i/i W. iTweenuijse/?. &arreJj0rJss/
Sobkousen.
Scciale Berichten.
Winfterpantofefls.
8f? ten «Generaal!,
Rechtszaken.
Leger en Vloot.
Landbouw en Visscherij.
Sport en wedstrijden.
e beschouwingen verschillende opmerkingen
ijn gemaakt over den vorm van 'e Minist-
'i'.s Memorie van Antwoord.
olgnarne gaf dp Minister toe, dat een
rond van waarheid aan deze opmerkingen
iet kan ontzegd worden en dat inderdaad hier
a daar het antwoord „wat kort en bodig is".
De heer Pleyte noemde dit „le défant do
p.s qualitée OEtéricures."
In de rechtspraktijk was Zijne Excellentie
TUjd gewoon geweest, hij schriftelijke behan-
eling de zaken beknopt te behandelen, om
iter hij de mondelinge beraadslagingen een
ander wat aan te dikken; er wat relief aan
geven.
Ter aandikking dezer openbaring vervolg-
spveker aldus; dat hij, wat de schriftelijke
handeling betreft, denkt aan een paraplnie,
e men opgerold hij zich draagt en die men
tfi '.et op het «ogenblik dat de bui losbarst.
Prachtig. Stel n voor, Minister Pleyte in
mbtsbestuurndor de paraplnie!
Waar blijft ge, edelo esricaturisten, om de
en zet aan de vergetelheid te ontrukken?
Merkwaardig toch! Niets veranderd, zelfs
'olige Theo is herleefd.
ICHTERL1JKHEID DER KATHOLIEKEN
De N. Zeeuwsehe Crt. schrijft:
De Roomsehen zijn achterlijk. Dat spreekt,
lij velen als een boek. 1
Het 1? oo mach e ODderwüs is niet op de boog
ie. Dat geldt voor velen als een evangelie.
Een staaltje van een en ander zal dus wel-
ium zijn.
De Regecring vroeg onlangs leerplannen
lp van verschillende inrichtingen van onder-
tij s.
Het leerplan der Rconische St. Vincen-
Ainsscholen bleek het beste.
liet door en door Protcstantsehe Drenthe
jrijkt op de lijst der schoolverzuimen met
132. Het door en door Roomsclie Limburg
Vet 51.
Hot percentage der analphabeten (uien-
then die lezen noch schrijven kunnen) be
draagt voor Drenthe 3.54, voor Limburg 0,95.
„De Roomsehen zijn achterlijk, hun onder
lijs ie niet op de hoogte....!"
DE VRIJMETSELAARS EN DE „KLEINE
LUYDEN".
Totnogtoe had de Vrijmetselarij over bet
ilgonieen slechts volgelingen onder de voor
namere standen cn omhulde zich vooral tc-
tenover den minder gegoeden stand met een
Waas van zeer groote geheimzinnigheid.
't Schijnt ander to gaan worden, z/ooals
i,Do Nieuwe Koerier" aangeeft
Dit blad drukt den volgenden brief af,
iien het ontving van een cenvoudigen bur
ner in een Zuid-Limburgsche gemeente/ aan
■vicn dit schrijven het was geheetografeerd
hi dus blijkbaar aan meerderen toegezonden
- gericht was.
Den Haag, 25 October 1913.
(ii'ooto Vrijmetselaarsloge van Nederland.
Vertrouwelijk.
L. S,
Hiermede veroorloven wij ons tot U tc
komen met de beleefde vraag, of U geneigd
zou zijn, U aan te sluiten bij de-Greote Vrij
metselaarsloge van Nederland en in den
kring uwer vrienden en tekenden voor ons
te arbeiden.
Do Grootc Vrijmetselaarsloge van Neder
land is een gewijzigde Rond van Vrijmetse
laren en moet tot bevordering van de prac-
tische uitoefening der naastenliefde in Ne
derland wortel schieten. In de meeste pro
vinciën en groot::re steden bestaan reeds
loges of wordt hun oprichting voorbereid.
Om de verdere uitbreiding van don Bond
te bevorderen, wenden wij ons vertrouwe
lijk tot U en zenden U inliggend een korte
verklarring van het doel cn streven van
onzen Bond; U vriendelijk verzoekende,
wanneer de lezing U aanleiding mocht geven
toe tc treden, het mede ingesloten formulier
van aanvrage tot verkrijging van het lid
maatschap ingevuld en onderteekend terug
to zenden aan schrijver dezes.
Wanneer U zich in bijzondere mate aan
onze zaak zoudt willen wijden en wellicht
als onze vertrouwensman ten uwent tot
stichting eener Loge zoudt enaction over-
tegaan, zien we andere berichten steeds
gaarne tegemoet.
Met de meeste Hoogachting
Namens de Grootnieesterscliap der Groote
Vrijmctselaarsloge van Nederland.
0. WEBER.:.
Een nieuwe Vrijmetselaarsloge dus, doch
«ve.n geheim en geheimzinnig als de Vrij
metselarij altijd en overal geweest is.
In 'de bijgevoegde verklaring staat:
Een ju'iste voorstelling toch kan zich
slechts diegene maken, die door een inge
wijde wordt ingelicht, voor zoover zulks dan
tegenover een niet-vrijmetselaar is geoor
loofd.
Wat de bedoeling is van deze nieuwe loge,
die zich meer tot „het- volk" richt, wordt vol-
genderwijze in bedoelde verklaring; uitge
drukt:
In de oude Vrijmetselaarsloge wordt veel
gewicht gehecht aan titel, rang en positie
in het maatschappelijk leven, zoodat het
mannen uit den cenvoudigen burgerstand
met geringe ontwikkeling niet mogelijk is
lid van zulk een Loge te worden. Deze
opvatting nu deelt onze bond niet. Onze
tend onderschat volstrekt niet de waarde
van die mannen, die slechts met geringere
kennis zijn tedeeldhij leert in den an
dersdenkende, "ook in den politieken tegen
stander, in den zoon van een ander land,
in hem, die tot een anderen stand behoort,
zelfs in den geringste en minst aanzienlijke
den broeder te erkennen, te achten en lief
te hebben. Bij ons is ruimte niet alleen voor
den geleerden en zeer beschaafden, maar
ook voor den cenvoudigen gewonen man,
als tpj maar bezield is met het streven
naar hooger.
De vrijmetselarij ziet in, dat de invloed
van het volk op de maatschappelijke toestan
den voortdurend grooter wordt en wil van
deze omstandigheid een gelegenheid maken
om zelf ook meer invloed te krijgen.
Verschil met de oude, bestaande vrijmet
selaarsloge is er natuurlijk zoo goed als niet.
- In verband met het feit, dat een ander soort
inenschen in dozen gcheimzinnigen tend zal
worden opgenomen, zijn natuurlijk sommige
zaken veranderd.
De verklaring zegt hiervan:
Nu zij ti er verschillende Loge bon don, die
men meestal in twee groepen verdeelt, n.l.
oude en nieuwe bonden. Deze verschillen
in streven en doel slechts weinig van elkaar,
hoofdzakelijk slechts hierin, dat de oude
temden belangrijk hoogcrc inkggelden, con
tributies cn fiuancieelo verplichtingen bij
eventueele bevordering eischen dan de an
dere, zonder dat de broeders voor die hoo
gcrc betaling bijzondere voordooien krij
gen. De. nieuwe bonden, de burgerlijke Lo
ges, hebben weliswaar dezelfde, herken
ningswoorden en teekens als de oude, wer
ken ook in drie graden, maar wijken in het
overige ceremonieel in hun voordeel van
de andere af.
Evenals van de oude loges, zoo wordt ook
,vari de nieuwe loges gezegd, dat hun doel
is de geestelijke verheffing en do zedelijke
verbetering harer leden. En dan de beoefe
ning der onderlinge behulpzaamheid.
Als men niet beter wist, zou men zeggen,
dat er geen edeler en monsehiievender ver-
eeniging is, dan do vrijmetselarij, merkt do
„N. K." hierbij op. Maar bedenkt men dan,
hoe vele revoluties er voorbereid zijn in dc
vrijmetselaarsloges; hoe zeer alle geopenbaar
de godsdienst door de vrijmetselarij is be
streden; hoe vooral de Katholieke Kerk door
de vrijmetselarij is gelasterd en vervolgd
hoe in 't bijzonder de campagne van leugen
en laster tegen do Katholieke Kérk en de
Katholieke instellingen bij de laatste verkie
zingen nu zoo gemakkelijk te verklaren is, nu
men weet, dat de Concentratie der liberale
partijen door de vrijmetselarij werd tot stand
gebracht-, ja dan huivert en siddert men
bij de gedachte, dat dit geheim genootschap
thans propaganda gnat maken ouder de bur
gerij, en zelfs tracht ingang tc vinden in do
Katholieke bevolking van het Zuiden.
Wij gclooven, dat de propaganda niet ge
makkelijk zal vallen; het gezond verstand
van het volk en trouwens van ieder fatsoen
lijk menseh verzet zich tegen vereenigingen,
die in het geheim werken, en zelf verklaren
dut. het niet geoorloofd is, aan een niot-inge-
wijde alles te vertellen, wat er omgaat in de
loges. Vooral in katholieke kringen hecrscht
een ingewortelde afkeer tegen dc vrijmetse
larij.
Maar ook hier geldt het, in den beginno
op zijne hoede te zijn.
j Het is dus goed. dunkt ons, op dit feit
met nadruk te wijzen, opdat, niet sommige
lichtgeloovigen, door schoonklinkende woor
den in de war gebracht, in den val zouden
gelokt worden.
i Leer om leer. „Leo" schrijft in de Tel.
het volgende schetsje „Langs de straat":
1 Een wagen der nieuwe lijn, 16, staat stil op
de brug over de Heerengracht in de Vijzel-
I straat, ecu eenzaam eilandje gelijk, in een
zee van melkigeu mist gelegen. Flauwrood
J pir.kt het groote licht-oog voor aan het spa-t
j scherm lodderig door den troebelen nevel.
Zwijgend zitien de passagiers en wachten,
i Wachtend berustend tot de wagens vau de
tegenovergestelde richting op de brug beland.
Een dof gerucht nadert langzaam van den
kant der Reguliersdwarsstraat. Heel lang
zaam. Uit dc raadselachtige grijsheid verwer
kelijkt zich een tram eerst 't licht dan
nog 'n toplichtje dan de voorkap da.u
de wagen, wonderlijk licht-huisje op knar
sende wielen.
In de verte flappen de onveilige seinen uit
Even voor de wagen van lijn 16 in bewe
ging komt, bespringt een lijvige mijnheer de
treeplank. Een vette heer met kwade wenk
brauwen en mulle wangen, waarboven! hoos-
glimmende oogjes stekelig flitsen.
De conducteur (verbaasd): Waar moet u
naar toe, meneer?
De meneer (nijdassig): Gaat je niet on!
De conducteur: zwijgt.
Kaartjestransactie tusschen beide acteurs.
Do tram, in langzaamheidszwijmel, bcaar-
zelt traagjes de rails. Nadert de dwarsstraat,
cirkelt kreunend en jammerend de straat in..-
De meneer (giftig): Wabliksem! Wat heb-
buk-non? waar ga je naar toe? Ik moet met
lijn 4 mee!
De conducteur (ijzig): Gaat me niet an!
Eeii briesehend menseh stort de, tram af,
zich een enkel verzwikkend, half overreden
door een groentenkar.
Passagiers-grinnikjes, die flauwtjes ver
sterven in den dikken mist....
Dc hooge zijden! Men. meldt uit een
plaatsje in dc omgeving van Leiden:
Vóór eenige weken had hier een der hoe
ren Kerkvoogden, in welk collego hij met
liet presidentschap belast was, het, tijdelij
ke met het eeuwige verwisseld, na gerui-
men tijd vóór zijn heengaan, mede als een
gevolg van zijn zeer hoogen ouderdom, tot
de meer of minder lichamelijk hulpbehoe
venden te hebben behoord. Tot zoover is
dit geen bijzonder verschijnsel, ook niet,
dat de familie van den afgestorvene het
als een groote geruststelling rekende, dat
vaderlief in v-oorkomende gevallen zich ver
zekerd kon rekenen vau de goede hulp en
teedere zorgen van den toch zoo vlak in de
nabijheid wonenden koster der kerk. Immers
deze beiden verstonden zich zóó wel in het
ambtelijk leven, dat geen ander dan de kos
ter eer voor deze verpleging in aanmer
king mocht komen. Dc koster-van zijn kant
deed niets liever dan zijn meest teedere
zorgen wijden aan de verpleging van zijn
president. Ook zonder het in uitzicht stel
len van het goed met hem te zullen maken,
zou hij niet achter zijn gebleven. Hoe tee-
der ook des kosters zorgen waren, zij kon
den niet verhoeden, dat de dood ook des
presidents woning binnensloop. Uitvloeisel
hiervan begrafenis, verkoop van onroerende
goederen, verdeeling onderling van roeren-
do goederen, en ten slotte familie-vergade
ring tot regeling van alles, wat nog te re
gelen was.
Niets mocht daarbij worden vergeten. Ook
niet des kosters diensten. Niets werd dan
ook vergeten, want eenige dagen later werd
dc koster aangesproken door een van des
presidents zonen, die in welgekozen be
woordingen nogmaals dank bracht voor de
goede zorgen. Ja, en dan had de familie
er over gedacht om vader's hoogen hoed
aan den koster te vermaken, omdat het toch
in diens neven functie van bedienaar van
begrafenissen een onontbeerlijk hoofddeksel
is. Bij het vernemen van deze beschikking
stond de koster pal en kon geen woorden
vinden om zijn dank te betuigen. Het is
nog niet uitgemaakt kun nep worden uit wel
kt: periode do nalatenschap afkomstig is.
Resd.
TWEEDE KAMER.
GW SSEl.DE STU KR EN.
DE MEMORIE VAN ANTWOORD DER
REGEERING
De Regeering is niet bereid de verdere af
werking van het fort lo Vlissingen te staken.
Reeds is voorgesteld dat voor voorschotten van
den Staat aan vereenigingen, die niet uitslui
tend de bevordering van de volkshuisvesting op
het oog hebben, als coöperatieve vereenigin
gen, een eenigszins hoogere rente zal worden
berekend.
De Regeering overweegt of de intrekking
dan wel. al dan niet gewijzigd handhaving
van het wetsontwerp tot verruiming van het
belastinggebied der gemeenten wenschelijk is.
Wijzigingen en aanvullingen van de alge-
meene comptabiliteitsregeling worden over
wogen, welkende Algemeen e Rekenkamer in
staat zullen stillen, zich minder dan vroeger
tot een zuiver formeele controle te bepalen.
Indien alle wetsontwerpen nog weer een
nieuw stadium (door een oentraal-orgaan) moes
ten doorloopen zou de klacht over traag
heid welke steeds is gepaard gegaan met die
over gebrekkige voorbereiding van wetsontwer
pen ongetwijfeld nog acuter worden.
De regeering is bereid te onderzoekeu hoe
in Denemarken is geregeld het verkeer tusschen
de regeering en de organisaties van ambtena
ren, beambten, werklieden enz.
Het denkbeeld van instelling van perma
nente oommissies om de verzoeken voor lots
verbetering van de verschillende ambtenaren te
onderzoeken, lacht de regeering niet toe.
Zooveel mogelijk wordt openbare of onder-
hnndsehe aanbesteding voor de levering van be-
noodigheden toegepast.
Een ontwerp tot wijziging van de regeling
van reis- en verblijfkosten van ambtenaren ia
reeds eenigen tijd gereed.
Evenals aan het Departement van Binnen-
landsche Zaken wordt aan de overige Minis
teries naar inkrimping van personeel gestreefd
voor zooveel de dienst en de omstandigheden
znlks toelaten.
De werktijden der ambtenaren worden naar
gelang van behoefte, door iederen Minister
voor zijn Departement geregeld.
De regeering vertrouwt dat aan liet drijven
van den Bond van minder Marinepersoneel,
voor zooveel het erop gericht is, de krijgstucht
te ondermijnen, zijn schadelijke invloed op den
dienst kan worden ontnomen, zonder wijziging
van de wet op het recht van vereeniging en
vergadering; een voorstel om dat recht te be
perken is van deze regeering niet te verwach
ten.
Invoering van een vrijen Zaterdagmiddag ten
behoeve van alle Rijk-sambtenaren, -beambten
en -werklieden zou voor 't Rijk vrij aanzienlijke
kosten medebrengen.
De regeering is overtuigd van de noodzake
lijkheid oin in de bestekken van Rijkswerken
bepalingen op te nemen, waardoor aan dc ar
beiders, bij de uitvoering van zulke werken be
trokken, arbeidsvoorwaarden worden gewaar
borgd die niet achterstaan bij die waaronder
werklieden ter plaatse in den regel werkzaam
zijn en waardoor zij beschermd worden tegen
den invloed van voor hunne gezondheid na-
deeliga werkzaamheden.
Omtrent de vraag of en in hoever overbren
ging van de zorg voor de nog onder het Depar
tement van Financiën ressorteeren de domei
nen naar dat van Landbouw, Nijverheid en
Handel wenschelijk is, wordt tusschen de be
trokken Minister overleg gepleegd.
Het onderhoud der paleizen kost per jaar
belangrijk meer dan de' jaarlijksche bijdrage ad
50.000 in de onderhoudskosten.
Het onderzoek van den uitwendigen saat van
het paleis te Amsterdam is nog niet volledig
tot stand gekomen.
Een voorloopig rapport heeft z.ich slechts tot
het onderzochte deel bepaald en omtrent de
daarbij voorgestelde maatregelen beeft de re
geering nog geeno beslissing kunnen nemen.
Overlegging van het, bedoelde voorloopige rap
port is thans niet wel doenlijk. Van het gemeen-
beBtuur van Amsterdam is geen nader bericht
ontvangen terzake van do teruggave van het
paleis aan de gemeente.
Tiet kan, naar het schijnt, geene al te groote
bevreemding wekken dat eenige oversehiiding
is noodig gebleken van de 'voor den verbouw
van het paleis op het Loo toegestane gelden.
Vervanging van de gasverlichting in het pa
leis het Loo door eleotrisch licht waren zeker
wenschelijk, doch zij zou den bouw en de bedie
ning van eene afzonderlijke electrische centrale
noodzakelijk maken, waarmede zeer groote
kosten zouden gemoeid zijn
pen en den voorzitter der algemeene com
missie voor kinderverpleging, waarbij dank
werd gebracht aan allen, die tot de tot
standkoming van deze instelling hebben me
degewerkt.
(Wegens plaatsgebrek' gisteren blijven lig*
gen).
VAN ELDERS.
DE VERDUISTERING AAN DE HEMBRUG.
Morgen zullen voor het Hoog Militair Ge
rechtshof de pleidooien gehouden worden in
de, in hooger beroep, voor dit college aanhan
gig gemaakte strafzaak tegen F. D. d. W.,
kapitein-magazijnmeester der artillerie, hoofd
der magazijnen aan do Hembrug, beklaagd
van veiduistering in dienstbetrekking van on
geveer f 16,000.
Mi'. L. W. van Gigch, advocaat te Am
sterdam, zal voor beklaagde als verdediger
optreden.
RESERVEKADER BIJ DE BEREDEN
KORPSEN.
De Minister van Oorlog brengt ter kennis,
that het eerstvolgend examen van hen die
wenschen to worden toegelaten tot de ver
bintenis als vrijwilliger voor het reservekader
bij de cavalerie zal plaats hebben op 13 Jan.
1914 en zoo noodig op een of meer volgende
dagen zal worden voortgezet.
Het toelatingsexamen wordt gehouden in de
plaatsen waar de staven der korpsen cavalerie
zijn gevestigd, zijnde: Amersfoort voor het le,
Tilburg voor het 2e, 'sGravenhage voor het
3e en Deventer voor het 4e regiment huzaren
De adspiranfcen behooren de kennisgeving,
dat zij aan het examen wenschen deel te
nemen (ingerie.ht op de wijze als bij het mo
del, opgenomen in „St.-Ct." no. 277,'is aange
geven), in dier voege in te zenden, dat zij ten
minste 14 dagen vóór den datum van aan
vang van het examen ontvangen wordt dooi
den commandant van het korps waarbij de ad-
spirant zich wenscht te verbinden.
De minister vestigt er de aandacht op, dat,
met afwijking van het bepaalde in vroegere
aankondigingen, in Januari 1914 geen examen
zal worden gehouden voor toelating tot het
reservekader bij de bereden artillerie, doch
dat het eerstvolgend toelatingsexamen voor
het reservekader bij dat wapen in den zomer
1914 zal plaats hebben.
Voor verdere bijzonderheden zie voornoemd
nummer van de „Staatscourant".
HET VOOGDIJGESTICHT TE ÜDEN.
Gisteren is te Uden op plechtige wijze
geopend de inrichting tot kinderverpleging,
door do Eerw. Zusters van den H. Carolus
Borromaeus bestuurd.
Het fraaie gebouw, uitgevoerd onder lei
ding van den architect Aangenendt te 's Her-
togenbosch, biedt plaats voor drie en vijf
tig kinderen. Nu zijn er reeds vier en der
tig opgenomen.
Do plechtige inwijding werd verricht door
Mgr. Pompen, vicaris-generaal, die een
plechtige II. Mis opdroeg in de kapel van
het gesticht.
Tegenwoordig waren de leden der alge
meene commissie voor kinderverpleging cn
kinderbescherming te 's Hertogenbosch de
hecren J. F. A. Wagenaar, president, W.
Schute, vice-president; II. Raymaakers, se
cretaris; G. Raaymaakers, penningmeester;
en de leden F. van den Eerenbeemt, Joh.
Kuypers, N. Swagemakers en J. Hillenaar,
allen te 's Bosch.
Voorts mr. L. Basquin, hoofd-inspecteur
van het Rijkstucht- en Opvoedingswezen,
vertegenwoordiger van den Minister van
Justitie, te 'sGravenhage en verschillende
geestelijke en wereldlijke autoriteiten.
Het woord werd gevoerd door Mgr. Pom-
Paardenfokkerij.
Er zal worden opgericht een bond van koud-
bloedpaardenfokkcrs.
Vrijdag zal de directeur-generaal van den
landbouw confereeren met alle provinciale rege-
lingscommissies, te 's-Graven.hage. Het ligt in
het voornemen twee boeken in te stellen een.
voor type en-een voor afstamming.
Dat liep goed af!
Maandag steeg de vlieger Rost te Etampe?
op, teneinde te trachten het wereld-hoogte-re
cord op zijn naam te brengen. Op ongeveer 4500
meter gekomen werd Rost plotseling door een
soort cycloon overvallen. Hij verloor totaal de
contröle over zijn toestel, werd verschrikkelijk
heen en weer geschud, waarna de machine reeh'
omlaag pikeerde. De aanwezige cammissarii
van de Aóro Club, die Rost's vlucht officieel
controleerde, zag het toestel vallen. Op onge
veer 800 meter nam hij duidelijk waar, dat dc
machine wel twintigmaal aohtereen met een
enorme snelheid volledige cirkels, dus de loo
ping, volbracht. Hoe lager het toestel kwam
des te langzamer duikelde het. Rost, die in
doodsangst verkeerde, had de tegenwoordigheid
van geest, het stuur weer in werking te bren
gen, nadat hij op 30 meter hoogte voor de
laaste maal had geduikeld. Doodsbleek en
totaal bevangen door den schrik kreeg hij ein
delijk contact met de aarde, waar heelemaa'
geen wind stond. Intusschen heeft deze kop
duikelaar tegen wil en dank toch een eigen
aardig record op z'n naam gebracht merkt d/
„Tel." op: 20 loopings zonder dat hij er het mie
ste idee in had.
VLIEGERS VERONGELUKT.
Reuter seint uit Reims, dat. een militaire
biplan, komende van Mourmalon en bemand
met twee sapeurs-aviateurs, op de grens van
(■ui, en stond gereed zijn paard te bestijgen,
'óijn vader was reeds vertrokken, want zijn
a-is was langer dan die van Cuihbert, en deze
KJ.-' juist gereed om op reis te gaan.
Hij gaf den stalknecht en geldstuk, die zeer
ingetogen was bij de ontvangst van een gift
f die van Cuihbert.
-Gij zijt een edelman, en ik verwed mijn
dat ik n alles zeg; Ik ken u, ik was
dien 1» wuGe'n dag te Extern, toen twee
•ven.i-rdeeldèi: gehangqn moesten worden.*
-Gij zult mij dan-toch nirt verre:'-"
„ik niet. Ik zou mij daarvoor schamen.
Haar ik heb n meer te zeggen. Een uwer vij-
Sntii'ii is hier of hier althans geweest..
..Ja? en wie is hij?"
,-Ecn roodharige jongen, een echte vosse-
lop. Hebt gij beiden voordat gij u naar bed
{■•gaaft, veel met elkander besproken? Zoo
dan hoop ik, dat gij elkander geen gchei-
lion hebt geopenbaard."
„Waarom? Ik bid u, zeg het mij."
„Omdat die jongen in de kamer naast de
r.v e sliep, en toen ik naar mijn kamer giug,
i ij aan het einde van de gang is, zag ik door
rijn deur, die op een kier stond, dat hij met
lijn oor tegen het middelschot van uw kamer
lag, juist oP de plaats, waar ik wist dat eene
Heine opening was."
Met een beangst gelaat vroeg Cuthbert;
spraken wij jnist met elkander."
„Ja, ik hooide zoo iets van IU minster en
Haagpoort en nog andere plaatsen. Gij hebt
fngclvi '.old luid gesproken, en ik ben er
- v Min. dut hij allee heeft gehoord en
verstaan. Zult gij werkelijk dien kant uit
gaan?"
„Ja, ik moet wel."
„Kunt gij geen anderen weg nemen? Hij is
voor u dien weg reeds opgegaan. Ik zag hem
vertrekken; hij droeg een zwaard aan zijne
zijde; en het zou mij niet verwonderen, als
hij hier of daar voor u op den loer ligt."
„Neen, neen," meende Cuthbert, „zijn be
doeling moet zeker ernstiger zijn. rei) weet
wel, dat wij te midernaeht elkander zullen ont
moeten en zijn plan is ons beiden te overval
len, en het geheim te ontdekken. In geval
Sir John te Glastonbury is, zou hij er zeker
dadelijk heengaan.
„Goeden dag, en bedankt voor uwe mede-
deelingen," zeide hij. „Hij heeft mij meer te
vreezen, dan ik hem. Ik moet hem inhalen,
hij mag niet voor mij te Glastonbury aanko
men. Goeden dag, bewaar ons geheim en God
zegene u."
Hij gaf zjjn paard de sporen en was spoedig
iu vollen draf verdwenen.
XII
GODS VINGER.
In volle vaart doorkruiste Cuthbert de wou
den, en sloeg hij afwisseling voor korten tijd
in galop. Hij was echter een te goed paarden-
kenner, om al dadelijk bij den afrit al zijn
krachten in te spannen, want hij dacht wel,
dat de geheele dag met de reis kon bezet
i ziin. Op dien schoenen Novembermorgen- to
verde het bosch, dat hij doortrok, een aanlok
kelijk schouwspel op. Doch zijn hart was te
vol van den plicht, die op hem rustte, om
zijn schoonheidsgevoel bot te vieren. Zijn geest
hield zich alleen bezig met de vraag: Zou hij
voor Nicholas te Glastonbury ziin, en hem
verhinderen, het geheim te verraden, dat hij
op zoo lage wijze had ontdekt.
Ten koste van wat ook moest hij den spion
j verhinderen, Glastonbury te hereiken. Mocht
hij genoodzaakt zijn, tot maatregelen van. ge-
j weid zijn toevlucht te uemen, en alleen door
een gevecht in staat zijn, het doel te hereiken,
dan moest het maar zoover komen. Zij waren
beiden gewapend. Be stalknecht had gezegd,
dat Nicholas van een zwaard voorzien was,
maar Cuthbert droeg eveneens een degen met
zich, die onder zijn mantel was verborgen.
Het verhinderen van Nicholas aankomst te
Glastonbury betrof niet alleen het leven van
zijn beschermheer, sir Walter, om van zijn
eigen leven niet te spreken, maar wellicht
zouden ook vele andere aanhangers van het
oude geloof hun bloed moeten geven; zij n.l.
wier namen op de stukken in de geheime ka
mer stonden opgeteekend, en welke, gelijk
Cuthbert ook wist, iu de kist waren verbor
gen.
Wij mogen het ook' niet ontkennen, dat de
slinksche wijze, waarop Nicholas nu reeds
tweemalen had getracht, van het geheim,, dat
Cuthbert was toevertrouwd, zich meester te
maken, het tot een ongekenden ijver en groote
geestdrift aanvuurden.
Met die gedachten bezield, bereikte hij Ill-
minster een kleine provinciestad, waar hij
ongeveer te tien uur in den morgen afstapte.
Hij kon aan de herberg waar hij afstapte
geen ander paard bekomen, zoodat hij ge
noodzaakt was, het voederen van zijn paard af
te wachten.
Hij vroeg of men ook vóór hem reizigers
dien weg had zien afleggen, en kwam tot de
ontdekking, dat ongeveer een uur geleden een
j ongen, gekleed als schildknaap, was voorbij-
gereden. Hij had dus nog niets op heni gewon-
j nen, en was nog evenzeer achter als hij zijn
vertrek.
De grijze stalknecht bemerkte spoedig, dat
Cuthbert zich niet prettig gevoelde.
„Zoudt gij dien schildknaap willen inha
len?"
„Ik moet hem noodzakelijk spreken."
„Hum! Ik hoop, dat gij geen vijandelijke ont
moeting zoekt, maar dat is ook mijne zaak
niet Als gij de moeite wilt beloonen, zal ik
zorgen, dat uw paard iu vollen draf blijft
voortloopen, zonder vermoeid te worden. Het
zal dan voor enkele uren vleugelen hebben in
plaats van pooten.
„En dan?"
„Welnu, dan zal het wel zeer vermoeid zijn,
maar het heeft zijn taak volbracht en een
paar dagen rust zullen het weer herstellen."
„Ik beloof u, een goede fooi, als gij het zoo
ver brengt."
De stalknecht verdween, voor eenige oogen-
blikken, eu kwam terug met een mengsel, dat
hij in een met water gevulde kan wierp. Het
paard verzwolg den eeheeleh inbond.
„Laat het beest nog een half uur rusteir
en alles in in orde."
„Een half uur, cn nu...."
„Gij zijt pas enkele oogenblikken hiér. Gauw
ontbijt gebruiken, en gij zult geen oponthoud
meer hebben, voordat gij den schildknaap lieht
ingehaald. Hij bon hier evenmin als gij van
paard verwisselen, hij heeft er moeite genoeg
voor gedaan. Even buiten de stad wordt een
ÊTOote jachtpartij gegeven, en alle paarden
zijn daarvoor in beslag genomen. Gij zult hem
zien, voordat gij Glastonbury hebt bereikt."
Cuthbert moest van de nood een deugd ma-
keu, en wachtte wo geduldig mogelijk.
„Als gij niet gemakkelijk kunt wachten, doa
het dan zoo goed als gij kunt," zeide de oude
wijsgeerige stalknecht.
Na verloop van een half uur bracht hij het
paard voor de deur. Cuthbert steeg dadelijk
in het zadel, gaf den man zijn toegezegde be
looning en vertrok.
„Houd uw klepper nog eenige minuten in
toom, dan zult gij verder geen zweep of spo
ren meer behoeven," riep de onde zoo hard hij
kon.
Cuthbert deed zoo, maar het duurde met
lang, of het paard begon zijn pas te versnel
len. Bereids liet hij het paard loopen, zoo het
wilde; alleen vertraagde hij zijn vaart in rots-
achtige strekeu. Want was niet zijn leven efl
meer dan dit aan bet heest toevertrouwd?
De loop was niet meer te berekenen. Lang-
poort was reeds in het gezicht. Het was nu
twaalf uur
(Wordt vervolgd).