BUITENLAND. BINNENLAND. Sport en Wedstrijden. Letterkundige kroniek. Landboiw en Vbscherij KORT OVERZICHT. Voetbaipraatje, NIEUWE HAARLEftSCHE COURANT DCJITSCHLAND. De Rijkskanselier door id© Conservatieven aangevallen. Er ioopen geruchten over zijn aftreden. FRANKRIJK. Van de beschuldiging te gen Caillaux door Calmette blijft niet veel bestaan. ZUil >-AFRIKA. De staking is een groote mislukking. DUITBCHLAND. Rijkskanselier cji Conservatieven. De Rijkskanselier heeft in het Pruisische Parlement menige harde noot te kraken gehad, wel niet in zijn qualiteit van Rijkskanselier, doch als minister-president van Pruisen. Doch dit heeft terugslag op zijn positie als Rijkskanselier. De Berlijnsche correspondent van het „Hbld." wijdt er een brief aan, waaraan wij het een en ander ontleenen. „Nauwelijks was de zitting van het Pruisi sche parlement geopend, of de conservatieve tractie van het Heerenhuis nam d#kans waar. ,Zij liet. een barer fijnste koppen, geleerdste mannen, den bekenden graaf Yorck von War- tenburg vragen of de Pruisische minister-pre sident. die tevens Rijkskanselier is, van plan as maatregelen te treffen, opdat in de toe komst de verhouding van de bondsstaten tot het rijk niet steeds weer zoo verschoven zou worden, dat de bondsstaten er nadeel door leden. Zoo werd hetparlementair en deftig uitgedrukt, doch in gewone taal zou men zeg gen, dat de heer Yorck von Wartenburg den minister-president waarschuwde tegen de de mocratische teudenzen .van den Rijksdag, waar- V*n het doel was de domineereude positie van uisen in het rijk afbreuk te doen, het parle- n.Ofttaire regime binnen te smokkelen en het commando-recht van den Keizer te verkleinen. Graaf Yorck somde in zijn kleurige redevoe ring die weer een voorbeeld was hoe veel hooger het peil der debatten in het Hooger- Uuis staat dan in liet Lagerhuis of in den Rijks dag alle zonden van den Rijkskanselier op, hei, gevolg van te weinig energie bij het bestrij den van de democratische stroomiug in het rijk, L heer Von Bethmann Hollweg antwoordde in een even fijne redevoering, waarin Bij veel h.storio gaf. doch waarin hij tevens eigenlijk ®«b considei :itie vroeg, om genade in de oogen van de tuacb+ige en liooge heeren van het Iloo- gorhnis. Deze grnndseigneurs houden niet van lange debatten. Zij gingen dan ook dadelijk over tot de stemming over de motie, waarin de wen- sehelijklieid van anti-democratische maatrege len uitgesproken werd. Deze motie leek veel op een motie van wantrouwen, wtrd door enkele leden dan ook als zoodanig opgevat. Doch de „Granden" ontkenden dit karakter, dachten er echter niet over de motie in te trekken. En zij werd met slechts een twintigtal stemmen tegen aangenomen. Het was geen motie van wan trouwen, doch stellig ook geen motie van ver trouwen. De conservatieven in het Pruisische Huis van Afgevaardigden wilden het niet bij dit lesje laten, dat de deftigere collega's van Ije't Ileerenjmis den heer Von Bethmann Hollweg hadden gegeven. En zij deden het nog eens over. Om den drommel niet dunnetjes, doch heel fiksch. Zü haalden alle oude koeien uit de sloot; de finantieele hervorming van 1909, de finantieele regeling van verleden jaar om aan de milliard extra voor het leger te komen, de grondwet voor liet Rijksland. enz. Is het wonder, dat er reeds geruchten gaan over een kanselierscrisisï Het bovenstaande in aanmerking genomen, is zulk een veron- dersielling allesbehalve absurd. Zoo is te verklaren de volgende mededee- ling van de Vossische Zeitung gedeeltelijk bevestigd door de Deutsche Kurier „in zeer betrouwbare parlementaire kringen wordt lieden op de stelligste wijze verteld, dat de Rijkskanselier, von Bethmann Holl weg, reeds zijn verzoek om ontslag heeft in gediend. Met hem zullen de minister van buil enlandsche zaken van Jagow en de onder minister den staatsdienst verlaten. Als op volger van don heer von Bethmann Hollweg wordt de minister van marine von Tirpitz en als opvolger van von Jagow de minister van koloniën, dr. Srdf genoemd. Verder wordt gezegd, dat de heer von Bethmann Hollweg als opvolger van graaf Wedel, stadhouder van Elzas-Lotharingen zal worden. Deze geruchten zijn te onzer kennis ge bracht van zoo ernstige zijde, die herhaalde lijk gebleken is betrouwbaar te zijn, dat wij ons verplicht gevoelen hiervan mededeeling te doen, zonder echter voor de waarheid te kunnen instaan." De National Zeituug is gemachtigd dé ver klaring af te leggen dat noch de minister van buitenlandsche zaken, noch de onder minister aan aftreden denkeu, omdat hun niets bekend is van een ontstemming, en dat alle geruchten over veranderiugen in het mi nisterie van buitenlandsche zaken onjuist zijn. Verder verneemt de National Zeitung uit het paleis van den Rijkskanselier, waar gisteren hertog Ernst August van Cumber land een bezoek zou brengen, dat de mede deeling over de ontslagaanvrage van den heer von Bethmann Hollweg niet au sérieux genomen kan worden. Missehien dat deze geruchten grond vin den in het feit, dat de Rijkskanselier ernstig ongesteld is. Afgewacht zal dus moeten worden of en in hoeverre deze berichten waarheid bevatten. FRANKRIJK. De flater van Calmette. Men weet welke zware beschuldiging de directeur van de Figaro tegen den minister van Finoncie'n Caillaux heeft ingebracht en ook, hoe gebleken is, dat daarvan" niet veel waar was. Wat er nu feitelijk waar is van de beschul diging dat Caillaux de Braziliaansche erfge namen, die sinds tal van jaren tal van millioe- nen van den Franschen staat vragen, voor een zéér klein deel hun zin zou hebben willen geven, op conditie, dat van Vat ze kregen 80 in de radicaal-socialistische verkiezings- kas zou vloeien dat is onmogelijk uit te ma ken, zegt het „A. II." Dat er wel iets van aan is, gelooft iedereen, maar bewijzen zijn er niet van. Alles is, indien er onderhandeld is, mon deling gegaan, in gesprekken tusschen den Mi nister en den vertegenwoordiger der erfgena men. En als deze twee, wat in zoo'n gewich tige quaestie waarschijnlijk is, zeker zijn zich tegenover derden niet te hebben uitgelaten, kunnen ze veilig dementeeren. Heel onwaarschijnlijk echter lijkt het dat er iets aan zou zijn van de bewering dat de directie van het .Comptoir d'Eseompte" zoo maar ineens 400.000 frs. ter beschikking van den minister zou hebben gesteld voor zijn per soonlijke verkiezings-doeleindon. Dat er hier met dergelijke dingen erg gescharreld wordt, en de politiek dikwijls in de eerste plaats een geldquaestie is is een feit. Maar dat het zoo grof zou gaan, zoo dom, zoo onvoorzichtig van weerskanten, dat zouden we toch alleen maar geloofd hebben wanneer Calmette met absoluut overtuigende bewijzen was aangekomen. In plaats daarvan zei hij al dadelijk dat hij niets bewijzen kon, en dat men hem maar zonder meer gelooven moest. Nu alle bestuurders van het „Cwnptoir d'Eseompte" op hun eerewoord hebben verklaard, dat er niets, maar ook let terlijk niets, van aan is verklaring die al heel onvoorzichtig zou zijn als het niet zoo was, want dan komt dat toch op een goeden dag uit mag men aannemen dat Calmette, in weer wil van de precieso bijzonderheden omtrent dag. uur en onderhandelende personen die hij gaf, bij zijn neus is geiiomou. Alleen is dan weer onbegrijpelijk en onvergeeflijk do lichtvaardig heid waarmee hij een zoo ernstige besehuldi ging uitsprak. ZUID-A FRIK A. De staking. De toestand wordt blijkbaar iets heter, hetgeen zonder twijfel te danken is aan de krachtige wijze, waarop de regeering heeft ingegrepen. Volgens telegrammen uit alle deelen des lands ontvangen, heerscht overal orde. De stakers hervatten den arbeid. Dit korte Reuterbericht uit Kaapstad zegt meer dan lange telegrammen, want er blijkt voorzeker uit, dat de staking mislukt is en dat de stakende arbeiders zélf dit heel goed inzien. Te Johannesburg deed de politie een in val in het hoofdkwartier van de arbeiders partij tijdens een vergalrrng van afg--vaar digden der typografenvereeiiigingen, en ar resteerde alle afgevaardigden ten getale van 62, wegens overtreding van de wet op den staat van beleg, welke een vergadering, zon der vergunning der autoriteiten uitgeschre ven, verbiedt. Reuter meldde nog het volgende: PRETORIA, 16 Jan. Alles is hier kalm. De stakers hebben den arbeid nog niet her vat, maar velen zouden weer aan het werk willen gaan.. De stakers op andere punten van het spoorwegnet in do heele Unie vat ten langzamerhand Weer het werk op. JOHANNESBURG, 16 Jan. Een.overzicht over een afstand van veertig mijlen van den Rand toont weinig stagnatie in de mij nen. In de meeste mijnen gaat het werk gewoon zijn gang, Officieele telegrammen uit de voornaamste spoorwegcentra deelen mede, dat een groot aantal arbeiders zich Aveer komt aanmelden. Een onderzeër verongelukt. Engelsche manoeuvres met onderzeebooten hebben weer slachtoffers gevraagd. Nabij Plymouth in de haai Cawsand is de onderzeeër A 7 gezonken. Er waren twaalf man aan boord onder bevel van een luitenant. De oorzaak van het ongeluk is onbekend: nadat eenige oefeningen gehouden waren, werd bemerkt dat een der booten ontbrak. Te vijf uur 's avonds was de bemanning nog in leven. Te Plymouth werd hulp gevraagd en vandaar gingen bergingsvaartuigen naar de plaats des onheils, waar tot acht uur des avonds pogingen zijn gedaan den onderzeeër te lichten, welke pogingen echter geen re sultaat hadden. Hoewel is vastgesteld, dat do bemanning- van onderzeeërs van deze klasse onder water ongeveer twaalf uren in leven kan blijven, heeft men in officieele kringen thans alle hoop opgegeven. HOFBERICHTEN. De* „Prov. Groninger Courant" verneemt, dat het plan zou bestaan voor II. K. H. Prinses Juliana een chalet te bouwen bij Bergen in Noord-ITolland, waar de koninklijke familie van tijd tot tijd verblijf zou houden. De daur- voor benoodigde grond moet al zijn aange kocht. Gisteren heeft TI. M de Koningin met go- volg de hardrijderij op schaatsen te Leeuwar den bijgewoond. Te 12 uur kwam IT. M met gevolg met een speeialen trein van do S.S. waarin het salon- rijtuig van de Koningin was gehaakt aan. Op het perron waren ter begroeting aanwezig Z. E. de Commissaris der Koningin in Friesland mr. P. A. V. baron Van.Harinxma thoe Slooten en de burgemester van Leeuwarden mr. J. A. Patijn. Onder de juichkreten van de toeeschouwers steeg het liooge gezelschap in de óigouoioito's van II. M., en begaf zicli naar de woning van den Commissaris der Koningin -om den lunch te gebruiken. Yoor de hardrijderij hadden zich dertien paren aangemeld. Hare Majesteit had voor het paar, dat den eersten prijs won twee gouden horloges met dito ketting, voor het paar. dat den tweeden prijs won: voor den man, een zilveren tabaks doos, voor de vrouw een zilveren heugeltasch uitgeloofd. Deze prijzen werden door II. M. zelf na afloop van den wedstrijd in tegenwoordig heid der directie van de ijsclub in *1° woning van den "Commissaris der Koningin uitgereikt. De prijs van SO met de door H. M. uitge loofde gouden horloges viel ten deel aan Jacob Faber en Anna Visser van ITempens, die van 40 met de door H. M. geschonken zilveren tabaksdoos en de zilveren beugeltaseh aan C. Dijkstra en Wietske Engelsma. Ilare Majesteit beeft bet baar door de di rectie aangeboden eerelidmaatschap der ijs- club aanvaard. Bij de voorstelling der directie aan H. M. werd door een dochter van den voorzitter aan de Koningin een bouquet aangeboden. UIT DE STAATSCOURANT. Bij K. B. zijn G. Swartsenburg, geneesheer te Zegveld en G. F. Crono, hoofd o. 1. s. te Oudemolcri, gem. Vries, benoemd tot ridder in do orde van Oranje-Nassau, De wedstrijden van morgen. In de Westelijke eerste klasse worden op den derden competitie-dag van het nieuw- begonnen jaar de volgende wedstrijden ge speeld, tenminste Ik praat daar zoo hard van „worden ge speeld", maar haast me nu, dit te verbeteren door: „zijn vastgesteld," want we kunnen nog niets op liet weer aan. Op het oogen- blik van schrijven verwachten we na vier dagen ijsvermaak eigenlijk een lading sneeuw die nog wel in staat zou kunnen zijn terreinen onbespeelbaar te maken, om niet te spreken van de bevroren en zelfs met ijs-bezette velden als van U. D. en Go- ahead in Deventer die door den ingevallen dooi wel eenr in een rnoer&s zouden kunnen veranderen We weten niet, hoe het weer Zondag zal zijn, en kunnen eigenlijk niet beter doen, dan onder het motto: afwachten, toch onze beschouwing voor de wedstrijden aanvangen. „Weer en wind dienende" krijgt Haarlem morgen o.p Schoten bezoek van het Amster- damsche Ajax. We worden tegenwoordig weL een beetje verwend met belangrijke, veel-belangstel- ling-trekkende matches in de Spaarnestad. Daar hadden we eerst den kampioens- strijd. tusschen Haarlem en H. V. V.; een week later de Haarlemsche Derby aan de Spanjaardslaan, nu HaarlemAjax, wat half voetballend Amsterdam naai- Schoten trekt en heel dito Haarlem eveneens naar de Jan Gijzenvaart lokt. Ondertusschen hebben de twee vorige groote wedstrijden geen succes voor de 'rood- broeken opgeleverd, werd met resp. 32 en 110, beide keeren verloren, en dient hierin wel een verandering te komen Haarlem moet de geleden nederlagen wreken/door tegen Ajax zich te herstellen, door nu eens direct flink aan te pakken met een vurig willen De tegenstanders mogen niet worden on derschat. De Ams:e;:iamsohe voorhoede is niet bijzonder goed, het schot i3 hier niet héél gevaarlijk maar de verdediging is hecht en stevigen het elftal geeft Haarlem steeds goed partijMaar de roodbroeken verliezen niet, als ze goed oppassen 1 De derde „groote match" brengt Haarlem dan de overwinning 1 H.F.C. heeft van 't jaar voor de compe titie nog niet verloren I D.F.C. was het eer ste slachtoffer in 1914, Haarlem het twee de, maar of V. V. het derde wordt?... De Utrechtenaren komen aardig op, heb ben in 9 wedstrijden nu 7 punten, en zijn vrijwel buiten degradatie-gevaar. Ze zijn bo vendien op eigen grond zeer gevaarlijk! V.O.C. was de eerste, die dat ondervond, vervolgens struikelde Haarlem in de Dom stad, nummer drie was Sparta, dat met 21 werd geklopt op het U.V.V.-veld. Van de vijf thuis-matches verloren Vos en z'n man nen er twee, met 12 en 23, drie wer den mooi gewonnen, wel 'n bewijs, dat U. V. V. thuis héér gevaarlijk isl Het terrein werkt bovendien niet mee, voor 'n bezoekend elftal, dat er z'n eerste visite brengt, vooral niet voor zoo lichte spelers als Haarlem en H.F.C. telt. Zoo zal het enthousiaste team van Fran- cken tenminste in den beginne wel moeite hebben met het terrein, en heel ver wonderd zoutlen we n'e' kijken, als de pun ten in het Sticht bleven.... De Maasstad aanschouwt don strijd tus schen de kampioenen en den „Wassenaar- sche Leeuw." Het moge hier veie oogen- blikken spannend zijn. het slot van de his torie wortft toch vast een zege voor de Hagenaars. Van Quick—V.O.C. zou ik geen Haagsch succes durven verwach en. Misschien va'.t het Residentie-spel mee, maar onder gewo ne omstandigheden lijkt cm overwinning voor V.O.C. het meest waarschijnlijke. 1 H.B.S. zal op haar beurt wel willen pro- fiteeren van de Dordtsehe verzwakking, maar het kon hier toch wel eens bij 'n gelijk spel blijven. Van het groote programma nemen we het volgende over: Westel. Ie klasse Haarlem: HaarlemAjax. Utrecht: U.V.V.—H.F.C. Rotterdr-n: Snarta—H.V.V. Den Haag: QuickV.O.C. Dordrecht: D.F.C.—H.B.S. Oostel. Ie klas-se. Tubantia— G.V.C. Go aheadP. W. QuickU. D. VitesseRobur et Velocitas. Zuidel. Ie klasse. VelocitasWilhelmina. M. V. V.'t Zesde. iWillem II—V. V. V. .Westel. Res. Ie klasse. H. F. O. II—A. F. C. II. Hercules IIHaarlem H. V. O. C. II-Quick II. II. B. S. II— D. F. C. H. H. V. V. H—Sparta II. West. 2e klasse. A. D. V. S.—D. V. V. XerxesDordrecht, B. A. F. C.—R. F. C. V. C.—Blauw Wit. O. V. V. A.—R. A. P. D. E. C.Allen Weerbaar. We t. 3e klasse. O. H. S. V.—A. D. O. L. V. V.Bloemendaaï. D. HollandDamiaatjes. HeemstedeStormvogels. E. W. F. C.—Hollandia. Sport—Purmersteijn. Willi. Vooruit—Z. V. V. HENK- De Olympische spelen. Wij lezen in de „Kölnische Zt.": De begrootihgscommissie van den Rijksdag heeft do aanvrage van 'n som van 46,000 M. als eerste termijn van het crediet ter bestrijding der kosten van voorbereiding en van het hou den der Olympische Spelen 1916 te Berlijn, af gestemd. j Von Podbielski, de voorzitter van het Duit sche Comité voor Olympische Spelen, liet zich over bovengenoemd besluit als volgt uit: „Hoezeer ik ook het genomen besluit be treur, in 't bijzonder om den weinig gunstigen indruk, dien zulks in het buitenland zal ma ken, toch kan ik niet gelooven, dat de Duitsche Rijksdag met dit besluit der begrotingscom missie aceoord zal gaan. Toen in Juni van het vorige jaar de leden van den Rijksdag gevolg gaven aan de uitnoodiging van het Duitsch Olympisch Comité tot bezichtiging van het pasgebouwde stadion, heb ik uit gesprekken met heeren van alle partijen den indruk ge kregen, dat iedereen goed begreep het groote nationale belang van de Internationale Olym pische Spelen in 1916 in Berlijn. „Daarom ben ik nu te meer verbaasd dat er thans afgevaardigden zijn, die deze Olympische Spelen: „private Veranstaltung" noemen. Daartegenover moet worden opgemerkt, dat het Duitsche Rijk na twintig jaren lang van de gastvrijheid van vreemde landen te hebben gebruik gemaakt, zich in 1912 te Stockholm ten overstaan van de geheele wereld bereid heeft verklaard, in 1916 ais gastheer op te treden. „Ik beschouw het als een vanzelfsprekende plicht van eer, dat wij onze gasten uit alle landen der aarde op een Duitschland waardige wijze ontvangen en dat daarom de Duitsche Rijksdag het hiertoe benoodigde geld natuur lijk zal toestaan." Mond- en klauwzeer. Naar vernomen wordt, heeft de Minister van Landbouw, Nijverheid en Handel de burge meesters doen verzoeken, dat van gemeente wege worde voorgeschreven, dat veekooplieden uit streken, waar het mond- en klauwzeer voorkomt, gelijk thans o.a in België het geval is, het marktterrein niet betreden, alvorens handen en schoeisel zijn ontsmet en hun voor den duur van hun verblijf op de markt van gemeentewege, zoo noodig, een kiel en beeulap- pen zijn verstrekt. Omtrent de toepassing dier voorzorgsmaat regelen gelieven de burgemeesters overleg te plegen met de betrokken districts-veeartsen, terwijl de kosten aan het Rijk in rekening kun nen worden gebracht. Genoemde maatregel wordt genomen teneinde overbrenging van smetstof van mond- en klauwzeer door vee- kooplieden zoo mogelijk tegengaan. XIII. P. Hilarion Thans, O. F.M., Omheinde Hoven. 1) Het beste gedicht van'dezen flinken bundel "vind ik de Opdracht op biz. XI. »Al rees, van zóóveel zangen, géén gewijde, dat was te têer en schuw eene innigheid uw zorgen onvermoeide en offprbfijde; al zweeg ik mijde wat ik laat belijd: dat nimmer hart me liefde heeft ge<3ragen, noch dragen zal, als de uwe om mij gebreid; door, in mij klagen wou, daar al wat rein eu vroom en edel in mijn ziel kon dagen, was van ïiw ziel, de zon, een wederschijn, was van uw hart, de bron, een beek ontvloden, zoo had ik mjj beloofd: dit boek zou zijn een groene kroon uw lief, grijs hoofd, gebo den! Doch vóór mijn dank ze rond uw slapen wond werdt gij eene arme, kleine, blanke doode! O smart, die noode in woorden wil: ik vond u bleek van lippen, marmerkille uw wangen, en aclil uw oogen en uw zoeten mond in eeuwig zwijgen, vasten nacht gevangen! Maar "dat uw zie], Moeder, die zalig is, mij zegene, nu aan uw grafkruis hangen mijn zangen, rouwkrans in gedachtenis." .1) Uitgave der Sint-Lambrechtsgilde van Limburg; Leuven. De Vlaamsclie Drukkerij *4 Minderbroedersstraat; Hasselt, Eug. Leëen, *913. Het boek is een eersleling van den onge veer dertigjarigen dichter. De versblocmen van den bundel zijn alle ontloken binnen de „omheinde boven" der kloosters. De heer J. Leynen, die, aks ik me niet vergis, hier te lande reeds een voordracht hield over dich ter en gedichten, vertelt in een korte voor rede het een en ander over de wordingsge schiedenis dezer laatste. Hij verhaalt daarin, dat een goede vier jaar geleden de dichter op het ziekbed werd geworpen. „Daar, in de ingetogenheid zijner ziel en zijner monniks- cel, neuriede hij, voor zich alleen, zijne eerste i zangen." Verder zegt de heer Leynen daar o.a. nog: „Voor hem, zooals voor Lamartine, was de j poëzie geenszins eene kunst. Zij was hem: verlichting van zijn eigen hart. dal zich wiegde in eigen tranensnikken." Weemoed klaagt er dan ook door de meeste dezer ge zangen. Geen lieiderische, maar de weemoed van den Christen, die zich moeizaam pelgri- meerend weet naar zijn eeuwig doel. „Wie helpt het," luidt de stille klacht, in vers XXIV, „Wie helpt het dat wij nimmer mogen poozen Eén oogwenk, langs de drukke levensbaan, Hoe welig ook prieelen rood van rozen, Of looverkoele hoven noodend staan? Aldóór den pelgrimsstaf in 't stuifzand slaan, En éven maar met tranende oogen koozen Blank vredehuis in schemer diepe laan, Dat al ons wenscben tot hun rustoord kozen. Voorhij! Voorbij! ge waart me woud-kapel: Bljj klokje luidde, ruitjes blonken hel. Ik spoedde als 'schaap naar kooi van goeden herder; Zat neer aan voet van minzaam beeld, ik werd er Aan milde giften rijker, wilde wel Daarnaast een kluisje bouwen, maar moet verder!" De verzen zijn over 5 afdeelirsgen verdeeld. Die heeten'; Zieke Bloemen: gedichten, door den dichter tijdens zijn ziekte geschreven; Door de dagen: indrukken van wandelin gen in en rond Schaarbeek bij Brussel; „zijn doodsangst, zijn verzuchtingen toen de oude kwaal hem dreigde terug te stooten in de zwarte diepten der vroegere ellende, en, hij nieuw herleven, zijne zielsaandoeningen in kloosterkerk en kloostergaard."2) Geheime hulden: verzen van dankbaarheid en zege ning, en mystieke poëemen; Glansrivie- r e n: Kent gij die glans-stil glijdende rivieren, Wier blank gezwollen boordevolheid spant In groene dijken, en die kronkel/wieren, Bij traagzaam trekken over laagte-land? Zij spieglen weer aan rimpelloozen rand, Van rilden berk de-groene wuif banieren, Zuil zware beuken, daken rocd-gepand, Eu ranke roerloosheid van populieren. Zóó als die beeld bezonken glansrivieren, Avmihegoude, wazig-morgenbleek. En droevig grauw hij lager wolken gieren, 2) Voorrede, hlr. VIT. Doorvoer n ijn ziel diep spiegelend de streek; gediehts aan; ik herinner me niet. dat ooit ergens gezien te hebben. Het valt ook op, dat de regels nergens in- of uitspringen. Zou dat soms vergelen zijn? j Het hoek is heel goed verzorgd. Met zijn niet mecsieepeuden maar toch wel sympalhiè- i keu inhoud kan het gerecommandeerd wor den aan een ieder, die er den tijd voor heeft om in een uitgestrekten koren-akker de blau we bloemen bijeen te zoeken. Eu naar de lucht stond blauw, of misten bin- gen, Droeg zij de droefheid en de vreugd der diu- gen." De laas!afdeeling geeft godsdienstige schoonheid: In vroom beschouwen. De dichter van het „Buch der Lieder" sprak een kleine 1 onderd jaar geleden den wenscli uit. dat er een belasting zou ingevoerd wor den op som.often. Indien hij zijn zin kreeg, dan zoude p. Thans ongetwijfeld tot de hoogstaang(slagenen belmoren. Er staan een groote honderd klinkerts in dit hoek. Er zijn er talrijke l"ij van wezenlijke bekoring. Over 't algemeen is deze bundel aantrekkelijk. De dichter is klaarblijkelijk een vroom en be schaafd man, wiens gevoeligheid zich in da gen van lijden wonderlijk heeft verfijnd. De verzen, die hij ons schonk, dragen den stem pel van innige oprechtheid. Diep treffend zijn ze zelden. Men hoort er weinige nooit-aldus- gehoorde tonen in. Er zou uit het. omvang, rijke boek wel een keurbundeltje te maken zijn; we behoefden dan naar werkelijke diep- eelite poëemen niet te zoeken. Ik hoop, dat het volgende bock des dichters ons de vruch ten van zijn onbetwistbaar talent zal bieden in grootere uitlezing. De in België vertoevende pater Thans is een geboreit Maastrichtenaar; hij schrijft heel zui\*r Nederlandsch, alleen vallen er som mige eigenaardige woorden op: mijde, het ongestuim, wijer. Boven sommige verzen geeft hii met eenige woorden het motief des Marie Koenen, Van YVensclien en Wonderen. 3) Dit nieuwe boek van de begaafde schrijf ster bevat zeven sproken eu legenden. Het is geschreven voor kinderen, en als men uit zondert een enkele buiten de kindersfeer val lende uitdrukking, is het afs zoodanig eeu j welkome verschijning in onze literatuur, j Doch ook ouderen zullen het gaarne lezen, vooral om hel dichterlijk allure der vertellin gen en den voornamen eenvoud der volzin nen. Hooge kunst is het noelilans *niet; het sentiment is er afwezig, of heel ondiep. Zonderling is het slot van het verhaal De Boozeen de poorters van Bliigaard. Men bewijst aan een overigens lofwaardige zaak geen dienst, door uit een neo-romau- tieke mouw een vechtlustig aapje te lateu springen, een sohlëtair schuminkeltje. J Van S. 3) Lente-Serie. C. F. Théonville, Leiden. Geb. 1—

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1914 | | pagina 5