DAGBLAD voor NOORD- en ZUID-HOLLAND.
Wat te hopen inzake
het onderwijs?
STADSNIEUWS.
Kinderhuisvest 29-31-33, Haarlem
EER3TE BLAD."""
Haarkmsch» Alledag jet Ne. 1023
VOOR DE R00MSCHE VROUW.
Vrijdag 19 december i9i*
Ml
Bureaux van Redaotie en Adminietratie
Intercommunaal Telefoonnummer 1429.
Dit nummer bestaat uit
twee bladen*
VAN EEN PAARD. DAT MEE WIL
VOETBALLEN!
N. V, Het Haariemsche Assurantie- ei
Commissiekantoor.
belast zich met het aan- en verkoopen vat
Effecten ten beurze van Amsterdam en Londen
DENE MLEMSCHE COUMIT
ABONNEMENTSPRIJS!
Per S maanden voor Haarlem 155
Voor de plaatsen, waar een agent is gevestigd (kom der gem) - 1.85
Voor de overige plaatsen in Nederland franco per post 1-80
Afzonderlijke nummer#
PRIJS DER ADVERTENTIëN:
Van 1—8 regels 60 cent (contant 50 cent). Iedere regel meer 10 et
Buiten Haarlem en de Agentschappen 15 cL per regeL Buitenl. 20 et
Reclames dubbel tarief.
Dienstaanbiedingen 25 ct. (6 regels), driemaal voor 50 et. (ft contant).
1000
GULDEN bij
levenslange onge
schiktheid tot
werken.
Alle betalende ahonné's op dit blad. die In Eet bezit coner verzekeringspolis zfln, *Un volgen# de bepalingen op de polissen vermeld, tegen ongelukken verzekerd voori
GULDEN bi} f pil GULDEN bij f GULDEN bij f| GULDEN bi)
verlies van eer 1*1 II yerliee vat 111II verlies van |l|| ver^9 van
hand of voet IIIU éénoog llelr één daim, U|| wijsvinger.
400
GULDEN bij
overlijden.
300
15
GULDEN bij
verlies van
één anderen
vinger.
I
De nitkcerlng dezer bedragen wordt gegarandeerd door de Maatsebapptj «HolIan'dscEe 'Algemeene Verzekeringsbank** te Schiedam
FEESTGAVE VOOR DE K. S. A.
Voor de feestgave bij het tienjarig bestaan
dor K. S. A. in Nederland ontvingen wij als
bijdrage
Emeritus pastoor van het Haar-
lemsche Diocees100.
HET GEÏLLUSTREERD ZONDAGSBLAD
van dczo week bevat de volgende
PLATEN: Het' onafhankclijkheidsfeest to
Sclieveningen (3). Koningin Victoria van
Spanje. Eeu vliegtuig als windwijzer. Room-
aelie propagandisten te Beverwijk. Jubileum
der N. H. Tram. Moelay-Hafid in Spanje.
Gaston Doumergue. Eeu man, die niet lachen
mag (2). C. A. Brantzinger. De nieuwe Zwit-
•ersche president. Een merkwaardige boom.
De Duitfiche kroonprins op jacht Lode wijk
XVI met zijn gezin in den Temple. Een traus-
bordeur te Marseille. De salon de l'aviation
te Parijs. Een curieus geschenk. Een Chi-
ïees te New-York gedocoreerd. Z. Em. Kar
dinaal Oreglia. Zuster Serula en Zuster Chris-
teta. Pastoor Hooymau. t
'TEKST: Bij onze platen. De gearresteerde
cnpolaun. Familierampen (verv. met plaat).
Verdiend loon (slot). Grootvader en klein
dochter. Voor onze Jongens en Meisjes.
AGENDA. 2» December.
•Cebouw Sint B a v o 8 uur
ffuTpspanrbank Schoterkwartrer. Half 9
spaarkas St. Nicolaas (winterprovisie).
Spaarbank. Steuncomité. Inschrijving Coöp.
Bakkerij, Bibliotheek.
Concertzaal Do Kroon 8 uur .Toh.
Steen man. Derde Séance voor Kamermuziek.
Teyler Museum Tentoonstelling van
tcekeningen. behoorende tot de kunstverzame
ling van Teylers museum, portretten, portret-
schetsen en figuurstudies.
Nu de drie christelijke staatspartijen zich be
reid verklaard hebben om zitting te nemen in de
onderwijscommissie, past het eens na te gaan
wat er voor liet bijzonder onderwijs valt te
hopen.
Wij weten (de Minister van Binnenlandscbe
11 £eeft *?it 10 Dec. nadrukkelijk gezegd)
cal de Regeering erkent het goed recht der rech
terzijde inzake onderwijs, en zelfs met dat recht
rekening wil houden.
Nu heeft de Minister een zinnetje daartus-
schen ingelascht, al.: „voor zoover op haar (der
Regeering) standpunt mogelijk is."
Als wij nu hooren dat de Regeering een vrij-
unnige Regeering wil zijn en dat hare leden de
vrijzinnige beginselen niet zutlcÉ Verloochenen,
dan rijst onwillekeurig de vraag: maakt het vrij
zinnig standpunt inzake onderwijs het wel mo
gelijk volle recht te laten wedervaren aan de
rechterzijde in de onderwijskwestie?
I Iet persoonlijk standpunt van Minister Cort
van der Linden zal het mogelijk maken: het ver
leden en het heden van den Minister geeft ons
daaromtrent geen ongerustheid. Echter, wij heb
ben niet uitsluitend en niet allereerst te doen
met het persoonlijk standpunt van den Minister,
maar met het vrijzinnig standpunt! Veroorlooft
dat standpunt dus hoopvolle verwachting te
koesteren dat aan ons recht zal gedaan worden?
Gaan wij daartoe eens na, wat de partijleiders
van links, van de vrijzinnigen, ons daaromtrent
meedeelen.
J De heer Bos, de leider der Vrijz.-Democraten,
in zijn rede op 13 Dec. bij de replieken, zeide:
„Wat mij betreft, ik herhaal, dat ik instem met
„de wijze waarop de Regeering wil trachten tot
„beëindiging van den politieken schoolstrijd te
„komen, al zal natuurlijk voor de toekomst een
„vrije strijd van paedagogische meeningen aller
minst daardoor worden belet of teruggehouden.
I „Van onzen kant zuilen wij met de Regeeriug in
„dat opzicht loyaal medewerken en naar ons
„beste vermogen trachten te bereiken, wat de
„Regeering, bij monde van den Minister van
„Binnenl. Zaken, op zoo voortreffelijke wijze in
„deze vergadering heeft gezegd."
Bedoelt de heer Bos met dien vrijen strijd van
paedagogische meeningen dat men ter rechter-
en ter linkerzijde mag vasthouden aan eigen in-
j zicht inzake onderwijs, nl. dat wij het onderwijs
willen.doordringen van een godsdienstigen geest
en dat de vrijzinnigen blijven bij hun beginsel:
neutraal onderwijs voor allen, echter dat beide
beginselen door de Regeering op gelijken voet
zullen behandeld worden?
Is dit de meening, ons goed; wij gunnen aan
de vrijzinnigen de handhaving hunner theorie,
mits men de rechtvaardigheid betrachte ten
onzen opzichte. Zóó verstaan is de houding van
den heer Bos c .s. een loyale houding en zal
door hem goed werk kunnen verricht worden in
de Commissie.
Nu de heer de Meester: „Wat de Minister
„ons heeft medegedeeld omtrent de bedoeling der
„Regeering met de instelling van deze Staats
commissie, (d. i. de Onderwijscommissie) heeft
„hieromtrent voldoende klaarheid gebracht, wat,
„naar gebleken is, ook aan de rechterzijde wordt
„gewaardeerd. Voor zooveel het van ons vrijzin
nigen afhangt, zal men, natuurlijk met inacht-
„neming van de noodige voorzichtigheid, die
„inen zeker ook aan de rechterzijde geen enkel
„oogenblik uit het oog zal verliezen, gaarne
„steun en medewerking aan de Regeering ver
soenen bij haar streven, om indien mogelijk, ten
„aanzien van deze voor ons land zoo hoogst
„gewichtige aangelegenheid, tot een voor de on-
1 „derscheidene staatspartijen bevredigenden toe
stand te geraken."
Men ziet: van den leider der Liberale Unie
is de verklaring niet zoo rondborstig als van
I den heer Bos. De woorden van den heer de
Meester zijn doorspekt met allerlei reserves. De
Liberale Unie zal de noodige voorzichtigheid in
j acht nemen, zij zal de Regeering in deze steu
nen om indien mogelijk.tot een bevredigen
den toestand voor alle staatspartijen te geraken.
't Is heel politiek en zelfs diplomatiek gespro
ken!
Daar komt nog bij een uitlating van den heer
de Meester, die hij even tevoren in zijn rede
deed: „door mij is met instemming kennis geno-
„men van de verklaring van den Minister, dat
„de indiening van de voorstellen tot grondwets
herziening niet afhankelijk zal worden gesteld
„van den stand der werkzaamheden van de
Staatscommissie voor het onderwijsvraagstuk."
Deze herirwwEng aan de woorden der Regee
ring en de samenkoppeling vlak achter elkander
van beide boven aangehaalde uitspraken van
den leider der Lib. Unie doet ons van die fractie
niet zooveel verhopen als we wel mogen doen
van die der Vrijz.-Democraten.
En nu de derde, de oud-liberale partij, bij
monde van Mr. Tydeman.
Wijl dit citaat te lang zou worden, zullen wij j
zoo nauwkeurig mogelijk weergeven de bedoe- j
ling des heeren Tydeman. Men kan het in zijn
geheel vinden in de „Handelingen" bldz. 797
en 798.
Eerst verdedigt zich de heer Tydeman tegen
over den heer de Savomin Lohman over het
gebruiken van de woorden „bevrediging en be
ëindiging".
Waarom de oud-liberale leider beide had ge-
bruikt Omdat hij niet gaarne zoo hard van j
stal loopt, en bevrediging het eerste en het
naastbij liggende doel moet zijn.
Met zekerheid kan men tevoren niet zeggen
dat er aan den schoolstrijd een einde zal komen.
Dus dit denkbeeld mag niet het eenigste zijn,
vandaar eerst: bevrediging.
Voorts verklaarde de heer Tydeman gaarne
zijn steun te verleenen aan een reëele, houdbare
oplossing. De taak der commissie moet niet zijn
te beginnen met art. 192, neen, men zal daar
mede moeten eindigen. Practische regeling (d. i.
zeker de bevrediging?) zal voorop moeten gaan.
Is daarover geen overeenstemming te krijgen,
dan is aan nieuwe foimuleering van art. 192
niets t'e hechten, oimtat hef slechts een schijnbare
oplossing zou wezen.
Echter, na de eerste uitspraak van Dr. Kuy-
per was de heer Tydeman wat sceptisch ge-,
stemd en hij zegt dan ook aan het slot: „ik denk j
„dat de goed bedoelde^poging der Regeering zal
„afstuiten op het ontbreken van een algemeene
„medewerking, welke hiervoor onmisbaar is."
Bij het lezen van deze uitlating, vooral van die
laatste woorden komt ons onwillekeurig 't spreek
woord te binnen van den waard en de gasten.
Zuur-zoet noemde de Kameroverzichtschrij
ver van „De Maasbode" heeren Tydemans uit
lating; 't heeft ook iets van vrieskoude!
Een conclusie te trekken is op dit oogenblik
nog niet dienstig, doch dat er gewaakt dient te
worden en met de uiterste voorzichtigheid, van
Rechts, zal uit bovenaangehaalde woorden dui
delijk blijken.
Een feit valt te constateereneen ruiterlijk er
kennen van ons goed recht bleek alleen bij de
Regeeringmaar is niet te vinden in de uitlatin
gen der vrijzinnige partijleiders.
Ware dit wèl het geval geweest, dan zouden
\\ij inderdaad een grooten stap verder gekomen
zijri. Zeker, het is moeilijk en kost heel wat zelf
overwinning; doch het slot van de rede des hee
ren Bos op 13 December in de Kamer gehou
den, moge de vrijzinnigen bij aandachtige lezing
en overdenking, ertoe brengen.
Dan zullen ze ook beter hun woord kunnen in-
lossen, aan de Regeering gedaan van steun en
_wedewerking bij de oplossing van het onderwijs
vraagstuk, als ze mèt de Regeering zich stellen
op de basis van het goed recht der rechterzijde!
VOOR ONZE WINKELIERS.
Het wordt tijd, eraan to herinneren, dat
vóór 1 Januari 1914 alle maten en gewichten
die gebruikt worden, moeten „herijkt" zijn.
Iedere winkelier is gehouden "slechts geijkte
maten en gewichten te gebruiken en loopt
gevaar, groote straffen te krijgen als hij ou-
geijkt gewicht of maat gebruikt.
Het ijkteeken voor 1914, dat dns niet mag
ontbreken op oen maat of gewicht, wil men
geen last krijgen met den rechter, is een
kleine letter t.
In 1912 reeds werd hier ter stede gelegen-
hei gegeven, om die maten en gewiehton met
die letter t te doen ijken. Voor hen, die dat
misschien nog vergeten hebben, en voor die
genen die later gewichten en maten hebben
gekocht of overgenomen, geven wij deze waar.
schuwing met de boodschap erbij, dat men
de maten en gewichten, die niet de letter t
dragen, nog kan laten ijken eiken V r ij d a g
en Zaterdagte Leiden, aan liet ijkkan-
toor op de Lammermarkt, des morgens van
9 tot 1 uur.
Men zie dus, voor zoover men .dat nog niet
deed, ieder gewicht en iedere maat eerst na,
en kijke tevens, of er soms niet een driehoek
je in staat gedrukt. Een driehoekje is het
afkeuringsmerk, en zulke gewichten en maten
mogen, op straffe bij de wet bepaald, niet
worden gebruikt.
PERSONALIA.
Voor het examen Fransch M.O. akte B. is
te Groningen geslaagd mej. A. E. M. Uitten-
hosch, van hier.
Te Amsterdam zijn tot arts bevorderd de
heeren F. Grabijn, geboren te Haarlem, en
K, C. A. Valken, geboren te Haarlem.
We kennen allemaal het open stuk land
aan de Sehouwtjeslaan en Leidsche Vaart,
echter het gebouw van den Bond van oud
onderofficieren.
't Is daar een ideale plek voor de amateur
voetballers. en vooral Zondags zio-je daar
hoele „clubs", die ook werkelijk allemaal
„echte" namen dragen, in hemdsmouwen en
semi-uniform verschijnen.
Maar nu wil 't geval wel eens, dat dit ge
ïmproviseerde voetbalveld ook bezocht wordt
dooreen paard, dat er zich te goed komt
doen aan liet armzalige beetje gras dat er
nog staat.
Dat paard is de schrik 'der voetballers.
Want, zoodra het dier „het bruine monster"
ziet rollen, en merkt dat, de een of ander „zün
voet achter het leder plaatst", dan krijgt het
zin, om mee te doen! Dan komt het aange
huppeld. maar, aangezien paarden-voetbal
waarschijnlijk anders georganiseerd is dan
menschen-voetbal, schopt het met heide ach-
terpooten tegelijk, in plaats van zooals de
menschel jike voetballers doen met één, naar
Directeur: EDUARD BRANTJE3.
DAMSTRAAT 27 HAARLEM
TELEFOON 899,
den hal. Blijkbaar is de viervoetige voetballer
nieuweling in het edele spel, want hij kijk
er zoo nauw niet naar of de hal wel preciet
in de buurt is, maar trapt geweldig, in dei
blinde weg. Daar echter de „clubs" meesta.
I voltallig zijn, is de aanwezigheid van dezei
j extra-speler wat overbodig, en tevens komoi
de spelmanieren van den viervoetigen ama
i teur blijkbaar niet overeen met die van d<
overige heeren, zoodat.... als het paard mêi
komt voetballen, de tweebeenige amateur*
het veld ruimen! Soms zelfs zéér overhaast
wat het prestige der „clubs" nu juist nie
bevordert.
We vernemen, dat de ..clubs" op maatrege
len zinnen, om van den ongewenschten mede
j speler, die niet eens clublid is, ontslagen t<
j blijven!
DIEFSTALLEN.
W. H„ een bewoner van de Dubbelo Buurt
heeft aangifte gedaan van de vermissing vai
een zilveren horloge met ketting, die op d<
tafel van de ongesloten woning lag.
De directie der H. I,T. S. M. heeft bij d«
politie aangifte gedaan dat 17 December ui
Leideneen pak is aangevoerd, inhoudend*
12 pakjes van 6 paar kousen. Tiet was afge,
zonden door van Gend en Loos Roosendaa
en geadresseerd aan de firma TT. en Co., aai
de Anegang, alhier. Bij aankomst bleken ui
het pak vijf paar kousen te zijn verdwenen
In verhand met de aangifte van een win
keiier aan het Zuider Buiten Spaarue, be
treffende vermissing van eeu flesch fram
hozen-limonade en een flesch hoerenjongene
zijn door de politie opgespoord de orgel
draaier G. de W. en een drnkkersleerling, hei
den wonende in de Tulpenstraat. Zii beken j
den de limonade te hebben gestolen en daar
na te hebben opgedronken. De flesch ver
kochten zij voor 1 cent. Van de boeroujon
geus beweerden zii niets af te weten.
'f 2240 VERMIST.
Een winkelier in parapluies heeft bij de poli
tie aangifte gedaan dat hii uit een geldkistje
ruim 1000 vermist; alsmede een spaarbank
boekje met 1100 en uit de toonbank eei
bedrag van 40. Al dat geld behoorde toi
behalve 200, aan zijn vader, die te Tilburi
woont, en voor wien hij de zaak drijft. Hi
verdenkt van dezen diefstal zün echtgenoot*
BESMETTELIJKE ZIEKTEN.
Volgens opgaaf in de Staatscourant kwa
men in de week van 10 tot en met 16 De
cember te Haarlem en omstreken de volgen
de gevallen van besmettelijke ziekte voor
Beverwük: roodvonk 1, diphtheritis 1; Haai
lem: roodvonk 4, diphtheritis 1; Haarlem
mermeer: roodvonk 2; Velsen: roodvonk
diphtheritis 2.
LVI.
W o hooren tegenwoordig zooveel en aoo dik
wijl* praten over volkskunst en niet minder
wordt dit vruchtbare onderwerp in kranten en
tijdschriften behandeld. Het is in den regel
oen uitvloeisel van den drang naar volksont
wikkeling, welke overal wordt betracht en ten
allen tijden wordt kenbaar gemaakt.
Daar ia veel, zoo niet alles te zeggen voor
'ene goede volksontwikkeling. Do gang van
den tyd brengt met zich mede, dat ook de klei
nere man 0p de hoogte komt van wat in de
wereld rondom hem gebeurt en wanneer due
volksontwikkeling in den goeden zin geschiedt
ban zij niet anders dan worden toegejuicht.
Inner dien goeden zin moet dan worden ver
staan, dat die ontwikkeling op goeden grond-
dag berusten moet zóó, dat de zaken van ken
nis en wetenschap ook inderdaad door het ver-
Itand kunnen worden opgenomen, niet alleen,
maar ook een zelfstandig voordeel tot toets
kunnen vinden. Volksontwikkeling is een mooi
w-oord, maar het moet niet worden overschat,
zooals byv. dreigt te geschieden bij het instituut
der Volksuniversiteiten, waar veel weten
schap gedoceerd wordt aan eene volksmassa,
welke de eerste grond-en mist, welke noodig
«iin om met vrucht en zonder overlading te veel
geleerde dingen in eens te kunnen'verd-uwen.
Hieruit moet niet worden afgeleid, dat we ons
tegen volksontwikkeling zouden kanten.
Integendeel! Maar de goede volksontwikke
ling moet op do eerste plaats rekening houden
met omstandigheden en aanleg, en bovendien
moet wel in 't oog worden gevat, dat tusschen
geleerdheid, waar men praetisch niets aan heeft
als men in een anderen werkkring is gesteld
en algemeene beschaving, welke voor het In
staan gewenscht is nog een groot verschil be-
staat. Voor eene zekere mate van geluk is een
graad van beschaving, ook voor het volk, aller-
I noodzakelijkst en niets zou zoo gewenscht zijn
sis bijv. een goede mate van ontwikkeling,
welke een goed en rechtvaardig inzicht bracht
in zaken van godsdienst en van sociale verhou
dingen. Met dit onderwerp zullen we ons ech
ter thans niet verder bezighouden. Wc wezen
er slechts op, omdat hot min of meer met het
roe-pen om volkskunst evenzoo gesteld is.
Ook kunst voor het volk is noodzakelijk! Een
volk zondier kunstuitingen, zonder kunstenaars
en kunstgevoel is niet denkbaar, wil het op be
schaving aanspraak maken. Naar de kunst
wordt het peil van beschaving wel eens afge
meten en inderdaad geldt de stelregel, dat zon
der gevoel van schoonheid en kunst een volk
het niet ver brengen kan. Bij den drang naar
Volksontwikkeling sluit zich dan ook het stre
ven naar veredeling van het schoonheids- en.
kunstgevoel onmiddiellyk aan. Toch moet ook
hier weer het punt van uitgang niet worden
overschat. Het heeft zonder twijfel zijne goede
zijde om het volk geleidelijk smaak en
oordeel te leeren ia de kunstschatten,
welke zijne voorouders, hebben gewrocht.
Het kan niet anders dan die gevoelens voor het
goede en schooue ontwikkelen, wanneer het
volk naar waarde weet to schatten, wat als
goed en schoon moet worden aangemerkt. Oo-k
dit is een goede mate van ontwikkeling, welke'
meer praetisch succes zal hebben dan alle on
voorbereid volproppen niet. fboderne wijsgierige
-leisels en vraagstukken, zonder dat het Chris-
lelijk beginsel hierbij ook maar wordt genoemd
j of naar recht en waarheid aangehaald. De
wetenschap immers zoowel als de kunst zijn er
op aangelegd om het hcogere in den mensch
te veredelen, om hoogere gevoelens, welke in
iederen mensch, als redelijk wezen sluimeren,
aakker te maken. Zoo 's het met alle dingen
om ons heen. Niet enkel met de groote kunst-
gewrochten, waarvoor reeds c-en zekere mate
van kennis noodzakelijk is om de schoonheid
ervan te genieten, om den vorm en de lijnen or
van te bewonderen, om schoonheid van zoggen
en taal te gevoelen tot diep in het gemoed.
Zonder twijfel zal deze mate van ontwikkeling
van groot nut en voordeel zijn om den mensclie-
üjken geest h-uoger op te voeren, maar niet
een ieder is het gegeven, die hoogte gemakke
lijk te bereiken, of anderen met pracet isehen
zin tot op die hoogte te brengen. Het is het
dagelijkse lie leven, dat van de meest eenvoudi
ge dingen van schoonheid moet kunnen profi-
teeren en daarom is het van belang, dat in de
meest alledaagsche dingen van het leven met
het schijnbaar onaanzienlijkste wordt rekening
gehouden om in die. richting van ontwikkeling
te werken.
Waar we reeds handelden over de plichten
van <ie vrouw pm zich geschikt te maken om
hare omgeving aantrekkelijk te doen zijn, daar
is het duidelijk, wat wij met het bovenstaande
in het huiselijke en huishoudelijke verband be
doelen. We spraken er reedis over, dat van eeu
huisvrouw moer moet worden vereiseht, dan
ds kunst, de groote, eeht-vrouweliiiko kunst
om de huishoudelijke zaken op gang- te houden.
Maar daar is meer. Zij moet de huiselijke go-
zelligiheid aangenaam en prettig weten, te ma
ker., wat van het uiterlijke der dingen afhan-
t kei ijk moet worden gesteld. Beginnen we bij
i de inrichting van een tehuis. De jonge, toe-
komst:ge huisvrouw gaat geheel op in de voor
bereidingen van den prettigen tijd, waarin zij
het eigen huis zal gaan installeeren. Dat is de
tijd. waarin zij niet enkel haar aangeboren ge
voel vior aiies -wat schoon is werken laat, maar
waarin zij ook haar verstand moet gebruiken
om te weten en er van overtuigd te zijn, dat
hef Van haar of van hare hulp en keuze af
hangt ten einde hare vrouwelijke taak in het
1 stichten gezin naar alien eisch te vervullen.
Om alles „in stijl" in te richten, want men
méént inunèi?, <iiat dit het ideaal is wordt
geanszin- noodzakelijk gesteld, dat in ruime
beurs behoeft te worden getast. Dit behoeft
geen beletsel te wezen en alles aan eisehen
van schoonheid en lijn te doen beantwoorden
behoeft en mag geenszins van de meerdere of
mindere financiën afhankelijk worden gemaakt.
Haar wat wel een beletsel mag worden ge
noemd, dat is, dat bijv. in de goedkoope, maar
tevens duurkoope, kleine meubelbazars die din
gen worden aangeschaft, welke maar lukraak
zijn vervaardigd, onpractische lijnen en kleu
ren vertoonen en in hun geheel genomen een
kamer we] een nieuw aanzien geven, maar deze
echt ongezellig maken door het schreeuwerige,
dat zij doen ontmoeten, hoe ze ook worden
opgesteld. Hiertegenover moet de jonge vrouw
haar gezond oordeel weten te stellen, door iets
niet te koopen, omdiat het nu eenmaal te koop
wordt aangeboden, maar wel. omdiat het vol
doet aan de eiachen, die zij kent en voelt, da-
vervuld moeten worden, om haar tehuis nio
te maken, tot een bazar in het klein, maa
tot een harmonisch geheel, dat naast de geze1
ligheid, ook het grootst mogelijke gemak ka
bieden.
Hoeveel is er al niet geprotesteerd tegen cl
bonte heiligenbeelden, die in tal van winkel'
worden te koop gestedl. Die beelden zijn i'
uiterlijk leelijk om vorm zoowel als om kleu,
Hoe scheller het rood, hoe mooier het beel
door velen gevonden wo-rdt. En nu denke me
niet, dat de fabrikanten hier alle schul
moet treffen. Het zyn de koopers-zelf, die naa
dergelijke beelden blijven vragen, hoewel d
beelden volgens werkelijke kunstontwerpen
maakt, geenszins duurder worden aangebodei
Met platen is het evenzo# gesteld. Hoe onna
tuurlijker hoe mooier, en het is geen uitzor
dering, dat een winkelier, na eerst mot de bei
te intentie voor niet te duren prijs voorwerper
welke aanspraak op kunst mogen maken, t
heben aangeboden, ten slotte wel gen-oodizaab
is, minderwaardige producten te voorschijn t,
halen, welke dan nog duurder, en naar vei
houding, twintig, dertig maal te duur, wonde
verkocht, omdat de kooper in z'n wansm&a
per se niet anders wil.
Men begrijpt volkomen, dat het de vrouwe
zijn, die door haar goeden smaak te ontwikkr
len, in welke richting nog veel kan worden, ge
werkt en een ruim arbeidsveld openligt, in he
gezin nog veel ten goede kunnen werken.