der Openbare Godsdiensoefeningen in de R, K. Kerken te Haarlem en omliggende plaatsen
Liturgische Wegwijzer.
Tasschen Keulen en Parijs.
Smokkelaarsgeschiedenis.
KERKBEBiCHTEN.
Evamcgeliewisr klaring.
EEN JUBILEUM VAN KAREL DEN
GROOTE.
FEU 1 LLE 1 ON.
DE OFFICIEELE KERKLIJST
Dit nummer behoorf by de „Nieuwe Haarl Courant" Tan 31 Januari 1914.
De nadruk vaK de berichten en mededeelingen in dit blad is verboden.
KNIP DIT UIT
en leg het in uw liturgisch kerkboek.
D rr- Mis- en Vesperboek van Desclée.
B Het Roomsche Misboek van Baarda (uit
gave 1913).
Fr. Desclée in Franciscanerkerken.
Zondag 1 Februari. 4e Zondag na Driek.
Van den Zondag, D. 398, B. 156; 2e Gebed
van den H. Ignatius, D. 1105 en 171, B. 502.
(Fr. 2e Gebed van den Z. Andreas [56]).
Praefatie der H. Driev. Vespers: D.
1106.
Maandag 2 Febr. Maria Lichtmis. Geen
verplichting tot Mishooren. Kaarswij
ding; D. 1106—1112; B. 503—506; H. Mis:
D. 1112, B. 506. Credo. Praefatie van
Kerstmis.
Dinsdag 3 Febr. Van den 5en Zondag na
Driek., D. 399, B. 158. Geen Gloria noch
Credo; 2e Gebed Fidelium, D. 1490, B.
720; 3e Gebed van den H. Blasins, D. 175,
B. 68. Gewone Praefatie. Fr. Z. Odori-
cus, [56] en 227; 2e Gebed van den H. Bla-
sius, 175.
"Woensdag 4 Febr. H. Andreas Corsini, D.
1116 en 212; B. 509 en 81. Fr. H. Joan
nes a Leonissa, [57] en 230.
Donderdag 5 Febr. H. Agatha, D. 1118, B. 509.
Fr. HH. Perus Baptista en Gez., Mar
telaars van Japan [57]. Credo.
Vrijdag 6 Febr. H. Raymundus, D. 1089 en
227; B. 88; 2e Gebed van de H. Dorothea,
D. 243, B. 96; 3e Gebed A cunctis, D. 103,
B. 63. Naar keuze: Mis van het H. Hart:
D. 1006, B. 415; geen Credo noch Gloria;
2e Gebed van den H. Raymundus en 3e
pan de H. Dorothea: zie boven. Fr.
Feest van de Geheimen van den Lijdens
weg O. H. J. Chr. [3]; 2e Gebed van de
H. Agatha, 240; in de stille" Missen 3e
Gebed van de H. Dorothea, 243. Sequentia
[5]. Credo. Praefatie van het H. Kruis.
Zaterdag 7 Febr. H. Romualdus, D. 1121 en
235, B. 511 en 91; 2e Gebed voor den Paus,
D. 102, B. 62. Fr. Z. Antonius [59] en
230; 2e Gebed van den 5en Zondag na
Driek., 399; 3e Gebed voor den Paus, 102;
laatste Evang. van den Zondag, 400.
N.B. In iedere Mis bidde men de „Gewone
Orde der H. Mis"; uitgave Desclée, blz. 71 tot
94; uitgave Baarda (1913), blz. 35 tot 55.
In de Paterskerken (Groenmarkt, Kleverpark
en Velseroord) kan men uitsluitend het Mis-
en Vesperboek van Desclée gebruiken.
Het in het Mis- en Vesperboek van Des
clée verwijst naar het Aanhangsel voor de
Nederl. Bisdommen; de naar dat voor de
Orde der Franciscanen.
VIERDE ZONDAG NA DRIEKONINGEN.
Les uit den brief van den H. Apostel Paulus
aan de Romeinen; XIII, 810.
Broeders! Weest niemand iets schuldig, ten
zij dat gij elkander liefhebt; want wie den
naaste liefheeft, hij heeft de Wet vervuld.
Immers: Gij zult geen overspel bedrijven, gij
zult niet doodslaan, gij zult niet stelen, gij
zult geen valsche getuigenis geven, gij zult
niet begeeren, en wat ander gebod er moge
zijn, het wordt samengevat in dit woord: Gij
zult uwen naaste liefhebben als u zei ven. Dé
liefde doet niet wat den naaste kwaad is. Der
halve is de liefde de vervulling der Wet.
Evang. volgens den H. Mattheus; VIII, 2327
In dien tijd, toen Jesus in het scheepje
ging, volgden Hem Zijne leerlingen. En zie,
er ontstond een zware storm op zee, zoodat
bet scheepje door de golven overdekt werd.
Hij echter sliep. En Zijne leerlingen nader
den tot Hem en wekten Hem, zeggende: Heer!
redt oils! wij vergaan! En Jesus zeide hun:
Wat zi.it gij bevreesd, kleangeloovigen! Toen
stond Hij op, beval aan de winden en aan
de zee, en er ontstond een groote kalmte. De
mensohen nu waren verbaasd en spraken:
Wie is deze, daar de winden en de zee Hem
gehoorzaam zijn!
VIERDE ZONDAG NA DRIEKONINGEN.
Jesus had reeds eenigen tijd in Gallilea
gepredikt, toen Hij op zekeren dag, vermoeid
en afgemat van den inspannenden arbeid, en
om het gedrang van de groote menigte, die
Hem omringde, voor eenige uren aan te ont- j
komen, aan Zijne Apostelen het bevel gaf in
zee te steken, en naar den tegenoverliggen- j
den oever van bet meer Genesareth te varen,
De Apostelen gehoorzaamden aanstonds met
bereidvaardigheid, en scheepten zich in op
het schip van Petrus. Gedurende de overvaart
stak er een zóó hevige storm op, dat het
scheepje dreigde te vergaan. Of die storm!
'op natuurlijke wijze, ten gevolge van het
jaargetijde, of door de ligging van het meer
ontstaan was, of wel door een wonder des
Heeren verwekt was, om door een tweede
wonder Zijne wijsheid te bewijzen, en het ge-
loof Zijner Apostelen te versterken, wordt
ons door de Evangelisten niet medegedeeld.
Vele schrijvers meenen de tweede vraag be
vestigend te moeten beantwoorden. Hoe dit
zij, zeker was het eene beschikking van Gods
i Voorzienigheid dat Jesus sliep, terwijl de
storm ontstond en het leven van de opvaren
den in gevaar bracht; dat Hij uit een diepen
slaap moest gewekt worden, terwijl de Zij
nen, van angst verbijsterd en radeloos, alleen
in Zijne tusschenkomst nog redding hoopten
te vinden. En hoewel bun gebed bij lange niet
volmaakt was, dewijl zij meenden dat Jesus
alleen wakend hen ter hulp kon komen, waar
om de Verlosser hen dan ook vermanend en
berispend toevoegde: „waarom zijt gij bang,
gij ldeingeloovigen?" hoewel, zeg ik, hun ge
bed bij lange na niet volmaakt was, toch wil
de Jesus het verhoeren, en Hij gebood aan
de winden en aan de zee kalmte, en aan
stonds gehoorzaamden zij aan hunnen Schep
per en vertoonde zich de oppervlakte van
het water glad als een spiegel, door geen
rimpel bewogen. Wat anders eerst na vele
uren en somwijlen dagen geschiedt als een
storm het water bewogen heeft, dat gebeurde
nu aanstonds op het bevel van Jesus. Weldra
bereikten zij dan ook de overzijde van het
meer en kwamen allen ongedeerd aan wal.
Niet te verwonderen is het, dat allen die
hiervan getuigen waren, verbaasd stonden en
uitriepen: „wie is Deze, dat winden en zee
Hem gehoorzamen?"
Een tweevoudige beteekenis wordt door de
Kerkvaders aan deze gebeurtenis verbonden.
Zij zien namelijk in dien storm op de zee
een beeld van de moeilijkheden en gevaren,
die de ziel van iederen mensch in deze we
reld bedreigen, waarin slechts de hulp van
Jesus uitkomsten overwinning kan verlee-
nen, en vervolgens zien zij op de tweede
plaats er een beeld in van de Kerk van
Christus op aarde, die ook voortdurend met
allerlei stormen en gevaren te kampen heeft.
De zee, waarop Jesus zich met de Aposte
len inscheept, is de wereld, even onstuimig,
even onstandvastig, eveng evaarliik als de
zee. Het scheepje waarop Jesus ging, was dat
van Petrus, waarover dus Petrus gezag voer
de, beeld der Kerk van Christus, waar Pe
trus in Zijn Naam het bevel voert. Alleen
in het scheepje van Petrus bevond Christus
Zich, alleen in de Kerk waarover Petrus in
naam van Christus het hevel voert,, wordt
de ware leer van Christus gevonden. De stor
men mogen woeden, zij mogen andere sche
pen doen vergaan en ze aan de onstuimige
golven ten prooi geven, het schip waarop
Christus was, liep geen gevaar, het overwon
de opgezweepte baren, en bracht ziine inzit
tenden veilig in de gewenschte haven. Zoo
moge ook de storm der* hel woeden zooveel
hij kan, het schip van Petrus, de Kerk van
Christus, gaat niet ten onder. Al moge de
stuurman ook somwijlen schijnen te slapen,
Zich niet schijnen te bemoeien met het ge
vaar, dat de storm en de baren doen ontstaan,
te gelegener tiid zal Hij ontwaken en den
storm doen bqdaren, en zij die in de Kerk
zich bevinden zullen, als zij maar blijven in
die Kerk, en zich niet uit vrees voor de stor
men daaruit verwijderen, veilig de haven der
eeuwige zaligheid bereiken.
Het gebruik van alcohol neemt in Frank
rijk, zooals m enweet, in de laatste tientallen
jaren buitengewoon toe. De schnaps, die door
de lagere klassen der Parijsehe bevolking
buitengewoon veel wordt gedronken, is el
lendig tuig, vervalscht met verschillende
schadelijke bijmengsels. Er bestaat echter een
hoog invoerrecht op den alcohol en vandaar
dat men zijn best doet deze binnen te smok-'
kelen in Frankrijk en Parijs
Fransche en vooral Panische tolbeambten
moeten dan ook buitengewoon sluw, waak-
zaam, ervaren en brutaal ziin en nlettegen-
staande al deze voor hun vak goede hoeda
nigheden worden zij toch dikwijls bedrogen.
Wij willen in het volgende eenige staaltjes
geven, op wat manier men al niet in Frank-
rijk alcohol smokkelt.
Zoo kwam eens een eigenaar van een draai
molen bij een tolbeambte met zijn caroussel,
op verschillende wagens ingepakt. Hij ver-
zoekt hun toch zeer voorzichtig te wezen met
de houten paarden, die juist frisch gelakt
1 zijn en die men gemakkelijk beschadigen I
kan. Maar juist door zijn groote zorg blengt
hij zich in verdenking. Zij onderzoeken de i
paarden en deze blijken van binnen hol en
met alcohol gevuld te zijn.
Een andermael kwamen drie grorte mar-
merblokken, naar het heette voor een Parij
sehe kunstenaar bestemd, aan een grenssta
tion aan. Een der tolbeambten merkti echter
een zonderlinge deuk in die blokken, hij klop-
er tegen aan en ontdekte, dat zij hjl varen.
De blokken bleken uit tinnen platen over
dekt met een marmerachtige massa te zijn
vervaardigd en bevatten van binnen ver-
scheiden hectoliters alcohol,
j Jarenlang had een comité, waartoe zelfs
eenige kooplieden uit Aken en Keulen be
hoorden, schitterende zaken gemaakt, door
(vaten te vervoeren over de Belgische gren
zen naar Frankrijk. Deze vaten heetten verf
te bevatten, en inderdaad vond men, als men
ze lossloeg er onder en boven droge verf in.
Zelfs waren de smokkelaars zoo slim, nu en
dan aan het grensstation, voor de oogeu der
douanen, een vat uit elkaar te laten spr.u-
gen, dat dan niets dan verf bevatte. De an
dere echter bevatten binnen in een tinnen of
blikken yakje, gevuld met alcohol. Meer dan
een millioen moet op die wijze door het co
mité aan belasting ontdoken zijn.
I Een bruidstoet reed eens een poort van Pa
rijs binnen: verscheidene rijtuigen achter el
kaar vol vroolijke lieden. Waarschiinlijk wa-
1 ren zij een andere poort weer uitgegaan, want
men zag ze nog driemaal dien dag verschij
nen. Dat_ viel den beambten zeer in het oog
en den vierden keer werden de rijtuigen aan
gehouden en bleek dit volstrekt geen brui
loftsstoet te wezen, maar waren de kussens
der wagens opgevuld met blikken busgen vol
alcohol.
Rijtuigen in het algemeen beschouwen de
douanen met wantrouwende oogen. Zij weten
uit ervaring, dat de dissels dikwijls hoi zijn
en gevuld met spiritus; dat deze insgelijks
verborgen zit in grootere of kleinere blikken
cylinders in de staven der wielen, in de tree
plank, ja waar niet al!
Een bedelares ging dagelijks door een be
paalde poort. Zij ging op twee krukken cn
zag er zoo haveloos en erbarmelijk uit, dat
de tolbeambtben haar dagelijks een kleine
aalmoes gaven; eens struikelde zij; een van
haar krukken brak en er vloeide spiritus uit.
De vrouw zocht te ontvluchten, en bleek zeer
goed zonder krukken te kunnen loopen, maar
toch niet heel hard, want onder haar kleeren
was zij behangen met runderhlazen, die ver
scheidene liters alcohol bevatten,
j Een halfvolwassen knaap kwam eens met
j een dik boek voor de poort.
I „Wat heeft u daar?" vroeg een der beamb
ten van het tolkantoor.
„Een Grieksch woordenboek," luidde het
antwoord.
De tolbeambte herinnerde zich, dat hq ook
eens Grieksch had geleerd. Hij nam het toen
in de hand om een woord na te slaan. Maar
alleen in het midden waar het woordenboek
van zelf openging, zaten eenige bedrukte bla
den; het andere gedeelte bestond uit een
blikken vorm, die alcohol inhield.
Zelfs de handelaren in groenten gebruiken
hun waar om spiritus in Parijs te smokkelen.
In het vroege morgenuur, gewoonlijk voor
zonsopgang, trekken zij naar de hallen en
het onderzoek aan de poort wordt vlug af
gedaan. Een leeperd maakte zich dit ten
nutte. Hij liet blikken vormen maken in de
gedaante van groote komkommers en vulde
die met spiritus. De smokkelarij werd eerst
ontdekt, toen het een douanebeambte opviel,
dat de groenteboer nog altijd komkommers
ten verkoop bood, toen de tijd er voor lang
j voorbij was.
I Grootsch was in elk geval de smokkelarij
in alcohol door middel van een kudde scha
pen, die weken lang plaats vond; in Parijs
nog hoven komen al de kippetjes, duifjes, eend
vogels, vischjes, enz.
Men heeft verder berekend, dat de aardappe
len, groenten, vruchten en bet brood, dat zulk
een 60-jarige eter genuttigd heeft, zoo om
streeks een ruimte zou eïschen van 400 kub.
meters. Van den inhoud van een kubiekei
meter hebben de meesten weinig begrip, daarom
herleiden wij die 400 kub. meters tot liters en
krijgen 400.000 liter (kof).)
Al de vruchten, die er gebruikt zijn zouden
zijn vele wallen met gras begroeid, waarop
's morgens sommige pachters hun kudden
schapen heen zenden, die des avonds weer in
de stad worden gevoerd. Verscheidene smok
kelaars schaften zich een groot aantal scha
pen aan, schoren ze kaal en brachten er
een kunsthuid over van guttapercha op
gevuld met spiritus. De zaak was met zoo
veel kunst en bekwaamheid aangelegd, dat
het maanden duurde, voor men tot die ont
dekking kwam. Ten slotte werd de zaak ver
raden, maar de smokkelaars hadden zich
reeds in veiligheid gesteld en men kwam hun te zamen genomen een appel opleveren van
namen nooit te weten. Een der bereide scha- 2V2 a 3 meter middellijn en daaraan doen vrij-
penhuiden bevindt zich nog in het museum, Wel allen mee niet het minst de vrouwen, meis-
dat is opgericht om de douanen te ondeiwij- jea en jongens, die*met vruchten venten en dio
zen in de kunst om hen te bedriegen.
In dit museum, dat inderdaad zeer beziens- feD
al heel zelden niet-etende worden anngetrof-
waardig is, vindt men al de dingen bijeen
waarin alcohol vervoerd wordt, en dat zijn
soms zeer wonderlijke dingen. Men treft er
aan: holle wandelstokken, parapluies, para
sols, dameshoeden met guttapercha-huizen,
Een normaal mensch onder behoorlijk goede
omstandigheden behoeft nog niet zoo'n verba
zende liefhebber van eieren te zijn, als wij
hem er 2 per dag toeschrijven, hetzij, als eitje
voor spiritus, laken en stoffen, die opgerold hij het ontbijt, hetzij in eierspijzen, en vooral
zijn om blikken bussen, kunstmatige bochels, in dagen van ziekte. Maar dan komen we toch
en steenkolen, bestaande uit zwart geverfde
blikken in allèrlei vormen, ansjovisbussen,
enzoovoort.
alweer tot tusschen 40 en 50 duizend
Voeg daarbij nu nog de massa vocht, die door
de keel gaat in den vorm van eenvoudige glaas-
Het voornaamste stuk in deze verzameling jes of kannen water, kopjes thee of koffie
is echter een.... doodkist. Zij heeft trouwens glaasjes melk of bier en sterkere waar; hoeveel
nooit een lijk bevat, maar er ligt een groote hectoliters dat per jaar is, valt moeilijk te
blikken doos in, die eens vol alcohol zat. j zeggen ell dus n0g moeilijker hoeveel dat in
De smokkelaars, die op deze wijze de Parij- een menschenleeftijd zou zijn. Als we het cijfei
zenaars van alcohol wilden voorzien, dachten zagen, zouden wij door schrik bevangen worden
dat de tolbeambten wel zooveel piëteit zouden
hebben, dat zij een doodkist niet zouden ope- j>e HONDERDSTE VERJAARDAG DER
nen. Het tegendeel bleek echter, en de man
werd gevangen genomen, ofschoon hij in diep
SIGAAR.
Dezer dagen herdenkt men in Frankrijk dec
rouwgewaad de kist kwam afhaien van het honderdsten verjaardag der sigaar. Toen de
station en met een witten zakdoek in de hand, uitvinding1 in Parijs haar intrade deed, was het
dien hij nu en dan voor de oogen drukte. De geweldig chic, met een sigaar in den mond
douanen waren zoo onbarmhartig de dood
kist te openen!
WAT EEN MENSCH VERORBERT.
Het gaat zoo vanzelf; 's morgens beginnen
wij met ons ontbijt, om twaalf uren volgt een
tweede maaltijd, hetzij hoofdmaaltijd of tweede
te^ loopen. Het was toen een aristocratisch ge
notmiddel. Sedert is de sigaar belangrijk ge
daald. Ben modineus Parij zenaar rookt geen
sigaar meer. Hij zweert bij de cigarette.
Er worden zooveel minderwaardiger perso-
ontbijt, en tegen den avond omgekeerd; hoofd- nen bejubbeld, dat wij heusch op den dag, dat
maaltijd bij de menschen van het tweede ont- Karei de Groote vóór 100 jaar het tijdelijke met
bijt en avondeten bij de middagmalers van eeuwige verwisselde, wel de aandacht
twaalf tot één uur. En dan misschien nog een mogen vestigen. Het was 28 Januari van het
allerlaatste hapje, terwijl er bij sommigen nog -aar 814. Inderdaad is Karei de Groote de man,
nu en dan op den dag oen versnapering bij is ^ie in de Middeleeuwen het meest op den voor
gekomen: een koekje, een taartje., een vrucht, grond treedt. an geboorte een Frank, wist
Dat alles lïlaakt op een enkelen dag al een hij met het zwaard zijn gebied uit te breiden,
heele massa, in een jaar tijd zou het een berg Men herinnerde zich den strijd tegen de Longo-
zijn en iemand, die de zestig gepasseerd is en barden en de Mooren. Ten slotte regeerde hij
zich mogen verheugen in een goede maag en
een gezonden eetlust, lieeft in zijn leven onge
twijfeld een massa verorberd, waarvan hijzelf
zou schrikken, als hij ze voor zich zag.
Natuurlijk zijn er menschen geweest, die
eens nagerekend hebben, hoe groot de massa
wel geweest zou zijn van een mensch, die go-
durende 60 jaren met voldoende appeteit is
bezig geweest om zijn natje en zijn droogje op
t tijd te gebruiken, en soms ook buiten tijd.
De uitkomsten loopen nogal uiteen. De
levensomstandigheden en vooral de beurs spre-
I ken ook een woordje mee en de hoeveelheden,
die elk noodig meent te hebben, wisselen af.
Er zijn er, die, hoewel gezond, zich met weinig
over een land, dat in grootte slechts geëvenaard
is door 't rijk van Karei V. enn hoe regeerde hij.
Hij bracht welvaart. Hij bracht scholen. Hij
bevorderde de wetenschap en godsdienst. Hij is
de man geweest, dien de Paus in 800 tot Keizer
kroonde.
Verder is Karei de Groote de invoerder van
het leenstelsel geweest.
Anteursrerht voorbehouden
Kathedrale kerk Si Bavo.
ZONDAG, de H.H. Missen te half 7, 8
en 9 uur "en te half 11 de Hoogmis, 1 uur
I tevreden stellen of moeten stellen en er zijn Catechismus in de kerk. Half 7 Lof met
er ook, die eten, als een wolf van den tijd af, preek. Vóór het Lof het Rozenho^^e. Van
toen zij de allerprilste jeugd achter den rug had- middag half 5 oefeningen voor de Mnderen,
dener zijn jongens, die, als men hen hun gang die ingeschreven zijn in het Broederschap
laat gaan, verbazende massa's verschalken en in „Edelwacht van liet H. Sacrament.,
den tijd, dat ze in hun groei zijn, waarbij dan nog MAAhDAG, 7 uur Zielen Lof met Ro-
buiten aanmerking blijft, wat ze zoo tusschen z0'l00F c^e ?el°0V^oe zielen,
i de maaltijden in verorberen door tusschenkomst p f" feestdag van oen H. Blasius,
j j - .- Patroon tegen de keelziekte. Ieder oogenbhk
,yan de meid, een medelijdende of goedhartige za, er M
tante of een ander, die er van overtuigd is, varLgelli 0ok de volgende week zal na de
dat ook bij de jeugd de liefde door de maag Mis van g uur de Blasius-zegen gegeven
i binnentreed. worden.
Wij zullen maar eens aannemen, dat allen
WOENSDAG, de 3de Woensdag vóór het
i in pension zijn bij een juffrouw, die op 1)4 ons feest van den H. Jozef,
i vleesch of vleeschspijzen per dag rekent; velen DONDERDAG, van 6 tot half 8 gelegen
I komen daar niet aan toe, maar vele andere ko- om te biechten.
men daar ver boven. Dat is dan per jaar 45 1 'VRIJDAG, 1ste Iiijdag dei maand, bij-
K.G. en dat maakt in 60 jaar 2700 K.G. Wy ^dej toegewijd aa,n de vereering van het
H. Hart en tevens dag van aanbidding. Om
kunnf e®rust afnemen, dat dit bq de tegen- U uur gezongen jj in de Sacr. kapel
woordige leefwqze ver beneden de werkelqk-voor de ievellde j^en van de vereenigingj
heid blijft, in doorsnee genomen, want dit is der Eeuwigdurende Aanbidding. Na deze H.
een zeer matig middagrantsoen, terwijl daar Mis Korte Acte van Eereboete. Het H. Saor.
CROQUET.
De directeur van het Patronaat verscheen
aan de deur van de speelplaats, waar zijn
jongens wild dooreen woelden.
Hij klapte in de handen en voor een oogen-
biik kwam er stilte onder de jolige bende,
die zich vol verwachting klopt ons hart
jrond z n toog schaarde.
Jongens, riep hy vroolijk ik weet wat
nieuwe! Een goede kennis van me doet me
daar juist een piekfijn croquetspel cadeau.
Hoe is 'tie?
De oogeu glinsterden, de petten vlogen in
de lucht en 'n frisch hoeraaaü klonk op uit
de heldere jongenskelen.
Dat croquetspel, luister goed, is nu
voortaan van jullie. Daar ben je met z'n
allen haas over. Amuseer je er meer, maar
wees er zuinig op! Is dat afgesproken?
Gaan jullie tweeën, Jan en Gerrit, dan eens
mee
Binnen de minuut deed het uitverkoren
tweetal zijn plechtigen intocht op de koer, als
vroolijke doodbidders in liün midden een
zware kist dragend, waarin de hogen, de ha
mers en de ballon van het hevig-begeerde
>pel.
't Begon xnet hevige rnzi- wie het eerst
Pou spelen.
Eindelijk, na heel wat pourparlees, waren
de beurten verdeeld.
Het spel ving aan en de partijen wisselden
af onder woedende belangstelling.
Toen het avond werd, gaf de kapelaan het
teéken: eerst netjes opruimen, jongens,
en dan uitscheiden!
Nog even zag hij vóór 't uiteengaan zijn
mooi croquetspel na.
Kijk nu eene aannu pas 'n hamer
Stuk, wie heeft dat gelapt?
j Geen antwoord.
En hier'n boog in tweeëndat
is pure moedwilwie heeft dat ding door
midden gebroken?
Een stem: Dat hét Willem gedaan!
Niewaar, meneer, niewaar, toen wae-ie
al kapot!
Vooruit, ik moet den schuldige weten, wie
heeft het gedaan?
Stilte als van het graf.
Toch moet er een 't gedaan hebben, mop
perde de priesterzeszevenmaar
ik heb hier maar zeven hallen, waar is nu
in 's hemelsnaam de achtste?
i De knapen keken elkaarkeken den
priester aanbedremmeld of brutaal naar
een ieders aard en opvoeding, maar over
dien vermisten bal kon niemand naricht
geven.
1 De directeur was danig nit z'n sas.
j Dat 's ééns voor al, jongens! Daar ligt
i nu het dure spel, dat ik voor 'n uur je fon
kelnieuw kwam brengen. Daar heb je 'tnu,
voor de helft gerenuweerd' Voortouw blijft
het achter slot en grendel, begrepen! En
I schiet nu maar op, naar huis!
De kapelaan trok insgelijks naar huis om
te eten.
Al aan zijn binnenkomen hoorde de oude
i Trui dat de barometer op slecht weer stond.
Die stakkerd, zuchtte ze meewarig
hebben het 'm zeker weer lastig gemaakt
zulke apen van jongensDat Patronaat
maakt hem nog dood!
En in haar flair om „den goelen minsch"
te troosten, begon ze onder het tafelafnemen:
'tls zonde, zijn de rakkers weer bezig
geweest? j
Hoe weet je dat. Truitje?
Nee maar, dat kan ik u wel anzien, u
kijkt als 'n onweer en bijna niemendal ge
geten
Nu ja, ik hen uit mijn humeur, meid;
en nu half-lachend om z'n eigen boosheid,
vertelde hij de oude getrouwe zijn weder- j
varen met dat „miserabele balspel".
De goede vrouw stond met de armen in
haar zij te schuddebollen van verbazing,
maar gaf ten slotte met de superioriteit van
haar bedaagden leeftijd een eigen meening
te kennen.: j
Neem me niet kwalijk, maar 'tis dan ook
uw eigen schuld, kapelaan!
Mijn schuld??? Dat 's ook wat! Ik had j
jou wel eens willen zien'! i
Neem me niet kwalijk, maar ik had
dat varken wel anders gewasschen. Kijk nu
eens an. Ik hoor u op preekstoel zoo i
dikwijls op het socialisme afgeven en nu
gaat u daar zelf aau meedoen. Geen wonder
dat de schuit dan in het riet loopt
Ik begrijp je niet, Trui!
Snapt u dat niet? 't Is toch zoo klaar als
'n klontje. U geeft me dat dure ding present
aan iedereenIedereen, dat is nie
mand, niewaar? 't Spreekt vanzelf dat nie
mand er dus 'n vinger voor opsteekt....
Volgende Zondag op het Patronaat.
De directeur klapt in de handen. Geeft het
toeken dat hij iets te zeggen heeft Alge-
meene attentie!
Jongens, zegt hij, ik hen niet van plan
om Ini dat croquetten voor kindermeisje te
speler. Ook verkies ik niet dat het weer zoo
roekeloos toegaat als verleden week.... Ik
heb de hogen en de hamers laten repareeren
en 'n nieuwen bal erbij gekocht
Hoeraaa! jongens, leve de kapelaan!
Ja, maar wacht eens even. Ik neem
vandaag mijn geschenk weer terug. Van nu
af aan is dat croquetspel niet meer van
jullie.
Van wie dan?
Ik doe het hij dezen cadeau aan Karei
Wolf, den oudste van het Patronaat, hoor
je dat, Kareltje, ik geef je de heele zaak
present.
Dank u wel, meneer de kapelaan!
Het is nu heelemaal van jou, m'n jon
gen, en als er wat gebroken wordt of weg
raakt, laat je den schuldige de onkosten be
talen. En ga je van 't Patronaat dan neem
je 'tcroquetspel mee.
De knapen stonden „bedremmeld en bewo
gen" door de verrassende nieuwheid van dit
feit.
Nou, jü ben ook goed af. Karei, wat
'n bof!
Alles goed en wel, zeg, maar ik waar
schuw je vooruitlaat m'n ballen niet
wegraken!
Mogen we er mee spelen, Karei?
Ga je gang, maar wie 'n boog breekt of
'n hamer stukslaat, kan 'm fijntjes betalen-.
Het spel begon weer en duurde tot het
eind. Geen splinter of spaander ontbrak er
dien avond hij de inspectie.
Alles lag gaaf en compleet in de kist.
Men had gewerkt „onder het oog des Mees*
ters", die men niet verre wist en die er da
man niet naar was om z'n eigendom te lateni
verfomfaaien, zonder duchtig van zich af ta
bijten.
En zoo liep het voortaan iederen Zondag»
avond.
De kapelaan vond dit feit belangwekkend
genoeg om er deze conclusie nit te trekken:
Zooals het met dat balspel toeging, jon
gens, zoo gaat het feitelijk met alles, wat da
zaak ook zij'n croquetspel, 'n volkskeu
ken, een coöperatie, 'n maatschappij, 'n r»-
geering, 'n rijk. Neem wat ge wilt, er moet
altijd een eigenaar, een patroon, een ver.
antwoordelijk hoofd zijn, of de zaak
loopt in 't honderd, de wagen raakt in het
moeras..., MAX.