J, H. W. Gründemann I «mimi k nmi DE VONDELING. iiieüiii x ii Brieven uit Bloemendaal. 1 Koningstraat. 5 j= Manteleostuums. Dames- en Kindermantels. H Bontcolliers. Parapluies BUITENLAND. STADSNIEUWS. BINNENLAND. Au Bon Marché. „Noyons." Haarlem-Brussel. Handschoenen voor alle gelegenheden j Grootste keuze Van onze Rechtbank. FëUILLëTO NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT November 1913. Wie dagelijks de kranb loost, zal bemerkt hebben, dat zij tegenwoordig vele brieven bevat. Brieven uit Lisso, brieven uit Wijk aan Zee, uit Noordwijk, Haagsche brieven, zelfs brieven uit Borneo, enfin, uit vele plaatsen. Ik moet u eerlijk zeggen, waarde lezers, vele ervan sla ik overIm mers, omdat ik niet bekend ben met de toe standen in die verschillende plaatsen, interes- soeren ze mij niet. En als er geen belang stelling is, hè weg er mee! Ziezoo, dat kan als inleiding en aanbeveling dienen. Wien 't niet aanstaat, kan 't gerust overslaan. Ik hoop echter dat de lezers van onze krant in Bloemendaal (en Overveen en Vogelenzang), déze mijne brieven toch wèl zullen lezen. Anders geeft 't niks, al dat geschrijf. Ik zou, om te beginnen, wel eens willen oraton over de jongste raadsverkiezing. Maar ik zeg erbij, niet om klappen en stompen uit te doelen! We weten allemaal wel, wat er gebeurd is. En in plaats van de zaak nog eens in 't volle licht te zetten, is 't beter er den mantel der liefde over uit te sprei den. Dan is 't aan aller oagon onttrokken. Doch er valt iets uit te leeren. En dat mogen we niet overslaan. Wat zich hier heeft voorgedaan, is niet anders op te vatten, dan als één golfje van oen grooten stroom. Zeg nu niet: „Ja maar, zij hebben dit en die wilde dat, en dat was toch rechtvaardig." 't Kan allemaal waar zijn, doch 't bovengenoemde golfje blijft niet temin een deel van den stroom. Duidelijk gezegdde macht der arbeiders vertoont zich steeds meer. En de gebeurtenis bij ons is slechts 't honderd-zoo veels te on derdoe! van wat er op de heole wereld te zien is. Hoe komt dat, en waar vandaan? Luistert eens Een zeker soort monsohon, zich noomond .do vrienden der arbeiders", on hun oor sprong nemend in de Fransche Revolutie van 1789 (ja, ja, een aanzienlijke afkomst), heeft zich ten doel gesteld de mindere menschen, die van anderen afhankelijk zijn en moeten le- van, uit hun-slafelijken toestand op te hef fen. Best. Maar, om dat doel te boreikon, moot eerst alles ondersteboven gezet of gegooid worden. Want.met één ruk moet. alle invloed, macht en rijkdom den kapitalisten ontnomen worden, on aan de gemeenschap, d. i. den Staat, gegeven worden. Die zal dan •zorgen, dat alles gelijkelijk verdeeld wordt. Jandorie, wat een mooie dagon zullen dat worden, als ze dien ruk zullen doeu. Evenwol, ondersteboven moet alles, anders gaat 't na tuurlijk niet En ziedaar. Die speculatie op de hebzucht bracht hare vruchten voort. Ve len, (en natuurlijk waren dat de minder met geld bedeelden), sloten zich aan bij een ver- eeuiging met zulk een schoon doel. En let nu wel! Om dat gevaar tegen te gaan, (want een ge vaar is 't), waren do katholieke, en in 't algemeen de christelijke voormannon wel ver plicht (ik zeg „verplicht") tie goloovigo ar beiders óók te vereenigen. Want van geloof is bij de bovengenoemde soort menschen geen Eerlijk gezegd pleit dat' niet voor de weetgierigheid van onzen Bloemendaalschen briefschrijver dien we met dezen brief bij onae lezers introducecren 1 Maar dat kan beter worde.», nu hij zólf brieven schrijft. Rod. sprake. En al was die verplichting er niet geweest de christelijke bonden waren er toch gekomen. Want waar een meening wordt opgeworpen m verdedigd, in strijd met de steeds g^VatVufl, ontstaan van zelf twee rich tingen die elk hunne opinie verdedigen. Dat is zoo klaar als de dag. En wat gebeurt nu? Die vereenigingen van arbeiders, opgericht (al waren er ook andere doeleinden), om de arbeiders tegen 't socialisme te beschermen, zijn machtiger en invloedrijker geworden. De arbeiders zien en voelen en begrijpen, dat zij, vereenigd, heel wat tot stand kunnen brengen, enbeginnen hun eischen te stellen. Zie naar do stakingen in 'f buitenhuid (vooral Engeland) en in Nederland zelf. Op 't oogonblik is 't in IJmuiden en in Am sterdam weer aan den gang. Buiten de kwes tie van rechtvaardigheid, gemotiveerdheid of nut, zijn 't toch allemaal teekenen van machts ontwikkeling enmachts-uiting. Wc kunnen dus concludeerende vereeni gingen der arbeiders zijn door velorlei oor zaken ontstaan, hebben zich uitgebreid, en, bewust geworden van hun macht, wil en zij die ook doen gelden. (Omdat die feiten zich voordoen, is 't meteen maar goed, dat de menschen in katholieke bonden vereenigd worden. Eerstens zijn wij dan gewaarborgd, dat hun eischen binnen redelijke perken zul len blijven, en tweedens, dat de leden zich niet bij de oproerstokers zullen aansluiten. Laten er dan enkele ovorloopers zijn dat doet aan do zaak niets af.) Wat valt er nu te leeren? Dat 't niet meer aangaat, die steeds groeiende macht voorbij to zien, om alle bovengenoemde oor zaken, redenen en gevolgen. Meer wil ik er niet van zeggen, want dan zou ik den man tel weer optillen. Ik heb nu gezegd, wat mij nuttig dacht. Wie er anders over denkt, moet 't mij rnaar niet kwalijk nemen dat ik 't zóó opvat. Menigeen zal me vragen. „Ja maar hoe nu?" Ik antwoord: „Wacht nog oenige da gen. 't Bestuur der R. K. Kiesvereeniging aal binnenkort een vergadering uitschrijven. Verder zeg ik niet. Maar ik verzoek ieder een dringend: „Kom tocli, als gij wordt op geroepen." Want, of men nu later al zegt: waarom niet zus of zoo gedaan? dat geeft niets. Als gij meent iets te moeten voor stellen, omdat ge 't goed en nuttig acht, openbaar 't dan. Op de vergadering heeft ieder recht van spreken. Eu met elkaar weten wij meer dan alleen. Na afloop spreken wij elkaar weer. Tot, aootoff p,SPEOT0B. De herziening van het verdrag van Boecha- rest is op het oogenblik niet aan de orde, daar de mogendheden er niet de minste belangstel ling voor betoonen. Wij vormen ons dus op dit punt geen illusies, maar besteden thans al onze krachten aan de wederopbouw van ons land." Koning Ferdinand van Bulgarije en zijn volk. Wij deelden dezer dagen op gezag van be trouwbare buitenlandscke bladen mede, dat koning Ferdinand van Bulgarije van plan zou zijn afstand te doen van den troon, waneer Oostenrijk-Hong-arije hem niet helpt oin het verdrag van Uoecharost gewijzigd te krijgen. De berichtgever van de New-York Herald (Parijsche editie) te Weeuen, komt nu echter op grond van de mededeolingen van iemand, die in voortdurende verbinding staat met So fia en koning Ferdinand dagelijks spreekt, wanneer deze te Weenon vertoeft, tegon dit bericht op. De zegsman verklaarde nl.: „De koning heeft er nog nooit ofte nimmer over gedacht afstand te doen ten behoeve van zijn zoon Boris. En wat het praatje betreft, dat hij niet naar Sofia zou durven terugkee- ren, kan ik u verzekeren, dat hij nog nooit zoo populair is geweest als tegenwoordig. Het volk bewondert zijn buitengewone staatsmans kwaliteiten, die Bulgarije in de ongelukkige periode, waarin het thans verkeert, meer noo- dig heeft dan ooit. De Bulgaren behooren tot de Griekscho kerk, maar zijn in geloofszaken uiterst verdraag zaam. I>e bewering, dat koning Ferdinand niet bemind zou zijn, omdat hij katholiek is, mist derhalve allen grond. En de verhalen omtrent plakkaten met de woorden: „te huur", die op de muren van het paleis te Sofia zouden zijn bevestigd, zijn eenvoudig onzinnig. Wanneer ik zou zeggen, dat de Bulgaren tevreden zijn met het verdrag van Boeeharest, dan zou ik onwaarheid spreken. En als ik zou zeggen, dat zij „ontevreden" zijn, dan zou dat niet sterk genoeg zijn. Het verdrag was een ge- meene daad van de geallieerden tegenover de natie, d:e voor de andere de kastanjes uit het vuur heeft gebaald. En wat Roemenië heeft gedaan, is het best te vergelijken met een stomp in den rug. HAARLEMSCHE ONDERWIJZERS- ZYVEMOLUR Da „Sfcaats-Oourant" bevat do statuten der Haarlemsche Onderwijzors-Zwemclub, alhier, Het doel is- als volgt omschreven: de beoe fening en de bevordering van de zwemkunst in haren geheelen omvang. Zij tracht dit doel te bereiken: lo. door en het beoefenen van watorspeien; 2o. door krachtig te propageeren voor de zwemkunst, het houden van oefeningen in het zwemmen in het bijzonder door de jeugd op te wekken tot geregeld zwemmen en door het wegnemen van de vooroordeelen der ouders; 3o. door samen te werken met andere vereenigingen, die een zelfde doel beoogen4o. door liet organiseeren en uitvoeren van zwemfeesten on zwemwedstrijden, vooral voor kinderen; 5o. door elk wettig rniddel, dat strekken kan tot bevordering van het doel, genoemd in de eerste alinea van dit artikel, GEMEENTEZAKEN. Stads-vroed vrouw. Mejuffrouw E'. Groet, geb. de Vries, stads- vroedvrouw, verzoekt den Raad haar op nieuw als zoodanig te willen herbenoemen. Vergrooting der plaats van het politiebureau. B. en W. stellen voor een deel van het terrein, behoorende bij het perceel aan de Kruisstraat 45, te bestemmen voor vergroo ting der plaats van het Bureau van Politie. Zij vragen daarvoor hun een bedrag ter be schikking te stellen van f 1600 voor de uit voering der hiervoor noodzakelijke werk zaamheden. Aankoop vau een perceel. Voorgesteld wordt de door B. en W. ge dane aankoop van een perceel aan de Twijn- dcrslaan voor f 2165 te bekrachtigen en aan B. en W. daarvoor ter beschikking te stel len een bedrag van f 2350. Uitbaggering Leidsche Vaart. Met het oog op do wenschelijkheid de Leidsche Vaart tot de Loidsckestraat geheel uit to baggeren, vragen B. en W, de betref- lende begrootingspost met f 1.500 te ver- hoogen. Rekening en verantwoording Bank van Leoningt Voorgesteld wordt de rekening en ver antwoording der Bank van Leening goed te keuren en ten laste dor bogrooting een be drag van t 1887.61i/j beschikbaar te stel len als vergoeding van het verlies-saldo. GEVONDEN VOORWERPEN. Terug te bekomen bij: B. v. Zoelen, Maerten v. Heemskerkstraat OOrood, een. Fransch leerboek: W, Knop, Kerkhofstraat 21, een damesbont; Do Boor, Zomorluststr. 5, Heemstede, een portemonnaie; G. Prins, Sckoterweg 36, een rijwiel; W. Kok, Ba- rendsestraat 36, een penhouder; J. de Bla zer, Potgieterstraat 29, oen ring; F. Beude, Heerenweg 122, Heemstede, een E'ransch leerboek; TL v. d. Broek, Sophiastraat 27H, een fonograafplaat; A. Papen, Zuidpolder straat 71, een boxhond; H. de Bruin, brug wachter aan do Lange Brug, een heipaal; P. J. Wijnands, Dubbele Buurt 11, een geld zakje met inhoud; P- Meijer, Weverstraat 20, een geldstuk; Bureau van Politie, een huiesleutel; P. Gast, Rozenprieelstraat 30, een kaart der Trekhonden wet; P. Heere mans, W.ouwerrnansstraat; 52, een ceintuur met gesp; G. de Jong, M, v, Heemskerk- GZitting van gisteren.). Inbraak met inklimming. Twee jonge Amsterdammers waren naar hier gekomon mot het doel om in te breken. Aan dit voornemen gaven zij gevolg on pleeg den inbraak met iniklimming bij den lieer R. Tegen, do twee werd reap, twee jaren en één jaar gev. straf geeischt. Eén verdedigd© zich met te zoggen, dat hij sinds zijn derde jaar alleen op do wereld stond en smeekt© de rechters clementie te betoonen. Bolden zijn gedetineerd. Oplichting. In den vroegen morgen van 2 September van dit jaar kwam een onbekend individu bij een weduwe alhier, met het verhaal, dat haar zoon des morgens, toen hij naar zijn werk ging, in het water was gevallen en vroeg om sehoone kleederen. Later bleek het heole verhaal verzonnen en de kleederen bleven weg. Voor deze oplichting stond terecht Oh. V. Hij had de kleederen aan een opkoope® ver kocht. Er werd eea jaar gev. straf geeischt. Mishandeling. J. J. O. te Hillegom stond terecht dat hij in den nacht van 31 Augustus zekere v. d. N. met een mes had mishandeld. De eisch luidde twee maanden gev. straf. Bloemboliciidiefstal. V., een bekende van de politie, stond terecht wegens diefstal van 450 bollen ten nadeel© van de firma Leeuwenstein te Hillegom. De bollen had hij verkocht aan den handelaar B. te Haarlem en 3 cent per stuk voor ontvangen. V. disclite een verhaal op dat hij de bollen ma een woonwagenbewoner had gekocht onder Lisse, en beriep zich op een der getuigen om die te bevestigen. Deze lachte echter en vertelde dat er niets van aan was. Het O. M. eischte twee jaar gev. straf en onmiddellijke gevangenneming. De rechtbank willigde dit verzoek in, zoodat V. direct de doos in ging. Kermis relletjes. Vier HiUegommera hebben bij gelegenheid van de kermis te Hillegom zekejpn W. E. toen deze in een café kwam mishandeld. Volgens de getuigen a décharge had dezo E. echter aanleiding gegeven tot deze mishande ling, omdat hij zelf, toen hij in 't café kwam herrie begon te maken. Het O. M. kreeg door het getuigenverhoor den indruk, dat aan beide zijden schuld was en hij vroeg dus slechts een geldboete van 2 of één dag gevangenisstraf voor ieder. Nu kwam voor de heeren P. de W., die tij dens de kermis terwijl hij met een meisje op straat liep te wandelen van D, een flinke klap ontving. Rekl. werd daarop kwaad en trok zijn mes. Hij stak daarmede in het rond en trof D. in de hand en wel zoo ernstig, dat deze er nog hinder van ondervindt. De officier van Justitie wilde eerst nog een nader geneeskundige onderzoek laten instellen en vroeg daartoe schorsing der zaak. Na in raadkamer geweest te zijn besloot de rechtbank in dezen geest en stelde de behan deling van dezo zaak uit tot 4 Deoember. Mishandeling. H. v, O. en J. V. stonden in het beklaagden bankje. Ze hadden zekeren Onrust, die altijd nogal lastig was, en op zekeren dag ook weer ruzie in een café maakte mishandeld. H. v. O. en J. V., konden dit niet hebben en namen hem te pakken. V. O. sloeg hem mot een flesch op *t hoofd, waardoor hij kwam te val len. Toen hij op den grond lag, trapten en sloe gen de beide bekL hem. Het O. M. kon dit niet goed vinden. Onrust moge nog zoo onrustig geweest zijn, dit mocht voor bok.1. geen réden zijn hem zoo te mishan delen. Tegen v. O. werd geöiseht 14 dagen gevan genisstraf, tegen J. V. 15 bete. Een konjjneudief. Nu moest terecht staan een konijnendief, doch hij was niet verschenen. De juffrouw, bij wie hij het konijn had weggenomen had hem gepakt juist toen hij met 't doode beestje haar erf wilde verlaten. Hij zeide toen wel, dat hij 't beest niet ge stolen had, maar dat Icon de juffrouw niet ge- looven: 't konijn was nog warm. „Leelijke ko nijnen dief, had ze gezegd, maak dat je weg komt of ik zal jo met een bijl in stukken hak ken." „Nou en toen liep hij hard weg, zeide de juf frouw," en wij konden het ons heel goed voor stellen ookl Het O. M. vroeg tegen den dief een maand gevangenisstraf. Uitspraken in allo zaken Donderdag 20 Nov. UITSPRAKEN. Gister werden de volgende uitspraken ge daan: H. J. Z., zonder beroep te IJmuiden. diefstal, f 5 boete of 1 week tuchtschool; J. A. S., smidsknecht te Amsterdam, dief- stal, 4 weken gev^traf met aftrek preven tieve hechtenis; K. S., zonder beroep, zwer- vende, landlooperij, 3 dagen hechtenis en 4 maanden Rijkswerkinrichting; J. J. V., kan-1 toorbediendie te Schoten, diefstal, 14 dagen gev.straf; J. W. A. D., scheepsbouwleerling te Haarlem, diefstal f 15 boete of 12 dagen hechtenisM. O., arbeider, zwervende, bed<V larij, 12 dagen hechtenis; K. en J. Z., vis- schers te Zandvoort., wederspannigheid, de le f 10 boete of 10 dagen hechtenis, de 2a 14 dagen hechtenis; Th. K., schipper te Mij- I drecht, mishandeling, f 10 boete of 10 da gen hechtenis; D. W., arbeider te Velsem, vernieling, f 8 boete of 8 dagen hechtenis; J. H. van D., opperman te Haarlem, mis handeling, f 8 boete of 8 dagen,hechtenis; P. L. R., katoendrukker en P. St., opperman, beiden te Haarlem, diefstal, ieder een week gev.straf; H. van E., koopman te Haarlem, eenv. beleediging ambt. in functie, 3 weken gev^traf; A. van A., smidsknecht te Haar lem, mishandeling ambtenaar, 3 W. gev.straf;" K. B., timmerman te Assendelft, mishande ling, f 5 boete of 5 dagen hechtenis; J. V veehouder te Beemster, beleed, ambténaar, f 25 boete of 5 dagen hechtenis; Th. H. L. en O. J. H. L., zonder beroep te Amsterdam, vernieling en wederspannigheid, de le f9 boete of 2 dagen de 2e f 15 boete of f? dagen hechtenis. Een eigenaardige vangst. Een niet-allei daagsche vangst had Maandag oen visscher op de Maas te Rotterdam. Hij was bezig met het visschen met een werp< net, verbonden aan een roeiboot met schuinen mast. Bij het ophalen kwam een heel zonder linge visch aan de oppervlakte, namelijk eer visch met.weeren. Wat bleek 't geval te zijn? De wonderlijk* visch was niets anders dan een snoek van on-j geveer twee pond, die voor verandering varj spijs eens een meeuw tot aas had uitgekozen; f De vogel, die vlucht had van om ende bij een halven meter, was tot op de helft van zijn groot, te in den bek van den snoek verdwenen en da scherpe tanden van den visch hadden den ha4 van de meeuw bijna doorgebeten. Dat de vogel beslist levend door den snoek was aangevallen, bleek uit het feit, dat hij nog teekenen van leven gaf, toen Lij door den visscher werd op gehaald. Maar het beest was spoedig dood. Van de „Rooien" of van „Rome". (Hist,), Handeling: Voor het Apollo-Theater te Zaan dam. Groote schutting met eenige strooibiljetten beplakt, vermeldende: Spreekbeurt van ©en spreker met loffelijk onderwerp voor vrijden ker». Oud vrouwtje komt aanstrompelen.... blijf! staan en tuurt op aanplakbiljetje.'n tweeds juffrouw komt naderbij en tuurt ook.... ver wonderd elkaar aankijkend.wat blief. 't mij wat onduidelijk, wat ataat er".... Juffrouw leest:.. Onderwerp: „Hoe een land komt onder de plak van de Rooien".... watl.Moeten ze dat hier bespreken.m'n buurman zei gisteren nog: dat kun je wel aan de belasting hier in Zaandam gewaar worden.,., i 'u Oude heer, het gesprek gevolgd hebbende, zegt lachend „lieve menschen, dat Lees je ver keerd." Verontwaardigde gezichten.... daar staat „Hoe komt een land onder de plak van Rome." Ooooo.... dan ia 't zeker wee® aoo'n afgevallen Drietal neusophalend weg. (Z^tr.) Leer eerst je Hollandsche taal. Onder dit opschrift lezen we in „Het Centrum": Bij de administratie van een der Kath. weekbladen werd door het bestuur der betrok, ken vereeniging onderstaande advertentie (letteiilik zoo) ter plaatsing aangeboden: R, K. Dansklup Internos. Wenst weer als het voorege seizoen Zondag avent van 7M 9B weeder in de Volkseh- bout Een kussus te deen. Muzik van (Volgt naam van den pianist). Is 'tnu niet beter voor onze jongelui, dad ze eeret nog eens een cursus volgen, tot het weder aanieeren van hun moedertaal, die ze IX. OP het SPOOR. Ver geef sell traehte Mgr. Latimer, een van Engelands bisschoppen in die dagen van ver. volging, den tiran Hendrik VIII, die verzot was op de kerkelijke goederen, welke bet om- koopbaar en roofzuchtig parlement hem schonk, te bewegen, om althans nog enkele kloosters te sparen, ze niet te verwoesten, omar als zoovele huizen van wetenschap gods dienst eu onderwijs te doen blijven bestaan. Slechts weinige rijken kouden wijzen op schoonheden als die welke het sieraad van Engelands graafschappen uitmaakten; doch zij werden allen aan de wreedheid van Hen drik ten offer gebracht, vau den 6choonslen tempel tot de kleinste cel, waar slechts enkele hoogstens een tiental broeders of zusters ver gaderden; alles werd tot aan den grond om vergehaald. De waarde van de prachtige bibliotheek van Glastonbury was zoo groot, dat een be kwaam eu goed bekend oud Engelseh anti- lliuüjr orvau zeide, dat hii bij bet eerste ge zicht van dien boekenkast aarzelde, de zaal binnen te gaan. looh leest men bij Bate, dat zulke schoone verzamelingen van boekwerken aan een uit drager voor oud papier werden verkocht. Hij verhaalt nog, dat bij iemand heeft gekend, die zich bij twee zulke verkoopingen van scheur papier voorzag, en dat hij later zelf getuigde in (ion jaar nog niet de helft van zijn voor raad te hebben gebruikt. I)e kloosters waren zoo hecht gebouwd, dat ..■J menig gebouw geen menschenhand in staat was, de afbraak te voltooien, en men zich van kruit moest bedienen. De vaste goederen werden aan gunstelin gen weggeschonken. Zoo wordt van Cromwell verhaald, dat hij zich van dertig kloosters meester maakte. Het geld werd aan het Hof in dobbelspel en wel lust verkwist. Van daar, dat de schatten, die de kroon zich op onrechtvaardige wijz.e bad toege ëigend, binnen enkele, jaren waren vervlogen, eu in plaats dat de lasten das volks vermin derden, eene belofte, waardoor velen aan den ondergang der kloosters hadden meegewerkt, stegen de belastingen meer en meer. Vier maanden waren verloopen, 6inds dó gebeurtenissen plaats grepen, in ons vorig hoofdstuk verhaald. T)e ruwe, koude maand Maart was reeds half voorbij. De wind huilde over en door do ruïne vau de Abdij, groofceu- deeis van haar dak beroofd hier en daar om vergehaald. Menige regenvlaag had de laatste j bloedige sporen op den top van den heuvel weggespoeld, de laatste overblijfselen van de vreeselijlce slachting vernietigd, maar bij het volk leefde de herinnering aan de misdaad voort. 1 Doch dé storm, die de grootsche Abdij had verwoest, had de nederige woning van Giles Hodges gespaard. De oude man leefde daar met zijne vrouw in vrede, evenals zijn buren, en onder het onverbiddelijk lot: „Alle morgen nieuwe zorgen", volgden de dagen elkaar op. Dikwijls leefde bij hen de herinnering aan bun pleegkind weep op, maar zij hadden hem niet weergezien, sinds het doodvonnis van den Abt en zijn gezellen was voltrokken. Zij hadden het wijselijk nuttiger geoordeeld, dat hij de plaats, die bij hem zulke pijnlijke in drukken had achtergelaten, zou verlaten, en f daar Giles' broeder, die des zomers op zee zijn brood verdiende, te Lyme Reger woonde, zond hij hem derwaarts, om by hem den winter door te brengen. j Deze verandering van wooplaats maalden op zijn geestestoestand een goeden indruk. Do arme jongen kwam bij Giles' broeder met een gebroken kommervol hart, en lijden de aan de zenuwachtige spanning, waarin hij zoo lang erkeerd had De strijd was inder daad hovig geweest, maar de jeugd is veran derlijk, en ig spoedig droevige beurtenissen ontwassen. Somtijds ging Cu tb bert. met zijn oom, met welken r.anm hij spoedig den broeder van zijn pleegvader bestempelde, uit visschen. Dit was voor hem een groote uitspanning, en deed zijn geest herleven. Hij staarde op de flikkerin gen van de maan op de golven, stond vroeg op, om bij den dageraad het heerlijk sciiouw- spel te aanschouwen van een opkomende zon, en den lachenden morgengroet van den oce aan op te vangen. j Daarom moet men echter niet denken, dat hij den Abt kon vergeten, of dat zijn geest niet vol was van bet geheim, door den Abt hem toevertrouwd. Hij had zijn pleegvader ge zegd, dat bij wel verwachtte, met de vrienden vau den overleden Abt in betrekking te blij ven, en de oude Ilodges had hem beloofd, dat, zoo iemand van ben ooit bij hem mocht ko men en liem den bewaarden ring vertoonde, hij zonder eenig verlet om Cnthbert zou zou den. i En ten laatste kwam deze lang verwachtte bode, juist op het oogenblik dat Cnthbert, na met zijn oom op zee een voordeeljgen nacht te hebben doorgebracht, huiswaarts keerde. Een bode, naar liet uiterlijk te oordeelen een landman, was van Glastonbury gekomen door Langposi, IJminster, een afstand van onge- veertig dertig a veertig Engelscho mijlen. Do oude Giles kou niet schrijven en had met den bode alleen mondeling zijn bood schap kunnen overbrengen in dezen vorm: „Kom naar buis, ik heb den ring gezien, hij i verwacht u morgen." Tot biertoe hebben wij nog niet 1 ui'1"'"V den maatschappelijke© toestand van Giles Hodges medegedeeld. Hij was een pachter, en bezat geen eigen, dommen. Hij bebouwde oen groote hofsio waarvoor hij jaarlijks 60 a 70 gulden betaald a Hii kon ongeveer 100 schapen op zijn land hoe den en bovendien bezat hij nog dertig koeien Hij was in staat, en ook verplicht, een nu< 4 en eeu paard in zijn dienst te hebben, beidt van een goed harnas voorzien, om, als do ko, ning hen noodig bad, dienst te kunnen doenj want dit foedaal recht bestond nog altijd, en voorzag in de behoefte van een staand legei; In hot kort, hij was een Engelseh pachter, geheel en al op den voet dier oude tijden. Eun beider vuur brandde in den haard vut; Giles' woning, eri flikkerde even lustig als in de dagen van vreugde. Hij en zijne vrouw had, den beiden in liunn stoelen naast den haar$ plaats genomen, want de dag was voorbij de arbeid was geëindigd en zij rustten nu ui' van do vermoeienissen van den dag, met ver langen uitziende naar het oogenblik dat Cutlr bert, bun pleegkind, zon aankomen. Het was schemeravond; de klok had juist zeven uur geslagen. Het avondmaal was reed» bereid. Op een helderwit tafelkleed prijkte» verschillende gerechten, die iemand in ven zoeking zonden gebracht hebben, en die op d» komst van den lieveling wachtten. I Daar wordt op de deur geklopt. De barton der twee oudjes kloppen hoorbaar. Daat wordt nog eens geklopt. „Kom binnen rie< oen beiden»

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1913 | | pagina 5