lobkousen. SlW.S'vZeeftuljzeji. 'azarteiforisstraat Winterpanftoffels.
KERKNIEUWS.
Leger en Vloot.
Letteren en Kunst
Sociale Berichten.
gen-o men van de agenda voor deze verga do
ing en verschoven tot de a.s. algemeene ver-
de ring.
Hierop werd de begrooting voor 1914 goed-
ekenrd, waarbij o.m. gevraagd werd om van
o beursbezoekers 25 cent entree te beffen ter
versterking van de kas.
Dit werd door den voorzitter afgeraden,
daar het gratis bezoeken der beurs een voor
recht der leden is, welke in de erts toten is
vastgelegd en waaraan niet getornd moet
■orden z.i. Do uitgaven voor 1914 zon begroot
p 13.729.30.
Bij de rondvraag deed de heer Arn. Bijvoet j
en vraag omtrent de mogelijkheid om te be-
mi'ken dat in bet orgaan, onder de rubriek
raag en Aanbod'' annonces voorkomen,
waarvan blijkt dat de daarin aangekondigde
goederen niet meer voorradig zijn. De voor
zitter weet dit aan de nonchalance der adver
teerders. die annonces blijven betalen, waar
van zij niet profiteeren.
De hoer Bijvoet vroeg boe het staat met de
prijsvraag voor de bollenrooiniachine.
Volgens medededceling van den voorzitter
heeft de firma M. Veldhuijzen van Zanten tc
Lis-se een terrein laten beplanten, volgens de
wenschon der inzenders op die prijsvraag ent
zal in Juni a.s. de beoordeeling der machi
ne-; plaats hebben. Een uitgebreide co-mmissie
van ingenieurs en vakkundigen is samenge
steld om ite inzendingen te beoordeelen. Reeds
hebben verschillende firma's toezegging ge
daan te zullen mededingen.
Uitgeest wenscht in elke afdeeling een
correspondent voor het scheidsgerecht.
Dit zal overwogen worden, doch staat ter
coordceling van het scheidsgerecht,.
Nog enkele opmerkingen werden gemaakt
betreffende het scheidsgerecht.
Noord w ijkerhout vTaagt of geen ba
ten z.ijn te trekken door het orgaan in eigen
beheer te nemen. Dit in verband met de vraag
naar geld voor oen eigen gebonw.
II i 11 e g o m vroeg of het niet mogelijk is
het orgaan bij inschrijving te gunnen.
De voorzitter antwoordde dat het hoofd
bestuur nog 6teeds meent dat het orgaan
niet in eigen beheer moet worden geno
men. De baten da ami it worden zeer overschat.
Do heer Bos VTaagt de namen van bollen-
dieven, die veroordeeld zijn, met naam en
toenaam in het orgaan te puhlieeoren.
De voorzitter zegde overweging toe.
Na. enkele andere opmerkingen sloot do
voorzitter, met een dankwoord, in bet bijzon
der aan de aftredende hoofdbestuursleden de
heeren van der Meer en Eggink, de algemee
ne vergadering.
HA A R LEM'S SCHOOLTUIN.
Mej. Cath. Cool, 1ste secretaresse der af
deeling1 Haarlem van de Natuurhistoriche
Vereeniging, schrijft in Nat'ura het Volgen
de over bovengenoemd onderwerp:
Behalve deze excursies was er nog iets
anders voor onze leden de.zen zomer. Onze
Afdeeling heeft in haar midden den grooten
tuinbouwkundige en tevens grooten natuur
liefhebber den heer Leon A. Springer. Bij
al zijn drukke werkzaamheden, heeft deze
altijd nog tijd, oih zijn medeleden wat van
zijn werk op tuinbouwkundige gebied te la
ten medegenieten. Andere jaren leidde hij
ons rond in de parken, dit jaar verbond hij
zich om eiken eersten Zondag van de maand
tc beginnen met Mei, de leden in den school
tuin rond te leiden. Die Schooltuin is een
schepping van hem zelf. Toen B. en W.
den Stadskweektuin naar de Kleverlaan
overbrachten, een mooi uitgebreid terrein,
verzocht do heer S. hem daar tevens ge
legenheid te geven aan dien kweek-
een schoolkweektuin te verbinden. Die
„kweek" is nu 3 jaar oud en werkelijk een
wellust der oogeji om te aanschouwen zoo
mooi en frisch ziet alles er uit. Niet weinig!
draagt daar do schilderachtige „ruïne" en
het gerestaureerde gedeelte van het voor
malige Huis ter Kleef toe bij, waaromheen
do tuin gelegen is. Komen we den tuin bin
nen, dan vinden we rechts de vaste planten
voor de plantsoenen, links de éénjarige plan
ten (ook v ilde) voor snijbloemen, welke aan
de ziekenhuizen worden uitgedeeld die te
vens op verzoek der onderwijzers aan de
scholen voor hot deterniinecrcn worden op
gezonden.
Hier dicht bij liggen de meest, gekweekte
groenten en ook tockruiden, landbouwgewas
sen, koren, voeder- en siergvassen. Dan
volgt liet systematisch gedeelte, op zichzelf
al een bezoek aan den tuin waard. Het
arboretum bevat vele boomsoorten, vooral
de rosaeeën zijn mooi vertegenwoordigd.
Ook vindt inen daar o.a. 32 verschillend©
wilgenvariëteitea voor de mandenmakerij.
Ook de Coniferen zijn in vele geslachten en
soorten aanwezig en doen het daar opper
best. Op zij, afgescheiden van den eigenlij
ken tuin, ligt de „kweek" voor de stad,
voorn, voor do hoornen voor wegen en plant
soenen. Ook hier is veel interessants te zien. I Als heler stond vervolgens terecht G. B„ die
Zoo is daar de afleggers- of snoelplaats en gezorgd had voor een kooper van het paard,
de plaats waar allerlei wordt uitgezaaid. We
zagen daar een welvarendo gagel (Myrica
Gale) op den leemgrond, zoo geheel ver
schillend van haar natuurlijke groeiplaats.
De „topic" van den tuin, waarop ieders oog
dadelijk valt is het Alpinum, met welks in
richting de, heer Springer al bijzonder goed
geslaagd is. Ofschoon pas 3 jaren oud,
groeien en bloeien er de verschillende Se-
dum, Saxifraga, Dianthus enz. alsof ze er
altijd geweest waren op die steenblokken.
De overblijfselen van de „ruïne" dienen als
achtergrond en ook in de spleten en gaten
van deze verweerde steenen komen de fleu-
rigste en kleurigste planten uitkijken. Zoo
blijft daar een Mesemhryanthemum-soort,
door S. gekocht. Hij werd beschuldigd van dezen
laatste f 10.te hebben onvangen voor zijn
moeite een kooper voor het paard aan te wijzen.
S. werd als getuige verhoord en gaf nu een
geheel ander verhaal van het verloop van den
diefstal, dan hij eerst gegeven had.
De president en rechters wezen hem erop, dat
hij thans onder eede stond en dus vervolgd kon
worden wegens meineed.
Getuige hield vol, dat hij nu de waarheid
sprak en alles wat hij vroeger verteld had ver
zonnen had.
„Waarom heb je dan zoo gelogen?" vroeg de
president.
„Om in'n straf lichter te maken," zei get.
„Maar 't geeft me nu toch niets meer: een val-
wat anders een kasding is, geheel frisch schen eed zal ik niet doen: vier jaar is toch al
den geheelen winter door. De heer Springer erg genoeg."
heeft dit Alpinum voor een groot gedeelte j j)e volgende getuige was de andere medeplich-
beplant met door hem zelf uit alle oordentige D„ die gezien had, dat S aan B. iets gaf,
van de wereld medegenomen planten. Om wat deze in zijn zak stak. S. had hem gezegd,
het Alpinum ligt een vijver met vele plan- dat hij aan B. f 12.50 had gegeven,
ten er in en er om heen. Zoo staan er i Het O. M. vroeg uitstel tot het nemen can zijn
o.a. vele van onze inlandsche orchideeën. requisitoir tot 29 December a.s. Het is de over-
Ook een aardig wild veentje is aanwezig, tuiging van spr. dat door S. een meineed wordt
De wilde planten beslaan ook een groot ge- gedaan.
deelte van dezen schooltuin. Overal kom
je ze tegen in een ©enigszins geciviliseer-
den vorm. Zoo is de oorspronkelijke be
groeiing van de „ruïne" meest dunplanten,
zooals muurpeper en slangenkruid, in zijn
geheel gelaten. Dc heer S., zelf zoo'n groot
liefhebber van de wilde planten, hééft eens
De zaak wordt dus geschorst tot Maandag a.s.
Don 19en December diende Z. D. H. Mgr.
J. Hofman ïn de kerk der Eerw. paters Ga-
willen laten zien, dat de mooie wilde planten pucijnen to 's Bosch de Tonsuur en de klei-
voor de cultuurplanten niet behoeven onder nero Orden toe aan frater Edmundus van
te doen. De leek, die de hooge kleurige Heeze van de orde der Capucijnen en aan
boschjes van Epilobium hirs, en anglist, en frater Hubertus Neuss van de missionarissen
Lythrum salicaria bij het bruggetje over v;m de H. Familie.
den vijver ziet, kan niet gelooven dat dit I Den 20cn December het Subdiaconaat aan
slechts wilde planton zijn. De wilde Spiraea frater Marcellinus van Nijmegen, frater Aure-
is als een heester geworden op dezen goe- Bus van Asten, frater Arnulphus van Waal
den grond. wijk, van do orde dor Capucijnen; aan frater
En da-n 'zijn cr nog de cultuurplanten in Martin us Smits, frater Martinus Kijzers, fra-
de ruime kassen. Zoo vinden we er in de ter Cornelius van Meehelen, frater Henricus
koude kas koffie, cacao, suikerriet, 2 rijst-jvan Lieshoud, frater Joannes Tertoogcn, van
soorten, papierplant, banaan enz. In de de orde van het H. Kruis: aan frater Hiero-
warme kas interessante zaaiplanten van al- nymus Toschke, frater Gervasius van Lam-
lerlei gewassen en van kruisingsproeven. De meren, frater Tarcisius Booy, frater Cheru-
mooie passiebloem, het kruidje-roer-mij-niet, binus Lensson, frater Seraphinus Lenssen, van
de gemberpla.nl, enz. ,de orde der Trappisten in Tilburg; aan fra-
Nu heb ik nog maar een heel kort over-ter Hubertus Neuss, frater Josephus Büchel-
zicht gegeven van al de pracht en al het meier van de missionarissen van de H. Fa-
leerzame, daar door den heer S. met zoo- milic; en aan frater Josephus Systermans,
veel zorg en toewijding bijeengebracht en frater Josephus Le Roux, frater Nicolaas Tim
waarvan hij elke wandeling weer ons metmennans, frater Eugenius Têtu, frater Hen-
zóóveel ambitie vertelde. Altijd was er weer ficus Preenen, frater Henricus Riga, frater
wat nieuws, dat er de vorige keer niet was Antonius Maassen, frater Emilius Mané, frater
en altijd vlogen de uren daar doorgebracht Josephus Ruellan, frater Augustus Le Dor-
om. Hoe jammer toch, dat niet alléén zoo lot, frater Albortus Guitton, frater Joannes
weinige onzer leden gebruik maakten van Paul, van het gezelschap van Maria in Oir-
deze gelegenheid om veel merkwaardigs ensc-bot
schoons té komen zien en te hooren maar l Het Diaconaat aan Martinus Josephus Smo-
dat ook het doel van den schooltuin nog zoo lenaars van het groot seminarie Haarenaan,
weinig beantwoordt aan hetgeen de heer S. frater Bernulphus van Roermond, frater Vitus
er zich van voorgesteld heelt! j van Bussum, frater Prudentius van Lierop,
Wel worden er zoo nu en dan dingen frater Christianas van Mortel, frater Pascha-
aangevraagd, maar b.v. een onderwijzer die sius van Meerveldhovcn, frater Plechelmus
er met zijn klas heen trekt en de kinde- van Waalwijk, frater Aemilius van Tilburg,
ren op dc plaats zelve op allerlei wijst, be- frater Silverius van Veghel, frater Cuniber-
hoort nog tot de zeldzaamheden. tus van Waspik, frater Tarcisius van Asten,
Eiken natuurlieihebber, die onze stad en van de orde der Capucijnen; aan frater Mau-
omstreken bezoekt, kan ik ten sterkste aan- ritius Felizaeus, van de orde der Trappisten,
in Tilburg; aan frater Cherubinus Wijnho
ven, van do orde der Augustijnen; aan fra
ter Michael Moritz van de missionarissen van
do H. Familie.
Het Priesterschap aan frater Engelbertus
van Delft, van de orde der Capucijnen en aan
frater Josephus Textoris van de missionaris
sen van do H. Familie.
raden, dit unicum in ons Land, eens een be
zoek te brengen.
Van onze Rechtbank.
(Zitting van gisteren.)
PAARDENDIEFSTAL.
Gisteren had zich te verantwoorden zekere S.,
die beschuldigd werd op 3 November 1.1. uit een HET H. COLLEGE,
schuur bij een verbrande woning in Haarlem-De „Germania" geeft in verhand rnet het
mermeer een paard te hebben weggenomen. j overlijden van kardinaal Rampolla de vol-
Hij had een afspraak gemaakt met D. om een gende bijzonderheden over het H. College
paard te gaan stelen en in den nacht van 3 op der kardinalen, die wij op onze beurt ont-
4 November hebben zij te zamen het feit vol- leenen aan de „Msb."
bracht. i Kardinaal Rampolla, die, gerekend naar zij-
S. stond terecht als de hoofdschuldige bij ne verheffing, op de derde plaats stond in
dezen diefstal, omdat hij het paard uit de schuur do orde der kardinaal - priesters, trad steeds
had gehaald. als hun hoofd op, daar zijn beide voorgangers,
Het paard, dat een waarde had van ongeveer do kardinalen Netto: en Gibbons, niet in Rome
f 500, had hij verkocht voor f 100 of f 150 vertoeven. Volgens zijn leeftijd van 70 jaren
en daarvan f 35 aan D. gegeven. stond hij tusschen de kardinalen Lucon, die
Het O. M. vroeg voor dit feit een gevangenis-71 en Rinaldi, die 69 jaar oud is, op de 25e
straf van 4 jaar. plaats, nadat zijn mede-kardinaal Respighi,
De verdediger, Mr. J. B. Bomans, bepleitte die denzelfden leeftijd had als hij zelf, in
clementie. Maart van dit jaar was overleden.
In den loop van 1913 stierven zes kar-
In 't bankje verscheen nu de medeplichtige van dinalen, drie Italiaansche en drie buitenland
den vorigen bekl. terzake, dat hij hulp had ver-sche, één uit do orde der kardinaai-bisschop-
leend bij den diefstal van een paard op den 3en pen, één uit do orde der kardinaal-diakens en
KADERNOOD BIJ HET LEGER.
Over dit plotseling acuutgeworden onder-
werp schrijft de ,.N. R. Ct." o.m. het vol-
1 gende:
I E!r dreigt, neen er is kaidernoodl
Bij de opleiding van do lichting 1914 zul
len daarvan de bezwaren stellig reeds wor
den ondervonden.
Voor 238 compagnieën infanterie, van wcï-
ko na half Januari a.s. compagnieën mili-
I ciens in eerste opleiding zullen hebben, zoo-
I mede voor 24 depotcofnpagnieën zijn blijkens
do bijlagen van de memorie van antwoord be-
schikbaar 225 luitenants en 653 sergeanten,
nog ongerekend hen, die door ziekte, deta;-
clieering bij gymnastieksehool, wapenfabriek
enz. aan den opleidingsa.rbeid worden ont-
i trokken.
i Organiek moeten bij de compagnieën aan
wezig zijn 336 luitenants en als minimum
1248 sergeanten.
I Ook al wordt het personeel van alle com
pagnieën te werk gesteld bij de eenheden,
waar recruten zijn of worden ingedeeld, toch
i zullen er hinderlijk voelbare incompleten aan
instructeurs blijken te zijn. En welkej nu
zijn do Regeringsmaatregelen, welke het ge
vaar voor een niet meer verkeerde opleiding
van de militie moeten bezweren?
Na de categorisch gestelde vragen van het
voorloopig verslag kon er toch niet aan wor
den getwijfeld, of de Kamer wensehte po
sitief te vernemen, „wat de minister in zake
de completeering der kaders dacht te doen."
Tc dezen opzichte nu laat de memorie van
antwoord ons vrijwel in onzekerheid.
Een naar de toekomst verschoven keuze
tusschen eenerzijds de wettelijke invoering
van een capitulantenstelsel en anderzijds het
doen van belangrijke uitgaven voor dienstpre-
miën ter bevordering van het nadienen van
militairkader kan toch waarlijk geen voor
stel genoemd worden, waaraan men voor het
tegenwoordige eenig houvast heeft, of dat
aan het steeds toenemend incompleet eeni-
germato paal en perk zal vermogen, te stel
len.
Het tijdperk der theoretische beschouwin
gen nopens de kaderkwestie moet tiians eens
worden afgesloten.
Wil men, als de kern van het leger, een
beroepskader in het leven houden, dat door
degelijke speciale vakkennis en door abso
lute beheersching van het begrip der militaire
tucht in staat kan geacht worden zijn stem
pel successievelijk op de jaarklassen der mi
litie en dus op hert; geheel der gemobili
seerde strijdmacht te drukken, dan moeten
met inachtneming van de bepalingen der on
verbiddelijke wet van „vraag en aanbod"
thans onverwijd ingrijpende maatregelen wor
den genomen om het ernstig verstoorde even
wicht tusohen die beiden te herstellen.
De Kamerleden, die, blijkens de dringen
de in het Voorloopig Verslag gestelde vra
gen, een open oog voor den eerlang onhoud-
baren toestand toonden te bezitten, zullen,
naar ons dunkt, evenmin bevredigd kunneu
zijn door do zóo vage traceering' van den
weg, welken de minister denkt in te slaan.
De wrijving van gedachten, welke bij de
mondelinge behandeling van de Gorlogsbe-
grooting mogelijk nog ontstaat., zal naar
wij zeker hopen, die warmtebron vormen voor
de volle belangstelling der volksvertegen
woordiging in dit zoo gewichtige en nog
gecaszins voldoende krachtig aangepakte le
gér vraagstuk.
palast" dit jaar tc Munchen gehouden en waar
ook Jan Toorop zijn bekende Apostelkoppen ex
poseerde.
VOLKSZANG.
Door de Diocesane Vereeniging vwfBéfl
Volkszang in Limburg is aan de heeren bun e«f
meesters der Limburgsche gemeenten de votes*
de circulatie verzonden
Een der grootste hinderpalen, welke de ver
edeling van den volkszin in den weg staan, i?
ongetwijfeld het zedeloos en verder het naar den
inhoud onbeduidende lied, waarvan de melodie
liet gansdie jaar door langs den openbaren weg
uitgeschreeuwd wordt. Zelfs de liederen,, dooi
de kinderen op school geleerd ter aankweeking
van maatschappelijke deugden, worden daardoor
nutteloos gemaakt. Meest door straatzangers
worden die onzinnige en vaak voor de openbare
zedelijkheid gevaarlijke deunen in onze steden en
dorpen binnengesmokkeld, waar oud ea j»ni> ze
nakrijscht.
Om aan dezen wantoestand paal e* perk ie
stellen en met vrucht werkzaam te kunnen zijn
aan de veredeling van den voikszang, richten on-
riergeteekenden, leden van het Jiootdbestuur dei-
Diocesane Vereeniging van den Volkszang in
Limburg, tot U, eöelachtbare heeren, het beleefd
maar «ringend verzoek, in liet belang van de
zedelijkheid en de beschaving van ons gewest,
aan alle straatzangers gedurende den loep des
jaars, maar vooral oij kermissen en andere open
bare feestelijkheden, het venten en zingen van
liederen langs den weg te verbieden. Uok ver
wachten zij, dat een streng politietoezicht zal
uitgeoefend worden op hetgeen in de herbergen
en zoogenaamde „café-chantanis" wordt voorge
dragen. De eer van ons gewest is er mee ge
moeid. Onze strijd tegen het slechte lied kan u,
naar wij hopen, niet anders dan aangenaam \ve-
zen. Slechts de bevordering van het geestelijk
en stoffelijk welzijn van het volk hebben wis
daarbij op het oog.
Het Hoofdbestuur der Dioc. Vereen,
van den Volkszang in Limburg
Jhr. mr. Gi. Unys de Beerenbrouck, voorzitter,
j. Pruymboom, Weert, onder-voorzitter.
L. L. Mertens, „Heibloem" Heijthuijzen, secret
Jos. J. A. Boers, Weert.
Jos. Conslen Jr., Heerlen.
Dr. H. H. Knippenberg, Venlo.
Gerard Krekelberg, Roermond.
Pascal Sclimeits, Pastoor, Venray, Gcest. Adv.
November 1.1.
Hij ontkende aan den diefstal te hebben mede
vier uit de arde der kardinaal-priesters.
Het H. College bestaat thans uit 56 leden,
geholpen en zcide slechts te zijn medegegaan met waarvan er 24 door Leo XIII en 31 door Pius
S. en van dezen 35 te hebben ontvangen. j X zijn gecreëerd; één is in petto aange-
Het O. M. vroeg een gevangenisstraf van één steld.
jaar, met aftrek van preventieve hechtenis. Van de kardinalen, die in hetzelfde consis-
De verdediger, Mr. J. Bomans, achtte de straf torie (14 Maart 1887) gecreëerd werden ala
te zwaar voor dit misdrijf. kardinaal Rampolla, leeft nu alleen nog kar-
dinaal Serafino Vaiinutolli.
JAN TOOROP.
„Niemand kan 'zeggen dat de Hollanders
slechte schilders en teekenaars zijn. Iets „Abge-
rundetes" ligt over de meeste hunner werken,
waarvan menige uitspraak geldt, door ons ge
daan in betrekking tot de Miinchener Kunste-
naarsvereeniging; dat is het internationale en
tegelijk het veralgemeende karakter hunner
kunst, waarin daardoor te weinig vlammende
gloed leeft en beeft. In plaats daarvan stilstand.
Zulks geschiedt ook ten koste van het ras, dat
gelijk wij bij menig ander volk zien, niet te on
derschatten is. Mengen wc allerlei kleuren over
vloedig dooreen, dan krijgen we een grauwe
toon. En „vergraut" is deze kunst, zoo luidt ons
streng oordeel.
Eén is er echter, die des te hooger daarboven
zich verheft: Jan Toorop, met zijne schier „da-
monisch" doende „Apostelkoppen," studiën voor
een „Laatste Avondmaal". Wat diepe groeven
getrokken door het ernstig gelaat dezer mannen,
die een der grootste wereldgebeurtenissen tege
moet zien. Strakheid en somberheid is de uit
drukking die deze koppen teekent; het waarlijk
groote in hen is toch tegelijkertijd ook de dee
moed..." Aldus Richard Riedl in „Die christ-
liche Kunst" November 1913, naar aanleiding
eener „Internationale Kunstausstelling in Glas-
EEN JUIST OORDEEL!
Onlangs pleitte een sociaal-democratisch tijd
schrift te Berlijn openlijk voor het uitroepen
eener algemeene werkstaking. Het kantongerecht
had in deze uitlatingen een aansporing tot 'onge
hoorzaamheid aan de bestaande wetten willen
zien en den verantwoordelijken redacteur van het
tijdschrift tot gevangenisstraf veroordeeld.
Het Reichsgericht nu heeft Zaterdag het tegen
dit vonnis aangeteekende hooger beroep verwor
pen en zijn uitspraak aldus gemotiveerd: „Dt
algemeene staking,, die plotseling en onverwacht
moet uitbreken, kan slechts ten uitvoer worden
1 gebracht door een vergrijp tegen de industriëelc
orde en het burgerlijk wetboek. De aansporing
I tot een zoodanige staking staat dus gelijk niet
aansporing tot verzet tegen deze wetten."
Van ingezonden stukken, geplaatst of niet
geplaatst, wordt den inzenders de copie uiet
teruggegeven.
Voor den inhoud dezer rubriek stelt di
Redactie zich niet aansprakelijk.
VOOR MIJN KLEINEN ROOMSCHEN HOE
Mijn Roomsch hofke staat zoo schoon te
bloeien met bloemkens klein en groot, 't Ziet er
vol kleur rooze-rood en sneeuwig uit, 't hangt er
vol geur zacht en zoet. Want Gods zonue schijn)
in mijn hofke heel den dag en spreidt er uit 't
licht van Zijn waarheid en golft ef uit den
gloed van Zijn liefde. Die doen de knopper
zwellen en plooien de blaadjes open en doen
mijn kinderen staan als winterbloemen in vol
heid van blad en bloem, in pracht van kleur et
zoetheid van geur, chrysanthemums gelijk met
kroeze en krulle kopkens, rondom de Kribbe var,
het Kerstkind, 't Is er zoo schoon in mijn klei
nen Roomschen hof!
En toch ik vreeze soms voor de schoonheid er
de teerheid van mijn lieve bloemen. Want werer
kan ik nog niet de koude, die stroomen komt uit
de kale vlakte rondom, waar de lucht zóó zwaa'
hangt van schaduw en donkerte, omdat de zonn
van Gods waarheid er niet schijnt en haar stra
Ien er niet spelen en stoeien met de wolkjes ir
de lucht. Die kilte trekt ook soms over mijn hofke
heen. En al neemt ze niet al de pracht van mijr
bloemen mee, 'k zie toch hier en daar een harte
blad verschrompelen, omdat het zich niet gehee'
vermocht te sluiten voordat als ijzel die koudt
er op viel. Wie draagt me nu de laatste steenen
nuodig, den moed op to geven zei hij vrien
delijk. „Wij zullen tot op den bodem dezer
zaak gaan, maar we moeten niet bang zijn,
ze-recht in bet aangezicht tc zien. Bessie is
een goed oprecht meisje en er bestaat geen
beter. Maar een mensch is een mensch, en
je hebt hier twee mor.schen in buis gehad.
Zouden we hier den eleute' niet moeten zo-
Zouden we hier den sleutel niet moeten zoe-
A1 voren® juffrouw Calloway het veront
waardigde antwoord, dat-haar op de lippen
lag, kou uitspreken, kwam het geluid van
(Voetstappen naderbij, van iemand, d.ie de
trap afdaalde, en ev klonk een onbezorgd ge
floten deuntje uit een populaire operette. De
deur van een der zitkamers werd gesloten, en
het gefluit ging door, inaar zwakker.
'J-*®t is het antwoord op je wrecde zinspe
ling. 7,ei Martha. „Daar is Mr. Mapleton, en
h'.i «r niet vandoor is met mijn on-
sehuldig kind. Wat Mr. Hcetor Yeldham be-
treii, rlle ;s gisteren uaur Londen gegaan. Hij
vertrok in den nam;ddag, en Bessie ie heel
den avond bij me geweest Indien dat niet
voldoende is, om 30 tc overtuigen, laat ik je
dan zeggen, dat Hcetor Yeldham de nobelste
liit'USCni van de wereld \k Leb hem van
zijn kinderjaren af gekend, en ik zou hem
in alle omsiamligticclen vertrouwen."
•lolm Budge legde zich neer bij't protest der
verontwaardigde moeder. Om de waarheid te
Roggen, hij was «enigszins onthutst, en zijn.
argwaan was geschokt bij de bevinding, dat
Mapleton thuis was en juist naar beneden
v, as gc-icoineii, blijkbaar niets ervan wetend.
dat er iets niet in den baak was En, ondanks
de afstraffing, die hij van hem gekiiegen
had, droeg bij Hector geen kwaad hart toe,
en deelde volkomen Martha's gunstige opinie
omtrent zijn karakter. Mr. Smjly Mapleton
was de aanleiding geweest, dat het straks
geuite denkbeeld in hem post vatte. Hij had
juffrouw Calloway's „eeuwigen huurder" niet
mogen lijden van 'teerste oogenblik af, dat
hij in de buurt verschenen was, en, hoewel
zijn vermoeden, dat de zoogevvgde fossielen-
jager eigenlijk een spion was, te niet waren
gedaan, omdat Mr. Mapleton niet in den voor
hem gespannen strik geluopeu was, zoo
1 had hij toch zijn oauvaukeüjken afkeer nog
niet kunnen overwinnen. Deze natuurlijke
I antipathie had hem op M.r. Mapleton ten
zeerste doen letten en hij jbad hem dikwijls
naar Bessie zien gluren op een manier, die
liem niet. beviel,
i Hij had werkelijk een juist vermoeden van
de waarheid u.l. dat de zoogenaamde ge
leerde voortdurend liet meisje met- zijn aan
zoeken lastig viel, doch dat ze in stilte leed,
uit verlangen, oni haar moeder niet te ver-
ontrusten.
„Ik dacht geen oogenblik aan Yeldham,"
haastte hij zich te zeggen. „En de kerel, die
j daar binnen aan het fluiten is, valt ook bui
ten beschouwing, zoo waar als ik geen dwaas
j hen, Martha. Ik geloof, dat we ons met mui
zennesten plagen, en dat Bessie hier ergens
in de nabijheid is. Misschien zoekt ze padde
stoelen in de duinon. Ik zag mooie nieuwe,
toen ik er langs kwam."
In werkelijkheid dacht hij niet, dat bet zoe
ken van paddestoelen iets met de afwezig
heid van het meisje te maken had. Hij wist
niet, wat hij moest denken, maar hij klampte
zich aan stroohalmen vast, om de ongerust
heid van zijn vroegere beminde te verdrijven.
Het spreekt van zelf, dat hij weer ten slotte
dacht aan den door Cooper gehoorden
schreeuw, maar hij bracht dit geval niet in
verhand met Mapleton De opzichter kan zich
den te Londen opgevoeden huurder met de
gebogen schouders en de ingevallen borst niet
denken in betrekking tot daden van ge-
weldè Het leek aan John Budge waarschijn
lijker toe, dat Bessie, die wellicht aan slape
loosheid leed, was opgestaan en naar de kreek
was gewandeld: daar was haar wellicht een
ongeluk overkomen, en zoo kon de schreeuw
verklaard worden. Zij zou misschien naar het
oude havenhoofd geklauterd zijn en toen ge
vallen tusselien de rotsen der knst. Hij schrik
te er voor terug, om Martha met zijn sombere
voorgevoelens in kennis te stellen, vóór hij
van de waarheid ervan overtuigd was, en hij
was juist bezig, een voorwendsel te verzin
nen, om do kreek te gaan onderzoeken, toen
't gefluit plotseling ophield, de deur der zitka
mer geopend werd, en de stem van Mr.
Smyly Mapleton op zacht verwijtende toon
weerklonk;
„Ik hoor n daar praten', Mrs. Calloway,
maar wie bekommert zich om mij, armen
menchl Mijn kamer is niet aan kant gedaan
en er zijn geen teekenen dat ik ooit dat vroege
ontbijt zal krijgen, waar we gisteravond van
spraken."
In haar zenuwachtigen toestand kon Martha
zoo niet direct een geschikt antwoord vinden;
een oogenblik later stond Mr. Mapletqn in
de keukendeur, glimlachend met wat hij hem
I voor welwillendheid doorging, en draaiend
aan de punten van zijn enormen knevel.
I „Ha, goeden morgen, Mr. Budge, zeide hij
met een opgeruimd gemoedhet spijt
mij n te moeten storen, maar ik wensehte
over de heuvels te gaan en heel den dag een
jacht op touw te zetten naar fossielen uit de
zen wonderhaarlijken bodem. Wat het ontbijt
aangaat, Mrs. Calloway, een klein stukje
broodEn daarna, zichzelf in de rede val
lend, voegde hij er bij: „Is er soms iets niet
in ordet Dat zou me spijten."
j „We weten het nog niet, mijnheer," ant-
woordde Martha, „Maar 't ziet er leelijk uit,
Bessie is zoek, en ze is in deze nacht niet te
bed geweest.'"
„Goede hemel! En vermoedt n ik wil
zeggen, zijt ge tot eenige conclusie gekomen
over de oorzaak van die afwezigheid1!"
„Neen, mijnheer er is geen enkele aan
wijzing. Mr. Budge opperde een vermoeden,
maar dat bleek spoedig een dwaasheid te
zijn.""
Mr. Mapleton sloeg een vorschenden blik
op den opzichter, alsof hij half verwachtte
omtrent de verworpen hypothese te worden
i ingelicht. Maar die blik werd beantwoord
j met een strenge uitdrukking op Budge's ge-
zicht, die, indien ze iets heteekend-e, zeker
niet een voornemo bedoekende, om het denk
beeld, dat Martha Calloway's verontwaardi
ging had opgewekt, to openharen. Deze op haar
beurt bespiedde in haar wanhoop nauwlettend
't gelaat van haar huurder, en hoopte tegen
alle hoop in, dat deze beer, die een man was
van opvoeding, zich meer behulpzaam zon
toonen dan haar hoersche vereerder.
En het scheen werkelijk, dat Mr. Smyly
.Mapleton een denkbeeld wilde uiten, hoewel
met groot voorbehoud, en niet vóórdat hij
gedurende een poo3 inspiratie had gezocht
1 door op zijn snor te hijten. Deze manier van
doen scheen zeer dé aandacht te trekken
van John Budge, want de opzichter kon er
zijn oogen niet van afhouden.
„Ik weet natuurlijk niet veel omtrent uw
dochter, behalve dat zij mij altijd zorgzaam
bediend heeft," zei hii ten slotte. „Dek eens
aan haar sympathieën en antipathieën, aan'
haar vrienden en kennissen. Ge zult beter we-
I ten dan ik, of er wellicht in do nabijheid
iemand woont, waarheen ze zou zijn kunnen
gegaan tengevolge van een plotseling besluit.
Meisjes hebben soms wonderlijke invallen." k
„Natuurlijk, n kunt dat het best beoordec-
len," hernam Mr. Mapleton op den toon van
j iemand, die verlangde, zün. deelneming te
toonen, maar die een beetje misnoegd werd
omdat hij gemengd werd in een zaak dje hem
niet aanging, en terzelfdertijd nadeelig was
zoo zijn persoonlijk gemak. „En mijn stukje
brood voor ontbijtf' voegde hij er fleemend
hij. „'t Spijt mij, in zulke omstandigheden tot
last te moeten zijn."
I (Wordt vervolgd).