Het geheim (kornis Alulij Haagsche Brieven. BUITENLAND. STADSNIEUWS Au Bon ülarché. iilofons." HsiapSemoBrussel. Handschoenen voor alle fgefecgenhederi? r i&uiilLë. a NIEUWE HAARLE/ASCHE COURANT XXXII. Bereidt katholiek 'sG raven hage zich in «tille vroomheid voor op de plechtige viering van het H. Kerstfeest, ook het mondaine Den Haag neemt zijn maatregelen. Op Engelseli en Duilsch voorbeeld is Kerstmis „in de mode" gekomen. Men vindt het wel aardig, om eenige dagen zoo'n mooien, friscb rio- kenden Kerstboom in zijn huis te hebben en «en bouquetje mistletoe of hulst, met die lieve noodo besjes doet het als versiering goed. Daarbij grijpt men gaarne iedere gelegenheid aan, om elkander geschenkjes te offreeren, mekaar te „zien" en een pretje te maken. Zelfs in decafé's en restaurants wordt het Kerstfeestgevierd Klinkt het eigenlijk niet als een bespotting en profana tie? En toch, overal slooft men zich uit, om Kerstversieringen aan te brengen. Ons groot ste café restaurant, het welbekende „Central" in de Lange Poten, prijkt al de heele week in rood licht van de zolderingen af en langs de slanke kolommen der groote zalen hangen de groene slingers van hulst- en dennetak, bij eengehouden door rood lint met verguldo borduursels. En zoo is het navenant in alle drink- en eetgelegenheden. Zouden de vele duizenden, die zich daar avond aan akond vermaken onder de luchtige klanken van een of ander „strijkje" nog wel ecnig denkbeeld hebben van de eigenlijke schoonheid van het feest van Bethlehem? Laten we er maar het beste van hopen en aannemen, dat ook in de wereld „ou l'on s'amuse" nog een glimpje re ligieus gevoel is overgebleven, dat er althans nog eenige herinnering is overgebleven aan het lieflijk Kindje Jezus, dat toch immers voor allen ter wereld is gekomen. Maar toch, hoe schril steekt juist in deze dagen het pa- ganietisch bij het christelijk volksdeel af! En ook, hoe valt het juist in een stad als Den Haag op, dat de naar genot en ontspanuing jagende wereld totaal vreemd is geworden aan den geest van den H. Adventtijd! Ziet die luxueuze Kerstuitstallingen in de groote ma gazijnen en die wereldsche menigte, welke er zich voor verdringt; leest die brutaal aan uwe belangstelling zich opdringende offiches van allerlei theaters en vermakelijkheden; ergert u aan de in schreeuwende kleuren gedrukte afbeeldingen van wat er 's avonds in twintig en meer bioscopen vertoond zal worden; be weegt u een wijle in onze asfaltstraten, waar bet heWe eleetrisebe licht u de verdorvenheid van gemoed zal toonen onder de modieuze klperen, het blanketsel eu de „schmink" op zooveel sehoone jonge gezichten. En als ge dan uw tournée gemaakt hebt langs Hoog-, Yeere en Spuistr., ge slaat in de Poten of aan het einde van de Heerengracht links af, dan staat ge eensklaps in de plechtige halfdonkere ruimte van Vijverberg en Voorhout, of ge beweegt u langs den Bosclikant, waar de half openstaande deuren van de kerk van den H. Jacobus in de Parkstraat of van die van de HH. Antonins en LodOwijk aan de Prinsesse- gracht u willekeurig nooden tot binnentreden en even verwijlen. Daar is het stil altijd en eenzaam meestal. En het matte winterlicht valt er zoo mystiek door de gekleurde liooge versterruitjes, terwij] de godslamp pinkt en fl'kkert voor de sehoone altaren. Ook daar omhult Kerststemming u geheel bij het in Zijn kribje sluimerende Kerstkindje, maar welk een tegenstelling met zooeven! En zoet- .Tezuke glimlacht zoo stil en lieflijk, of Hij Zich verheugt, dat althans nog enkelen aan Hem denken. Maar vol om Hem henen zal het zijn, als in den stillen winternacht tie drommen optrekken naar de Nachtmis, als het „Gloria in excelsis Deo" gedragen op dikke wierookwolken de tempelruimte zal vervullen. „Et in terra pax liominibus." Katholiek Den Haag, al gaat het uiterlijk Verloren in den broeden maalstroom van de luxe-stad. zal zijn Jezus niet vergeten. Katholiek Den Haag! Het omvat nog vele tienduizenden. Eu op alle terrein des openha ren levens vraagt het zijn deel. Dat werd mij weer zoo duidelijk, toen ik het juist dezer da gen verscheren „Jaarboekje 19131914", uit gegeven door bet. Plaatselijk Comité der Ka tholieke Sociale Actie iu banden nam. Dit jaarboekje is het vierde alweer, dat ons Co mité uitgeeft en jaarlijks wordt het lijviger in omvang. Geen, die zich op het terrein des openbaren levens beweegt, kan het meer mis sen. Het is een vraagbaak voor allen, een on feilbare gids voor wie omtrent katholiek-Den Haag iets weten wil. In ongeveer 270 bladzij den, op goed papier en met duidelijke letter gedrukt, geeft het een overzicht van het R.K. vereenigiugsleven te onzent. Alle vercenigin- geu, gestichten, instellingen van godsdiensti- gen, socialen en politieken aard zijn er in op genomen met een korte omschrijving van haar doel, haar besturen, haar ledental. Ka tholiek en niet-katholiek zal bij doorblade- ring er verbaasd over staan, dat wij op aller lei gebied- zooveel mannen en vrouwen heb ben, die naast hun gewone dagtaak, toch nog hun tijd weten te geven aan het algemeen welzijn. Op de eerste bladzijde vinden wij het welgelijkend portret van den in het afgeloo- peu jaar overleden Minister van Justitie, wijlen den heer Mr. E. R. H. Regout. Onder het portret een afdruk van zijn bandteeke- ning. In een inleidend woord herinnert de tegenwoordige president van ons Plaatselijk Comité van de K. S. A„ de heer J. M. Maury, aan „dezen nobelen strijder voor de Katho lieke Sociale Actie", die bij zijn leven Be schermheer van het Comité was. Zijne nagedachtenis zal nog lang in ons leven, in allen, die liet wet godsdienst en goede zeden wèl meeneu in ons goede vader land. Onwillekeurig voerde het .zien van zijn por tret ons in den geest terug naar liet Binnen hof, waar hij met zooveel talent eu welspre kendheid zijn Zedelijkheidswet verdedigde. Hoe zal die onder zijnen opvolger worden gehanteerd. Naar ik vernam, moet de tegen woordige Minister van Justitie, de heer Mr. Ort, schoon liberaal, een hoogst achtbaar en welwillend man zijn, wiens werkzaamheid hij de Magistratuurr zeer werd op prijs gesteld. Als Minister zijn begrooting verdedigende, maakte liij geen imponeerenden indruk. Wel erkent men zijn vele bekwaamheden, maar een redenaar als zijn ambtsvoorganger moet hij niet zijn. Ook zijn collega's moeten op verre na, wat welbespraaktheid betreft, niet kunnen halen bij lien, die zij vervingen. Overigens komt het Ministerie er over liet algemeen nogal goed af in de openbare kri tiek. Alleen de Minister van Financiën moet bepaald een gek figuur geslagen hebben, toen hij blijkbaar niet scheen te weten, dat hij.> tij dens de behandeling van zijn begrooting, daarin nog verandering kon brengen. Dat is inderdaad ai heel sterk. Men kan ook „al te extraparlementair" zijn, schreef hoonend de „Nieuwe Courant". En de generaal Bosboom, de nieuwe Minis ter van Oorlog, moet liet al danig te kwaad hebben met zün socialistische bondgenooten. De heer Ter Laan schold hem de vorige week. „Colijn II", waarachtig wel liet ergste, wat men van hem na de overwinning der Con- centratiepai'tijen kan zeggen. Ik beu zeer be nieuwd, hoe de kleine, grijze driftkop, jmoals de lieer Bosboom is, het op den duur nm de tegenstrevende linkerzijde moet klaarspelen. Bij de aanhangige begrooting wordt echter nog geen gevaar geducht. Het eenige gevaar zóu kunnen zijn, dat het op een algemcene overspanning hij de heeren uitloopt. Ondanks een uiterste krachtsinspanning komt de Kamer lang niet klaar vóór het Kerstfeest. Drie hoofdstukken der begrooting zijn al uitgeseld tot Januari en dat ondanks men 's morgens, 's middags en 's avonds (lees: 's nachts) vergadert. Een mijner collega's, meer direct bij het Kamerwerk betrokken, klaagde erg over bet afbeulsysteem. dat Pre sident Borgesius heeft ingevoerd. De oude heer moet. er overigens zelf ook dupe van zijn, want ik boorde uit zijn omgeving vertellen, dat hij onmiddellijk na sluiting dezer zitting naar het Zuiden gaat, om wat op verhaal te komen. Van hervating der werkzaamheden op 13 Januari komt dan ook niets. De Kamer zal niet vóór 20 Januari weer bij elkaar ko men. En zoo wreekt het kwaad der obstructie dan zieb zélve. Het verkeerde gebruik, om hoofdstukken uit te stellen, verleden jaar liet eerst ingevoerd, wordt nu al gewoonte. En dat terwijl de werkzaamheden vóór het Kerst- reeès zich steeds uitzetten. Een mooie voor bereiding voor het H. Kerstfeest, die men daar op bet Binnenhof toepast! Wij zullen er maar niet bij stilstaan en dezen brief besluiten met aan alle lezers har telijk gemeend toe te wenschen: Zalig Kerstfeest! Den Haag, 21 Dec. 191* HET REYOLIJTIONNAIRE PORTUGAL. In de „Daily Chr." zet de heer Philip Gibbs zijn mededeelingen voort over hetgeen bij tijdens zijn verblijf in de jonge repu bliek waarnam en ondervond. Wij ontleenen nog oen en ander aan een exposé door helt „Hbld." gegeven. In de gevangenissen te Oporto waren de moesten waarmee ik sprak, slachtoffers van den arglist van één man den spion Len- castre. Tot, dezen man wendde zich de regee ring in October, fcoen eenige artikels versche nen in do republikeinsche krant, de „Intran sigente" die Affonso Costa en «enigen van zijn ministers beschuldigden van knoeierijen in betrekking met San Thomé, toen aanvallen van verschillende republikeinen, en de nade rende verkiezingen, de regeering in gevaar brachten. Het schéén een uitweg te zijn voor de re geering een royalistische samenzwering te ontdekken, zoodat de republikeinen hun ge ledoren in zelfverdediging zouden sluiten. Hot was Homero da Leneastre die voor dit doel gebruikt werd. Hij wist vele royalistische familie's te noe men en maakte een lijst met namen van hen, die een royalistische beweging zouden steu nen. Hij kreeg zoo 3000 namen, sommigen neergeschreven door royalisten zelf, die niets vermoedden, anderen door hem zelf opge schreven. Hij ging naar verschillende huizen met een partij pistolen en vroeg den respec- tiovelijken eigenaars de wapens te verbergen totdat „de groote dag" zou zijn aangebroken. Ook vroeg hij daarvoor geld ter leen. Sommi- 'gen weigerden beslist, anderen vielen in den kuil die voor hen gegraven was. Dit maakt© echter weinig verschil want zij werden aan gegeven of zij aangenomen of geweigerd had den. Leneastre zocht zelfs naai' Spanje uitgewe ken royalisten, den graaf van Mangualda en den jongen officier Pedro Velladas, op en hoe wel zij aarzelden, haalde hij ze over om naar Oporto te komen, den opstand te leiden en zich in verbinding te stellen met admiraal Ooutino, die eok een slachtoffer was van I<en- castro. Toen graaf van Mangualda en zijn vriend zich in Oporto in een huis, door Leneastre ge huurd, verborgen hielden, kwam de spion in groote verwarring bij hen en Vertelde dat do geheelo samenzwering ontdekt en de politie hen op het spoor was. Hij wendde voor dadelijk te zullen zorgen voor de vlucht, leende daarvoor een paar honderd gulden van don graaf en ging heen met de belofte dat hij hiin zou laten weten waar en wanneer zij hom zouden ontmoeten. Dit deed hij dan ook tegelijk met de boodschap dat geen tijd verloren mocht gaan, daar de politie hen reeds op het spoor was. De beide vrienden verlieten het huis, ver kleed als boeren. Nauwelijks waren zij op straat of een man nam den hoed voor hen af. Het was Homero Leneastre, die daarmee een teeken gegeven had aan de Carbonarios. Dadelijk werden do royalisten door hen aan gevallen, en Pedro Velladas werd gewond door do kogels van do pistolen, die op hem wer den afgevuurd. De litteekens waren nog zicht baar toen ik hem in de gevangenis bezocht. In do „Aljuba", waar ook vele slachtoffers van Leneastre waren opgesloten vertelde mij dr. Constancio Roque de Castro, oud-gezant in Argentinië, het volgende: „Toen Leneastre mij het eerst bezocht met het doel om van mij een groote som gelds te leenen voor een van mijn vrienden verzocht ik hem zoo spoedig mogelijk mijn huis te ver laten, daar ik hem niet kende en hij in 't ge heel geen bewijzen bij zich had dat hij door mijn Vriend gezonden was. Tweemaal kwam Leneastre terug, maar met hetzelfde gevolg. Do derde maal trachtte hij mij over te halen wapens te verborgen. Daar echter een vree- selijk vermoeden bij mij opkwam, n.l. dat hij mij een hinderlaag legde, weigerde ik beslist." Toch gaf Leneastre hem aan als samen zweerder. Hij werd naar een militaire gevan genis gezonden waar hij acht dagen lang in een cel werd opgesloten, die nauwelijks groot genoeg was voor zijn bed. Na een week werd hij naar de „Aljuba" overgebracht waar hij nog steeds wachtte op een verhoor. PERSONALIA. De heer A. van der Mazen,, te Haarlem, is te 's Gravenliage voer het examen Geschie denis M. O. toegelaten. ALGEMEENE VEREENIGING VOOR BLOEMBOLLENCULTUUR. (Vervolg der vergadering van gisteren). In de gisteren gehouden vergadering der Algemcene vereeniging voor BloembOlleneul- 'gBBMBWJW-üai'J.■"«W ""."'"■■l'».'-1'l'L.-LJ tuur werd no-g mededeeliiig godaan, dat het hoofdbestuur meende niet te moeten voor-stel len in 1915 weer een groote tentoonstelling te houden, daar in 1910 eerst zulk een ten toonstelling is gehouden. Mocht in de toe komst een groote tuinbouwtentoonstelling ge houden worden, dan is het hoofdbestuur voor nemens die krachtig to steunen. In de afd. Hillegom zijn stemmen opge gaan de groote tentoonstellingen meer te hou den dan om de tien jaar. De afd. Haar 1 e m stelde voor de Decem- ber-tentoonstellingen ook voor het publiek toe gankelijk te stellen eu daar de vakwerktui gen te doen oxposeereu. De voorzitter antwoordt op hot laat ste, dat de mogelijkheid hiertoe bestaat en dat het niet wensehelijk wordt geacht de onderlinge tentoonstellingen voor 't publiek toegankelijk te stellen. Deze mededeelingen werden voor kennisge ving aangenomen. Aan de orde was nu het voorstel van liet Hoofdbestuur om de Art. 1, 2 en 15 van het Huishoudelijk Reglement betreffende contri butie- betaJi ng te w ij zi gen. Betreffende deze punten waren voorstellen ingekomen der afdeelingen Noordwijk; üegst- gieest; Sassenheim; O verveen en Bloemendaal. Het hoofdbestuur stelt voor de minimum contributie te stellen op f 3.en deze te verhoogen mot f 2.— per jaar voor ieder, die meer dan één H.A. tot ten hoogste 3 H.A. met bloembollen en aanverwante artikelen beteelt en met f 7.per jaar, die meer dan 3 H.A., beteelt. Dit voorstel, werd door den voorzitter toe gelicht, die erop wees, dat van de instellin gen der vereeniging naar verhouding niet meer wordt gobruik gemaakt door groote, dan door kleine firma's en das meent het hoofd bestuur, dat de progressie uiet te hoog moet gestel# worden. Naar aanleiding dezer voorstellen ontspon zich een geanimeerde gedachtonwisseling, wAania de verschillende voorstellen in stem ming werden gebracht. Het verst strekkende voorstel was dat van Oogstgeest, waarbij de contributie als volgt werd voorgesteld: voor niet-kweekers en kweekers van minden' dan 2 H.A. f 3; van 2 tot 4 H.A. f5; van 4 tot io H.A. f 8; van 10 tot 20 H.A. f 15 en meer dan 20 H.A. f 20. Dit voorstel werd verworpen met, 1.24 tegen 29 stemmen. Het voorstel-Noordwijk, waarbij wordt voorgesteld de contributie te bepalen op f3 per jaar; deze to verhoogen met f 2.voor wie meer dan 2, doch minder dan 4 H.A. beteelt; met f 5.voor wie meer dan 4, doch minder dan 10 H.A. beteelt; met. f 2.— voor wie meer dan 10, doch minder dan 20 H.A. beteelt en met. f 17 voor wie meer dan 20 H.A. beteelt, werd verworpen met 90 tegen 63 stemmen. In stemming werd gebracht een voois lel Sassenheim waarbij werd bepaald, dat leden eener zelfde firma en directeuren eener N. V. ieder voor zich een contributie ver schuldigd zijn, berekend naar het totaal door de firma betoelde H.A. Dit voorstel word verworpen met 95 tegen 58 stemmen. Een toevoeging aan art. 1, voorgesteld door de afdeeling Sassenheim word door het hoofdbestuur overgenomen, waarna het voorstel van het hoofdbestuur werd aange nomen met 79 tegen 74 stemmen. Na eenige stemmingen werd tot lid van het hoofdbestuur (vae. Eggink) gekozen de heer Jan Roes, Heemstede. In de vacature v. d. Meer werd gekozen, de heer S. A. van Konijnenburg te Noordwijk. Na de pauze werd voortgegaan met de be handeling van art. 2 van het huishoudelijk reglement, waarbij overgenomen werd een amendement van de afdeeling Oegstgeest, waarbij bepaald werd dat voor de bestaande donateurs en donatrices de contributie 5 per ,iaar blijft. Het voorstel van het hoofdbestuur werd daarna aangenomen. Op art,. 15 stelde de afdeeling Noordwijk voor in dit artikel te bepalen dat van elke afdeeling jaarlijks van de contributie afge staan wordt van 1 voor elk lid, 2.50 van iederen donateur of donatrice en 50 cent van ieder lid-leerling. Bovendien geniet de kas van ieder afdeeling 10 pet. van de „verhoogde con tributie" barer leden. Het amendement werd verdedigd door den heer Braun en bestreden door den voorzitter. De afdeeling Westland verklaarde zieh tegen bet amendement-Noordwijk. De afdeeling Wassenaar verklaarde zich er voort, zoo ook de afdeelingen Hillegom, Beverwijk en Bloe mendaal. Beverwijk en Hillegom stelden «en nieuwe verdeeling voor. De voorzitter deelde mede dat het beter is eerst eens te zien wat bet resultaat is van de tegenwoordige regeling. In de Maart-ver gadering kan do zaak beter onder de oogen worden gezien. Nu weet men zelfs niet of de begrooting sluit. Persoonlijk is spr. ook vóór meerdere inkomsten voor de afdeelingen. Verschillende afdeelingen opperden daar tegen bezwaren. Na eenige discussie werd het voorstel-Hil legom m stemming gebrachten aangenomen met 97 tegen 56 stemmen. De afdeeling Hillegom bad voorgesteld om van de conti'ibuties aan de afdeelingen af ti dragen van' 3, ƒ1; van ƒ5 ƒ1.50; van f V f 2.50. De voorzitter deelde mede dat aanneming van dit voorstel inbondt dat het- hoofdbe stuur, wanneer bet niet tot het vereischte be drag komt, met nadere voorstellen tot wijzi ging van het aangenomen voorste] zal komen Het amendement-Noordwijk verviel met de aanneming van dit voorstel. Do afdeeling Haarlem had bezwaar om de verhoogde contributie in werking te doen tre- den met 1 Januari, naar aanleiding van het mogelijk bedanken van eenige leden. Na eenige discussie stelde de afdeeling Oegstgeest voor den termijn voor bedanken op 15 Januari te stellen, welk voorstel werd overgenomen. Aan de orde was het voorstel der afdeeling Heemstede, om eere commissie te benoemen ten einde maatregelen to beramen om de veel vuldig voorkomende diefstallen van bloem bollen tegen te gaan. Sommige afdeelingen gaven in Overweging om in elke afdeeling commissies te benoe men, die maatregelen beraamt tot bet voor komen van diefstallen, geld uitloven voor bet ontdekken van <le daders, enz. De afdeeling Heerlem wilde de leden, die gestolen bollen opknopen, als lid der vereeniging royeeren. De afdeeling Sassenheim stelde een motie voor die, overwegende dat diefstallen van bloembollen dikwijls ongeetraf blijven, het hoofdbestuur verzoekt stappen te doen ter verkrijging van verscherpt politie toezicht in de bloembollenstreek. De voorzitter spoorde aan om in eigen kring te werken en gaf in overweging zich in verbinding te stellen met Noordwijk, waar een systeem in werking, dat goed voldoet. Wat de verscherping van het politie-toe- ziebt aangaat, deelde de voorzitter als zijn meening mede, dat, wanneer de afdeelingen er iets voor over hebben, de Rijks- en gom.- politie wel bereid zal zijn mede te werken. Maar eerst beval de voorzitter scherp toe zicht op eigen terrein aSn. Daarop zon ook do. de politie, bij eventueel verzoek, wel aan- dringen. Een lid royeeren kan het hoofdbe stuur niet dan op gemotiveerd voorstel van een der afdeelingen. Aanneming van de mo- tie-Sassenheim achtte de voorzitter in dit stadium on nood ig. Het hoofdhstnur en de afdeelingen kunnen ijveren voor verscherpt politietoezicht. De heer Gehrels van Overveen meende dat het moeilijk gaat om een lid te royeeren we gens diefstal of heling van bollen. Het geva! beeft zich voorgedaan te Overveen en men moest toen wachten op het veroordcclend von nis van den rechter. Hierop antwoordde de heer Droog dat. men absoluut niet op een vonnis behoeft te wach ten. Wanneer een afdeeling ecSi lid, om wel ken reden ook, niet in haar midden wil heb ben. kan zij dat doen. Daarvoor behoeft men niet te wachten op wettelijke bewijzen. Na deze bespreking werd goedgevonden de motie Sassenheim niet verder te behandelen en ook bet voorstel-Heemstede achtte men voldoende besproken ora niet in stemming ge bracht te worden. De afdeeling Noordwijk bad haar voorstel betreffende de in stelling van eene commis sie om te onderzoek en of de klachten over de late aflevering van bloembollen door de H. IJ. S. M. gegrond zijn of niet, na de ge dachtonwisseling in het orgaan daaromtrent teruggenomen en stelde het hoofdbestuur voor overleg te plegen, op welke wijze en langs welken weg kan worden verkregen, dat door do H. IJ. S. M. gedurende den drukken han delstijd de termijn van aflevering van bloem- bolleu per spoor verzonden, wordt beperkt en om, wanneer deze middelen zijn gevonden, deze zaak met bekwamen spoed ter hand te nemen en met de H. IJ. S. M. in onderhan deling te treden. Dit laatste punt werd, omdat het hoofd bestuur geen voldoende gelegenheid had ge had deze zaak onder de oogen te zien en na de toezegging van het hoofdbestuur dat bet zijn aandacht aan de zaak. zal wijden, terug. Ervaringen van een journalist uit de 20e eeuw door HEADON HILL. (Oorspronkelijke vertaling uit het Engelsch). 14.) „Indien het een vrouw was, dan moet zij beneden aan het strand of in een boot ge weest zijn, en dan kwam het geluid door den naar zee gekeerden toegang in de rots", zei Budge, „'t Was echter waarschijnlijk 't ge- krijsch van een meeuw. Zij zijn 's nachts som tijds onrustig, als er storm op-liandeu is. In elk geval kan het niet in de groeve geweest zijn. Maak nu, dat je heen komt!" De opzichter keek het vehikel na door de poorten der omsluiting, cn toen het in de verte verdwenen was langs den zandigeu weg, deed hü de poort achter zich op slot. Het was een stralende zomermorgen, de zon schitterde aan een wolkeloozen hemel, en de blauwe zee gloorde onder de streeling van een verkwikkenden bries. Budge keek op z'n horloge, en zag dat het ten naaste bij zeven uur wu. „Ik denk, dat bet theewater bij Martha wel spoedig aan de kook zal zijn," mompelde hij. k Heb veel trek, even naar beueden te gaan, en bij de goede ziel oen kopje thee 'te ver schalken." v Hoewel Mr. Budge den middelbaren leef tijd reeds had bereikt, was hij nog onge trouwd, en sinds hij opzichter in de steen groeve was geworden, leefde hij binnen de .omsluiting, en regeerde met ijzeren vuist over de andere bewoners van dat eigenaardige verblijf. Maar vóór de herlpving der mar mer-industrie was hij jacht opziener van de. Abcln geweest, een betrekking, die zijn vader had bekleed iu dienst van twee voorgangers van Lord Purbeck. De toewijding aan het huis van den Lord was aan John Budge's strenge, gesloten natuur, als aangeboren, en die werd vergolden door bet onbegrensdo vertrouwen, dat zijn heer in hem stelde. Haast even sterk als dit gevoel. 7.00 niet van gelijke kracht, was in John Budge een toewijding van een ander slag de gestadige vereering van een verlegen man voor Mar tha Calloway. Zij waren als kinderen te sa men geweest m het dorpje achter de Abdij, en hoewel hij toch had moeten wijken v.y>y zijn meer aautrekkelijken mededinger, den tuinman Charley Calloway, zonder zieh ook veel moeite gegeven te hebben, de oude liefde had nimmer zijn hart verlaten. Het kopje thee, op het uur, dat Martha's theeketel kon geacht worden „aan de kook" 'e zijn, was een vaste gewoonte geworden. waarvan de opzichter op z'n minst vier keer per wëek gebruik maakte, en een verdere band tussehen hen was, dat Martha Calloway zoowel als haar dochter Bessie, in het ge heim der mysterieuse onderneming waren, die verhuld werd door de zichtbare operaties bij de groeve. De weduwe van den tuinman was evenzeer de familie van den Lord toege daan als Badge zelf, en Bessie zou voor Lady Madge door het vuur geloopen hebben; daar om was het aan Lord Purbeck geschikt voor gekomen, iedere ontdekking, die zij daar door linnne nabijheid bij Devil's Gap waarschijn lijk zouden kunnen doen, te voorkomen, en liun de waarheid geheel en al te vertellen. Zoo was het geen ongewone bezigheid voor Mr. Buc.ge, toen hij langs den koristen weg over de heuvels afdaalde en zich begaf dooi den hollenden moestuin naar de achterdeur van hot lmis der weduwe. Terwijl hij voort ging langs het weinig gebruikte pad, consta teerde bij met genoegen, dat er een blauw rookwolkje uit den keukenschoorsteen om boog steeg, en bij wist, dat hij niet lang zou behoeven te wachten op do verlangde verfrisscbing. Martha en Bessie waren ge wend, vroeg op te staan en deelden haar huishoudelijke bezigheden methodisch in; de moeder hield zich bezig met bet bereiden van de maaltijden der huurders, terwijl het jonge meisje de handen repte in het voorste ge deelte van het huis. In overeenstemming met wat gewoonlijk geschiedde, verwachtte Budge dat hij Martha in de keuken zou vinden en. dat Bessie aan het stoffen en vegen zou zijn in een van de zitkamers. Hij was in den tuin gekomen door een ope- aing in den steenen muur, die voor poort diende, en hij passeerde het groepje arm zalige boomen, die het vervallen gebouwtje verborgen, toen hij eerst bemerkte, dat de zen morgen niet alles zijn gewonen gang ging. Juffrouw Calloway stond aan de ach terdeur met de hand boven de oogen voor het zonlicht en riep: „Bessie!" terwijl ze tuur de naar den kant van den heuvel. Aanstonds herkende zij den opzichter en kwam hem haastig tegemoet. i „Goê morgen, John," zei de ze. „Heb je soms Bessie gezien? 'tls toch wat! Waar kan het kind toch heengegaan zijn? Ik dacht, dat ze het ontbijt, gereed zette in Mr. Mapleton's kamer, maar toen ik haar ging halen om een kop thee te drinken, was ze in die kamer niet, en ook niet in die van Mr. Yeldham." „Misschien heeft ze zich verslapen en is ze nog niet op," opperde Budge, j „Ze is op," was het onrustige antwoord. 1 „Toen ik naar beneden ging, heb ik in haar kamer gekeken, om haar te roepen, bijgeval ze nog niet wakker mocht zijn, maar ze was er niet." „Was ze te bed geweest?" vroeg de op- zichtex'. „De hemel bewaar' me, hoe komt ge er op Johnl" zei de nu hevig verschrikte huismoe der. „Ik heb even in de kamer gekeken en on ulots bivonders gelet alleen heb ik gezien, dat ze niet in de kamer was. Gisteravond I zijn we beiden naar boven gegaan en zij heeft haar deur gesloten, na mij goeden nacht, te hebben gewenscht. Waarom zou ze niet to bed geweest zijn? Laat ons eens gaan kijken."1 Ze gingen haastig het huis binnen en Bud- 1 ge wachtte in de keuken, terwijl jaffroutf Calloway naar boven ging om een onderzoek in te stellen. In minder dan een minuut wa» ze weer beneden, wit als een doek en bevend over al haar ledematen. „Ze is niet te bed geweest", stamelde ze doodelijk ontsteld. „John, wat zou er toch gebeurd zijn?" Hierop vermocht John Budge geen ant woord te geven. Ock bij was zeer geschrok keu. Want hij herinnerde zich het verhaal van zijn ondergeschikte Cooper, waaraan hij maar half geloof -had grelagen, aangaande het schreeuwen eener vrouw omstreeks mid- dernacht. Maar hij moest op 't oogenblik daar nog over zwijgen. Van nature was hij zwijg- zaam en bij zou de laatste man ter wereld zijn, om z'n oude liefde nog meer te verontrus ten met 'n onbewezen praatje, vóór zij dieper in een mysterie waren gedrongen, dat weL licht niet in liet minst een mysterie was. Ea I in zijn geest vormde zich een hypothese, die, indien ze juist zou gebleken zijn (ze was noch- j tans voor een moederhart even verschrikke lijk) het schreeuwer in den nacht evenzeeï tot een fabeltje zou maken, als het aan zijn oordeel aanvankelijk was voorgekomen. 1 „Zie eens hier.. Martha, bet is nergens von*

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1913 | | pagina 13