i/i W. iTweenuijse/?. &arreJj0rJss/ Sobkousen. Scciale Berichten. Winfterpantofefls. 8f? ten «Generaal!, Rechtszaken. Leger en Vloot. Landbouw en Visscherij. Sport en wedstrijden. e beschouwingen verschillende opmerkingen ijn gemaakt over den vorm van 'e Minist- 'i'.s Memorie van Antwoord. olgnarne gaf dp Minister toe, dat een rond van waarheid aan deze opmerkingen iet kan ontzegd worden en dat inderdaad hier a daar het antwoord „wat kort en bodig is". De heer Pleyte noemde dit „le défant do p.s qualitée OEtéricures." In de rechtspraktijk was Zijne Excellentie TUjd gewoon geweest, hij schriftelijke behan- eling de zaken beknopt te behandelen, om iter hij de mondelinge beraadslagingen een ander wat aan te dikken; er wat relief aan geven. Ter aandikking dezer openbaring vervolg- spveker aldus; dat hij, wat de schriftelijke handeling betreft, denkt aan een paraplnie, e men opgerold hij zich draagt en die men tfi '.et op het «ogenblik dat de bui losbarst. Prachtig. Stel n voor, Minister Pleyte in mbtsbestuurndor de paraplnie! Waar blijft ge, edelo esricaturisten, om de en zet aan de vergetelheid te ontrukken? Merkwaardig toch! Niets veranderd, zelfs 'olige Theo is herleefd. ICHTERL1JKHEID DER KATHOLIEKEN De N. Zeeuwsehe Crt. schrijft: De Roomsehen zijn achterlijk. Dat spreekt, lij velen als een boek. 1 Het 1? oo mach e ODderwüs is niet op de boog ie. Dat geldt voor velen als een evangelie. Een staaltje van een en ander zal dus wel- ium zijn. De Regecring vroeg onlangs leerplannen lp van verschillende inrichtingen van onder- tij s. Het leerplan der Rconische St. Vincen- Ainsscholen bleek het beste. liet door en door Protcstantsehe Drenthe jrijkt op de lijst der schoolverzuimen met 132. Het door en door Roomsclie Limburg Vet 51. Hot percentage der analphabeten (uien- then die lezen noch schrijven kunnen) be draagt voor Drenthe 3.54, voor Limburg 0,95. „De Roomsehen zijn achterlijk, hun onder lijs ie niet op de hoogte....!" DE VRIJMETSELAARS EN DE „KLEINE LUYDEN". Totnogtoe had de Vrijmetselarij over bet ilgonieen slechts volgelingen onder de voor namere standen cn omhulde zich vooral tc- tenover den minder gegoeden stand met een Waas van zeer groote geheimzinnigheid. 't Schijnt ander to gaan worden, z/ooals i,Do Nieuwe Koerier" aangeeft Dit blad drukt den volgenden brief af, iien het ontving van een cenvoudigen bur ner in een Zuid-Limburgsche gemeente/ aan ■vicn dit schrijven het was geheetografeerd hi dus blijkbaar aan meerderen toegezonden - gericht was. Den Haag, 25 October 1913. (ii'ooto Vrijmetselaarsloge van Nederland. Vertrouwelijk. L. S, Hiermede veroorloven wij ons tot U tc komen met de beleefde vraag, of U geneigd zou zijn, U aan te sluiten bij de-Greote Vrij metselaarsloge van Nederland en in den kring uwer vrienden en tekenden voor ons te arbeiden. Do Grootc Vrijmetselaarsloge van Neder land is een gewijzigde Rond van Vrijmetse laren en moet tot bevordering van de prac- tische uitoefening der naastenliefde in Ne derland wortel schieten. In de meeste pro vinciën en groot::re steden bestaan reeds loges of wordt hun oprichting voorbereid. Om de verdere uitbreiding van don Bond te bevorderen, wenden wij ons vertrouwe lijk tot U en zenden U inliggend een korte verklarring van het doel cn streven van onzen Bond; U vriendelijk verzoekende, wanneer de lezing U aanleiding mocht geven toe tc treden, het mede ingesloten formulier van aanvrage tot verkrijging van het lid maatschap ingevuld en onderteekend terug to zenden aan schrijver dezes. Wanneer U zich in bijzondere mate aan onze zaak zoudt willen wijden en wellicht als onze vertrouwensman ten uwent tot stichting eener Loge zoudt enaction over- tegaan, zien we andere berichten steeds gaarne tegemoet. Met de meeste Hoogachting Namens de Grootnieesterscliap der Groote Vrijmctselaarsloge van Nederland. 0. WEBER.:. Een nieuwe Vrijmetselaarsloge dus, doch «ve.n geheim en geheimzinnig als de Vrij metselarij altijd en overal geweest is. In 'de bijgevoegde verklaring staat: Een ju'iste voorstelling toch kan zich slechts diegene maken, die door een inge wijde wordt ingelicht, voor zoover zulks dan tegenover een niet-vrijmetselaar is geoor loofd. Wat de bedoeling is van deze nieuwe loge, die zich meer tot „het- volk" richt, wordt vol- genderwijze in bedoelde verklaring; uitge drukt: In de oude Vrijmetselaarsloge wordt veel gewicht gehecht aan titel, rang en positie in het maatschappelijk leven, zoodat het mannen uit den cenvoudigen burgerstand met geringe ontwikkeling niet mogelijk is lid van zulk een Loge te worden. Deze opvatting nu deelt onze bond niet. Onze tend onderschat volstrekt niet de waarde van die mannen, die slechts met geringere kennis zijn tedeeldhij leert in den an dersdenkende, "ook in den politieken tegen stander, in den zoon van een ander land, in hem, die tot een anderen stand behoort, zelfs in den geringste en minst aanzienlijke den broeder te erkennen, te achten en lief te hebben. Bij ons is ruimte niet alleen voor den geleerden en zeer beschaafden, maar ook voor den cenvoudigen gewonen man, als tpj maar bezield is met het streven naar hooger. De vrijmetselarij ziet in, dat de invloed van het volk op de maatschappelijke toestan den voortdurend grooter wordt en wil van deze omstandigheid een gelegenheid maken om zelf ook meer invloed te krijgen. Verschil met de oude, bestaande vrijmet selaarsloge is er natuurlijk zoo goed als niet. - In verband met het feit, dat een ander soort inenschen in dozen gcheimzinnigen tend zal worden opgenomen, zijn natuurlijk sommige zaken veranderd. De verklaring zegt hiervan: Nu zij ti er verschillende Loge bon don, die men meestal in twee groepen verdeelt, n.l. oude en nieuwe bonden. Deze verschillen in streven en doel slechts weinig van elkaar, hoofdzakelijk slechts hierin, dat de oude temden belangrijk hoogcrc inkggelden, con tributies cn fiuancieelo verplichtingen bij eventueele bevordering eischen dan de an dere, zonder dat de broeders voor die hoo gcrc betaling bijzondere voordooien krij gen. De. nieuwe bonden, de burgerlijke Lo ges, hebben weliswaar dezelfde, herken ningswoorden en teekens als de oude, wer ken ook in drie graden, maar wijken in het overige ceremonieel in hun voordeel van de andere af. Evenals van de oude loges, zoo wordt ook ,vari de nieuwe loges gezegd, dat hun doel is de geestelijke verheffing en do zedelijke verbetering harer leden. En dan de beoefe ning der onderlinge behulpzaamheid. Als men niet beter wist, zou men zeggen, dat er geen edeler en monsehiievender ver- eeniging is, dan do vrijmetselarij, merkt do „N. K." hierbij op. Maar bedenkt men dan, hoe vele revoluties er voorbereid zijn in dc vrijmetselaarsloges; hoe zeer alle geopenbaar de godsdienst door de vrijmetselarij is be streden; hoe vooral de Katholieke Kerk door de vrijmetselarij is gelasterd en vervolgd hoe in 't bijzonder de campagne van leugen en laster tegen do Katholieke Kérk en de Katholieke instellingen bij de laatste verkie zingen nu zoo gemakkelijk te verklaren is, nu men weet, dat de Concentratie der liberale partijen door de vrijmetselarij werd tot stand gebracht-, ja dan huivert en siddert men bij de gedachte, dat dit geheim genootschap thans propaganda gnat maken ouder de bur gerij, en zelfs tracht ingang tc vinden in do Katholieke bevolking van het Zuiden. Wij gclooven, dat de propaganda niet ge makkelijk zal vallen; het gezond verstand van het volk en trouwens van ieder fatsoen lijk menseh verzet zich tegen vereenigingen, die in het geheim werken, en zelf verklaren dut. het niet geoorloofd is, aan een niot-inge- wijde alles te vertellen, wat er omgaat in de loges. Vooral in katholieke kringen hecrscht een ingewortelde afkeer tegen dc vrijmetse larij. Maar ook hier geldt het, in den beginno op zijne hoede te zijn. j Het is dus goed. dunkt ons, op dit feit met nadruk te wijzen, opdat, niet sommige lichtgeloovigen, door schoonklinkende woor den in de war gebracht, in den val zouden gelokt worden. i Leer om leer. „Leo" schrijft in de Tel. het volgende schetsje „Langs de straat": 1 Een wagen der nieuwe lijn, 16, staat stil op de brug over de Heerengracht in de Vijzel- I straat, ecu eenzaam eilandje gelijk, in een zee van melkigeu mist gelegen. Flauwrood J pir.kt het groote licht-oog voor aan het spa-t j scherm lodderig door den troebelen nevel. Zwijgend zitien de passagiers en wachten, i Wachtend berustend tot de wagens vau de tegenovergestelde richting op de brug beland. Een dof gerucht nadert langzaam van den kant der Reguliersdwarsstraat. Heel lang zaam. Uit dc raadselachtige grijsheid verwer kelijkt zich een tram eerst 't licht dan nog 'n toplichtje dan de voorkap da.u de wagen, wonderlijk licht-huisje op knar sende wielen. In de verte flappen de onveilige seinen uit Even voor de wagen van lijn 16 in bewe ging komt, bespringt een lijvige mijnheer de treeplank. Een vette heer met kwade wenk brauwen en mulle wangen, waarboven! hoos- glimmende oogjes stekelig flitsen. De conducteur (verbaasd): Waar moet u naar toe, meneer? De meneer (nijdassig): Gaat je niet on! De conducteur: zwijgt. Kaartjestransactie tusschen beide acteurs. Do tram, in langzaamheidszwijmel, bcaar- zelt traagjes de rails. Nadert de dwarsstraat, cirkelt kreunend en jammerend de straat in..- De meneer (giftig): Wabliksem! Wat heb- buk-non? waar ga je naar toe? Ik moet met lijn 4 mee! De conducteur (ijzig): Gaat me niet an! Eeii briesehend menseh stort de, tram af, zich een enkel verzwikkend, half overreden door een groentenkar. Passagiers-grinnikjes, die flauwtjes ver sterven in den dikken mist.... Dc hooge zijden! Men. meldt uit een plaatsje in dc omgeving van Leiden: Vóór eenige weken had hier een der hoe ren Kerkvoogden, in welk collego hij met liet presidentschap belast was, het, tijdelij ke met het eeuwige verwisseld, na gerui- men tijd vóór zijn heengaan, mede als een gevolg van zijn zeer hoogen ouderdom, tot de meer of minder lichamelijk hulpbehoe venden te hebben behoord. Tot zoover is dit geen bijzonder verschijnsel, ook niet, dat de familie van den afgestorvene het als een groote geruststelling rekende, dat vaderlief in v-oorkomende gevallen zich ver zekerd kon rekenen vau de goede hulp en teedere zorgen van den toch zoo vlak in de nabijheid wonenden koster der kerk. Immers deze beiden verstonden zich zóó wel in het ambtelijk leven, dat geen ander dan de kos ter eer voor deze verpleging in aanmer king mocht komen. Dc koster-van zijn kant deed niets liever dan zijn meest teedere zorgen wijden aan de verpleging van zijn president. Ook zonder het in uitzicht stel len van het goed met hem te zullen maken, zou hij niet achter zijn gebleven. Hoe tee- der ook des kosters zorgen waren, zij kon den niet verhoeden, dat de dood ook des presidents woning binnensloop. Uitvloeisel hiervan begrafenis, verkoop van onroerende goederen, verdeeling onderling van roeren- do goederen, en ten slotte familie-vergade ring tot regeling van alles, wat nog te re gelen was. Niets mocht daarbij worden vergeten. Ook niet des kosters diensten. Niets werd dan ook vergeten, want eenige dagen later werd dc koster aangesproken door een van des presidents zonen, die in welgekozen be woordingen nogmaals dank bracht voor de goede zorgen. Ja, en dan had de familie er over gedacht om vader's hoogen hoed aan den koster te vermaken, omdat het toch in diens neven functie van bedienaar van begrafenissen een onontbeerlijk hoofddeksel is. Bij het vernemen van deze beschikking stond de koster pal en kon geen woorden vinden om zijn dank te betuigen. Het is nog niet uitgemaakt kun nep worden uit wel kt: periode do nalatenschap afkomstig is. Resd. TWEEDE KAMER. GW SSEl.DE STU KR EN. DE MEMORIE VAN ANTWOORD DER REGEERING De Regeering is niet bereid de verdere af werking van het fort lo Vlissingen te staken. Reeds is voorgesteld dat voor voorschotten van den Staat aan vereenigingen, die niet uitslui tend de bevordering van de volkshuisvesting op het oog hebben, als coöperatieve vereenigin gen, een eenigszins hoogere rente zal worden berekend. De Regeering overweegt of de intrekking dan wel. al dan niet gewijzigd handhaving van het wetsontwerp tot verruiming van het belastinggebied der gemeenten wenschelijk is. Wijzigingen en aanvullingen van de alge- meene comptabiliteitsregeling worden over wogen, welkende Algemeen e Rekenkamer in staat zullen stillen, zich minder dan vroeger tot een zuiver formeele controle te bepalen. Indien alle wetsontwerpen nog weer een nieuw stadium (door een oentraal-orgaan) moes ten doorloopen zou de klacht over traag heid welke steeds is gepaard gegaan met die over gebrekkige voorbereiding van wetsontwer pen ongetwijfeld nog acuter worden. De regeering is bereid te onderzoekeu hoe in Denemarken is geregeld het verkeer tusschen de regeering en de organisaties van ambtena ren, beambten, werklieden enz. Het denkbeeld van instelling van perma nente oommissies om de verzoeken voor lots verbetering van de verschillende ambtenaren te onderzoeken, lacht de regeering niet toe. Zooveel mogelijk wordt openbare of onder- hnndsehe aanbesteding voor de levering van be- noodigheden toegepast. Een ontwerp tot wijziging van de regeling van reis- en verblijfkosten van ambtenaren ia reeds eenigen tijd gereed. Evenals aan het Departement van Binnen- landsche Zaken wordt aan de overige Minis teries naar inkrimping van personeel gestreefd voor zooveel de dienst en de omstandigheden znlks toelaten. De werktijden der ambtenaren worden naar gelang van behoefte, door iederen Minister voor zijn Departement geregeld. De regeering vertrouwt dat aan liet drijven van den Bond van minder Marinepersoneel, voor zooveel het erop gericht is, de krijgstucht te ondermijnen, zijn schadelijke invloed op den dienst kan worden ontnomen, zonder wijziging van de wet op het recht van vereeniging en vergadering; een voorstel om dat recht te be perken is van deze regeering niet te verwach ten. Invoering van een vrijen Zaterdagmiddag ten behoeve van alle Rijk-sambtenaren, -beambten en -werklieden zou voor 't Rijk vrij aanzienlijke kosten medebrengen. De regeering is overtuigd van de noodzake lijkheid oin in de bestekken van Rijkswerken bepalingen op te nemen, waardoor aan dc ar beiders, bij de uitvoering van zulke werken be trokken, arbeidsvoorwaarden worden gewaar borgd die niet achterstaan bij die waaronder werklieden ter plaatse in den regel werkzaam zijn en waardoor zij beschermd worden tegen den invloed van voor hunne gezondheid na- deeliga werkzaamheden. Omtrent de vraag of en in hoever overbren ging van de zorg voor de nog onder het Depar tement van Financiën ressorteeren de domei nen naar dat van Landbouw, Nijverheid en Handel wenschelijk is, wordt tusschen de be trokken Minister overleg gepleegd. Het onderhoud der paleizen kost per jaar belangrijk meer dan de' jaarlijksche bijdrage ad 50.000 in de onderhoudskosten. Het onderzoek van den uitwendigen saat van het paleis te Amsterdam is nog niet volledig tot stand gekomen. Een voorloopig rapport heeft z.ich slechts tot het onderzochte deel bepaald en omtrent de daarbij voorgestelde maatregelen beeft de re geering nog geeno beslissing kunnen nemen. Overlegging van het, bedoelde voorloopige rap port is thans niet wel doenlijk. Van het gemeen- beBtuur van Amsterdam is geen nader bericht ontvangen terzake van do teruggave van het paleis aan de gemeente. Tiet kan, naar het schijnt, geene al te groote bevreemding wekken dat eenige oversehiiding is noodig gebleken van de 'voor den verbouw van het paleis op het Loo toegestane gelden. Vervanging van de gasverlichting in het pa leis het Loo door eleotrisch licht waren zeker wenschelijk, doch zij zou den bouw en de bedie ning van eene afzonderlijke electrische centrale noodzakelijk maken, waarmede zeer groote kosten zouden gemoeid zijn pen en den voorzitter der algemeene com missie voor kinderverpleging, waarbij dank werd gebracht aan allen, die tot de tot standkoming van deze instelling hebben me degewerkt. (Wegens plaatsgebrek' gisteren blijven lig* gen). VAN ELDERS. DE VERDUISTERING AAN DE HEMBRUG. Morgen zullen voor het Hoog Militair Ge rechtshof de pleidooien gehouden worden in de, in hooger beroep, voor dit college aanhan gig gemaakte strafzaak tegen F. D. d. W., kapitein-magazijnmeester der artillerie, hoofd der magazijnen aan do Hembrug, beklaagd van veiduistering in dienstbetrekking van on geveer f 16,000. Mi'. L. W. van Gigch, advocaat te Am sterdam, zal voor beklaagde als verdediger optreden. RESERVEKADER BIJ DE BEREDEN KORPSEN. De Minister van Oorlog brengt ter kennis, that het eerstvolgend examen van hen die wenschen to worden toegelaten tot de ver bintenis als vrijwilliger voor het reservekader bij de cavalerie zal plaats hebben op 13 Jan. 1914 en zoo noodig op een of meer volgende dagen zal worden voortgezet. Het toelatingsexamen wordt gehouden in de plaatsen waar de staven der korpsen cavalerie zijn gevestigd, zijnde: Amersfoort voor het le, Tilburg voor het 2e, 'sGravenhage voor het 3e en Deventer voor het 4e regiment huzaren De adspiranfcen behooren de kennisgeving, dat zij aan het examen wenschen deel te nemen (ingerie.ht op de wijze als bij het mo del, opgenomen in „St.-Ct." no. 277,'is aange geven), in dier voege in te zenden, dat zij ten minste 14 dagen vóór den datum van aan vang van het examen ontvangen wordt dooi den commandant van het korps waarbij de ad- spirant zich wenscht te verbinden. De minister vestigt er de aandacht op, dat, met afwijking van het bepaalde in vroegere aankondigingen, in Januari 1914 geen examen zal worden gehouden voor toelating tot het reservekader bij de bereden artillerie, doch dat het eerstvolgend toelatingsexamen voor het reservekader bij dat wapen in den zomer 1914 zal plaats hebben. Voor verdere bijzonderheden zie voornoemd nummer van de „Staatscourant". HET VOOGDIJGESTICHT TE ÜDEN. Gisteren is te Uden op plechtige wijze geopend de inrichting tot kinderverpleging, door do Eerw. Zusters van den H. Carolus Borromaeus bestuurd. Het fraaie gebouw, uitgevoerd onder lei ding van den architect Aangenendt te 's Her- togenbosch, biedt plaats voor drie en vijf tig kinderen. Nu zijn er reeds vier en der tig opgenomen. Do plechtige inwijding werd verricht door Mgr. Pompen, vicaris-generaal, die een plechtige II. Mis opdroeg in de kapel van het gesticht. Tegenwoordig waren de leden der alge meene commissie voor kinderverpleging cn kinderbescherming te 's Hertogenbosch de hecren J. F. A. Wagenaar, president, W. Schute, vice-president; II. Raymaakers, se cretaris; G. Raaymaakers, penningmeester; en de leden F. van den Eerenbeemt, Joh. Kuypers, N. Swagemakers en J. Hillenaar, allen te 's Bosch. Voorts mr. L. Basquin, hoofd-inspecteur van het Rijkstucht- en Opvoedingswezen, vertegenwoordiger van den Minister van Justitie, te 'sGravenhage en verschillende geestelijke en wereldlijke autoriteiten. Het woord werd gevoerd door Mgr. Pom- Paardenfokkerij. Er zal worden opgericht een bond van koud- bloedpaardenfokkcrs. Vrijdag zal de directeur-generaal van den landbouw confereeren met alle provinciale rege- lingscommissies, te 's-Graven.hage. Het ligt in het voornemen twee boeken in te stellen een. voor type en-een voor afstamming. Dat liep goed af! Maandag steeg de vlieger Rost te Etampe? op, teneinde te trachten het wereld-hoogte-re cord op zijn naam te brengen. Op ongeveer 4500 meter gekomen werd Rost plotseling door een soort cycloon overvallen. Hij verloor totaal de contröle over zijn toestel, werd verschrikkelijk heen en weer geschud, waarna de machine reeh' omlaag pikeerde. De aanwezige cammissarii van de Aóro Club, die Rost's vlucht officieel controleerde, zag het toestel vallen. Op onge veer 800 meter nam hij duidelijk waar, dat dc machine wel twintigmaal aohtereen met een enorme snelheid volledige cirkels, dus de loo ping, volbracht. Hoe lager het toestel kwam des te langzamer duikelde het. Rost, die in doodsangst verkeerde, had de tegenwoordigheid van geest, het stuur weer in werking te bren gen, nadat hij op 30 meter hoogte voor de laaste maal had geduikeld. Doodsbleek en totaal bevangen door den schrik kreeg hij ein delijk contact met de aarde, waar heelemaa' geen wind stond. Intusschen heeft deze kop duikelaar tegen wil en dank toch een eigen aardig record op z'n naam gebracht merkt d/ „Tel." op: 20 loopings zonder dat hij er het mie ste idee in had. VLIEGERS VERONGELUKT. Reuter seint uit Reims, dat. een militaire biplan, komende van Mourmalon en bemand met twee sapeurs-aviateurs, op de grens van (■ui, en stond gereed zijn paard te bestijgen, 'óijn vader was reeds vertrokken, want zijn a-is was langer dan die van Cuihbert, en deze KJ.-' juist gereed om op reis te gaan. Hij gaf den stalknecht en geldstuk, die zeer ingetogen was bij de ontvangst van een gift f die van Cuihbert. -Gij zijt een edelman, en ik verwed mijn dat ik n alles zeg; Ik ken u, ik was dien 1» wuGe'n dag te Extern, toen twee •ven.i-rdeeldèi: gehangqn moesten worden.* -Gij zult mij dan-toch nirt verre:'-" „ik niet. Ik zou mij daarvoor schamen. Haar ik heb n meer te zeggen. Een uwer vij- Sntii'ii is hier of hier althans geweest.. ..Ja? en wie is hij?" ,-Ecn roodharige jongen, een echte vosse- lop. Hebt gij beiden voordat gij u naar bed {■•gaaft, veel met elkander besproken? Zoo dan hoop ik, dat gij elkander geen gchei- lion hebt geopenbaard." „Waarom? Ik bid u, zeg het mij." „Omdat die jongen in de kamer naast de r.v e sliep, en toen ik naar mijn kamer giug, i ij aan het einde van de gang is, zag ik door rijn deur, die op een kier stond, dat hij met lijn oor tegen het middelschot van uw kamer lag, juist oP de plaats, waar ik wist dat eene Heine opening was." Met een beangst gelaat vroeg Cuthbert; spraken wij jnist met elkander." „Ja, ik hooide zoo iets van IU minster en Haagpoort en nog andere plaatsen. Gij hebt fngclvi '.old luid gesproken, en ik ben er - v Min. dut hij allee heeft gehoord en verstaan. Zult gij werkelijk dien kant uit gaan?" „Ja, ik moet wel." „Kunt gij geen anderen weg nemen? Hij is voor u dien weg reeds opgegaan. Ik zag hem vertrekken; hij droeg een zwaard aan zijne zijde; en het zou mij niet verwonderen, als hij hier of daar voor u op den loer ligt." „Neen, neen," meende Cuthbert, „zijn be doeling moet zeker ernstiger zijn. rei) weet wel, dat wij te midernaeht elkander zullen ont moeten en zijn plan is ons beiden te overval len, en het geheim te ontdekken. In geval Sir John te Glastonbury is, zou hij er zeker dadelijk heengaan. „Goeden dag, en bedankt voor uwe mede- deelingen," zeide hij. „Hij heeft mij meer te vreezen, dan ik hem. Ik moet hem inhalen, hij mag niet voor mij te Glastonbury aanko men. Goeden dag, bewaar ons geheim en God zegene u." Hij gaf zjjn paard de sporen en was spoedig iu vollen draf verdwenen. XII GODS VINGER. In volle vaart doorkruiste Cuthbert de wou den, en sloeg hij afwisseling voor korten tijd in galop. Hij was echter een te goed paarden- kenner, om al dadelijk bij den afrit al zijn krachten in te spannen, want hij dacht wel, dat de geheele dag met de reis kon bezet i ziin. Op dien schoenen Novembermorgen- to verde het bosch, dat hij doortrok, een aanlok kelijk schouwspel op. Doch zijn hart was te vol van den plicht, die op hem rustte, om zijn schoonheidsgevoel bot te vieren. Zijn geest hield zich alleen bezig met de vraag: Zou hij voor Nicholas te Glastonbury ziin, en hem verhinderen, het geheim te verraden, dat hij op zoo lage wijze had ontdekt. Ten koste van wat ook moest hij den spion j verhinderen, Glastonbury te hereiken. Mocht hij genoodzaakt zijn, tot maatregelen van. ge- j weid zijn toevlucht te uemen, en alleen door een gevecht in staat zijn, het doel te hereiken, dan moest het maar zoover komen. Zij waren beiden gewapend. Be stalknecht had gezegd, dat Nicholas van een zwaard voorzien was, maar Cuthbert droeg eveneens een degen met zich, die onder zijn mantel was verborgen. Het verhinderen van Nicholas aankomst te Glastonbury betrof niet alleen het leven van zijn beschermheer, sir Walter, om van zijn eigen leven niet te spreken, maar wellicht zouden ook vele andere aanhangers van het oude geloof hun bloed moeten geven; zij n.l. wier namen op de stukken in de geheime ka mer stonden opgeteekend, en welke, gelijk Cuthbert ook wist, iu de kist waren verbor gen. Wij mogen het ook' niet ontkennen, dat de slinksche wijze, waarop Nicholas nu reeds tweemalen had getracht, van het geheim,, dat Cuthbert was toevertrouwd, zich meester te maken, het tot een ongekenden ijver en groote geestdrift aanvuurden. Met die gedachten bezield, bereikte hij Ill- minster een kleine provinciestad, waar hij ongeveer te tien uur in den morgen afstapte. Hij kon aan de herberg waar hij afstapte geen ander paard bekomen, zoodat hij ge noodzaakt was, het voederen van zijn paard af te wachten. Hij vroeg of men ook vóór hem reizigers dien weg had zien afleggen, en kwam tot de ontdekking, dat ongeveer een uur geleden een j ongen, gekleed als schildknaap, was voorbij- gereden. Hij had dus nog niets op heni gewon- j nen, en was nog evenzeer achter als hij zijn vertrek. De grijze stalknecht bemerkte spoedig, dat Cuthbert zich niet prettig gevoelde. „Zoudt gij dien schildknaap willen inha len?" „Ik moet hem noodzakelijk spreken." „Hum! Ik hoop, dat gij geen vijandelijke ont moeting zoekt, maar dat is ook mijne zaak niet Als gij de moeite wilt beloonen, zal ik zorgen, dat uw paard iu vollen draf blijft voortloopen, zonder vermoeid te worden. Het zal dan voor enkele uren vleugelen hebben in plaats van pooten. „En dan?" „Welnu, dan zal het wel zeer vermoeid zijn, maar het heeft zijn taak volbracht en een paar dagen rust zullen het weer herstellen." „Ik beloof u, een goede fooi, als gij het zoo ver brengt." De stalknecht verdween, voor eenige oogen- blikken, eu kwam terug met een mengsel, dat hij in een met water gevulde kan wierp. Het paard verzwolg den eeheeleh inbond. „Laat het beest nog een half uur rusteir en alles in in orde." „Een half uur, cn nu...." „Gij zijt pas enkele oogenblikken hiér. Gauw ontbijt gebruiken, en gij zult geen oponthoud meer hebben, voordat gij den schildknaap lieht ingehaald. Hij bon hier evenmin als gij van paard verwisselen, hij heeft er moeite genoeg voor gedaan. Even buiten de stad wordt een ÊTOote jachtpartij gegeven, en alle paarden zijn daarvoor in beslag genomen. Gij zult hem zien, voordat gij Glastonbury hebt bereikt." Cuthbert moest van de nood een deugd ma- keu, en wachtte wo geduldig mogelijk. „Als gij niet gemakkelijk kunt wachten, doa het dan zoo goed als gij kunt," zeide de oude wijsgeerige stalknecht. Na verloop van een half uur bracht hij het paard voor de deur. Cuthbert steeg dadelijk in het zadel, gaf den man zijn toegezegde be looning en vertrok. „Houd uw klepper nog eenige minuten in toom, dan zult gij verder geen zweep of spo ren meer behoeven," riep de onde zoo hard hij kon. Cuthbert deed zoo, maar het duurde met lang, of het paard begon zijn pas te versnel len. Bereids liet hij het paard loopen, zoo het wilde; alleen vertraagde hij zijn vaart in rots- achtige strekeu. Want was niet zijn leven efl meer dan dit aan bet heest toevertrouwd? De loop was niet meer te berekenen. Lang- poort was reeds in het gezicht. Het was nu twaalf uur (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1913 | | pagina 6