BLA DE VONDELING. B U I T E N L AN D. BINNENLAND. yyüoyons." De Heemskerksche Hanze. Au Bon IMapché. Haarlem-Brussel. Handschoenen voor alle gelegenheden* MAAHDAG I DECEMBER 1913 (Ingezonden) Naar aanleiding van een artikel in de N. H. Courant van Vrijdag, kan het misschien zijn nut hebben, eens het standpunt te ontvouwen, hetwelk de Heemskerksche Hanze inneemt te genover tuinders en bloemisten. Vooraf eenige bemerkingen Volgens „Observator" zou de Heemskerksche Hanze alle medewerking weigeren om te komen tot een krachtige patroonsorganisatie, en stel selmatig de bloemisten en tuinders uit de ver- eeniging weren. Dit nu is geheel onjuist. Op een verzoek van de Beverwijksche Hanze, om de tuinders en bloemisten te Heemskerk uit te noodigen lid te worden van de Heemskerk sche Hanze, heeft het Bestuur gemeend hierop afwijzend te moeten beschikken, om redenen welke hieronder nader zullen worden ontvouwd. Wel begreep het bestuur, dat het die aan sluiting der tuinders en bloemisten, wanneer dezen het verlangen daartoe te kennen gaven, zou moeten gedoogen, daar de statuten die aan sluiting waarschijnlijk wel toelaten, maar aan gezien van den kant der bloemisten nooit een aanvrage tot lidmaatschap der Hanze is ge daan, is het bestuur ook nooit in de gelegenheid geweest dit te weigeren, en zou het ook niet geweigerd hebben. Om welke redenen meende de Heemskerksche Hanze dan, de Tuinders en Bloemisten, niet tot lidmaatschap te moeten uitnoodigen, en, in ge val er om gevraagd werd, slechts noodgedwon gen dat lidmaatschap goed te keuren? Vooreerst omdat het voor de tuinders en bloemisten weinig of geen nut zou hebben, en tfcn tweede omdat het in strijd zou zijn met de belangen van den neringdoenden en industriee len middenstand aldaar. Het zou voor de tuinders en bloemisten weinig of geen nut hebben, (hetgeen reeds daaruit blijkt, dat zij nooit het lidmaatschap der Hanze hebben aangevraagd.) lo. De meeste tuinders en bloemisten zijn lid van de Boerenleenbank. Als zoodanig kunnen zij niet profiteeren van de Credietbank der Hanze, en daarmede vervalt voor velen een van de groo- te redenen, waarom zij het lidmaatschap der Hanze zouden begeeren. 2o. zoo goed als alle Tuinders zijn lid van den neutralen Tuindersboud. Hoogst wenschelijk is het. dat ook zij zich vereenigen in een R. R. Vereeniging maar dat zij dan een eigen vereeni- ging oprichten en niet zich aansluiten bij de Hanze, die daaruit nadeel zou onc(ervinden, zooals uit het vervolg zal blijken. 3o. Wat betreft de Bloemisten, mochten zij tot nu toe buiten de R. K. Organisatie gestaan heb ben, welnu, aan hun vurig verlangen wordt vol daan, want blijkens de circulaires, die hun de zer dagen werden toegezonden is een groote R. K. Vereeniging voor Katholieke Patroons in het Blocmistenvak in wording. Een groot aantal 7. E. Heeren Pastoors uit de geheele bloembol lenstreek hebben daartoe het initiatief genomen iet alleen voor de streek tusschen Haarlem en het Noord zeek anaal zooals Observator meent maar voor geheel de bloembollenstreek boven en beueden Haarlem), zoodat nu voor de Heems kerksche bloemisten een schoone gelegenheid wordt aangeboden, zich aan te sluiten (niet bij een locale vereeniging te Heemskerk of Bever wijk) maar bij een krachtige centrale patroons organisatie. hu daarmede vervalt ook voor de heeren Bloemisten het nut van het lidmaatschap der Hanze, daar zij alle voordeelen welke deze ver eeniging hun zou kunnen bieden, thans in hun eigen organisatie kunnen krijgen. Op de tweede plaats zou het lidmaatschap van tuinders en bloemisten bij de Hanze in strijd zijn met de belangen van den neringdoen den en industrieelen middenstand aldaar. lo. Daardoor verwatert het karakter van de Hanze op het platteland geheel. Dan is er immers ook geen reden meer, om de boeren nog van de Hanze uit te sluiten; zooals dat trouwens in Beverwijk reeds geschiedt, al waar een rentenierende boer voorzitter is (al moge hij nog zulk bekwaam voorzitter zijn hij is daar o.i. niet op zijn plaats), alwaar meerdere boeren lid van de Hanze zijn, doch alwaar juist daarom vele neringdoenden en industrieelen, van de Hanze géén lid zijn. Men verkrijgt op die ma nier wel een groote vereeniging maar geen zui vere middenstandsvereeniging meer. 2o. Dientengevolge zouden de neringdoenden en industrieelen steeds worden overstemd, welk bezwaar door vakafdeelingen (zooals Observa tor voorstelt) o.i. niet te ondervangen zou zijn. Dat zij zouden worden overstemd, behoeft niet kader te worden aangetoond, daar de verhou- ilingen van neringdoenden en industrieelen tat tuinders en bloemisten in Heemskerk ongeveer zat zijn als van één tot acht Dit bezwaar is door vakafdeelingen of gilden in de Hanze niet te ondervangen. De vakafdeeiing der tuinders en bloemisten zou zóó groot zijn, dat zij bijna de geheele Hanze zou uitmaken; redelijkerwijze wordt dan ook een bestuur gekozen uitsluitend of bijna uit sluitend uit tuinders, bloemisten, enz. En zie daar dan de eigenlijke Hanze wel niet in naam, maar toch inderdaad veranderd in eij tuinders-, bloemisten- en boerenbond, waarbij de nering doenden en industrieelen kunnen beschouwd worden als quantité negligeable! En dan zal bij deze laatsten toch weer het verlangen op komen zich af te scheiden in een eigen ver eeniging Laten zij zich dan ook in een afzonderlijke vakafdeeiing vereenigen, zult ge zeggen! Een vreemde vak(!)afdeeling, die combinatie van neringdoenden en industrieelen op allerlei gebied1 Doch mij goed 1 Maar dan ware precies hetzelfde doel bereikt, als er naast de bestaan de Hanze een tuinders- en bloemistenvereeniging was opgericht die bij gemeenschappelijke belan gen federatief samenwerkten, en dan was het karakter der Hanze niet verwaterd geworden! 3o. De Heemskerksche Hanze acht het met haar belangen in strijd, wanneer zij tuinders, bloemisten enz. als lid liet toetreden, omdat die zelfde tuinders enz. DE clientèle vormen der neringdoenden en industrieelen. De belangen der laatsten immers zijn geheel in strijd met de belangen der eersten in hun qualiteit van clien tèle. Om een voorbeeld te noemen: Leden der Hanze zijn kleinhandelaars in kunstmeststoffen. Hun belaag is het persoonlijk aan de tuinders te verkoopen. Het belang der tuinders echter is liet, hun kunstmeststoffen gezamenlijk aan te koopen bij groothandelaars. Zouden zij nu niet, door het lidmaatschap van tuinders en bloemisten bij de Hanze goed te keuren het paard van Troje in hun vereeniging binnen halen? Ziedaar de gronden, waarop de Hanze van Heemskerk weigerde, om tuinders etc. tot het lidmaatschap uit te noodigen, en dat lidmaat schap niet gaarne zag. Misschien heb ik met het standpunt der Heemskerksche Hanze te verdedigen, niet een plaatselijke kwestie aangeraakt, maar een voor de Hanze principiëeie kwestie, die het niet aan mij is uit te maken. Wenschelijk was het dan, dat het Hoofdbestuur deze zaak eens terdege onder de oogen zag, en haar standpunt in deze in haar officiéél orgaan ontvouwde. Doch m. i. is het standpunt, dat de Heemskerksche Hanze innam, het juiste, en zie ik in de gevallen, waar in het hoofdbestuur anders besliste, slechts uit zonderingen, die toegestaan werden om deze reden: oin een zeer groote categorie van men- schen, die nog geen eigen R. K. organisatie heb ben, in de gelegenheid te stellen zich provisorie bij deze R. IC Vereeniging aan te sluiten. Doch zoodia dan ook die categorie van men- schen een eigen R. K. organisatie heeft, dan vervalt de reden van die uitzondering geheel. En daarom zou ik nu aan de Beverwijksche Hanze willen aanraden, ook het zuivere stand punt in te nemen, dat Heemskerk inneemt; dan zou ik aan de bloemisten aldaar willen aanra den, geen lid meer te blijven van de Hanze, waarin zij nu niet meer thuis behooren, maar zich aan te sluiten bij de „R, K. Vereeniging van Bloemistcnpatroons voor de geheele bollen streek," welke op het punt staat van opgericht te worden, en die volgens de circulaire, welke aan alle Bloemistenpatroons wordt verzonden, vóór den lOen December hun adhaesiebetuiging verwacht. Dan zou ik willen aanraden, aan de R. K. Tuinders van Heemskerk, zich in te spannen om spoedig te komen tot de oprichting van een eigen R. K. Tuindersvcreeniging (waarom al- rijd aan den leiband van Beverwijk loopen? Zijt ge niet talrijk en krachtig genoeg voor een eigen vereeniging?) om zoo te komen tot degelijke patroonsorganisaties, die ieder in hun eigen stand vereenigd zijn, en tn voorkomende geval len eendrachtig samenwerken bij gemeenschap pelijke belangen. K. Naschrift der Redactie. Daar zou op sommige dezer beschouwingen wel wat zijn af te dingen, doch wij mecuen dat net goed is door plaatsing van dit belangwek kend artikel een discussie uit te lokken die klaarheid brengen kan, terwijl wij anderzijds ook gaarne het advies van het hoofdbestuur der „H. H. afwachten REDACTIE. ï'->' De bekeering der Jaeobieten. Meermalen hebben wij reeds gesproken ovelr de gelukkige bekeering der Jaeobieten tot de aloude Moederkerk en over de audiëntie van den patriarch bij Z. H. den Pain. De Romeinsche correspondent van de „Msb." schrijft in een brief uit Bom» dp volgende lezenswaardige bijzonderheden. Eerst wijdt hij enkele woorden aan de be trokken Oosterse!ie Kerken. ,Vóór St. Petrus naar Rome ging om Br als eerste Paus der pas-ontluikende Kerk zijn1 zetel te vestigen, stichtte hij in Antiochië 'n Christelijkheid aan welker hoofd de latere martelaar Ignatius werd geplaatst. Volgens de overlevering verleende St. Jaco bus aan deze Christenheid eone liturgie, die tot op den dag van heden in gebruik! bleef; do 'taal is althans nog dezelfde als die welke deze Apostel en natuurlijk eveneens onze God delijke Zaligmaker en Zijne gezegende Moe der dagelijks gesproken hebben. De overle vering wil ook. dat door de aanhangers van deze Kerk hot woord „Christus" gebruikt werd. Vier eeuwen lang heeft deaö ritus op heer lijke wijze gebloeid, zij stichtte allerwege kloosters en scholen, bracht tal van heiligen voort, en zond haar missionarissen tot zelfs naar de kusten van Malabar werwaarts St. Thomas hun den weg gewezen had. Maar toen raakte zo plotseling aan het kwijnen. Ketterijen slopen de Kerk binnen, en toen deze met name hot Monophysisme vol gens hetwelk er slechts één natuur in Chris tus zoude zijn op het Concilie van Chal cedon in 451 worden veroordeeld, onderwierp de Kerk zich niet aan den Paus en ging haar eigen weg. Duur heeft ze daarvoor moetien boeten. Tot do zeventiende eeuw heeft ze in volkomen schisma geloefd, de ellendige invloed van Byzantium boven de alïéénheilzame atmosfeer van Rome verkiezend. Hulpeloos als ze dadr stond heeft ze ook ontzaglijk moeten lijden: van den invloed der andere "schismatieke sek ten om zich heen, van het fanatisme des Arabieren en vtfn de rampzalige overheer- 6c:hing der Turken. In do zeventiende eeuw gelukte het teen kleine groep deze monophysieten van do waar heid der goddelijke leer, zooals zo in Rome verkondigd wordt, te overtuigen en spoedig ontstond er een nieuwe geünieerde Kerk met dezelfde liturgie als do Jaeobieten, maar le vende in gemeenschap met Rome. Een „nieuwe" Kerk is eigenlijk een onjuist woord, ivant feitelijk ivas deze „Syrische Kerk" niets anders dan een wakkor-worden van de door St. Petnis gestichte Christenheid van Antiochië na een doodslaap van bijna dertien eeuwen. Het hoofd van deze Kerk verkreeg natuurlijk den titel van patriarch van Antiochië, denzelfden als waarop het schismatieke hoofd der Jaeobieten aanspraak meende te moge maken. Een zijner opvolgers nu is de roods ge noemde Èphretn II, een uit Maeoel geboortig Syriër, die zijn opleiding in Frankrijk en Iiome genoten heeft, bekend is om verschil lende geleerde werken, die hij in het Frausch, Latijn en Syrisch schreefen dien indruk maakt iemand te zijn ran buitengewone energie ot> stalen A'olhardings ver mogen. Hij vormt .een sterk contrast met den be keerden patriarch, Abdul Massih. Do laatste fe vóór alles de aartsvader, de sympathieke grijsaard, kinderlijk gelukkig den grootsten stap zijns levens te hebben gezet. Ephrem echter is in de eerste plaats de patriarch,'de heerscher, waarvan de energie slechts ge temperd wordt door een door en door vroom gemoed. Hij ziet een verschiet van ontzettende moeilijkheden voor zich geopend, maar hij staart £jn toekomst moedig, kalm, vastbe raden in het gelaat. En instinctmatig wordt men gewaar, dat hij iu dezen niet op eigen krachten erkent, maar met groote nederig heid zich in handen heeft gesteld van hoo- ger macht. Dan verhaalt de sohr. van een audiëntie die bij had bij «ijno gelukzaligheid Ignatius Ephrem II Rabmani, patriarch van Anfioohië en hoofd der geünieerde Syrische kerk. Over de wijze, Avaarop de groote beslissing van patriarch Abdul Massih, plaats greep, vertelde Z. O. o.a. het volgende: Op het feest van Maria Onbevlekt Ont vangen van -hot vorig jaar, word ik' verrast met een telegram uit Jeruzalem, meldende, dat twee jacobitisehe bisschoppen, mgr. Hal- louli van Jerusalem zelf en mgr. Jules A- braham David van Apamee, te samen met een monnik verlangden zich aan den Paus te onderwerpen en in de Syrische Kerk te worden opgenomen. Na eon retraite van twee weken, gegeven door een Syrischen Jezuïet, zwoeren zij in mijne handen hun dwalingen af en na nog eenigen tijd van geestelijke oefening benoemde ik1 hen tot mijn vicarissen onder hun vroegere geloofs- genooten in Jerusalem en Pkenicië. Terwijl deze bisschoppen nog over den te nemen stap nadachten, was hun patriarch een reis in Indië aan het maken iu welke streken niet minder dan dertien bisdommen op de kust van Malahar onder zijn jurisdic tie staan. Den terugweg naar zijn woon plaats, Mardin, in boven-Mosopoj;amië tus schen Euphraat en Tigris, werd via Jeru salem ondernomen en het was hier, dat Abdul Massih de overgang van zijn vroo- geren trouwen vriend', mgr. Hallouli verne men moest. In stede van hierover in toorn te ontsteken, zocht hij „het verloren schaap op, en besprak lang en breed den gewich- tigen stap, de verzoening mot Rome. Luttel tijds later, terwijl niemand op zulk een ge beurtenis verdacht was, ontbiedt de patri arch den secretaris van mgr. (Hallouli en ver zocht dezen hem naar de Syrische Katho lieke School te vergezellen, waar hij wist den Franschen consul aan te zullen treffen. Zonder verdere inleiding stapte hij op dozen autoriteit too, verklaarde hem besloten te zijn den eed van trouw aan den Paus af te leggen en zich derhalve onder bescherming van Frankrijk te stellen. Aldus tegen even- tueele moeilijkheden verzekerd, wandelde de gedecideerde grijsaard naar het paleis van den Latijnsehen patriarch on herhaalde al daar dezelfde verklaring, die hij voor den consul van Frankrijk had afgelegd. Terzelf- dertijd zond hij een telegram naar Beiruth, met; het verzoek den Paus vaiï zijne decisie in kennis te stellen. 3 Mei d.a.v. zwoor de oud-patriarch zijn schisma plechtig af en werd hij inden schoot; der Katholieke Kerk opgenomen. De gevolgen van dezen stap bleven na tuurlijk niet uit. Dé getrouwen van Z. G. Abdul Massih, die grootendeels in Malabar en Boven-Mesopotamië wonen, hebben vor- klaard hem alleen als hoofd te willen her kennen en hem trouw te willen blijven, on verschillig waar liij hen brengen wil. Na tuurlijk is op dit gelukkig besluit een reac tie ontstaan en zullen een deel der ,'laco- biten bij hun schisma blijven volharden. De helft echter een millioen personen dus zoo vertelde de overste van hot Syrische Seminarie ine, kunnen we zeker over krij gen. Abdul Massih heeft nu den Paus ge zien en denkt verder aan niets ineer dan aan het verwerven van zooveel volgelingen als hij sléchts krijgen kan. En velen zat hij er met woinig moeite toe brengen hem te volgen. Het priesterhart van Ephrem II klopt bij deze gedachte van vreugde; zijn zorgvol le blik tuurt inmiddels echter naar den bodem van zijn schatkist ennaar dat land waar die lieden wonen van buiten zoo koud maar van binnen zoo vol gloed, do Nederlanders. Hij vertrouwt van hun finan- cieelen steun Ie zullen ont vangen. Z. H. DE PAUS EN DE H. K. SCHOOL- .VER LENIGINGEN. De beer J. Duponfc té Heerlen, penningmees ter der „R. K. Schoolvoreeniging Onze Mijn streek", ontving uit Rome Aolgend schrijven: „Kardinaal van Rossum heeft liet genoe gen aan de Boomsolt Katholieke Schoolver- oeniging Onze Mijnstreek namens Zij ne Heiligheid over te maken de som van vierduizend francs voor het. bouwen van Katholieke Scholen. Zijne Heiligheid scheukt tevens aan alle leden Zijnon hei ligen zegen en bidt Gods zegen af over liet schoone werk der .Vereeniging." „Onze Mijnstreek" brengt den Heiligen Va der nederig eerbiedigsten dank voor den Apos- tolischon ze-gen en tevens voor het geheel bijzonder stoffelijk blijk van Zijner Heilig heid liefde voor en belangstelling in het Ka tholiek onderwijs, met name in Zuid-Limburg. Met dezen zegen gesterkt, door do gave gesteund, hopen wij op den ingeslagen Aveg krachtig voort te gaan en met Gods hulp binnen niet te langen tijd een aantal Katho lieke scholen in het Mijudistrict op te rich ten. Ook aan Zijne Eminentie Kardinaal van Rossuin zij hartgrondige dank gebracht voor do hooge en uitnemende voorspraak bij Zijne Heiligheid. Als de marmeren gedenksteenen, welke en daar mee anticipatief onze scho len zelf Z.Emin. in Augustus j.l. te tem wijdde uitgesloten zullen zijn, zal heugenis aan Z. H. Pius X en Zijne 1' nentle bij hot dankbare volk van Zuid-i burg, het kolen]and nog voortleven. Wis en zeker zal Katholiek Nederland tli nog beter begrijpen, dat ons Averk er g is van louter lokalen aard, maar een van voor Katholiek Groot-Nederland. Wij herbalen dan ook tot ouze Gelooi booten: geeft ons don steun van uw ge en uavö penning; zet uwe schouders mede der den zwaren last, spoort uwe vrienden "a ons te helpen in dit, zichtbaar door God zegend werk. Do gave van don Paus -zal velen, hoi wij, milddadig doen zijn. Reeds thans moe wij menigeen hartelijk dankbaar wezen. V iedere te bouwen Katholieke School een maximum van twee dozijn werd li derd gulden toegezegd. Wie wil volgen adr seere zijne bijdrage (bij voorkeur) aan heer J. Duponfc, penningmeester R. K. Scli vereeniging fce Heerlen, of aan ondergeteek de, die reeds dankbaar is voor opgaven adressen, waarheen onze circulaires ver; den kunnen Avorden. Dr. van GILS, R. K. Pr. Roldue, Kerkrade. EEN HULDEBLIJK AAN H. M. I)K KONINGIN. Hare Majesteit de Koningin heeft do putatio uit Rijnland en Westfalen, besla i uit de heeren D. J. Guldey, consul der derianden te Essen, als voorzitter van comité; A. Petersen, secretaris, en J. van der Wolf, penningmeester, met de h ron J. Herdtman Sr. en 0..,Milebsack. r peetievelijk consuls der Nederlanden te Du seldorf en Duisburg, als vertegenwoordigo van het consulaire corps en de heeren Bode en A. van Dongen, als vertegenwoo digers van de Ncderlandsche vereeniging in Rijnland en Westfalen, ter aanbieding v het door den kunstenaar Th, Nieiuvenliu te Amsterdam, vervaardigd huldeblijk, h demniddag ten Paleize liet Loo in audient ontvangen. NA EENE NEDERLAAG. De sociaal-democraten verlopen AmsterdR III. Grootor slag kon hun niet Avordon toeg bracht. En. zulk oen nederlaag werkt na. Verli van vertrouwen en dus van aanhangers andere plaatsen en op ander terrein is ©r voordijk het gevolg van. Dat begrijpen de sociaal-democratische le ders, organisatoren als zij zijn, bizonder goed.- En daarom nemen zij hunne maatregele De socialistische pers schrijft op den gew neu toon revanche-artikelen en hot partij stuur heeft het houden eenei „Itoodo We gelast. In 't rood© kamp zijn reeds allen in weer, om in die „Roode Week" leden te werv en nbouné's voor de partijpers. Ilierdo móet den „kapitalisten eu hunne liandkangcr bewezen worden, dat de S. D. A. P. nog nie van hare kracht verloren Leeft. Daar zal een zware wijs op gaan. Een© die voor meer dan -5/6 op bijloopcrg steun moet, kan immers onmogelijk bewijzen, h sterk zjj is. Maar dit is 't'em ook niet, Do leiders der S. D. A. P. makon zoo gr© spek takel, om meer verlies te voorkomen. Daar zit iets leerzaams in A'oor ons zegt h „K. V." Aan onzen kunt laat men zich wel eens do ©ene nederlaag ontmoetigen en blijft dan lat gen tijd met d© handen in den schoot zitten. De socialistische organisatoren leeron, d dit verkeerd te. Juist na e©n nederlaag moet het hardst g werkt wonden, om de gevolgen, die meest erger zijn, to koeren en t© trachten liet verloren vertrouwen t© herwinnen. Zoowel op sociaal als op politiek terrail neme men de organisatorische les, die ons nu (i socialisten geven, ter harte. GOEDERENVERVOER. Men meldt aan de „Tijd.": Op het station Maastricht heerscht weer e< buitengewoon druk goederenvervoer; het tran sito-verkeer mot Duitsehland en België i enorm. Het emplacement staan vol waggons; d< vertraging A-ooraamelijk uaar België is zee- belangrijk; het emplacement is niet berekent op zulk een drukte die steeds blijft toenemen FEUILLETON Allee was in een woestenij herschapen. Al •at v°nr verkoop geschikt was, word ver kocht. Alleen het geraamte van het gebouw was achtergebleven. Terwijl Cuthbert in het klooster het ver leden voor zijn geest terugriep, hoorde hij voetstappen. Was het vader Ambrosius? Cuthbert waagde het met gedwongen stem den naderenden vreemdeling toe te roepen, maar bij kreeg geen antwoord. Hij ijlde naar het andere einde van het gebouw, sloeg zün hand aan zijn zwaard, maar zag niets. Daar herinnerde hij zich de laatste woor den van don stervenden Nicholas: „Sir John; de geheime kamer; te midder nacht; pas op". Hij bevond zich voor de vroegere kamer van den abt, een afgelegen gebouw, dat door .middel van een overdekten gang niet het Klooster verbonden was. Dit gebouw stond ten westen van de eetzaal en do groote zaal. Hy had van de verwoestingsmanie niet zoo- voej geleden als d© overig© gedeelten van het. SfoSJI' tar het wellicht beschouwd werd idool werftUr«iklat V°°r *eheel and«r j Hjj beklom de kleine trap, die naar den i ,e"dde en ging de kamor, aan de rech terzijde gelegen, binnen, die tot bijzonder ge- bruik van den Abt had gediend. Het was in deze kamex-, met haar eikenhouten lambri soering en uitgesneden en uitgehouwen be timmering, waar hij de gewichtige mededee- liug had ontvangen, die den loop van de laatste tien jaren had geregeld en do opdracht ontving, welke thans moest worden vervuld. Toen hij daar eenigen tijd stond te Avach- ten, domndeu hem allerlei oude gedaanten voor zijn geest op en een oogenblik zelfs meende hij den Abt voor zich te zien, geze ten iu zijn stoel, met een liefderijken blik op Uuthbert starende. I Hjj trachtte door een stil gebed de droom- beelden van zich te verdrijven, toen hij op eens de klok 't middernachtuur hoorde slaan. Nog vóór den zesden slag drong de klank van een zwaren trf. tot zijn oor door. Outii- bort kende dien stap, en zijn hart werd weer verlicht, naarmate de persoon naderde. En kele oogonblikkeu later stond vader Ambro- sius voor hem. I »v.ader!" j „Gij zijt het eerst hier, Cuthbert, mijn zoon, hebt dus op uwen weg niets bijzonders I ontmoet?" „Hoe long zijt gij hier in deze ruïnen, ya- derï" „Ik beu hier juist aangekomen. Ik heb mijn paard aan d© herberg achtergelaten. Waar om vraact gi< dat?" „Ik meende dat ik iets hoordo vallen.'" „Wel neen; het is maar verbeelding ge weest. Wij zullon spoedig onze zaken aftteen en vertrekken. Was uwe reis, evenals de I mijne, zonder buitengewone voorA'allen?" „Niet geheel on al, vader; Nicholas Grab- her, do schildknaap uit de herberg bij Horn- ton, is niet meer. Gedurende den nacht, dien Avij daar doorbrachten, specldo hij wederom den spion, kwam geheel op do hoogte van ouze afspraken en zelfs vau ous noodlottig ge heim van de kamor. I ml ion hij nog leefde, wa ren Avïj verloren". I „Hebt gij hem dan in <en tweegevecht ge- dood?" „Neen, onder Gods hand is li ij gevallen. Ik ben vrij van bloedschuld", eu Cuthbert ver haalde de geheele treffende ontmoeting in het bosch. „Arme jongen! Wij zullen aan zijn verlan gen voldoen en bidden voor do rust zijner ziel. Sir John heeft een ZAvare verantwoording op zich geladen. Ik ben nieuwsgierig le we- j ten, waar li ij nu is! Maar mijn zoon, ter zake. De nacht vordert reeds. Cuthbert herinnerde zich nog wel de voor- 1 schriften, die den Abt hem had gegeven. Hij bad ze opgeschreven, gn gedurende de jaren, die na dien waren verteopcfj, had bij ze Tier- haalde malen van buiten geleerd. Hij zocht te midden van het fijne houtsuij- I wérk, dat nog altijd de lambriseering van de j verwoeste karuer versierde, naar do vierde roos, te rokonen vau dc deur en de derde van i af den grond. Hij gaf met ziju duim eeu fliu- ken dmv op den knop, en de oudo geschonden boekenkast, die men als een eenvoudige muur- bedekking had beschouwd, en onaangeroerd gebleven was, sprong als een deur eensklaps open, j Hoe nabij de oplossing van bet geheim d© vijanden ook geweest zijn, de deur, die achter de boekenkast verborgeu was, was zwaar en het slot kou alleen dan openspringen, wanneer moii op de roos drukte, die op eenigen nistaud van daar was verwijderd. Elke poging zou f dus mislukt zijn. Na de deur achter zich te hebben vastgezet, daalden zij een dertigtal treden af, en bereik ten, nog beneden de fundamenten van het gebouw, dé ijzeren deur. Cuthbert drukte op de veer, en de deur ging open. f Lij bleef nog eenige oogen blikken staan, en zeide: „Wij moeten de deur goed vastzet- ten, Avant als zij dicht sloeg, zouden wij ge doemd zijn, daar te blijven tot den laatsten dag. Zij sluit met eeu veer en kan alleen van •buiten geopend worden. j TerAvi.il Lij zoo sprak, duwde lui de deur voorzichtig open tot. aan den muur, eu zette haar goed vast. Zij wachtten nauwlettend eenige oqgenblikkeu. Eerst scheen de deur stil te blijven staan, maar langzaam kwam ér beweging in, die vlugger en vlugger werd en j sloeg eindelijk met eeu bevigen slag dicht. „Ongetwijfeld is de constructie zoo uitge- dacht, orn eiken onbekenden bezoeker en in- dringer in de geheimen van de Abdij te van gen," zeide Vader Ambrosias. de dein vooral goed A-ast. mijn zoon." Cuthbert deed zulks, en ging de diepte ii Hü nam den sleutel, dien hij gedurende al dien tijd in ziju vestzak bad gedragen, iu dl hand, eu onderzocht het slot. I)e roestige vee ren liepen niet gemakkelijk, maar met ee .weinig krachtsinspanning ging alles god. hieven het zware deksel zoover omhoog, da het achterover tegen den muur viel en blee liggen. Daar la «jeu de schatten van de Abdij, zooal tien jaren geleden do Abt ze aan Ctukben had getoond; de met .iuweelen bezette relb tjuiëen en host icdoozen, de massief gouden kelken de massa geldstukken welke tiet vrij- zinige Parlement, vrijzinig alleen als het ei jop aankwam, over de goederen van anderen te beschikken, aan den koning had gesehou keu, maar welke hij biet in bezit kon nemen. Naast al deze voorwerpen lagen de kost- bare documenten, de perkamenten rollen, dl pakjes brieven, de bewijzen van echenkingei) ien de gesehonden oorkonden van de Abdij, j „Wij moeten al deze brieven verbranden" 1 zei vader Ambrosius. Dat heeft de Abt lo» mlen". In de vlam van hunne lantaarn vorbran den zij een voor een al deze stukken, totdat 'nieis meer was overgebleven, dat zou kunne; 'dienen om eene beschuldiging tegen een o anderen pei'soon te staven. (Wordt vervolgd) 2(i)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1913 | | pagina 13