ip.w.srweehulfscji, ztarteiiorls st Slobkousen. Winterpanfofielsi STADSNIEUWS - Jfc Pruisen geannexeerd. De band tusschen Ne derland en Luxemburg bleef slechts tijde lijk. Luxemburg was imipers alleen door een personeeie unie met Nederland verbonden en stond geheel op zichzelf. De Belgische opstand van 1830 breidde zich ook over Luxemburg uit en met uitzondering van de Duitsche bondsvesting Luxemburg en om streken werd het land een deel van België. Maar door het Londensche tractaat van 19 April 1839 kwam het Duitsche deel van het groothertogdom weer aan den koning van Nederland, terwijl alleen het westelijke Waalsche gedeelte met België vereenigd bleef. Na het ontbinden van den Duitschen Bond in 1868- trad Luxemburg wel niet tot den Zuid-Duitschen Boni toe, maar het bleef toch bij het tolverbond en de vesting bleef in handen der Pruisen. Toen de Koning der Nederlanden Luxemburg in 1867 bij verdrag aan Napoleon III wilde afstaan, deed Prui sen er zijn aan3oraken op gelden. Een con ferentie van de vertegenwoordigers der Groote Mogendheden en van Holland en Bel gië te Londen bracht 11 Mei 1867 het ver drag van Londen tot stand, waarbij de on zijdigheid van Luxemburg vastgesteld en 't gebied onder gemeenschappelijke bescher ming der groote mogendheden werd gesteld. Terzelfdertijd werd besloten, dat de Pruisi sche troepen de vesting zouden ontruimen, en dat de vestingwerken zouden worden ge slecht. Dit geschiedde echter eerst in 18/2. Bij de overgave van 't land aan den Ko ning van Nederland, in ruil voor de erflan den, was bepaald, dat het erfrecht voor het 'auis Oranje-Xassau alleen in de mannelijke linie gold. Dit was overeenkomstig het in 1783 tusschen de beide Nassausche liniën ge sloten verdrag, hetwelk bij de Congresacte van Weenen en Londen werd bevestigd. Bij den dood van Z. M. Kon'ng Willem Hl werd dus Luxemburg van Nederland gescheiden en volgde hertog Adolf van Nassau, die ge durende konln' s ziekte reeds als regent wil-, de optreden, als groothertog op. De privaat domeinen van den koning werden voor drie mi ioen aangekocht. In 1905 volgde hertog Wilhelm Alexander sijn vader op. En daar uit diens huwelijk met de infante Marie Anne van Portugal zes dochters waren geboren en het zich liet voorzien dat geen mannelijke opvolger zijn rechten op het hertogdom mettertijd zou kunnen laten gelden, werd bij de familie- statuut van 16 April 1907 de erfopvolging in de vrouwelijke lijn in Luxemburg gere geld. Een wet van IQ Juli d.a.v. bekrach tigde dit statuut en dienovereenkomstig volgde de oudste van 's hertogs dochters hem bij zijn overlijden op 12 Febr. 1912 als groothertogin op. Zij is nog zeer jong, 14 Juni 1894 op hot kasteel Berg geboren en dus nog geen twin tig jaar oud. EEN ONDERSCHEIDING. De heer J. J. de Silva, journalist te Am sterdam is benoemd tot Commandeur twee de klasse in de orde de Honor y merito de la Cruz Roja Nacional van Cuba. GEWAARSCHUWD. In de Zaandamsche „Voorpost", het or gaan van den heer Duys, wordt verzekerd, dat de sociaal-democraten, nadat zij een meerderheid in den gemeenteraad hadden gekregen, van stonde af aan alle krachten hebben ingespannen om een sociaal-demo craat tot burgemeester benoemd te krijgen. Hier moest een antwoord worden gegeven op de holsche demagogie van vrijzinnige zij de over de weigering der Minister-portefeuil les. Er moest nu eens getoond worden, dat de sociaal-democraten de verantwoordelijk heid voor het aanvaarden van het bestuur op zich durfden nemen. Intusschen begint het „Friesch Volks blad" zijn partijgenooten er op voor te be reiden, "dat de socialistische burgemeester zoomin als een socialistische gemeenteraad „ergens een aardsch paradijs kan vestigen." De nieuwe titularis zal te Zaandam alleen „nuttig werkzaam kunnen zijn." De Zaandammers zijn dus al vlug gewaar schuwd niet te veel ineens te verwachten, merkt de Tijd op. MondjesmaatI Eedwelmd. Bij een bioscoopvoorstelling Ai de zaal van -,,de Jonge Prins" te Wor- merveer zijn vijf bezoekers bedwelmd ge raakt, naar men zegt door benzine-damp, welke zich door de-zaal verspreidde. Ook verschillende andere bezoekers gevoelden zich niet goed. De patiënten werden door dr. Smit behandeld en de voorstelling werd gestaakt. Gebleken is, dat het toestel de fect was. GEMEENTERAAD. (Vervolg.) B. en W. stellen voor, om voor 31,000 de gronden van de N. V. „Buiten Spaarne" aan den Sehalkwijkerweg aan te koopen, en voor den aankoop en de daarop vallende kosten 32,000 te voteeren. De heer Mr. HEERKENS THIJSSEN heeft nog geen degelijk motief gehoord van het voorstel van B. en W. Het bouwen van een school daar is nog iets in de toekomst. Een goede houw is gewaarborgd door de bouwverordening en onze ambtenaren. Spr. vraagt wat men met den grond moet doen. Spr. wil niets andere dan dat men met den grond gaat speenleeren. Dit zal niet naar den zin ziin van den heer Naglzaam e.s. Die wenseht den grond te koopen en dan in erf pacht te geVer. Reeds lang a-ekden is over dat stelsel gesproken in den Raad en is 't be keken. Maar sirr. verzekert dat de gemeente dit stelsel gelukkig al lang heeft laten varen. Met een 'poging om het erfpacht in te voe ren zal men geen succes hebben, j De heer NAGTZAAM: Nu misschien nog niet i De heer Mr. HEERKENS THIJSSEN: De gemeente heeft nog gronden en zal blij ziin die te kunnen verknopen. Wil men inrich tingen weeren als de lakfabriek, dan moet men heel Haarlem koopen. Spr. is tegen het voorstel van B. en W. De heer SLINGENBERG zal vóór het voor stel stemmen. Hij is het eens met den heer Kleynerberg, dat de gemeente ren hetere grondpolitiek moet voeren. Verder zou het gewerecht zijn dat de gemeente terrein heeft om b.v., zonder winst na te jagen, grond te verkropen aan vereenigingen, die arbeiders woningen houwen. Dat zou ook een bevorde ring van het goede doel zijn en daarom zal spr. gaarne over de 50 cent, die de grond te dunr is, misschien heenstappen. De heer WELSENAAR zegt dat arbeiders woningen daar niet gebouwd kunnen wor- den, omdat de "undeeringen daar te diep moe ten ziin. Op zün minst 2.00 meter. 'De heer KLEYNENBERG wijst er op, dat men in vroegere jaren al eens meer groote terreinen heeft kunnen aankoopen. Spreker wijst op de gronden bü 't Klooster en meent dat de raadsleden zich de haren nit het hoofd zullen trekken, als zij denken dien grond niet gekocht te hebben. De heer Thiissen valt argumenten aan voor den aankoop, doch verzuimt te zeggen waarom men niet zal koopen. Deze grond kan tegen billijken priis gekocht worden. Spr. is er voor alles te koopen wat maar gebruikt kan worden. De heer WELSENAAR vult ziin betoog aan met te zeggen dat de grond zoo duur zal worden, omdat men er zal moeten heien. De heer VAN DEN BERG heeft ook im mer geiiverd om steeds maar grond te koo pen. Dan zon voorkomen zijn dat men uit bouwen had gekregen, waar men niet van weet hoe men er mee aan moet. Verder erkent spr. ook dat erwoningnood is en geeft daarvan een staaltje. Ook om hierin te voorzien, is het gewenscht dat de gemeente grond in bezit heeft. De heer POPPE is voor goede grondpoli tiek. De hoer Thijssen is tegen aankoop, maar andere gemeenten geven het voorbeeld. De grond in steden stügt in waarde en het is zaak zich daar tijdig meester van te maken, ten bate der gemeenschap. De heer Thijssen verdedigt de zaak van het standpunt der be zittende kasse. (Gelach). De heer LASSCHUIT meent dat de grootte van het terrein niet waard is er zoolang over te praten. Hij acht den grond te duur. De heer NAGTZAAM wijst op Amsterdam, dat eenige jaren geleden grond heeft kunnen koopen en dat niet deed om dezelfde redenen als Mr. Heerkens Thijssen dat niet wenseht, en nu moet Amsterdam den grond tienmaal duurder betalen en tot onteigening overgaan. De heer DE BREUK antwoordt o.a. dat er op dat terrein wel arbeiderswoningen kun nen gebouwd worden. Verder zegt spr. dat men B. en W. terecht een verwijt zou heb ben gemaakt, als zjj niet met het voorstel waren gekomen, om den grond te koopen. Op een betoog van den Voorzitter, dat hij niet nalatig zou zijn geweest om van het verschillend standpunt in het college van B. en W. te doen blijken, in 't raadsstuk, merkt de heer MODOO op, zich wel degelijk in het eoliege van B. en W. tegen het voor stel te hebben verklaard. De VOORZITTER herinnert zich dat niet. Het voorstel van B. en W. wordt aange nomen. Tegen de heeren Andrene, Wilkens, Wel eer/aar. Modoo. Lnsscbuit, Mr. Heerkens Thijs sen, Ribbius en Rinkcma. Ver/iooging jaarwedden directeuren tl. B. S. en rector Gymnasium. B. en W. stellen voor te bepalen dat de jaar wedde van den directeur van elk der H. B. Scho len en van den reclor van het Gymnasium min stens f 4000 zal bedragen met tweejaarlijksche verhoogingen van 200, tot een maximum van f 5000. De heer BREGONJE heeft geen verzoek ge vonden van de betreffende personen. Spr. neemt dus aan dat het initiatief van B. en W. is uit gegaan. Dat juicht spr. in het algemeen toe, maar spr. vraagt of er aanleiding toe is. Spr. meent dat het 't best is om de loonen niet verder van elkaar af te brengen, maar tot elkaar te brengen. Spr. acht een verschil van f 1100 tus schen de wedden van leeraren en directeuren te groot, 't Verschil voor den directeur der H. B. S. vindt spr. op het oogenblik voldoende. Spr. heeft geen gelegenheid gehad om te onderzoeken hoe het met dat salaris is geloopen en kan er niet verder over oordeelen. Wat den rector van het Gymnasium betreft, steeg diens salaris in de laatste vier jaar met f 1000.dat der leeraren Heef van 1905 tot 1912 op dezelfde hoogte. In 1912 kregen de leeraren de verhooging, die de rector al gekre gen had. Spr. vergelijkt Haarlem met andere steden. Amsterdam, Rotterdam en den Haag geven hooger salarisDordrecht hetzelfde, Gro ningen en Arnhem minder. Spr. kan dus moeilijk medegaan met het voor- sel van B. en W., te meer ,waar de wedde nog in 1911 pas verhoogd is. Een vergelijking met andere plaatsen maakt voor ons geen slecht fi guur. Spr. waardeert het werk van directeuren en den rector, zij hebben een mooi werk, maar dat kan niet altijd in geld worden afgekocht. D e heer KLEIJNENBERG verdedigt het voorstel van B. en W. om de jaarwedden te ver- hoogen. Een verschil tusschen leeraren en direc teuren bestaat niet. Het zijn zelfstandige per sonen. Hij stelt de groote en verantwoordelijke werkzaamheden van de directeuren en den rector in het licht. Er is geen vergelijking te maken tusschen de taak der laararen en die der direc teuren. Spr. juicht toe dat het salaris van de leeraren op f 3400 is gebracht, waardoor jonge lui zich daaraan willen geven. Een feit is dat het aantal directeuren in Nederland met een lantaren is te zoeken. Het schijnt veel voordee- liger te zijn om leeraar te zijn en tehuis lessen te geven, dan directeur te zijn. De heer BREGONJE: Och komf De heer SCHRAM vindt het geval buitenge woon moeilijk, omdat het hier geldt personen, wier werk goed is en goed moet betaald wor den. Spr. vindt het jammer dat geen vergelij king van wedden is gegeven met H. B. S. uit andere steden. Ook wijst hij er op dat directeu ren steeds in examen-commmissies zitten, en leer lingen in huis hebben. Spr. zal tegen het voor stel stemmen. -Hij vindt dat in de redeneering van den heer Bregonje meer logica zit, dan in die van den heer Kleijnenberg. Daar ontbreekt zij geheel. I De heer KLEIJNENBERG: Ik zal niet in gaan op de schijnbaar beleedigende woorden van den heer Schram, dat 't mij geheel aan logica ontbreekt. Ik zeg „schijnbaar", want hij weet niet wat hij zegt. Spr. zet zijn bedoeling van het gesprokene uiteen. De heer SCHRAM noemt de uitdrukking van den heer Kleijnenberg minstens ongepast en zegt allerminst de bedoeling gehad te hebben om den heer Kleijnenberg te beleedigen. Spr. weet zeer goed wat hij zegt, hij komt voor zijn overtui ging uit. De heer ANDREAE vraagt of ook directeu ren evenals de leeraren, uitbetaald krijgen de uren, die zij meer werken, dan waarop zij waren aangesteld. I De heer LOOSJES antwoordt dat dit niet het geval is. In den laatsten tijd is er een uitzonde ring gemaakt voor den directeur der H. B. S. met handelsschool. Een groot tekort aan leeraren heeft gemaakt dat bij den Handelscursus de leeraren zeer overbelast zijn geweest. Dit doordat uitbreiding van het aantal leeraren door den Raad is geweigerd. De beweegreden waarom in 1912 de wedden der leeraren zijn verhoogd was, dat in Amsterdam de wedden werden verhoogd. Spr. vraagt waarom dezelfde afstand niet be tracht kan worden voor de directeuren. Door de heeren Bregonje en Schram is gewe zen op het rapport van curatoren van 't Gym nasium, welk rapport afwijzend op dat voorstel adviseert. Maar spr. wijst er op dat dit rapport toch alleen maar waarde heeft voor den rector en niet voor den directeur. Verder wijst spr. op eenige onjuistheden en onvolledigheid in dit rap port en meent dat niet voldoende aandacht door de sprekers is geschonken aan de rapporten van de inspecteurs. Spr. meent dat dit voorstel een gevolg is van de verhooging in 1912 aan de leeraren toegestaan, j De heer BREGONJE repliceert. De heer VISSER meent dat het argument dat de afstand tusschen wedden van leeraren en directeuren te groot is, voldoende weerlegd is. Ook meent hij dat een vergelijking met andere steden niet in het nadeel van Haarlem uitloopt. De heer SCHRAM voert ook nog het woord en wijst er op dat men hier reeds spoedig het maximum bereikt. Indertijd was een argument om de wedden te verhoogen: deze op peil te brengen. Dit argument is nu niet aanwezig. De heer HULSWIT wijst op den uitstekenden naam die Haarlem heeft op onderwijsgebied. Een Indische familie vestigde zich hier ter stede alleen daarom. Spr. meent dat die naam om eenig geld niet in gevaar mag gebracht worden en beveelt het voorstel van B. en W. aan. De heer V. LOOSJES antwoordt de heeren Schram en Bregonje. De heer KLEIJNENBERG stelt voor de sala rissen met oigang van 1 Januari vast te stellen op f 4000f 4500 en met 1 Jan. 1915 een ver hooging toe te kennen van f 200. Het voorstel van B. en W. wordt in stemming gebracht en verworpen met 16 tegen 15 stemmen. Het voorstel van den heer Kleijnenberg wordt aangenomen met 22 tegen 9 stemmen. Tegen de heeren: de Braai, Visser. Schram, Modoo, Bruch, v. d. Berg, Bregonje, Nagtzaam en Poppe. Electriciteit aan Heemstede. Het contract tot levering van electrisehe energie aan Heemstede is op 30 April 1913 afgesloten. De levering zou 1 Januari j.l. moe ten zijn aangevangen, doch de werken zijn niet gereed gekomen. Mistdien stellen B. en W. voor den termijn van levering met vier maanden te verlengen. Goedgekeurd. Wcrkliedenreglemcnt. B. en W .stellen voor den staat van werk lieden, ingevolge art. 1 Werkliedenregleinent, wederom vast te stellen, zooals in het ont werp besluit is aangegeven Goedgekeurd. Wijziging Loonklasscn. B. en W. stellen, ingevolge verzoeken die zij billijk achten, den Raad voor, de fitters bij de gem. duinwaterleiding te plaatsen in klasse 5 en de hulpfitters en den voorman graver bij dat bedrijf in de 3e loonklasse, met ingang van 1 Januari j.l. Goedgekeurd. Intrekking raadsbesluit. Ingetrokken wordt het raadsbesluit sub I van 't raadsbesluit d.d. 29 Maart 1899 no. 13, waarbij aan de firma voorheen Gebr. Figee in huur werd afgestaan een gedeelte openbaar vaarwater aan de LeidscheVaart. De huur overeenkomst is niet vernieuwd. Aanvaarding grond, bestemd voor straat. B. en W. stellen voor, behoudens goedkeu ring van Ged. Staten, kosteloos en om niet in eigendom te aanvaarden een gedeelte grond op de gronden van het voormalige „Huis ter Spijt," welke bestemd wordt voor straat. De nadere voorwaarden daarvoor zijn opgenomen in een concept-raadsbesluit. \oor bijdrage in de kosten van openbare werken moet worden gestort een. bedrag van 21,120. ƒ21,120. De heer LAASSCHUIT verzoekt B. en W. te overwegen of bet niet mogelijk is een vast systeem te volgen voor de bepaling van bijdra gen in de kosten van aanleg van straten. Nu hangt men alleen af van den directeur van Opb. Werken en bepaalt die naar elk bouwplan. Dat geeft moeilijkheid voor de bouwers. De heer DE BREUK zegt dat dit lastig zal gaan. Het hangt niet alleen af van den directeur, maar het komt ook in de commis sie. De heer LASSCHUIT herinnert zich niet dat de Raad iets omtrent den prijs be paald heeft en dat zou toch wenscbelijk zijn. De beer DE ÊREUK acht het onmogelijk om te bepalen wat per M2 betaald moet wor den. Bij sommige plannen behooren kunst werken b.v. Echter wil spr. het wel over wegen. De heer RINKEMA meent 'dat er wel dege lijk een raadsbesluit is, waarbij bepaald is wat er bij te dragen is. Dit was na het klinken- en keiendebat. Yan die bepaling kan worden afgeweken bij afzon derlijk raadsbesluit. Om over de kosten te besluiten moet de raad over de rekening van Openb. Werken be schikken. Een keibestrating kan veel langer mede dan een klinkerbeatrating. Spr. wijst op De heer V. LOOSJES bekent dat er geen het Kleverpark, waar men nu aan het vernieu wen mboet gaan. De heer LASSCHUIT zegt dat de kosten te stijf berekend worden en moeite geven voor de exploitaten, Klinkerstraten behoeven niet gauw stuk gereden te worden, als ze maar van goed materiaal worden gemaakt. De beer RINKEMA zegt dat de directeur een uniformtarief rekent. De gronden kunnen niet anders worden overgenomen dan volgen» een vroeger genomen raadsbesluit. De heer DE BREUK vestigt er de aandach". nog op dat de stukken ter visie hebben gele gen en in de commissie zijn goedgekeurd. i Het voorstel van B. en W. wordt goodge keurd. Onbewoonbaarverklaring Met bet oog op den hoogen leeftijd van der bewoner stellen B. en W. voor den termijn voor ontruiming van perceel Gierstraat 18 b te verlengen met zes maanden. I Goedgekeurd. Put- cn keetbazenstelsel. j De heeren Nagtzaam en Poppe stellen voor in de bestekken voor gemeentewerken de vol gende bepaling op te nemen: „Het is verboden op het werk werklieden en die te huisvesten in keeten. arken e.a tenzij de Directie bet in 't belang van het werk noodig oordeelt of B. en W. vergun ning tot afwijking van de bepaling gegeven. Bij afwijking of ontheffing moet de aan. nemer kosteloos huisvesting verstrekken in keeten, die voldoen aan de eiscben, door B en W. vast te stellen. Tevens moet bij voor zijn rekening voeding en verdere verzorging verschaffen en de benoodigbeden hiervoor. Hij mag de geldswaarden hiervan, die tei beoordeeling van de Directie, niet hooger mogen worden berekend dan tegeu den kos- tenden prijs, in mindering brengen op het be paalde minimumloon." B. en W. achten opneming van een der gelijke bepaling niet noodig, omdat bet ge wraakte stelsel in onze gemeente niet voor komt. Mocht de Raad er anders over denken dai stelden B. en W. bet volgend concept-besluit voor: De Raad eenz. besluit. B. en W. uit te noodigen in de bestekken voor gemeentewerken op te nemen de volgen de bepaling: „Aan den aannemer wordt niet toegestaan, dat door hem op het werkterrein keeten wor den opgericht, bestemd voor buisvesting van werklieden. In bijzondere gevallen kan door B. en W. op schriftelijk verzoek van den aannemer, onder door hen te stellen voorwaarden ontheffing van deze bepaling worden verleend." De beer NAGTZAAM vraagt of bet de be doeling is van het concept-raadsbesluit wan neer het wordt aangenomen, dat voorkomen wordt dat in de keeten wordt gewoond en ten tweede dat de keetbaas geen negotie mag drijven. De VOORZITTER zegt dat dit concept besluit slechts een handleiding is. Het voor stel van B. en W. is op bet verzoek afwijzen'5 te beschikken. De beer NAGTZAAM zegt dan 't concept besluit tot het zijne te willen maken, en de motie Nagtzaam en Poppe in te trekken. Spr. geeft toe dat het niet dikwijls biei voorkomt, maar bet gebeurt toch, zooals dezen zomer bewezen werd. In den lande wordt tegen bet stelsel opgetredeu, de regeer ing ging daarin voor, en spr. meent dat bet stel sel alleen degelijk kan bestreden worden, als alle steden er aan mede doen. Het voorstel vUn den heer Nagtzaam werd aangenomen met 26 tegen 5 stemmen. Tegen de heeren Ribbius, v. Styrum, V. Loosjes, Kruseman en de Breuk. De beer Nagtzaam stelt de bedoeling van het raadsstuk nader in bet licht, zooals hij bet reeds uiteenzette. Benoemingen. De heer KLEIJNENBERG prijst bet dat voor de commissie van Lich. Opvoeding ge dacht is, aan vele personen, die zich onder scheiden op sportgebied maar bet ko-mt spr. eigenaardig voor dat mej. A. Zanstra, die reeds 12 jaar op sportgebied op den voorgrond treed, no. 2 staat en een mevrouw, waarvaD nooit gehoord is. no 1. Den beer TIMMER spijt het dat de naair gemist wordt van den heer J. H. v. d. Boom. Dit is een zeer op den voorgrond tredende persoon. Hierover spreekt de beer Timmer zijn leedwezen uit. aanleiding was om den heer v, d. Boom niet op de voordracht te zetten. Gedacht werd dat de commissie, zooals voorgesteld, goed ia. Wil men den beer v. d. Boom nemen, Ban is daar niets tegen. den loop van 'den morgen zijn Lordschap gaan opzoeken. Indien bij mij inschikkelijk behandelt,zal ik hier lerugkeeren, zoo spoe dig de onislandigheden het mij veroorloven en de zaak tot een einde brengen, ik zal u dan vrijlaten na nw eerewoord ontvangen te hebbeu, dat ge uw neus niet meer in mijn za ken znlt steken, Hector bad moeite om zijn lachen te weer houden, daar men hem in staat achtte, geloof te slaan aan een belofte, die nit zulk een bron kwam. „En indien Lord Purbeck niet wei scht afgeperst te worden!" vroeg bij kalm. „In dot geval zal ik andere maatregelen treffer. Ook dan zal ik terngkeeren, maar met een'arider doel. Ik zal dan niet de olijftak omhoog houden of wederom uw pistool trot- 6eereu, mijn vriend. Ik zal buiten de eerste deur wat ontplofbarestoffen prepareeren, die u eerst in stukken zullen doen vliegen, eu dan sluit ik uw overblijfselen op, tegelijk met de bewijzen van mijn indnstrieele werkzaam heid voor altijd of in ieder geval zoo lang totdat uw overblijfselen opgegraven worden door de een of andere ondernemende geoloog der toekomst. Het zon een spel met den dood worden, ■waarbij de dood de meeste kansen had, doch jiet scheen de eenige nitweg. Hector besloot lie kans te wagen. Gedurende eenige oogeu- blikkeu aarzelde hij, bevangen door de plot selinge vrees, dat Mapleton, zoodra hij aan den anderen kant van de deur was gekomen jen buiten 't bereik van het pistool was. aan stonds zijn ontploffingspreparnat zou gaan bereiden, op zoodanige wijze, dat zoodra bij zelf uit den tunnel was, de ontplofing zou planls hebben. Maar eenig nadenken overtuig de hem dat er tenminste een uitstel zou zijn, tot Lord Purbeck „ja" of neen" had geant woord op den afpersingseiscb. Indien er een ontplofing in de groeve plnals greep, met al hel gerucht, dal die zou maken, vóór Mapleton zich verzekerd bad van den buit. dan zou hel onwaarschijnlijk zijn, dal bij er zich nog we] ooit van zon kunnen verzekeren. „Heel goed," zeide hij. „Je deedt zeer goed, nu maar gauw heen te gaan vóór ik nog van opinie verander. Ik zal deze lamp vasthouden en ik zal u in de gaten honden totdat gij aan den anderen kant van de buitenste deur zi.it." Een minuut later baalde Hector ruimer adem. Hij was voor 't oogenblik nu toch van dat vreeselijke sujet verlost. Zonder zich over de aangestoken lampen 1e bekommeren, had Mapleton, oplettend gadegeslagen door Hec tor en onder het bereik van diens pistool, zijn ledige hand gebruikt om de deur van zijn werkplaats te sluiten en was heengeslopen door het buitenste vertrek, dat bij achter zich op slot deed. HOOFDSTUK XXVIII. HET BESLISSENDE OOGENBLIK Lord Purbeck's ontsteltenis, toen hij van Madge de identiteit van zijn pa6 vertrokken bezoeker vernam, verdween spoedig, en na geluisterd te hebben naar baar verslag van Martha Calloway's ervaringen van den vo- rigen nachl, toen geen van baar heide huur ders naar huis was gekomen en een vreem deling kamers bad willen huren, behaalde zijn gewone energie weer de overhand. Hij ging ijlings naar de telefoon op zijn schrijf tafel. „We moeten te welen komen, of die bus biscuits is afgehaald," zeide bii, en belde de dorpswinkel op. Daar dit tevens postkantoor was, was by aangesloten- „Ja," zeide bij, na een kort gesprek. „Een rijtuig van hel station hield stil hij de deur en de koetsier stapte af, nam de bus aan en legdp ze in bet rijtuig. Ik kan Yehlham's ver- valscher hiermee niet in verband brengen, maar de man, die in bet rijtuig zat, moet zonder twijfel Mapleton geweest ziin. Hij al leen kon van de bestelling weten. Toch zegt ge, dat hij niet in Martha's huis geslapen beeft. Waar zou bij dan den nacht hebben doorgebracht?" „Dit alles brengt mij er weer toe, aan te nemen," zei Madge, „dat de door tante Dru- silla verschafte sleutel en de gevolgtrekking, die Mr. Yeldham er uit maakte, correct zijn dat Bessie nl. bier ergens in de buurt is opgesloten. Indien we baar kunnen vinden, dan zullen we ook Mr. Yeldham ik ben er van overtuigd wel in de nabiilieid vin den. John Budge kan zich mijlen in het rond geen andere plaats denken, waar iemand op gesloten zou kunnen worden dan de gr or ve zel 1'. Hij zegt, dat er een verhaal loopt, dat er vroeger een onderaardsöhe gang was uit de groeve naar bel liuis van Martha, maar hij kent er bet begin, nocli het einde van. Hij dacht, dat u wellicht een plattegrond yan de mijnwerken, zooals ze vroeger waren, in bet archief hebt" „Ik weet van geen plattegrond, en indien er een is, dan zouden er uren noodig zijn, om hem le vinden", antwoordde de Lord, ziin dochter met verbazing aanstarend. Ongetwij feld was de groeve vroeger zeer uiigestrekt. Wij hebben voor ons doel alleen de afdee- ling bij de rots gebruikt, en 't is heel goed mogelijk, dat Budge het bij bet rechte eind heeft. In dat geval moet do schurk een toe gang ontdekt hebben." Madge, die na baar haastige wandeling terug van de groeve op een stoel was neer gevallen, sprong op. „Wat ik geloof?riep zij. „Dal Doggie" mii dezen m.orgen het ge heim beeft willen verklappen. Toen ik door Manilla's achtertuin ging, was hij heel onrus tig over een ontdekking, dat bij gedaan had in dat daklooze vervallen buisje. Ik dacht, dat bij een rat achterna zat, maar bet kan ook geweest zijn „Ik begrijp waar je been wilt onderbrak baar vader. „We zullen aanstonds een on derzoek instellen." Binnen bet half uur stonden zij aan de ge opende deur van Martha's huis. Terwijl zij er heen gingen, waren zij over eengekomen baar niet te verontrusten door haar bet ware doel, dat lien daarheen bracht. mede te deelen, zoodat toen zij met veel plicht plegingen verscheen, om hun to woord t6 staan, Lord Purbeck alleen maar vroeg, of zij door baar tuin den kortsten weg naar do duinen mochten nemen. De permissie werd natuurlijk aanstonds gegeven, en hij stond reeds op het punt, rond het huis te loopen, toen hem iets invieb „Nog geen tijding van uw huurders, Mar tha?" zeide bij. ,Ja, mylord van een van bon," luidde het onverwachte antwoord. „Mr. Mapleton is een poosje geleden teruggekomen. Hij zei, dat bij van 't station was komen loopen. Het schijnt, dat hij gisteravond zijn trein in Londen go- mist heeft en vanmorgen do terugreis heeft moeten maken." „Is hij nu hierbinnen?" vnoeg de Lord met gedempte stem. i „Neen, mylord; hij is bijna onmiddellijk weer uitgegaan," zei Martba. „Dat verwon derde mij, daar hij er vermoeid en ontdaan uitzag. Ik deuk, dat hij denzelfden weg ia gegaan, als u van plan ziit te gaan door den achtertuin naar de duinen. Maar ik was hoven bezig en heb er niet nauwkeurig ofi gelet." (Wordt vervolgd),

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1914 | | pagina 6