lobkousen. SlW.S'vZeeftuljzeji. 'azarteiforisstraat Winterpanftoffels. KERKNIEUWS. Leger en Vloot. Letteren en Kunst Sociale Berichten. gen-o men van de agenda voor deze verga do ing en verschoven tot de a.s. algemeene ver- de ring. Hierop werd de begrooting voor 1914 goed- ekenrd, waarbij o.m. gevraagd werd om van o beursbezoekers 25 cent entree te beffen ter versterking van de kas. Dit werd door den voorzitter afgeraden, daar het gratis bezoeken der beurs een voor recht der leden is, welke in de erts toten is vastgelegd en waaraan niet getornd moet ■orden z.i. Do uitgaven voor 1914 zon begroot p 13.729.30. Bij de rondvraag deed de heer Arn. Bijvoet j en vraag omtrent de mogelijkheid om te be- mi'ken dat in bet orgaan, onder de rubriek raag en Aanbod'' annonces voorkomen, waarvan blijkt dat de daarin aangekondigde goederen niet meer voorradig zijn. De voor zitter weet dit aan de nonchalance der adver teerders. die annonces blijven betalen, waar van zij niet profiteeren. De hoer Bijvoet vroeg boe het staat met de prijsvraag voor de bollenrooiniachine. Volgens medededceling van den voorzitter heeft de firma M. Veldhuijzen van Zanten tc Lis-se een terrein laten beplanten, volgens de wenschon der inzenders op die prijsvraag ent zal in Juni a.s. de beoordeeling der machi ne-; plaats hebben. Een uitgebreide co-mmissie van ingenieurs en vakkundigen is samenge steld om ite inzendingen te beoordeelen. Reeds hebben verschillende firma's toezegging ge daan te zullen mededingen. Uitgeest wenscht in elke afdeeling een correspondent voor het scheidsgerecht. Dit zal overwogen worden, doch staat ter coordceling van het scheidsgerecht,. Nog enkele opmerkingen werden gemaakt betreffende het scheidsgerecht. Noord w ijkerhout vTaagt of geen ba ten z.ijn te trekken door het orgaan in eigen beheer te nemen. Dit in verband met de vraag naar geld voor oen eigen gebonw. II i 11 e g o m vroeg of het niet mogelijk is het orgaan bij inschrijving te gunnen. De voorzitter antwoordde dat het hoofd bestuur nog 6teeds meent dat het orgaan niet in eigen beheer moet worden geno men. De baten da ami it worden zeer overschat. Do heer Bos VTaagt de namen van bollen- dieven, die veroordeeld zijn, met naam en toenaam in het orgaan te puhlieeoren. De voorzitter zegde overweging toe. Na. enkele andere opmerkingen sloot do voorzitter, met een dankwoord, in bet bijzon der aan de aftredende hoofdbestuursleden de heeren van der Meer en Eggink, de algemee ne vergadering. HA A R LEM'S SCHOOLTUIN. Mej. Cath. Cool, 1ste secretaresse der af deeling1 Haarlem van de Natuurhistoriche Vereeniging, schrijft in Nat'ura het Volgen de over bovengenoemd onderwerp: Behalve deze excursies was er nog iets anders voor onze leden de.zen zomer. Onze Afdeeling heeft in haar midden den grooten tuinbouwkundige en tevens grooten natuur liefhebber den heer Leon A. Springer. Bij al zijn drukke werkzaamheden, heeft deze altijd nog tijd, oih zijn medeleden wat van zijn werk op tuinbouwkundige gebied te la ten medegenieten. Andere jaren leidde hij ons rond in de parken, dit jaar verbond hij zich om eiken eersten Zondag van de maand tc beginnen met Mei, de leden in den school tuin rond te leiden. Die Schooltuin is een schepping van hem zelf. Toen B. en W. den Stadskweektuin naar de Kleverlaan overbrachten, een mooi uitgebreid terrein, verzocht do heer S. hem daar tevens ge legenheid te geven aan dien kweek- een schoolkweektuin te verbinden. Die „kweek" is nu 3 jaar oud en werkelijk een wellust der oogeji om te aanschouwen zoo mooi en frisch ziet alles er uit. Niet weinig! draagt daar do schilderachtige „ruïne" en het gerestaureerde gedeelte van het voor malige Huis ter Kleef toe bij, waaromheen do tuin gelegen is. Komen we den tuin bin nen, dan vinden we rechts de vaste planten voor de plantsoenen, links de éénjarige plan ten (ook v ilde) voor snijbloemen, welke aan de ziekenhuizen worden uitgedeeld die te vens op verzoek der onderwijzers aan de scholen voor hot deterniinecrcn worden op gezonden. Hier dicht bij liggen de meest, gekweekte groenten en ook tockruiden, landbouwgewas sen, koren, voeder- en siergvassen. Dan volgt liet systematisch gedeelte, op zichzelf al een bezoek aan den tuin waard. Het arboretum bevat vele boomsoorten, vooral de rosaeeën zijn mooi vertegenwoordigd. Ook vindt inen daar o.a. 32 verschillend© wilgenvariëteitea voor de mandenmakerij. Ook de Coniferen zijn in vele geslachten en soorten aanwezig en doen het daar opper best. Op zij, afgescheiden van den eigenlij ken tuin, ligt de „kweek" voor de stad, voorn, voor do hoornen voor wegen en plant soenen. Ook hier is veel interessants te zien. I Als heler stond vervolgens terecht G. B„ die Zoo is daar de afleggers- of snoelplaats en gezorgd had voor een kooper van het paard, de plaats waar allerlei wordt uitgezaaid. We zagen daar een welvarendo gagel (Myrica Gale) op den leemgrond, zoo geheel ver schillend van haar natuurlijke groeiplaats. De „topic" van den tuin, waarop ieders oog dadelijk valt is het Alpinum, met welks in richting de, heer Springer al bijzonder goed geslaagd is. Ofschoon pas 3 jaren oud, groeien en bloeien er de verschillende Se- dum, Saxifraga, Dianthus enz. alsof ze er altijd geweest waren op die steenblokken. De overblijfselen van de „ruïne" dienen als achtergrond en ook in de spleten en gaten van deze verweerde steenen komen de fleu- rigste en kleurigste planten uitkijken. Zoo blijft daar een Mesemhryanthemum-soort, door S. gekocht. Hij werd beschuldigd van dezen laatste f 10.te hebben onvangen voor zijn moeite een kooper voor het paard aan te wijzen. S. werd als getuige verhoord en gaf nu een geheel ander verhaal van het verloop van den diefstal, dan hij eerst gegeven had. De president en rechters wezen hem erop, dat hij thans onder eede stond en dus vervolgd kon worden wegens meineed. Getuige hield vol, dat hij nu de waarheid sprak en alles wat hij vroeger verteld had ver zonnen had. „Waarom heb je dan zoo gelogen?" vroeg de president. „Om in'n straf lichter te maken," zei get. „Maar 't geeft me nu toch niets meer: een val- wat anders een kasding is, geheel frisch schen eed zal ik niet doen: vier jaar is toch al den geheelen winter door. De heer Springer erg genoeg." heeft dit Alpinum voor een groot gedeelte j j)e volgende getuige was de andere medeplich- beplant met door hem zelf uit alle oordentige D„ die gezien had, dat S aan B. iets gaf, van de wereld medegenomen planten. Om wat deze in zijn zak stak. S. had hem gezegd, het Alpinum ligt een vijver met vele plan- dat hij aan B. f 12.50 had gegeven, ten er in en er om heen. Zoo staan er i Het O. M. vroeg uitstel tot het nemen can zijn o.a. vele van onze inlandsche orchideeën. requisitoir tot 29 December a.s. Het is de over- Ook een aardig wild veentje is aanwezig, tuiging van spr. dat door S. een meineed wordt De wilde planten beslaan ook een groot ge- gedaan. deelte van dezen schooltuin. Overal kom je ze tegen in een ©enigszins geciviliseer- den vorm. Zoo is de oorspronkelijke be groeiing van de „ruïne" meest dunplanten, zooals muurpeper en slangenkruid, in zijn geheel gelaten. Dc heer S., zelf zoo'n groot liefhebber van de wilde planten, hééft eens De zaak wordt dus geschorst tot Maandag a.s. Don 19en December diende Z. D. H. Mgr. J. Hofman ïn de kerk der Eerw. paters Ga- willen laten zien, dat de mooie wilde planten pucijnen to 's Bosch de Tonsuur en de klei- voor de cultuurplanten niet behoeven onder nero Orden toe aan frater Edmundus van te doen. De leek, die de hooge kleurige Heeze van de orde der Capucijnen en aan boschjes van Epilobium hirs, en anglist, en frater Hubertus Neuss van de missionarissen Lythrum salicaria bij het bruggetje over v;m de H. Familie. den vijver ziet, kan niet gelooven dat dit I Den 20cn December het Subdiaconaat aan slechts wilde planton zijn. De wilde Spiraea frater Marcellinus van Nijmegen, frater Aure- is als een heester geworden op dezen goe- Bus van Asten, frater Arnulphus van Waal den grond. wijk, van do orde dor Capucijnen; aan frater En da-n 'zijn cr nog de cultuurplanten in Martin us Smits, frater Martinus Kijzers, fra- de ruime kassen. Zoo vinden we er in de ter Cornelius van Meehelen, frater Henricus koude kas koffie, cacao, suikerriet, 2 rijst-jvan Lieshoud, frater Joannes Tertoogcn, van soorten, papierplant, banaan enz. In de de orde van het H. Kruis: aan frater Hiero- warme kas interessante zaaiplanten van al- nymus Toschke, frater Gervasius van Lam- lerlei gewassen en van kruisingsproeven. De meren, frater Tarcisius Booy, frater Cheru- mooie passiebloem, het kruidje-roer-mij-niet, binus Lensson, frater Seraphinus Lenssen, van de gemberpla.nl, enz. ,de orde der Trappisten in Tilburg; aan fra- Nu heb ik nog maar een heel kort over-ter Hubertus Neuss, frater Josephus Büchel- zicht gegeven van al de pracht en al het meier van de missionarissen van de H. Fa- leerzame, daar door den heer S. met zoo- milic; en aan frater Josephus Systermans, veel zorg en toewijding bijeengebracht en frater Josephus Le Roux, frater Nicolaas Tim waarvan hij elke wandeling weer ons metmennans, frater Eugenius Têtu, frater Hen- zóóveel ambitie vertelde. Altijd was er weer ficus Preenen, frater Henricus Riga, frater wat nieuws, dat er de vorige keer niet was Antonius Maassen, frater Emilius Mané, frater en altijd vlogen de uren daar doorgebracht Josephus Ruellan, frater Augustus Le Dor- om. Hoe jammer toch, dat niet alléén zoo lot, frater Albortus Guitton, frater Joannes weinige onzer leden gebruik maakten van Paul, van het gezelschap van Maria in Oir- deze gelegenheid om veel merkwaardigs ensc-bot schoons té komen zien en te hooren maar l Het Diaconaat aan Martinus Josephus Smo- dat ook het doel van den schooltuin nog zoo lenaars van het groot seminarie Haarenaan, weinig beantwoordt aan hetgeen de heer S. frater Bernulphus van Roermond, frater Vitus er zich van voorgesteld heelt! j van Bussum, frater Prudentius van Lierop, Wel worden er zoo nu en dan dingen frater Christianas van Mortel, frater Pascha- aangevraagd, maar b.v. een onderwijzer die sius van Meerveldhovcn, frater Plechelmus er met zijn klas heen trekt en de kinde- van Waalwijk, frater Aemilius van Tilburg, ren op dc plaats zelve op allerlei wijst, be- frater Silverius van Veghel, frater Cuniber- hoort nog tot de zeldzaamheden. tus van Waspik, frater Tarcisius van Asten, Eiken natuurlieihebber, die onze stad en van de orde der Capucijnen; aan frater Mau- omstreken bezoekt, kan ik ten sterkste aan- ritius Felizaeus, van de orde der Trappisten, in Tilburg; aan frater Cherubinus Wijnho ven, van do orde der Augustijnen; aan fra ter Michael Moritz van de missionarissen van do H. Familie. Het Priesterschap aan frater Engelbertus van Delft, van de orde der Capucijnen en aan frater Josephus Textoris van de missionaris sen van do H. Familie. raden, dit unicum in ons Land, eens een be zoek te brengen. Van onze Rechtbank. (Zitting van gisteren.) PAARDENDIEFSTAL. Gisteren had zich te verantwoorden zekere S., die beschuldigd werd op 3 November 1.1. uit een HET H. COLLEGE, schuur bij een verbrande woning in Haarlem-De „Germania" geeft in verhand rnet het mermeer een paard te hebben weggenomen. j overlijden van kardinaal Rampolla de vol- Hij had een afspraak gemaakt met D. om een gende bijzonderheden over het H. College paard te gaan stelen en in den nacht van 3 op der kardinalen, die wij op onze beurt ont- 4 November hebben zij te zamen het feit vol- leenen aan de „Msb." bracht. i Kardinaal Rampolla, die, gerekend naar zij- S. stond terecht als de hoofdschuldige bij ne verheffing, op de derde plaats stond in dezen diefstal, omdat hij het paard uit de schuur do orde der kardinaal - priesters, trad steeds had gehaald. als hun hoofd op, daar zijn beide voorgangers, Het paard, dat een waarde had van ongeveer do kardinalen Netto: en Gibbons, niet in Rome f 500, had hij verkocht voor f 100 of f 150 vertoeven. Volgens zijn leeftijd van 70 jaren en daarvan f 35 aan D. gegeven. stond hij tusschen de kardinalen Lucon, die Het O. M. vroeg voor dit feit een gevangenis-71 en Rinaldi, die 69 jaar oud is, op de 25e straf van 4 jaar. plaats, nadat zijn mede-kardinaal Respighi, De verdediger, Mr. J. B. Bomans, bepleitte die denzelfden leeftijd had als hij zelf, in clementie. Maart van dit jaar was overleden. In den loop van 1913 stierven zes kar- In 't bankje verscheen nu de medeplichtige van dinalen, drie Italiaansche en drie buitenland den vorigen bekl. terzake, dat hij hulp had ver-sche, één uit do orde der kardinaai-bisschop- leend bij den diefstal van een paard op den 3en pen, één uit do orde der kardinaal-diakens en KADERNOOD BIJ HET LEGER. Over dit plotseling acuutgeworden onder- werp schrijft de ,.N. R. Ct." o.m. het vol- 1 gende: I E!r dreigt, neen er is kaidernoodl Bij de opleiding van do lichting 1914 zul len daarvan de bezwaren stellig reeds wor den ondervonden. Voor 238 compagnieën infanterie, van wcï- ko na half Januari a.s. compagnieën mili- I ciens in eerste opleiding zullen hebben, zoo- I mede voor 24 depotcofnpagnieën zijn blijkens do bijlagen van de memorie van antwoord be- schikbaar 225 luitenants en 653 sergeanten, nog ongerekend hen, die door ziekte, deta;- clieering bij gymnastieksehool, wapenfabriek enz. aan den opleidingsa.rbeid worden ont- i trokken. i Organiek moeten bij de compagnieën aan wezig zijn 336 luitenants en als minimum 1248 sergeanten. I Ook al wordt het personeel van alle com pagnieën te werk gesteld bij de eenheden, waar recruten zijn of worden ingedeeld, toch i zullen er hinderlijk voelbare incompleten aan instructeurs blijken te zijn. En welkej nu zijn do Regeringsmaatregelen, welke het ge vaar voor een niet meer verkeerde opleiding van de militie moeten bezweren? Na de categorisch gestelde vragen van het voorloopig verslag kon er toch niet aan wor den getwijfeld, of de Kamer wensehte po sitief te vernemen, „wat de minister in zake de completeering der kaders dacht te doen." Tc dezen opzichte nu laat de memorie van antwoord ons vrijwel in onzekerheid. Een naar de toekomst verschoven keuze tusschen eenerzijds de wettelijke invoering van een capitulantenstelsel en anderzijds het doen van belangrijke uitgaven voor dienstpre- miën ter bevordering van het nadienen van militairkader kan toch waarlijk geen voor stel genoemd worden, waaraan men voor het tegenwoordige eenig houvast heeft, of dat aan het steeds toenemend incompleet eeni- germato paal en perk zal vermogen, te stel len. Het tijdperk der theoretische beschouwin gen nopens de kaderkwestie moet tiians eens worden afgesloten. Wil men, als de kern van het leger, een beroepskader in het leven houden, dat door degelijke speciale vakkennis en door abso lute beheersching van het begrip der militaire tucht in staat kan geacht worden zijn stem pel successievelijk op de jaarklassen der mi litie en dus op hert; geheel der gemobili seerde strijdmacht te drukken, dan moeten met inachtneming van de bepalingen der on verbiddelijke wet van „vraag en aanbod" thans onverwijd ingrijpende maatregelen wor den genomen om het ernstig verstoorde even wicht tusohen die beiden te herstellen. De Kamerleden, die, blijkens de dringen de in het Voorloopig Verslag gestelde vra gen, een open oog voor den eerlang onhoud- baren toestand toonden te bezitten, zullen, naar ons dunkt, evenmin bevredigd kunneu zijn door do zóo vage traceering' van den weg, welken de minister denkt in te slaan. De wrijving van gedachten, welke bij de mondelinge behandeling van de Gorlogsbe- grooting mogelijk nog ontstaat., zal naar wij zeker hopen, die warmtebron vormen voor de volle belangstelling der volksvertegen woordiging in dit zoo gewichtige en nog gecaszins voldoende krachtig aangepakte le gér vraagstuk. palast" dit jaar tc Munchen gehouden en waar ook Jan Toorop zijn bekende Apostelkoppen ex poseerde. VOLKSZANG. Door de Diocesane Vereeniging vwfBéfl Volkszang in Limburg is aan de heeren bun e«f meesters der Limburgsche gemeenten de votes* de circulatie verzonden Een der grootste hinderpalen, welke de ver edeling van den volkszin in den weg staan, i? ongetwijfeld het zedeloos en verder het naar den inhoud onbeduidende lied, waarvan de melodie liet gansdie jaar door langs den openbaren weg uitgeschreeuwd wordt. Zelfs de liederen,, dooi de kinderen op school geleerd ter aankweeking van maatschappelijke deugden, worden daardoor nutteloos gemaakt. Meest door straatzangers worden die onzinnige en vaak voor de openbare zedelijkheid gevaarlijke deunen in onze steden en dorpen binnengesmokkeld, waar oud ea j»ni> ze nakrijscht. Om aan dezen wantoestand paal e* perk ie stellen en met vrucht werkzaam te kunnen zijn aan de veredeling van den voikszang, richten on- riergeteekenden, leden van het Jiootdbestuur dei- Diocesane Vereeniging van den Volkszang in Limburg, tot U, eöelachtbare heeren, het beleefd maar «ringend verzoek, in liet belang van de zedelijkheid en de beschaving van ons gewest, aan alle straatzangers gedurende den loep des jaars, maar vooral oij kermissen en andere open bare feestelijkheden, het venten en zingen van liederen langs den weg te verbieden. Uok ver wachten zij, dat een streng politietoezicht zal uitgeoefend worden op hetgeen in de herbergen en zoogenaamde „café-chantanis" wordt voorge dragen. De eer van ons gewest is er mee ge moeid. Onze strijd tegen het slechte lied kan u, naar wij hopen, niet anders dan aangenaam \ve- zen. Slechts de bevordering van het geestelijk en stoffelijk welzijn van het volk hebben wis daarbij op het oog. Het Hoofdbestuur der Dioc. Vereen, van den Volkszang in Limburg Jhr. mr. Gi. Unys de Beerenbrouck, voorzitter, j. Pruymboom, Weert, onder-voorzitter. L. L. Mertens, „Heibloem" Heijthuijzen, secret Jos. J. A. Boers, Weert. Jos. Conslen Jr., Heerlen. Dr. H. H. Knippenberg, Venlo. Gerard Krekelberg, Roermond. Pascal Sclimeits, Pastoor, Venray, Gcest. Adv. November 1.1. Hij ontkende aan den diefstal te hebben mede vier uit de arde der kardinaal-priesters. Het H. College bestaat thans uit 56 leden, geholpen en zcide slechts te zijn medegegaan met waarvan er 24 door Leo XIII en 31 door Pius S. en van dezen 35 te hebben ontvangen. j X zijn gecreëerd; één is in petto aange- Het O. M. vroeg een gevangenisstraf van één steld. jaar, met aftrek van preventieve hechtenis. Van de kardinalen, die in hetzelfde consis- De verdediger, Mr. J. Bomans, achtte de straf torie (14 Maart 1887) gecreëerd werden ala te zwaar voor dit misdrijf. kardinaal Rampolla, leeft nu alleen nog kar- dinaal Serafino Vaiinutolli. JAN TOOROP. „Niemand kan 'zeggen dat de Hollanders slechte schilders en teekenaars zijn. Iets „Abge- rundetes" ligt over de meeste hunner werken, waarvan menige uitspraak geldt, door ons ge daan in betrekking tot de Miinchener Kunste- naarsvereeniging; dat is het internationale en tegelijk het veralgemeende karakter hunner kunst, waarin daardoor te weinig vlammende gloed leeft en beeft. In plaats daarvan stilstand. Zulks geschiedt ook ten koste van het ras, dat gelijk wij bij menig ander volk zien, niet te on derschatten is. Mengen wc allerlei kleuren over vloedig dooreen, dan krijgen we een grauwe toon. En „vergraut" is deze kunst, zoo luidt ons streng oordeel. Eén is er echter, die des te hooger daarboven zich verheft: Jan Toorop, met zijne schier „da- monisch" doende „Apostelkoppen," studiën voor een „Laatste Avondmaal". Wat diepe groeven getrokken door het ernstig gelaat dezer mannen, die een der grootste wereldgebeurtenissen tege moet zien. Strakheid en somberheid is de uit drukking die deze koppen teekent; het waarlijk groote in hen is toch tegelijkertijd ook de dee moed..." Aldus Richard Riedl in „Die christ- liche Kunst" November 1913, naar aanleiding eener „Internationale Kunstausstelling in Glas- EEN JUIST OORDEEL! Onlangs pleitte een sociaal-democratisch tijd schrift te Berlijn openlijk voor het uitroepen eener algemeene werkstaking. Het kantongerecht had in deze uitlatingen een aansporing tot 'onge hoorzaamheid aan de bestaande wetten willen zien en den verantwoordelijken redacteur van het tijdschrift tot gevangenisstraf veroordeeld. Het Reichsgericht nu heeft Zaterdag het tegen dit vonnis aangeteekende hooger beroep verwor pen en zijn uitspraak aldus gemotiveerd: „Dt algemeene staking,, die plotseling en onverwacht moet uitbreken, kan slechts ten uitvoer worden 1 gebracht door een vergrijp tegen de industriëelc orde en het burgerlijk wetboek. De aansporing I tot een zoodanige staking staat dus gelijk niet aansporing tot verzet tegen deze wetten." Van ingezonden stukken, geplaatst of niet geplaatst, wordt den inzenders de copie uiet teruggegeven. Voor den inhoud dezer rubriek stelt di Redactie zich niet aansprakelijk. VOOR MIJN KLEINEN ROOMSCHEN HOE Mijn Roomsch hofke staat zoo schoon te bloeien met bloemkens klein en groot, 't Ziet er vol kleur rooze-rood en sneeuwig uit, 't hangt er vol geur zacht en zoet. Want Gods zonue schijn) in mijn hofke heel den dag en spreidt er uit 't licht van Zijn waarheid en golft ef uit den gloed van Zijn liefde. Die doen de knopper zwellen en plooien de blaadjes open en doen mijn kinderen staan als winterbloemen in vol heid van blad en bloem, in pracht van kleur et zoetheid van geur, chrysanthemums gelijk met kroeze en krulle kopkens, rondom de Kribbe var, het Kerstkind, 't Is er zoo schoon in mijn klei nen Roomschen hof! En toch ik vreeze soms voor de schoonheid er de teerheid van mijn lieve bloemen. Want werer kan ik nog niet de koude, die stroomen komt uit de kale vlakte rondom, waar de lucht zóó zwaa' hangt van schaduw en donkerte, omdat de zonn van Gods waarheid er niet schijnt en haar stra Ien er niet spelen en stoeien met de wolkjes ir de lucht. Die kilte trekt ook soms over mijn hofke heen. En al neemt ze niet al de pracht van mijr bloemen mee, 'k zie toch hier en daar een harte blad verschrompelen, omdat het zich niet gehee' vermocht te sluiten voordat als ijzel die koudt er op viel. Wie draagt me nu de laatste steenen nuodig, den moed op to geven zei hij vrien delijk. „Wij zullen tot op den bodem dezer zaak gaan, maar we moeten niet bang zijn, ze-recht in bet aangezicht tc zien. Bessie is een goed oprecht meisje en er bestaat geen beter. Maar een mensch is een mensch, en je hebt hier twee mor.schen in buis gehad. Zouden we hier den eleute' niet moeten zo- Zouden we hier den sleutel niet moeten zoe- A1 voren® juffrouw Calloway het veront waardigde antwoord, dat-haar op de lippen lag, kou uitspreken, kwam het geluid van (Voetstappen naderbij, van iemand, d.ie de trap afdaalde, en ev klonk een onbezorgd ge floten deuntje uit een populaire operette. De deur van een der zitkamers werd gesloten, en het gefluit ging door, inaar zwakker. 'J-*®t is het antwoord op je wrecde zinspe ling. 7,ei Martha. „Daar is Mr. Mapleton, en h'.i «r niet vandoor is met mijn on- sehuldig kind. Wat Mr. Hcetor Yeldham be- treii, rlle ;s gisteren uaur Londen gegaan. Hij vertrok in den nam;ddag, en Bessie ie heel den avond bij me geweest Indien dat niet voldoende is, om 30 tc overtuigen, laat ik je dan zeggen, dat Hcetor Yeldham de nobelste liit'USCni van de wereld \k Leb hem van zijn kinderjaren af gekend, en ik zou hem in alle omsiamligticclen vertrouwen." •lolm Budge legde zich neer bij't protest der verontwaardigde moeder. Om de waarheid te Roggen, hij was «enigszins onthutst, en zijn. argwaan was geschokt bij de bevinding, dat Mapleton thuis was en juist naar beneden v, as gc-icoineii, blijkbaar niets ervan wetend. dat er iets niet in den baak was En, ondanks de afstraffing, die hij van hem gekiiegen had, droeg bij Hector geen kwaad hart toe, en deelde volkomen Martha's gunstige opinie omtrent zijn karakter. Mr. Smjly Mapleton was de aanleiding geweest, dat het straks geuite denkbeeld in hem post vatte. Hij had juffrouw Calloway's „eeuwigen huurder" niet mogen lijden van 'teerste oogenblik af, dat hij in de buurt verschenen was, en, hoewel zijn vermoeden, dat de zoogevvgde fossielen- jager eigenlijk een spion was, te niet waren gedaan, omdat Mr. Mapleton niet in den voor hem gespannen strik geluopeu was, zoo 1 had hij toch zijn oauvaukeüjken afkeer nog niet kunnen overwinnen. Deze natuurlijke I antipathie had hem op M.r. Mapleton ten zeerste doen letten en hij jbad hem dikwijls naar Bessie zien gluren op een manier, die liem niet. beviel, i Hij had werkelijk een juist vermoeden van de waarheid u.l. dat de zoogenaamde ge leerde voortdurend liet meisje met- zijn aan zoeken lastig viel, doch dat ze in stilte leed, uit verlangen, oni haar moeder niet te ver- ontrusten. „Ik dacht geen oogenblik aan Yeldham," haastte hij zich te zeggen. „En de kerel, die j daar binnen aan het fluiten is, valt ook bui ten beschouwing, zoo waar als ik geen dwaas j hen, Martha. Ik geloof, dat we ons met mui zennesten plagen, en dat Bessie hier ergens in de nabijheid is. Misschien zoekt ze padde stoelen in de duinon. Ik zag mooie nieuwe, toen ik er langs kwam." In werkelijkheid dacht hij niet, dat bet zoe ken van paddestoelen iets met de afwezig heid van het meisje te maken had. Hij wist niet, wat hij moest denken, maar hij klampte zich aan stroohalmen vast, om de ongerust heid van zijn vroegere beminde te verdrijven. Het spreekt van zelf, dat hij weer ten slotte dacht aan den door Cooper gehoorden schreeuw, maar hij bracht dit geval niet in verhand met Mapleton De opzichter kan zich den te Londen opgevoeden huurder met de gebogen schouders en de ingevallen borst niet denken in betrekking tot daden van ge- weldè Het leek aan John Budge waarschijn lijker toe, dat Bessie, die wellicht aan slape loosheid leed, was opgestaan en naar de kreek was gewandeld: daar was haar wellicht een ongeluk overkomen, en zoo kon de schreeuw verklaard worden. Zij zou misschien naar het oude havenhoofd geklauterd zijn en toen ge vallen tusselien de rotsen der knst. Hij schrik te er voor terug, om Martha met zijn sombere voorgevoelens in kennis te stellen, vóór hij van de waarheid ervan overtuigd was, en hij was juist bezig, een voorwendsel te verzin nen, om do kreek te gaan onderzoeken, toen 't gefluit plotseling ophield, de deur der zitka mer geopend werd, en de stem van Mr. Smyly Mapleton op zacht verwijtende toon weerklonk; „Ik hoor n daar praten', Mrs. Calloway, maar wie bekommert zich om mij, armen menchl Mijn kamer is niet aan kant gedaan en er zijn geen teekenen dat ik ooit dat vroege ontbijt zal krijgen, waar we gisteravond van spraken." In haar zenuwachtigen toestand kon Martha zoo niet direct een geschikt antwoord vinden; een oogenblik later stond Mr. Mapletqn in de keukendeur, glimlachend met wat hij hem I voor welwillendheid doorging, en draaiend aan de punten van zijn enormen knevel. I „Ha, goeden morgen, Mr. Budge, zeide hij met een opgeruimd gemoedhet spijt mij n te moeten storen, maar ik wensehte over de heuvels te gaan en heel den dag een jacht op touw te zetten naar fossielen uit de zen wonderhaarlijken bodem. Wat het ontbijt aangaat, Mrs. Calloway, een klein stukje broodEn daarna, zichzelf in de rede val lend, voegde hij er bij: „Is er soms iets niet in ordet Dat zou me spijten." j „We weten het nog niet, mijnheer," ant- woordde Martha, „Maar 't ziet er leelijk uit, Bessie is zoek, en ze is in deze nacht niet te bed geweest.'" „Goede hemel! En vermoedt n ik wil zeggen, zijt ge tot eenige conclusie gekomen over de oorzaak van die afwezigheid1!" „Neen, mijnheer er is geen enkele aan wijzing. Mr. Budge opperde een vermoeden, maar dat bleek spoedig een dwaasheid te zijn."" Mr. Mapleton sloeg een vorschenden blik op den opzichter, alsof hij half verwachtte omtrent de verworpen hypothese te worden i ingelicht. Maar die blik werd beantwoord j met een strenge uitdrukking op Budge's ge- zicht, die, indien ze iets heteekend-e, zeker niet een voornemo bedoekende, om het denk beeld, dat Martha Calloway's verontwaardi ging had opgewekt, to openharen. Deze op haar beurt bespiedde in haar wanhoop nauwlettend 't gelaat van haar huurder, en hoopte tegen alle hoop in, dat deze beer, die een man was van opvoeding, zich meer behulpzaam zon toonen dan haar hoersche vereerder. En het scheen werkelijk, dat Mr. Smyly .Mapleton een denkbeeld wilde uiten, hoewel met groot voorbehoud, en niet vóórdat hij gedurende een poo3 inspiratie had gezocht 1 door op zijn snor te hijten. Deze manier van doen scheen zeer dé aandacht te trekken van John Budge, want de opzichter kon er zijn oogen niet van afhouden. „Ik weet natuurlijk niet veel omtrent uw dochter, behalve dat zij mij altijd zorgzaam bediend heeft," zei hii ten slotte. „Dek eens aan haar sympathieën en antipathieën, aan' haar vrienden en kennissen. Ge zult beter we- I ten dan ik, of er wellicht in do nabijheid iemand woont, waarheen ze zou zijn kunnen gegaan tengevolge van een plotseling besluit. Meisjes hebben soms wonderlijke invallen." k „Natuurlijk, n kunt dat het best beoordec- len," hernam Mr. Mapleton op den toon van j iemand, die verlangde, zün. deelneming te toonen, maar die een beetje misnoegd werd omdat hij gemengd werd in een zaak dje hem niet aanging, en terzelfdertijd nadeelig was zoo zijn persoonlijk gemak. „En mijn stukje brood voor ontbijtf' voegde hij er fleemend hij. „'t Spijt mij, in zulke omstandigheden tot last te moeten zijn." I (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1913 | | pagina 14