J, H. W. Gründemann
I
«mimi k nmi
DE VONDELING.
iiieüiii x ii
Brieven uit Bloemendaal.
1 Koningstraat. 5
j= Manteleostuums. Dames-
en Kindermantels. H
Bontcolliers. Parapluies
BUITENLAND.
STADSNIEUWS.
BINNENLAND.
Au Bon Marché.
„Noyons." Haarlem-Brussel. Handschoenen voor alle gelegenheden
j Grootste keuze
Van onze Rechtbank.
FëUILLëTO
NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT
November 1913.
Wie dagelijks de kranb loost, zal bemerkt
hebben, dat zij tegenwoordig vele brieven
bevat. Brieven uit Lisso, brieven uit Wijk
aan Zee, uit Noordwijk, Haagsche brieven,
zelfs brieven uit Borneo, enfin, uit vele
plaatsen. Ik moet u eerlijk zeggen, waarde
lezers, vele ervan sla ik overIm
mers, omdat ik niet bekend ben met de toe
standen in die verschillende plaatsen, interes-
soeren ze mij niet. En als er geen belang
stelling is, hè weg er mee!
Ziezoo, dat kan als inleiding en aanbeveling
dienen. Wien 't niet aanstaat, kan 't gerust
overslaan. Ik hoop echter dat de lezers van
onze krant in Bloemendaal (en Overveen en
Vogelenzang), déze mijne brieven toch wèl
zullen lezen. Anders geeft 't niks, al dat
geschrijf.
Ik zou, om te beginnen, wel eens willen
oraton over de jongste raadsverkiezing. Maar
ik zeg erbij, niet om klappen en stompen
uit te doelen! We weten allemaal wel, wat
er gebeurd is. En in plaats van de zaak nog
eens in 't volle licht te zetten, is 't beter
er den mantel der liefde over uit te sprei
den. Dan is 't aan aller oagon onttrokken.
Doch er valt iets uit te leeren. En dat
mogen we niet overslaan.
Wat zich hier heeft voorgedaan, is niet
anders op te vatten, dan als één golfje van
oen grooten stroom. Zeg nu niet: „Ja maar,
zij hebben dit en die wilde dat, en dat was
toch rechtvaardig." 't Kan allemaal waar
zijn, doch 't bovengenoemde golfje blijft niet
temin een deel van den stroom.
Duidelijk gezegdde macht der arbeiders
vertoont zich steeds meer. En de gebeurtenis
bij ons is slechts 't honderd-zoo veels te on
derdoe! van wat er op de heole wereld te
zien is.
Hoe komt dat, en waar vandaan?
Luistert eens
Een zeker soort monsohon, zich noomond
.do vrienden der arbeiders", on hun oor
sprong nemend in de Fransche Revolutie van
1789 (ja, ja, een aanzienlijke afkomst), heeft
zich ten doel gesteld de mindere menschen, die
van anderen afhankelijk zijn en moeten le-
van, uit hun-slafelijken toestand op te hef
fen.
Best. Maar, om dat doel te boreikon, moot
eerst alles ondersteboven gezet of gegooid
worden. Want.met één ruk moet. alle
invloed, macht en rijkdom den kapitalisten
ontnomen worden, on aan de gemeenschap,
d. i. den Staat, gegeven worden. Die zal dan
•zorgen, dat alles gelijkelijk verdeeld wordt.
Jandorie, wat een mooie dagon zullen dat
worden, als ze dien ruk zullen doeu. Evenwol,
ondersteboven moet alles, anders gaat 't na
tuurlijk niet En ziedaar. Die speculatie op
de hebzucht bracht hare vruchten voort. Ve
len, (en natuurlijk waren dat de minder met
geld bedeelden), sloten zich aan bij een ver-
eeuiging met zulk een schoon doel.
En let nu wel!
Om dat gevaar tegen te gaan, (want een ge
vaar is 't), waren do katholieke, en in 't
algemeen de christelijke voormannon wel ver
plicht (ik zeg „verplicht") tie goloovigo ar
beiders óók te vereenigen. Want van geloof
is bij de bovengenoemde soort menschen geen
Eerlijk gezegd pleit dat' niet voor de
weetgierigheid van onzen Bloemendaalschen
briefschrijver dien we met dezen brief bij
onae lezers introducecren 1 Maar dat kan beter
worde.», nu hij zólf brieven schrijft. Rod.
sprake. En al was die verplichting er niet
geweest de christelijke bonden waren er
toch gekomen. Want waar een meening wordt
opgeworpen m verdedigd, in strijd met de
steeds g^VatVufl, ontstaan van zelf twee rich
tingen die elk hunne opinie verdedigen. Dat
is zoo klaar als de dag.
En wat gebeurt nu?
Die vereenigingen van arbeiders, opgericht
(al waren er ook andere doeleinden), om de
arbeiders tegen 't socialisme te beschermen,
zijn machtiger en invloedrijker geworden. De
arbeiders zien en voelen en begrijpen, dat
zij, vereenigd, heel wat tot stand kunnen
brengen, enbeginnen hun eischen te
stellen.
Zie naar do stakingen in 'f buitenhuid
(vooral Engeland) en in Nederland zelf. Op
't oogonblik is 't in IJmuiden en in Am
sterdam weer aan den gang. Buiten de kwes
tie van rechtvaardigheid, gemotiveerdheid of
nut, zijn 't toch allemaal teekenen van machts
ontwikkeling enmachts-uiting.
Wc kunnen dus concludeerende vereeni
gingen der arbeiders zijn door velorlei oor
zaken ontstaan, hebben zich uitgebreid, en,
bewust geworden van hun macht, wil en zij die
ook doen gelden. (Omdat die feiten zich
voordoen, is 't meteen maar goed, dat de
menschen in katholieke bonden vereenigd
worden. Eerstens zijn wij dan gewaarborgd,
dat hun eischen binnen redelijke perken zul
len blijven, en tweedens, dat de leden zich
niet bij de oproerstokers zullen aansluiten.
Laten er dan enkele ovorloopers zijn dat
doet aan do zaak niets af.)
Wat valt er nu te leeren? Dat 't niet
meer aangaat, die steeds groeiende macht
voorbij to zien, om alle bovengenoemde oor
zaken, redenen en gevolgen. Meer wil ik er
niet van zeggen, want dan zou ik den man
tel weer optillen.
Ik heb nu gezegd, wat mij nuttig dacht.
Wie er anders over denkt, moet 't mij rnaar
niet kwalijk nemen dat ik 't zóó opvat.
Menigeen zal me vragen. „Ja maar hoe
nu?" Ik antwoord: „Wacht nog oenige da
gen. 't Bestuur der R. K. Kiesvereeniging
aal binnenkort een vergadering uitschrijven.
Verder zeg ik niet. Maar ik verzoek ieder
een dringend: „Kom tocli, als gij wordt op
geroepen." Want, of men nu later al zegt:
waarom niet zus of zoo gedaan? dat geeft
niets. Als gij meent iets te moeten voor
stellen, omdat ge 't goed en nuttig acht,
openbaar 't dan. Op de vergadering heeft
ieder recht van spreken. Eu met elkaar
weten wij meer dan alleen.
Na afloop spreken wij elkaar weer. Tot,
aootoff p,SPEOT0B.
De herziening van het verdrag van Boecha-
rest is op het oogenblik niet aan de orde, daar
de mogendheden er niet de minste belangstel
ling voor betoonen. Wij vormen ons dus op
dit punt geen illusies, maar besteden thans al
onze krachten aan de wederopbouw van ons
land."
Koning Ferdinand van Bulgarije en zijn volk.
Wij deelden dezer dagen op gezag van be
trouwbare buitenlandscke bladen mede, dat
koning Ferdinand van Bulgarije van plan zou
zijn afstand te doen van den troon, waneer
Oostenrijk-Hong-arije hem niet helpt oin het
verdrag van Uoecharost gewijzigd te krijgen.
De berichtgever van de New-York Herald
(Parijsche editie) te Weeuen, komt nu echter
op grond van de mededeolingen van iemand,
die in voortdurende verbinding staat met So
fia en koning Ferdinand dagelijks spreekt,
wanneer deze te Weenon vertoeft, tegon dit
bericht op. De zegsman verklaarde nl.:
„De koning heeft er nog nooit ofte nimmer
over gedacht afstand te doen ten behoeve van
zijn zoon Boris. En wat het praatje betreft,
dat hij niet naar Sofia zou durven terugkee-
ren, kan ik u verzekeren, dat hij nog nooit
zoo populair is geweest als tegenwoordig. Het
volk bewondert zijn buitengewone staatsmans
kwaliteiten, die Bulgarije in de ongelukkige
periode, waarin het thans verkeert, meer noo-
dig heeft dan ooit.
De Bulgaren behooren tot de Griekscho kerk,
maar zijn in geloofszaken uiterst verdraag
zaam. I>e bewering, dat koning Ferdinand niet
bemind zou zijn, omdat hij katholiek is, mist
derhalve allen grond. En de verhalen omtrent
plakkaten met de woorden: „te huur", die op
de muren van het paleis te Sofia zouden zijn
bevestigd, zijn eenvoudig onzinnig. Wanneer
ik zou zeggen, dat de Bulgaren tevreden zijn
met het verdrag van Boeeharest, dan zou ik
onwaarheid spreken. En als ik zou zeggen,
dat zij „ontevreden" zijn, dan zou dat niet
sterk genoeg zijn. Het verdrag was een ge-
meene daad van de geallieerden tegenover de
natie, d:e voor de andere de kastanjes uit
het vuur heeft gebaald. En wat Roemenië
heeft gedaan, is het best te vergelijken met
een stomp in den rug.
HAARLEMSCHE ONDERWIJZERS-
ZYVEMOLUR
Da „Sfcaats-Oourant" bevat do statuten der
Haarlemsche Onderwijzors-Zwemclub, alhier,
Het doel is- als volgt omschreven: de beoe
fening en de bevordering van de zwemkunst
in haren geheelen omvang.
Zij tracht dit doel te bereiken: lo. door
en het beoefenen van watorspeien; 2o. door
krachtig te propageeren voor de zwemkunst,
het houden van oefeningen in het zwemmen
in het bijzonder door de jeugd op te wekken
tot geregeld zwemmen en door het wegnemen
van de vooroordeelen der ouders; 3o. door
samen te werken met andere vereenigingen,
die een zelfde doel beoogen4o. door liet
organiseeren en uitvoeren van zwemfeesten
on zwemwedstrijden, vooral voor kinderen;
5o. door elk wettig rniddel, dat strekken kan
tot bevordering van het doel, genoemd in de
eerste alinea van dit artikel,
GEMEENTEZAKEN.
Stads-vroed vrouw.
Mejuffrouw E'. Groet, geb. de Vries, stads-
vroedvrouw, verzoekt den Raad haar op
nieuw als zoodanig te willen herbenoemen.
Vergrooting der plaats van
het politiebureau.
B. en W. stellen voor een deel van het
terrein, behoorende bij het perceel aan de
Kruisstraat 45, te bestemmen voor vergroo
ting der plaats van het Bureau van Politie.
Zij vragen daarvoor hun een bedrag ter be
schikking te stellen van f 1600 voor de uit
voering der hiervoor noodzakelijke werk
zaamheden.
Aankoop vau een perceel.
Voorgesteld wordt de door B. en W. ge
dane aankoop van een perceel aan de Twijn-
dcrslaan voor f 2165 te bekrachtigen en aan
B. en W. daarvoor ter beschikking te stel
len een bedrag van f 2350.
Uitbaggering Leidsche Vaart.
Met het oog op do wenschelijkheid de
Leidsche Vaart tot de Loidsckestraat geheel
uit to baggeren, vragen B. en W, de betref-
lende begrootingspost met f 1.500 te ver-
hoogen.
Rekening en verantwoording
Bank van Leoningt
Voorgesteld wordt de rekening en ver
antwoording der Bank van Leening goed te
keuren en ten laste dor bogrooting een be
drag van t 1887.61i/j beschikbaar te stel
len als vergoeding van het verlies-saldo.
GEVONDEN VOORWERPEN.
Terug te bekomen bij: B. v. Zoelen,
Maerten v. Heemskerkstraat OOrood, een.
Fransch leerboek: W, Knop, Kerkhofstraat
21, een damesbont; Do Boor, Zomorluststr.
5, Heemstede, een portemonnaie; G. Prins,
Sckoterweg 36, een rijwiel; W. Kok, Ba-
rendsestraat 36, een penhouder; J. de Bla
zer, Potgieterstraat 29, oen ring; F. Beude,
Heerenweg 122, Heemstede, een E'ransch
leerboek; TL v. d. Broek, Sophiastraat 27H,
een fonograafplaat; A. Papen, Zuidpolder
straat 71, een boxhond; H. de Bruin, brug
wachter aan do Lange Brug, een heipaal;
P. J. Wijnands, Dubbele Buurt 11, een geld
zakje met inhoud; P- Meijer, Weverstraat
20, een geldstuk; Bureau van Politie, een
huiesleutel; P. Gast, Rozenprieelstraat 30,
een kaart der Trekhonden wet; P. Heere
mans, W.ouwerrnansstraat; 52, een ceintuur
met gesp; G. de Jong, M, v, Heemskerk-
GZitting van gisteren.).
Inbraak met inklimming.
Twee jonge Amsterdammers waren naar
hier gekomon mot het doel om in te breken.
Aan dit voornemen gaven zij gevolg on pleeg
den inbraak met iniklimming bij den lieer R.
Tegen, do twee werd reap, twee jaren en één
jaar gev. straf geeischt.
Eén verdedigd© zich met te zoggen, dat hij
sinds zijn derde jaar alleen op do wereld stond
en smeekt© de rechters clementie te betoonen.
Bolden zijn gedetineerd.
Oplichting.
In den vroegen morgen van 2 September van
dit jaar kwam een onbekend individu bij een
weduwe alhier, met het verhaal, dat haar zoon
des morgens, toen hij naar zijn werk ging, in
het water was gevallen en vroeg om sehoone
kleederen.
Later bleek het heole verhaal verzonnen en
de kleederen bleven weg.
Voor deze oplichting stond terecht Oh. V.
Hij had de kleederen aan een opkoope® ver
kocht.
Er werd eea jaar gev. straf geeischt.
Mishandeling.
J. J. O. te Hillegom stond terecht dat hij in
den nacht van 31 Augustus zekere v. d. N. met
een mes had mishandeld. De eisch luidde twee
maanden gev. straf.
Bloemboliciidiefstal.
V., een bekende van de politie, stond terecht
wegens diefstal van 450 bollen ten nadeel© van
de firma Leeuwenstein te Hillegom. De bollen
had hij verkocht aan den handelaar B. te
Haarlem en 3 cent per stuk voor ontvangen.
V. disclite een verhaal op dat hij de bollen
ma een woonwagenbewoner had gekocht onder
Lisse, en beriep zich op een der getuigen om die
te bevestigen. Deze lachte echter en vertelde
dat er niets van aan was.
Het O. M. eischte twee jaar gev. straf en
onmiddellijke gevangenneming. De rechtbank
willigde dit verzoek in, zoodat V. direct de doos
in ging.
Kermis relletjes.
Vier HiUegommera hebben bij gelegenheid
van de kermis te Hillegom zekejpn W. E. toen
deze in een café kwam mishandeld.
Volgens de getuigen a décharge had dezo E.
echter aanleiding gegeven tot deze mishande
ling, omdat hij zelf, toen hij in 't café kwam
herrie begon te maken.
Het O. M. kreeg door het getuigenverhoor
den indruk, dat aan beide zijden schuld was en
hij vroeg dus slechts een geldboete van 2 of
één dag gevangenisstraf voor ieder.
Nu kwam voor de heeren P. de W., die tij
dens de kermis terwijl hij met een meisje op
straat liep te wandelen van D, een flinke klap
ontving.
Rekl. werd daarop kwaad en trok zijn mes.
Hij stak daarmede in het rond en trof D. in
de hand en wel zoo ernstig, dat deze er nog
hinder van ondervindt.
De officier van Justitie wilde eerst nog een
nader geneeskundige onderzoek laten instellen
en vroeg daartoe schorsing der zaak.
Na in raadkamer geweest te zijn besloot de
rechtbank in dezen geest en stelde de behan
deling van dezo zaak uit tot 4 Deoember.
Mishandeling.
H. v, O. en J. V. stonden in het beklaagden
bankje.
Ze hadden zekeren Onrust, die altijd nogal
lastig was, en op zekeren dag ook weer ruzie
in een café maakte mishandeld.
H. v. O. en J. V., konden dit niet hebben en
namen hem te pakken. V. O. sloeg hem mot een
flesch op *t hoofd, waardoor hij kwam te val
len. Toen hij op den grond lag, trapten en sloe
gen de beide bekL hem.
Het O. M. kon dit niet goed vinden. Onrust
moge nog zoo onrustig geweest zijn, dit mocht
voor bok.1. geen réden zijn hem zoo te mishan
delen.
Tegen v. O. werd geöiseht 14 dagen gevan
genisstraf, tegen J. V. 15 bete.
Een konjjneudief.
Nu moest terecht staan een konijnendief,
doch hij was niet verschenen. De juffrouw, bij
wie hij het konijn had weggenomen had hem
gepakt juist toen hij met 't doode beestje haar
erf wilde verlaten.
Hij zeide toen wel, dat hij 't beest niet ge
stolen had, maar dat Icon de juffrouw niet ge-
looven: 't konijn was nog warm. „Leelijke ko
nijnen dief, had ze gezegd, maak dat je weg
komt of ik zal jo met een bijl in stukken hak
ken."
„Nou en toen liep hij hard weg, zeide de juf
frouw," en wij konden het ons heel goed voor
stellen ookl
Het O. M. vroeg tegen den dief een maand
gevangenisstraf.
Uitspraken in allo zaken Donderdag 20 Nov.
UITSPRAKEN.
Gister werden de volgende uitspraken ge
daan: H. J. Z., zonder beroep te IJmuiden.
diefstal, f 5 boete of 1 week tuchtschool;
J. A. S., smidsknecht te Amsterdam, dief-
stal, 4 weken gev^traf met aftrek preven
tieve hechtenis; K. S., zonder beroep, zwer-
vende, landlooperij, 3 dagen hechtenis en 4
maanden Rijkswerkinrichting; J. J. V., kan-1
toorbediendie te Schoten, diefstal, 14 dagen
gev.straf; J. W. A. D., scheepsbouwleerling
te Haarlem, diefstal f 15 boete of 12 dagen
hechtenisM. O., arbeider, zwervende, bed<V
larij, 12 dagen hechtenis; K. en J. Z., vis-
schers te Zandvoort., wederspannigheid, de
le f 10 boete of 10 dagen hechtenis, de 2a
14 dagen hechtenis; Th. K., schipper te Mij- I
drecht, mishandeling, f 10 boete of 10 da
gen hechtenis; D. W., arbeider te Velsem,
vernieling, f 8 boete of 8 dagen hechtenis;
J. H. van D., opperman te Haarlem, mis
handeling, f 8 boete of 8 dagen,hechtenis;
P. L. R., katoendrukker en P. St., opperman,
beiden te Haarlem, diefstal, ieder een week
gev.straf; H. van E., koopman te Haarlem,
eenv. beleediging ambt. in functie, 3 weken
gev^traf; A. van A., smidsknecht te Haar
lem, mishandeling ambtenaar, 3 W. gev.straf;"
K. B., timmerman te Assendelft, mishande
ling, f 5 boete of 5 dagen hechtenis; J. V
veehouder te Beemster, beleed, ambténaar,
f 25 boete of 5 dagen hechtenis; Th. H. L.
en O. J. H. L., zonder beroep te Amsterdam,
vernieling en wederspannigheid, de le f9
boete of 2 dagen de 2e f 15 boete of f?
dagen hechtenis.
Een eigenaardige vangst. Een niet-allei
daagsche vangst had Maandag oen visscher op
de Maas te Rotterdam.
Hij was bezig met het visschen met een werp<
net, verbonden aan een roeiboot met schuinen
mast. Bij het ophalen kwam een heel zonder
linge visch aan de oppervlakte, namelijk eer
visch met.weeren.
Wat bleek 't geval te zijn? De wonderlijk*
visch was niets anders dan een snoek van on-j
geveer twee pond, die voor verandering varj
spijs eens een meeuw tot aas had uitgekozen; f
De vogel, die vlucht had van om ende bij een
halven meter, was tot op de helft van zijn groot,
te in den bek van den snoek verdwenen en da
scherpe tanden van den visch hadden den ha4
van de meeuw bijna doorgebeten. Dat de vogel
beslist levend door den snoek was aangevallen,
bleek uit het feit, dat hij nog teekenen van
leven gaf, toen Lij door den visscher werd op
gehaald. Maar het beest was spoedig dood.
Van de „Rooien" of van „Rome". (Hist,),
Handeling: Voor het Apollo-Theater te Zaan
dam.
Groote schutting met eenige strooibiljetten
beplakt, vermeldende: Spreekbeurt van ©en
spreker met loffelijk onderwerp voor vrijden
ker».
Oud vrouwtje komt aanstrompelen.... blijf!
staan en tuurt op aanplakbiljetje.'n tweeds
juffrouw komt naderbij en tuurt ook.... ver
wonderd elkaar aankijkend.wat blief.
't mij wat onduidelijk, wat ataat er"....
Juffrouw leest:.. Onderwerp: „Hoe een land
komt onder de plak van de Rooien"....
watl.Moeten ze dat hier bespreken.m'n
buurman zei gisteren nog: dat kun je wel aan
de belasting hier in Zaandam gewaar worden.,., i
'u Oude heer, het gesprek gevolgd hebbende,
zegt lachend „lieve menschen, dat Lees je ver
keerd." Verontwaardigde gezichten....
daar staat „Hoe komt een land onder de plak
van Rome." Ooooo.... dan ia 't zeker wee®
aoo'n afgevallen
Drietal neusophalend weg. (Z^tr.)
Leer eerst je Hollandsche taal. Onder dit
opschrift lezen we in „Het Centrum":
Bij de administratie van een der Kath.
weekbladen werd door het bestuur der betrok,
ken vereeniging onderstaande advertentie
(letteiilik zoo) ter plaatsing aangeboden:
R, K. Dansklup
Internos.
Wenst weer als het voorege seizoen Zondag
avent van 7M 9B weeder in de Volkseh-
bout Een kussus te deen.
Muzik van
(Volgt naam van den pianist).
Is 'tnu niet beter voor onze jongelui, dad
ze eeret nog eens een cursus volgen, tot het
weder aanieeren van hun moedertaal, die ze
IX.
OP het SPOOR.
Ver geef sell traehte Mgr. Latimer, een van
Engelands bisschoppen in die dagen van ver.
volging, den tiran Hendrik VIII, die verzot
was op de kerkelijke goederen, welke bet om-
koopbaar en roofzuchtig parlement hem
schonk, te bewegen, om althans nog enkele
kloosters te sparen, ze niet te verwoesten,
omar als zoovele huizen van wetenschap gods
dienst eu onderwijs te doen blijven bestaan.
Slechts weinige rijken kouden wijzen op
schoonheden als die welke het sieraad van
Engelands graafschappen uitmaakten; doch
zij werden allen aan de wreedheid van Hen
drik ten offer gebracht, vau den 6choonslen
tempel tot de kleinste cel, waar slechts enkele
hoogstens een tiental broeders of zusters ver
gaderden; alles werd tot aan den grond om
vergehaald.
De waarde van de prachtige bibliotheek
van Glastonbury was zoo groot, dat een be
kwaam eu goed bekend oud Engelseh anti-
lliuüjr orvau zeide, dat hii bij bet eerste ge
zicht van dien boekenkast aarzelde, de zaal
binnen te gaan.
looh leest men bij Bate, dat zulke schoone
verzamelingen van boekwerken aan een uit
drager voor oud papier werden verkocht. Hij
verhaalt nog, dat bij iemand heeft gekend, die
zich bij twee zulke verkoopingen van scheur
papier voorzag, en dat hij later zelf getuigde
in (ion jaar nog niet de helft van zijn voor
raad te hebben gebruikt.
I)e kloosters waren zoo hecht gebouwd, dat
..■J menig gebouw geen menschenhand in staat
was, de afbraak te voltooien, en men zich van
kruit moest bedienen.
De vaste goederen werden aan gunstelin
gen weggeschonken.
Zoo wordt van Cromwell verhaald, dat hij
zich van dertig kloosters meester maakte. Het
geld werd aan het Hof in dobbelspel en wel
lust verkwist.
Van daar, dat de schatten, die de kroon
zich op onrechtvaardige wijz.e bad toege
ëigend, binnen enkele, jaren waren vervlogen,
eu in plaats dat de lasten das volks vermin
derden, eene belofte, waardoor velen aan den
ondergang der kloosters hadden meegewerkt,
stegen de belastingen meer en meer.
Vier maanden waren verloopen, 6inds dó
gebeurtenissen plaats grepen, in ons vorig
hoofdstuk verhaald. T)e ruwe, koude maand
Maart was reeds half voorbij. De wind huilde
over en door do ruïne vau de Abdij, groofceu-
deeis van haar dak beroofd hier en daar om
vergehaald. Menige regenvlaag had de laatste
j bloedige sporen op den top van den heuvel
weggespoeld, de laatste overblijfselen van de
vreeselijlce slachting vernietigd, maar bij het
volk leefde de herinnering aan de misdaad
voort.
1 Doch dé storm, die de grootsche Abdij had
verwoest, had de nederige woning van Giles
Hodges gespaard. De oude man leefde daar
met zijne vrouw in vrede, evenals zijn buren,
en onder het onverbiddelijk lot: „Alle morgen
nieuwe zorgen", volgden de dagen elkaar op.
Dikwijls leefde bij hen de herinnering aan
bun pleegkind weep op, maar zij hadden hem
niet weergezien, sinds het doodvonnis van
den Abt en zijn gezellen was voltrokken. Zij
hadden het wijselijk nuttiger geoordeeld, dat
hij de plaats, die bij hem zulke pijnlijke in
drukken had achtergelaten, zou verlaten, en
f daar Giles' broeder, die des zomers op zee zijn
brood verdiende, te Lyme Reger woonde, zond
hij hem derwaarts, om by hem den winter
door te brengen.
j Deze verandering van wooplaats maalden
op zijn geestestoestand een goeden indruk.
Do arme jongen kwam bij Giles' broeder
met een gebroken kommervol hart, en lijden
de aan de zenuwachtige spanning, waarin hij
zoo lang erkeerd had De strijd was inder
daad hovig geweest, maar de jeugd is veran
derlijk, en ig spoedig droevige beurtenissen
ontwassen.
Somtijds ging Cu tb bert. met zijn oom, met
welken r.anm hij spoedig den broeder van zijn
pleegvader bestempelde, uit visschen. Dit was
voor hem een groote uitspanning, en deed zijn
geest herleven. Hij staarde op de flikkerin
gen van de maan op de golven, stond vroeg
op, om bij den dageraad het heerlijk sciiouw-
spel te aanschouwen van een opkomende zon,
en den lachenden morgengroet van den oce
aan op te vangen.
j Daarom moet men echter niet denken, dat
hij den Abt kon vergeten, of dat zijn geest
niet vol was van bet geheim, door den Abt
hem toevertrouwd. Hij had zijn pleegvader ge
zegd, dat bij wel verwachtte, met de vrienden
vau den overleden Abt in betrekking te blij
ven, en de oude Ilodges had hem beloofd, dat,
zoo iemand van ben ooit bij hem mocht ko
men en liem den bewaarden ring vertoonde,
hij zonder eenig verlet om Cnthbert zou zou
den.
i En ten laatste kwam deze lang verwachtte
bode, juist op het oogenblik dat Cnthbert, na
met zijn oom op zee een voordeeljgen nacht
te hebben doorgebracht, huiswaarts keerde.
Een bode, naar liet uiterlijk te oordeelen een
landman, was van Glastonbury gekomen door
Langposi, IJminster, een afstand van onge-
veertig dertig a veertig Engelscho mijlen.
Do oude Giles kou niet schrijven en had
met den bode alleen mondeling zijn bood
schap kunnen overbrengen in dezen vorm:
„Kom naar buis, ik heb den ring gezien, hij
i verwacht u morgen."
Tot biertoe hebben wij nog niet 1 ui'1"'"V
den maatschappelijke© toestand van Giles
Hodges medegedeeld.
Hij was een pachter, en bezat geen eigen,
dommen. Hij bebouwde oen groote hofsio
waarvoor hij jaarlijks 60 a 70 gulden betaald a
Hii kon ongeveer 100 schapen op zijn land hoe
den en bovendien bezat hij nog dertig koeien
Hij was in staat, en ook verplicht, een nu< 4
en eeu paard in zijn dienst te hebben, beidt
van een goed harnas voorzien, om, als do ko,
ning hen noodig bad, dienst te kunnen doenj
want dit foedaal recht bestond nog altijd, en
voorzag in de behoefte van een staand legei;
In hot kort, hij was een Engelseh pachter,
geheel en al op den voet dier oude tijden.
Eun beider vuur brandde in den haard vut;
Giles' woning, eri flikkerde even lustig als in
de dagen van vreugde. Hij en zijne vrouw had,
den beiden in liunn stoelen naast den haar$
plaats genomen, want de dag was voorbij
de arbeid was geëindigd en zij rustten nu ui'
van do vermoeienissen van den dag, met ver
langen uitziende naar het oogenblik dat Cutlr
bert, bun pleegkind, zon aankomen.
Het was schemeravond; de klok had juist
zeven uur geslagen. Het avondmaal was reed»
bereid. Op een helderwit tafelkleed prijkte»
verschillende gerechten, die iemand in ven
zoeking zonden gebracht hebben, en die op d»
komst van den lieveling wachtten.
I Daar wordt op de deur geklopt. De barton
der twee oudjes kloppen hoorbaar. Daat
wordt nog eens geklopt. „Kom binnen rie<
oen beiden»