J, H. i. Cründemann
Mantel en
Stoffenmagazijn. g
Romeinsche Kroniek.
DE VONDELING.
rammr x iraiia^i
■mail v. una
Over aspiranten-vakafdeelin qgb
naast da Pairosaten.
„üoyons."
'1
j| Konihgsfraaf. 1
üu Bon l^iapcfïé.
Haar8e&n»B»Hissefl. Handschoenen \?oor alle gelegenheden?
Atelier voor kieeiliiig
tiaar maat*
FEUILLETON,
}0MiTdoor11 iu lau K
EEN terugblik:.
INIEUWE flAARLE/ASCHE COURANT
Om-
6557,
eoij
5re:
l)e ZeerEerw. Heer Beysens, president der
Bt. Josefsgezellen te Amsterdam schrijft over
dit onderwerp een zeer belangrijk artikel in
,,11 et Kolpingsbla d".
Hij meent te moeten schrijven omdat het in
den laasten tijd wel leek, alsof degenen, die de
ontworpen aspirant-afdeelingcn naast do Patro
naten niet wenschten, niet beter konden doen
dan te zwijgen: de zaak was in hnn nadeel be
slist.
Nu blijkt echter, zoo schrijft praescs Beijsens,
nit het verslag der Federatie van Jongelings
patronaten in het Bisdom Breda, dat op de ver
gadering van het Doorl. Nederl. Episcopaat de
wenschelijkheid is besproken om de patronaten
zoo veel mogelijk in verband te brengen met de
é»akvereeuigingen, en nu wordt, naar ik ver-
fleem van den kant der patronaatsbesturen oen
voorstel verwacht op welke wijzo dit het best
tal kunnen geschieden. Het gaat dus over de
vraag hoe lint best de overgang zal kunnen be
werkt worden van de patronaten (jóngens-ver-
zenigingen) naar dc mannen-vereenigingcn.
(Een vraag, die reeds jaren geleden op een pa-
tronnatsvergadering te Amsterdam werd behan
deld, en waarvoor nooit meer iets werd ge
hoord). Nu is het uiterst jammer, dat pastoor
Clarijs, die do quaestie nog heeft zien opkomen,
ons ia ontvallen. Hij was zoo uiterst bevoegd in
ieze een oordeel t.e vormen. Do mogelijkheid is
echter niet uitgesloten, dat de een of ander wel
eens precies wil weten hoe er in de St. Josefsgc-
zellenvereeniging, die toch zeer nauw bij de
zaak betrokken is, over gedacht wordt.
Welnu hier volgt een korte uiteenzetting
van de zaak waarover het gaat met oen verders
bespreking daarnevens.
Het streven is te geraken tot de oprichting
van aspiranten-afdeelingen waarin zoo moge
lijk alle jongens zullen worden ondergebracht,
ook zij, die geen lid van eenig patronaat zijn
Onze patronaatsjongens dus, kinderen van 13
17 jaar, moeten v-aksgewijze worden ingedeeld
bij de verschillende vakafdeelingen, om hen van
jongsaf bij de katholieke vakbeweging in te lei
den cd in te lijven, en hen zoodoende te bewaren
tegen latere aansluiting bij neutrale en socia
listische vereenigingen. Als bestuur van die
voor ieder vak verschillende aspiranten-afdee
lingen zullen optreden commissies van volwas
sen vakgenooten, in den geest van de thans be
staande patronaatscommissies, en deze zullen
dan grootendeels het werk gaan overnemen,
waarvan de patronaatscommissies tot nu toe
meenden dat het op hun weg lag daaryoor zorg
tc dragen. De godsdionstige en zedelijke (en
maatschappelijke?) belangen blijven alleen aan
hun zorgen echter toevertrouwd.
De besturen der aspirant^afdeelingen echter
nemen op zich hun stoffelijke belangen te be
hartigen. Zij zullen den jongen werkman kennis
bijbrengen van maatschappelijke toestanden,
inleiden in de vakorganisatie en vakaotie, vak
kennis aankweeken en daartoe herhalings-, tee-
ken- en vakonderwijs organiseeren. Alleen over
en weer zullen de besturen der aspiranten-afdee
lingen en de patronaatscommissien in eikaars
vergaderingen zitting en stemrecht hebben. En
boven beiden uit zullen verder nog Centrale
commissies in het leven geroepen worden, waar
in denkelijk, wat eerst gescheiden werd weder
moet worden samengebracht.
Ziedaar de plannen.
Nu zal toch wel ieder patronaatsdiroeteur liet
als zijn plicht beschouwen zijn jongens te vor
men tot degelijke katholieke mannen, tot bruik
bare leden van Kerk en Maatschappij. In de
statuten van alle patroonaatscommissies staat
dit zeker als doel uitgedrukt al is het dan niet
met dezelfde woorden. Ieder patronaat zal dus
in ernst er naar moeten streven zijn jongens op
te kweeken tot echte katholieke mannen, onder
legd in de kennis van hun godsdienst en boven
dien van onbesproken levenswandel. Het zal
zijn jongens trachten op te leiden tot bruikbare,
weerbare loden der samenleving want vrome
luiaards zijn een last en een schande voor God
en Zijn Heilige Kerk. Daarom is het plicht der
patronaten de stoffelijke opleiding te verzorgen
van de jongens, te zoeken naar de noodige mid
delen om hen te helpen aan herhalings-, teeken
en vakonderwijs, zoodat zij op later leeftijd
werkelijk in hun vak bekwaam zijn. Tot die stof
felijke opleiding behoort echter ook de zorg om
den jongen man aan te kweeken tot een bruik
baar lid der vakorganisatie. Daaronder is dan
te verstaan niet een man, die enkel een hoog
woord kan voeren en vertrouwd is met de noo
dige krachttermen, maar een die geleerd heeft
zijn verstand te gebruiken en rekening te hou
den met zijn geweten, Zulke mannen vormen, en
daardoor do vakorganisatie te versterken is onze
plicht. Wij moeten onze vakafdeelingen zoo
sterk mogelijk uitrusten in hun strijd tegen
socialistische en anarchistische woelingen. Maar
die toevoer van kracht wordt niet alleen ver
kregen door een groot aantal, veel meer door
het gehalte van de aangebrachte leden
De ontwerpers der aspiranten-afdeelingen
blijken echter niet tevreden met dien opzet; zij
willen scheiding brengen: de geestelijke belan
gen zullen verzorgd worden door de patro
naatscommissie, de tijdelijke bij de aspiranten-
afdeelingen. Wij gaan dus krijgen instellingen
van opvoeding, die zich uitsluitend met stoffe
lijke belangen zullen bezighouden, waarin alles,
wat voor de jongens gedaan wordt beheorscht
wordt door de loonvraag.
Het komt natuurlijk niet bij ons op te betwis
ten, dat dergelijke vakorganisaties noodig zijn
voor mannen. Wij zullen gaarne met bon mede
werken als maar de noodige invloed gewaar
borgd is van het godsdienstig element. Maar wij
zijn allen zonder uitzondering materialistisch
genoeg aangelegd om een opleiding in bet vra
gen om hooger loon te kunnen missen.
De omstandigheid, dat aan die aspiranten-
afdeelingen een priester wordt toegevoegd als
godsdienstleeraar, heeft al heel weinig te betee-
ken'en. Voor jongens, die lid van een patronaat
zijn treedt hij niet op, en de overigen zjjn juist
geen lid daarvan omdat die band met bun gees
telijkheid hun reeds op dien leeftijd te veel
knelt. ,Zou juist dat toevoegen van godsdienst
onderwijs en het streng doorzetten van de ver
plichting daaraan deel te nemen (en dat zal
toch moeten) niet het allerernstigste beletsel
worden voor de levensvatbaarheid dier ontwor
pen aspiranten-afdeelingen.
Stel daar nu niet tegenover dat de omstan
digheden deze wijze van werken noodzakelijk
maken.
Een der voornaamste bezighelen van de toe
komstige aspiranten-afdeelingen zal hierin be
staan, dat de jeugdige werklieden worden inge
leid en ingelijfd in de vakorganisatie en vak
actie. Tegen dat inlijven, d. w. z. het inschrijven
van hun namen op den ledenlijsten der vakaf
deelingen bestaat natuurlijk geen bezwaar, maar
wel, en heel ernstig, tegen het inleiden in de
vakactie. Daardoor loopen wij groot gevaar
zelf socialisten te gaan kweek en. Een jongen
van 13 ft 17 jaar is absoluut ongeschikt om in
dergelijke sociale vraagstukken te worden inge
leid. Zelfs boven de 17 zullen de pogingen daar
toe slechts met een uiterst mager succes worden
bekroond. Maar als aan kinderen onder de 17
jaar (meer dan kinderen zijn het toch niet) so
ciale toestanden worden uiteengezet, zal er niets
van blijven hangen dan dat de patroon en het
kapitaal in de macht en de arbeider in de ver
drukking is. Is het dan niet beter, dat wij zelf
uiteenzetting en verklaring geven van sociale
toestanden, dan dat de jongens zulks op de
weikplaats te hooren krijgen van socialistische
en anarchistische makkers? "Volkomen waar.
Maar toch het aanbrengen van kennis omtrent
vakorganisatie en vakactie, wanneer daaronder
verstaan wordt het geregeld geven van aociolo
gische cursussen aan patroonaatsjongens, acht
ik absoluut verkeerd. Als het pas geeft, b.v. bij
gelegenheid van staking en beroering, dan be-
hooren onze jongens te worden gewapend door
voorlichting over den actueelen toestand, dan
kan naar gelang van bun behoefte en begrip
hun een prineipiëele uiteenzetting worden ge
geven, maar ik geloof niet, dat er éën patro
naatsdiroeteur zal gewonden worden, die zulk
onderwijs zou willen of durven ondernemen.
De ontworpen aspiranten-afdeelingen vragen
verder voor zich ook de verzorging van het her
haling»-, toeken- en vakonderwijs. Wat thans
door de patronaten gegeven wordt is niet vol
doende. Toegegeven. Maar het middel ter ver
betering hier aangegeven in het oprichten van
aspiranten-afdeelingen is toch wel wat zonder
ling. Lijkt het niet wat erg sterk op de handel
wijze van den overkant: veel beloven, ook al is
men niet in staat die beloften in te lossen? Of
zijn de vakafdeelingen finaneiëel zoo sterk, be
schikken zij over zulke goede krachten, om de
zaak van het herhalings-, teeken- en vakonder
wijs, dio zoo kostbaar is en zooveel zorg vraagt
met hoop op succes kunnen ter hand nemen?
Zeker, er zijn groote tekorten in het onder
wijs der patronaten, maar die worden niet aan
gevuld door opmerkingen alleen, door er op te
blijven wijzen, terwijl verder ieder op eigen
standpunt blijft staan, met de uiterste zorg zijn
eigen terrein tegen eiken buitenstaander, die
er naar wijst, verdedigt,, om zich op dat eigen
beperkte terrein te bljjven bewegen. Wèl, als
wij in onderling overleg ieder van het onze aan
elkaar mededeelen en elkanders tekorten daar
door trachten aan te vullen. Waarom b.v. moet
ieder patronaat een toeken school en een her
halingsschool hebben? Als nu van twee aangren
zende patronaten d<e één zijn zorg eens wijdde
aan het teokenen en de ander aan het herha
lings- of handelsonderwijs, dan waren immers
de jongens van boide parochie® veel beter ge
holpen.
Middel ter verbetering moeten wij toch in
geen geval gaan zoeken in het stichten van
nieuwe vereenigingen, die nog minder kracht
kunnen ontwikkelen.
Wordt nu dit alles nl®t gedaan door een be
roep op het betrekkelijk klein aantal jongens,
dat in onze patronaten opgroeit? Moet voor die
anderen dan niets worden gedaan? Mag ik dan
eerst eens vragen: Wat is de oorzaak, dat zij
buiten het patronaat staan? Velen hunner zijn
lid geweest en hebben hun lidmaatschap opge
zegd. Waarom?.... De overigen worden door
den Directeur niet als lid verlangd, of zelfs ge
weigerd.
Nu zal een leder het hooglijk prijzen als po
gingen in het werk gesteld worden om voor
dergelijke buitenstaanders iets te doen. Doe dat
dan door het oprichten. van een jongensver-
eeniging of bond voor dergelijke individuen
geschikt. De omstandigheden moeten uitmaken
hoe de inrichting moet zijn. Maar als dat ge
beuren moet door de ontworpen aspiranten-
vakafdeelingen, brengt gij eigenlijk die onge-
wenschte leden achter den patronaatsdirecteur
om weer in de patronaten terug. Bovendien
vind ik er ook wel iets tegen om voor dergelijke
jongens de stoffelijke voordeden even gemak
kelijk bereikbaar te maken als voor hen, die het
patronaat trouw blijven.
Dat er getracht wordt de belangen ook van
die jongens te verzorgen, ook al zou het succes
nog zoo mager zijn, wie zou er zich tegen willen
verzetten. Richt er dan een afzonderlijke ver-
eeniging voor in. Maar is het wel verstandig
zich blind te staren op het aantal en daarom
onze patronaten te verzwakken? Wij Katholie
ken zullen altijd in de minderheid zijn en des te
meer naarmate ons Christenvolk beter is. Als
wij niet nauwkeurig toezien op het gehalte
onzer mannen, worden wij meegesleurd door het
groote aantal den verkeerden weg op.
Is het wel verstandig zich blind te staren op
hetgeen van socialistische zijde gebeurt? Al zijn
de jeugd-organisaties daar nog zoo prettig in
gericht, al geven zij daar nog zooveel stoffelijke
voordeelen, dat is de voorsprong die het kwaad
altijd op liet goede zal behouden. Zeker, van
den vijand valt te leeren, maar er blijft voor ons
altijd een grens, die niet overschreden kan wor
den, omdat wij rekening hebben te houden met
hooger belangen.
In plaats van die ontworpen aspiranten-afdee
lingen te stichten, zou ik verbetering willen
brengen in de bestaande patronaten en maatre
gelen willen treffen om te zorgen, dat do vrucht
van hun werk niet verloren gaat, als de jongens
op 10 ft 17-jarigen leeftijd liet patronaat ver
laten.
De opleiding in bet patronaat moet zóó zijn,
dat naargelang van omstandigheden de direc
teur zijn jongens op de hoogte brengt van de
vakorganisatie en vakaetie. Dat moet gebeuren
als de noodzakelijkheid daartoe zich laat gevoe
len. Gelegenheden om terloops te wijzen op mis
vattingen en uitwassen van socialisme en anar
chisme doen zich vaak genoeg voor. Die voor
lichting zou ik bepaald aan den Directeur zelf
willen toevertrouwd zien.
Er moot gestreefd worden naar verbetering
van het onderwijs dat zoo hoog mogelijk moet
worden opgevoerd. Dat kan door de handen
ineen te slaan, door met elkaar te overleggen
als een of ander op ouderwijs-gebied moet wor
den georganiseerd, en dan elkanders leerlingen
faciliteiten te geven. Bij bet inrichten van tee
ken- en vakonderwijs worden natuurlijk deskun
digen geraadpleegd, d. w. z. menscken die voor
aan staan in vakkennis.
Er kan gezocht worden naar middelen om de
jongens tegen ziekte en werkeloosheid te ver
zekeren. Op dit punt is het echter raadzaam
de grootste voorzichtigheid in acht te nemen
bij het doen van beloften. Het klinkt natuurlijk
verrukkelijk zulke verzekeringen in het voor
uitzicht te stellen, maar door de ervaring van
de verzekeringsfondsen der Amsterdamscho St.
Jozefsgezellen geleerd, ben ik nog niet over
tuigd van de practische uitvoerbaarheid. Die
bezwaren gelden echter niet boven den 17- ft
18-jarigen leeftijd.
Maar als nu verder de jongens op 16- a 17-ja
rigen leeftijd uit de patronaten ontslagen wor
den, mogen zij niet worden losgelaten. Daar
zijn patronaatscommissies, die dat doen, zij
rekenen hun taak volbracht en zijn zoodoende
zelf oorzaak dat bijna al de vrucht van hun werk
geheel verloren gaat.
De jongens gaan over in de mannen-vereeni-
ging, doch zij voelen zich daar niet thuis, en
belmoren er ook niet thuis. Gevolg is dat zij
heel spoedig alleen en buiten de vereeniging
staan. Neen, die jongens die van de patronaten
komen, moeten bij elkander gehouden worden
in Gezellen vereenigingen, die voor hen speciaal
worden ingericht. Dan blijven zij bij elkaar,
anders gaan zij weer verloren in den grooten
hoop.
Het meerdere werk, dat daaraan verbonden
is zal erg meevallen. De kosten evenzoo. Gele
genheid om lien te laten vergaderen vindt men
in de week 's avonds altijd. De recreatiezaal
veor do patronaats-jongens is dan vrij door het
avond-onderwijs; en voor den Zondag is het al
licht zóó te vinden Jat in den middag de pa
tronaatsjongens, en in den avond de gezellen
vergaderen. Ten slotte, het is toch niet
noodig, dat iedere parochie een gezellen-vereeni
ging heeft: meerdere parochies kunnen hier
samenwerken.
De inrichting van zoo'n gezellen-vereeniging
is natuurlijk weeT geheel anders dan een patro
naat, de tucht is slapper, de leden zelf werken
mede bij de keuze van een bestuur. De gelegen
heid om aansluiting te vinden bij de vakafdee
lingen is hier veel gemakkelijker. Voorlichting
in sociologie kan hier gemakkelijker en uitvoe
riger gegeven worden, in één woord langs dezen
weg kan de opvoeding worden voltooid die in
patronaat en gezellenvereeniging nagestreefd
en door ons allen vurig verlangd: de schoolvrije
jeugd opvoeden tot degelijke katholieke vaklie
den, bruikbare leden van Kerk en Maatschappij.
Voortgaande langs dien weg geloof ik, dat wij
met meer vertrouwen de toekomst mogen in
gaan, omdat door zulk een wijze van werken
de innerlijke kracht onze Katholieke Vakver-
eeuigingen beter zal worden bewaard en ver
sterkt, dan door het angstvallig binnenhalen
van allerlei elementen, die reeds in hun jeugd
de kostbare gave van hun katholiek geloof zoo
weinig waardeeren.
II. (Slot.)
Lange, lange jaren geleden, tijdens een ver
blijf bij vrienden in eene Hollandsche provincie
stad, deed ik in jeugdigen overmoed mijn vriend,
hoofdredacteur van het voornaamste plaatselijk
blad, na zijn beklag dat niets interessants voö»
viel, dus niets te vermelden was, het voorstd
mij tot medewerker te benoemen. Aan pikant
nieuws zou het niet ontbreken. Mijn brein wa|
vruchtbaar genoeg. Met deze nieuwtjes, de rectii
ficatie, de tegenspraak etc. etc. zouden de leze 14
in spanning gehouden worden en dc tijd der ver.
veling was voorbij. De verontwaardiging waar.
mede dit voorstel werd begroet, schijnt aan eei
deel der journalisten heden ten dage totaa'
vreemd. Men vaart daarentegen in mijn schuit]}
van toenmaals. Zie maar eens hier. De N. Haar.
lemsche Ct. neemt 'n bericht over uit zoo'n vin'
dingrijke courant, van 'n brand in het huis tegen)
over het Vaticaan door de zusters van den Paul
bewoond. De Paus, die gewekt was, sloeg me'
groote belangstelling het blusschen gade.
Zooveel woorden, zooveel onwaarheden, lo. It
er geen brand geweest, noch in de buurt van hel
Vaticaan, noch zelfs in dit stadsgedeelte. 2o. Tef
genover het Vaticaan staan geen huizen, behalva
aan het uiterste einde, waar zich ver van hef
eigenlijke paleis, de gendarmeriekazeme be
vindt. (De Giordano Bruno heeft de fijne smaal
gehad juist daartegenover hun vereenigingslo-
kaal te kiezen. 3o. De vertrekken van den Paui
zien op het Pietersplein uit. 4o. De zusters van
den Paus bewonen een huis op de Plaats Rusti'
cacci, no. 10. Dit huis staat aan dezelfde zijd}
als het Vaticaan, rechts voor wie uit de stad naat
Sint Pietar zich begeeft, dus niet er tegenover.
I11 de courant van Zaterdag-Zondag is eei
bericht overgenomen dat bij de audiëntie de;
Ó000 pelgrims, die 1.1. Woensdag plaats had, da
Paus 0. a. vergezeld was door Kardinaal dij
Pietro. lo. Is nooit een kardinaal of het moe}
een buitenlandsche zijn, die de pelgrims verge,
zelt bij deze audiënties tegenwoordig. Da
Paus is vergezeld van de personen zijner hofhou]
ding. 2o. Is Kardinaal de Pietro zoo oud en zie;
kclijk dat Z. E. nooit op het Vaticaan komt, aa/
geen enkele plechtigheid zelfs deel net.vit.
Verscheiden couranten deelen berichten mea
omtrent een aanstaand consistorie, noemen zelf}
de namen der a.s. kardinaals. Op het Vaticaan is
nog geen sprake van een consistorie en het is zee;
twijfelachtig dat dit voorioopig gehouden wordt]
Dezer dagen zeide mij Mgr. Ranuzzi, de ma es; ra
di camera, dat op bevel van den staaissecretai t
en der doktoren, hoewel de Paus zich goed bel
vindt, docii 0111 Z. H. te sparen, geen ander,
privaat-audiënties verleend worden dan aan vie
categorieën van personen: kardinaals, bisschop
pen, ministers bij den H. Stoel en generaal)
oversten van kloosterorden. De vermoeienis ar
een consistorie verbonden, wordt dus zeker voor
ioopig vermeden. d
Óp 5 Nov. a.s. zal de Paus tegenwoordig zijn
bij de Requiem Mis voor Leo XIII in de Si'x.'
tijnsche Kapel. Vroeger had deze op den sterfj
dag, 20 Juli, plaats en de Kronings-Mis op 9
Aug. Dit jaar is hier verandering in gebracht
wegens de hitte in de kapel in de zomermaanden'
Aan maagkanker is een prelaat overleden, noa
in de kracht van het levens, wiens naam eenigd
jaren geleden op ieders lippen was, nl. Mgri
Montagnini, die bij het afbreken der betrekkingen
tusschen Frankrijk en de H. Stoel in Parijs
gebleven, na het vertrek van den Nuntius Mgr,
Lorenzelli thans Kardinaal zoo smadelijk
door het Jacobijnsch gouvernement van Combes
behandeld werd, die ten spot met alle diploma]
iieke usances, den prelaat naar de grenzen deeq
brengen en huiszoeking bij hem deed 0111 zijna
papieren te doorsnuffelen. Hier werd toen ver]
teld, dat met de flair die men hier heeft, dij
voorzien was en juist die papieren aanwezig
waren, die men wel wilde dat onder de oogeif
van Emile Corabes kwamen.
De graaf Carpegna, a!g. president van deq
i j Kath. Gymnastenbond, deelt eenige spro
kende bijzonderheden mede omtrent de houding
der autoriteiten gedurende het congres van dien
bond. Na velerlei beslommeringen was hij er iij
geslaagd een contract te sluiten met den pachtei
van het stadion voor den wedstrijd der gym]
nasten, genoodzaakt dit te nemen, wijl er geen]
enkele andere groote ruimte in Rome bestaat]
Het Blok, woedend dat dit stadion, samengel
flanst in 1911 voor hunne atheïstische en anti?
clericale demonstraties, nu oefeningen zou zieq
van katholieken, naar Rome gekomen om deq
Paus te huldigen, verzonnen van alles om d«
wedstrijden der Kath. Gymnasten onmogelijk to
maken, 0. a. werd beweerd dat wegens den slech.
ten toestand van den onderbouw de zitplaatsen
niet veilig waren. Toen na een nauwkeurig on
derzoek deze ballon barstte, werd kalmweg den
pachter gelast, niettegenstaande het contract he
stadion op de bestemde dagen gesloten te hou'
den. Als nu graaf Carpegna met andere be<
stuursleden een half uur vóór de komst dei
gymnasten ter plaatse kwamen, vonden zij alles
gesloten en eene bezetting van 50 karabiniers
oin^ het openen te beletten. Carpegna deed aap
2)
0
lijr1 tegenwoordigheid van Be'est'terug keerde
Hu naderde het kerkhof van de parochie
kerk, dat hü voor zijn proefneming had uit!
fekozeu, terwijl de monniken in het klooster
et nachtkoor zouden zingen.
Terwijl hfj over het kerkplein naar den gang
var. de kerk sloop, kon hij zich niet weer
houden, van tijd tot tijd eens rond te zien.
tfet^ scheeit hem zoo vreemd toe, alleen met
do dooden te zjjn, terwijl al wat leeft, slaapt.
Hij was blijde, dat hij binnen was. De scha
duwen vmi de taxis boomen teekenden zich
too spookachtig af op de grafzerken, en de
kiiie xnaan scheen met zulk een zeldzaam
geesten licht op de laatste rustplaatsen.
Hij trachtte de kerkdeur te openen, maar
wond haar als gewoonlijk op dit uur gesloten.
-'van beide zijden van de deur stond eene
£®ugc bank; daar nam hij .plaats en wachtte.
"euk> viol hij in slaap en droom-
tesehi etdl^er vertelde er de volgende
0üa d« klok het middernacht,uur had aan
gegeven, bleef de laatste klank voortduren,
alsof het orgel den toon had overgenomen.
De miiziek klonk luider en luider, totdat ein-
ejijk bet Introïtus van een Mis voor de over
ledenen duidelijk kon worden waargenomen:
„Requiem aeternam dona eis Domine, et lux
perpetua luceat eis"; Heer, geef hun de eeu
wige rnst, dal het eeuwig licht, hen verlichtte,
j Als Cuthbert nu in verukking opstond,
j vloog de deur open, en de zielen, dat wil zeg
gen, de gelijkenissen van hen die dit jaar zou-
den sterven, kwamen naar buiten, om hun
1 graf te zoeken. En onder hen bevonden zich
j velen, die hem goed bekend waren, maar het
.allerlaatste bemerkte hij ook den geest van
jzijn weldoener, Richard Whiting, den abt van
v 'lastonbury.
ZVU bals droeg hij schijnbaar een koord,1
P..;...,nrÊrevo!gd d°or don Prior en don sub-
hadden. ®Veneens eon koord om den hals
I oen zakte do jongen van aandoening in-
1 een en wist niet waar hij was, tot op het
oogenMik, dat hij wederom ontwaakte of uit
zijn flauwte herleefde. Hij keerde naar huis,
ontkleedde zich, eu ging sidderend in bod.
I Als hij later dat verhaal opdischte, wilden j
maar weinigen gelooven, dat hij ooit zijn bod
verlaten had, 011 meenden zij dat hij de vrucht
I van een droom vertelde- I
Maar als het een droom was, dan is hij niet
zonder ingeving ontstaan.
Het volgende zal allen twijfel wegnomen.
II.
Ruim drie eeuwen zijn vervlogen sinds de
kloosters werden gesloten, die eenmaal als
bouwkundige schoonheden in elk deel van
het middeleeuwsche Engeland werden aange
troffen en die des reizigers oog verblijdden,
met het vooruitzicht op een gastvrij onthaal,
en den arme hulp eu bijstand verzekerden.
IJdele hoop! De tyrannieke Tudor maakte
zich de gewilligheid der inwoners ten nutte,
slechtte ze tot den grond, en beroofde het
land van de vele roemwaardige tempels, die
eenmaal een sieraad des lands waren. Zij
zouden altijd den reiziger en den vreemde
ling con welkom hebben toegeroepeu, de zie
ken hebben getroost en verpleegd, de jeugd
hebben onderwezen, werk gevonden voor den
armen werkman, zij zouden goede meesters
geweest zijn voor hunne onderdanen; zij zou
den bruggen hebben geslagen, wegen aange
legd, en de middelpunten zijn geweest van be
schaving in vele streken des lands.
Al die weldaden zijn nu voor do arme be
volking vernietigd, die zoo dikwijls uit. de
'kloosters werden bewezen, die nu moeten
worden vervangen door werkhuizen, zieken
huizen enz. Do verdrukking was een gruwel
voor het volk.
Eene hervorming was noodig. andere zou
den zii nooit zoo dien ziiu gezonken, maar dat
jde schatten, door hunne stichters in vertrou
wen op God en voor Zijne arme schepselen
geschonken, in de handen moesten vallen van
de huichelende hovelingen van Hendrik VIII,
dat was een te wreed onrecht.
De legende van Glastonbury is reeds meer
malen verhaald, ovenals de stichting, die men
j meent te danken te hebben aan Jozef van
lArimathea, zooals men in die lichtgeloovige
eeuw aannam, alsook van den heiligen boom,
die ontsproot uit den staf, welke hij daar
in den grond zette. Daar werd koning Arthur
begraven eu werd zijn lijk na verloop van
eeuwen teruggevonden, daar werd gedurende
veertig geslachten het licht des geloofs om
boog gehouden als een stad op een heuvel,
zij het dan ook, wat wij tot ons leedwezen
erkennen moeten, door bij- en ongeloof be
zoedeld.
Behalve andere goede werken, die zij ver
richtten, onderwezen zij de jeugd, want in
Glastonbury was een school voor twee of drie-
1 honderd kinderen, die door de geleerde Be
nedictijnen van het klooster werden onder
wezen.
Er heerschte een strenge tucht, en het le-
ven zou door onze tegenwoordige jongens
zwaar genoemd worden.
Winter en zomer stonden zij des morgens)
0111 vier uur op. Zij ontbeten om vijf uur na
het lezen der Lauden in de kapel, en kregen
voor ontbijt op gewone dagen beaf en bier en
sprot of haring op vastendagen.
Dan namen da lossau »an aanvang an tot er.
1 .Baggwg
geruis van onze schooljeugd moeten wij hier
zeggen, dat de lessen van Salomon heng in
eere werden gehouden, en dat dan ook in ge«
val van luiheid of ouordelijkheid de roede
niet werd gespaard; maar aan onordelijkheicj
maakte men zich onder de kloostertucht zef
den schulidg.
Voor de H. Mis om negen uur werd eeu kleiq
speeluur gehouden, waarna ieder de Al is bij;
woonde. Dan werd liet werk weer voortsezel
tot elf uur, waarna een eenvoudig maar goed
middagmaal volgde. Vervolgens werd hef
werk weer voortgezet en daar het noodig wan
dat de jongens in lichamelijke ontwikkeling
niet zonden achteraan komen, werd de led/'
ge tijd in oefening en spel doorgebracht.
Bij liet besluit van het Parlement waren
ouders en onderwijzers, beiden, verplicht tod
te zien, dat hunne onderdanen zich oefenden]
m liet boogschieten, tournooispelen, schermev
eif dergelijke afmattende tijdverdrijven.
Gewone gevechten of spiegelgevechten
en de navolging kwam dikwijls de werkelijk;
beid nabij waren evenzoo eeu tijdverdrijl
en de hoofdbezigheid in Engeland, dat toeij
niet zonder reden aJs de eerste staat va»
Europa stond aangeschreven. „Wilde Engel]
selie beesten" zoo noemt een Itaiaanseh
schrijver hen.
(Wordt vervolgd./