BUITENLAND.
BINNENLAND.
Sport en Wedstrijden.
Letterkundige kroniek.
Landboiw en Vbscherij
KORT OVERZICHT.
Voetbaipraatje,
NIEUWE HAARLEftSCHE COURANT
DCJITSCHLAND. De Rijkskanselier door
id© Conservatieven aangevallen. Er ioopen
geruchten over zijn aftreden.
FRANKRIJK. Van de beschuldiging te
gen Caillaux door Calmette blijft niet veel
bestaan.
ZUil >-AFRIKA. De staking is een groote
mislukking.
DUITBCHLAND.
Rijkskanselier cji Conservatieven.
De Rijkskanselier heeft in het Pruisische
Parlement menige harde noot te kraken gehad,
wel niet in zijn qualiteit van Rijkskanselier,
doch als minister-president van Pruisen.
Doch dit heeft terugslag op zijn positie als
Rijkskanselier.
De Berlijnsche correspondent van het
„Hbld." wijdt er een brief aan, waaraan wij het
een en ander ontleenen.
„Nauwelijks was de zitting van het Pruisi
sche parlement geopend, of de conservatieve
tractie van het Heerenhuis nam d#kans waar.
,Zij liet. een barer fijnste koppen, geleerdste
mannen, den bekenden graaf Yorck von War-
tenburg vragen of de Pruisische minister-pre
sident. die tevens Rijkskanselier is, van plan
as maatregelen te treffen, opdat in de toe
komst de verhouding van de bondsstaten tot
het rijk niet steeds weer zoo verschoven zou
worden, dat de bondsstaten er nadeel door
leden. Zoo werd hetparlementair en deftig
uitgedrukt, doch in gewone taal zou men zeg
gen, dat de heer Yorck von Wartenburg den
minister-president waarschuwde tegen de de
mocratische teudenzen .van den Rijksdag, waar-
V*n het doel was de domineereude positie van
uisen in het rijk afbreuk te doen, het parle-
n.Ofttaire regime binnen te smokkelen en het
commando-recht van den Keizer te verkleinen.
Graaf Yorck somde in zijn kleurige redevoe
ring die weer een voorbeeld was hoe veel
hooger het peil der debatten in het Hooger-
Uuis staat dan in liet Lagerhuis of in den Rijks
dag alle zonden van den Rijkskanselier op,
hei, gevolg van te weinig energie bij het bestrij
den van de democratische stroomiug in het
rijk,
L heer Von Bethmann Hollweg antwoordde
in een even fijne redevoering, waarin Bij veel
h.storio gaf. doch waarin hij tevens eigenlijk
®«b considei :itie vroeg, om genade in de oogen
van de tuacb+ige en liooge heeren van het Iloo-
gorhnis.
Deze grnndseigneurs houden niet van lange
debatten. Zij gingen dan ook dadelijk over
tot de stemming over de motie, waarin de wen-
sehelijklieid van anti-democratische maatrege
len uitgesproken werd. Deze motie leek veel op
een motie van wantrouwen, wtrd door enkele
leden dan ook als zoodanig opgevat. Doch de
„Granden" ontkenden dit karakter, dachten er
echter niet over de motie in te trekken. En zij
werd met slechts een twintigtal stemmen tegen
aangenomen. Het was geen motie van wan
trouwen, doch stellig ook geen motie van ver
trouwen.
De conservatieven in het Pruisische Huis
van Afgevaardigden wilden het niet bij dit
lesje laten, dat de deftigere collega's van Ije't
Ileerenjmis den heer Von Bethmann Hollweg
hadden gegeven. En zij deden het nog eens
over. Om den drommel niet dunnetjes, doch
heel fiksch. Zü haalden alle oude koeien uit de
sloot; de finantieele hervorming van 1909, de
finantieele regeling van verleden jaar om aan
de milliard extra voor het leger te komen, de
grondwet voor liet Rijksland. enz.
Is het wonder, dat er reeds geruchten gaan
over een kanselierscrisisï Het bovenstaande
in aanmerking genomen, is zulk een veron-
dersielling allesbehalve absurd.
Zoo is te verklaren de volgende mededee-
ling van de Vossische Zeitung gedeeltelijk
bevestigd door de Deutsche Kurier „in
zeer betrouwbare parlementaire kringen
wordt lieden op de stelligste wijze verteld,
dat de Rijkskanselier, von Bethmann Holl
weg, reeds zijn verzoek om ontslag heeft in
gediend. Met hem zullen de minister van
buil enlandsche zaken van Jagow en de onder
minister den staatsdienst verlaten. Als op
volger van don heer von Bethmann Hollweg
wordt de minister van marine von Tirpitz
en als opvolger van von Jagow de minister
van koloniën, dr. Srdf genoemd. Verder wordt
gezegd, dat de heer von Bethmann Hollweg
als opvolger van graaf Wedel, stadhouder van
Elzas-Lotharingen zal worden.
Deze geruchten zijn te onzer kennis ge
bracht van zoo ernstige zijde, die herhaalde
lijk gebleken is betrouwbaar te zijn, dat wij
ons verplicht gevoelen hiervan mededeeling
te doen, zonder echter voor de waarheid te
kunnen instaan."
De National Zeituug is gemachtigd dé ver
klaring af te leggen dat noch de minister
van buitenlandsche zaken, noch de onder
minister aan aftreden denkeu, omdat hun
niets bekend is van een ontstemming, en dat
alle geruchten over veranderiugen in het mi
nisterie van buitenlandsche zaken onjuist
zijn. Verder verneemt de National Zeitung
uit het paleis van den Rijkskanselier, waar
gisteren hertog Ernst August van Cumber
land een bezoek zou brengen, dat de mede
deeling over de ontslagaanvrage van den
heer von Bethmann Hollweg niet au sérieux
genomen kan worden.
Missehien dat deze geruchten grond vin
den in het feit, dat de Rijkskanselier ernstig
ongesteld is.
Afgewacht zal dus moeten worden of en in
hoeverre deze berichten waarheid bevatten.
FRANKRIJK.
De flater van Calmette.
Men weet welke zware beschuldiging de
directeur van de Figaro tegen den minister
van Finoncie'n Caillaux heeft ingebracht en
ook, hoe gebleken is, dat daarvan" niet veel
waar was.
Wat er nu feitelijk waar is van de beschul
diging dat Caillaux de Braziliaansche erfge
namen, die sinds tal van jaren tal van millioe-
nen van den Franschen staat vragen, voor een
zéér klein deel hun zin zou hebben willen
geven, op conditie, dat van Vat ze kregen
80 in de radicaal-socialistische verkiezings-
kas zou vloeien dat is onmogelijk uit te ma
ken, zegt het „A. II." Dat er wel iets van aan
is, gelooft iedereen, maar bewijzen zijn er niet
van. Alles is, indien er onderhandeld is, mon
deling gegaan, in gesprekken tusschen den Mi
nister en den vertegenwoordiger der erfgena
men. En als deze twee, wat in zoo'n gewich
tige quaestie waarschijnlijk is, zeker zijn zich
tegenover derden niet te hebben uitgelaten,
kunnen ze veilig dementeeren.
Heel onwaarschijnlijk echter lijkt het dat
er iets aan zou zijn van de bewering dat de
directie van het .Comptoir d'Eseompte" zoo
maar ineens 400.000 frs. ter beschikking van
den minister zou hebben gesteld voor zijn per
soonlijke verkiezings-doeleindon. Dat er hier
met dergelijke dingen erg gescharreld wordt,
en de politiek dikwijls in de eerste plaats een
geldquaestie is is een feit. Maar dat het zoo
grof zou gaan, zoo dom, zoo onvoorzichtig van
weerskanten, dat zouden we toch alleen maar
geloofd hebben wanneer Calmette met absoluut
overtuigende bewijzen was aangekomen. In
plaats daarvan zei hij al dadelijk dat hij niets
bewijzen kon, en dat men hem maar zonder
meer gelooven moest. Nu alle bestuurders van
het „Cwnptoir d'Eseompte" op hun eerewoord
hebben verklaard, dat er niets, maar ook let
terlijk niets, van aan is verklaring die al
heel onvoorzichtig zou zijn als het niet zoo was,
want dan komt dat toch op een goeden dag uit
mag men aannemen dat Calmette, in weer
wil van de precieso bijzonderheden omtrent
dag. uur en onderhandelende personen die hij
gaf, bij zijn neus is geiiomou. Alleen is dan weer
onbegrijpelijk en onvergeeflijk do lichtvaardig
heid waarmee hij een zoo ernstige besehuldi
ging uitsprak.
ZUID-A FRIK A.
De staking.
De toestand wordt blijkbaar iets heter,
hetgeen zonder twijfel te danken is aan de
krachtige wijze, waarop de regeering heeft
ingegrepen.
Volgens telegrammen uit alle deelen des
lands ontvangen, heerscht overal orde. De
stakers hervatten den arbeid.
Dit korte Reuterbericht uit Kaapstad zegt
meer dan lange telegrammen, want er blijkt
voorzeker uit, dat de staking mislukt is en
dat de stakende arbeiders zélf dit heel goed
inzien.
Te Johannesburg deed de politie een in
val in het hoofdkwartier van de arbeiders
partij tijdens een vergalrrng van afg--vaar
digden der typografenvereeiiigingen, en ar
resteerde alle afgevaardigden ten getale van
62, wegens overtreding van de wet op den
staat van beleg, welke een vergadering, zon
der vergunning der autoriteiten uitgeschre
ven, verbiedt.
Reuter meldde nog het volgende:
PRETORIA, 16 Jan. Alles is hier kalm.
De stakers hebben den arbeid nog niet her
vat, maar velen zouden weer aan het werk
willen gaan.. De stakers op andere punten
van het spoorwegnet in do heele Unie vat
ten langzamerhand Weer het werk op.
JOHANNESBURG, 16 Jan. Een.overzicht
over een afstand van veertig mijlen van
den Rand toont weinig stagnatie in de mij
nen. In de meeste mijnen gaat het werk
gewoon zijn gang, Officieele telegrammen
uit de voornaamste spoorwegcentra deelen
mede, dat een groot aantal arbeiders zich
Aveer komt aanmelden.
Een onderzeër verongelukt.
Engelsche manoeuvres met onderzeebooten
hebben weer slachtoffers gevraagd.
Nabij Plymouth in de haai Cawsand is de
onderzeeër A 7 gezonken. Er waren twaalf
man aan boord onder bevel van een luitenant.
De oorzaak van het ongeluk is onbekend:
nadat eenige oefeningen gehouden waren,
werd bemerkt dat een der booten ontbrak.
Te vijf uur 's avonds was de bemanning nog
in leven. Te Plymouth werd hulp gevraagd
en vandaar gingen bergingsvaartuigen naar
de plaats des onheils, waar tot acht uur des
avonds pogingen zijn gedaan den onderzeeër
te lichten, welke pogingen echter geen re
sultaat hadden.
Hoewel is vastgesteld, dat do bemanning-
van onderzeeërs van deze klasse onder water
ongeveer twaalf uren in leven kan blijven,
heeft men in officieele kringen thans alle
hoop opgegeven.
HOFBERICHTEN.
De* „Prov. Groninger Courant" verneemt,
dat het plan zou bestaan voor II. K. H. Prinses
Juliana een chalet te bouwen bij Bergen in
Noord-ITolland, waar de koninklijke familie
van tijd tot tijd verblijf zou houden. De daur-
voor benoodigde grond moet al zijn aange
kocht.
Gisteren heeft TI. M de Koningin met go-
volg de hardrijderij op schaatsen te Leeuwar
den bijgewoond.
Te 12 uur kwam IT. M met gevolg met een
speeialen trein van do S.S. waarin het salon-
rijtuig van de Koningin was gehaakt aan. Op
het perron waren ter begroeting aanwezig Z.
E. de Commissaris der Koningin in Friesland
mr. P. A. V. baron Van.Harinxma thoe Slooten
en de burgemester van Leeuwarden mr. J. A.
Patijn.
Onder de juichkreten van de toeeschouwers
steeg het liooge gezelschap in de óigouoioito's
van II. M., en begaf zicli naar de woning van
den Commissaris der Koningin -om den lunch
te gebruiken.
Yoor de hardrijderij hadden zich dertien
paren aangemeld.
Hare Majesteit had voor het paar, dat den
eersten prijs won twee gouden horloges met
dito ketting, voor het paar. dat den tweeden
prijs won: voor den man, een zilveren tabaks
doos, voor de vrouw een zilveren heugeltasch
uitgeloofd. Deze prijzen werden door II. M. zelf
na afloop van den wedstrijd in tegenwoordig
heid der directie van de ijsclub in *1° woning
van den "Commissaris der Koningin uitgereikt.
De prijs van SO met de door H. M. uitge
loofde gouden horloges viel ten deel aan Jacob
Faber en Anna Visser van ITempens, die van
40 met de door H. M. geschonken zilveren
tabaksdoos en de zilveren beugeltaseh aan C.
Dijkstra en Wietske Engelsma.
Ilare Majesteit beeft bet baar door de di
rectie aangeboden eerelidmaatschap der ijs-
club aanvaard.
Bij de voorstelling der directie aan H. M.
werd door een dochter van den voorzitter aan
de Koningin een bouquet aangeboden.
UIT DE STAATSCOURANT.
Bij K. B. zijn G. Swartsenburg, geneesheer
te Zegveld en G. F. Crono, hoofd o. 1. s. te
Oudemolcri, gem. Vries, benoemd tot ridder in
do orde van Oranje-Nassau,
De wedstrijden van morgen.
In de Westelijke eerste klasse worden op
den derden competitie-dag van het nieuw-
begonnen jaar de volgende wedstrijden ge
speeld, tenminste
Ik praat daar zoo hard van „worden ge
speeld", maar haast me nu, dit te verbeteren
door: „zijn vastgesteld," want we kunnen
nog niets op liet weer aan. Op het oogen-
blik van schrijven verwachten we na vier
dagen ijsvermaak eigenlijk een lading
sneeuw die nog wel in staat zou kunnen zijn
terreinen onbespeelbaar te maken, om niet
te spreken van de bevroren en zelfs met
ijs-bezette velden als van U. D. en Go-
ahead in Deventer die door den ingevallen
dooi wel eenr in een rnoer&s zouden kunnen
veranderen
We weten niet, hoe het weer Zondag zal
zijn, en kunnen eigenlijk niet beter doen,
dan onder het motto: afwachten, toch onze
beschouwing voor de wedstrijden aanvangen.
„Weer en wind dienende" krijgt Haarlem
morgen o.p Schoten bezoek van het Amster-
damsche Ajax.
We worden tegenwoordig weL een beetje
verwend met belangrijke, veel-belangstel-
ling-trekkende matches in de Spaarnestad.
Daar hadden we eerst den kampioens-
strijd. tusschen Haarlem en H. V. V.; een
week later de Haarlemsche Derby aan de
Spanjaardslaan, nu HaarlemAjax, wat half
voetballend Amsterdam naai- Schoten trekt
en heel dito Haarlem eveneens naar de Jan
Gijzenvaart lokt.
Ondertusschen hebben de twee vorige
groote wedstrijden geen succes voor de 'rood-
broeken opgeleverd, werd met resp. 32 en
110, beide keeren verloren, en dient hierin
wel een verandering te komen Haarlem
moet de geleden nederlagen wreken/door
tegen Ajax zich te herstellen, door nu eens
direct flink aan te pakken met een vurig
willen
De tegenstanders mogen niet worden on
derschat. De Ams:e;:iamsohe voorhoede is
niet bijzonder goed, het schot i3 hier niet
héél gevaarlijk maar de verdediging is hecht
en stevigen het elftal geeft Haarlem
steeds goed partijMaar de roodbroeken
verliezen niet, als ze goed oppassen 1 De
derde „groote match" brengt Haarlem dan
de overwinning 1
H.F.C. heeft van 't jaar voor de compe
titie nog niet verloren I D.F.C. was het eer
ste slachtoffer in 1914, Haarlem het twee
de, maar of V. V. het derde wordt?...
De Utrechtenaren komen aardig op, heb
ben in 9 wedstrijden nu 7 punten, en zijn
vrijwel buiten degradatie-gevaar. Ze zijn bo
vendien op eigen grond zeer gevaarlijk!
V.O.C. was de eerste, die dat ondervond,
vervolgens struikelde Haarlem in de Dom
stad, nummer drie was Sparta, dat met 21
werd geklopt op het U.V.V.-veld. Van de
vijf thuis-matches verloren Vos en z'n man
nen er twee, met 12 en 23, drie wer
den mooi gewonnen, wel 'n bewijs, dat U.
V. V. thuis héér gevaarlijk isl
Het terrein werkt bovendien niet mee,
voor 'n bezoekend elftal, dat er z'n eerste
visite brengt, vooral niet voor zoo lichte
spelers als Haarlem en H.F.C. telt.
Zoo zal het enthousiaste team van Fran-
cken tenminste in den beginne wel
moeite hebben met het terrein, en heel ver
wonderd zoutlen we n'e' kijken, als de pun
ten in het Sticht bleven....
De Maasstad aanschouwt don strijd tus
schen de kampioenen en den „Wassenaar-
sche Leeuw." Het moge hier veie oogen-
blikken spannend zijn. het slot van de his
torie wortft toch vast een zege voor de
Hagenaars.
Van Quick—V.O.C. zou ik geen Haagsch
succes durven verwach en. Misschien va'.t
het Residentie-spel mee, maar onder gewo
ne omstandigheden lijkt cm overwinning
voor V.O.C. het meest waarschijnlijke.
1 H.B.S. zal op haar beurt wel willen pro-
fiteeren van de Dordtsehe verzwakking,
maar het kon hier toch wel eens bij 'n gelijk
spel blijven.
Van het groote programma nemen we het
volgende over:
Westel. Ie klasse
Haarlem: HaarlemAjax.
Utrecht: U.V.V.—H.F.C.
Rotterdr-n: Snarta—H.V.V.
Den Haag: QuickV.O.C.
Dordrecht: D.F.C.—H.B.S.
Oostel. Ie klas-se.
Tubantia— G.V.C.
Go aheadP. W.
QuickU. D.
VitesseRobur et Velocitas.
Zuidel. Ie klasse.
VelocitasWilhelmina.
M. V. V.'t Zesde.
iWillem II—V. V. V.
.Westel. Res. Ie klasse.
H. F. O. II—A. F. C. II.
Hercules IIHaarlem H.
V. O. C. II-Quick II.
II. B. S. II— D. F. C. H.
H. V. V. H—Sparta II.
West. 2e klasse.
A. D. V. S.—D. V. V.
XerxesDordrecht,
B. A. F. C.—R. F. C.
V. C.—Blauw Wit.
O. V. V. A.—R. A. P.
D. E. C.Allen Weerbaar.
We t. 3e klasse.
O. H. S. V.—A. D. O.
L. V. V.Bloemendaaï.
D. HollandDamiaatjes.
HeemstedeStormvogels.
E. W. F. C.—Hollandia.
Sport—Purmersteijn.
Willi. Vooruit—Z. V. V.
HENK-
De Olympische spelen.
Wij lezen in de „Kölnische Zt.":
De begrootihgscommissie van den Rijksdag
heeft do aanvrage van 'n som van 46,000 M. als
eerste termijn van het crediet ter bestrijding
der kosten van voorbereiding en van het hou
den der Olympische Spelen 1916 te Berlijn, af
gestemd.
j Von Podbielski, de voorzitter van het Duit
sche Comité voor Olympische Spelen, liet zich
over bovengenoemd besluit als volgt uit:
„Hoezeer ik ook het genomen besluit be
treur, in 't bijzonder om den weinig gunstigen
indruk, dien zulks in het buitenland zal ma
ken, toch kan ik niet gelooven, dat de Duitsche
Rijksdag met dit besluit der begrotingscom
missie aceoord zal gaan. Toen in Juni van het
vorige jaar de leden van den Rijksdag gevolg
gaven aan de uitnoodiging van het Duitsch
Olympisch Comité tot bezichtiging van het
pasgebouwde stadion, heb ik uit gesprekken
met heeren van alle partijen den indruk ge
kregen, dat iedereen goed begreep het groote
nationale belang van de Internationale Olym
pische Spelen in 1916 in Berlijn.
„Daarom ben ik nu te meer verbaasd dat er
thans afgevaardigden zijn, die deze Olympische
Spelen: „private Veranstaltung" noemen.
Daartegenover moet worden opgemerkt, dat
het Duitsche Rijk na twintig jaren lang van
de gastvrijheid van vreemde landen te hebben
gebruik gemaakt, zich in 1912 te Stockholm ten
overstaan van de geheele wereld bereid heeft
verklaard, in 1916 ais gastheer op te treden.
„Ik beschouw het als een vanzelfsprekende
plicht van eer, dat wij onze gasten uit alle
landen der aarde op een Duitschland waardige
wijze ontvangen en dat daarom de Duitsche
Rijksdag het hiertoe benoodigde geld natuur
lijk zal toestaan."
Mond- en klauwzeer.
Naar vernomen wordt, heeft de Minister
van Landbouw, Nijverheid en Handel de burge
meesters doen verzoeken, dat van gemeente
wege worde voorgeschreven, dat veekooplieden
uit streken, waar het mond- en klauwzeer
voorkomt, gelijk thans o.a in België het geval
is, het marktterrein niet betreden, alvorens
handen en schoeisel zijn ontsmet en hun voor
den duur van hun verblijf op de markt van
gemeentewege, zoo noodig, een kiel en beeulap-
pen zijn verstrekt.
Omtrent de toepassing dier voorzorgsmaat
regelen gelieven de burgemeesters overleg te
plegen met de betrokken districts-veeartsen,
terwijl de kosten aan het Rijk in rekening kun
nen worden gebracht. Genoemde maatregel
wordt genomen teneinde overbrenging van
smetstof van mond- en klauwzeer door vee-
kooplieden zoo mogelijk tegengaan.
XIII.
P. Hilarion Thans, O. F.M.,
Omheinde Hoven. 1)
Het beste gedicht van'dezen flinken bundel
"vind ik de Opdracht op biz. XI.
»Al rees, van zóóveel zangen, géén gewijde,
dat was te têer en schuw eene innigheid
uw zorgen onvermoeide en offprbfijde;
al zweeg ik mijde wat ik laat belijd:
dat nimmer hart me liefde heeft ge<3ragen,
noch dragen zal, als de uwe om mij gebreid;
door, in mij klagen wou, daar al wat rein
eu vroom en edel in mijn ziel kon dagen,
was van ïiw ziel, de zon, een wederschijn,
was van uw hart, de bron, een beek ontvloden,
zoo had ik mjj beloofd: dit boek zou zijn
een groene kroon uw lief, grijs hoofd, gebo
den!
Doch vóór mijn dank ze rond uw slapen wond
werdt gij eene arme, kleine, blanke doode!
O smart, die noode in woorden wil: ik vond
u bleek van lippen, marmerkille uw wangen,
en aclil uw oogen en uw zoeten mond
in eeuwig zwijgen, vasten nacht gevangen!
Maar "dat uw zie], Moeder, die zalig is,
mij zegene, nu aan uw grafkruis hangen
mijn zangen, rouwkrans in gedachtenis."
.1) Uitgave der Sint-Lambrechtsgilde van
Limburg; Leuven. De Vlaamsclie Drukkerij
*4 Minderbroedersstraat; Hasselt, Eug. Leëen,
*913.
Het boek is een eersleling van den onge
veer dertigjarigen dichter. De versblocmen
van den bundel zijn alle ontloken binnen de
„omheinde boven" der kloosters. De heer
J. Leynen, die, aks ik me niet vergis, hier te
lande reeds een voordracht hield over dich
ter en gedichten, vertelt in een korte voor
rede het een en ander over de wordingsge
schiedenis dezer laatste. Hij verhaalt daarin,
dat een goede vier jaar geleden de dichter
op het ziekbed werd geworpen. „Daar, in de
ingetogenheid zijner ziel en zijner monniks-
cel, neuriede hij, voor zich alleen, zijne eerste
i zangen." Verder zegt de heer Leynen daar
o.a. nog:
„Voor hem, zooals voor Lamartine, was de
j poëzie geenszins eene kunst. Zij was hem:
verlichting van zijn eigen hart. dal zich
wiegde in eigen tranensnikken." Weemoed
klaagt er dan ook door de meeste dezer ge
zangen. Geen lieiderische, maar de weemoed
van den Christen, die zich moeizaam pelgri-
meerend weet naar zijn eeuwig doel. „Wie
helpt het," luidt de stille klacht, in vers
XXIV,
„Wie helpt het dat wij nimmer mogen poozen
Eén oogwenk, langs de drukke levensbaan,
Hoe welig ook prieelen rood van rozen,
Of looverkoele hoven noodend staan?
Aldóór den pelgrimsstaf in 't stuifzand slaan,
En éven maar met tranende oogen koozen
Blank vredehuis in schemer diepe laan,
Dat al ons wenscben tot hun rustoord kozen.
Voorhij! Voorbij! ge waart me woud-kapel:
Bljj klokje luidde, ruitjes blonken hel.
Ik spoedde als 'schaap naar kooi van goeden
herder;
Zat neer aan voet van minzaam beeld, ik
werd er
Aan milde giften rijker, wilde wel
Daarnaast een kluisje bouwen, maar moet
verder!"
De verzen zijn over 5 afdeelirsgen verdeeld. Die
heeten'; Zieke Bloemen: gedichten, door
den dichter tijdens zijn ziekte geschreven;
Door de dagen: indrukken van wandelin
gen in en rond Schaarbeek bij Brussel; „zijn
doodsangst, zijn verzuchtingen toen de oude
kwaal hem dreigde terug te stooten in de
zwarte diepten der vroegere ellende, en, hij
nieuw herleven, zijne zielsaandoeningen in
kloosterkerk en kloostergaard."2) Geheime
hulden: verzen van dankbaarheid en zege
ning, en mystieke poëemen; Glansrivie-
r e n:
Kent gij die glans-stil glijdende rivieren,
Wier blank gezwollen boordevolheid spant
In groene dijken, en die kronkel/wieren,
Bij traagzaam trekken over laagte-land?
Zij spieglen weer aan rimpelloozen rand,
Van rilden berk de-groene wuif banieren,
Zuil zware beuken, daken rocd-gepand,
Eu ranke roerloosheid van populieren.
Zóó als die beeld bezonken glansrivieren,
Avmihegoude, wazig-morgenbleek.
En droevig grauw hij lager wolken gieren,
2) Voorrede, hlr. VIT.
Doorvoer n ijn ziel diep spiegelend de streek; gediehts aan; ik herinner me niet. dat ooit
ergens gezien te hebben. Het valt ook op,
dat de regels nergens in- of uitspringen. Zou
dat soms vergelen zijn?
j Het hoek is heel goed verzorgd. Met zijn
niet mecsieepeuden maar toch wel sympalhiè-
i keu inhoud kan het gerecommandeerd wor
den aan een ieder, die er den tijd voor heeft
om in een uitgestrekten koren-akker de blau
we bloemen bijeen te zoeken.
Eu naar de lucht stond blauw, of misten bin-
gen,
Droeg zij de droefheid en de vreugd der diu-
gen."
De laas!afdeeling geeft godsdienstige
schoonheid: In vroom beschouwen.
De dichter van het „Buch der Lieder" sprak
een kleine 1 onderd jaar geleden den wenscli
uit. dat er een belasting zou ingevoerd wor
den op som.often. Indien hij zijn zin kreeg,
dan zoude p. Thans ongetwijfeld tot de
hoogstaang(slagenen belmoren. Er staan een
groote honderd klinkerts in dit hoek. Er zijn
er talrijke l"ij van wezenlijke bekoring. Over
't algemeen is deze bundel aantrekkelijk. De
dichter is klaarblijkelijk een vroom en be
schaafd man, wiens gevoeligheid zich in da
gen van lijden wonderlijk heeft verfijnd. De
verzen, die hij ons schonk, dragen den stem
pel van innige oprechtheid. Diep treffend zijn
ze zelden. Men hoort er weinige nooit-aldus-
gehoorde tonen in. Er zou uit het. omvang,
rijke boek wel een keurbundeltje te maken
zijn; we behoefden dan naar werkelijke diep-
eelite poëemen niet te zoeken. Ik hoop, dat
het volgende bock des dichters ons de vruch
ten van zijn onbetwistbaar talent zal bieden
in grootere uitlezing.
De in België vertoevende pater Thans is
een geboreit Maastrichtenaar; hij schrijft heel
zui\*r Nederlandsch, alleen vallen er som
mige eigenaardige woorden op: mijde, het
ongestuim, wijer. Boven sommige verzen
geeft hii met eenige woorden het motief des
Marie Koenen,
Van YVensclien en Wonderen. 3)
Dit nieuwe boek van de begaafde schrijf
ster bevat zeven sproken eu legenden. Het
is geschreven voor kinderen, en als men uit
zondert een enkele buiten de kindersfeer val
lende uitdrukking, is het afs zoodanig eeu
j welkome verschijning in onze literatuur,
j Doch ook ouderen zullen het gaarne lezen,
vooral om hel dichterlijk allure der vertellin
gen en den voornamen eenvoud der volzin
nen. Hooge kunst is het noelilans *niet; het
sentiment is er afwezig, of heel ondiep.
Zonderling is het slot van het verhaal De
Boozeen de poorters van Bliigaard.
Men bewijst aan een overigens lofwaardige
zaak geen dienst, door uit een neo-romau-
tieke mouw een vechtlustig aapje te lateu
springen, een sohlëtair schuminkeltje.
J
Van S.
3) Lente-Serie. C. F. Théonville, Leiden.
Geb. 1—