DERDE BLAD
buitenland.
Nieuwere Taafwetenschap
BINNENLAND.
V003 DE R00MSCHE VROUW.
WOENSpna *4 DEOVMBER I9|3
NIEUWE HAARLENSChE
De geleerde Jezuïet Van Ginneken, die
deh reeds, tot ver buiten onze grenzen, een
grooten naam mocht verwerven door de dis
sertatie 2), waarmede bij in 1907 te Leiden
den graad behaalde van Doctor in de Neder-
landsche Letteren, heeft thans wederom een
werk ondernomen van buitengewone beteeke-
uis. Het geheel der vijf (eventueel zes) deelen
ran dit boek, waarvan bet eerste deel nu
vóór ons ligt, zal het Standaardwerk vot-
men over de Nederlandsche Taal, waarin is
neergelegd, zooals de schrijver het zelf om
schrijft, ,-de contemporaine geschiedenis der
Nederlandsche taal in verband met de psycho
logie en de historische groepeering van ons
volk."
Tn de laatste honderd jaren heeft de beoefe
ning der taalwetenschap een ongekende
vlucht genomen, en zij mocht tot de schitte
rendste uitkomsten geraken. Hetgeen vóór
omstreeks 1800 op dat gebied werd verricht is,
voor zoover het de verklaring der taalver
schijnselen betreft, voor ons slechts van his
torisch belang. Vriiwel de eenige Nederlan
der van vóór dit tijdstip, die in dit opzicht
met eere dient vermeld te worden, is de Ara-
sterdarmehe geleerde Lambert ten Kate
(1074—1731), wiens hoofdwerk „Annleidirge
tot de kennisse van bet verheven deel der
ncderduytsohe sprake", te Amsterdam in
1723 verschenen, een vergelijkende gramma
tica en een etymologisch woordenltoek van
het Nederlandseh bevat. Het was echter eerst
aan de negentiende eeuw gegeven, de metho
dische, streng inductieve en vergel ijkende, en
met een allengs aangroeiend getal klankwetten
toegernste taalwetenschap tot een feit te ma
ken. Gedurende langen tijd evenwel hield
men zich met het verhand tusscben taalver
schijnselen en zieleleven nagenoeg in liet go-
heel niet bezig. Afgezien nog van het feit,
dat de psychologie omstreeks het midden
der vorige eeuw vrijwel verwaarloosd werd
immers, de oude zielkunde der groote Mid-
deleeuwsehe philosophen was huiten de ka
tholieke gemeenschap in vergetelheid ge
raakt en de nieuwere, meer experimenteele,
had zieli nog niet gevormd zoo was er
toeh ook op het gebiedvan wat men de
niterliike levensverschijnselen der taal zou
kunnen noemen, nog zulk een enorme massa
arheids te verrichten van onderzool? en clas
sificatie, dat het zielkundig gebeuren, dat
achter de taalverschijnselen zich voltrok,
als vanzelf nog weinig de strorigwetenschap-
ïijke opmerkzaamheid mocht trekken.
Tegen het einde van de negentiende
eeuw werd dat anders, en vooral eenige
Duitsche geleerden gingon zich hier
toeleggen op het bestudeeren van de psy
chologie dpr taal. Tn ons land legde Van Gin
neken in zijn reeds gememoreerde dissertatie
met groote oorspronkelijkheid en bewondering
wekkend vernuft, de princiepen neer, die zijns
inziens de zielkundige linguïstiek beheerech-
len. Ku het was te verwachten, dat zijne
ideeën een prncHsobe uitwerking zouden vin"-
den in een spec'aal-arbeid, waarin Tijj, toege
rust met de meest uitgebreide taaiweten»
schappelijke eruditie en uitgaande van zijn
eigene steeds, meer veld winnende inzichten
aangaande modprne taalvorsehing, onze eigen
moederlaal in hare meest verscheiden ver
schijnselen tot object zou nemen zijner studie.
Uit de korte, doch veelzeggende voorrede
worde hier een enkele alinea aangehaald.
,.D e 7 i e 1 overwint.
Dit bevrijdingswoord, op den hand en bet
eerste blad van dit hoek. in letter en beeld
ols banier vooropgedragen, heeft in mijn be
doeling veelvoudige" zin.
De ziel overwint: de letter doodt, maar het
i« de geest die levend maakt; dit geldt niet
slechts van de letter der wet, maar van elk
taalgegeven, en vooral van het complex van
alle taalfeiten wetenschappelijk overschouwd?
de linguïstiek. Gren andere wetenschap bui
ten de psychologie is bij machte hier de ge
zochte oorzakelijke verklaring aan te bieden:
noch de historie of praehistorie met hare
documenten op perkament of steen, noch de
Physiea met harp wetten van het geluid, noch
de anatomie of de physiologie van ons men-
1) Handhoek der Nederlandsche Taal, door
Dr. Jac. van Ginneken 8. J Deel L De so
ciologische structuur der Nederlandsche Taal
I. 502 blz. 10, geb. in stempélb. 11.90.
11913. L. C. G. Malmberg, Nijmegen.)
2) „Principes de linguistique psyebologiqae",
eseai de synthese, par Jac. van Ginneken,
Doeteur en linguistique de l'Université de
Leyde. (verschenen als No. IV der „Biblio-
thèque de philosophic expérimentale", Dir. E.
Peillaube). Paris. Marcel Rivière. 1907. (frs.
12).
schelijk spreekorgaan! Maar ook geen onder-1
deel-wetersehap binnen de perken der psy-
che, als logica, grammatica, rhetorica of poëti
ca, kan hier volstaan. Alleen de volle ziel
kunde, die de psyche in haar wezen en al haar
werken omvat, en dus zoowel de zielefeiten
nagaat, die eigen zijn aan den mensch in het
algemeen, als dezulke die aan sommige klas
sen of individuen in 't bijzonder toekomen;
die niet slechts de psyche bespiedt in de een-
zaamheid der binnenkamer weggedoken, maar j
'haar mede beschouwt, waar de eene ziel met
de andere, ja waar heele groepen van psy
che's met andere zielegroepen samentreffen
in bet volle maatschappelijke leven; die ziel-
kunde, de algeineeue, de differentieele en de
1 sociologische vereenige.nd, zegeviert over alle
duistere problemen der linguïstiek. In dezen
eersten zin is mijn motto dus een program."
i In dit eerste deel behandelt de schrijver op de
eerste plaat6 de Nederlandsche dialecten, of
jzooals hij ze noemt de locale taalkrin
gen. Een belangwekkende beschouwing over
Taal en Maatschappij gaat hieraan
vooraf. Slechts op eenige punten worde hier
de opmerkzaamheid gevestigd. lu verbaud
met de dialectstudie dringt de bil uitstek
sociale geleerde, die van Ginneken is, op de
medewerking der onderwijzers aan. Hij stelt
een methode voor vruchtbare dialectstudie
vast en vervolgt dan: „Zoo zal en zou dan ook
ooit, naar we hopen, en liefst zoo spoedig
mogelijk, en het gemakkelijkst door de dorps
onderwijzers, ons heele taalgebied moeten
doorvorscht worden." Op blz, 17 spreekt hij
over het groote nut van de phonographische
glyfiek voor het onderzoek der dialecten en
van de grootére voortreffelijkheid dezer me
thode boven bet meest verfijnde phonetisehe
schrift. „Wat ik hier van de toekomst hoop,
en zelf later van plan hen te ondernemen, is
niet een verfijning van het phonetisch schrift,
maar het algemeen gebruik van den grnm-
mophoon. Ook in ons land moeten, nog vol-
komer dan reeds in Duitsehland en Frank
rijk geschiedde, van lieverlede al onze dialec
ten, in standen en leeftijden gestratifieeerd,
op den grammophoon worden vastgelegd. En
ik ga nu reeds, met het denkbeeld om, eenige
stukken van het tweede deel dat over de
klank- en accentleer, en van het vierde deel,
dat over zinbouw en stijl zal handelen, met
grammophoonplaten te illustreeren. Een even-
tueele latere editie van dit eerste deel zal
misschien door een onvermijdelijk annex van
1 een viiftigfnl grammophoonplaten worden
begeleid." Aan de afzonderlijke bespreking
der dialecten gaat een „Overzichtskaart der
autochtone Nederlandsche dialecten" vooraf,
die menigmaal van die van Jan te "Winkel
afwijkt Die kaart is heel duidelijk en spacious
(schaal 1800,000). In het tweede hoofdstuk
wordt het Frieseh en West-Friesch, in het
derde het West-Ned er saksisch behandeld.
Over de Saksen vinden we deze opmerking:
'„In tegenstelling der Friezen schijnt zelfbe
dwang hun aangeboren. Het is het klassieke
land der groote boerenhofsteden. Hierdoor
heeft zich hier groot synthetisch organisee-
rijtgs talent ontwikkeld: Thorbecke. Even
^gesloten als die hofsteden zijn voor de buiten-
j wereld, is ook do Tuckerziel van hoven tot
onder toegeknoopt. Hiermee hangt ook karig
heid in woorden sainen. Als één silbe genoeg
is, gebruiken z(j er geen twee, Potgieter.
Zelfde onbewogenheid van gelaat en aceent
als de Friezen. Ook soms neiging tot het ge
heimzinnige en mystieke, want in hun een
zame hart woont diep, heel diep toch warmte
i en wondere gloed, Schaepmnn." Het
vierde hoofdstuk behandelt het Hollandsch-
Frankisch. Op blz. 106 beviudt zich een Iso
glossenkaart van het N.W. Veluwsch dialect.
De schrijver is vooral door 't hoek van Van
Schothorst over het \Vest-Veluwseh dia
lect in staat gesteld, deze kaart te bewerken.
In Hoofdstuk V is het Brahantsch Frankisch,
in VI het Limburgsch-Frankisch besproken.
Zeer opmerkenswaardig is in bet vijfde hoofd
stuk de meer dan elf bladzijden beslaande
lijst.van Vlaamsche gallicismen.
I In het zesde hoofdstuk betoogt de Schrijver
o.a., dat hij in de geschiedenis van do Noord-
Nederlandsehe letterkunde der negentiende
.eeuw buiten Dautzenberg en Frans Erens
geen enkelen Limburger vindt, die het nl&e-
meen-Nederlandsch als voertaal van zijn
kunst heeft gebruikt. Als ik me niet vergis,
heeft Emiele Seipgens, dien de auteur een paar
regels later vermeldt als in dialect schrij
vend, toch ook een deel van zijn werk in ge
woon Nederlandseh geschreven. Over de Lim-
I burgers vinden we verder dit: „de Limbur-
gers, zoowel Zuid als Noord, West als Oost,
1 zijn de Italianen van ons land. Juist als hun
oude stamgenOoten bij Keulen aan den Rijn,
zijn zij lichthartiger en vroolijker, veel be-
j weeglijker, veel veranderlijker, maar ook
j veel rijker van geest dan de Hollanders niet
'alleen, maar dan N.-Brabanders, Vlamingen
en Antwerpenaars bovendien. Zij hebben veel
meer met de Luiker Walen gemeen, die even
wisselend en vol zijn als zij, met evenveel lust
in feesten en optochten, gaarne opgewonden
praten bij een glas zwaar rinsch bier; Lam
biek of Maastrichtse!]. Daarbij hoort en komt
een levendige, dolle verbeelding, zich uitspre
kend in allerhando vertellingen en sagen, en
soms ook wel eens in tamelijk avontuurlijke
daden. Veel aanleg voor zang en muziek. Ve
len kunnen het den Rijnlander Riickert na
zeggen:
JEin denkende Gefiihl, ein innerlicher
Sang
1st alles was ioh bin, was mir zu sein
gelang."
Toch zijn ze verre van oppervlakkig en ge
woonlijk veel scherpzinnige en geestiger dan
hun Noordelijke taalbroeders, die ze, fijne
menschenkenners als ze zijn, o zoo graag beet
nemen, en bij wie ze dan wel eens niet zon
der reden den indruk van sluwe geslepenheid
wekken, die ze zelf liever als voorzichtige
wijsheid betitelen. Veel geleerden van groo-
ten naam zijn in Limburg geboren en geto
gen. In Limburgsche kloosters bloeien mys
tieke rozen. Ietwat neiging tot chauvinisme
en opvliegende woede ontsieren dezen echoo-
ncn aanleg."
En over de Noord-Brabanders betoogt de
Schrijver het volgende:
„In bet Oosten van Noord-Brabant vindt
men een overgangskarakter tusschen West-
Brabant en Limburg. Ik heb de Oostbraban-
dens vroeger eens met. den geur hunner boek
weitvelden getypeerd. Eu ik geloof nog dat
het beeld juist is: in de verdrukking ietwat
dof geworden zielsparfum. Met de scherpte
vau hun Oostelijke taalbroeders, zijn zij toch
sympathieker om hun matdoozo goedigheid.
Smullen doen zo graag en wel wat te veel.
Ook wijn drinken eu bier. Hun lichaam is ont
zaglijk goed verzorgd, ze staan bijna allen
rond en loopen er ook al hoekigen tusschen,
de mageren zijn er zeldzaam, als zenuwlijden
of gebrek niet prangen. Bijna allen Roomsch-
Katboliek, ziin ze toch niet zoo godsdienstig
als de Westelijke Noord Brabanders."
Ter illustratie van het Oost- Li mburgsch
geeft de schrijver onder meer een proeve van
het Sittardseh. en wel een verhaal uit de ste
delijke carnaval-krant, de Pappegei, „Of
ficieel Gazet van de Sittesehe Marotte-Club.
Dit blaat verschient eeder daag. oetgenomme
de daag dat 'tgcine Vastelaovens Maondig is.
Abonnees op oos blaat wille veer gaar neifc,
waal keupeseh A 11 oourtjes per No. Me wurt
aèvels vrüntjelik vtrznikt, veur 't gemaak
mit zös cent gepast geld te betale. Annuns-
lces werde mit 11 hauf oeurtjes of alweir veur
't gemaak mit zös cent per regel betaald. Boe-
tengewoon groote letteseh waere mit den
doemstok bernokend." Het verhaal is een
„feuelletong", getiteld: .Schoester hauw tig
bic deine lijst."
Met het zevende hoofdstuk begint de behan
deling der h e t er oo h t o n e dialecten,
waarvan de schrijver een bizondere studie
heeft gemaakt. Allereerst het Afrikaanseh.
Eea kaart der Nederlundsche taal-diaspora
over de wereld gaat hierbij. Op hladz. 209
vindt men een lijst van Maleiscli Portngee-
sche woorden in 't Afrikaanseh, op blz. 218 een
bladzijde met Hottertntscb-A frikaansehe zin
netjes. Hoofdstuk VIII is gewijd aan het Ne-
gerhollandsch. „Hoewel de Deensche Antil
len, St. Thomas, St. Jan en St. Croix, als men
een kortstondige vestiging op het laatste
eiland uitzondert, nooit aan Nederland heb
ben behoord, heeft onze taal toch, juist als de
Fransche op Trinidad, er eeuwenlang een
overwegenden invloed uitgeoefend, wijl ze
hoewel onder Engelsch en Deensch bestuur,
in hoofdzaak door Nederlanders zijn gekolo
niseerd." Een groote menigte spreekwoorden
en zegswijzen, meerendeeie aan den Deen
Pontoppidan ontleend zijn ter illustratie
ingevoegd. Het negende hoofdstuk is aan het
WesUIndisch, het tiende aan het Ameri-
kaansch gewijd. Blz. 290 vinden we een lijst
van Nederlandsche woorden in 'tAineri-
kaansch-Engelsch. Interessante hlzonderhe-
den deelt de Schrijver mede over do Neder
landers in Aitier'-ka. Hoofdstuk NI behandelt
liet Ceylonseh, XII het Oost-Indisch. Een uit
gebreide i.jst. van Nederlandsche leenwoorden
in het Ambonsch-Maleïsch vinden we op blz.
319.
De auteur is dan gekomen aan het Tweede
Boek. De Familiale taalkringen.
Daarover een volgende maal.
C. v. S.
(Slot volgt).
der naburige regeeringen zal erlangen, dient
aecoord te gaan.
Tusschen 5 en 10 Januari zal er eene
vergadering to Antwerpen plaats hebben
waarop de heer Entrich, van Crefeld, be£
ontwerp van die stad zal toelichten.
van Antwerpen, was, de vorige jaren, de
toewijding onzer onderscheiden parochiën
aan Jezus' H. Hart. Nooit misschien zag onze
hoofdkerk een zoo ontzaglijke menigte on
der hare gewelven vereenigd, biddend en
zingend met eon treffende vurigheid.
Dit jaar zullen wij weer die heerlijke
plechtigheid genieten op den eersten Zon
dag van 1914, om 5 uren 's namiddags. Zij
zal voorgezeten worden door Mgr. De
Wachter, hulpbisschop van Z. E. Kardinaal
Mercier.
In al do kerken zal men hot volk drin
gend aanzetten om zich bij de luisterrijke
betooging vau geloof en liefde aan te slui
ten. De kerk- en kapelmeesters, de derde-
ordelingen, de leden der Broederschappen
en Congregatiën, zullen er vooral aan hou
den door eeu aanzionlijk getal leden ver
tegenwoordigd te zijn.
De gewijde gezangen, ouder het Lof, zul
len door het volk uitgevoerd worden. Het
moet een machtig en prachtig koor zijn,
dat een onuitwisch baren indruk van de
plechtigheid laat ineedrageu.
Iedereen, 7,00 wereldlijke als geestelijke,
zal, evenals de vorige jaren, edelmoedig het
zijne willen bijdragen, om andermaal aan
deze godsdienstige betooging een karakter
te geven, waardig haar verheven voorwerp,
waardig het Katholieke Antwerpen.
EEN LIBERAAL OORDEEL OVER KARD.
RAMPOLLA.
Het onderstaande is geknipt uit een cor
respondentie van het (liberale) Hbld. uit Ro
me, waarin hij schrijft óver den overleden
Kardinaal Rampolla.
„Geen blaam trof ooit zijn leven als
monsch of als priester. Hij leefde allereen
voudigst, ofschoon hjj meer dan honderddui
zend frank inkomen had uit zijn betrekkin
gen en van huize uit vermogend was. Voor
zich, zijn beide knechten en de keukenmeid
besteeddo hij, zegt men, geen tien frank
daags. Maar voor wetenschap en kunst was
hem niets te veel. Tonnen gouds besteedde
hjj aan opgravingen in zijn kardinaalskerk
Santa Cecilia en den bouw van een krypt, gericht, met flinke bureaux voor de°rïiksteïe-
aldaar; van zgn monograph ie over de hei-1 graaf en de rijkstelefoon, installaties voor dt
iigo Me lam a deed h.j een uigave w weinige centrale verwarming en luchtverversching en
"raon Hli f»lde vorst en SSH?'
elKienpheid ateot hll dê l£ Ljf r?
wilde blijven. Ieder verwachtte, dat hom l tm ee|,0„d8eu' waari„ aS'kiem
tem nog d» hoogste eer non worden go- „„rhrerschl. waardoor oen rïs.ige, voornaam
gund. Hij was immers acht jaar jonger dan gedistingeerd cachet is verkregen
Pius X en veel sterker! Maar hot hoeft
niet mogen zijn."
VOORWAARDELIJKE VEKOOKDEELING,
Door het hoofdbestuur van hot NedorL
Genootschap tot zedelijk© verbetering der
gevangenen is eene commissie benoemd tci
bestudeering van het wetsoutwerp-Regout
betreffende de voorwaardelijke veroordee
ling en de voorwaardelijke invrijheidstel
ling.
Deze commissie heeft zich onlangs als
volgt geconstitueerd: Mr. J. Limburg, litf
der Tweede Kamer, voorzitter; G. A. M.
de Bruijn, rnr. G. T. J. de Jongh, lid der
arrond.-rechtbank te Amsterdam, beiden lo
den van het hoofdbestuur; rnr. R. B. Lede-
boer, adv.-generaal bij den Hoogen Raad,
J. R. Snoeck Henkemans, oud-lid der Twee
de Kamer en mr. Ernst Polak, advocaat,
secretaris.
Het ligt in de bedoeLing, dat deze corn
missie een rapport uitbrengt aan het hoofd
bestuur.
In de 20e eouwt Te Renkum wordl
een vrouw beschuldigd van... tooverij. Zij
zou vee ziek maken, enz. De verspreidstei
van deze hoksen-historie zul strafrechter
lijk worden vervolgd. We leven in de „ver
lichte" eeuw.
DE NIÉUWE EFFECTENBEURS TE
AMSTERDAM.
De nieuwe effectenbeurs te Amsterdam van
de Vereeniging voor den Effectenhandel is, zoo
als we reeds gemeld hebben, deze week officieel
geopend.
Over de inrichting van dit nieuwe gebouv
valt het volgende te melden;
Het gebouw is voor het doel waaraan hef
moet beantwoorden zoo doelmatig mogelijk in
NIET TEGEN DEN GODSDIESNT.
Een bewijs hoe de sociaal-democratie over
de christelijke geloofswaarheden clenkt geeft
Het dak dezer zaai is kapvormig en bestaat
uit drie deden, welke op vier massale pijlers
rusten.
Langs de wanden zijn een 75-tal nissen in
gericht. De ballustrade der galerij prijkt mei
de wapens der elf Provinciën en der voornaam-
de „Schwabische Tagwacht" als zij schrijft j ste steden onzer koloniën
over het Kerstfeest: „Wie, die medelijden Bijzonder fraai zijn voorts ingericht de ge-
heeft met de ellen,dd van dezen tijd kan schillenkamr en bestuuiskamer. In dit laatste
nog instemmen met de feestzangen ter ver- zaaltje is beven den schoorsteenmantel het re-
heerlijking van het oude afgedankte Kerst
missprookje?
bespotting van het christelijk geloof.
Zoo laten de heeren zich in hun ware
gedaante zien.
En toch blijven zij volhouden, dat zij niet
tegen den godsdienst zijn.
Nu en dan komt evenwel de aap uit de
mouw en laten zij zich eens in de kaart
liefbeeld van Themis aangebracht.
XT. De kleine zaal voor de openbare verkoopin-
N10 alleen bestrijding derhalve, maar ook treeft een kruisgewelf. Dan noemen we W'
.«nror,™ w. de Spreekkamer, de leeszaal en de noteerzaal.
De lotenzaal bevindt zich op de galerij boven
het societeitslokaal, welk ten Zuiden van de
groote beurszaal is gelegen. De societeitszaal
correspondeert op de restauratiezaal.
Voorts telt het gebouw verschillende kleinere
kamers en zaaltjes, vooral op de bovenverdie
pingen, waar tevens de kantoren der Vereeni-
kijkon.
Een vraag slechts: kan men, na 't boven-1 ""i" 1 Ui"'< Xtlcclu~
staande gelezen te hebben, nog zeggen dat assurantielLna Blom en van der Aa gemtfgd
1 godsdienst en socialisme gerust samen kun- worden s t>
Rondom het Beursgebouw is een borstwering
aangebracht van Zweedscb-, Beiersch- en Harz-
graniet, waarvan de pilasters, lateyen en beklee
dingen van den ingang gepolijst zijn.
Al deze graniet is door de firma Troupin té
Haarlem geleverd, alsmede de marmcrwerkcn,
waarvan het gebouw rijk voorzien is.
- ken en ander leverde nogal bezwaar voor
houden met het doel het beste traject van tijdige levering op, maar dc firma heeft zich
QOlKlIllltmiT tllQiODnon rl/* r»l rl .'jr, 1J1J I 1
uitstekend van hare taak weten te kwijten door
in hare inrichting te Haarlem ongeveer een
20 kub. M. graniet te verwerken en te polijsten,
wat in ons land nog niet gekend wera.
De centrale verwarming geschiedt door warm
water, dat door een centrifugaalponip door het
geheele gebouw wordt geperst, benevens door
matig verwarmde lucht.
De luchtverversching van het gebouw wordt
nea gaan.
HET SCHELDE—MAAS RIJN
KANAAL.
Naar het „Handelsblad van Antwerpen"
mededeelt, heeft de commissie der handels-
i kamers van Antwerpen en Brussel te Brus
sel de eérsto barer alg. vergaderingen ge-
TOEWIJDING AAN HET H. HART,
Onvergeetbaar grootsch, zegt het Hbld.
aansluiting tuaschen de Schelde, de Maas
en den Rijn te zoeken.
Aan die. vergadering namen deel de leden
der verschillende beraadslagende lichamen,
vertegenwoordigers van staat en stad, van
do maatschappij van Brussel-zeehaven, no
tabelen uit de handelswereld, enz.
De heer Helmershausen, Pruisisch staats-
ingeniour, ontwierp een plan waarbij het
kanaal voorgesteld werd te loopen van bereikt door~2~kern?n 'van"verhoogden druk"
Aken, tot Bonn, door Westfalen met ver- waarvan de eene zich zal bevinden in de groote
beurszaal en de andere in de socictejt en het
takkingen op Duren, Eschweiler, Stolberg en
Aken en daarna door Hollandsch Limburg
met een uitmonding in de Grens-Maas.
restaurant.
In het beursgebouw werd van gemeentewege
Dit ia van groot belang voor het gezinsleven
en voor hot leven in de maatschappij.
LVIL
Het Kerstfeest zouden we een der moest
levendige voorbeelden willen noemen, om aan
te nemen van hoeveel belang het is, dat de ge
zelligheid in huis als onmisbaar hulpmiddel
wordt gebruikt om daar een goeden geest te
doen heerschen en op de beste wijze het leven
en do opvoeding in het gezin, zóó te doen zijn,
'lat de invloed vandaar op do maatschappij zoo
groot en zoo goed mogelijk kan wezen.
De huiselijke feesten zijn vooral in den tegen
woordige n tijd zoo noodig om den ouderlingen
•►and zoo aangenaam mogelijk to doen zijn,
Staar, ook om de onderlinge vertrouwelijkheid
•an te kweeken en te bevorderen. Riet enkel
^Uaechen do huisgenoofen onderling, maar voor
al tusschen het kind en dc ouders. En de vrouw
'Peelt hier weer eeu hoofdrol. We zegen het
•■eeds door de beschouwingen over de gewone
•gelijkscha omstandigheden, maar het treedt
®g meer aan 't licht, wanneer worden nagé-
«an de groote feesten van het kerkelijke jaar,
e naast do viering in het godsdienstige leven
'n et gezin ©en weerklank moeten vinden.
Ouderen zullen dikwijls met genoegen, maar
ook met weemoed terugdenken aan den vroe-
f geren Kerstmistijd en zij zullen er zuchtend
bij opmerken, dat ook dit met al dat moderne
en gejaagde leven in vele gevallen zoo heel
anders ig geworden. Ook velen van ons zullen
nog weten on het wellicht ook nog elk jaar
zóó ondervinden, hoe het deelnemen aan den
Kerstnacht voor het kerkelijke feest een hoofd
gebeurtenis van de Kerstmisviering is. In het
hollo van den nacht worden zij gewekt om
zich aanstonds te herinneren, dat hot tijd is
voor de Nachtmis. Er is in huis een gedempt
leven, dat soms geheimzinnig wordt door de
stilte van den nacht. Het is om de huisgenoo-
ten, die niet naar de Nachtmis kunnen gaau,
nie te wekken. Langs de vensterramen aan
den straatkant worden de voetstappen, hol-op-
klinicend in de verlaten straten, gehoord van
hen, die zich reeds ter kerke spoeden. Dok
dit geeft eeu zekere stemming aan dit gaan
naar de Nachtmis. En dit wordt nog klaarder,
wanneer zij zich eveneens naar buiten hebben
hegeyen en in do koude lucht, het hemelgewelf
door sterren verlicht boven zich zien. Zij haag-.l
ten zich «aarde kerk heen. waar een lichtende
gloed van honderdon kaarsen hen tegenstraalt
1 van af het altaar en van de kerstkribbe. Er
neerscht meer dan anders een heilige wijding
in het kerkgebouw, en meer dan zij anders zoo
gaarne zouden verlangen, voelen zjj zich in het
gebed één met de kerk en worden zy geroerd
door het „Vrede op Aarde," dat van alle kan
ten om hen henen ruiseht en een teêre weer
klank vindt in het gemoed.
Het is de kerstmiswijding, welke de zielen
vérheven stemt; een wijding, die haar invloed
geldon doet op allen, die het H. Kerstmis zoo
.verheven mogelijk willen medevieren en naar
de kerk gekomen zij" °m het Goddelijk kind
ook in den kerstnacht te bezoeken en te ont-
vingen tevens. Het is de Kersnachtwijding, 1
waaraan ioderen katholiek deelneemt.
I Het is echter deze kerstmiswijding, welke In
t gezin een weerklank vinden moet. En zjj van
j wie wij boven spraken, zullen dit onderkennen
m de wijze, waarop zij ni de H. Mis in dan
huisclijken kring zijn wedergekeerd. De plech
tige stemming van den Kerstnacht brengen
'/ji daar mode en maken er ongemerkt deelge
noot van degenen, die de kerstmis godadien-
stig nog vieren gaan. Maar toch is ook de'
taak der vrouw, die mede zorgde voor de voor-
1 bereioing tot het kerkelijke feest, reeds begon-
I nen. Zij toch is het, die in het gezin alles richt
en regelt om het huiselijke feeet te doen
slagen.
N® een grondige beraadslaging tusschen een transformator-ruimte ingericht, waar de
de afgevaardigden der verschillende belan-1 stroom van hoogspanning wordt omgezet in een
gen word besloten, dat, aangezien Duitsch- van 220 Volt, om in dien vorm de diverse licht
land en Holland meester zgn van den toe- en krachtapparaten der beurs te bedienen,
stand, Belgie met dit ontwerp, dat den steun' Voor het personenvervoer zijn in het gebouw
Bij ons te lande is het geen algemeen ge
bruik o.-n van liét huiselijke kerstfeest een j
iweoce feint. N'ioolaasfeest te maken en door
een schitterend verlichten kerstboom, meer of
minder groot al naar do omstandigheden,
meer uiterlijkheid aan het feest toe te voegen.
Waar een kerstboom geplant of nog liever
een kerskribbe gebouwd wordt en meer
officieel dus een kerstavond georganiseerd
wordt met al de verrassingen voor grooten
en kleineren, daar ligt het ala 't ware voor
de hand, wat de huisvrouw en de vrouw in
't algemeen zoo al .te verrichten heeft. Dit
neemt echter niet weg, dat ook de vrouw van
het gezin, waar geen kerstboom als tastbaar
symbool van den kerstvrede wordt opgesteld,
een schoon® taak te vervullen heeft, door on-
danks het ontbroken daarvan toch voor ©en
huiselijk kerstfeest te zorgen. Niet enkel om er
een gezellig avondje van te maken, maar om
dat de vrouwen overtuigd moet wezen, dat
vooral de huiselijke feesten in het gez-in niet
mogen worden verwaarloosd. De huiselijke
feesten houden het gezin samen en geven er
gloed, warmte en liefde aan den ouderlingen
omgang. En wanneer op tateren leeftijd de
kinderen, dio tehuis een gelukkig kerstfeest
hebben gekend, omdat het kerstfeest
zich meer dan andere feesten tot gezel-1
lig vredig aam en zijn leent, groot rijm
eswoédén dan zullen di mot liefde terogdoóJi
ken aan dien buiselijken kring, ook als zg
reeds zelf een gezin hebben gevormd. Wat de
moeder, de vrouw voor die gelukkig uren dood
in hot gezin zal met zoovele andere gebeur
tenissen, welke om die vrouwengestalte heen
groepeeren een blgvenden indruk achterlaten.
Niet enkel als zalige kinderherinneringen
van wat eens geweest is; niet als iets, waar
aan met weemoed wordt teruggedacht, maar
als vaste overtuiging, dat het de vrouw en,
moeder geweest ia, die begrepen heeft hoe de
kerkelijke feesten niet alleen in het kerkge
bouw moeten worden herdacht en gevierd,
maar ook een heilige aanleiding zijn om la
do 'katholieke opvoeding te worden benut om
het goede zaad in de harten der kinderen uit'
te storten. Dit goede zaad zal vruchten dragen
in de vrouwen der toekomst, die aan hare
meerdere ontwikkeling weten te paren den
echt katholieken geest en practiseh gebruik
weten te maken van wat haar door den god»-
dienst voor haar gezin gegeven is. Een vrouw,
die haar taak in het gezin zoo opvat zal niet
anders dan oen gelukkige vrouw en moeder
kunnen wezen en het is in dien zin, dat wij
onze lezeressen in 't bizonder naast de kerke-
lijke „Zalige Kerstmis" wenseh, ook toewem-
schen een Kerstfeest, dat zich in een huiselijk
Vredefeest ooonbaart.