der Openbare Godsdiensoefeningen in de R, K. Kerken te Haarlem en omliggende plaatsen Liturgische Wegwijzer. Tasschen Keulen en Parijs. Smokkelaarsgeschiedenis. KERKBEBiCHTEN. Evamcgeliewisr klaring. EEN JUBILEUM VAN KAREL DEN GROOTE. FEU 1 LLE 1 ON. DE OFFICIEELE KERKLIJST Dit nummer behoorf by de „Nieuwe Haarl Courant" Tan 31 Januari 1914. De nadruk vaK de berichten en mededeelingen in dit blad is verboden. KNIP DIT UIT en leg het in uw liturgisch kerkboek. D rr- Mis- en Vesperboek van Desclée. B Het Roomsche Misboek van Baarda (uit gave 1913). Fr. Desclée in Franciscanerkerken. Zondag 1 Februari. 4e Zondag na Driek. Van den Zondag, D. 398, B. 156; 2e Gebed van den H. Ignatius, D. 1105 en 171, B. 502. (Fr. 2e Gebed van den Z. Andreas [56]). Praefatie der H. Driev. Vespers: D. 1106. Maandag 2 Febr. Maria Lichtmis. Geen verplichting tot Mishooren. Kaarswij ding; D. 1106—1112; B. 503—506; H. Mis: D. 1112, B. 506. Credo. Praefatie van Kerstmis. Dinsdag 3 Febr. Van den 5en Zondag na Driek., D. 399, B. 158. Geen Gloria noch Credo; 2e Gebed Fidelium, D. 1490, B. 720; 3e Gebed van den H. Blasins, D. 175, B. 68. Gewone Praefatie. Fr. Z. Odori- cus, [56] en 227; 2e Gebed van den H. Bla- sius, 175. "Woensdag 4 Febr. H. Andreas Corsini, D. 1116 en 212; B. 509 en 81. Fr. H. Joan nes a Leonissa, [57] en 230. Donderdag 5 Febr. H. Agatha, D. 1118, B. 509. Fr. HH. Perus Baptista en Gez., Mar telaars van Japan [57]. Credo. Vrijdag 6 Febr. H. Raymundus, D. 1089 en 227; B. 88; 2e Gebed van de H. Dorothea, D. 243, B. 96; 3e Gebed A cunctis, D. 103, B. 63. Naar keuze: Mis van het H. Hart: D. 1006, B. 415; geen Credo noch Gloria; 2e Gebed van den H. Raymundus en 3e pan de H. Dorothea: zie boven. Fr. Feest van de Geheimen van den Lijdens weg O. H. J. Chr. [3]; 2e Gebed van de H. Agatha, 240; in de stille" Missen 3e Gebed van de H. Dorothea, 243. Sequentia [5]. Credo. Praefatie van het H. Kruis. Zaterdag 7 Febr. H. Romualdus, D. 1121 en 235, B. 511 en 91; 2e Gebed voor den Paus, D. 102, B. 62. Fr. Z. Antonius [59] en 230; 2e Gebed van den 5en Zondag na Driek., 399; 3e Gebed voor den Paus, 102; laatste Evang. van den Zondag, 400. N.B. In iedere Mis bidde men de „Gewone Orde der H. Mis"; uitgave Desclée, blz. 71 tot 94; uitgave Baarda (1913), blz. 35 tot 55. In de Paterskerken (Groenmarkt, Kleverpark en Velseroord) kan men uitsluitend het Mis- en Vesperboek van Desclée gebruiken. Het in het Mis- en Vesperboek van Des clée verwijst naar het Aanhangsel voor de Nederl. Bisdommen; de naar dat voor de Orde der Franciscanen. VIERDE ZONDAG NA DRIEKONINGEN. Les uit den brief van den H. Apostel Paulus aan de Romeinen; XIII, 810. Broeders! Weest niemand iets schuldig, ten zij dat gij elkander liefhebt; want wie den naaste liefheeft, hij heeft de Wet vervuld. Immers: Gij zult geen overspel bedrijven, gij zult niet doodslaan, gij zult niet stelen, gij zult geen valsche getuigenis geven, gij zult niet begeeren, en wat ander gebod er moge zijn, het wordt samengevat in dit woord: Gij zult uwen naaste liefhebben als u zei ven. Dé liefde doet niet wat den naaste kwaad is. Der halve is de liefde de vervulling der Wet. Evang. volgens den H. Mattheus; VIII, 2327 In dien tijd, toen Jesus in het scheepje ging, volgden Hem Zijne leerlingen. En zie, er ontstond een zware storm op zee, zoodat bet scheepje door de golven overdekt werd. Hij echter sliep. En Zijne leerlingen nader den tot Hem en wekten Hem, zeggende: Heer! redt oils! wij vergaan! En Jesus zeide hun: Wat zi.it gij bevreesd, kleangeloovigen! Toen stond Hij op, beval aan de winden en aan de zee, en er ontstond een groote kalmte. De mensohen nu waren verbaasd en spraken: Wie is deze, daar de winden en de zee Hem gehoorzaam zijn! VIERDE ZONDAG NA DRIEKONINGEN. Jesus had reeds eenigen tijd in Gallilea gepredikt, toen Hij op zekeren dag, vermoeid en afgemat van den inspannenden arbeid, en om het gedrang van de groote menigte, die Hem omringde, voor eenige uren aan te ont- j komen, aan Zijne Apostelen het bevel gaf in zee te steken, en naar den tegenoverliggen- j den oever van bet meer Genesareth te varen, De Apostelen gehoorzaamden aanstonds met bereidvaardigheid, en scheepten zich in op het schip van Petrus. Gedurende de overvaart stak er een zóó hevige storm op, dat het scheepje dreigde te vergaan. Of die storm! 'op natuurlijke wijze, ten gevolge van het jaargetijde, of door de ligging van het meer ontstaan was, of wel door een wonder des Heeren verwekt was, om door een tweede wonder Zijne wijsheid te bewijzen, en het ge- loof Zijner Apostelen te versterken, wordt ons door de Evangelisten niet medegedeeld. Vele schrijvers meenen de tweede vraag be vestigend te moeten beantwoorden. Hoe dit zij, zeker was het eene beschikking van Gods i Voorzienigheid dat Jesus sliep, terwijl de storm ontstond en het leven van de opvaren den in gevaar bracht; dat Hij uit een diepen slaap moest gewekt worden, terwijl de Zij nen, van angst verbijsterd en radeloos, alleen in Zijne tusschenkomst nog redding hoopten te vinden. En hoewel bun gebed bij lange niet volmaakt was, dewijl zij meenden dat Jesus alleen wakend hen ter hulp kon komen, waar om de Verlosser hen dan ook vermanend en berispend toevoegde: „waarom zijt gij bang, gij ldeingeloovigen?" hoewel, zeg ik, hun ge bed bij lange na niet volmaakt was, toch wil de Jesus het verhoeren, en Hij gebood aan de winden en aan de zee kalmte, en aan stonds gehoorzaamden zij aan hunnen Schep per en vertoonde zich de oppervlakte van het water glad als een spiegel, door geen rimpel bewogen. Wat anders eerst na vele uren en somwijlen dagen geschiedt als een storm het water bewogen heeft, dat gebeurde nu aanstonds op het bevel van Jesus. Weldra bereikten zij dan ook de overzijde van het meer en kwamen allen ongedeerd aan wal. Niet te verwonderen is het, dat allen die hiervan getuigen waren, verbaasd stonden en uitriepen: „wie is Deze, dat winden en zee Hem gehoorzamen?" Een tweevoudige beteekenis wordt door de Kerkvaders aan deze gebeurtenis verbonden. Zij zien namelijk in dien storm op de zee een beeld van de moeilijkheden en gevaren, die de ziel van iederen mensch in deze we reld bedreigen, waarin slechts de hulp van Jesus uitkomsten overwinning kan verlee- nen, en vervolgens zien zij op de tweede plaats er een beeld in van de Kerk van Christus op aarde, die ook voortdurend met allerlei stormen en gevaren te kampen heeft. De zee, waarop Jesus zich met de Aposte len inscheept, is de wereld, even onstuimig, even onstandvastig, eveng evaarliik als de zee. Het scheepje waarop Jesus ging, was dat van Petrus, waarover dus Petrus gezag voer de, beeld der Kerk van Christus, waar Pe trus in Zijn Naam het bevel voert. Alleen in het scheepje van Petrus bevond Christus Zich, alleen in de Kerk waarover Petrus in naam van Christus het hevel voert,, wordt de ware leer van Christus gevonden. De stor men mogen woeden, zij mogen andere sche pen doen vergaan en ze aan de onstuimige golven ten prooi geven, het schip waarop Christus was, liep geen gevaar, het overwon de opgezweepte baren, en bracht ziine inzit tenden veilig in de gewenschte haven. Zoo moge ook de storm der* hel woeden zooveel hij kan, het schip van Petrus, de Kerk van Christus, gaat niet ten onder. Al moge de stuurman ook somwijlen schijnen te slapen, Zich niet schijnen te bemoeien met het ge vaar, dat de storm en de baren doen ontstaan, te gelegener tiid zal Hij ontwaken en den storm doen bqdaren, en zij die in de Kerk zich bevinden zullen, als zij maar blijven in die Kerk, en zich niet uit vrees voor de stor men daaruit verwijderen, veilig de haven der eeuwige zaligheid bereiken. Het gebruik van alcohol neemt in Frank rijk, zooals m enweet, in de laatste tientallen jaren buitengewoon toe. De schnaps, die door de lagere klassen der Parijsehe bevolking buitengewoon veel wordt gedronken, is el lendig tuig, vervalscht met verschillende schadelijke bijmengsels. Er bestaat echter een hoog invoerrecht op den alcohol en vandaar dat men zijn best doet deze binnen te smok-' kelen in Frankrijk en Parijs Fransche en vooral Panische tolbeambten moeten dan ook buitengewoon sluw, waak- zaam, ervaren en brutaal ziin en nlettegen- staande al deze voor hun vak goede hoeda nigheden worden zij toch dikwijls bedrogen. Wij willen in het volgende eenige staaltjes geven, op wat manier men al niet in Frank- rijk alcohol smokkelt. Zoo kwam eens een eigenaar van een draai molen bij een tolbeambte met zijn caroussel, op verschillende wagens ingepakt. Hij ver- zoekt hun toch zeer voorzichtig te wezen met de houten paarden, die juist frisch gelakt 1 zijn en die men gemakkelijk beschadigen I kan. Maar juist door zijn groote zorg blengt hij zich in verdenking. Zij onderzoeken de i paarden en deze blijken van binnen hol en met alcohol gevuld te zijn. Een andermael kwamen drie grorte mar- merblokken, naar het heette voor een Parij sehe kunstenaar bestemd, aan een grenssta tion aan. Een der tolbeambten merkti echter een zonderlinge deuk in die blokken, hij klop- er tegen aan en ontdekte, dat zij hjl varen. De blokken bleken uit tinnen platen over dekt met een marmerachtige massa te zijn vervaardigd en bevatten van binnen ver- scheiden hectoliters alcohol, j Jarenlang had een comité, waartoe zelfs eenige kooplieden uit Aken en Keulen be hoorden, schitterende zaken gemaakt, door (vaten te vervoeren over de Belgische gren zen naar Frankrijk. Deze vaten heetten verf te bevatten, en inderdaad vond men, als men ze lossloeg er onder en boven droge verf in. Zelfs waren de smokkelaars zoo slim, nu en dan aan het grensstation, voor de oogeu der douanen, een vat uit elkaar te laten spr.u- gen, dat dan niets dan verf bevatte. De an dere echter bevatten binnen in een tinnen of blikken yakje, gevuld met alcohol. Meer dan een millioen moet op die wijze door het co mité aan belasting ontdoken zijn. I Een bruidstoet reed eens een poort van Pa rijs binnen: verscheidene rijtuigen achter el kaar vol vroolijke lieden. Waarschiinlijk wa- 1 ren zij een andere poort weer uitgegaan, want men zag ze nog driemaal dien dag verschij nen. Dat_ viel den beambten zeer in het oog en den vierden keer werden de rijtuigen aan gehouden en bleek dit volstrekt geen brui loftsstoet te wezen, maar waren de kussens der wagens opgevuld met blikken busgen vol alcohol. Rijtuigen in het algemeen beschouwen de douanen met wantrouwende oogen. Zij weten uit ervaring, dat de dissels dikwijls hoi zijn en gevuld met spiritus; dat deze insgelijks verborgen zit in grootere of kleinere blikken cylinders in de staven der wielen, in de tree plank, ja waar niet al! Een bedelares ging dagelijks door een be paalde poort. Zij ging op twee krukken cn zag er zoo haveloos en erbarmelijk uit, dat de tolbeambtben haar dagelijks een kleine aalmoes gaven; eens struikelde zij; een van haar krukken brak en er vloeide spiritus uit. De vrouw zocht te ontvluchten, en bleek zeer goed zonder krukken te kunnen loopen, maar toch niet heel hard, want onder haar kleeren was zij behangen met runderhlazen, die ver scheidene liters alcohol bevatten, j Een halfvolwassen knaap kwam eens met j een dik boek voor de poort. I „Wat heeft u daar?" vroeg een der beamb ten van het tolkantoor. „Een Grieksch woordenboek," luidde het antwoord. De tolbeambte herinnerde zich, dat hq ook eens Grieksch had geleerd. Hij nam het toen in de hand om een woord na te slaan. Maar alleen in het midden waar het woordenboek van zelf openging, zaten eenige bedrukte bla den; het andere gedeelte bestond uit een blikken vorm, die alcohol inhield. Zelfs de handelaren in groenten gebruiken hun waar om spiritus in Parijs te smokkelen. In het vroege morgenuur, gewoonlijk voor zonsopgang, trekken zij naar de hallen en het onderzoek aan de poort wordt vlug af gedaan. Een leeperd maakte zich dit ten nutte. Hij liet blikken vormen maken in de gedaante van groote komkommers en vulde die met spiritus. De smokkelarij werd eerst ontdekt, toen het een douanebeambte opviel, dat de groenteboer nog altijd komkommers ten verkoop bood, toen de tijd er voor lang j voorbij was. I Grootsch was in elk geval de smokkelarij in alcohol door middel van een kudde scha pen, die weken lang plaats vond; in Parijs nog hoven komen al de kippetjes, duifjes, eend vogels, vischjes, enz. Men heeft verder berekend, dat de aardappe len, groenten, vruchten en bet brood, dat zulk een 60-jarige eter genuttigd heeft, zoo om streeks een ruimte zou eïschen van 400 kub. meters. Van den inhoud van een kubiekei meter hebben de meesten weinig begrip, daarom herleiden wij die 400 kub. meters tot liters en krijgen 400.000 liter (kof).) Al de vruchten, die er gebruikt zijn zouden zijn vele wallen met gras begroeid, waarop 's morgens sommige pachters hun kudden schapen heen zenden, die des avonds weer in de stad worden gevoerd. Verscheidene smok kelaars schaften zich een groot aantal scha pen aan, schoren ze kaal en brachten er een kunsthuid over van guttapercha op gevuld met spiritus. De zaak was met zoo veel kunst en bekwaamheid aangelegd, dat het maanden duurde, voor men tot die ont dekking kwam. Ten slotte werd de zaak ver raden, maar de smokkelaars hadden zich reeds in veiligheid gesteld en men kwam hun te zamen genomen een appel opleveren van namen nooit te weten. Een der bereide scha- 2V2 a 3 meter middellijn en daaraan doen vrij- penhuiden bevindt zich nog in het museum, Wel allen mee niet het minst de vrouwen, meis- dat is opgericht om de douanen te ondeiwij- jea en jongens, die*met vruchten venten en dio zen in de kunst om hen te bedriegen. In dit museum, dat inderdaad zeer beziens- feD al heel zelden niet-etende worden anngetrof- waardig is, vindt men al de dingen bijeen waarin alcohol vervoerd wordt, en dat zijn soms zeer wonderlijke dingen. Men treft er aan: holle wandelstokken, parapluies, para sols, dameshoeden met guttapercha-huizen, Een normaal mensch onder behoorlijk goede omstandigheden behoeft nog niet zoo'n verba zende liefhebber van eieren te zijn, als wij hem er 2 per dag toeschrijven, hetzij, als eitje voor spiritus, laken en stoffen, die opgerold hij het ontbijt, hetzij in eierspijzen, en vooral zijn om blikken bussen, kunstmatige bochels, in dagen van ziekte. Maar dan komen we toch en steenkolen, bestaande uit zwart geverfde blikken in allèrlei vormen, ansjovisbussen, enzoovoort. alweer tot tusschen 40 en 50 duizend Voeg daarbij nu nog de massa vocht, die door de keel gaat in den vorm van eenvoudige glaas- Het voornaamste stuk in deze verzameling jes of kannen water, kopjes thee of koffie is echter een.... doodkist. Zij heeft trouwens glaasjes melk of bier en sterkere waar; hoeveel nooit een lijk bevat, maar er ligt een groote hectoliters dat per jaar is, valt moeilijk te blikken doos in, die eens vol alcohol zat. j zeggen ell dus n0g moeilijker hoeveel dat in De smokkelaars, die op deze wijze de Parij- een menschenleeftijd zou zijn. Als we het cijfei zenaars van alcohol wilden voorzien, dachten zagen, zouden wij door schrik bevangen worden dat de tolbeambten wel zooveel piëteit zouden hebben, dat zij een doodkist niet zouden ope- j>e HONDERDSTE VERJAARDAG DER nen. Het tegendeel bleek echter, en de man werd gevangen genomen, ofschoon hij in diep SIGAAR. Dezer dagen herdenkt men in Frankrijk dec rouwgewaad de kist kwam afhaien van het honderdsten verjaardag der sigaar. Toen de station en met een witten zakdoek in de hand, uitvinding1 in Parijs haar intrade deed, was het dien hij nu en dan voor de oogen drukte. De geweldig chic, met een sigaar in den mond douanen waren zoo onbarmhartig de dood kist te openen! WAT EEN MENSCH VERORBERT. Het gaat zoo vanzelf; 's morgens beginnen wij met ons ontbijt, om twaalf uren volgt een tweede maaltijd, hetzij hoofdmaaltijd of tweede te^ loopen. Het was toen een aristocratisch ge notmiddel. Sedert is de sigaar belangrijk ge daald. Ben modineus Parij zenaar rookt geen sigaar meer. Hij zweert bij de cigarette. Er worden zooveel minderwaardiger perso- ontbijt, en tegen den avond omgekeerd; hoofd- nen bejubbeld, dat wij heusch op den dag, dat maaltijd bij de menschen van het tweede ont- Karei de Groote vóór 100 jaar het tijdelijke met bijt en avondeten bij de middagmalers van eeuwige verwisselde, wel de aandacht twaalf tot één uur. En dan misschien nog een mogen vestigen. Het was 28 Januari van het allerlaatste hapje, terwijl er bij sommigen nog -aar 814. Inderdaad is Karei de Groote de man, nu en dan op den dag oen versnapering bij is ^ie in de Middeleeuwen het meest op den voor gekomen: een koekje, een taartje., een vrucht, grond treedt. an geboorte een Frank, wist Dat alles lïlaakt op een enkelen dag al een hij met het zwaard zijn gebied uit te breiden, heele massa, in een jaar tijd zou het een berg Men herinnerde zich den strijd tegen de Longo- zijn en iemand, die de zestig gepasseerd is en barden en de Mooren. Ten slotte regeerde hij zich mogen verheugen in een goede maag en een gezonden eetlust, lieeft in zijn leven onge twijfeld een massa verorberd, waarvan hijzelf zou schrikken, als hij ze voor zich zag. Natuurlijk zijn er menschen geweest, die eens nagerekend hebben, hoe groot de massa wel geweest zou zijn van een mensch, die go- durende 60 jaren met voldoende appeteit is bezig geweest om zijn natje en zijn droogje op t tijd te gebruiken, en soms ook buiten tijd. De uitkomsten loopen nogal uiteen. De levensomstandigheden en vooral de beurs spre- I ken ook een woordje mee en de hoeveelheden, die elk noodig meent te hebben, wisselen af. Er zijn er, die, hoewel gezond, zich met weinig over een land, dat in grootte slechts geëvenaard is door 't rijk van Karei V. enn hoe regeerde hij. Hij bracht welvaart. Hij bracht scholen. Hij bevorderde de wetenschap en godsdienst. Hij is de man geweest, dien de Paus in 800 tot Keizer kroonde. Verder is Karei de Groote de invoerder van het leenstelsel geweest. Anteursrerht voorbehouden Kathedrale kerk Si Bavo. ZONDAG, de H.H. Missen te half 7, 8 en 9 uur "en te half 11 de Hoogmis, 1 uur I tevreden stellen of moeten stellen en er zijn Catechismus in de kerk. Half 7 Lof met er ook, die eten, als een wolf van den tijd af, preek. Vóór het Lof het Rozenho^^e. Van toen zij de allerprilste jeugd achter den rug had- middag half 5 oefeningen voor de Mnderen, dener zijn jongens, die, als men hen hun gang die ingeschreven zijn in het Broederschap laat gaan, verbazende massa's verschalken en in „Edelwacht van liet H. Sacrament., den tijd, dat ze in hun groei zijn, waarbij dan nog MAAhDAG, 7 uur Zielen Lof met Ro- buiten aanmerking blijft, wat ze zoo tusschen z0'l00F c^e ?el°0V^oe zielen, i de maaltijden in verorberen door tusschenkomst p f" feestdag van oen H. Blasius, j j - .- Patroon tegen de keelziekte. Ieder oogenbhk ,yan de meid, een medelijdende of goedhartige za, er M tante of een ander, die er van overtuigd is, varLgelli 0ok de volgende week zal na de dat ook bij de jeugd de liefde door de maag Mis van g uur de Blasius-zegen gegeven i binnentreed. worden. Wij zullen maar eens aannemen, dat allen WOENSDAG, de 3de Woensdag vóór het i in pension zijn bij een juffrouw, die op 1)4 ons feest van den H. Jozef, i vleesch of vleeschspijzen per dag rekent; velen DONDERDAG, van 6 tot half 8 gelegen I komen daar niet aan toe, maar vele andere ko- om te biechten. men daar ver boven. Dat is dan per jaar 45 1 'VRIJDAG, 1ste Iiijdag dei maand, bij- K.G. en dat maakt in 60 jaar 2700 K.G. Wy ^dej toegewijd aa,n de vereering van het H. Hart en tevens dag van aanbidding. Om kunnf e®rust afnemen, dat dit bq de tegen- U uur gezongen jj in de Sacr. kapel woordige leefwqze ver beneden de werkelqk-voor de ievellde j^en van de vereenigingj heid blijft, in doorsnee genomen, want dit is der Eeuwigdurende Aanbidding. Na deze H. een zeer matig middagrantsoen, terwijl daar Mis Korte Acte van Eereboete. Het H. Saor. CROQUET. De directeur van het Patronaat verscheen aan de deur van de speelplaats, waar zijn jongens wild dooreen woelden. Hij klapte in de handen en voor een oogen- biik kwam er stilte onder de jolige bende, die zich vol verwachting klopt ons hart jrond z n toog schaarde. Jongens, riep hy vroolijk ik weet wat nieuwe! Een goede kennis van me doet me daar juist een piekfijn croquetspel cadeau. Hoe is 'tie? De oogeu glinsterden, de petten vlogen in de lucht en 'n frisch hoeraaaü klonk op uit de heldere jongenskelen. Dat croquetspel, luister goed, is nu voortaan van jullie. Daar ben je met z'n allen haas over. Amuseer je er meer, maar wees er zuinig op! Is dat afgesproken? Gaan jullie tweeën, Jan en Gerrit, dan eens mee Binnen de minuut deed het uitverkoren tweetal zijn plechtigen intocht op de koer, als vroolijke doodbidders in liün midden een zware kist dragend, waarin de hogen, de ha mers en de ballon van het hevig-begeerde >pel. 't Begon xnet hevige rnzi- wie het eerst Pou spelen. Eindelijk, na heel wat pourparlees, waren de beurten verdeeld. Het spel ving aan en de partijen wisselden af onder woedende belangstelling. Toen het avond werd, gaf de kapelaan het teéken: eerst netjes opruimen, jongens, en dan uitscheiden! Nog even zag hij vóór 't uiteengaan zijn mooi croquetspel na. Kijk nu eene aannu pas 'n hamer Stuk, wie heeft dat gelapt? j Geen antwoord. En hier'n boog in tweeëndat is pure moedwilwie heeft dat ding door midden gebroken? Een stem: Dat hét Willem gedaan! Niewaar, meneer, niewaar, toen wae-ie al kapot! Vooruit, ik moet den schuldige weten, wie heeft het gedaan? Stilte als van het graf. Toch moet er een 't gedaan hebben, mop perde de priesterzeszevenmaar ik heb hier maar zeven hallen, waar is nu in 's hemelsnaam de achtste? i De knapen keken elkaarkeken den priester aanbedremmeld of brutaal naar een ieders aard en opvoeding, maar over dien vermisten bal kon niemand naricht geven. 1 De directeur was danig nit z'n sas. j Dat 's ééns voor al, jongens! Daar ligt i nu het dure spel, dat ik voor 'n uur je fon kelnieuw kwam brengen. Daar heb je 'tnu, voor de helft gerenuweerd' Voortouw blijft het achter slot en grendel, begrepen! En I schiet nu maar op, naar huis! De kapelaan trok insgelijks naar huis om te eten. Al aan zijn binnenkomen hoorde de oude i Trui dat de barometer op slecht weer stond. Die stakkerd, zuchtte ze meewarig hebben het 'm zeker weer lastig gemaakt zulke apen van jongensDat Patronaat maakt hem nog dood! En in haar flair om „den goelen minsch" te troosten, begon ze onder het tafelafnemen: 'tls zonde, zijn de rakkers weer bezig geweest? j Hoe weet je dat. Truitje? Nee maar, dat kan ik u wel anzien, u kijkt als 'n onweer en bijna niemendal ge geten Nu ja, ik hen uit mijn humeur, meid; en nu half-lachend om z'n eigen boosheid, vertelde hij de oude getrouwe zijn weder- j varen met dat „miserabele balspel". De goede vrouw stond met de armen in haar zij te schuddebollen van verbazing, maar gaf ten slotte met de superioriteit van haar bedaagden leeftijd een eigen meening te kennen.: j Neem me niet kwalijk, maar 'tis dan ook uw eigen schuld, kapelaan! Mijn schuld??? Dat 's ook wat! Ik had j jou wel eens willen zien'! i Neem me niet kwalijk, maar ik had dat varken wel anders gewasschen. Kijk nu eens an. Ik hoor u op preekstoel zoo i dikwijls op het socialisme afgeven en nu gaat u daar zelf aau meedoen. Geen wonder dat de schuit dan in het riet loopt Ik begrijp je niet, Trui! Snapt u dat niet? 't Is toch zoo klaar als 'n klontje. U geeft me dat dure ding present aan iedereenIedereen, dat is nie mand, niewaar? 't Spreekt vanzelf dat nie mand er dus 'n vinger voor opsteekt.... Volgende Zondag op het Patronaat. De directeur klapt in de handen. Geeft het toeken dat hij iets te zeggen heeft Alge- meene attentie! Jongens, zegt hij, ik hen niet van plan om Ini dat croquetten voor kindermeisje te speler. Ook verkies ik niet dat het weer zoo roekeloos toegaat als verleden week.... Ik heb de hogen en de hamers laten repareeren en 'n nieuwen bal erbij gekocht Hoeraaa! jongens, leve de kapelaan! Ja, maar wacht eens even. Ik neem vandaag mijn geschenk weer terug. Van nu af aan is dat croquetspel niet meer van jullie. Van wie dan? Ik doe het hij dezen cadeau aan Karei Wolf, den oudste van het Patronaat, hoor je dat, Kareltje, ik geef je de heele zaak present. Dank u wel, meneer de kapelaan! Het is nu heelemaal van jou, m'n jon gen, en als er wat gebroken wordt of weg raakt, laat je den schuldige de onkosten be talen. En ga je van 't Patronaat dan neem je 'tcroquetspel mee. De knapen stonden „bedremmeld en bewo gen" door de verrassende nieuwheid van dit feit. Nou, jü ben ook goed af. Karei, wat 'n bof! Alles goed en wel, zeg, maar ik waar schuw je vooruitlaat m'n ballen niet wegraken! Mogen we er mee spelen, Karei? Ga je gang, maar wie 'n boog breekt of 'n hamer stukslaat, kan 'm fijntjes betalen-. Het spel begon weer en duurde tot het eind. Geen splinter of spaander ontbrak er dien avond hij de inspectie. Alles lag gaaf en compleet in de kist. Men had gewerkt „onder het oog des Mees* ters", die men niet verre wist en die er da man niet naar was om z'n eigendom te lateni verfomfaaien, zonder duchtig van zich af ta bijten. En zoo liep het voortaan iederen Zondag» avond. De kapelaan vond dit feit belangwekkend genoeg om er deze conclusie nit te trekken: Zooals het met dat balspel toeging, jon gens, zoo gaat het feitelijk met alles, wat da zaak ook zij'n croquetspel, 'n volkskeu ken, een coöperatie, 'n maatschappij, 'n r»- geering, 'n rijk. Neem wat ge wilt, er moet altijd een eigenaar, een patroon, een ver. antwoordelijk hoofd zijn, of de zaak loopt in 't honderd, de wagen raakt in het moeras..., MAX.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1914 | | pagina 11