Het aeheim der oude Abdij.
Brieven over Bouwkunst
BINNENLAND.
£u Bon Mai*ché«
Hasariem-Brussel- Handschoenen voos* alle gelegenheden^
i* Onlogisch of eenzijdig?
„ioyons.
In zijn rede op 10 Dec. hoeft! Minister Gort
d. Linden gezegd: „hebben de .jongste
herkiezingen inderdaad aangetoond dat het
volk een of meer hervormingen wil? De re
geering meent, dat hot antwoord beslist be
vestigend moet zijn,"
Bij het vaststellen van haar programal
gemeen kiesrecht en staatspensioen baseert
de Regeering zich, bij monde van Minister
Corfe v. d. Linden met bovenaangehaalde woor
den, op den wil das volks, gebleken bij de
verkiezingen.
Maardie gebleken volkswil is slechts
van de helft des volks, terwijl do andere helft
ook heeft doen blijken een bepaalde lier-
Vorming ernstig t© willen en wel die vani
gelijkstelling, zoo volkomen mogelijk,
Van openbaar en bijzonder onderwijs. Zelfs
staat hot te bezien (een nauwkeurige telling
der uitgebrachte stemmen zon zulks uitwij
den) of die laatste helft niet de grootste isl
Al heeft uu do Regeering een zeer tege
moetkomende houding aangenomen inzake de
gelijkstelling van openb. en bijzonder onder-
Wijs, beslist «geweigerd hééft de Minister om
die gelijkstelling op zijn regeerprogram te
zetten.
Gezien de woorden, boven aangehaald, zou
het consequent geweest zijn, als de Minister
óók die gelijkstelling als derde punt op het
program der Rogeering had gezet.
Door zulks te weigeren schiet do Regeering
in logische consequentie te kort.
Daar komt bijde Regeering erkent zich los
van do partijen, staat boven de partijen uit;
welnu op straffe van eenzijdigheid, op straf
fe toch voor een gewone partij-regeering
te worden gehouden, liad ze, om zelfs dien
schijn maar to verwijderen, de gelijkstelling,
als een wezenlijk punt op haar regeerprogram
moeten plaatsen.
Vandaar dit dilemma: óf onlogisch óf een
zijdig?
XIX.
Een vorige maal schreven wij over hetgeen
door de gemeenten kan worden gedaan tot be
vordering van de volkshuisvesting. Als der
de punt waardoor de gemeenten in dezen
kunnen voorzien noemden wij de gemeente
lijke woningbouw.
In dezen brief wilden wij behandelen op
welke gronden de Nederluruische gemeenten
tot woningbouw kunnen overgaan, de ver
schillende voor- en nadoelen van gemeente
lijken woningbouw toespreken en ten slotte
mededeeleu wat er op dit gebied reeds
in 't buitenland maar bijzonder in ons land
ia tot stand gebracht.
Dat een en ander met het oog op het uitge
breide onderwerp en den aard van ons arti
kel beknopt zal moeten zijn, behoeft wel niet
to worden betoogd.
Do wetgever hoeft liet geval voorzien dat
het particulier initiatief onvoldoende zou
kunnen blijken om aan de woningbehoefte te
voldoen en daarom is iu de Woningwet een
artikel opgenomen hetwelk deze aangelegen
heid regelt.
Dit artikel, No. 32, 1, c luidt: Bij besluit
van den gemeenteraad kan een bedrag be
schikbaar worden gesteld tot aankoop van
gronden ca tot aankoop, aanbouw of verbouw
/an woningen in hot belang der volkshuis
vesting voor rekening der gemeente, ingeval
iit noodzakelijk is voor de richtige uitvoe
ring van deze wet.
In de Memorie van Toelichting staat over
dit-artikel o.a. nog te lezen: Voor een rich-
tige uitvoering der wet kan het onvermijde
lijk zijn, dak de aankoop, aanbouw of ver
bouw van woningen geschiedt voor rekening
der gemeente. In laatste instantie behoort
daartoe te worden overgegaan, indien langs
andere wegen het doel niet tó bereiken is.
Duidelijk blijkt hieruit de bedoeling der
•wet: do gemeente zal slechts ingrijpen, wan
neer de particulieren en de vereenigingen
welke met Rijksst -un werken, in de behoefte
niet kunnen of willen voorzien.
Nu iets over de voor- en nadoelen welke
omtrent gemeentelijken woningbouw worden
aangetroffen, waarbij wij eerst enkele na
doelen vermelden ontleend aan een 13 tal ge
noemd in'het werkje „Gemeentelijke Woning
bouw" van A. Keppler en afkomstig van het
Birmiüghamsche raadslid Nettlefold.
1. Aanbouw van gemeentewege is geld
verspilling, want een gemeentebestuur kan
nooit zoo goedkoop bouwen als een particulier.
Een gemeente administreert niet goedkoop.
Door van gemeentewege goedkoop© wonin
gen te stichten, lokt men al meer menschen
van het platteland naar dé steden, en dat is
juist wat men behóórt tegen te gaan.
4. Om billijk te zijn, zou de gemeente moe
ten voorzien in de woningbehoefte van al
len, anders bevoordeelt zij enkelen.
In het Bouwk. Weekbl. No. 40, 1913, wor
den er nog een drietal bijgevoegd.
Wat moet de gemeente doen bij:
a. verwaarloozing der woningen,
b. werkloosheid, uitsluiting, waardoor tij
delijk d© huur nieti betaald kan worden,
c. achteruitgang van het gezin, waardoor
dit laatste blijvend het geval zal zijn.
Het onder 3 genoemde bezwaar is vooral
voor Haarlem van belang. Zal toch, wan
neer Haarlem eens op meer uitgebreide schaal
tot woningbouw overgaat, de vestiging van
arbeiders uit de buitengemeenten, waar ook
woningnood is, worden bevorderd en zal de
actie ten opzichte der volkshuisvesting in
die gemeenten niet verslappen daardoor? Het
reeds in dit blad besproken idee van samen
werking der gemeenten is ook uit dit oog
punt nog zoo onverklaarbaar niet.
Van do voordeeion welke door sommigen
worden aangevoerd zijn de volgende heb be
langrijkst. f
1. Gemeentelijke woningbouw is een prikkel
om goed to bouwen, daar de bevolking aan
betere woningen gewend raakt.
2. De bewoners behoeven geen ondernemers
winst pp te brengen.
Vrees voor huurstijging is uitgesloten.
4. De gemeente kan geheel bouwen naar
mate er behoefte is.
Omtrent al deze genoemde voor- en nadee-
leu zou nog veel te zeggen zijn, maar dit
zou ons veel te ver voeren. Omtrent het
laatst© punt 1, zouden we nog willen aan
voeren dat de bouwverordening reeds zorgt
dab er goede woningen gebouwd worden, al
leen de aesthetische.verzorging zou wel eensj
een verbetering kunnen brengen; omtrent de
punten 2 en 3 merken wij op dat dit ook
bij veroenigingsbouw uitgesloten is.
Onze meening ten deze is, slechts gemeen
telijke woningbouw als het particulier initia
tief' to kort schiet, en verder dat voor- en na
deden er aan verbonden voor ieder geval in
overeenstemming met. plaatselijk© toestanden
onderzocht en bestudeerd moeten worden.
Over den gemeentelijken woningbouw in 'b
buitenland zullen we slechte kort zijn, de
gegevens ontleenden we gedeeltelijk aan het
werkje van A. Keppler: Engeland staat wel
aan de spits; plm. 220 gemeenten hebben tot
1907 ongeveer 20500 woningen gebouwd.
Duitse h land. Prei burg i. Br., een stadje
van (JOOOO inwoners gaf ongeveer 1000 000
Mark voor het doel uit.
Men bouwt kleine arbeiderswoningen met
tuinen, met het doel deze aan arbeiders te
verkoopen, ouder waarborg dat de woningen
uit banden der speculanten blijven. De bedoe
ling van dit z.g. Ulmersbolsel is de arbeiders»
door. het verschaffen van een „eigendom"
met do maatschappij te verzoenen en hier
door het socialisme tegen te gaan. Verder moo-
ten in Duitschland nóg genoemd' Dusseldorf,
Schweinfurt on Einbden.
In Zwitserland staan vooraan Zurich on
Bern. Iu Zurich trekt vooral de aesthotische
verzorging der huizon met omgeving, waarvan
o.a. wel spreekt een post in ecu der begroo-
tingen van 22400 frs. voor tuinhuisjes en
fonteinen.
In België is de gemeentelijk© woningbouw
van weinig betoekenis. De oorzaken hiervan
zijn le, dat de Rijksspaarbank cen aanzien
lijk credict heeft geopend aan bouwvereeni-
gingen, 174 dezer vereenigingen hebben 46300
woningen opgericht voor 86 636 000 frs.; 2e
do Caisse Générale d'Epargne et do Retraite
geeft aan den werkman ten behoeve v. d. bouw
van een woning een voorschot van 90 pet. der
stichtingskosten, welke niet meer dan f 2700,
mag bèdragen. Tot 1906 was op die wijze
een som van 72(4 millioen francs verstrekt.
In ons land zijn er tot Mei 1912 door 28 ge
meenten te samen 427 gemeentelijke woningen
gebouwd 'met Rijkssteun. Het zijn meestal
de kleine en kleinere gemeenten welké hiér-
toe zijn overgegaan. Van deze gemeenten krij
gen er 13 een jaarlij ksche bijdrage van het
Rijk, waarbij moet opgemerkt worden dat
hierbij zeer kleine gemeenten zijn welke b.v.
een of enkele woningen hebben gekocht of
gebouwd.
In Volendum zijn de eerste woningen van
gemeentewege gebouwd, te samen 30 stuks,
het tekort wordt gedragen door gemeente en
Rijlc.
JFraineker bouwde 98 woningen met huurprij
zen van f 1,25 en f 1,40, een Rijksbijdrage
wordt niet verleend.
Den Haag bouwt thans te Scheveningen een
60-tal woningen, echter zonder Rijkshulp, dus
geheel van gemeentewege. Het plan bestaat
om wanneer het noodig blijkt met bouwen
door te gaan.
Verder moeten nog genoemd worden Nij-
kerk met 36, Venlo met 46, Bunschoten met
20, Zandvoort met 20 en Sneek! met 46 ge
meentewoningen
Vermelden wij ten slotte dat onder de ge
noemdgemeen te woningen geen woningen
zijn gebouwd voor gemeente-arbeiders en be
ambten, welke bouw in bijna allo gemeenten
voorkomt en van ander karakter is.
In deze twee artikelen hebben wij over.
enkele onderdeden met het vraagstuk der
woningnood in betrekking staande een en an
der medegedeeld, de oplossing van het vraag
stuk hier t© Jlaarlem zien we verder mett
belangstelling tegemoet.
A. J. P.
HOFBERICHTEN.
H. M. de Koningin zal Vrijdag Mgr. Vuyl-
steke, apostolisch vicaris van Curasao, in
bijzonder §611001' ontvangen.
H. M. de Koningin zal Zaterdag audiëntie
verleenen aan Pangeran Haagabati van Soe-
rakarta, zoon van den Soemelioenan in dat
kroongewest.
VERBOUWING VOOR DE TWEEDE
kamer.
De „Nieuwe CV schrijft, dat, volgens de
.plannen van verbouwing van liet gebouw dar
Tweede Kamer, aan het front-Binnenhof zijde
niet veranderd wordt. Daar hlijft de hoofdin
gang tob de Kamer. In het bouwplan zijn ech-
nog' twee andere toegangen begrepen, o.a.
aan de Hofstraat. De tegenwoordige vergader
zaal wordt ingericht, voor lees- en rookzaal.
Ongeveer in het midden van het door de uit
breiding beschikbaar wordende grondvlak
komt de nieuwe vergaderzaal, door een ruime
wandelgang gescheiden van de oude zaal. Zij
wordt ingericht voor 150 leden, blijkbaar met
het oog op de vcroenigde zittingen van de
Staten-Generaal. Het gdeheole gebouwencom
plex wordt opgetrokken met twee etages. Op
clo eerste verdieping aan de Hofstraat bevin
den zich de commissie- en sectickamers en
gelijkvloers do vertrekken voor do stenogra
fen en da bewerkers van heb analytisch ver
slag. Aan de zijde van do vergaderzaal aan
den kant der Hofstraat is do perstribune ont
worpen en daarbij aansluitende do overige
vertrekken voor de pers. Aan de Hofstraat
zal dus in heb nieuwe gebouw de toegang
voor stenografen en pers zijn.
Ruim© wandelgangen omringen van de vier
zijden de nieuwe vergaderzaal en voor toe-
st'rooming van licht zal in het gebouwen
complex zeer voldoende gezorgd worden door
open binnenplaatsen.
Veel werk zal 'worden gemaakt van den
gevel aan do Spiii-zijde. Het gebouw zal aan
die zijde bekroond worden dbor een zeer
l'raAtmi gevel. Daar zal aain cte yerbrcede
Kapt'lsbrug' een restaurant komen. Het plan
bestaat om jdo eerste verdieping te bestem
men voor „koffiekamer" bon behoeve van de
Kamerleden en het benedengedeelte té ver
pachten voor publiek restaurant.
De firma Meddens gaat, als de Staten-Gene
raal heb wetsontwerp goedkeuren, aan de zuid
zijde van den Nieuwen Verkeersweg naast
do firma Voss haar nieuwe magazijnen opfcrek-
Aan de noordzijde van den Nieuwen Ver
keersweg, aansluitende aan en met dezelfde
rooilijn van het gebouw der Tweede Kamer
komt heb nieuwe gebouw van den Raad van
State, cen breede gevel, rnet een vooruit
springend midden front.
DE HAARLEMMERTREKVAART,
Aan de verslagen van de commissies van
Rapporteurs der Prov. Staten van Zuid-Holland
ontleenen we het volgende omtrent de Haarlem-
mertrekvaart.
In alle afdeelingen werden beschouwingen ge
wijd aan de door B. en W. van Leiden geopper
de bezwaren, in verband met den op die ge
meente lustenden onderhoudsplicht zonder dat
zij voldoende zeggenschap had, om tegen be-
scliadiging van haar eigendommen te waken.
Slechts in één afdeeling kon men zich algemeen
met de door Ged. Staten voorgestelde oplossing
vereenigen, in alle andere werden stemmen ver
nomen om de bovengenoemde bezwaren te on
dersteunen. De leden, die hierbij aan het woord
waren, gaven als him meening te kennen, dat
daaraan door Ged. Staten niet voldoende aan
dacht was gewijd. Al erkende men, dat op deze
gemeente de historische plicht van onderhoud
rust, zoo zou men, met het oog op die provin
ciale belangen, het niet onbillijk vinden, indien
de provincie zich met die taak belastte, tegen
betaling van een bedrag door de gemeente Lei
den, evenredig aan de door deze bespaarde on
derhoudskosten.
In een afdeeling werd het denkbeeld geopperd
een deel der kosten, bijv. een derde voor reke
ning der provincie te nemen.
Ter tegemoetkoming aan de bezwaren werd
eensdeels voorgesteld de vergunning tot het be
varen van de trekvaart door het gemeentebe
stuur van Leiden te doen vereenen, eventueel
met beroep op Ged. Staten, anderdeels dit col
lege direct daarmede te belasten,
Nog werd voorgesteld van de zandbakken tol
te heffen, terwijl ook in een afdeeling het denk
beeld werd geopperd, dat Leiden zich met an-
i belanghebbenden zou in verbinding stel
led, om tot de oprichting van een waterschap tot
het dragen van de onderhoudskosten der vaart
te komen.
Deze opvattingen bleven niet onweersproken.
Meerdere leden waren van oordeel dat de om
standigheid, dat de gemeente Leiden bij deze
vaart geen belang meer heeft, geen voldoende
reden oplevert om haar te ontheffen van den op
haar rustenden onderhoudsplicht. Er werd op
gewezen dat in ieder geval het provinciale be
lang bij deze. vaart gering was, dat de provincie
reeds groote sommen heeft uitgegeven voor
vaartverbetering en dat in de naaste toekomst
de verbetering der provinciale wegen groote
sommen zal vergen, zoodat zij geen onuoodige
uitgaven op zich mag nemen.
Werd voorts aan de gemeente Leiden de be
voegdheid gegeven, over het al of niet verleenen
van vergunningen te beslissen, dan zouden, naar
in een afdeeling werd opgemerkt, wel eens meer
bezwaren daartegen kunnen worden gemaakt,
dan met het oog op het algemeen belang waar
schijnlijk was, terwijl in een andere afdeeling
tegen het verleenen van vergunningen door
Ged. Staten werd aangevoerd, dat wanneer
tussehen de verschillende bij deze materie be
langen hebbende gemeenten geschillen ontston
den, het wenschelijk is dat deze beslist kunnen
worden door een onpartijdig college, dat daar
om niet in eerste instantie daarin behoort te
worden gemoeid. Ook werd door enkele leden
het voorbijgaan van het boezembeheerend be
stuur ten deze bepaald niet wenschelijk geacht.
Nog werd opgemerkt dat wanneer ooit een
provincie zich tegen behoorlijke vergogfing
provoncie zich tegen behoorlijke vergoeding-
met het onderhoud zou belasten, ook de dooi
de trekvaart doorsneden gemeenten, die daarbij
wellicht het meest belang hebben, tot bijdragen
zouden moeten worden verplicht.
Ook wees een lid er op, dat voor overneming
der trekvaart in ie den geval overleg inet de pro
vincie Noord-Holland zou worden vereischt.
Aan het antwoord van Ged. Staten ontleenen
wij.
Met het gevoelen van de leden, die betoog
den, dat er geen reden bestaat om deze vaart
bij de Provincie in onderhoud ie nemen, kun
nen Ged. Staten, gelijk trouwens reeds uit huu
voordracht bleek, geheel instemmen. Overne
ming mag h.i» uitsluitend worden gegrond op
het verkeersbelang, waar dit eisclien mocht, dat
aan een hoofdverbinding te water ruimere af
metingen worden gegeven.
Men wijst op de veranderde toestanden. Juist
inet het oog daarop hebben Ged. Staten, na
ampele bespreking met het gemeentebestuur
van Leiden, hun voorstel gedaan om ook voor
ging te eischen en aan de onderhoudsplich-
het tot dusver vrije deel der vaart een vergun-
tige gemeentebesturen te waarborgen, dat zij
over de verleening dief vergunningen en de
daaraan te verbinden voorwaarden zullen wor
den gehoord. Hier aan Leiden en Haarlem vol
ledige zeggingschap te geven, zou niet aan
gaan. In de voordracht werd er reeds op gewe
zen, dat ook andere corporaties (het Rijk en de
Elsgeesterpolder met name) belanghebbenden
zijn behalve dan nog de onderhoudsplichten
der kade. Bovendien ware, juist met het oog
op het geringe belang, dat de genoemde steden
bij het zandvervoer door de trekvaart hebben,
te vreezen, dat haar besturen de zaak te een
zijdig zouden bezien. Het college van Dijkgraaf
en Hoogheemraden, dat ook het toezicht heeft
op de langs de vaart gelegen kaden, schijnt het
aangewezen orgaan om de verschillende be
langen te verzoenen.
Het zal dan echter in de eerste plaats op
den weg van Leiden liggen om door bewaking
van bij haar in onderhoud zijnde kunstwerken
te zorgen, dat overtreding van de in haar be
lang gestelde voorwaarden worde voorkomen
of bekeurd.
Voor een tolheffing speciaal voor zandbak*
ken ware geen reden.
Aanhouding van het voorstel zou zeker niel
in het belang van Leiden zijn, dat in liet thans
vrije gedeelte der vaart machteloos tegenovel
onverschillig varen staat.
NIEUWE SPOORWEGWENSOflEN.
De kamer van koophandel en fabrieken te
Delft heeft tot den minister van waterstaat
een adres gericht met hot verzoek, stappen
te doen, welke kunnen leiden tot een apoe-"
dige totstandkoming van een spoorwegver
binding van Delft met de Staatsspoor, hij
voorkeur door aanleg van een spoorlijn Delft
—Gouda.
EEN ARBITRAGE VERDRAG TUSSCHEN
NEDERLAND EN DE VERKEN. STATEN.
gezant Ridder van Rappard, kwamen tot)
overeenstemming over de bepalingen van
het vredesverdrag, waarin de arbitrage-prin
cipes overeenkomstig het plan, reeds-
kort na haar optreden door de Amerikaan-
sche regeering medegedeeld, vervat zijn. Dit
is het zevendo verdrag, dat het arbitrage
idee der Amerikaanscli© regeering beli
chaamt, doch liet eerste waarover met een
Europeescho natie onderhandeld zal wor
den.
De Amsterrtamsehe vergiftigingszaak'.
Uit Weenen meldt men aan het Jidbl.
De Amsterdamse li e justitie heeft zich de
vraag gesteld, wie bij den eventueelendood
der in Amsterdam woonachtige familie Wijn
oogst het moest© belang kon hebben. Bij
de beantwoording van deze vraag viel do
aandacht op den buiten de ouderlijke wo
ning levenden zoon Herman Christiaan Ja
cob, die, in behoeftige omstandigheden ver-
keerend, door het overlijden van zijn naas
te familieleden in hot bezit van een vrij
aanzienlijke erfenis zou komen.
Doze Jacob Wijnoogst was tot 31 October
werkzaam als leider van oen filiaal der j
cacao- en chocoladefabriek H. de Jong te
Tribus winkel, een klein gehucht bij het op
een kwartier af stands van Weenen liggende
badplaatsje Baden. Deze betrekking had hij
den Bisten October verloren en sedert dien
dag woonde lrij te Weenen in de Sjdtalgasse.
Hij bemoeide zich met niemand, zoodat men
van zijn persoon niets afwist.
Ingevolge het vage vermoeden, dat wel
licht de zoon in deze afschuwelijke misdaad
de hand zou gehad kunnen hebben, ver
zocht op 20 November de Amsterdamsche
politie de Weensche haar inlichtingen te
willen verschaffen over liet doen en laten
van -Jacob Wijnoogst in den tijd verioopen
tussehen 9 en 14 November (de poging tot
vergiftiging heeft den lOden dier maand
plaats gehad.) Al spoedig bleek, dat dé
28-jarige Wijnoogst in het tijdsverloop van-
914 November niet in Weenen had ver
toefd, maar op reis was geweest.
Als motief voor deze afwezigheid had hij
de hospita opgegeven voor zaken naar Leip
zig te moeten gaan, waar liij met een koop
man in onderhandeling stond over de ver
wezenlijking van een handelsdenkbeeld (dfl
plaatsing van bonbon-automaten in kinenia-
tograaftheaters.) De politie te Weenen-zet
te liaar speurtochten voort en kwam daarbij
tot een hoogst belangrijke ontdekking. Toen
Wijnoogst nog in Tribuswinkel woonde, ha:}
hij bij den districtscommandant van Baden
een verlof aangevraagd voor het koopenvan
cyankali, en deze vergunning den 23sten
October verkregen. Hij beweerde dit vergif
voor fotografische doeleinden te gebruiken.
Op den 3Ósten October, één dag voor zijn
vertrek naar Weenen dus, heeft W. op dit
verlofbiljet van een dfoglst in Baden een
hoeveelheid van 100 gram cyankali betrok
ken.,
Dit moest verdenking wekken.
Een bijzonder gewichtige tegenspraak
komt verder nog in aanmerking en wel mei
betrekking tot den datum van zijn vertrek
uit Weenen. W. beweert den lOden Novern-
ber (den dag van de poging tot moord)
naar Leipzig vertrokken te zijn. De Ween
sche recherche heeft echter onomstootclijk
vastgesteld, idat hij den 9:1 en November reeds
zijn woning liad verlaten en daarin pas den
llden is teruggekeerd. Is hij dus den 9dcn
vertrokken, zoo had hij do ontzettende daad
op den lOden kunnen plegen.
Het gesprek to Leipzig heeft hij waar
schijnlijk den llden 's avonds gevoerd, want
dienzelfden dag heeft hij uit Leipzig een
telegram, zijn aankomst aldaar behelzend,
naar Amsterdam verzonden.
L.I. Donderdag heeft men telegrafisch da
KtUILLtTOi
Ervaringen van een journalist uit de 20e eeuw
door HEADON HILL.
(Oorspronkelijke vertaling uit het Engelsch).
10.)
Tien seconden later kreeg hij reeds ophel
dering. Hij was kalmpjes doorgereden en zag
spoedig een groot magazijn, dat grensde aan
de gebouwen van Jenkins en Co.; op een
plaats las bij fn roode letters: „West-Engel-
sclie Maatschappij van Wijnen en Likeuren".
Magazijnen en kelders. Alleen en gros".
't Probleem was opgelost. Hij was nu gebeel
ïn al toegerust, om, indien hij zulks wenseh-
te, daar op diezelfde plaats een volledig ver
slag te gaan zitten schrijven over het tegen
over den fiscus gepleegde bedrog, dat hij
»u reeds onofficieel ontdekt had, waaronder
waarschijnlijk een paar echte waren, werden
ge wacht in het pakhuis der heeren Jenking
en Uo., en dia, welke kisten verborgen hielden
ponden langs de een of andere zijdeur hun
teeg naar de „Magazijnen eu kelders" vlak
irueasf. Daar was geen twijfel mogelijk, dat
do twoe affaires, één en dezelfde waren, en
dat ze beide waren opgericht om de streek
te voorzien van belastbare dranken, waar
voor geen belasting betaald was aan den ko
ning.
HOOFDSTUK Vin.
EEN VERPLICHT BEZOEK.
Hector, die met loome beenen de breede
laan was opgewandeld, naderde de groote
toegangspoort van Pnrbeek Abbey in een al
lesbelialve opgewekte stemming. Het Was
zijn plicht een beleefdheidseisch te vervullen,
die de étiquette van hem vorderde, omdat
hij cenige dagen geleden in de Abdij gedi
neerd had op zichzelf een zaak van geen
beteekenis. Maar het was nog geen vier en
twintig uur geleden, dat' hem gebleken was,
dat zijn gastheer bezig was de schatkist te
bedriegen op een wijze, nog niet geëvenaard
in de geschiedenis, terwijl bij. Hector Yeld-
liam, door de ironie van het lot was aange
wezen om hem te ontmaskeren.
En zijn hart behoorde reeds in stilte aan
de schoone dochter van dien man! Dat was
het nieuwste van de heele geschiedenis. Of
Lord Purbeck een krankzinnige was, of een
politiek fanaticus, of een wanhopig misda
diger, die zijn schanddaden verschool onder
het schild van het peerschap, kon hij niet
uitmaken en hij had er ook niet veel lust toe.
TJit liefde voor Madg» St. Aldhelm zou hij
er r,ioh toe hebben kunnen bewegen om ziitt
oogen te sluiten voor wat hij gezien had bij
Devil's Gap, en voor wat- bij nog meer zon
zien, indien bij met zekerheid wist, dat de
Graaf een smokkelaar op groote schaal was
en niets meer. In dat geval zou 't mogelijk
zijn geweest, zijn geweten blank te houden,
met het voorwendsel, dat hij z'n ontdekkin
gen toevallig had gedaan, terwij hij zijn eigen
meester was en niet in dienst van de Daily
Lynx. Bij zijn terugkeer naar de stad zou hij
eenigo verontschuldigingen hebben kunnen
nttvinden, teneinde ontslagen te worden van
de speciale opdx-aeht, die hnm wachtte.
I Maar een ernstiger misdaad dan het be-
driegen van den fiscus schreide om wraak
j ten hemel, en na het gesprek tussehen Lord
Pnrbeek en Budge, dat hij toevallig had af-
geluisterd, was liet onmogelijk, dit van hun
ne onwettige praetijken los te maken. Hoe-
wel de schoonheid en de aanminnelijkheid
van Madge St. Aldlielm hem onder haar ban
hielden, zoo kon hij er zich niet toe verlagen,
cen brutalen moord te verzwijgen. Dat de Ier
Cnssidy heimelijk uit den weg was geruimd
eni dat de Graaf en zijn handlanger hun
'medeweten van hun misdaad verborgen hiel-
den, dat kon niet ontkend worden na het
geen zij op de kust met elkander hadden ge
sproken.
Zoo kwam het dat Heetor, toen hij aan de
ouderwetsche schel van de Abdijdeur trok, in
twijfel was, of hij wenschte toegelaten te
worden of niet. Zijn onzekerheid werd spoe
dig opgeheven, J)« keldermeester, vergezeld
door zijn medehelper in gelen rok, verscheen
voor nog de hel had opgehouden te trillen,
en boog ziin statig hoofd op Hector's vraag,
of Lady Madge te huis was. Met vele plicht
plegingen geleidde hij den bezoeker naar het
salon, dat, voor Hector's opgewekte verbeel
ding, nog seheen te weergalmen van de wel
luidende eehoos van tante Drusilla'e krijgs
gezang.
„Indien u zoo goed wilt zijn te gaan zit
ten, mijnheer, zal ik Lady Madge waarschu
wen," zei de keldermeester. „Zij is in den tuin,
denk ik."
Alleen gelaten, trachtte Heetor zich voor te
bereiden tot de hem wachtende ontmoeting.
Het zou maar 't beste zijn, zoo zei hij bij
zichzelf, deze niet meer dan een plichtmatig
karakter te laten dragen. Hij zou spreken
over het landschap en het weer. Dat zon hem
op geen ongewenscht terrein voeren, en bo
vendien hij was hier vandaag als particulier
persoon. Een weinig tijds verder en hij
zon een journalist moeten zijn vóór hij een
gentleman was. Vandaag was hij een gentle
man en hoegenaamd geen journalist in
dien hij althans niet wilde.
Zoo wachtte hij geduldig totdat Madge
vlug binnenkwam door een van de geopende
Fransche tuindeuren en vóór hem stond, als
een verblindend visioen in witte mouseline
en met een greep van late rozen op haar
horst. Haar vlekkelooze kleedij en haar open
gelaat waren zulke symbolen van onschuld',
dat ell© gedachten, dat zij medeplichtig kon
zijn aan lianrs vaders wandaden, op d«
vlucht sloegen en vergeten bleven, zoolang
het samenzijn duurde.
Maar Hector's goede voornemens om hel
gesprek te houden op het niveau eener ba
leefdheidsvisife vluchtten tegelijk met zijn
kwade vermoedens. Jeugd, riep jeugd, daar,
te midden van de strenge grootscliheid van
het Abdij-salon.
De jonkman was het zich heel goed bewustj
maar het meisje zou waarschijnlijk moeita
hebben gehad ha?e gsmsgenhcid te «te
schrijven voor dien gespierdeu jongen En-1,
gelsclunan, die niet, zooals bij den Engelschenl
athleet gewoonlijk 't geval is, te kort school
in intellectueele kracht. Vermoedelijk ver-
keerde zij op dat oogenblik in de meening;
dat zij zich tot hem aangetrokken gevoelde
als gevolg van het oudo schoolkameraadsehap
in Parijs met zijn zuster.
Heetor bleef niet langer dan twintig mi
nuten, maar toen hij opstond om heen te
gaan en Lady Madge aanbood hem de tuinen,
te laten zien, scheen het liem toe, dat hij
door een electrisclie sfeer schreed, terwijl hij
haar volgde door dé vensterdeur naar dei
breedo met ceders beplante laan. Zli was meer
dan lieftallig voor hem geweest en zonder
het minste spoor van nêerhuigende vriend©-'
lijkheid. Onbezorgd over den dag van mor,-;
gen en over de teleurstelling waartoe zijn lief--
de voor do dochter eens peers hem ze leep
moest leiden, was hij betooverd door deijv
gloed van het oogenblik. en was tevreden
NIEUWE MflflRLEMSCHE COURANT ^p.!La*£
gaarnaMmg—
9»