Het geheim (kornis Alulij
Haagsche Brieven.
BUITENLAND.
STADSNIEUWS
Au Bon ülarché.
iilofons."
HsiapSemoBrussel. Handschoenen voor alle fgefecgenhederi?
r i&uiilLë. a
NIEUWE HAARLE/ASCHE COURANT
XXXII.
Bereidt katholiek 'sG raven hage zich in
«tille vroomheid voor op de plechtige viering
van het H. Kerstfeest, ook het mondaine Den
Haag neemt zijn maatregelen. Op Engelseli
en Duilsch voorbeeld is Kerstmis „in de
mode" gekomen. Men vindt het wel aardig,
om eenige dagen zoo'n mooien, friscb rio-
kenden Kerstboom in zijn huis te hebben en
«en bouquetje mistletoe of hulst, met die lieve
noodo besjes doet het als versiering goed.
Daarbij grijpt men gaarne iedere gelegenheid
aan, om elkander geschenkjes te offreeren,
mekaar te „zien" en een pretje te maken.
Zelfs in decafé's en restaurants wordt
het Kerstfeestgevierd Klinkt het
eigenlijk niet als een bespotting en profana
tie? En toch, overal slooft men zich uit, om
Kerstversieringen aan te brengen. Ons groot
ste café restaurant, het welbekende „Central"
in de Lange Poten, prijkt al de heele week in
rood licht van de zolderingen af en langs de
slanke kolommen der groote zalen hangen de
groene slingers van hulst- en dennetak, bij
eengehouden door rood lint met verguldo
borduursels. En zoo is het navenant in alle
drink- en eetgelegenheden. Zouden de vele
duizenden, die zich daar avond aan akond
vermaken onder de luchtige klanken van een
of ander „strijkje" nog wel ecnig denkbeeld
hebben van de eigenlijke schoonheid van het
feest van Bethlehem? Laten we er maar het
beste van hopen en aannemen, dat ook in de
wereld „ou l'on s'amuse" nog een glimpje re
ligieus gevoel is overgebleven, dat er althans
nog eenige herinnering is overgebleven aan
het lieflijk Kindje Jezus, dat toch immers
voor allen ter wereld is gekomen. Maar toch,
hoe schril steekt juist in deze dagen het pa-
ganietisch bij het christelijk volksdeel af! En
ook, hoe valt het juist in een stad als Den
Haag op, dat de naar genot en ontspanuing
jagende wereld totaal vreemd is geworden
aan den geest van den H. Adventtijd! Ziet die
luxueuze Kerstuitstallingen in de groote ma
gazijnen en die wereldsche menigte, welke er
zich voor verdringt; leest die brutaal aan uwe
belangstelling zich opdringende offiches van
allerlei theaters en vermakelijkheden; ergert
u aan de in schreeuwende kleuren gedrukte
afbeeldingen van wat er 's avonds in twintig
en meer bioscopen vertoond zal worden; be
weegt u een wijle in onze asfaltstraten, waar
bet heWe eleetrisebe licht u de verdorvenheid
van gemoed zal toonen onder de modieuze
klperen, het blanketsel eu de „schmink" op
zooveel sehoone jonge gezichten. En als ge
dan uw tournée gemaakt hebt langs Hoog-,
Yeere en Spuistr., ge slaat in de Poten of aan
het einde van de Heerengracht links af, dan
staat ge eensklaps in de plechtige halfdonkere
ruimte van Vijverberg en Voorhout, of ge
beweegt u langs den Bosclikant, waar de half
openstaande deuren van de kerk van den H.
Jacobus in de Parkstraat of van die van de
HH. Antonins en LodOwijk aan de Prinsesse-
gracht u willekeurig nooden tot binnentreden
en even verwijlen. Daar is het stil altijd en
eenzaam meestal. En het matte winterlicht
valt er zoo mystiek door de gekleurde liooge
versterruitjes, terwij] de godslamp pinkt en
fl'kkert voor de sehoone altaren. Ook daar
omhult Kerststemming u geheel bij het in
Zijn kribje sluimerende Kerstkindje, maar
welk een tegenstelling met zooeven! En zoet-
.Tezuke glimlacht zoo stil en lieflijk, of Hij
Zich verheugt, dat althans nog enkelen aan
Hem denken. Maar vol om Hem henen zal
het zijn, als in den stillen winternacht tie
drommen optrekken naar de Nachtmis, als
het „Gloria in excelsis Deo" gedragen op
dikke wierookwolken de tempelruimte zal
vervullen.
„Et in terra pax liominibus."
Katholiek Den Haag, al gaat het uiterlijk
Verloren in den broeden maalstroom van de
luxe-stad. zal zijn Jezus niet vergeten.
Katholiek Den Haag! Het omvat nog vele
tienduizenden. Eu op alle terrein des openha
ren levens vraagt het zijn deel. Dat werd mij
weer zoo duidelijk, toen ik het juist dezer da
gen verscheren „Jaarboekje 19131914", uit
gegeven door bet. Plaatselijk Comité der Ka
tholieke Sociale Actie iu banden nam. Dit
jaarboekje is het vierde alweer, dat ons Co
mité uitgeeft en jaarlijks wordt het lijviger
in omvang. Geen, die zich op het terrein des
openbaren levens beweegt, kan het meer mis
sen. Het is een vraagbaak voor allen, een on
feilbare gids voor wie omtrent katholiek-Den
Haag iets weten wil. In ongeveer 270 bladzij
den, op goed papier en met duidelijke letter
gedrukt, geeft het een overzicht van het R.K.
vereenigiugsleven te onzent. Alle vercenigin-
geu, gestichten, instellingen van godsdiensti-
gen, socialen en politieken aard zijn er in op
genomen met een korte omschrijving van
haar doel, haar besturen, haar ledental. Ka
tholiek en niet-katholiek zal bij doorblade-
ring er verbaasd over staan, dat wij op aller
lei gebied- zooveel mannen en vrouwen heb
ben, die naast hun gewone dagtaak, toch nog
hun tijd weten te geven aan het algemeen
welzijn. Op de eerste bladzijde vinden wij het
welgelijkend portret van den in het afgeloo-
peu jaar overleden Minister van Justitie,
wijlen den heer Mr. E. R. H. Regout. Onder
het portret een afdruk van zijn bandteeke-
ning. In een inleidend woord herinnert de
tegenwoordige president van ons Plaatselijk
Comité van de K. S. A„ de heer J. M. Maury,
aan „dezen nobelen strijder voor de Katho
lieke Sociale Actie", die bij zijn leven Be
schermheer van het Comité was.
Zijne nagedachtenis zal nog lang in ons
leven, in allen, die liet wet godsdienst en
goede zeden wèl meeneu in ons goede vader
land.
Onwillekeurig voerde het .zien van zijn por
tret ons in den geest terug naar liet Binnen
hof, waar hij met zooveel talent eu welspre
kendheid zijn Zedelijkheidswet verdedigde.
Hoe zal die onder zijnen opvolger worden
gehanteerd. Naar ik vernam, moet de tegen
woordige Minister van Justitie, de heer Mr.
Ort, schoon liberaal, een hoogst achtbaar en
welwillend man zijn, wiens werkzaamheid hij
de Magistratuurr zeer werd op prijs gesteld.
Als Minister zijn begrooting verdedigende,
maakte liij geen imponeerenden indruk. Wel
erkent men zijn vele bekwaamheden, maar
een redenaar als zijn ambtsvoorganger moet
hij niet zijn. Ook zijn collega's moeten op
verre na, wat welbespraaktheid betreft, niet
kunnen halen bij lien, die zij vervingen.
Overigens komt het Ministerie er over liet
algemeen nogal goed af in de openbare kri
tiek. Alleen de Minister van Financiën moet
bepaald een gek figuur geslagen hebben, toen
hij blijkbaar niet scheen te weten, dat hij.> tij
dens de behandeling van zijn begrooting,
daarin nog verandering kon brengen.
Dat is inderdaad ai heel sterk.
Men kan ook „al te extraparlementair"
zijn, schreef hoonend de „Nieuwe Courant".
En de generaal Bosboom, de nieuwe Minis
ter van Oorlog, moet liet al danig te kwaad
hebben met zün socialistische bondgenooten.
De heer Ter Laan schold hem de vorige week.
„Colijn II", waarachtig wel liet ergste, wat
men van hem na de overwinning der Con-
centratiepai'tijen kan zeggen. Ik beu zeer be
nieuwd, hoe de kleine, grijze driftkop, jmoals
de lieer Bosboom is, het op den duur nm de
tegenstrevende linkerzijde moet klaarspelen.
Bij de aanhangige begrooting wordt echter
nog geen gevaar geducht. Het eenige gevaar
zóu kunnen zijn, dat het op een algemcene
overspanning hij de heeren uitloopt.
Ondanks een uiterste krachtsinspanning
komt de Kamer lang niet klaar vóór het
Kerstfeest. Drie hoofdstukken der begrooting
zijn al uitgeseld tot Januari en dat ondanks
men 's morgens, 's middags en 's avonds (lees:
's nachts) vergadert. Een mijner collega's,
meer direct bij het Kamerwerk betrokken,
klaagde erg over bet afbeulsysteem. dat Pre
sident Borgesius heeft ingevoerd. De oude
heer moet. er overigens zelf ook dupe van zijn,
want ik boorde uit zijn omgeving vertellen,
dat hij onmiddellijk na sluiting dezer zitting
naar het Zuiden gaat, om wat op verhaal te
komen. Van hervating der werkzaamheden op
13 Januari komt dan ook niets. De Kamer
zal niet vóór 20 Januari weer bij elkaar ko
men. En zoo wreekt het kwaad der obstructie
dan zieb zélve. Het verkeerde gebruik, om
hoofdstukken uit te stellen, verleden jaar liet
eerst ingevoerd, wordt nu al gewoonte. En
dat terwijl de werkzaamheden vóór het Kerst-
reeès zich steeds uitzetten. Een mooie voor
bereiding voor het H. Kerstfeest, die men
daar op bet Binnenhof toepast!
Wij zullen er maar niet bij stilstaan en
dezen brief besluiten met aan alle lezers har
telijk gemeend toe te wenschen:
Zalig Kerstfeest!
Den Haag, 21 Dec. 191*
HET REYOLIJTIONNAIRE PORTUGAL.
In de „Daily Chr." zet de heer Philip
Gibbs zijn mededeelingen voort over hetgeen
bij tijdens zijn verblijf in de jonge repu
bliek waarnam en ondervond.
Wij ontleenen nog oen en ander aan een
exposé door helt „Hbld." gegeven.
In de gevangenissen te Oporto waren de
moesten waarmee ik sprak, slachtoffers van
den arglist van één man den spion Len-
castre. Tot, dezen man wendde zich de regee
ring in October, fcoen eenige artikels versche
nen in do republikeinsche krant, de „Intran
sigente" die Affonso Costa en «enigen van zijn
ministers beschuldigden van knoeierijen in
betrekking met San Thomé, toen aanvallen
van verschillende republikeinen, en de nade
rende verkiezingen, de regeering in gevaar
brachten.
Het schéén een uitweg te zijn voor de re
geering een royalistische samenzwering te
ontdekken, zoodat de republikeinen hun ge
ledoren in zelfverdediging zouden sluiten. Hot
was Homero da Leneastre die voor dit doel
gebruikt werd.
Hij wist vele royalistische familie's te noe
men en maakte een lijst met namen van hen,
die een royalistische beweging zouden steu
nen. Hij kreeg zoo 3000 namen, sommigen
neergeschreven door royalisten zelf, die niets
vermoedden, anderen door hem zelf opge
schreven. Hij ging naar verschillende huizen
met een partij pistolen en vroeg den respec-
tiovelijken eigenaars de wapens te verbergen
totdat „de groote dag" zou zijn aangebroken.
Ook vroeg hij daarvoor geld ter leen. Sommi-
'gen weigerden beslist, anderen vielen in den
kuil die voor hen gegraven was. Dit maakt©
echter weinig verschil want zij werden aan
gegeven of zij aangenomen of geweigerd had
den.
Leneastre zocht zelfs naai' Spanje uitgewe
ken royalisten, den graaf van Mangualda en
den jongen officier Pedro Velladas, op en hoe
wel zij aarzelden, haalde hij ze over om naar
Oporto te komen, den opstand te leiden en
zich in verbinding te stellen met admiraal
Ooutino, die eok een slachtoffer was van I<en-
castro.
Toen graaf van Mangualda en zijn vriend
zich in Oporto in een huis, door Leneastre ge
huurd, verborgen hielden, kwam de spion in
groote verwarring bij hen en Vertelde dat do
geheelo samenzwering ontdekt en de politie
hen op het spoor was.
Hij wendde voor dadelijk te zullen zorgen
voor de vlucht, leende daarvoor een paar
honderd gulden van don graaf en ging heen
met de belofte dat hij hiin zou laten weten
waar en wanneer zij hom zouden ontmoeten.
Dit deed hij dan ook tegelijk met de boodschap
dat geen tijd verloren mocht gaan, daar de
politie hen reeds op het spoor was.
De beide vrienden verlieten het huis, ver
kleed als boeren. Nauwelijks waren zij op
straat of een man nam den hoed voor hen af.
Het was Homero Leneastre, die daarmee een
teeken gegeven had aan de Carbonarios.
Dadelijk werden do royalisten door hen aan
gevallen, en Pedro Velladas werd gewond door
do kogels van do pistolen, die op hem wer
den afgevuurd. De litteekens waren nog zicht
baar toen ik hem in de gevangenis bezocht.
In do „Aljuba", waar ook vele slachtoffers
van Leneastre waren opgesloten vertelde mij
dr. Constancio Roque de Castro, oud-gezant in
Argentinië, het volgende:
„Toen Leneastre mij het eerst bezocht met
het doel om van mij een groote som gelds te
leenen voor een van mijn vrienden verzocht
ik hem zoo spoedig mogelijk mijn huis te ver
laten, daar ik hem niet kende en hij in 't ge
heel geen bewijzen bij zich had dat hij door
mijn Vriend gezonden was. Tweemaal kwam
Leneastre terug, maar met hetzelfde gevolg.
Do derde maal trachtte hij mij over te halen
wapens te verborgen. Daar echter een vree-
selijk vermoeden bij mij opkwam, n.l. dat hij
mij een hinderlaag legde, weigerde ik beslist."
Toch gaf Leneastre hem aan als samen
zweerder. Hij werd naar een militaire gevan
genis gezonden waar hij acht dagen lang in
een cel werd opgesloten, die nauwelijks groot
genoeg was voor zijn bed.
Na een week werd hij naar de „Aljuba"
overgebracht waar hij nog steeds wachtte
op een verhoor.
PERSONALIA.
De heer A. van der Mazen,, te Haarlem,
is te 's Gravenliage voer het examen Geschie
denis M. O. toegelaten.
ALGEMEENE VEREENIGING VOOR
BLOEMBOLLENCULTUUR.
(Vervolg der vergadering van gisteren).
In de gisteren gehouden vergadering der
Algemcene vereeniging voor BloembOlleneul-
'gBBMBWJW-üai'J.■"«W ""."'"■■l'».'-1'l'L.-LJ
tuur werd no-g mededeeliiig godaan, dat het
hoofdbestuur meende niet te moeten voor-stel
len in 1915 weer een groote tentoonstelling
te houden, daar in 1910 eerst zulk een ten
toonstelling is gehouden. Mocht in de toe
komst een groote tuinbouwtentoonstelling ge
houden worden, dan is het hoofdbestuur voor
nemens die krachtig to steunen.
In de afd. Hillegom zijn stemmen opge
gaan de groote tentoonstellingen meer te hou
den dan om de tien jaar.
De afd. Haar 1 e m stelde voor de Decem-
ber-tentoonstellingen ook voor het publiek toe
gankelijk te stellen eu daar de vakwerktui
gen te doen oxposeereu.
De voorzitter antwoordt op hot laat
ste, dat de mogelijkheid hiertoe bestaat en
dat het niet wensehelijk wordt geacht de
onderlinge tentoonstellingen voor 't publiek
toegankelijk te stellen.
Deze mededeelingen werden voor kennisge
ving aangenomen.
Aan de orde was nu het voorstel van liet
Hoofdbestuur om de Art. 1, 2 en 15 van het
Huishoudelijk Reglement betreffende contri
butie- betaJi ng te w ij zi gen.
Betreffende deze punten waren voorstellen
ingekomen der afdeelingen Noordwijk; üegst-
gieest; Sassenheim; O verveen en Bloemendaal.
Het hoofdbestuur stelt voor de minimum
contributie te stellen op f 3.en deze te
verhoogen mot f 2.— per jaar voor ieder, die
meer dan één H.A. tot ten hoogste 3 H.A.
met bloembollen en aanverwante artikelen
beteelt en met f 7.per jaar, die meer dan
3 H.A., beteelt.
Dit voorstel, werd door den voorzitter toe
gelicht, die erop wees, dat van de instellin
gen der vereeniging naar verhouding niet
meer wordt gobruik gemaakt door groote, dan
door kleine firma's en das meent het hoofd
bestuur, dat de progressie uiet te hoog moet
gestel# worden.
Naar aanleiding dezer voorstellen ontspon
zich een geanimeerde gedachtonwisseling,
wAania de verschillende voorstellen in stem
ming werden gebracht.
Het verst strekkende voorstel was dat van
Oogstgeest, waarbij de contributie als
volgt werd voorgesteld: voor niet-kweekers
en kweekers van minden' dan 2 H.A. f 3;
van 2 tot 4 H.A. f5; van 4 tot io H.A.
f 8; van 10 tot 20 H.A. f 15 en meer dan
20 H.A. f 20.
Dit voorstel werd verworpen met, 1.24
tegen 29 stemmen.
Het voorstel-Noordwijk, waarbij wordt
voorgesteld de contributie te bepalen op f3
per jaar; deze to verhoogen met f 2.voor
wie meer dan 2, doch minder dan 4 H.A.
beteelt; met f 5.voor wie meer dan 4,
doch minder dan 10 H.A. beteelt; met. f 2.—
voor wie meer dan 10, doch minder dan 20
H.A. beteelt en met. f 17 voor wie meer dan
20 H.A. beteelt, werd verworpen met 90
tegen 63 stemmen.
In stemming werd gebracht een voois lel
Sassenheim waarbij werd bepaald, dat
leden eener zelfde firma en directeuren eener
N. V. ieder voor zich een contributie ver
schuldigd zijn, berekend naar het totaal door
de firma betoelde H.A. Dit voorstel word
verworpen met 95 tegen 58 stemmen.
Een toevoeging aan art. 1, voorgesteld door
de afdeeling Sassenheim word door
het hoofdbestuur overgenomen, waarna het
voorstel van het hoofdbestuur werd aange
nomen met 79 tegen 74 stemmen.
Na eenige stemmingen werd tot lid van
het hoofdbestuur (vae. Eggink) gekozen de
heer Jan Roes, Heemstede.
In de vacature v. d. Meer werd gekozen,
de heer S. A. van Konijnenburg te Noordwijk.
Na de pauze werd voortgegaan met de be
handeling van art. 2 van het huishoudelijk
reglement, waarbij overgenomen werd een
amendement van de afdeeling Oegstgeest,
waarbij bepaald werd dat voor de bestaande
donateurs en donatrices de contributie 5 per
,iaar blijft. Het voorstel van het hoofdbestuur
werd daarna aangenomen.
Op art,. 15 stelde de afdeeling Noordwijk
voor in dit artikel te bepalen dat van elke
afdeeling jaarlijks van de contributie afge
staan wordt van 1 voor elk lid, 2.50 van
iederen donateur of donatrice en 50 cent van
ieder lid-leerling. Bovendien geniet de kas van
ieder afdeeling 10 pet. van de „verhoogde con
tributie" barer leden.
Het amendement werd verdedigd door den
heer Braun en bestreden door den voorzitter.
De afdeeling Westland verklaarde zieh tegen
bet amendement-Noordwijk. De afdeeling
Wassenaar verklaarde zich er voort, zoo ook
de afdeelingen Hillegom, Beverwijk en Bloe
mendaal.
Beverwijk en Hillegom stelden «en nieuwe
verdeeling voor.
De voorzitter deelde mede dat het beter
is eerst eens te zien wat bet resultaat is van
de tegenwoordige regeling. In de Maart-ver
gadering kan do zaak beter onder de oogen
worden gezien. Nu weet men zelfs niet of de
begrooting sluit. Persoonlijk is spr. ook vóór
meerdere inkomsten voor de afdeelingen.
Verschillende afdeelingen opperden daar
tegen bezwaren.
Na eenige discussie werd het voorstel-Hil
legom m stemming gebrachten aangenomen
met 97 tegen 56 stemmen.
De afdeeling Hillegom bad voorgesteld om
van de conti'ibuties aan de afdeelingen af ti
dragen van' 3, ƒ1; van ƒ5 ƒ1.50; van f V
f 2.50.
De voorzitter deelde mede dat aanneming
van dit voorstel inbondt dat het- hoofdbe
stuur, wanneer bet niet tot het vereischte be
drag komt, met nadere voorstellen tot wijzi
ging van het aangenomen voorste] zal komen
Het amendement-Noordwijk verviel met de
aanneming van dit voorstel.
Do afdeeling Haarlem had bezwaar om de
verhoogde contributie in werking te doen tre-
den met 1 Januari, naar aanleiding van het
mogelijk bedanken van eenige leden.
Na eenige discussie stelde de afdeeling
Oegstgeest voor den termijn voor bedanken
op 15 Januari te stellen, welk voorstel werd
overgenomen.
Aan de orde was het voorstel der afdeeling
Heemstede, om eere commissie te benoemen
ten einde maatregelen to beramen om de veel
vuldig voorkomende diefstallen van bloem
bollen tegen te gaan.
Sommige afdeelingen gaven in Overweging
om in elke afdeeling commissies te benoe
men, die maatregelen beraamt tot bet voor
komen van diefstallen, geld uitloven voor bet
ontdekken van <le daders, enz. De afdeeling
Heerlem wilde de leden, die gestolen bollen
opknopen, als lid der vereeniging royeeren.
De afdeeling Sassenheim stelde een
motie voor die, overwegende dat diefstallen
van bloembollen dikwijls ongeetraf blijven,
het hoofdbestuur verzoekt stappen te doen
ter verkrijging van verscherpt politie toezicht
in de bloembollenstreek.
De voorzitter spoorde aan om in eigen
kring te werken en gaf in overweging zich
in verbinding te stellen met Noordwijk, waar
een systeem in werking, dat goed voldoet.
Wat de verscherping van het politie-toe-
ziebt aangaat, deelde de voorzitter als zijn
meening mede, dat, wanneer de afdeelingen
er iets voor over hebben, de Rijks- en gom.-
politie wel bereid zal zijn mede te werken.
Maar eerst beval de voorzitter scherp toe
zicht op eigen terrein aSn. Daarop zon ook do.
de politie, bij eventueel verzoek, wel aan-
dringen. Een lid royeeren kan het hoofdbe
stuur niet dan op gemotiveerd voorstel van
een der afdeelingen. Aanneming van de mo-
tie-Sassenheim achtte de voorzitter in dit
stadium on nood ig. Het hoofdhstnur en de
afdeelingen kunnen ijveren voor verscherpt
politietoezicht.
De heer Gehrels van Overveen meende dat
het moeilijk gaat om een lid te royeeren we
gens diefstal of heling van bollen. Het geva!
beeft zich voorgedaan te Overveen en men
moest toen wachten op het veroordcclend von
nis van den rechter.
Hierop antwoordde de heer Droog dat. men
absoluut niet op een vonnis behoeft te wach
ten. Wanneer een afdeeling ecSi lid, om wel
ken reden ook, niet in haar midden wil heb
ben. kan zij dat doen. Daarvoor behoeft men
niet te wachten op wettelijke bewijzen.
Na deze bespreking werd goedgevonden de
motie Sassenheim niet verder te behandelen
en ook bet voorstel-Heemstede achtte men
voldoende besproken ora niet in stemming ge
bracht te worden.
De afdeeling Noordwijk bad haar voorstel
betreffende de in stelling van eene commis
sie om te onderzoek en of de klachten over
de late aflevering van bloembollen door de
H. IJ. S. M. gegrond zijn of niet, na de ge
dachtonwisseling in het orgaan daaromtrent
teruggenomen en stelde het hoofdbestuur voor
overleg te plegen, op welke wijze en langs
welken weg kan worden verkregen, dat door
do H. IJ. S. M. gedurende den drukken han
delstijd de termijn van aflevering van bloem-
bolleu per spoor verzonden, wordt beperkt en
om, wanneer deze middelen zijn gevonden,
deze zaak met bekwamen spoed ter hand te
nemen en met de H. IJ. S. M. in onderhan
deling te treden.
Dit laatste punt werd, omdat het hoofd
bestuur geen voldoende gelegenheid had ge
had deze zaak onder de oogen te zien en na
de toezegging van het hoofdbestuur dat bet
zijn aandacht aan de zaak. zal wijden, terug.
Ervaringen van een journalist uit de 20e eeuw
door HEADON HILL.
(Oorspronkelijke vertaling uit het Engelsch).
14.)
„Indien het een vrouw was, dan moet zij
beneden aan het strand of in een boot ge
weest zijn, en dan kwam het geluid door den
naar zee gekeerden toegang in de rots", zei
Budge, „'t Was echter waarschijnlijk 't ge-
krijsch van een meeuw. Zij zijn 's nachts som
tijds onrustig, als er storm op-liandeu is. In
elk geval kan het niet in de groeve geweest
zijn. Maak nu, dat je heen komt!"
De opzichter keek het vehikel na door de
poorten der omsluiting, cn toen het in de
verte verdwenen was langs den zandigeu weg,
deed hü de poort achter zich op slot. Het
was een stralende zomermorgen, de zon
schitterde aan een wolkeloozen hemel, en de
blauwe zee gloorde onder de streeling van
een verkwikkenden bries. Budge keek op z'n
horloge, en zag dat het ten naaste bij zeven
uur wu.
„Ik denk, dat bet theewater bij Martha wel
spoedig aan de kook zal zijn," mompelde hij.
k Heb veel trek, even naar beueden te gaan,
en bij de goede ziel oen kopje thee 'te ver
schalken." v
Hoewel Mr. Budge den middelbaren leef
tijd reeds had bereikt, was hij nog onge
trouwd, en sinds hij opzichter in de steen
groeve was geworden, leefde hij binnen de
.omsluiting, en regeerde met ijzeren vuist over
de andere bewoners van dat eigenaardige
verblijf. Maar vóór de herlpving der mar
mer-industrie was hij jacht opziener van de.
Abcln geweest, een betrekking, die zijn vader
had bekleed iu dienst van twee voorgangers
van Lord Purbeck. De toewijding aan het
huis van den Lord was aan John Budge's
strenge, gesloten natuur, als aangeboren, en
die werd vergolden door bet onbegrensdo
vertrouwen, dat zijn heer in hem stelde.
Haast even sterk als dit gevoel. 7.00 niet
van gelijke kracht, was in John Budge een
toewijding van een ander slag de gestadige
vereering van een verlegen man voor Mar
tha Calloway. Zij waren als kinderen te sa
men geweest m het dorpje achter de Abdij,
en hoewel hij toch had moeten wijken
v.y>y zijn meer aautrekkelijken mededinger,
den tuinman Charley Calloway, zonder zieh
ook veel moeite gegeven te hebben, de
oude liefde had nimmer zijn hart verlaten.
Het kopje thee, op het uur, dat Martha's
theeketel kon geacht worden „aan de kook"
'e zijn, was een vaste gewoonte geworden.
waarvan de opzichter op z'n minst vier keer
per wëek gebruik maakte, en een verdere
band tussehen hen was, dat Martha Calloway
zoowel als haar dochter Bessie, in het ge
heim der mysterieuse onderneming waren,
die verhuld werd door de zichtbare operaties
bij de groeve. De weduwe van den tuinman
was evenzeer de familie van den Lord toege
daan als Badge zelf, en Bessie zou voor Lady
Madge door het vuur geloopen hebben; daar
om was het aan Lord Purbeck geschikt voor
gekomen, iedere ontdekking, die zij daar door
linnne nabijheid bij Devil's Gap waarschijn
lijk zouden kunnen doen, te voorkomen, en
liun de waarheid geheel en al te vertellen.
Zoo was het geen ongewone bezigheid voor
Mr. Buc.ge, toen hij langs den koristen weg
over de heuvels afdaalde en zich begaf dooi
den hollenden moestuin naar de achterdeur
van hot lmis der weduwe. Terwijl hij voort
ging langs het weinig gebruikte pad, consta
teerde bij met genoegen, dat er een blauw
rookwolkje uit den keukenschoorsteen om
boog steeg, en bij wist, dat hij niet lang
zou behoeven te wachten op do verlangde
verfrisscbing. Martha en Bessie waren ge
wend, vroeg op te staan en deelden haar
huishoudelijke bezigheden methodisch in; de
moeder hield zich bezig met bet bereiden van
de maaltijden der huurders, terwijl het jonge
meisje de handen repte in het voorste ge
deelte van het huis. In overeenstemming met
wat gewoonlijk geschiedde, verwachtte Budge
dat hij Martha in de keuken zou vinden en.
dat Bessie aan het stoffen en vegen zou zijn
in een van de zitkamers.
Hij was in den tuin gekomen door een ope-
aing in den steenen muur, die voor poort
diende, en hij passeerde het groepje arm
zalige boomen, die het vervallen gebouwtje
verborgen, toen hij eerst bemerkte, dat de
zen morgen niet alles zijn gewonen gang
ging. Juffrouw Calloway stond aan de ach
terdeur met de hand boven de oogen voor
het zonlicht en riep: „Bessie!" terwijl ze tuur
de naar den kant van den heuvel. Aanstonds
herkende zij den opzichter en kwam hem
haastig tegemoet.
i „Goê morgen, John," zei de ze. „Heb je soms
Bessie gezien? 'tls toch wat! Waar kan het
kind toch heengegaan zijn? Ik dacht, dat ze
het ontbijt, gereed zette in Mr. Mapleton's
kamer, maar toen ik haar ging halen om een
kop thee te drinken, was ze in die kamer
niet, en ook niet in die van Mr. Yeldham."
„Misschien heeft ze zich verslapen en is ze
nog niet op," opperde Budge,
j „Ze is op," was het onrustige antwoord.
1 „Toen ik naar beneden ging, heb ik in haar
kamer gekeken, om haar te roepen, bijgeval
ze nog niet wakker mocht zijn, maar ze was
er niet."
„Was ze te bed geweest?" vroeg de op-
zichtex'.
„De hemel bewaar' me, hoe komt ge er op
Johnl" zei de nu hevig verschrikte huismoe
der. „Ik heb even in de kamer gekeken en
on ulots bivonders gelet alleen heb ik gezien,
dat ze niet in de kamer was. Gisteravond
I zijn we beiden naar boven gegaan en zij heeft
haar deur gesloten, na mij goeden nacht, te
hebben gewenscht. Waarom zou ze niet to
bed geweest zijn? Laat ons eens gaan kijken."1
Ze gingen haastig het huis binnen en Bud-
1 ge wachtte in de keuken, terwijl jaffroutf
Calloway naar boven ging om een onderzoek
in te stellen. In minder dan een minuut wa»
ze weer beneden, wit als een doek en bevend
over al haar ledematen.
„Ze is niet te bed geweest", stamelde ze
doodelijk ontsteld. „John, wat zou er toch
gebeurd zijn?"
Hierop vermocht John Budge geen ant
woord te geven. Ock bij was zeer geschrok
keu. Want hij herinnerde zich het verhaal
van zijn ondergeschikte Cooper, waaraan hij
maar half geloof -had grelagen, aangaande
het schreeuwen eener vrouw omstreeks mid-
dernacht. Maar hij moest op 't oogenblik daar
nog over zwijgen. Van nature was hij zwijg-
zaam en bij zou de laatste man ter wereld
zijn, om z'n oude liefde nog meer te verontrus
ten met 'n onbewezen praatje, vóór zij dieper
in een mysterie waren gedrongen, dat weL
licht niet in liet minst een mysterie was. Ea
I in zijn geest vormde zich een hypothese, die,
indien ze juist zou gebleken zijn (ze was noch-
j tans voor een moederhart even verschrikke
lijk) het schreeuwer in den nacht evenzeeï
tot een fabeltje zou maken, als het aan zijn
oordeel aanvankelijk was voorgekomen.
1 „Zie eens hier.. Martha, bet is nergens von*