Slobkousen. tV. !7Wee/?c/ys CJ7. ar telt om straat 2 Wintorpantoffeïs»
Leger en Vloot.
Sociale Bencnien.
Letteren en Kunst
wm
KERKNIEUWS.
Van onze füeehtbank.
mondelinge behandeling van de Oorlogsbe
groeting mogelijk nog ontstaat, zal naar
wij zeker hopen, de warmtebron vormen voor
do volle belangstelling der volksvertegen
woordiging in' dit zoo gewichtige en nog
geenszins voldoende krachtig aangepakte le
gervraagst.uk.
na^gch:n,iengeSm0kkelW3ai ou<^ 01 )onK ze
8 «©EZ IJl» O*;?*.
■ywwwW'SW'-'-'- nuri»i.j.-ji.ii *.1—umn—m—jMBnv-'a^usnmiiifSDW" ■■-■ '<eanix»s><p«-vwc/a^^n-vaviynK -, --.'•ne*.rxwecrtp^rt-n."' -igr»aw)g.»«n nr^:*»«a<iw^»iM»'vg?ic*?Te«re<aora«jajq«MPWWKttaii<'»i —m iib ii K^Bway^JwewiKwc,i imn.—nu niiMH^mwm^aaTOiwrwwrwtraM^gtK'Miwi mi i .tji.ivrtanr,ij»--'vnr»w
genomen van de agenda voor deze vergade
ring en verschoven tot de as, algemeen© ver
gadering.
Hierop -werd de begrooting voor 1914 goed-
jgekenrd. waarbij o.m. gevraagd werd om van
do beursbezoekers 29 cent entree te heffen ter
versterking van de kas.
Hit werd door den voorzitter afgeraden,
daar het gratis bezoeken der benrs een voor
recht der leden is, welke in de statuten is
■vastgelegd en waaraan niet getornd moet
worden He uitgaven voor 1914 zijn begrOot
oj) 13.729.30.
Bii de rondvraag deed de heer Am. Bijvoet
een vraag omtrent de mogelijkheid om te be-
porken dat in het orgaan, onder de rubriek
„Vraag en Aanbod'' annonces voorkomen,
waarvan blijkt dat de daarin aangekondigde
goederen niet meer voorradig zijn. He voor
zitter weet dit aan de nonchalance der adver
teerders, die annonces blijven betalen, waar
van zij niet profiteeren.
De heer Bijvoet vroeg hoe bet staat met de
prijsvraag voor de bollenrooimachine.
Volgens medededeeling van den voorzitter
beeft de firma M. Veldhuijzen van Zanten te
Lisse een terrein laten beplanten, volgens de
wenschen der inzenders op die prijsvraag en
zal in Juni a.s. de beoordecling der machi
nes plaats hebben. Een uitgebreide commissie
van ingenieurs en vakkmidigen is samenge
steld om do inzendingen te beoordcelen. Reeds
hebben verschillende -firma's toezegging ge
daan te zullen mededingen.
Uitgeest wensclit in elke afdeeling een
correspondent voor liet scheidsgerecht.
Dit zal overwogen worden, doch staat ter
beoovdeeling van het scheidsgerecht.
Nog enkele opmerkingen werden gemaakt
betreffende het. scheidsgerecht.
Noordwijkerhout vraagt of geen ba
ten zijn te trekken door het orgaan in eigen
beheer te nemen. Dit in verband met de vraag
naar geld voor een eigen gebouw.
H i 11 e g o m vroeg of het niet mogelijk is
liet orgaan bij inschrijving te gunnen.
De voorzitter antwoordde dat het hoofd
bestuur nog steeds meent dat het orgaan
niet in eigen beheer moet worden geno
men. De haten daaruit worden zeer Overschat.
Do heer Bos vraagt de namen van hollen-
dieven, die' veroordeeld zijn, met naam en
toenaam in het orgaan te pnblicoeren.
Do voorzitter zegde overweging toe.
Na enkele andere opmerkingen sloot de
voorzitter, met een dankwoord, in het bijzon
der aan de aftredende hoofdbestuursleden de
hoeren van der Meer en Eggink, de algemee
ne vergadering.
HAARLEM'S SCHOOLTUIN.
Mej. Oath. Cool, 1ste secretaresse der af
deeling Haarlem van de Natuurhistoriclie
Vereeniging, schrijft in Natura het volgen
de over bovengenoemd onderwerp:
Behalve deze excursies was cr nog iets
anders voor onze leden dezen zomer. Onze
Afdeeling heeft in haar midden den groo-tcn
tuinbouwkundige en tevens groeten natuur
liefhebber den heer Leon A. Springer. Bij
al zijn drukke werkzaamheden, heeft deze
altijd nog tijd, om zijn modeleden wat van
zijn werk op tuinbouwkundige gebied te la
ten medegeuieten. Andere jaren leidde hij
ons rond in de parken, dit jaar verbond hij
zich om eiken eersten Zondag van de maand
te beginnen met Mei, de leden in den school
tuin rond tc leiden. Dio Schooltuin is een
schepping van hem zelf. Toen R. en W.
den Stadskweektuin naar de Klcverlaan
overbrachten, een mooi uitgebreid terrein,
verzocht de heer S. hem daar tevens ge
legenheid te geven aan dien kweek-
een schoolkweektuin te verbinde.n. Die
„kweek" is nu 3 jaar oud en werkelijk een
wellust der oogeu om te aanschouwen zoo
mooi en friseh ziet alles er uit. Niet weinig)
draagt daar de schilderachtige „ruïne" cn
hei gerestaureerde gedeelte van het voor
malige Huis ter Kleef toe bij, waaromheen
de tüin gelegen is. Komen we den tuin bin
nen, dan vinden we rechts de vaste planten
voor de plantsoenen, links de éénjarige plan
ton (ook wilde) voor snijbloemen, welke aan
dc ziekenhuizen worden uitge,deeld die te
vens op verzoek der onderwijzers aan de
echolen voor het determineeren wonlen op
gezonden.
Hier dicht bij liggen de moest gekweekte
groenten en ook toekruiden, landbouwgewas
sen, koren, voeder- en siergrassen. Dan
volgt het systematisch gedeelte, op zichjself
al een bezoek aan den tuin waard. Het
arboretum bevat vele boomsoorten, vooral
de rosaeeën ziju mooi vertegenwoordigd,
i Ook vindt men daar o.a. 32 verschillende
wilgen variëteiten, voor de mandenmakerij.
Ook de Coniferen zijn in vele geslachten en
soorten aanwezig en doen het daar oppcr-
best. Op zij, afgescheiden van den eigenlij-
ken tuin, ligt de „kweek" voor de stad,
voorn, voor de boomen voor wegen en plant
soenen. Ook hier is veel interessants te zien.
Zoo Ls daar de afleggers- of snoeiplaats en
de plaats waar allerlei wordt uitgezaaid. We
zagen daar een welvarende gagel (Myrica
Gale) op den leemgrond, zoo geheel ver
schillend van haar natuurlijke groeiplaats.
De „tonic" van den tuin, waarop ieders oog
dadelijk valt is het Alpinum, met welks in
richting de heer Springer al bijzonder goed
geslaagd is. Ofschoon pas 3 jaren oud,
groeien en bloeien er de verschillende Se-
dum, Saxifraga, Dianthus enz. alsof ze er
I altijd geweest waren op die steenblokken.
jDe overblijfselen van de „ruïne" dienen als
I achtergrond en ook in de spleten en gaten
van deze verweerde steenen komen de fleu-
i'igste en kleurigste planten uitkijken. Zoo
blijft daar een Mesembryanthemum-soort,
wat anders een kasding is, geheel frisch
den geheelen winter door. De heer Springer
heeft dit Alpinum voor een groot gedeelte
j beplant rnet door hem zelf uit alle oorden
van de wereld medegenomen planten. Om
het Alpinum ligt een vijver met vele plan
ten er in en er om heen. Zoo staan er
o.a. vele van onze inlandsche orchideeën.
Ook een aardig wild veentje is aanwezig.
De wilde planten beslaan ook een groot' ge
deelte van dezen schooltuin. Overal kom
je ze tegen in een ©enigszins geciviliseer-
den vorm. Zoo is de oorspronkelijke be
groeiing van clo „ruïne" meest dunplanten,
zooals muurpeper en slangenkruid, in zijn
geheel gelaten. De heer S., zelf zoo'n groot
liefhebber van de wilde planten, heeft ©ens
willen laten zien, dat dc mooie wilde planten
voor de cultuurplanten niet behoeven onder
te doen. De leek, die de lioogc kleurige
boschjes van Epilobium liirs, en anglist, en
Lythrum salicaria bij het bruggetje over
den vijver ziet, kan niet geloovcn dat dit
slechts wilde planten zijn. De wilde Spiraea
is als een heester geworden op dezen goe
den grond.
En dan zijn er nog de cultuurplanten in
de ruime kassen. Zoo vinden we er in de.
koude kas koffie, cacao, suikerriet, 2 rijst
soorten, papierplant, banaan enz. In de
warme kas interessante zaainlanten van al
lerlei gewassen en van kruisingsproeven. De
mooie passiebloem, het kruidje-roer-mij-niet,
de gemberplant, enz..
Nu heb ik nog maar een heel kort over
zicht gegeven van al de pracht en al liet
leerzame, daar door den heer is. met zoo
veel zorg en toewijdjng bijeengebracht cn
waarvan hij elke wandeling weer ons met
zóóveel ambitie vertelde. Altijd was er weer
wat nieuws, dat er de vórige keer niet was
en altijd vlogen de uren daar doorgebracht
om. Hoe jammer toch, dat niet alléén zoo
weinige onzer leden gebruik maakten van
deze gelegenheid om veel merkwaardigs en
schoons te komen zien en te hooren maar
dat ook het doel van den schooltuin nog zoo
weinig beantwoordt aan hetgeen de heer S.
er zich van voorgesteld heeft.
Wel worden er zoo nu en dan dingen*
aangevraagd, maar b.v. een onderwijzer die
er met zijn klas heen trqjit en de kinde
ren op de plaats zelve op allerlei wijst, be
hoort nog tot de zeldzaamheden.
Eiken natuurlici hebber, die onze stad en
omstreken bezoekt, kan ik ten sterkste aan
raden, dit unicum in ons land, eens een be
zoek te brengen.
(Zitting van gisteren
PAARDENDIEFSTAL.
Gisteren had zich te verantwoorden zekere S.,
die beschuldigd werd op 3 November 1.1. uit een
schuur bif een verbrande woning in Haarlem
mermeer een paard tc hebben weggenomen.
Hij had een afspraak gemaakt met D. om een
paard te gaan stelen en in den nacht van 3 op
4 November hebben zij te zamen het feit vol
bracht.
S. stond terecht als de hoofdschuldige bij
dezen diefstal, omdat hij het paard uit de schuur
had gehaald.
Het paard, dat een waarde had van ongeveer
f 500, had hij verkocht voor f 100 of f 150
en daarvan f 35 aan D. gegeven.
Het O. M. vroeg voor dit feit een gevangenis
straf van 4 jaar.
De verdediger, Mr. J. B. Bomans, bepleitte
clementie.
In 't bankje verscheen nu de medeplichtige van
den vorige» bekl. terzake, dat hij hulp had ver
leend bij den diefstal van een paard op den 3en
November 1.1.
Hij ontkende aan den diefstal te hebben mede-
geholpen en zeide slechts te zijn medegegaan met
S. en van dezen f 35 te hebben ontvangen.
Het O. M. vroeg een gevangenisstraf van één
jaar, met aftrek van preventieve hechtenis.
De verdediger Mr. J. Bomans, achtte de straf
te zwaar voor dit misdrijf.
Als heler stond vervolgens terecht G. B., die
gezorgd had voor een kooper van het paard,
door S. gekocht. Hij werd beschuldigd van dezen
laatste f 10.te hebben onvangen voor zijn
moeite een kooper voor het paard aan te wijzen.
S. werd als getuige verhoord en gaf nu een
geheel ander verhaal van het verloop van den
diefstal, dan hij eerst gegeven had.
De president en rechters wezen hem erop, dat
hij thans onder eede stond en dus vervolgd kon
worden wegens meineed.
Getuige hield vol, dat hij nu de waarheid
sprak en alles wat hij vroeger verteld had ver
zonnen had.
„Waarom heb je dan zoo gelogen?" vroeg de
president.
„Om m'n straf lichter te maken," zei get.
„Maar 't geeft me nu toch niets meer: een val-
schen eed zal ik niet doen: vier jaar is toch al
erg genoeg."
i De volgende getuige was de andere medeplich
tige D., die gezien had, dat S. aan B. iets gaf,
wat deze in zijn zak stak. S. had hem gezegd,
j dat hij aan B. f 12.50 had gegeven,
j Het O. M. vroeg uitstel tot het nemen can zijn
I requisitoir tot 29 December a.s. Het is de over-
tuiging van spr. dat door S. een meineed wordt
gedaan.
De zaak wordt dus geschorst tot Maandag a.s.
Den 19en December diende Z. D. H. Mgr.
J. Hofman in do kerk der Eerw. paters Ca-
pucijnen te 's Bosch de Tonsuur en de klei
nere Orden .toe aan frater Edmundus van
Heoze van de orde dor Capucijnon en aan
frater Hubertus Neuss van de missionarissen
van de H. Familie.
Den 20en December het Subdiaconaat aan
frater Morcellinus van Nijmegen, frater Aure-
lius van Asten, frater Arnulphus van Waal-
i wijk, van de orde der Gapucij nanaan frater
'Martinus Smits, frater Martinus Kijzers, fra
ter Cornelius van Mechelen, frater Ilenricus
van Lieshoud, frater Joannes Tertoogen, van
de orde van het H. Kruis: aan frater Hiero-
nymus Tosehke, frater Gervasius van Lam
meren, frater Tarcisius Booy, frater Cheru-
binus Lenssen, frater Seraphinus I.enssen, van
de orde der Trappisten in Tilburg; aan fra
ter Hubertus Ncuss, frater Josephus Büohel-
rneier van de missionarissen van de H. Fa
milie; en aan frater Josephus Systermans,
frater Josephus Le Roux, frater Nicolaas Tim
mermans, frater Eugcnius Têtu, frater Hen-
ricus Preencii, frater Henricus Riga, frater
Antonius Maasson, frater Emilius Mané, frater
Josephus Rucllan, frater Augustus Le Dor-
lot, frater Albertus Guitton, frater Joannes
Paul, van het gezelschap van Maria in Oir-
scbot
Het Diaconaat aan Martinus Josephus Smo-
lenaars van heb groot seminarie Haaren; aan
frater Bernulphus van Roermond, frater Vitus
1 van Buissum, frater Prudentius van Licrop,
frater Christianus van Mortel, frater Pascha-
sius van Moerveldhoven, frater Plechelmus
van Waalwijk, frater Aemilius van Tilburg,
frater Silvcrius van Veghel, frater Cuniber-
tus van Waspik, frater Tarcisius van Asten,
'van de orde der Capueijnen; aan frater Mau
ritius Polizoens, van de órdo der Trappisten
j.in Tilburg; aan frater Cherubinus Wijnho
ven, van de orde der Augustijnen; aan fra
ter Michaël Moritz van de missionariseen vaix
de II. Familie.
Het Priesterschap aan frater Engel bert lts
van Delft, van de orde der Capueijnen en aan
frater Josephus Textoris van dc missionaris-
sen van do H. Familie.
HET H. COLLEGE.
De „Germania" geeft in verband met het
overlijden van kardinaal Rampolla de vol
gende bijzonderheden over het H. College
der kardinalen, die wij op onze beurt ont-
leenen aan de „Msb.":
j Kardinaal Rampolla, dio, gerekend naar zij
ne verheffing, op fle derde plaats stond in
de orde der kardinaal-priesters, trad steeds
als hun hoofd op, daar zijn-beide voorgangers,
de kardinalen Netto en Gibbons, niet in Rome
r vertoeven. Volgens zijn leeftijd van 70 jaren
stond hij tussohen de kardinalen Lucon, die
71 en Rinaldi, die 69 jaar oud is, op de 25e
j plaats, nadat zijn mede-kardinaal Respiglii,
die donzell'den leeftijd had als hij zelf, in
Maart van dit jaar was overleden.
In den loop van 1913 stierven zes kar
dinalen, drie Italiaansche en drie buitenland-
sche, één uit do orde dor kardinaal-bisschop
pen, één uit de orde der kardinaal-diakens en
vier uit do orde dor kardinaal-priesters.
Het H. College bestaat thans uit 56 leden,
waarvan er 24 door Leo XIII en 31 door Pius
1X zijn gecreëerd; één is in petto aange
steld.
Van de kardinalen, die in hetzelfde cousis-
torie (14 Maart 1887) gecreëerd werden ala
i kardinaal Rampolla, leeft nu alleen nog kar-
1 dinaal Serafiuo Vanuutclli.
KADERNOOD BIJ HET LEGER.
'Over d't plotseling ecu u tec worden onder
werp schrijft de „N. R. Ot." o.m. het vol
gende
Ei- dreigt, neen er ls kadernood!
Bij de opleiding van do lichting 1914 zul
len daarvan do bezwaren stellig reeds wor
den ondervonden.
Voor 298 comnstettieën infanterie, van wel
ke na half Januari a.s. compagnieën mili
ciens in eerste opleiding zullen hebben, zoo
mede voor 24 denotcompagnieën ziin bliikens
de bijlagen van do memorie van antwoord be
schikbaar 225 luitenants en 653 sergeanten,
nog ongerekend hen, die door ziekte, deta
cheering bij gymnastiekschool, wapenfabriek
enz. aan den opleidingsarbeid worden ont
trokken.
Organiek moeten bij de compagnieën aan
wezig zijn 336 luitenants en als minimum
1248 sergeanten.
Ook al wordt het personeel van alle com
pagnieën te werk gestold bij do oenheden,
waar recruten zijn of worden ingedeeld, toch
zullen er hinderlijk voelbare incomplcten aan
instructeurs blijken te zijn. En welke) nu
zijn do Regecringsmaatregelen, welke het ge
vaar voor een niet meer verkeerde opleiding
van do militie moeten bezweren?
Na do categorisch gestelde vragen van liet
voorloopig verslag kon er toch niet aan wor
den getwijfeld, of de Kamer wenscht© po
sitief te vernemen, „wat de minister in zake
de completeering der kaders dacht te doen."
Te dezen opzichte nu laat de memorie van
antwoord ons vrijwel in onzekerheid.
Een naar de toekomst verschoven keuze
tusschen eenerzijds de wettelijke invoering
van een capitulantenstelsel en anderzijds het
doen van belangrijke uitgaven voor dienstpre-
miën ter bevordering van het nadienen van
.militairkader kan toch waarlijk geen voor
stel genoemd worden, waaraan men voor het
tegenwoordige eenig houvast heeft, of dat
aan het steeds toenemend incompleet eeni-
germatc paal en perk zal vermogen, te stel
len.
Het tijdperk der theoretische beschouwin
gen nopens de kaderkwestie moet thans eens
worden afgesloten.
Wil men, als do kern van het leger, een
beroepskader in bet leven houden, dat door
degelijke speciale vakkennis en door abso
lute beheersching v.an het begrip der militaire»
tucht in staat kan geacht worden zijn stem
pel successievelijk op do jaarklassen der mi
litie en dus op het geheel der gemobili
seerde strijdmacht te drukken, dan moeten
met inachtneming van de bepalingen der on
verbiddelijke wet van. „vraag en aanbod"
thans onverwijd ingrijpende maatregelen wor
den genomen om heb ernstig verstoorde even
wicht tuschen dio beiden te herstellen.
De Kamerleden, die, blijkens de dringen
de in het Voorloopig Verslag gestelde vra
gen, eon open oog voor don eerlang onhoud-
baron toestand toonden to bezitten, zullen,
naar ons dunkt, evenmin bevredigd kunnen
zijn door de zóo vage traceering van den
weg, welken dc minister denkt in te slaan.
Do wrijving van gedachten, welke bij de
palast" dit jaar te Munchen gehouden en waal
ook Jan Toorop zijn bekende Apostelkoppen ex
poseerde.
VOLKSZANG.
Door de Diocesane Vereeniging vow*'
Volkszang in Limburg is aan de heeren burvrt
meesters der Limburgsche gemeenten de volgt»
de circulatie verzonden
Een der grootste hinderpalen, welke de ver
edeling van den volkszin in den weg staan, is
ongetwijfeld het zedeloos en verder het uaar den
inhoud onbeduidende lied, waarvan de melodie
het gansche jaar door langs den openbaren weg
uitgeschreeuwd wordt. Zelfs de liederen,, door
de kinderen op school geleerd ter aankweeking
van maatschappelijke deugden, worden daardoor
nutteloos gemaakt. Meest door straatzangers
wurden die onzinnige en vaak voor de openbare
zedelijkheid gevaarlijke deunen in onze steden en
Om aan dezen wantoestand paal en perk le
stenen en met vrucht werkzaam te kunnen zijn
aan dc veredeling van den volkszang, richten on-
dergttoekenden, leden van het hooldbesiuur der
j Diocesane Yeiteniging van den Volkszang in
Limburg, tot u, edelachtbare heeren, het beleefd
I niaar dringend verzoek, in het belang van de
zedelijkheid en de beschaving van ons gewesi
aan alle straatzangers gedurende den loop des
jaars, maar vooral bij kermissen en andere open
bare feestelijkheden, het venten en zingen van
liederen langs den weg te verbieden, uok ver
wachten zij, dat een sueng poliiieioezickt zal
uitgeoefend worden op hetgeen in de herbergen
en zoogenaamde „café-chamants" wordt voor
dragen. De eer van ons gewest is er mee ge
moeid. Onze strijd tegen het slechte lied kan u,
naar wij hopen, niet anders dan aangenaam we
zen. Slechts de bevordering van het geestelijk
en stoffelijk welzijn van het volk hebben wit"
I daarbij op het oog.
Het Hoofdbestuur der Dioc. Vereen,
van den Volkszang in Limburg
Jhr. mr. CIi. Ruys de Beerenbrouck, voorzitter,
j. Pruymboom, Weert, onder-voorzitter.
L. L. Mcrtens, „Heibloem" Heijthuijzen, secret
Jos. J. A. Boers, Weert.
Jos. Consten Jr., Heerlen.
Dr. H. H. Knippenberg, Venlo.
Gerard Krekelberg, Roermond.
Pascal Schmeits, Pastoor, Venray, Gccst. Adv.
EEN JUIST OORDEEL!
Onlangs pleitte een sociaal-democratisch tijd
schrift te Berlijn openlijk voor het uitroepen
eener algemeene werkstaking. Het kantongerecht
had in deze uitlatingen een aansporing tot onge
hoorzaamheid aan dc bestaande wetten wilien
zien en den verantwoordelijken redacteur van het
tijdschrift tot gevangenisstraf veroordeeld.
Het Reichsgericht nu heeft Zaterdag het tegen
dit vonnis aangeteekende hooger beroep verwor
pen en zijn uitspraak aldus gemotiveerd: „D«
algemeene staking,, die plotseling en onverwacht
moet uitbreken, kan slechts ten uitvoer worden
l gebracht door een vergrijp tegen de industriëele
orde en het burgerlijk wetboek. De aansporing
tot een zoodanige staking staat dus gelijk met
aansporing tot verzet tegen deze wetten."
JAN TOOROP.
„Niemand kan zeggen dat de Hollanders
slechte schilders en teekenaars zijn. Iets „Abge-
rundetes" ligt over de meeste hunner werken,
waarvan menige uitspraak geldt, door ons ge
daan in betrekking tot de Miinchener Kunste-
j naarsvereenigingdat is het internationale en
i tegelijk het veralgemeende karakter hunner
kunst, waarin daardoor te weinig vlammende
i gloed leeft en beeft. In plaats daarvan stilstand.
Zulks geschiedt ook ten koste van het ras, dat
gelijk wij bij menig ander volk zien, niet te on
derschatten is. Mengen we allerlei kleuren over
vloedig dooreen, dan krijgen we een grauwe
toon. En „vergraut" is deze kunst, zoo luidt ons
streng oordeel.
Eén is er echter, die des te hoöger daarboven
zich verheft: Jan Toorop, met zijne schier „da-
monisch" doende „Apostelkoppen," studiën voor
een „Laatste Avondmaal". Wat diepe groeven
getrokken door het ernstig gelaat dezer mannen,
die een der grootste wereldgebeurtenissen tege
moet zien. Strakheid en somberheid is de uit
drukking die deze koppen teekent; het waarlijk
groote in hen is toch tegelijkertijd ook de dee
moed Aldus Richard Riedl in „Die christ-
liche Kunst" November 1913, naar aanleiding
eener „Internationale Kunstausstelling in Glas-
Van ingezonden stokken, geplaatst of niet
geplaatst, wordt den inzenders dc eopie uiet
teruggegeven.
Voor den inhoud dezer rubriek stelt di
Redactie zich niet aansprakelijk.
VOOR MIJN KLEINEN ROOMSCHEN HOF.
Mijn Roomsch hofke staat zoo schoon te
bloeien met blocmkens klein en groot, 't Ziet er
1 vol kleur rooze-rood en sneeuwig uit, 't hangt ei
vol geur zacht en zoet. Want Gods zonne schijm
in mijn hofke heel den dag en spreidt er uit 'i
licht van Zijn waarheid en golft er uit den
gloed van Zijn liefde. Die doen de knopper.
zwellen en plooien de blaadjes open en doen
mijn kinderen staan als winterbloemen in vol
heid van blad en bloem, in pracht van kleur et.
zoetheid van geur, chrysanthemums gelijk met
kroeze en krulle kopkens, rondom de Kribbe var,
het Kerstkind, 't Is er zoo schoon in mijn klei
nen Roomschen hof!
j En toch ik vreeze soms voor de schoonheid er
de teerheid van mijn lieve bloemen. Want wcrer
i kan ik nog niet de koude, die stroomeu komt uil
de kale vlakte rondom, waar de lucht zóó zwaa:
hangt van schaduw en donkerte, omdat de zonn
1 van Gods waarheid er niet schijnt en haar stra
len er niet spelen en stoelen met de wolkjes ir
de lucht. Die kilte trekt ook soms over mijn hofke
heen. En al neemt ze niet al de pracht van mijr
bloemen mee, 'k zie toch hier en daar een harte
blad verschrompelen, omdat het zich niet gehee'
vermocht te sluiten voordat als ijzel die kouds
er op viel. Wie draagt me nu de laatste stc-enen
noodig, den moed op te geven," zei hij vrien
delijk. „Wij zullen tot, op den bodem dezer
zaak gaan, maar .ve moeien niet bang zijn,
ze recht in het aangezicht te zien. Bes.«ie is
een goed oprecht meisje en er bestaat geen
beier. Maar een menach is een mensch, en
je hebt bier twee mocschen in hnis gehad.
Zonden we hier d >n slouto' niet moeten zo-
Zouden we hier den slentel niet moeten zoe-
f Al vorens juffrouw Calloway het veront
waardigde antwoord, dat haar op de lippen
lag, kon uitspreken, kwam het geluid van
ivoetstappen naderbij, van iemand, die de
trap afdaalde, cn ev klonk een onbezorgd ge
floten deuntje uit een populaire operette. De
deur van een der zitkamers word gesloten, en i
bet gefluit ging door, maar zwakker.
„Dat is het antwoord op ie wrecde zinspe-
ling," zei Martha. „Paar is Mr. Mapleton, en
jc ziet dat hij er niet vandoor is met mijn on-
scluildig kind. Wat Mr. Hector Yeldham be- j
treit, die ig gisteren nunr Londen gegaan. Hij
vertrok in den na mul dag, en Bessie is heel
den avond bij me geweest-, Tndien dat niet
vouloende is, om je tc ove.tuigen, laat ik je
dan zeggen, dat Hoetor Yeidhaiu de nobelste'
m.ensch an de .veveld Ik heb hem van I
zijn kmdoTjflrGTi nf gtKctd, on ilj zou boni
in alle oiuslandigncden verf rouwen/'
John Budge legde zich neer bij 't protest der 1
v erontwaardigde moedei. Om de waarheid te
zoggen, bij was cenigszins onthutst, en zijn
argwaan was geschokt bij de bevinding, dat
Mapleton thuis was en juist naar beneden
was gekt men, blijkbaar niets ervan wetend.
dat cr iets niet in den baak was En, ondanks
de afstraffing, die hij van hem gekitegen
had, droeg hij Hector geen kwaad hart toe,
en deelde volkomen Martha's gunstige opinie
omtrent zijri karakter. Mr. Smyly Mapleton
was de aanleiding geweest, dat het straks
geuite denkbeeld in hem post vatte. Hij had
juffrouw Calloway's „eeuwigen huurder" niet
mogen lijden van 'teerste oogenblik af, dat
hij in de-buurt verschenen was, en, hoewel
zijn vermoeden, dat de zoogezegde fossielen-
jager eigenlijk een spion was, te niet waren
gedaan, omdat Mr. Mapleton niet in den voor
hem gespannen 6trik geïoopon was, zoo
had hij toch zijn aanvankelijken afkeer nog
niet kunnen overwinnen. Deze natuurlijke
antipathie had hem op Mr. Mapleton ten
zeerste doen letten an hij had hem dikwijls
naar Bessie zien gluren op een manier, die
hem niet beviel.
Hij had werkelijk een juist vermoeden van
de waarheid n.l. dat de zoogenaamde ge
leerde voortdurend het meisje met zijn aan
zoeken lastig viel, doch dat ze in stilte leed,
nit verlangen, om haar moeder niet te ver
ontrusten.
,Jk dacht geen oogenblik aan Yeldham,"
haastte hij zich te zeggen. „En de kerel, die
daar binnen aan het fluiten is, valt ook hui
ten beschouwing, zoo waar als ik geen dwaas
ben, Martha. Ik geloof, dat we ons met mui
zennesten plagen, en dat Bessie bier ergens
in de nabijheid is. Misschien zoekt ze padde
stoelen in de duinen. Ik zag mooie nieuwe,
toen ik er langs kwam"
In werkelijkheid dacht hij niet, dat het zoe
ken van paddestoelen iets met de afwezig
heid van het meisje te inaken had. Hij wist
niet, wat hij moest denken, maar hij klampte
zieli aan stroohalmen vast, om de ongerust
heid van zijn vroegere beminde te verdrijven.
Het spreekt van zelf, dat hij weer ten slotte
dacht aan den door Cooper gehoorderi
schreeuw, maar hij bracht dit geval niet in
verhand met Mapleton De opzichter kan zich
den te Londen opgevoeden huurder met de
gebogen schouders en de ingevallen borst niet
denken in betrekking tot- daden van 'ge-
weldè Het leek aan John Budge waarschijn
lijker toe, dat Bessie, die wellicht aan slape
loosheid leed, was opgestaan en naar de kreek
was gewandeld: daar was haar wellicht een
ongeluk overkomen, en zoo kou de 6chreenw
verklaard worden. Zij zou misschien naar het
oude havenhoofd geklauterd zijn en toen ge
vallen tusschen de rotsen der knst. Hij schrik
te er voor terug, om Martha met zijn sombere
voorgevoelens in kennis te stellen, vóór hij
van de waarheid ervan overtuigd was, en hij
was juist bezig, een voorwendsel te verzin
nen, om de kreek te gaan onderzoeken, toen
't gefluit plotseling ophield, de deur der zitka
mer geopend werd, en de stem van Mr.
Smyly Mapleton op zacht verwijtende toon
weerklonk:
„Ik hoor u daar praten; Mrs. Calloway,
maar wie bekommert zich om mij, armen
menchï Mijn kamer is niet aan kant gedaan
en er zijn geen teekenen dat ik ooit dat vroege
ontbi.it. zal krijgen, waar we gisteravond van
spraken." beeld, dat Martha Calloway's verontwaardi-
In haar zenuwachtigen toestand kon Martha ging had opgewekt, te openharen. Deze op haar
zoo niet direct een geschikt antwoord vinden; beurt bespiedde in haar wanhoop nauwlettend
een oogenblik later stond Mr. Mapleton in 't gelaat van haar huurder, en hoopte tegen
de keukendeur, glimlachend met wat bij hem alle hoop in, dat deze heer, die een man was
voor welwillendheid doorging, en draaiendvan opvoeding, zich meer behulpzaam zou
aan de punten van zijn enormen knevel. tooneu clan haar hoersche^vereerder.
„Ha, goeden morgen, Mr. Budge, zeide hij En het scheen werkelijk, dat Mr. Smyly
met een opgeruimd gemoedbet spijt Mapleton een denkbeeld wilde uiten, hoewel
mij u te moeten storen, maar ik wenschte met, groot voorbehoud, en niet vóórdat hij
over de heuvels te gaan en heel den tlag een gedurende een poos inspiratie had gezocht
jacht op touw te zetten naar fossielen uit de- j door op zijn snor te hijten. Deze manier van
zen wonderbaarlijken bodem. Wat, het ontbijt
aangaat, Mrs. Calloway, een klein stnkje
broodEn daarna, zichzelf in de rede val
lend, voegde hij er bij: „Is er soms iets niet
in ordef Dat zou me spijt,eD."
„We weten het nog niet, mijnheer," ant
woordde Martha. „Maar 't. ziet er leelijk uit.
doen scheen zeer de aandacht te trekken
van John Budge, want do opzichter kon er
zijn oogen niet van afhouden.
„Ik weet natuurlijk niet, veel omtrent uw
dochter, behalve dat zij mij altijd zorgzaam
bediend heeft," zei hij ten slotte. „Dek eens'
aan haar sympathieën en antipathieën, aan
Bessie is zoek, en ze ie in deze nacht niet te baar vrienden en kennissen. Ge zult beter we-
bed geweest.1
„Goedo hemel! En vermoedt n ik wil
zeggen, zijt ge tot eenige conclusie gekomen
over de oorzaak van die afwezigheid?"
„Neen, mijnheer er is geen enkele aan
wijzing. Mr. Budge opperde een vermoeden,
maar dat bleek spoedig oen /dwaasheid te
zijn.""
Mr. Mapleton sloeg een vorschenden blik
ten dan ik, of er wellicht in de_ nabijheid
iemand woont, waarheen ze zou ziin kunnen
gegaan tengevolge van een plotseling besluit.
Meisjes hebben soms wonderlijke Invallen."
„Natuurlijk, u kunt dat het best beoordee-j
len," hernam Mr. Mapleton op den toon van
iemand, die verlangde, zijn deelneming tc
toonen, maar die een beetje misnoegd werd
omdat hij gemengd werd' in een zaak die hem
op den opzichter, alsof hij half verwachtte niet aanging, en terzelfdertijd nadeelig was
omtrent de verworpen hypothese te worden 1 zoo zijn persoonlijk gemak. „En mijn stukje,
ingelicht. Maar die blik werd beantwoord brood voor ontbijt?" voegde hij er fleemend
met een strenge uitdrukking op Budge's ge- bij. „'t Spijt mij, in zulke omstandigheden tot
zicht, die, indien ze iets beteekende, zeker Hast te moeten zijn."
niet een voorneme beteekende. om liet denk (Wordt vervolgd).