DAALDERS
I
e CI i c h é's
KATHOLIEKE ILLUSTRATIE
GRAAFF Jr.
blijft terecht de gewilde cacao.
Van Overal.
Advertentiën.
ARGENT!JNSCH RUNDVLBESCH
J. SPIGÏ ia Velsen. 11
J. A. OKHUIJSEN
St. Hicolaas-Cadeaux.
Botermarkt hoek Barrevoetestraat.
Sta ten.Generaal,
Leger en Vloot.
BDiteigiwene voordeeiige verkno
ping van geregelde en ongeregelde
Hoeren-, Jongeheeren-en
Kinderkleeding,
atapels pantalons.
H. VAN ALPHEN
WILT U BESLIST
Magazijn van Vruchten en Comestibles
F. A. BEEL.ENK Kruisstraat 15.
Telefoon 294,
IH.H. i
VRAAGT PRIJSOPGAAF.
Bakkers
ipu es Likeares
Botermarkt hoek Barrevoetestraat
J. GR A AF F Jr.
INGEZOMDE3I,
A. S.
Komt en ziot! Komt en zieti
Kleermaker,
Breestrsat 9. Breestraat 9.
Til. P. w. d. ME IJ.
Ruim gesortoerd in aie soorten FIJNE VRUCHTEN.
Speciaal aim voor keurig opgemaakte Fruitmanden.
BAKT
TflRi
VOOR DE
worden alle vervaardigd in de Chemigraflsche
Ateliers van de N. V. 0 R U K K E R IJ D E
SPAARNESTAD, KINDERHUI SVEST,
HAARLEM
Amerikaanscfo
EBLoeara
Merken DALEfö, FRAPPANT.
QIERSTRAAT 34. Tel. &7
HAWÖÊL 381
Ruime ke'ize
Heeren-Mode-Arlikelen.
Alle Artikelen in ruime keuze voorhanden,
TWEEDE KAMER.
(Zitting van gisteren).
Indische Begroeting.
De replieken worden voortgezet.
De heer VAN VEEN zegt zijn redo voort.
Spr. zegt, dat de heer Tydeman heeft gespro
ken van verandering van koers en daarvoor
aangevoerd hetgeen over de facultatiefstel-
ling van het godsdienstonderwijs is gezegd.
Dat is echter geen blijk van koersverandering.
Spr. heeft daarop ook niet aangedrongen.
Maar wel had hij van den Minister meer mo
gen verwachten met het oog op diens uitla
tingen bij de verkiezingen. Over de verhou
ding van den Gouverneur-Generaal tot den
Minister heeft de heer Tydeman aan spr.
misverstand verweten. De stelling door dezen
bestreden is door spr. hier in de Kamer niet
verdedigd.
Spr. komt thans op de algemeen-politieke
verklaring des Ministers, waarbij hij zich los
maakte van het Concentratie-manifest, het
geen spr. aanleiding geeft op te merken, dat
hem dit een groote voldoening is. Maar de
Minister kan zich niet losmaken van hetgeen
hij gezegd heeft
Spr. stelt nog eens de vraag of de Minister
nog van oordeel'is, dat de politiek in Indië
onherstelbare schade heeft toegebracht, dat
die politiek de haren te berge doet rijzen, en
dat die bet land ten verderve dreigde te bren
gen. Op die vragen heeft de Minister niet ge
antwoord. Spr. heeft deze vragen niet ge
steld om den Minister onaangenaam te zijn,
maar om op de verkiezingscampagne het eeni.
ge merk te drukken dat er op past: dat der
valschheid.
De heer SCHEURER (a.-r.) betoogt dat de
Minister met zijn beroep op voorzichtigheid
bij de zending niet aan een dooveinans deur
zal kloppen. Spr. gelooft dat de zending de
beste waarborg is voor de geestelijke vrijheid
en do erkenning van anderer gedachten-
uiting.
Spr. verduidelijkt vervolgens enkele zijner
negen in eersten termijn.
Over 't geheel is spr. bevredigd door des
Ministers houding, en hij zegt hem gaarne
zooveel mogelijk zijn steun toe.
Do heer FOCK (u.-l.) heeft met belangstel
ling en instemming naar 's Ministers rede
geluisterd. Spr. meent dat de Minister duide
lijk en onomwonden heeft aangetoond, dat de
grieven der Concentratie volkomen gegrond
waren.
Spr. verweert zich voorts tegen de inter
rupties van den heer Van Veen ten aanzien
van de circulaire van 1913, overgedrukt in
„De Locomotief', waarbij spr. de beschuldi
ging herhaalt, dat alleen een ambtenaar den
heer Van Veen op de hoogte moet hebben
gesteld.
De heer VAN DEVENTER repliceert; hij
herinnert aan zijn oordeel van 1904 over de
zending en zijn daarvan verschillend oordeel
in de eerste Kamer. In 1904 ging spr. echter
af op wat hij wist van de zending tot 1902;
maar nadien is er kentering gekomen, en
reeds in 1909 vond spr. daarin aanleiding te
waarschuwen in „Land en Volk", vooral na
dat hij door dr. Snouck Hurgronje meer in
zicht had gekregen in het wezen van den Is
lam. Niet spr. is veranderd, maar de tactiek
van verschillende zendingscorporaties.
Spr. constateert met genoegen dat als doel
van de zending door sprekers van rechts is
erkend propageering van het Christendom,
en dat om dezelfde reden scholen gesticht
zijn
De heer ANKERMAN: Wat zit daar voor
bijzonders in?
Mr. RUTGERS: Dat weet toch iedereen
dat dit het doel der zending is!
De heer VAN DEVENTER handhaaft ver
der zijn gevoelen over de cireulaire-Keuehe-
nius. Dc behoefte aan onderwijs is zoo groot,
dat alle scholen voor allen toegankelijk moe
ten zijn; dus voor alle scholen en alle stre
ken moet hot godsdienstonderwijs facultatief
worden gesteld. En de rest, het maatschap
pelijke onderwijs moet dan neutraal zijn....
De heer SCHEURER: Dat zullen wij niet
aanvaarden.
De heer VAN DEVENTER: Neutraal be-
tëekeut volstrekt met anti godsdienstig, al
leen: godsdiensteerbiedigend......
De heer SCHEURER: We weten wat dit
o lv o n fc
De hoer VAN DEVENTER herinnert ten
slotte aan hetgeen hij gesproken heeft bij de
opening der Kartinischool.
Na de pauze is het woord aan den heer
TYDEMAN (v. 1.). Hij brengt den Minister
hulde voor zijn teekening van Indië, en be
tuigt in hoofdzaak instemming met diens be
toog, zich critiek op eonige onderdoelen voor
behoudend.
Spr. had het voorts nog over de bijdragen
uit Indië aan de vrijzinnige verkiezingskas.
Dat was niet van hier uitgegaan: vanwege de
concentratie is in Indië niets gevormd, zelfs
geen comité.
De heer BOG AARDT (R.-K.). Loochent u
dan het bestaan van een vrijzinnig verkie-
zingscomité in Indië?
De heer TYDEMAN: Door de concentratie
is geen enkel comité in Indië gevormd, met
geen enkel comité in overleg getreden, met
geen enkel comité gecorrespondeerd. In Indië
is geld opgezameld, dat aan iemand in Neder
land is opgezonden, niet aan de concentratie,
"waarvan men in Indië blijkbaar het adres niet
wist. Die iemand hoeft aan spr. dit geld ter
hand gesteld voor de concentratie. Dat geld
heeft spr. aangenomen en gebruikt. Dat was
alles.
De hoeren BOS, RUTGERS, ANKERMAN,
VOLLENHOVEN repliceeren, zoo ook de heer
de SAVORNIN LOHMAN die opmerkte, dat
do heer Bos geheel andera staat tegenover dot
zendingsscholen als de heer van Deventer.
Hedenmorgen zou de Minister weer spreken.
GEWISSELDE STUKKEN.
De begrooting van Binncnlamlsche zaken.
Verschenen is het voorloopig verslag van het
Vo hoofdstuk der sta a tebeg rooting over 1914.
Het afdeelingsonderzoek heeft aanleiding ge
geven o.tn. tot de volgende beschouwingen en op
merkingen
Bij de algemeene beschouwingen werd ge
vraagd welke posten door den Minister op de
ontwerp-begrooting van zijn ambtsvoorganger
zijn geschrapt. Gevraagd werd waarom een
„voorloopige commissie van toezicht voor de
handelsdrukkerij" is benoemd en of bg de omzet
ting in een definitieve commissie nog wijziging
in de samenstelling of utbroiding van bet getal
leden zal plaats vinden.
Gevraagd werd hoe het met de grensregeling
tusschen de provinciën Groningen en Drente
staat en op spoed werd aangedrongen.
Met tal van voorheelden werd aangetoond
hoe door niet tijdige verlegging der grenzen
van tal van gemeenten de toestand onvoldoen
de is. Men hoopte dat in tegenstelling met zijn
ambtsvoorganger, de Minister grootere geneigd
heid zou toonen om de vraagstukken op dit ge
bied te lossen.
Op meerdere en betere samenwerking der ge
meenten werd aangedrongen. Er waren leden
die van oordeel waren dat art. 2., lid 8. der
Kieswet behoorde te vervallen. Het kiesrecht
hangt in sommige gevallen af van de tijdige
uitreiking van een aanslagbiljet in de
Rijksbelastingen, zoodat het van de
al of niet voortvarendheid van den be
lastingambtenaar kan afhangen of iemand ziju
recht zal kunnen, uitoefenen. Voorts werd de
meening van den Minister gevraagd omtrent
de weigering van den voorzitter van een Am-
sterdamseh stembureau, die een vrouw die op
do kiezerslijst voorkwam niet tot de stembus
had toegelaten.
Aangedrongen werd op botere regeling van
de rechtspositie van gemeenteambtenaren.
Het had do aandaoht getrokken dat in 1912
1913 zooveel n iet-in gezeten en tot burgemeester
zijn benoemd. Vooral werd er tegen opgekomen
dat burgemeesters werden benoemd, waarvan
tevoren vaststaat, dat zij na enfcede jaren zullen
trachten tot burgemeester van eene grootere
gemeente te worden aangesteld.
In verhand met de door don burgemeester
van Maastricht verboden opvoering van het too-
neelstuk „Een huwelijk onder het schrikbe
wind." werd door verscheidene léden, geklaagd,
daar de geede zeden door dit stuk niet werden
aangerand. Gevraagd werd of het art. 188, lid 2,
dat den burgemeester de controle over vertoonin
gen opdraagt, langer onveranderd gehandhaafd
behoort te blijven. Hiermede konden andere
leden zich niet vereenigen.
Sommige leden waren ook ontstemd over het
optreden van enkele burgemeesters tegenover'
vereenigingen en vergaderingen. Verschillend
gevallen van zaalafdrijving werden aangeveerd.
In verband hiermede vroegen zij óf er voor den
Minister geen aanleiding is de burgemeesters
er op te wijzen, dat zij op geenerlei wijze het
recht van vereeniging en vergadering bahooren
te belemmeren.
Geklaagd werd over hét optreden van de Am-
sterdamsche politie op 2B Juni, op den Dam,
waar na afloop van een bijeenkomst van de afd.
Amsterdam der S. D. A. P. de manifestanten
door de politie met geweld uit elkaar zijn ge
dreven. Een onderzoek werd verzocht.
Inlichtingen werden gevraagd over de in ver
schillende dagbladen vermelde feiten betreffen
de den burgemeester van Uithuizen die in zijne
functie van sec.-penningmees.ter in het bestuur
van een waterschap onregelmatigheden zou heb
ben gepleegd.
Omtrent de herbenoeming van den burge
meester van Slochteren, meenden sommige
leden dat dit in strijd was met den wensch van
een groot deel der gemeentenaren.
Op herziening der Drankwet werd door ver
scheidene leden, aangedrongen.
Gevraagd werd of het vanwoge hot genees
kundige staatstoezicht ingestelde onderzoek
naar het sterfgeval in hat St. Jorisgasthuis te
Delft, waar tengevolge van slechte verzorging
een verpleegster zou zijn overleden, den Minis
ter aanleiding geeft tot nadere medodeeling.
Ia verband met de oprichting van het eerste
crematorium in Nederland kwamen sommige le
den terug op de vraag of onze wetgeving het
verbranden van lijken toestaat. Aanvulling van
de begrafeniswet werd noodig geacht.
Naar aanleiding van de intrekking van het
wetsontwerp betreffende ontslag van onderwij
zeressen bij huwelijk, werd opgemerkt dat vooi
ziening te dezer zake niet kon uitblijven.
Verscheidene leden waren teleurgesteld door
het gemis, zoowel in de Troonrede als bij de toe
lichting tot dit begrotingshoofdstuk, van
eenige aanduiding, dat de Regeering het plan
heeft in de salariocring van de onderwijzers
verbetering te brengen.
Sommige leden meenden, dat voorloopig, na
de verbetering van positie, die do wet van 6 Juni
1913, had gebracht, moest worden gewacht met
verdere wijzigingen. Zij keurden het af, dat in
onderwijzerskringen tegen dit „toeslagwetje"
nog steeds geageerd wordt en meenden dat in
trekking van deze wet in die kringen allerminst
bevrediging zou brengen.
Verscheidene leden hadden met verbazing
vernomen, dat de wandteekeningen in het z.g.
„zweetkamertje" van het Academie-gebouw te
Leiden bij het witten van de localiteit waren
verdwenen. Scherpe afkeuring werd over het
gebrek aan zorg, flat hier aan den dag is ge
treden, uitgesproken.
Voor den inbond dezer rubriek stelt de
Redactie zich niet aansprakelijk.
Van ingezonden stukken, geplaatst of niet
geplaatst, wordt den inzenders de copie uiet
teruggegeven.
Lisse, 19 November 1913.
Mijnheer d© Redacteur.
Zoudt u mij voor het onderstaande c8h
klein plaatsje willen afstaan? Bij voorbaat
mijnen dank.
Dezer dagen zond de R. K. Middenstands-
vereoniging een circulaire in de gemeente
rond, ter aansporing om met het St. Nicolaas-
feest en ook in het vervolg onz© inkoopen to
doen te Lisse.
Nu, hulde aan dat Bestuur voor deze daad,
want zeker zal hiervoor elke middenstander
dankbaar ziju en zeggen bij zichzelf: dat is
nog eene een flink stuk werk! En met recht!
Maar ik vraag mij af: wat doen verschil
lende middenstanders-zèlf: heel veel in de
steden koopen en hun eigen dorpsgenooten
voorbij loopen, waar zij het heele'jaar van
eten moeten! En dit is het waar ik even op
wilde wijzen.
Komt, middenstanders, laat dit nu uit zijn
en geef zelf een voorbeeld! Als gg allen
elkander steunt in het vervolg, dan zijt gij al
een groote stap vooruit- En vervolgens do
arbeiders: steunt gij óók den middenstand!
Gij wilt voor uzelf ook welvaart, gun het
ook aan nw dorpsgenooten! En vooral gij
Volksbondcrs: op de eerste plaats is het uw
plicht uw plaats van inwoning te bevorde
ren. Daarom allen uwe inkoopen in de plaats
uwer inwoning en er zal in Lisse weldra groo
te welvaart zijn voor den middenstand!
Een groot voorstander voor de
welvaart van Lisse.
ONDERZOEK NAAR VOOR ADJ.-ONDER-
OFF. VOORGEDRAGENEN.
De minister van Oorlog beeft opgave ge
vraagd van den datum van aanstelling bot
onderofficier van allo sergeant-majoors die
voorkomen op de bevordoringslijst voor ad-
judant-ondorofficier.
Vermoed wordt, dat een en ander verband'
houdt met het treffen van een nadere rege
ling van de bevordering dezer millitairen.
KADERNOOD.
Volgons do „Avondpost" is uit een bij de
korpsen ingesteld onderzoek gebleken, 'dat
thans bij de infanterio IV? sergeanten aaa de
I organieke sterkte ontbreken.
Mevrouw Pankhurst ten huwelijk gevraagd
Als men den New-Yorkschen correspondent van
de „Standard" gelooven mag, .heeft de bekende
Engdsche kiesrechtvrouw, mevrouw Pankhurst
die zich op het oogenblik nog in de Vereenigde
Staten bevindt, een huwelijks-aanzoek ontvan
gen van den wereldkampioen-vaster, die, naar
gezegd wordt, zich door de fcaktiek, door do mi
litante suffragettes in Engeland aangewend,
buitengewoon getrokken voelt tot dit soort
damea en vooral tot haar generaal. Daar 't voor
een huwelijk noodzakelijk is, dat de twee par
tijen het eens zijn ('t is te begrijpen, dat men
hieraan in dit curieuze geval wel een beetje
twijfelde) hebben de Amerikaansche jounalisten
zich gehaast naar Hartford in Connecticut,
waar mevr. Pankhurst aangekomen is, te gaan
om haar oordeel te vernemen.
Mevr. Pankhurst moet niet weinig in woede
geraakt zijn over de vragen der journalisten
zegt de Tel. Zg vond het een zeer onbeschaam
de vraag en een beleediging, waarop zij niet
wilde antwoorden. Ik ben een politieke vrouw
en geen persoon om mede in het huwelijk te tre
den zeide zg. En daarin heeft 't monsch gelijk.
Je moet waarlijk wel een leeuwenmoed heb
ben om met dit opperhoofd der vrouw-apachen
of hoe men die vrouwelijke bende noemen wil,
in het huwelijk te treden.
Zonder onderscheid liet zij alle onbescheiden
journalisten aan de deur zetten, met inbegrip
van de fotografen, die hare verbolgen trekken
wilden vereeuwigen.
- Een drijvend telephoonkantoor. Ten einde
aan de passagiers de mogelijkheid te geven tot
het laatste oogenblik kort vóór het vertrek der
schepen en ook bij aankomst van het oogenblik
van hot anker werpen al met het vasteland
telefonisch gemeenschap te kunnen hebben,
wordt in de haven van New-York een drijvend
telefoonkantoor opgericht, dat voor de verschil
lende scheepsgeioidingen ala centrale dient en
de verbindingen met het vastenland maakt.
Een goede maatregel Men schrijft uit
Doch aaa de Gld.;
Door de spoorwegdirectie te Essen wordt'
elke drie maanden in haar rayon eene ken
nisgeving' op de verschillende bureau's der
stations opgehangen, aangevende de ver
schillende ongevallen, die in het voorafgaan
de kwartaal onder het personeel hebben'
plaats gevonden.
Naast het station, den naam en de charge
van den beambte, wordt de aard van bei
ongeval nauwkeurig omschreven, of zulka
b(j het rangeeren, het loopen over de spoor
lijn of tijdens den loop der treinen heefi
plaats gevonden, tevens of het feit al dan
niet aan eigen onvoorzichtigheid toe te
schrijven is. En dit laatste is bij velen het
geval.
Het personeel der spoorwegdirectie hier
boven genoemd telt veertig duizend per
sonen; per drie maanden komen gewoonlijk'
vijftien tot twintig gevallen met doodelijkert
afloop of verminking voor het Ipven voor.
Een verschrikkelijk drama. Door eenige
visschers van de Motkreek, schrijft De West
is een Tudiaan gebracht op het politiestation
Constanlia, waar die Indiaan een afgrijselijk
verhaal beeft gedaan van zijn wedervaren
met drie Fransche déportés.
Hij verklaarde Josef te heeten, en woon
achtig te zijn op Langa Man Kondro bij Ga-
libi aan de Morowijne.
Op een middag kwamen daar drie Fran-
schen, die hem verzochten en ten slotte
dwongen om hen over te zetten met zijn
visschersboot. Zij verklaarden naar St. Lau
rent (het Fransche strafetablissement) te wil
len gaan. Maar onderweg wendden zij hel
roer en zetten koers naar zee, den Indiaan
zijns ondanks medenemende. Den ganschec
nacht zeilde men door, en bij het aanbreken
van den dag werd de Indiaan over boord ge
smeten, in zee.
Een geoefend zwemmer zijnde, heeft de In
diaan van des morgens tot 's namiddags drie
uur geworsteld tegen den dood in 't water, nu
eens zwemmend, dan weer drijvend. Eindo-
lgk gelukte liet hem den wal te bereiken, en
zich langs het strand voort te sleepen, tot hij
des nachts om twee nur de visschers aan de
Motkreek bereikte, die hem eenige dagen la
ter naar Constantia brachten.
De Indiaan heeft het leven behouden, maar
zijne heziitingon (boot, geweer, zeilen enz.)
verloren. Het spreekt vanzelf, dat scherp
wordt uitgezien om do drie onmensclien te
ontdekken.
Het baardeloozc regiment. Dezer dagen
heeft de Oostenrijksch-Hongaarsche ministei
van oorlog in een circulaire opgemerkt, dat
in den laatsten tijd tal van officieren hun
gelaat kaal schoren om zich aan te passen
aan een mode, uit Amerika afkomstig. Da
minister brengt in herinnering, dat het dra
gen van een knevel, met of zonder baard,
voor het heele leger verplicht is, met uitzon
dering van het 14de regiment dragonders, het
welk op dat stuk een bijzonder voorrecht
heeft.
Het merkwaardige voorrecht, waarvan de
minister in zijn circulaire gewag maakt, dag-
teekent van den slag bg Kollin (1757), waar
de Oostenrijksche maarschalk Daun Frederik
den Grooten versloeg en tot ontruiming van
Bohemen dwong.
Daun, voor don aanvang van het gevecht
zgn troepen monsterend, bevond dat het re
giment dragonders van Windischgratz VOOÏ
het grootste deel uit baardelooze jongelingen
bestond en hg uitte twijfel over hun waarde
in den 6lag.
Maar juist dit regiment onderscheidde zich
zoo schitterend, dat de veldmaarschalk het
zijn compliment liet brengen en zgn beleedi-
gende woorden terugtrok. Van dien dag loo
pen de dragonders van Windischgratz, sinds
dien het 14de regiment dragonders, met een
kaalgeschoren gelaat, om de groote daden
van Kollin te gedenken.
In 1850 erkende Keizer Franz Jozef dat ge
bruik en stelde het tevens verplicht. In 18G9
gaf een keizerlijk bevel den officieren vrij
heid hun haard te dragen zooals zij wilden.
In 1875 sclireeft een nieuw hevel voor, dat
alle militairen een knevel moeston dragen
met of zonder baard, behalve het 14e regi
ment dragonders en, zoo zegt de N. R. Ct„ dit
voorschrift ie nog van kracht.
De inassa bestaat uit honderden
ULSTERS, DEM1-SA1SONS, RE
GENJASSEN, JEKKERS, MOTOR-
EiEISJEKKERS en een reuzen-partij
jONGENHEEREN- en KINDER-
KLEED1NG.
Wij lubben deze eerste klasse goe
deren goedkoop gekocht en zullen ze
tens voor spotprijzen ver koopen.
Het is wel jammer, dat deze goede
ren zoo goedkoop weg moeten. Maar
er is niets aan te doen. Onze ruimte is
te beperkt, wij zitten prop en propvol
en moeten en zullen cleze partij louter
en alleen om eens ruimte te maken,
voor spot- en nogmaals spotprijzen
Verkoopeu.
Wij verkoopen uit deze partij Mans-
Ulsters van f 4.25 af, Mans-Dcmisai-
6ons van f 4.25 af, Mansjekkers van
f 2.90 af, Mans-costuums van 4.50
af, Manspantaions van f 0.90 af, Kin
deren- en Jongenheerenkleeding voor
spot- en nogmaals spotprijzen. Die het
eerst komt heeft de mooiste keus uit dc
tnassa, en knoopt dit in uwe ooren:
legen ons valt niet te concurreeren,
onze kracht is onze voorraad, enze
kracht is onze omzet. Sinds 8 jaar
gevestigd.
Koopman in geregelde en ongeregelde
Heercnkleeding.
Zondags tot 6 uur eeopend.
BLOCKER'S
CACAO
versekerd lijn dat ge rima
ontvangt tegen billijken piij3, baalt het daa in de
Spekslagerij i—t fóiefieslraat II. Kiilegom.
Dit vleesch wordt ekourd door den WelEd. Haer STUVE, RijksveearU-
Keurmeeater, Amsterdam.
Munten uit door kleur en uitkomst w
Fantasie Schortjes, Zakdoekjes, Handschoenen, Parapluies,
Dames Bonten, Dienstbodenkatoentjes, enz. enz.
Overhemden, Boorden, Fronts, Manchetten, Dassen, Zelf-
biuders, enz. enz.
Aanbevelend,
Uat