan toch vordering in. Maar natuurlijk is zoo'n algemeene betui ging van op dit punt wel over te willen komen, nog iets anders dan' een phrase. En zal 't iets geven, dan moeten eerst de spij kers met koppen er bij gehaald, en mag de hamer niet worden vergeten, om ze er terdege in te slaan. Om maar alvast enkele punten te noe men, moet het van regeringswege gelijk worden, onderwijl het voor de Gemeente- raadskas „openhaar alles en hijzonder niets" blijft. Het moet gelijkheid van Over heidswege zijn, en de Overheid sluit ook de Gemeenteraden in. Dan moet 't niet enkel gelijk-op voor de salarissen van de onderwijzers gaan, maar de identiekheid moet op alle punten door gezet, ook1 voor schoolbouw en kweekscho len. Op het stuk van de diploma's moet niet langer gevergd, dat onze toekomstige on derwijzers tijd, krachten en geld ten beste zullen geven aan het ontvangen van een opleiding, die hij het op onze scholen te geven onderwijs niet past. Gelijkheid in graad van degelijkheid, maar niet een stampen van de hersenen onzer aanstaande onderwijzers in het open baar mortier. En, om nu voorshands niet meer te noe men, moet er niet een lijstje van voor waarden bijkomen, dat op onze scholen pas sen zou als een tang op een varken. Aan soliditeit mag vooral niets te kort komen, maar geen beding mag de paedagogische methode die alleen bij onze scholen past, vervalschen. Maar zelfs dan zijn we e>r nog niet. Veeleer komt dan nog pas 't hoofdpunt van zekerheid, dat gelegen moet zijn in de vastlegging van een en ander in de Grond wet. Anders begrijpt ieder, wat ons allicht te wachten stond. Nu voor het oogenhlik ons lijmen. Zoo Art. 80 omzetten. Afwachten, wat kansen er dan uitkomen. En valt dit mee, zoodat men ons verder missen kan, dan een voor stel uit heel anderen hoek, om alles wat men toegaf weer in te palmen, en te doen, wat nu de Bond van Nederl. Onderwijzers wil. Hier past securiteit. En die securiteit is niet te verkrijgen, of do nieuwe regeling, waarop pais en vree zal gesloten worden, moet in de Grondwet ingemetseld, en zóó ingemetseld, dat ze er tegen onzen^zin met geen koevoet van staal meer uit los te breken is. DUYS EN GERHARD. De heer F. van der Goes heeft in het Volk wethouder Duys verdedigd tegen den aanval van den heer J. W. Gerhard op Duys' eenzijdig heid en onpartijdigheid. De heer Gerhard repliceert thans. Hij zegt, dat de heer Duys het goede begin sel: advies inwinnen van de deskundigen, d.z. de onderwijzers, verkeerd heeft toegepast. Duys wenscht geen advies van alle onderwij zers, doch slechts van de kleinste helft (de Bond telt in Zaandam 53, het Genootschap 59 leden.) Is dat verstandig? is dat moreel? M. i. be slist niet, maar in hooge mate dom en partij dig. Men antwoorde nu niet: B. en W. zijn vol komen vrij om zich te laten voorlichten door wie zij willen. Volkomen waar: nergens schrijft (helaas!) 'n wet hen voor, deskun dige adviezen in te winnen. Elk gemeente bestuur mag de grootste domheden begaan. Maar daarover gaat het nu niet meer. B. en W. van Zaandam willen geen domheden begaan, en daarom willen zij eerst deskundig advies inwinnen. Omdat er geen ambtelijke onderwij- zersvereeniging bes ta at, moesten zij zich nu wel wenden tot de vrije organisatie der onder wijzers. Lag het nu niet voor de hand, dat B. en W. van Zaandam, die zich toch zeker niet met de verdeeldheid en de twisten in onderwijzerskrin gen hebben te bemoeien, aan beide organisaties de uitnoodïging gericht hadden, hun in 't ver volg over onderwijsvraagstukken advies te willen geven? Mij dunkt, diat alleen war© verstandig en onpartijdig geweest. (Zulk 'n onpartijdigheid woTdt door F. v. d. Goes 'n groote dwaasheid genoemd. Ik begrijp werkelijk niet, waarom 'n socialistisch gemeen tebestuur deze onpartijdigheid niet zou behoe ven in acht te nemen, 'n Soc. gemeentebestuur moet-de geheele gemeente kunnen vertegen woordigen, en aller belangen behartigen. Praat maar toe, mijnheer Gerhard, zegt het CLXXX. DE BEDIENAAR DES DOOPSELS, De gewone bedienaar van den plechtiger? doop was in de christelijke oudheid zoolang het Christendom meestal slechts in de steden aanhangers telde de Bisschop, die als de eigenlijke herder en zielzorger zijner kerk gold. Reeds vroegtijdig evenwel, vooral in grootere kerken, waar liet aantal doopelingeni I dikwijls zeer aanzienlijk was, wisten do Bis- schoppen zich dezen zwaren last te verlichten door hunne priesters en diakens hiermede to *;l belasten. Gewoonlijk geschiedde dit op do volgende wiize: de Bisschop koos er uit do doopelingen twee of drie uit, welke hij eigen handig doopte, terwijl hij den doop der ove-, rigen overliet aan de priesters en diakens; in dien tussckentijd trok hij zich terug, ten ein de zich gereed te maken voor de toediening van het Sacrament des Vormsels, dat oud-' tijds onmiddellijk op het Doopsel volgde. Toen echter hot Christendom zich ook op het platteland sterk uitbreidde en overal pa rochiën verrezen, werd het den Bisschop ge woonweg onmogelijk overal persoonlijk het Doopsel te bedienen. Van dien tijd af dag- teekent dan ook het zelfstandig recht der priesters op plechtige wijze te doopem Een herinnering aan het feit, dat oorspronkelijk de Bisschop-zelf persoonlijk allen doopte, is nog te vinden in het voorschrift van het Eo- meinsche Ritueel, waarhij bepaald wordt, fat een priester wat het Doopsel van een vol wassene betreft niet uit eigen beweging daartoe mag overgaan, doch daan-oor mach tiging van den Bisschop dient te hebben. Behalve den gewonen bedienaar des Doop sels kent de Kerk ook een buitengewo ne n, n.l. een Diaken, die slechts in geval van nood en met uitdrukkeliik verlof van den. gewonen bedienaar (bisschop of m-icster) op plechtige wijze mag do-open. „Hgzn." ge hebt heit grootste gelijk van de wereld, ge hebt meer verstand van onderwijs dan Duys en Van der Goes samen, maar in d< leer van het socialisme zijn ze u te knap af. DE AMSTERDAMSCHE WINKELSLUITING. Een inzender in de „Tel." schrijft: Volgens mijn bescheiden meening, is bet gro» van de Amsterdamsehe winkeliers er vóór, om de nu bestaande sluiting te blijven handhaven en ©en klein gedeelte voor de vrijheid. Nu zou er, volgens mij, een gemakkelijke oplossing ts verkrijgen zijn en wel als volgt: De gemeenteraad kan verlenging van het sluitingsuur toestaan tegen een jaarlijksche be taling van 200 of andere som, liefst berekend naar den omzeit vtan heit bedrijf, tot een door den. gemeenteraad te bepalen uur, dan zou de ge meentekas een buitenkansje hebben en die win keliers, die later willen sluiten, hun zoo be geerde vrijheid, en zou het verdere geschrijf van vóór- of tegenstanders overbodig worden. Dan ook kan iedere handelaar in comsumptie- artikelen zijn hart ophalen, maar hij moeit er wat voor over hebben. Een brutale aanranding. Maandagavond tusschen tien uur en half elf stond juffrouw H. Strietbouldt geboren G. A. Den Hollander, wonende Rei n w a r d tsitr a at 85 Amsterdam, met haar schoonmoeder op haar man te wachten, toen zij ward aangesproken door een anderen man, die haar vroeg, een ptotje bier mede te gaan drinken. Juffrouw Strietbouldt was daar ganschelijk niet gesticht over en antwoordde hevig veront waardigd Zeg 's, waar zie je me wel voor aanl De man echter liet zich niet nit het veld slaan en bleef om juffrouw Strietbouldt been- dwalen, ook en dit is wel het toppunt van brutaliteit! toen haar echtgenoot zich bij haar voegde. Met hun drieën, man, vrouw en schoonmoe, der, wandelen zij de le Van Swinderstraat dooi de vreeseljjke man achter hen aan. Want hij was vreeselijk! Hij zag er neit uit.... als een aap, juist als de moordenaar van het jongetje Hendrik D« Klerk. Wat ook erg prikkelde, was, dat de man in 5 9 Een herinnering van 't Fransche Keizerrijk. 23) -- Ik ook, haastte ik mij zoo spoedig mo gelijk te zeggen, hoewel ik er voor mij zel- an heilig van overtuigd was, dat het voor "•*5 bestemd was. Ik verzweeg dit «venwel; larvoor zon ik het zeggen, mijn. oom was onmera dood en dus niet meer in staat zijn gewelddaden voort te Zetten. Savry nam een der gordijnen van de roe den eu dekte daarmede het lijk van den eige- aar van Grosbois toe. Toen verlieten we zoo «nel we konden, het kasteel. HOOFDSTUK XVI. HET EINDF» Terwijl. Gérard en ik naar mijn kamer te •Joniogne terugkeerden, om daar een glas *&eden ouden wijn te drinken op het welsla- w onzer onderneming, reed Savary regel- ,*©ht naar Pont de Briques om verslag uit brensren van het gebeurde. Den «eheelen avond verwachtte ik mijn nicht Sibylle te zullen zien binnenkomen om den uitslag van onzen tocht te hooren, maar niets van dat alles gebeurde. Den volgenden morgen vroeg ontwaakte ik nit een diepen, onrustigen slaap, doordat ik mij een hand op den schou der voelde leggen. De oogen openend zag ik den stalmeester des keizers voor mij staan, die me kwam melden, dat de keizer mij ver langde te spreken. Waar? - Te Pont de Briques, mijnheer de Laval. Zoo snel ik kon, stond ik op en kleedde mij aan. Tien minuten later zat ik in den zadel en na nog geen half uur bevond ik mij in het kasteel, waar ik terstond in de zaal ge leid werd, waar het keizerlijk paar gezeten was. Josephine rustte in een betooverend schoone houding, gehuld in e.en bleek rose zijden gewaad op een prachtige, met Ooeter- sche tapijten behangen sofa, terwijl de keizer weer als gewoonlijk met langzame schreden m het vertrek rondliep. Hij verkeerde in het beste humeur van de wereld en keek mij bij mijn binnentreden dan ook vriendelijk la chend aan. Ge hebt al een schitterend^ debut ge maakt in den korten tijd van uw aide-de-camp zijn, zeide hij. Savary vertelde me gisteren de geheele historie. Het is prachtig af geloo pen, dat moet ik u zeggen. Niet dat ik hang voor Toussac was, maar mijn vrouw zal, nu zij weet dat bij dood is, misschien weer wat rustiger kunnen -lanen- 'nietwaar Josephine? 1 O ja, ja, het was een verschrikkelijk 1 man, die Toussac, riep de keizerin uit, en dat 'was Georges Caudoual ook. Het waren alle bei gevaarlijke mannen, is het niet? Ja, maar ik lieb mijn eigen ster, Jose phine, en Napoleon legde liefkoozend de hand 'óp haar hoofd, ik zie mijn geheele leven af gebakend voor me liggen en ik weet'precies, wat ik moet doen. Niets en niemand kan me treffen, voordat mijn taak vervuld is. De Ara. bieren gelooven wel in een noodlot, en de Arabieren hebben liet bij het rechte eind. Welnu, als dat zoo is, als alles onderhevig is aan het noodlot, waartoe maakt ge dan nog jlanger plannen? Omdat bet juist mijn noodlot is, dat me dwingt die plannen te maken, klein dwaas- kopje. Gelooft ge ook niet, dat ik het aan het noodlot te danken heb, dat ik een hoofd ge- j kregen heb, dat geschikt is om die plannen te maken. Ik hen steeds bezig met ze op te j houwen achter een hoogen steiger en nie- j mand kan zien, wat ik tot stand gebracht neb voor ik er mee gereed gekomen ben. Ik zie altijd al een paar jaar minstens vooruit, en I zoo ben ik dan weer, evenals alle ochtenden, i bezig met liet vormen van plannen voor alle 1 gebeurtenissen, die in den herfst en winter van 1807 zullen plaats hebben. Maar a propos, die schoone nicht van u, mijnheer de Laval, heeft dal zaakje maar wat handig opgeknapt, 't Is zonde en jammer, dat ze dat alles gedaan I heeft ter wille van zoo'n ellendig, laf schep- sel als die Lucien Lesage is. Den geheelen tijd door lieeft hij nog niets anders gedaan dan aldoor maar om genade en' barmhartigheid smeeken. Betreurt ge het ook niet, haar met zoo'n lafaard te zien trouwen? Ja, Sire, antwoordde ik. Ja, in dat opzicht zijn alle vrouwen ge lijk, zijn ze allen idealisten; ze houden zich met droombeelden bezig in plaats van de naakte, koude werkelijkheid te zien. In dat opzicht gelijken ze, vind ik, op de Oosterlin gen, die vinden, dat niemand een goed soldaat kan zijn, wanneer hij niet forsch gebouwd en groot van gestalte is. Ik bijvoorbeeld kon het den Egyptenaren maar niet aan het verstand brengen, dat ik grooter generaal was dan Kle- ber, omdat hij nu eenmaal de gestalte heeft van een bierbrouwer met een kapperskop tusschen de schouders. Zoo gaat het ook met dien ongelukkigen Lesage. Alle vrouwen wor den doodelijk verliefd op hem, omdat hij een ovaal gelaat heeft, waarin een paar groote kalfsoogen zitten. Denkt ge, dat als ze hem ziet in zijn ware gedaante, ze hem den rug zal toedraaien? t^re' daar ken ik van overtuigd. Al ken ik mijn nicht ook nog maar zoo kort, toeh lieb ik in dien korten tijd opgemerkt, dat ze een vreeselijken afschuw heeft van lafheid en laagheid van karakter. Ge pleit warm voor haar, mijnheer. Zijt gij zelf soms een weinig onder den invloed gekomen van haar bekoorlijkheid? Sire, ik zeide u reeds eenige dagen, dat. Ta, ta. ta, nu ja, maar zij zit immers hee- '^■^wrzR.ty.^KO»ii'3ii9WBiwiiiii>»wi'ii».w. mi 1 n»'ji—agnjiwwfiiinijw—ta» lemaal aan den anderen kant van het kanaal en ik dachtzoovele dingen zijn er reeds dadelijk na uw komst hier in Frankrijk ge beurd Constant was de kamer binnengetreden. Sire, hetgeen gij bevolen hebt is gebeurd, Dank u, het is wel. Laat ons dan maai naar de kamer liier naast gaan, Joséphiua, gij moet natuurlijk met ons meegaan, wan! het- is meer uw werk dan het mijne. De zaal, waarin wij nu binnentraden was lang en smal. Door de gesloten gordijnen voor een paar vensters was zij slechts schemeraeh. tig verlicht. Aan het andere einde van het vertrek voor een gesloten met portières be- kleede deur stond Roustem, de Mameluk en naast hem de man, waarover wij het nog pas gehad hadden, het hoofd gebogen, de handen gevouwen. Toen wij binnentraden, hief hij de roodbeschreide, gezwollen oogen omhoog en staarde ons vol ontzetting aan. De Keizer na. derde hem tot op een paar schreden afstands en bleef hem toen, wijdbeens en met op den rug gevouwen banden voor hem staande, met alle teekenen van spot en minachting aan kijken: s Wel, mijn dappere held, nu ge eenmaal uw vingers zoo leelijk gebrand heb, denk ik niet, dat ge weer zoo dicht bij het vuur zult durven komen, is het wel, of zijt ge soms van plan uw studie in de politiek voort te zet- (Slot volgt).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1913 | | pagina 17